GLOC
leefregels Concrete leefregels voor onze leerlingen
Onze school is een gemeenschap. Men leeft, werkt en studeert er samen. Zoals in elke groep bestaan er gezonde afspraken. Elk lid van onze schoolgemeenschap dient zijn of haar deel bij te dragen om deze na te leven. In onze school vinden wij daarom een afsprakenplan belangrijk. Op de vorige bladzijde vindt u de algemene leefregels. Hieronder willen we die leefregels zeer concreet maken.
Als vrienden maken wij samen een mooie school: 1.
Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik Ik
en mijn houding heb respect voor anderen. vecht niet en maak geen ruzie. scheld niemand uit en gebruik geen bijnamen. draag zorg voor het bezit van anderen. pest niemand en zet ook anderen niet aan tot pesten. schrijf netjes. verzorg mijn schriften. geef thuis onmiddellijk alle brieven en nota's van de school af. luister steeds naar de leerkracht of de begeleider. laat leerkrachten uitpraten wanneer ze in gesprek zijn. groet de volwassenen en kinderen beleefd. laat volwassenen voorgaan.
2. Ik en mijn voorkomen Mijn kledij, schoeisel en haartooi zijn verzorgd en hygiënisch. Hoofddeksels zijn niet toegelaten in de lokalen. Wij komen naar school in schoenen die vast om de voet zitten.
3. Ik Ik Ik Ik Ik
en zorg voor het milieu zorg mee voor een nette school. sorteer het afval en gooi het in de juiste vuilnisbak. draag zorg voor de beplanting op de speelplaats. doe als laatste het licht uit en de deur dicht.
4. Ik en mijn taalgebruik Op school spreek ik steeds Nederlands. Ik verzorg mijn taalgebruik. Volwassenen spreek ik aan met meneer of mevrouw. De leerkrachten noem ik "meester" of "juffrouw" en de directeur spreek ik aan met "directeur". Medeleerlingen spreek ik aan met hun voornaam. Ik gebruik geen krachttermen of scheldwoorden.
5. Ik en mijn schooltaken Ik maak mijn huiswerk met zorg en leer mijn lessen stipt. Ik verzorg steeds mijn geschrift. Wanneer ik dat niet heb kunnen doen, verwittig ik voor de aanvang van de lessen de leerkracht.
2
GLOC
leefregels
Dit kan op volgende wijze: - door een nota van mijn ouders in mijn agenda; - door een briefje van mijn ouders. Ik vul elke dag mijn agenda in en laat hem wekelijks tekenen door één van mijn ouders.
6. Ik en mijn materiaal Ik draag zorg voor mijn kledij en mijn schoolgerei. Ik kaft mijn schriften en boeken netjes. In mijn bank liggen boeken steeds ordelijk geschikt. Op mijn bank leg ik enkel wat ik onmiddellijk nodig heb. In mijn boekentas zit alles netjes bij elkaar en steekt enkel het nodige. Ik zorg ervoor dat ik altijd het nodige schoolgerei mee heb. Mijn boekentas staat op de aangeduide plaats. Mijn fiets staat netjes in de fietsenstalling. Als mijn fiets op school blijft, is hij op slot en staat hij in de fietsenstalling op de kleuterspeelplaats. Ik bezorg verloren voorwerpen aan de leerkracht. Waardevolle spullen zoals: GSM, MP3-speler, spelcomputers, dure juwelen, .. laat ik thuis. Mijn kleren hang ik netjes aan de kapstok. Na schooltijd kom ik geen vergeten materiaal ophalen in de school. Alleen tijdens proefwerken kan hiervan uitzonderlijk afgeweken worden.
7. Ik en spelen op de speelplaats Ik speel sportief en sluit niemand uit. Ik breng geen speelgoed mee naar school dat gevaarlijk is, iets kan beschadigen en/of geweld uitlokt. In de klassen, gangen en toiletruimtes speel ik niet. ’s Morgens zet ik mijn boekentas in de gang netjes tegen de muur. Bij mijn aankomst op school ga ik onmiddellijk op de speelplaats en blijf er tot het belsignaal. Bij het belsignaal stop ik het spel en ga rustig in de rij staan. Ik speel enkel met een lichte bal, lederen voetballen zijn niet toegelaten. Ik speel niet met ballen op de overdekte speelplaatsen of in de binnenruimte. Ik teken niet op muren. Ik klop steeds de bordvegers uit met een regel of lat, nooit tegen de muur. Bij nat weer blijf ik bij voorkeur onder het afdak van de speelplaats. In de zandbak gooi ik niet met zand. Ik speel niet in de zandbak voor een zwembeurt. Ik gebruik het spelmateriaal zoals het hoort en zorg ervoor dat het voor het einde van de speeltijd terug binnen is. Op het einde van de speeltijd rijd ik mijn fiets onder het afdak. Ik speel niet over de rode lijnen. Op woensdag is de speelplaats van de lagere school balvrij. Bij mooi en warm weer ligt mijn jas niet op de grond, maar hangt hij aan de kapstok onder het afdak. Ik zorg ervoor dat mijn schoenen proper zijn voor ik de gangen of de klas betreed. Ik vraag steeds toelating om in de gangen of naar de klas te gaan. Ik houd de speelplaats netjes en doe het afval in de vuilnisbak op de aangeduide plaats. Als ik in de avondbewaking blijf zet ik mijn boekentas netjes tegen de muur.
3
GLOC
leefregels
8. Ik en de toiletten Ik ga naar het toilet tijdens de speeltijd. Ik speel niet in de toiletruimte. Ik mors niet met water. Ik gebruik het toiletpapier oordeelkundig. Het toiletpapier gebruik ik nooit om er mee te spelen. Het toiletpapier hang ik waar het hoort. Het resterende wc-rolletje gooi ik in de papierbak en laat ik niet rondslingeren. Ik spoel de wc na gebruik door en was mijn handen. Ik draai het kraantje dicht na gebruik. Ik droog mijn handen af en gebruik hiervoor 1 doekje.
9. Ik in de refter Bij het belsignaal ga ik onmiddellijk op een rustige manier in rij staan. Mijn boterhammen zitten in een brooddoos, waarop mijn naam duidelijk is vermeld. Ik gebruik geen aluminiumfolie en vershoudfolie. Gevraagde dranken dienen opgedronken te worden. Ik breng geen drankjes mee van thuis om in de refter te gebruiken. Ik heb goede tafelmanieren en kan eten en drinken zonder morsen. Tijdens het eten mag ik een rustig babbeltje slaan met mijn tafelgenoten, doch ik eet voort. Etensresten en papiertjes leg ik netjes in de afvalbakjes. Als ik dranken mag bedelen, zorg ik er voor dat iedereen goed en netjes bediend wordt. Als ik dranken mag bedelen, vul ik de beker max. ¾. Tijdens het eten verlaat ik de refter niet, zonder toestemming van de leerkracht. Als ik klaar ben, verlaat ik rustig de refter. (lagere school) Na het eten leg ik mijn brooddoos in de mand van mijn klas op de speelplaats. De aangeduide leerlingen brengen die mand naar de klas bij het belsignaal.
10. Ik in het documentatiecentrum Eten, drinken en snoepen doe ik hier niet. Gebruikte boeken zet ik netjes terug in de rekken. Ik laat geen krabbelblaadjes en nota’s rondslingeren. Als ik verkleedkleren gebruik, hang/leg ik ze nadien netjes terug in de rekken. Ik gebruik de computers alleen voor schoolwerk. Wanneer ik toch, per ongeluk, op een verkeerde site kom, verwittig ik de leerkracht. Printen mag alleen met toestemming van de leerkracht. Ik sluit de computer af na gebruik. Wanneer ik als laatste het lokaal verlaat, doe ik de lichten uit en sluit ik de deur.
11. Ik in de turnzaal Ik zorg dat mijn turnpak in orde is en in de school. Op elk kledingstuk staat mijn naam. Ik ga in rij naar de kast en neem zelf mijn turnzak zonder anderen te hinderen. Ik kleed mij in stilte om. Ik hang mijn kleren netjes aan één kapstok.
4
GLOC
leefregels
In de turnzaal ga ik in de turnrij staan. Ik draag geen armband, uurwerk, oorbellen, ringen, kettingen of andere juwelen tijdens het turnen. Als ik lange haren heb, bind ik deze samen voor het turnen. Na de turnles steek ik mijn t-shirt en short, netjes opgevouwen samen met mijn turnpantoffels in de turnzak. De turnzak berg ik ordelijk op in het juiste vakje van de kast of leg ik in de juiste bak. Voor elke verlofperiode neem ik mijn turnpak mee naar huis voor een wasbeurt. Vind ik dat mijn turnpak vlugger vuil is, dan vraag ik toestemming aan de leerkracht om het mee te nemen voor een wasbeurt. Ik zorg dat mijn turnpak terug op school is voor de volgende turnles. Eten en drinken doe ik niet in de turnzaal. Schoenen doe ik uit in de turnzaal. Als ik in schoolverband mee doe aan sportactiviteiten draag ik mijn turnpak. Als ik in schoolverband mee doe aan sportactiviteiten gelden de regels van het schoolreglement.
12. Ik in het zwembad Ik zet mijn schoenen in de schoenenkast in de hal. Ik ga naar het toilet voor de zwemles begint, nadien vraag ik toelating aan de leerkracht. Ik gebruik de kleedhokjes zoals aangeduid door de leerkracht (vanaf het 4 de lj. jongens en meisjes apart). Omkleden doe ik rustig en zo vlug mogelijk. Ik douche en gebruik het voetbad voor ik in het zwembad ga. Ik wacht op een teken van de leerkracht om het zwembad te betreden. Ik respecteer de regels in het zwembad: ik loop niet, roep niet,.. Ik draag geen bermuda. Juwelen laat ik die dag thuis. Na de les neem ik weer een douche en gebruik ik het voetbad. Ik droog mij daarna goed af. Zwemmen doen we zonder duikbril. In de derde kleuterklas en het 1ste leerjaar breng ik bandjes mee, tot de leerkracht vind dat ik zonder mag zwemmen. Ik eet niet in het zwembadgebouw. De snoepautomaten gebruik ik niet tijdens een zwembeurt.
13. Ik en toezicht Ik kom 's morgens niet vroeger dan 7.55 u. naar school. Ik (kleuter en lagere schoolkind) speel op de speelplaats van de lagere school tot 8.10u. Daarna speel ik – onder toezicht van een leerkracht- op de speelplaats voor mijn leeftijd. Ik verlaat de eetzaal, de klas, de speelplaats niet zonder de toestemming van de toezichter. Ben ik 15 minuten na de laatste lestijd nog op de speelplaats dan ga ik na het belsignaal in de juiste rij staan: opvangklas of Kikiwikies.
14. Ik Ik Ik Ik Ik
en het verkeer neem steeds de veiligste schoolroute. respecteer de verkeersreglementen. speel niet op straat en houd al mijn aandacht gericht op het verkeer. ben uiterst voorzichtig op de openbare weg.
5
GLOC
leefregels
Ik zorg ervoor dat mijn fiets technisch in orde is. 15. Wat te doen bij ongeval waarbij een kind van onze school betrokken is? Ik verwittig onmiddellijk een volwassene. Ik vertel: - waar het ongeval gebeurd is; - wat er gebeurd is; - wie erbij betrokken is.
16. Wat te doen bij brand? Bij brand verwittig ik zo snel mogelijk een leerkracht. Bij brandalarm verlaat ik onmiddellijk het lokaal. Ik volg de instructies van de leerkrachten: - ik laat al mijn materiaal achter; - als ik de laatste ben, sluit ik de deur achter me; - ik verlaat de lokalen via de uitgangen die we bij de oefening gebruikten; - ik verzamel op de aangeduide en ingeoefende plaatsen.
17. Wat als ik de afspraken niet naleef? Ik krijg een mondelinge opmerking. Ik word een beperkte tijd afgezonderd (onder toezicht ) en / of krijg een taak. Ik krijg een schriftelijke opmerking in mijn agenda die mijn ouders ondertekenen. Ik word naar de directeur gestuurd. De leraar en/of de directeur nemen contact op met mijn ouders en bespreken mijn gedrag. Indien ik de afspraken meermaals niet naleef, kan de directeur een tuchtprocedure starten.
18. Wat als ik denk dat de leraar zich vergist? Ik vraag beleefd aan de leraar of het mogelijk is dat hij zich vergist heeft. Ik bespreek het voorval met de leraar, liefst onmiddellijk of tijdens de daaropvolgende speeltijd. Indien de leraar er niet met mij over wil praten, vraag ik de directeur naar mijn zienswijze te luisteren. Hij zal dan na een gesprek met mij en de leraar een besluit treffen.
Wat niet is geregeld via deze brochure, behoort tot de bevoegdheid van de directeur.
6