In samenwerkingen met
datac e nte rwo r ks | j u n i 2 0 1 0
praktijk
Computerruimte MTV in twee maanden gebouwd koeling
LCP maakt chillers (bijna) overbodig management
Centereo vult behoefte lokaal rekencentrum in
en verder s olcon opent groen datacenter in apeldoorn | lasent bouwt nieuw rekencentrum onvz | juniper telt af voor datacenters | lex coors van interxion over modulair bouwen
Energy Efficient Datacenters Next-generation solutions from Nexans
De uitdaging van iedere Datacenter manager– garanderen van betrouwbaar netwerkverkeer, plannen voor toekomstige migratie en beheer van energieverbruik. Nexans levert betrouwbare infrastructuuroplossingen die migratie naar 40G voorzien en tegelijk energie-efficiënt zijn. Environmental Monitoring and Access
Nexans Cabling Solutions Overschieseweg 317 NL - 3112 NC Schiedam Tel: 010 248 3470 •
[email protected] www.nexans.com/LANsystems
Control (EMAC) en LANsense Intelligent Infrastructure Management geven accuraat en real-time inzicht in het gebruik van uw datacenter infrastructuur.
Global expert in cables and cabling systems
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
‘Overengineeren’
praktijk 14 computerruimte mtv in
27 32
twee maanden gebouwd
solcon opent groen datacenter lasent bouwt rekencentrum onvz
netwerken 08 juniper telt af voor datacenters 11 novell klaar voor de cloud 12 atlantic maakt kosten inzichtelijk koeling 21 lcp maakt chillers (bijna) overbodig
Begin juni had DatacenterDymics – het rondreizende circus voor datacenterprofessionals – voor de eerste keer plaats in België. In Brussel om precies te zijn. De opmerkelijkste presentatie kwam uit een voor mij onverwachte hoek: HP Critical Services. Emea-directeur Ed Ansett viel direct met de deur in huis door op te merken dat hij af wil van de term ‘datacenter’. ‘Het datacenter’ bestaat namelijk niet meer. Volgens de topman zijn er globaal drie typen datacenters ontstaan. Het eerste type is die van de internetprovider; vaak een homogene, high density-omgeving met een lage betrouwbaarheid. “Zij hebben helemaal geen behoefte aan een ups. Hun focus is op energiegebruik.” Het tweede type datacenter is die voor colocatie. Hier komen we heterogene omgevingen tegen met een gemiddelde dichtheid en een gemiddelde betrouwbaarheid. Datacenters met de hoogste betrouwbaarheid komen we volgens Ansett tegen in het enterprisesegment. Het ontwerp is hier vaak Tier 3 of zelfs 4. “Maar er is nooit een rechtvaardiging te vinden voor de investeringen die nodig zijn voor een Tier 4-datacenter.” Waarmee Ansett tegen een ander heilig huisje trapte. Met behulp van enkele berekeningen liet de HP-directeur zien hoe een Tier 3-ontwerp met enkele eenvoudige aanpassingen de beschikbaarheid van een Tier 4-datacenter kan benaderen. Om kort één voorbeeld te geven: door aan een Tier 3-ontwerp automatic static transfer switches (ASTS) toe te voegen stijgt de beschikbaarheid naar 99,99994 % wat zelfs hoger is dan de 99,99977 % van een Tier 4-ontwerp. (Wel blijft de kans op falen groter bij een Tier 3-ontwerp met ASTS, maar een fout kan sneller worden verholpen.) “Maar waarom ontwerpen we een compleet datacenter voor Tier 3 of Tier 4?”, vervolgde Ansett. Hij liet een plaatje zien van een ‘typisch monolitisch Tier 4-datacenter', waarbij opviel dat vooral de technische ruimten die nodig zijn om een datacenter volledig fouttolerant te maken, buitenproportioneel veel ruimte in beslag nemen. “Merk op hoe klein de computerruimte in verhouding is.” Een betere aanpak volgens Ansett is om die computerruimte op te knippen in meerdere stukken die je dan voor verschillende Tier-niveaus kunt ontwerpen, want waarom zou je een niet-kritische webapplicatieserver in een datacenter neerzetten dat volledig Tier 4 is? Volgens hem kun je zo besparen op de technische installaties, waardoor weer ruimte vrij komt voor nieuwe racks. Een goed voorbeeld van niet ‘over-engineeren’. Wat vindt u? Ferry Waterkamp
[email protected]
management 04 centereo vult behoefte lokaal
rekencentrum in
betere efficiëntie
24 eenvoudige maatregelen voor een gebouwtechniek 30 lex coors van interxion over
modulair bouwen
bekabeling 36 nieuwe testmethode voor cat. 6a energievoorziening 38 “goed meten bespaart energiekosten” en verder 39 it room infra 40 productnieuws 45 bicsi 46 column advertentie
Download APC White Paper 4 “Essentiële vereisten voor de elektriciteitsvoorziening voor next generation datacenters” en maak kans om een Samsung Home Theatre te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74423t Tel 0800 020 3244 • Fax 0347 325225 ©2010 Schneider Electric, Alle rechten voorbehouden. Schneider Electric en APC zijn eigendom van Schneider Electric of hun dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren. 998-2601 APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland
Ma n ag e m e nt
Een opgeruimd pakhuis voor computerapparatuur
Centereo vult behoefte lokaal rekencentrum in 4|
datac e nte rwo r ks
Ondertekening van het contract met ICTroom met van links naar rechts Eric Veraart, Chris Galenkamp en Maarten Engelen.
Teus Molenaar is freelance journalist
rond oktober dit jaar is utrecht een carrier neutraal rekencentrum rijker. geschikt voor middelgrote, grote en it-ondernemingen uit en rond de domstad. “mensen vinden het toch prettig om snel bij hun apparatuur te kunnen voor het geval er iets aan de hand is”, verklaart maarten engelen, directeur van centereo, de voorkeur voor een lokaal datacentrum.
|5
Ma n ag e m e nt
Maarten Engelen heeft met Eric Veraart een gedeeld directeurschap over Centereo. “We hebben hiervoor gekozen om er zeker van te zijn dat er altijd iemand is met voldoende kennis van zaken. Bijvoorbeeld als iemand ziek is, of op vakantie”, licht Engelen toe. Hij vertelt dat ze elkaar kennen uit de ict-wereld waarin beiden al jaren werken. Vier jaren geleden hebben ze besloten te gaan samenwerken. De inrichting van een nieuw rekencentrum in Utrecht is de jongste vrucht van die samenwerking. De keus om voor een bedrijf te gaan dat een rekencentrum exploiteert, heeft eveneens zijn wortels in dat ict-verleden. “Wij hebben allebei bedrijven gehad die diensten afnamen van datacentra. Daarbij was het ons opgevallen dat in de rekencentra de racks van klanten door elkaar heen staan, slecht zijn ingericht en dat er spullen op de grond slingeren. Het geheel gaf altijd een slordige indruk”, vertelt Engelen. Bij Centereo – zo is de bedoeling – gaat het er dus heel anders aan toe: de serverracks zullen keurig en strak in het gelid staan. Het vloerbeheer wordt daarmee net zo serieus genomen als het facilitair beheer. Om met Engelen te spreken: ‘een professionele, operationele organisatie’.
sla halen
Een opgeruimd pakhuis voor computerapparatuur, zo zou je het rekencentrum van Centereo kunnen omschrijven. “Er komt natuurlijk wel meer bij kijken”, vult Engelen aan. “Wij zorgen voor de koeling, noodstroomvoorziening en voor de beveiliging. Eigenlijk zijn we een vloerverhuurder. Wel een hoogwaardige vloer, maar om meer gaat het feitelijk niet.” Toch wel: er is nog een aspect dat een rol speelt. “Wij zijn carrier neutraal. Alle carriers mogen en kunnen bij ons binnen komen, afhankelijk van de wensen van de klanten. Op dit moment hebben we natuurlijk nog geen contact met alle carriers, we beginnen met enkele grote aanbieders van netwerkdiensten en glasvezelnetwerken. Maar wij sluiten niemand uit”, stelt Engelen. Hij begint met een rekencentrum van 600 m2 vloeroppervlak. Tijdens het gesprek is nog niet duidelijk waar in Utrecht de toekomstige klanten terecht kunnen. “We hebben wel al een pand op het oog, maar we hebben de onderhandelingen nog niet afgerond. Dat hopen we snel te kunnen doen.”
centraal in het land
Over de naamgeving van hun kersverse bedrijf hebben Engelen en Veraart toch wel een paar uurtjes zitten brainstormen. “Er zijn wel honderden namen de revue gepasseerd. Maar de meeste waren al gekoppeld aan een bestaand bedrijf of ze leken er erg veel op”, legt Engelen uit. “Centereo is in dat rijtje ook genoemd en is op de een of andere manier blijven hangen. Daar hebben we dus uiteindelijk voor gekozen. Het refereert aan centrum en datacenter. Utrecht ligt in het centrum van het land. Maar het is niet alleen voor de stad, maar ook voor de omgeving. Vandaar eo: en omgeving. Dus Centereo.”
6|
Engelen vertelt dat hij op zoek is naar een leegstaand, bestaand gebouw. Met zoveel leegstaande bedrijfspanden zou het ongehoord zijn een geheel nieuw bedrijfspand te laten bouwen. Hij zegt dat kantoorgebouwen evenwel buiten zijn blikveld blijven. “Die kunnen vrijwel nooit de vloerbelasting aan van een rekencentrum. Er zitten nogal zware voorzieningen in een datacenter. Denk aan de noodstroomvoorziening en de koeling. Maar vergeet niet dat een vol rack ook al gauw 1.000 kg weegt. Voor een rekencentrum moet je al gauw rekening houden met een vloerbelasting van 1.500 kg/m2. Bij kantoorgebouwen zit dat meestal op 500 kg/m2. Dat zegt al genoeg.” Hij zoekt dus een bestaande bedrijfshal die zo leeg mogelijk is. En bovendien op een plaats ligt die makkelijk bereikbaar is vanuit de vier windsteken rond Utrecht.
glasvezelverbindingen
Er mag dan tegenwoordig zoveel gevirtualiseerd zijn en er mogen zoveel glasvezelkabels in de grond liggen dat het niet meer uitmaakt waar een rekencentrum staat. Al staat het bij wijze van spreken in Siberië (vanwege de uitmuntende mogelijkheden met luchtkoeling), de klanten weten hun data daar wel te krijgen, houden en manipuleren. Bovendien is het rekencentrum vanuit Nederland te beheren. Toch is er altijd wel een moment dat de systeembeheerder of de beheerder van de infrastructuur bij de fysieke apparatuur moet kunnen om eraan te werken. Dan is Siberië wel erg ver. “Maar zelfs Amsterdam blijkt dan te ver voorbij de horizon te liggen. Ik ken beheerders van hostingbedrijven uit Utrecht die hun apparatuur in een rekencentrum in Amsterdam hebben staan. Dan komt er ’s morgens om acht of half negen een melding van de klant dat er iets mis is. De afgesproken SLA meldt dat een storing binnen een half uur moet zijn opgelost. Probeer jij maar eens via de A2 in de spits binnen een half uur in Amsterdam te komen. Dat gaat dus nooit lukken.” Hiermee is volgens Engelen al meteen het pleit beslecht voor lokale aanwezigheid van rekencentra. “Daar zijn de middelgrote en grote organisaties mee gediend. Wij geven hiermee een sterke impuls voor de Utrechtse IT-sector.” Er speelt volgens hem nog een aspect mee: de prijs die voor gebruik van een glasvezelverbinding op tafel moet worden gelegd. Hoe langer de afstand, hoe hoger de prijs. “Ook al zijn de prijzen de laatste tijd naar beneden gegaan, voor de middelgrote bedrijven zijn ze vaak niet op te brengen, dus houden ze de IT in eigen huis”, meent Engelen. Met Centereo kunnen die organisaties toch beschikken over de mogelijkheden die een datacenter biedt.
modulaire aanpak
Als de onderhandelingen rondkomen en Engelen en Veraart over een bedrijfshal kunnen beschikken, dan gaat ICTroom aan de slag. De twee bedrijven hebben onlangs het contract ondertekend om het regionale rekencentrum gestalte te geven. Eerst zal ICTroom de bedrijfshal leeg moeten halen om er vervolgens een energie-efficiënt rekencentrum te bouwen. Engelen stelt dat energie-efficiëntie een belangrijke voorwaarde is.
datac e nte rwo r ks
Chris Galenkamp, managing director ICTroom Company, stelt: “Centereo had specifieke wensen als het gaat om schaalbaarheid, efficiëntie en beschikbare capaciteit. Onze experts hebben een aantal unieke concepten voor realisatie van dit innovatieve datacentrum ontwikkeld.” Door te kiezen voor vergaande modulariteit beschikt Centereo straks over een rekencentrum dat flexibel is in te richten. Engelen wil nog even zijn positie in het IT-landschap van Utrecht en omgeving specificeren. “Wij bieden een carrier neutraal rekencentrum. Meer niet. De klanten zetten zelf hun apparatuur neer en die beheren ze ook zelf. Die klanten kunnen dan ondernemingen zijn die hun eigen serverpark in de veilige en energie-efficiënte ruimte van Centereo willen plaatsen, maar natuurlijk ook hostingbedrijven die vanuit ons rekencentrum hun klanten bedienen.”
ook een soort Gouden Gids voor ict-diensten vanuit onze ervaring met bedrijven in deze sector.” Hiermee geeft Engelen aan veel te verwachten van cloud computing. “Voor organisaties is het prettig dat zij naar behoeven IT-diensten kunnen afnemen zonder investeringen vooraf en op abonnementbasis. Wij kunnen dan aangeven bij wie zij daarvoor terecht kunnen en welke ervaringen met die bedrijven bestaan.Voor hen maakt het niet uit waar die diensten vandaan komen, als ze de afspraken maar nakomen. Maar uiteindelijk draaien al die diensten toch op fysieke apparatuur. En die machines kunnen mooi bij ons veilig en keurig in het gelid staan opgesteld.”
gouden gids
“Natuurlijk zullen wij onze klanten aangeven bij wie zij terecht kunnen voor bepaalde diensten, zoals beheer of een bepaalde applicatie, maar wij gaan dat niet zelf doen.”
Hij benadrukt de rollen strikt gescheiden te willen houden en zich niet in het vaarwater van zijn klanten wil begeven. “Natuurlijk zullen wij onze klanten aangeven bij wie zij terecht kunnen voor bepaalde diensten, zoals beheer of een bepaalde applicatie, maar wij gaan dat niet zelf doen. Daarmee geven we ook invulling aan de rol die we willen spelen binnen Utrecht: niet alleen de aanbieder van computerruimten, maar
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ●
[email protected]
Netwerken
Juniper telt af voor datacenters
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
“Tijd voor een fundamentele wijziging” juniper networks heeft met een reeks productaankondigingen verder invulling gegeven aan zijn ‘nieuwe netwerk voor het datacenter’ dat vorig jaar oktober al werd aangekondigd. een nieuwe architectuur en nieuwe hardware en software moeten het datacenternetwerk vereenvoudigen, automatiseren en beveiligen. “De huidige datacenternetwerken zijn niet schaalbaar genoeg om de voordelen van een gevirtualiseerd datacenter optimaal te kunnen benutten”, vertelde Junipers CEO Kevin Johnson tijdens een persconferentie in Sunnyvale
CEO Kevin Johnson van Juniper Networks: “De huidige datacenternetwerken zijn niet schaalbaar genoeg om de voordelen van een gevirtualiseerd datacenter optimaal te benutten.”
in de Amerikaanse staat Californië. Die schaalbaarheid is volgens de topman wel nodig nu steeds meer zaken als desktopapplicaties en zelfs complete desktops worden verplaatst naar het datacenter. “Veel legacy-netwerken zijn opgebouwd uit drie switchinglagen, waardoor 50 % van de poorten op de switches in contact staat met andere switches”, vervolgde hij. “Dit zorgt voor vertragingen en veel bandbreedte gaat hieraan verloren.” Mike Banic, vicepresident enterprise marketing bij Juniper, vergeleek de huidige datacenternetwerken met een vlucht van New York naar Las Vegas waarbij je vijf keer moet overstappen.Volgens Johnson is een nieuwe aanpak nodig om ervoor te zorgen dat het netwerk het gevirtualiseerde datacenter ondersteunt. “Het is tijd voor een fundamentele wijziging in het datacenter. De traditionele benadering van het toevoegen van hardware en steeds meer lagen is gunstig voor legacy-leveranciers. Voor klanten leidt dit tot meer kosten en complexiteit.”
3-2-1
De netwerkfabrikant verkondigt overigens al enkele jaren dat het datacenternetwerk eenvou8|
diger moet. Hij maakt zijn plannen nu concreet met de introductie van een nieuwe strategie, genaamd de ‘3-2-1’-datacenterarchitectuur. De cijfers slaan op het aantal switchinglagen in het datacenter, waarbij Juniper nu de stap maakt van drie naar twee. Door de Virtual Chassisfabrictechniek in te zetten in de toegangslaag zorgt het bedrijf ervoor dat aggregatie niet langer nodig is. De 3-2-1-architectuur wordt ondersteund door nieuwe routers en 10 Gb ethernet-switches, waaronder de Junos-gebaseerde EX4500 10 Gb ethernet-switch. De EX4500-switch ondersteunt tot 48 10GE-interfaces en zal naar verwachting begin 2011 de Virtual Chassistechniek ondersteunen en kan dan in hetzelfde chassis samenwerken met de bestaande EX4200-switches, waardoor klanten 1GE- en 10GE-apparatuur binnen dezelfde fabric kunnen combineren. Daarnaast voegt Juniper nieuwe 10GE-lijnkaarten toe aan de EX8200. Deze EX8200-40XSlijnkaarten zijn naar verwachting vanaf het derde kwartaal van 2010 beschikbaar en brengen 10GE naar de toegangslaag voor end-ofrowconfiguraties.Vanaf begin 2011 ondersteunt
datac e nte rwo r ks
Juniper roept op tot een fundamentele verandering van datacenternetwerken.
de EX8200 Virtual Chassis. Het helpt Juniperklanten bij het consolideren van apparatuur, verbindingen en architectuurlagen in datacenter- en campusomgevingen. De EX8200 biedt met de nieuwe 40-poortslijnkaart en Virtual Chassis één fabric met meer dan 1.200 10GEpoorten. Ook breidt de netwerkfabrikant het portfolio uit met de MX80 3D-router. Hiermee kunnen kleinere datacenters en vestigingen op afstand services tot acht keer sneller leveren, zo belooft Juniper.
project stratus
De volgende stap in de 3-2-1-architectuur wordt volgend jaar gezet met de Project Stratus-fabric. Onder de codenaam ‘Stratus’ werkt het bedrijf al ruim twee jaar aan een soort superswitch. Stratus moet een logische switch opleveren die tot tienduizenden poorten kan verbinden en die zorgt voor een platte infrastructuur, waarbij switches niet met elkaar zijn verbonden. Overigens zijn nog wel altijd meerdere switches nodig om die ene superswitch te creëren. De software zorgt ervoor dat de switches naar de beheerder toe als één apparaat worden gepresenteerd.
Daarnaast kondigde Juniper nieuwe software en diensten aan voor de automatisering van datacenternetwerken. De nieuwe applicaties zijn gebaseerd op Junos Space. Het bedrijf lanceerde dit eerste open ontwikkel- en gebruiksplatform voor netwerkapplicaties in oktober 2009. Junos Space stelt klanten en externe ontwikkelaars in staat gespecialiseerde applicaties te bouwen, die het netwerkgebruik vereenvoudigen, de support automatiseren en de dienstverlening versnellen.
inzet van beveiligingspolicies en ‘Service now with service insight’ dat zorgt voor snelle en proactieve detectie en diagnose, en het oplossen van netwerkproblemen. Om Virtual Control mogelijk te maken, werkt Juniper samen met VMware.
nieuwe applicaties
Een nieuwe Junos Space-appplicatie is Juniper Ethernet Design. Deze beheerapplicatie maakt het mogelijk een datacenter- of campusnetwerk groter of kleiner te maken naar gelang de behoefte. De oplossing omvat automatische configuratie, visualisatie, monitoring, beheer en bescherming van grootschalige switch- en routernetwerken. Daarnaast introduceert Juniper nog drie andere applicaties op basis van het Junos Space-platform:Virtual Control-software voor het beheer van fysieke en virtuele systemen vanuit een gemeenschappelijk orkestratieplatform, Security Design-software voor de snelle configuratie en
De volgende stap in de 3-2-1-architectuur wordt volgend jaar gezet met de Project Stratus-fabric. |9
Word lid van DatacenterWorks mail uw persoonsgegevens naar
[email protected] en ontvang het magazine datacenterworks gratis
Netwerken
datac e nte rwo r ks
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
na een afwezigheid van vijf jaar was de gebruikersconferentie novell brainshare van 19 tot en met 21 mei terug op europese bodem. waar eerdere europese evenementen van novell veelal plaatshadden in barcelona, werd ditmaal gekozen voor de passenger terminal amsterdam. Ronald de Jong van Novell: “Het kost nogal moeite klanten uit te leggen wat de cloud precies inhoudt.”
BrainShare in Amsterdam
Klaar voor de cloud Het belangrijkste nieuws van de gebruikersconferentie Novell BrainShare in Amsterdam was de onthulling van Identity Manager 4, een identiteits- en toegangsbeheer in fysieke, virtuele en cloudomgevingen. De nieuwe versie wordt door Novell gekenmerkt als ‘cloud-ready’. Dit houdt in dat Novell Identity Manager 4 in cloudomgevingen moet zorgen voor het veiligheidsniveau dat we gewend zijn in het datacenter. Ook zorgt de software voor zaken als uniforme policies en provisioning naar SaaS-applicaties, zoals Salesforce.com en Google Apps en de reporting daarop.
2 % in de cloud
Hoewel tijdens de gebruikersconferentie veel aandacht uitging naar de cloud, was er ook de nuchtere constatering dat de realiteit achterloopt op de hype. Of zoals Novells Chief Marketing Officer John Dragoon het verwoordde: “99 % van de gesprekken speelt zich af in de cloud, maar 98 % van de IT-workload
is dat niet.” Volgens Dragoon is momenteel slechts 2 % van de ‘enterprise IT-workloads’ in de cloud geplaatst. 82 % draait nog altijd fysiek op servers en 16 % is inmiddels gevirtualiseerd. In 2015 zal nog maar 35 % fysiek op servers draaien, 45 % zijn gevirtualiseerd en zal 20 % naar de cloud zijn verplaatst.
hybride model
“Het kost nogal moeite klanten uit te leggen wat de cloud precies inhoudt”, zegt Ronald de Jong, bij Novell vicepresident Data Center voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika. “De cloud is nogal een breed begrip.” En hij vervolgt zijn verhaal: “Als je naar de cloud gaat, wil dat niet zeggen dat je meteen alles bij Amazon neerzet.Wij geloven meer in een hybride model waarbij je sommige zaken bij Google of Amazon neerzet, sommige zaken bij een hostingpartner en sommige zaken fysiek op je eigen servers laat staan. In het geval van een private cloud bied je dat geheel veilig en alleen aan je eigen werknemers aan.”
“Als je naar de cloud gaat, wil dat niet zeggen dat je meteen alles bij Amazon neerzet.” |11
Netwerken
Project Atlantic maakt kosten IT inzichtelijk
Novell bouwt private clouds Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
novell demonstreerde tijdens zijn gebruikersconferentie brainshare in amsterdam een nieuw gereedschap voor de bouw en het beheer van private clouds. novell cloud manager is momenteel in bèta en moet in september algemeen beschikbaar komen.
In de terminologie van Novell is een public cloud een schaalbare en ‘elastische’ IT-omgeving die over verschillende datacenters kan zijn verdeeld. De netwerkgebruikers betalen voor IT op basis van gebruik en kunnen ook exact de hoeveelheid afnemen die ze nodig hebben. Dat afnemen van IT verloopt via een
selfservice-portal. Een ander kenmerk van een private cloud is volgens het bedrijf het gebruik van open internetprotocollen die kunnen worden aangepast en waarmee een ‘lockin’ wordt voorkomen. Veel bedrijven worstelen met de vraag hoe de stap te maken van een deels gevirtualiseerde
omgeving naar een private cloud. “Private clouds zijn nog met te veel vraagtekens om geven”, zegt Benjamin Grubin, Novells solution manager, tijdens een interview met Data centerWorks. “Hoe is bijvoorbeeld de beveiliging geregeld, wie beheert de data en hoe voorkom ik dat ik afhankelijk word van een enkele partij? Dat zijn lastige vragen die nog niet zijn beantwoord.”
kosten inzichtelijk
Dashboard van Novell Cloud Manager.
12 |
Binnen Project Atlantic werkt Novell momenteel aan Cloud Manager, een nieuwe tool die bedrijven helpt bij het bouwen en beheren van een dergelijke omgeving. “Cloud Manager helpt bij het definiëren van wat je als IT-afdeling te bieden hebt, bij het bouwen van de webportal voor de gebruikers en bij de provisioning en het beheer van de workload”, legt Grubin uit. Daarbij kan worden bepaald wie waar gebruik van maakt en voor hoe lang. De software zal zich nog verder ontwikkelen en uiteindelijk intelligent genoeg zijn om te bepalen in welk datacenter een bepaalde applicatie moet worden uitgerold en zal ook workloads kunnen verplaatsen tussen datacenters. Hij noemt als groot voordeel dat weer inzich-
datac e nte rwo r ks
Benjamin Grubin, solution manager van Novell
telijk wordt gemaakt wat werkelijk de kosten zijn van IT, tot op het niveau van de bekabeling en de koeling. “In de virtuele wereld was het ineens niet meer nodig servers, storage en infrastructuur te regelen. Daarmee is ook het inzicht in wat bandbreedte, koeling en storage kost verloren gegaan. Het creëren van een virtuele machine leek gratis, wat een virtuele wildgroei tot gevolg heeft gehad.Voordat je er erg in had, zat je virtuele omgeving vol!” Grubin vervolgt: “Met de tool gaan we de dingen weer in perspectief brengen.” Zo is het mogelijk in Cloud Manager mensen aan te wijzen die hun goedkeuring moeten geven aan een uitgave. Ook het ‘pay-per-use’-model van private clouds maakt de kosten van IT inzichtelijk. “Het is cruciaal dat je een prijskaartje hangt aan IT. Als je weet wat het kost, kun je ook rationele beslissingen maken.”
slag naar virtueel
Met de software richt Novell zich op de bedrijven die zo'n 10 tot 20 % van de ‘workload’ hebben gevirtualiseerd en graag de stap willen maken naar een private cloud, maar moeite hebben om de virtualisatie verder door te
voeren. “Het is lastig door die grens van 20 % te breken”, zegt Grubin. “Na die eerste 20 % krijg je te maken met bedrijfsapplicaties waarbij je de server niet zes uur lang offline kunt halen.” Voor het live migreren van fysiek naar virtueel heeft Novell tools als PlateSpin Migrate beschikbaar. Als de virtualisatieslag eenmaal verder is doorgevoerd kan met Cloud Manager een private cloud worden opgebouwd. De nieuwe tool komt op 13 september op de markt, maar is vanaf 25 april al beperkt beschikbaar via een ‘early access’-programma. Aan dit programma doen vooral grote bedrijven mee, maar ook enkele serviceproviders. “Onder andere hostingprovider ACS gebruikt Cloud Manager om clouddiensten te kunnen leveren aan zijn klanten”, licht hij toe. Hoewel de software primair is bedoeld om private clouds te bouwen, verwacht Grubin dat deze uiteindelijk ook zijn toepassing zal vinden binnen public clouds. “De private cloud is het opstapje naar de public cloud. De stap naar de public cloud wordt makkelijker als je intern je policies en procedures op orde hebt.”
“Cloud Manager helpt bij het definiëren van wat je als IT-afdeling te bieden hebt, bij het bouwen van de webportal voor de gebruikers en bij de provisioning en het beheer van de workload.”
Toch denkt hij niet dat Cloud Manager direct al op grote schaal zal worden ingezet voor public clouds. “Waar de private cloud nu volwassen begint te worden, is de public cloud nog vooral een hype. En waar de private cloud een evolutie is van virtualisatie, is de public cloud veel meer een filosofische verschuiving. Je gaat je data daadwerkelijk bij een derde partij neerzetten. Dat heeft implicaties die doorgaans helemaal niet technisch van aard zijn.” Volgens Grubin gaat het nog wel tien tot vijftien jaar duren voordat bedrijven echt de stap maken naar public clouds. Tot die tijd vullen private clouds het gat op.
“Onder andere hostingprovider ACS gebruikt Cloud Manager om clouddiensten te kunnen leveren aan zijn klanten.” | 13
P ra kti j k
Paul Matthijsse is freelance journalist
televisiestation mtv networks heeft in mei jongstleden een nieuwe computerruimte in amsterdam in gebruik genomen, van waaruit de uitzendingen voor een deel van europa gaan worden verzorgd. deze ruimte is door systeemintegrator all it rooms en industrieel dienstverlener koning & hartman ontworpen en geplaatst. opmerkelijk is dat beide partijen in staat zijn gebleken een en ander binnen slechts twee maanden op te leveren!
In slechts twee maanden gebouwd
Nieuwe computerruimte MTV Networks De nieuwe ruimte van MTV in Amterdam is opgebouwd rond de serverkabinetten van het Duitse bedrijf Schroff, die voorzien zijn van een innovatief koelsysteem. Hierdoor is MTV in staat meer servers in dezelfde ruimte te plaatsen, terwijl de koeling minder hard hoeft te werken dan in vergelijkbare opstellingen. Volgens Koning & Hartman (K&H) gaat het hier om een uniek concept.
televisieknooppunt
De Amsterdamse vestiging van MTV Networks is door de Britse moederorganisatie enige tijd geleden aangewezen als nieuw tele-
“Het was van groot belang de juiste afspraken te maken, zodat iedereen zich kon conformeren aan de zeer strakke planning.” 14 |
visieknooppunt voor digitale televisie, dat samen met het oorspronkelijke knooppunt in Londen alle Europese uitzendingen van de verschillende MTV-kanalen gaat verzorgen. Amsterdam zal zich hierbij voornamelijk concentreren op het noordelijke deel van Europa, hoewel ook de uitzendingen voor Zuid-Afrika vanuit Amsterdam zullen worden aangestuurd. Dit nieuwe businessplan betekende echter wel dat MTV Amsterdam een nieuwe computerruimte moest bouwen, omdat de capaciteit van het bestaande rekencentrum onvoldoende was. En zoals altijd moest dat snel worden gerealiseerd. Dus nam Bob Ahlers van MTV Amsterdam contact op met diverse partners met de vraag of zij binnen een tijdsbestek van maximaal twee maanden een nieuwe computerruimte voor 29 racks konden leveren. Een van die partners was K&H, dat eerder al een computerruimte voor MTV Amsterdam had opgeleverd. K&H nam vervolgens contact op met computerruimtebouwer All IT Rooms. Na besprekingen en de nodige berekeningen legden beide partijen een plan van
aanpak bij MTV op tafel, met de garantie dat de ruimte binnen twee maanden operationeel kon zijn. Omdat geen enkele andere partij zich kon of wilde vastprikken op die twee maanden, kregen K&H en All IT Rooms de opdracht toegewezen.
visuele uitstraling
Bob Ahlers, broadcast technology supervisor bij MTV North Media Center, zoals de Amsterdamse vestiging voluit heet, licht een en ander toe. “Na onze verhuizing in 2007 van Bussum naar Amsterdam had Koning & Hartman ons al geholpen een computerruimte in te richten. Dat was op basis van de serverkabinetten van Schroff. Naast de vereiste functionaliteit hebben deze kasten ook een visueel aantrekkelijke uitstraling, die goed past bij de look & feel van een jong en modern bedrijf als MTV. Samen met de technici van Schroff hebben we die ruimte ingedeeld en ik moet zeggen dat die mensen heel flexibel waren. Elke wens die we op tafel legden, werd zonder problemen gehonoreerd. Zo bleek het geen enkel probleem om het MTV-logo op de zij-
datac e nte rwo r ks
1. Dynamic Free Cooling van Stulz Airconditioning.
mtv
In Nederland kunnen ongeveer zeven miljoen huishoudens de uitzendingen van MTV ontvangen: TMF, Nickelodeon en Comedy Central, én MTV natuurlijk. MTV Networks Nederland heeft verder nog de digitale zenders MTV Brand New, TMF NL, TMF Dance,TMF Pure, Nick Jr., Nick Toon, Nick Hits en Comedy Central Family in zijn portfolio. Daarnaast worden de mobiele tv-kanalen MTV Music en MTV Snax via umts aangeboden en kun je MTV Music en Nick Toons mobiel via DVB-H ontvangen.Tot slot heeft MTV Networks een on-demand webservice onder de naam MTV Overdrive.
| 15
P ra kti j k
verzorgd door APC, branddetectie en -melding, een blusinstallatie, een installatievloer en databekabeling. We hebben in totaal drie cubes die elk bestaan uit acht racks met verhoogde vloer geplaatst. Daarnaast zijn er in de ruimte nog een vijftal racks, geplaatst die geen onderdeel uitmaken van de cubes.” MTV stelde speciale eisen aan de vloer. De constructie van vloer moest zodanig zijn dat deze regelmatig en gemakkelijk kon worden geopend en gesloten om extra bekabeling te plaatsen. Vanwege het benodigde draagvermogen van de vloer is gekozen voor een installatievloer die is gebaseerd op stalen frames onder de vloer. Deze zijn aangepast om aan de eisen van MTV te voldoen. Die moderne cubes zijn uiterst efficiënt en gebruiken aantoonbaar veel minder energie, iedereen vraagt daar op dit moment dan ook om. “Nog aardig om te melden is dat de nieuwe computerruimte bij MTV Amsterdam het eerste project van Schroff in Nederland is met deze nieuwe cubes. All IT Rooms is het eerste bedrijf in Nederland dat een Platinum Partnership met Koning & Hartman heeft afgesloten voor de Schroff-datacenterproducten”, vertelt Kok. Voor het realiseren van de koeling is Stulz ingeschakeld om de koudwatermachines te plaatsen en het leidingwerk aan te leggen. Het leidingwerk moest door de Super Nick studio worden aangelegd, de planning hiervoor moest natuurlijk worden afgestemd op de geplande uitzendingen van Super Nick die wekelijks plaatshebben.
kant van de kabinetten geplaatst te krijgen. Vandaar dat we bij MTV voor de nieuwe ruimte die nu moest worden gebouwd, nadrukkelijk weer de kasten van Schroff wilden gebruiken.” John Vink, senior productmanager industrial electronics bij K&H, herinnert zich het eerste telefoontje van MTV nog goed. “In twee maanden tijd zo’n ruimte operationeel krijgen, dat is natuurlijk wel erg krap! Maar na overleg met Ronald Kok van All IT Rooms, zagen we toch mogelijkheden om dit te realiseren. Het plan van aanpak dat onze partner vervolgens op tafel legde, heeft ook MTV overtuigd van de haalbaarheid van dit project.Vandaar dat wij die opdracht binnen konden slepen. All IT Rooms heeft vervolgens het hele projectmanagement en de bouw op zich genomen. Koning & Hartman heeft zich vooral op de racks en de koeling geconcentreerd.”
snel schakelen
Ook Ronald Kok, directeur van All IT Rooms, geeft aan dat twee maanden bouwtijd bepaald krap was, 'ook al omdat het ontwerp van de nieuwe computerruimte door ons in dezelfde periode moest worden gemaakt’. “Maar door een goede coördinatie zijn we er toch uitgekomen. Als hoofdaannemer zijn wij en onze partners gewend snel te kunnen schakelen. Het was van groot belang de juiste afspraken te maken, zodat iedereen zich kon conformeren aan de zeer strakke planning. MTV stelde zich tijdens het hele traject ook bijzonder pragmatisch en professioneel op: was er een probleem, dan losten we dat gezamenlijk zo snel en praktisch mogelijk op. Dat betekent dat je ook snel moet kunnen schakelen als de eisen van de klant veranderen, en dat gebeurde tijdens de bouw uiteraard een aantal malen. Flexibel zijn is hier echt het toverwoord.” Er is in die twee maanden door iedereen keihard gewerkt, soms onder hectische omstandigheden. “Met als resultaat dat we hebben geleverd wat we hadden beloofd”, stelt Kok. “All IT Rooms heeft de complete bouw van de computerruimte op zich genomen als hoofdaannemer, inclusief het elektrotechnische gedeelte, de noodstroomvoorziening die werd 16 |
2.
“De warmtewisselaars in de kabinetten worden rechtstreeks gevoed met koud water, waardoor op een conventionele ruimtekoeling kan worden bespaard.”
uitzendstraat
Ahlers legt uit waarvoor deze nieuwe computerruimte precies gaat worden gebruikt. “Tot dusver gebruikten we de oude serverruimte om achttien tv-kanalen lokaal aan te bieden [in uitzendjargon staat lokaal voor nationaal, red.]. Maar door een grote upgrade in onze uitzendstraat, geïnitieerd door Londen, gaan we nu ook over de grens. Dat is zowel strategisch als financieel erg interessant. MTV Amsterdam is daarom omgedoopt in MTV North Media Center en we gaan nu ook de uitzendingen voor Noord-Europa verzorgen. Dat moet je
datac e nte rwo r ks
niet te nauw opvatten, want Zuid-Afrika valt daar ook onder! Deze nieuwe taken betekenen wel dat we meer IT-capaciteit nodig hebben, vandaar dat we met Koning & Hartman en All IT Rooms in zee zijn gegaan. Zij hebben de nieuwe ruimte opgeleverd en wij gaan die gebruiken om de internationale uitzendingen te verzorgen. De nieuwe apparatuur wordt gebruikt om digitale tv-uitzendingen te produceren, die dus uiteindelijk als videobestanden terechtkomen op onze harde schijven om te worden gedistribueerd. Die sturen we naar een centraal punt in Hilversum, naar het Audiovisueel Mediacentrum (AVMC) van KPN Broadcast.Van daaruit worden ze verspreid naar de verschillende targetlanden.” Ahlers vervolgt: “Het nieuwe systeem is gebaseerd op cubes – ook wel containments genoemd – en de techniek daarvan is echt heel fraai. In elke cube wordt de door de servers afgegeven warmte opgesloten in een warme gang tussen de kabinetten, voorzien van plafondafdekkingen en schuifdeuren. De warme lucht wordt door de zogenoemde in-kabinetkoelers afgezogen en gekoeld weer aangeboden aan de voorzijde van de servers. De warmtewisselaars in de kabinetten worden rechtstreeks gevoed met koud water, waardoor op een conventionele ruimtekoeling kan worden bespaard. Dit blijkt uitstekend te werken. We hebben hierdoor een veel hoger rendement, dat zich uiteraard vertaalt in een lagere energierekening.”
nieuwe inzichten
Vink vult aan: “Toen we in 2007 de eerste computerruimte voor MTV bouwden, waren de inzichten in klimaatbeheersing nog heel anders dan nu. Dat was toen een niet-afgesloten koudegangopstelling. Hoewel dat op dat moment ook een hightechoplossing was, pakken we de zaken tegenwoordig heel anders aan.Wat we nu samen met All IT Rooms hebben neergezet, is een warmegangopstelling met additionele warmtewisselaars in een aantal kabinetten. In een slechts 800 mm breed kabinet is de warmtewisselaar geïntegreerd. Dit is een technisch hoogstandje van Schroff, waardoor we uiteindelijk meer servers per vierkante meter
getest met kachels
“Maar wat nog belangrijker is”, vervolgt Vink,“is dat het hier om een schaalbare koeling gaat. Voordat MTV de ruimte in gebruik nam, hebben we het koelsysteem uitgebreid getest. Daartoe hebben we kachels in plaats van servers in de cubes geplaatst en de temperatuur van de verschillende luchtstromen gemeten. Ook hebben we uiteraard gekeken naar hoe hard de koeling moest werken om een gezonde bedrijfstemperatuur in stand te houden. Dat verliep allemaal zoals berekend. Maar het aardige is dat we die kachels ook een stuk hebben opgestookt om een simulatie te maken van een situatie waarin meer serverracks zijn geplaatst dan nu. Zo konden we als het ware drie jaar in de toekomst kijken en kon MTV constateren dat ook na een eventuele uitbreiding van het serverpark de koelhuishouding volledig overeind blijft! Dit is dus echt een schaalbare koeling en dus kom je niet voor de situatie te staan dat je niet meer kunt uit breiden, omdat je koeling aan z’n maximale capaciteit zit.” kunnen plaatsen. Elk gekoeld kabinet is een Schroff Varistar LHX met zes ventilatoren. Hiermee kunnen we tot 40 kW per kabinet koelen met een standaarduitrusting. De afge zogen warme lucht wordt door een warmtewisselaar – een AWHE (air-water heat exchanger) – gehaald en het systeem rekent dan zelf uit hoeveel koud water er in de warmtewisselaar moet worden gepompt om de temperatuur constant op bijvoorbeeld 21 °C te houden. Bovendien past het toerental van de ventilatoren zich aan de warmtelast aan. Dit betekent dat we hier, in tegenstelling tot andere systemen die bijvoorbeeld alles ‘hard’ naar standaard 18 °C koelen, veel flexibeler zijn. De externe chiller (waterkoeler, red.) wordt enkel maar belast voor de hoeveelheid koelwater die de installatie op dat moment echt nodig heeft. De genoemde 21 °C voldoet dankzij dit ingenieuze koelsysteem in de meeste gevallen uitstekend en dat zie je uiteraard direct terug op je energierekening. In totaal hebben we hier per cube vier van deze LHX-units geplaatst, zodat zowel redundantie als uitbreidbaarheid zijn gewaarborgd.”
koelen volgens schroff
De Varistar LHX-lijn van Schroff is voorzien van een innovatief koelsysteem dat gebaseerd is op waterkoeling. Een en ander is ontworpen onder leiding van de Pool Adam Pawlowski, die sinds 2005 bij Schroff de functie van productmanager klimaatbeheersing bekleedt. Pawlowski, oorspronkelijk aan de Technische Universiteit van Warschau afgestudeerd op het gebied van vliegtuigmotoren en verbrandingsprocessen, heeft bij Schroff stap voor stap het denken over koeling in een computerruimte geoptimaliseerd. Vanuit de traditionele luchtkoeling met ventilatoren, via geperforeerde deuren in een koudegangopstelling is hij uitgekomen op actieve koeling door warmtewisselaars die in het kabinet zijn geïntegreerd. De compacte bouwvorm met ingebouwde intelligentie maakt het mogelijk de kabinetten standalone in compacte installaties in te zetten, of als bouwsteen met additionele koeling in koude- of warmegangopstellingen toe te passen.
|17
Advertorial
De cloud als
veilige haven In de discussie in de IT-markt rondom cloud computing speelt veiligheid een grote rol. Vooral bedrijven waarvan de corebusiness een hoge mate aan complexiteit of gevoelige informatie omvat, zouden alles wat ‘cloud’ heet voorlopig nog moeten mijden. “Onzin”, vinden Alexandra Schless, algemeen directeur van TelecityGroup Nederland, en Rogier Hof, commercieel directeur van IT-dienstverlener Bitbrains. “Betrouwbaarheid van de cloud staat of valt met de partij die het invult. Bij de juiste aanbieder van clouddiensten, die zelf ook weer met de juiste ketenpartners werkt, is de cloud net zo veilig als, zo niet veiliger dan wat bedrijven intern doen. Duidelijke SLA’s en volledige transparantie over wie wat doet zijn wel essentieel. Daarmee weten klanten wat ze van je mogen verwachten en kunnen ze erop vertrouwen dat je ook in staat bent om aan die verwachting te voldoen.”
Deze gedeelde ‘bloedgroep’ van bedrijven vormde de basis voor de huidige nauwe samenwerking. Alexandra Schless: “Managed services of cloud services zijn niets anders dan een optelsom van een aantal schakels die bepaalde activiteiten voor hun rekening nemen. Je kan die keten overigens het beste opbouwen uit specialisten aangezien de technologie in deze branche zo snel verandert dat het onmogelijk is om op alle gebieden de beste te blijven. Omdat de verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de keten bij de partners zelf ligt, moet je eerlijk de vinger op eventuele pijnpun-
TelecityGroup Nederland en Bitbrains verken-
ten kunnen leggen. Dan weet je precies wat je
nen sinds kort samen de cloudmarkt. Bitbrains
aan de ander hebt en kan je dat ook aan de
levert kwalitatief hoogwaardige hostingdien-
klant uitleggen. Goede ketenpartners fungeren
sten. Het bedrijf beschikt over een team van
als verlengde van elkaars sales- en enginee-
deskundige engineers die geen IT-uitdaging te
ringsteams. Dat hebben wij nu al in diverse pro-
groot vinden. Ze worden regelmatig door ge-
jecten mogen ervaren.” Rogier Hof voegt toe:
renommeerde bedrijven, veelal in de financiële
“Onze klanten delen ook kenmerken. Het zijn
sector, ingeschakeld. Bitbrains beschikt over
stuk voor stuk veeleisende bedrijven die geen
een hoogwaardige IT-infrastructuur. Samen
concessie willen of mogen doen op kwaliteit.
met de klant ontworpen oplossingen worden
Samen met TelecityGroup hosten we bijvoor-
middels een proof-of-concept direct getest.
beeld al diverse ‘mission critical’-systemen in de
Klanten kunnen hosting afnemen als ‘capacity
financiële wereld.”
on demand’ of als ‘managed services’, waarbij Bitbrains ook zorg draagt voor de applica-
Hoe Bitbrains er samen met TelecityGroup in
ties, de database en het besturingssysteem en
slaagt te doen wat veel andere nog niet eens
daarover de ketenverantwoordelijkheid neemt.
durven voor te stellen? Alexandra Schless: “Gedetailleerde SLA’s en 100 procent transparantie
Het platform is ondergebracht bij de diverse datacenters van TelecityGroup dat als premium
werd direct gestart met mogelijkheden om te
zijn de sleutel. Via rondleidingen in ons data-
datacenterprovider zorgt voor het hoogste ni-
verbeteren, waarbij nadrukkelijk werd gekeken
center laten we gewoon zien hoe we cruciale
veau aan beschikbaarheid, fysieke veiligheid en
naar datacenterfaciliteiten. Rogier Hof: “Het
zaken als beschikbaarheid, performance en vei-
energie-efficiënte koeling.
nieuwe datacenter moest in ieder geval meer-
ligheid hebben geregeld.” Ook Bitbrains houdt
dere carriers aanbieden, eenvoudig toegang tot
van tastbare bewijzen. Rogier Hof: “Wij begin-
De relatie tussen de Nederlandse vestiging
meerdere locaties hebben en onze ambitieuze
nen eigenlijk altijd met een ‘proof of concept’,
van de Europese datacenterleverancier en de
groeiplannen faciliteren door een concreet ca-
zoals recent een nieuwe IT-omgeving met meer
IT-dienstverlener kwam tot stand in 2006. Het
paciteitsplan. Bij TelecityGroup was de klik met-
dan 25 systemen voor een internationale han-
jaar daarvoor stootte een internationale bank
een goed. TelecityGroup beschikt over dezelfde
delssite. We hebben deze full-loadproductie op
haar internettak af. Het team dat verantwoor-
intrinsieke kernkwaliteiten als Bitbrains: veilig-
ons platform laten draaien en de klant uitge-
delijk was voor de hosting kon de dienstverle-
heid, continu beschikbare diensten en schaal-
daagd om ons systeem zo grondig mogelijk te
ning overnemen, wat leidde tot Bitbrains. Er
baarheid.”
testen. Sommige klanten kiezen voor audits of
penetratietests door hackbedrijven. Zodra ze overtuigd zijn van de werkende en goed beveiligde oplossing, zetten we de ‘proof of concept’ eenvoudig om naar productie. Door de concrete en heldere aanpak is cloudinfrastructuur helemaal geen issue.” Tot slot maken Bitbrains en TelecityGroup korte metten met de opvatting dat cloud en compliancy niet samen zouden gaan. Rogier Hof: “Ik zou niet weten waarom. Een van onze diensten is disaster recovery, dus we weten precies waar welke data is opgeslagen. Als je een ITomgeving tot op bitniveau onder controle hebt, is voldoen aan voorschriften waarbij gegevens binnen bepaalde landsgrenzen moeten blijven dus geen enkel probleem.” Alexandra Schless sluit af: “TelecityGroup loopt wat betreft compliancy voorop in de datacentermarkt. Dat we accreditaties als ISO 27001, ISO 9001, ISO 14001, OHSAS 18001 en PCI DSS internationaal mogen voeren, betekent dat onze klanten in al onze datacenters over Europa dezelfde processen kunnen verwachten. Dat noem ik transparantie in optima forma.” Over TelecityGroup Nederland Opgericht in 1999 door Alexandra Schless TelecityGroup Nederland heeft vier datacenters in Amsterdam ISO 27001:2005, ISO 9001:2008, ISO 14001 and OHSAS 18001, PCI DSS en AMS-IX gecertificeerd. Deelnemer aan de MeerJarenAfspraak op het gebied van energie-efficiëntie Genoteerd aan de beurs in Londen (LSE: TCY) Onderdeel van Europese organisatie met 23 datacenters op A1-locaties Meer informatie op www.telecitygroup.nl en www. telecitygroup.com Over Bitbrains Nederland Opgericht in 2005 door Gjalt van Rutten, Marc van Goethem en Niels van Drimmelen Ontstaan uit een team van systeemarchitecten werkzaam in de financiële wereld Telt 21 medewerkers Motto: “Kan niet bestaat niet!” Levert hostingdiensten, capacity-on-demand (de cloud), managed hosting (ketenveranwoordelijkheid) en consultancy Kenmerken: hoge beschikbaarheid, veilig, schaalbaar, pay-per-use Klanten zijn nationale en internationale spelers, waaronder financiële instellingen, overheid, uitgeverijen en softwareontwikkeling (SaaS) Hanteert ITIL en PRINCE2 Meer informatie op www.bitbrains.nl
Ma n ag e m e nt
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
het uptime institute legt momenteel de laatste hand aan een nieuwe standaard voor datacenters. de ‘tier standard: operational sustainability’ wordt op 1 juli vrijgegeven en is een indicatie van het vermogen van datacenters om gedurende een lange periode downtime te voorkomen. daarbij wordt onder andere gekeken naar het beheer van het datacenter.
Tier Standard: Operational Sustainability
Nieuwe taal voor datacenterbeheer We kennen het Uptime Institute van de Tierclassificatie waarmee de beschikbaarheid van datacenters wordt aangegeven; hoe hoger de Tier hoe beter de verwachte uptime. Tier 4 is daarbij de hoogste classificatie die wordt toe-
gekend aan datacenters die volledig fouttolerant zijn uitgevoerd. Tier 4 is in Nederland overigens niet mogelijk, omdat je hier voor stroom altijd afhankelijk bent van één toeleverancier.
operational sustainability
“Het hoogste niveau van redundantie kan teniet worden gedaan door menselijke fouten, condities in het gebouw en regionale of lokale rampen.” 20 |
De nieuwe ‘Tier Standard: Operational Sustainability’ is eveneens een indicatie van beschikbaarheid en lijkt daarmee op het eerste oog verdacht veel op de bestaande Tier-classificatie. Toch is er een belangrijk verschil. Het oude systeem houdt zich uitsluitend bezig met het gebouw zelf en schuift veel zaken die de uptime beïnvloeden terzijde. “Het hoogste niveau van redundantie kan teniet worden gedaan door menselijk fouten, condities in het gebouw en regionale of lokale rampen”, zegt Julian Kudritzki, vicepresident van het Up time Institute. Op dat punt komt Operational Sustainability om de hoek kijken door ook zaken mee te nemen als training van het personeel en de
processen. De Operational Sustainabilitystandaard is gebaseerd op drie elementen die de grootste invloed hebben op de performance van een datacenter over een lange periode: management & operations, building characteristics en site location. Het Uptime Institute hoopt hiermee een standaard neer te zetten voor beperking van risico’s en beheer van de site. “Het personeel wordt uitgerust met een tool om de meest dreigende risico’s voor de werking van het datacenter te adresseren. Waar het Tier Classification System de wereldwijde taal is voor de performance van een datacenter, zal Operational Sustainability de taal worden voor datacenter facilities management”, zegt Kudritzki. De Operational Sustainability-standaard zal nauw gaan samenwerken met de bestaande Tier-classificatie en kent eveneens vier niveaus: ‘gold’, ‘silver’, ‘bronze’ en ‘not Rated’. Zo kan een datacenter worden aangeduid met ‘Tier III gold’.
ko e l i n g
datac e nte rwo r ks
het wereldwijde conferentieprogramma datacenterdynamics was begin juni voor de eerste keer neergestreken in belgië. janjoris van der lei van lcp belichtte in brussel een ‘revolutionaire nieuwe manier voor volledige vrije koeling’ die zal worden toegepast in datacenter oostkamp 2 dat momenteel wordt gebouwd aan de belgische kust. als alle berekeningen kloppen zal het nieuwe datacenter gedurende slechts Janjoris van der Lei van LCP: “Een PUE van minder dan 1,0.”
1,6 % van de tijd gebruikmaken van chillers.
Volledig vrije koeling in DCO2
LCP maakt chillers (bijna) overbodig
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Datacenter Oostkamp 2 (DCO²) moet op 1 oktober officieel opengaan en zal beschikken over 3.115 m² datavloer voor ongeveer 60.000 servers. Voor de koeling wordt gebruikgemaakt van een combinatie van buitenlucht, verneveling en een waterbuffer van
“37 % van de tijd ligt het dauwpunt te laag en moet water worden toegevoegd.”
4.000 m³ (4.000.000 l) hemelwater. Daarbij wordt de temperatuur op de zaal constant gehouden op 22 °C en worden schommelingen in de temperatuur niet toegestaan. “We hebben gemerkt dat temperatuurverschillen toch invloed hebben op het functioneren van de apparatuur”, verklaarde CEO Janjoris van der Lei van LCP. Uitgangspunt bij het ontwerp was alleen gebruik te maken van vrije koeling met buitenlucht. “Dan moet je gaan spelen met omgevingsfactoren als luchtvochtigheid en temperatuur”, vertelde Van der Lei. “En die omgevingsfactoren zijn aan de Belgische kust niet helemaal optimaal.” Hij doelt dan vooral op de luchtvochtigheid; 37 % van de tijd ligt het dauwpunt te laag en moet water worden toegevoegd om toch nog van vrije koeling te kunnen gebruikmaken.
Een optimale luchtverplaatsing is een ander belangrijke voorwaarde voor vrije koeling. “We moeten 500.000 m³/h lucht verplaatsen. Dan moet je ervoor zorgen dat er voldoende ruimte in het gebouw zit om dat zonder weerstand te kunnen doen. In tegenstelling tot kantoren waar je warmte juist wil binnenhouden, draait het in een datacenter allemaal om het kwijtraken van warmte. De buitenste schil van het datacenter moet 35 tot 40 % van de warmte kunnen afgeven”, legde Van der Lei uit. Onder andere de kelder waar de parkeerplaatsen zijn gesitueerd, draagt bij aan een betere luchtcirculatie en de toevoer van koele lucht.
gesloten warme gangen
Op de datazaal heeft LCP gekozen voor gesloten warme gangen waar de temperatuur
|21
ko e l i n g
kan oplopen tot 40 °C en waar voorzieningen worden genomen om de luchtdruk op de gang te verlagen. Blanking panels in de racks moeten voorkomen dat warme lucht weglekt naar de zaal. De warme gangen zijn opgebouwd met APC’s InfraStruxure. Volgens Van der Lei heeft de toepassing van gesloten warme gangen enkele voordelen. Apparatuur die niet zoveel koeling nodig heeft, kan buiten de warme zone worden geplaatst. Door de constante temperatuur van 22 °C is de computerzaal bovendien een prettige plaats om te werken. “En doordat we bekabeling boven de racks aanbrengen is een verhoogde vloer overbodig geworden.” Uiteraard ziet Van der Lei ook wel enkele nadelen van vrije koeling, en hij spreekt onder andere over ‘Sahara-condities’ waarbij 22 |
fijn zand de luchtfilters kunnen vervuilen. “Maar dat komt niet erg veel voor, en onze regio kent ook geen luchtverontreiniging.”
waterbuffer
Door de maatregelen die LCP heeft genomen kan DCO² gedurende ruim 92 % van de tijd worden gekoeld met buitenlucht. Als vrije koeling niet volstaat, kan worden overgeschakeld op de waterbuffer voor traditionele in-rowkoeling met koelwater van 10 °C. Deze buffer met 4.000 m³ hemelwater biedt voldoende capaciteit voor acht uur koeling en zal gedurende 6 % van de tijd worden ingezet. “Hiermee hebben we de koeling meteen 2N uitgevoerd, wat een voorwaarde is voor een Tier 3-datacenter, zoals we dat nu in Oostkamp bouwen”, ver-
telde Van der Lei. In slechts 1,6 % van de tijd zal worden gegrepen naar traditionele chillers. De beperkte inzet hiervan heeft een gunstig effect op het energiegebruik. Uiteindelijk hoopt LCP in DCO² uit te komen op een PUE van 1,06. Van de ‘overhead’ is 4 % gerelateerd aan het stroomverbruik en slechts 2 % aan de koeling. Het totale verlies gaat LCP compenseren met de plaatsing van 3.500 m² zonnepanelen. “In het nieuwe datacenter voorzien we een PUE van minder dan 1,0.”
datac e nte rwo r ks
advertentie
datacenter oostkamp
LCP is al vijftien jaar actief en levert onder andere contentmanagementsystemen aan een tachtigtal gemeenten en managed services voor grote klanten. DCO is de datacenterafdeling van LCP. Het eerste datacenter in Oostkamp werd in 2006 operationeel. Dit datacenter bood in eerste instantie een zaal met 26 racks gericht op managed services. In 2008 is binnen DCO een tweede zaal beschikbaar gesteld die met 81 racks de capaciteit verdrievoudigde. In 2009 is gestart met DCO², een tweede datacenter met een effectief vloeroppervlak van ruim 3.000 m². In dit datacenter wordt een disaster recovery-omgeving opgezet voor DCO-klanten en een uitgebreid colocatieaanbod. Het nieuwe datacenter zal voorzien zijn op high density-omgevingen met een capaciteit tot 20 kW per rack. Voor de inrichting van de datavloer maakt LCP gebruik van InfraStruxure, APC’s geïntegreerde datacenteroplossing voor stroom, koeling en beheer. Voor de noodstroomvoorziening maakt LCP gebruik van de APC Symmetra PX ups-systemen die eveneens deel uitmaken van de InfraStruxure-architectuur en worden gecombineerd met een eigen dieselgeneratorset.
We handle it D ATA C E N T E R FA C I L I T Y I N F R A S T R U C T U R E
Onze kracht zit in het ontwerpen, bouwen, onderhouden en beheren van uiterst betrouwbare computerruimtes. We ontzorgen in alle fasen
“Je moet ervoor zorgen dat er voldoende ruimte in het gebouw zit om zonder weerstand lucht te kunnen verplaatsen.”
van de levenscyclus. Uw datacenter of serverruimte is van begin tot eind bij ons in veilige handen. Advies, producten, projecten en diensten vloeien daarbij vanzelf in elkaar over. Service is bij ons geen loze kreet, maar iets wat we dagelijks waarmaken. Bij ICTroom krijgt u als klant echt wat u wilt: maximale uptime, de allerbeste techniek, flexibele oplossingen en persoonlijk advies van een ervaren partner.
Managed Services
Projects
Consultancy
Products
www.ictroom.nl Tokyostraat 27-29 | 1175 RB Lijnden | T +31 (0)20 820 3000 |
[email protected]
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Kate Huber is werkzaam bij Optelecom-NKF
Eenvoudige maatregelen voor een betere efficiëntie het zal nog niet meevallen om vandaag de dag iemand te vinden die niet van de opwarming van de aarde heeft gehoord. het is letterlijk een hot topic. of het nu het rijden van een auto, het vliegen in een vliegtuig of het eten van een stuk vlees is, alles verhoogt blijkbaar de temperatuur van de aarde. wist u dat onderzoek nu aantoont dat elke seconde dat u een webpagina leest, gelijk staat aan een co2-uitstoot van 20 mg? In een poging de ecologische voetafdruk van IT-netwerken terug te brengen, zijn veel leiders in de bedrijfstak, onder wie fabrikanten, sys teemintegratoren en ontwerpers van datacenters, bezig met het bedenken en invoeren van efficiëntere en zuinigere technieken. Een van de plekken waar zij beginnen is de backbone van elke computerruimte met een netwerk, dat wil zeggen in het datacenter waar alle systeemcomponenten zich bevinden. Datacenters zijn belangrijke energiegebruikers in de IT-wereld en het stroomlijnen van het gebruik van hulpbronnen kan voor een aanzienlijke verbetering van de effectiviteit van het hele netwerk zorgen.
reduceren en reorganiseren
Iets waarmee bij de ontwikkeling van datacenters rekening moet worden gehouden is, zoals het gezegde luidt, alles wat erin gaat moet eruit komen. De door de apparaten gebruikte energie die het eigenlijke werk doen, produceert dezelfde hoeveelheid warmte die uiteindelijk zal moeten worden gekoeld. Sommige bedrijven zijn daarom bezig met de ontwikkeling van technologieën die weinig energie gebruiken met als doel de totale hoeveelheid elektriciteit die een datacenter nodig heeft te reduceren. Mario van der Kroef is global marketing director bij Optelecom-NKF, een fabrikant van geavanceerde Siqura-videobeveiligingsoplossingen. Hij geeft een voorbeeld van hoe zijn bedrijf op vernuftige manier van
“Nieuwe datacenters zijn de plaatsen waar zeer efficiënte methoden en technieken voor energiebesparing moeten worden toegepast”, vertelt Barry Elliott, directeur van het in het Verenigde Koninkrijk gevestigde Capitoline. Deze consultancyonderneming voor datacenters, IT-infrastructuur en bouwtechnologie is gespecialiseerd in de vermindering van energiegebruik zodat bedrijven op lucratieve wijze milieubewuste en vakkundige datacenters in gebruik kunnen nemen.“In bestaande datacenters kunnen echter ook eenvoudige maatregelen voor een betere efficiëntie worden getroffen.”
“Organisaties met richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik schieten binnen de bedrijfstak als paddenstoelen uit de grond.” 24 |
Barry Elliott.
datac e nte rwo r ks
Mario van der Kroef.
CO2-neutraal te zijn en het datacenter van het gemeentehuis wordt gerenoveerd om het energiegebruik te verminderen. De oude nucleaire bunker onder het gemeentehuis zal worden gebruikt om het nieuwe datacenter te huisvesten en water van de Amstel, die langs het gebouw stroomt, zal in het koelsysteem worden gebruikt. Vervolgens wordt het warme water gebruikt om het gebouw te verwarmen, zodat uiteindelijk de exploitatiekosten van het datacenter én het gemeentehuis dalen.
rendementsniveau
bestaande techniek gebruikmaakt om de financiële uitgaven en uitgaven aan elektrische voorzieningen terug te brengen. “We passen de techniek toe die Optelecom-NKF eerder voor voedingsomvormers voor zonnepaneeltechnologie heeft ontwikkeld”, verklaart hij. “Het resultaat is dat Siqura-voedingen worden ontworpen voor een efficiënt elektriciteitsverbruik. Bovendien zijn wij dankzij het innovatieve ontwerp en het delen van de voorzieningen in staat videoservers aan te bieden die niet alleen zuinig, maar ook efficiënt zijn.”
vermindering van de afkoelingskosten
Elliott beschrijft een aantal technieken in een whitepaper voor Capitoline over hoe koelsystemen kunnen worden vernieuwd om de efficiëntie te verbeteren en het energiegebruik te verminderen. Efficiënt geïsoleerde datacenters en de verzegeling van ingangspunten van kabels kunnen wezenlijk bijdragen aan betere eigenschappen van bestaande koeltechnieken. Hetzelfde geldt voor de zogenoemde vrije koelopties. Via efficiënte koelsystemen en het gebruik van nieuwe koeltechnieken kunnen overheadkosten met meer dan de helft worden teruggebracht. Bij vrije koeling worden in plaats van airconditioningsystemen elementen, zoals lucht en water, uit de omgeving gebruikt om de temperatuur van het datacenter te verlagen. Weliswaar kunnen vrije koelsystemen de kosten aanzienlijk beperken, maar dan moet het datacenter wel in een gematigde streek liggen. “Datacenters liggen veelal dichtbij de netwerken”, zegt Elliott. “De meeste gebruikers willen dat hun datacenters dichtbij zijn ondanks het feit dat verplaatsing van datacenters naar koelere klimaten economisch voordeel met zich meebrengt. Anderzijds compenseren de besparingen op vrije koeling niet altijd de kosten van de verplaatsing van het datacenter naar het buitenland en meestal gaat de voorkeur uit naar een datacenter die op rijafstand ligt.” Hoewel de verplaatsing van een datacenter naar een gematigde luchtstreek misschien niet voor elke onderneming haalbaar is, zijn in datacenters die al in koelere zones liggen veel innovatieve vorderingen geboekt. De gemeente Amsterdam stelt zich bijvoorbeeld tot doel in 2015
Hoewel deze originele onderneming het energiegebruik in de voorzieningen van de gemeente Amsterdam met meer dan de helft zal terugbrengen, duurt het bijna tien jaar voordat het oorspronkelijke rendement op de investering wordt terugverdiend. “Mensen moeten zeker naar het energiegebruik van hun apparatuur en datacenters gaan kijken. Wij benadrukken dit in onze training bij Capitoline. Maar ze moeten ook een redelijk rendement op de investering eisen, normaal gesproken binnen drie jaar. Hoewel sommige innovatieve technologieën de ecologische voetafdruk van een datacenter naar een relatief neutraal niveau kunnen terugbrengen, kan het rendementsniveau op de oorspronkelijke investering heel laag zijn. Het kan wel tien tot vijftien jaar duren voordat je je geld terugverdient op zulke dure technologie en dat is voor veel ondernemingen te veel gevraagd”, vertelt Elliott. Met eenvoudige maatregelen kunnen afkoelingskosten worden teruggebracht om ervoor te zorgen dat je huidige koelsysteem efficiënt is, bijvoorbeeld door te zorgen dat koele lucht niet ontsnapt en dat de luchtstroom het datacenter en de daarin opgestelde apparatuur efficiënt koelt. Modernisering van een datacenter kan ook een grondige herziening van het systeem inhouden en een zo groot mogelijke beperking van de overheadkosten via baanbrekende projecten en creatieve technieken, zoals dat op dit moment in Amsterdam in gang wordt gezet. De kosten die hierbij komen kijken, kunnen echter behoorlijk zijn en verschillende jaren vergen om terug te verdienen. Daarom moeten ontwerpers en beheerders natuurlijk de voor- en nadelen afwegen van hun verschillende inspanningen om de elektriciteitsuitgaven te verminderen. Koelen is echter niet de enige manier om kosten te besparen en het energiegebruik in een datacenter te verminderen. Door de apparatuur die het werkelijke werk verricht, eens goed te bestuderen kunnen nieuwe technieken worden gebruikt om het energiegebruik van de IT-apparatuur, en dus ook de kosten van koeling, te reduceren.
vervanging van verouderde apparatuur
“Aangezien de IT-apparatuur over het algemeen meer dan tweederde gebruikt van de door elk willekeurig datacenter gebruikte energie, kan met de vervanging van verouderde apparaten door nieuwere apparatuur vaak op de elektriciteit en financiële uitgaven worden bespaard”. stelt Elliott. Hij laat impliciet weten dat ontwerpers en beheerders van datacenters niet de enigen zijn die over een efficiënter energiegebruik nadenken. Veel bedrijven presenteren steeds efficiëntere apparatuur; er is bijvoorbeeld een focus op het ontwerpen van producten die meer capaciteit |25
E n e rg i evo o rz i e n i n g
bieden in minder ruimte en met minder energiegebruik. Een voorbeeld van deze trend in de richting van ‘high density solutions’ is de Siqura S-68 E-videoserver met acht kanalen van Optelecom-NKF. “De S 68 E gebruikt slechts 0,9 W per kanaal waarmee het de energiezuinigste encoder in de bedrijfstak voor videobeveiliging is”, beweert Van der Kroef. “Omdat de S-68 E in staat is maximaal 88 analoge videokanalen in maar één 48,3 cm-rack voor energievoeding van drie hoogte-eenheden in IP om te vormen, is het bovendien de meest compacte oplossing in de videosurveillancemarkt.”
de mogelijkheden uitpluizen
“Het kan soms lastig zijn om te weten waar je moet beginnen”, voegt Elliott toe. “Organisaties met richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik schieten binnen de bedrijfstak als paddenstoelen uit de grond. Over het algemeen proberen we van de door de EU vastgestelde normen gebruik te maken, maar initiatieven, zoals Green Grid, en kwaliteitslabels, zoals Energy Star, dragen ongetwijfeld bij aan het structureren van de verschillende criteria voor energiegebruik.” Vervolgens legt Elliott uit dat het van essentieel belang is te weten hoeveel energie een datacenter verbruikt om het elektriciteitsverbruik ervan te kunnen moderniseren. “Het is belangrijk te weten hoeveel energie een datacenter verbruikt. De door Green Grid ontwikkelde
advertentie
Rack IT Power IT Cool IT Connect IT
Monitor IT
Maintain IT
“Er is echter nog geen maatstaf die ons een goed idee biedt over de hoeveelheid elektriciteit die voor de processen wordt gebruikt waarvoor het datacenter is gebouwd.”
DataCenter Infrastructure Solutions First Class****** Different situations and different conditions require the right club on the golf course. So success is always that bit closer when you have the right club at hand. And it’s pretty much the same situation when we’re talking about data center infrastructure analysis. Emerson Network Power has the right solution available for all situations and the respective given complexity – up-to-date, as required and highly efficient in reducing operating costs (TCO/ROI). We give you future-proof solutions from one single source.
More information at www.knuerr.com www.avocent.com www.aperture.com www.emerson.com
E M E R S O N . C O N S I D E R I T S O L V E D . TM
©2010 Emerson Network Power • Ideas, Graphics, Editorial Team: Gropp/Huber
Anz_DCInfrastructure_A5_quer_E_Layout 1 28.05.10 08:21 Seite 1
maatstaf, bekend onder de term PUE (power usage effectiveness), is een eenvoudige en relatief nauwkeurige manier om het energiegebruik te schatten en het gebruik van een datacenter efficiënter te maken.” De PUE-maatstaf kan op haar beurt worden gebruikt om de efficiëntie van het ene datacenter met andere datacenters te vergelijken en om de beste manieren vast te stellen ter reductie van het berekende of huidige gebruik. PUE heeft echter een aantal nadelen. “Helaas zegt PUE niet zo veel over hoeveel nuttig werk met de hoeveelheid gebruikte elektriciteit wordt verricht”, verklaart Elliott. “Op dit moment worden andere methoden door organisaties ontwikkeld, zoals EPA (Environmental Protection Agency). Er is echter nog geen maatstaf die ons een goed idee biedt over de hoeveelheid elektriciteit die voor de processen wordt gebruikt waarvoor het datacenter is gebouwd.”
P ra kti j k
datac e nte rwo r ks
Solcon opent groen datacenter in Apeldoorn ISP plaatst servers boven NAP
solcon opende begin juni de deuren van zijn derde datacenter. ditmaal werd niet gekozen voor thuisbasis dronten als vestigingslocatie, maar voor apeldoorn. dit om verschillende redenen: betere aanrijtijden voor klanten uit het oosten en midden van het land, een directe aansluiting op de verbindingen naar duitsland en de ligging van apeldoorn boven nap. Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Als we eind mei het datacenter bezoeken, wordt er nog druk gewerkt om alles in gereedheid te brengen voor de officiële opening die een paar dagen later zal plaatshebben. “We zijn nog bezig met de laatste kleine restpuntjes”, vertelt Herman Scholtens, bij Solcon technical business development manager, tijdens de rondleiding. Buiten wordt nog even het parkeerterrein aangewalst wat voor de nodige herrie zorgt. Plotseling gaat het brandalarm af, een geluid dat alles overstemt. “De Vesda-installatie wordt momenteel getest”, zegt Scholtens geruststellend. Vol trots: “Kijk, de lift is uit zichzelf naar beneden gegaan. Daarvan mag geen gebruik worden gemaakt in geval van brand.” Een elektronische stem verzoekt eventuele aanwezigen de lift te verlaten.
boven nap
Solcon is een internetprovider die ook datacenterdiensten levert, variërend van colocatie tot aan managed services waarbij het onderhoud aan de systemen tot aan de applicatie wordt verzorgd. Het bedrijf had daarvoor al twee grote datazalen in Dronten die samen goed zijn voor ruim 300 m² datavloer. Door de gestage groei van Solcon werd in 2006 het plan opgepakt voor de bouw van een derde datacenter. “Voor ons het moment om na te gaan denken over de beschikbaarheid”, zegt Scholtens. “Onze twee datacenters in Dronten zijn beide voor hun verbindingen afhankelijk van Amsterdam en liggen allebei onder zeeniveau.” De ligging onder NAP wordt vooral door internationale klanten niet altijd | 27
p ra kti j k
gewaardeerd. “Apeldoorn ligt boven NAP en ligt strategisch gezien gunstig voor de verbindingen naar Duitsland.” Daarnaast hoopt Solcon met dit ‘regionale datacenter’ een aantrekkingskracht uit te oefenen op klanten uit het oosten en midden van het land.
energieprestatiecoëff iciënt
Na het smeden van de plannen heeft de bouw van het datacenter nog vrij lang geduurd. Onder andere het vergunningentraject heeft volgens Scholtens veel tijd in beslag genomen. “Apeldoorn stelt zeer hoge eisen aan de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) die de energieprestatie van nieuwbouw weergeeft. EPC geldt niet zozeer voor de datacenteractiviteiten, maar meer voor het kantoor en hoe je met zaken als koeling, verwarming en restwarmtebenutting omgaat.” Solcon heeft een aantal maatregelen genomen om aan de strenge EPC-norm van de gemeente Apeldoorn te kunnen voldoen. Zo wordt het kantoorgedeelte verwarmd en gekoeld met het water uit het datacenter. De hoogfrequente, energiezuinige verlichting dimt automatisch als er voldoende licht is van buiten en schakelt automatisch in en uit. De zonwering gaat automatisch omlaag als de zon te fel naar binnen schijnt. Op die manier wordt warmte buiten gehouden. Met de gemeente Apeldoorn is contact geweest over de mogelijkheid met de warmte uit het datacenter delen van een nabijgelegen woonwijk in aanbouw te verwarmen. Dat bleek volgens Scholtens echter niet haalbaar. “We hebben wel veel vermogen, maar te laagwaardig om gebouwen mee te verwarmen. De temperatuur ligt tussen de 20 en 30 °C en tijdens het transport treedt er nog een verlies op van een paar graden. De afnemer zou er dan weer energie bij moeten stoppen om op een bruikbare temperatuur uit te komen.”
high-density
Het resultaat van vier jaar plannen, overleggen en bouwen is een datacenter met een 28 |
datavloer van 650 m² verdeeld over drie datazalen die een voor een in gebruik worden genomen. Het gebouw in Apeldoorn is ontworpen door Architectenbureau Brink en Fleer uit Dronten en gebouwd door B.J. Van der Steeg uit Genemuiden. Wouda Installatietechniek was verantwoordelijk voor zowel de technische als de koelinstallaties. In totaal is er plaats voor 270 racks die samen ruim 12.000 servers kunnen huisvesten. Het
“Apeldoorn stelt zeer hoge eisen aan de EPC die de energieprestatie van nieuwbouw weergeeft.”
datacenter heeft een 6 MW-aansluiting en per rack is er gemiddeld 8 kW beschikbaar. “Dat is nog een voordeel van Apeldoorn ten opzichte van bijvoorbeeld Amsterdam”, zegt Scholtens. “Stroom is daar echt een probleem. De nieuwe datacenters die nu worden gebouwd, zitten op gemiddeld 6 tot 6,5 kW per rack. Wij zijn al echt voorbereid op highdensity.” Voor de distributie van de stroom naar de racks maakt Solcon gebruik van busbarsystemen. In vol bedrijf zal het datacenter op jaarbasis net zoveel energie gebruiken als ongeveer 15.500 huishoudens. “We hebben er dan ook alles wat in ons vermogen ligt, aangedaan om het datacenter zo groen mogelijk te maken”, zegt Harold Reinders, bij Solcon verantwoordelijk voor marketing en communicatie. Zo draait het datacenter volledig op groene stroom die wordt opgewerkt met waterkracht en biomassa. De door Stulz geleverde systemen voor vrije koeling moeten zorgen voor een aanzienlijke energiebesparing. Om maximaal gebruik te kunnen maken van de vrije koeling wordt de temperatuur op zaal met 30 °C vrij hoog gehouden. “Hoe hoger de retourtemperatuur, hoe hoger de watertemperatuur mag zijn en hoe langer je vrij kunt koelen”, legt Scholtens uit.
in productie
Hoewel de officiële opening op het moment van ons bezoek nog moest komen, bleek het datacenter toch al in bedrijf te zijn. De eer-
datac e nte rwo r ks
advertentie
D ATA C E N T E R FA C I L I T Y I N F R A S T R U C T U R E
Managed Services
ste racks waren inmiddels geplaatst; in totaal twintig 46 HE-racks van Minkels die zijn ondergebracht in een koude gang. De racks hebben een diepte van 120 cm wat dieper is dan gebruikelijk. “Diepere kasten maken het mogelijk de bekabeling netter weg te werken wat weer gunstig is voor de koeling”, zegt Scholtens. De geplaatste racks worden al gebruikt door klanten van Solcon en door Solcon zelf. “We hebben in Nederland een netwerk met glasvezelringen en die lopen ook hier langs”, legt Scholtens uit. “Als er ergens iets uitvalt, nemen de verbindingen via Apeldoorn het over. Daar staat nu de apparatuur voor, naast opslagapparatuur en klantapparatuur. We zijn dus al volledig in productie.”
Volledige Ontzorging Voor een continue beschikbaarheid van uw IT-omgeving is goed onderhoud, maar vooral professioneel beheer van uw datacenter essentieel. Maar dit is niet uw kerncompetitie. Dé oplossing: Managed Services. Welke wensen u op het gebied van datacentermanagement ook heeft, bij ons is uw serverruimte in veilige handen. Bij ICTroom krijgt u als klant echt wat u wilt: maximale uptime, 365/24/7 incidenten- en calamiteitenopvolging, efficiënt geregeld onderhoud, up-to-date documentatie en optimaal capaciteitsmanagement.
Managed Services
Projects
Consultancy
Products
www.ictroom.nl Tokyostraat 27-29 | 1175 RB Lijnden | T +31 (0)20 820 3000 |
[email protected]
G e b o uw te c h n i e k
Lex Coors, vicepresident datacenter technologie en engineering group van Interxion: “De kracht van Interxion is om zo’n module optimaal te plannen.”
“Mede dankzij het modulaire concept is een faillissement in 2002 ons bespaard gebleven.” 30 |
datac e nte rwo r ks
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Lex Coors van Interxion over modulair bouwen:
“Je kunt inspelen op veranderingen” tegenwoordig lijkt het wel alsof alle datacenters modulair worden gebouwd. helaas verstaat niet iedereen hetzelfde onder modulair bouwen, zo stelt lex coors, vicepresident datacenter technologie en engineering group van interxion. “er wordt veel gesproken over modulair bouwen maar uiteindelijk zie ik alleen de fasering terug en niet de modulaire benadering van de infrastructuur.” Lex Coors, vicepresident datacenter technologie en engineering group van Interxion, kan worden gezien als de geestelijk vader van het modulair bouwen, waarbij de opbouw van de infrastructuur de IT-load volgt. Al in 1999 introduceerde hij deze aanpak bij Interxion. “We gingen in die tijd in elf landen bouwen, maar we hadden weinig geld. Ook moesten we ervoor zorgen dat de datacenters gereed waren voor de toekomst; de infrastructuur moest dus een hoog vermogen aankunnen. Andere spelers op de datacentermarkt die in die periode een datacenter hebben gebouwd, hebben nu allemaal moeite met het upgraden.” Bij de aanpak van Coors wordt het datacentergebouw doorgaans opgedeeld in vier fasen. “Afhankelijk van de grootte van het datacenter ontwerpen wij de fasen tussen de 1.000 en 1.500 m² per fase”, licht de vicepresident van Interxion toe. “De kracht van Interxion is om zo’n module optimaal te plannen. Daar gebruiken wij een document voor dat door ons is samengesteld, getiteld Design & Engineering Requirements.”
Voor de koeling wordt het pijpsysteem direct voor het hele gebouw aangelegd. Crac’s, chillers en pompen worden toegevoegd als de ITload omhoog gaat. Elektrisch worden wel alle hoofd- en subborden direct aangelegd, maar niet alle breakers, ups-systemen en pdu’s. “Het modulaire concept heeft sinds 1999 geen enkele verandering ondergaan. Het was meteen al perfect.Vanaf 2005 zijn alle ontwerpen wel met chillers voor free cooling uitgerust.”
faillissement voorkomen
“Mede dankzij het modulaire concept is een faillissement in 2002 ons bespaard gebleven”, stelt Coors. “We hebben niet al ons geld uitgegevens aan apparatuur die we de eerste jaren helemaal niet nodig hadden. Het gaat natuurlijk wel om uitstel van investeringen want uiteindelijk als de IT-load omhoog gaat, moet het geld alsnog worden uitgegeven. Wel hebben we een dikke 20 – 30 % bespaard op onze energiekosten door onze datacenters modulair te ontwerp en apparatuur pas in gebruik te nemen als daar een noodzaak voor is.” Naast de kostenbesparing is flexibiliteit vol-
gens Coors een ander belangrijk voordeel van de modulaire aanpak. “Doordat je modulair bouwt, kun je inspelen op verandering. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen de tweede fase veel zwaarder te bouwen dan de eerste, omdat de wereld verandert. Het kan ook gebeuren dat in de tussentijd de biochip is ontworpen en dat we dus voortaan een heel andere infrastructuur nodig hebben. Dat is het grote voordeel van modulair bouwen: wat niet gebouwd is, kan nog worden gebouwd en wat al modulair is gebouwd, kan gedeeltelijk nog worden aangepast.” Ondanks alle voordelen heeft het volgens Coors een hele tijd geduurd, voordat ook de rest van de markt de voordelen zag van het modulair bouwen. “Sinds Interxion begon met de modulaire bouw heeft de inmiddels overleden Larry D Rushing van HP ons concept wel overgenomen en toegepast in de Verenigde Staten. Inmiddels wordt er veel gesproken over modulair bouwen, maar uiteindelijk zie ik alleen de fasering terug en niet de modulaire benadering van de infrastructuur.”
| 31
P ra kti j k
Teus Molenaar is freelance journalist
Lasent bouwt nieuw rekencentrum ONVZ
Datacenter vervangt drie computerruimten de kwaliteit van de voorgestelde oplossing en de medewerker van lasent die al actief meedacht in het offertetraject en niet alleen maar getalletjes achter de vereisten krabbelde om het geheel op te tellen. dat gaf de doorslag bij de keuze voor het bedrijf dat het nieuwe rekencentrum mocht bouwen bij zorgverzekeraar onvz. Hij lijkt een beetje groter en zijn ogen glimmen vol trots als Simon van Holsteijn de bezoekers het spiksplinternieuwe datacentrum in het Houtense hoofdkantoor van ONVZ Zorgverzekeraar laat zien. Met zijn hand wijst hij de leidingen van de blusinstallatie aan en vertelt uit zijn hoofd met hoeveel bar het inerte gas uit de uitstroomopeningen spuit, welk percentage zuurstof er dan nog inzit en hoe lang medewerkers dan nog gewoon kunnen ademen en de ruimte zo snel mogelijk kunnen verlaten. Het datacentrum is bijna klaar. “We zijn binnen budget en binnen tijd gebleven, zoals bij elk automatiseringsproject dat wij ondernemen”, vertelt manager ict Arnie Coers. Overigens niet minder trots. Even daarvoor, in een vergaderruimte, legt Coers uit waarom er een nieuw rekencentrum nodig was. Hij wijst door het raam naar een gebouw dat enkele tientallen meters verderop staat en via een tussenruimte met het hoofdgebouw is verbonden. “Toen dat werd gebouwd, vond onze toezichthouder, De Nederlandse Bank, die af-
“De dienstverlening mag geen risico lopen, en de beheerkosten, evenals de energiekosten voor de komende vijf jaar moet zo laag mogelijk zijn.” 32 |
stand tussen rekencentrum en uitwijkcentrum, annex spiegellocatie voldoende, maar ik verwacht dat dit nu niet meer het geval is. De toezichthouder heeft in de loop der jaren de normen verscherpt.” Dit was overigens niet de enige reden om tot nieuwbouw over te gaan. Zoals gewoonlijk viel een aantal ontwikkelingen samen. “Wij hadden hier drie computerruimten die we ongeveer tien jaar geleden hadden ingericht. Die waren wel aan vervanging toe. Ook hadden wij een SAN (storage area network) staan van zo’n zes jaar oud die tegen het einde van zijn supporttijd liep. Die twee aspecten hebben we in één project samengevoegd.” Om zeker te zijn dat het bedrijf zonder al te veel problemen gewoon kan doorwerken, is ervoor gekozen de spiegelsite onder te brengen binnen het rekencentrum van BIT in Ede. Op ongeveer 40 km afstand. De informatie uit Houten wordt continu gerepliceerd naar Ede. BIT dient eveneens als uitwijkcentrum.
gondwana
De vernieuwing van het rekencentrum staat niet op zichzelf. Bij ONVZ Zorgverzekeraar is een grote kwaliteitsslag gaande. Zo loopt de huur af van een kantoorpand in de nabijheid en is besloten het personeel dichter bij elkaar te huisvesten. Er komen immers twee computerruimten vrij; deze worden ingericht als kantoorruimte. Al Van links naar rechts op de foto: Simon van Holsteijn en Arnie Coers van ONVZ en Frank de Kruijf van Lasent. Fotografie: Frans Kanters, Studio Photos Graphein
datac e nte rwo r ks
| 33
P ra kti j k
met al is een aantal deelprojecten ondergebracht in één project onder de naam Pangea: de oorspronkelijke landmassa op aarde, zo’n 250 miljoen jaar geleden. “Pangea is uiteengevallen in drie supercontinenten”, geeft Coers een lesje tektoniek. “Dat waren Gondwana, Laurazië en het bekken dat later de Atlantische Oceaan zou vormen. Veel later zijn deze supercontinenten uiteen gevallen in de continenten die we nu kennen. We hebben deze namen gekozen om aan te geven dat de projecten allemaal met elkaar te maken hebben.” Om ‘Gondwana’ gestalte te geven, is projectleider Van Holsteijn aangetrokken. Hij heeft een advies- en projectbureau en heeft, naar eigen zeggen, ‘een voorkeur voor de technisch operationele aspecten van een project’. De ontmanteling van de drie bestaande rekencentra en de vorming van één nieuwe is dan ook een kolfje naar zijn hand.
ict is strategisch
December 2009, zo vertelt Van Holsteijn, gaf het managementteam de goedkeuring en daarmee de middelen aan het vernieuwingsproject Gondwana op hoofdlijnen. “Dan is het een kwestie van informatie verzamelen over de laatste stand van zaken met betrekking tot de vereisten voor rekencentra. Daarbij hebben wij de NEN-normen als uitgangspunt aangehouden.” Dat het nieuwe rekencentrum zou moeten worden ondergebracht in één van de ruimten die al dienst deed als datacentrum, was een complicerende factor. De IT-ondersteuning aan de medewerkers mocht immers geen moment in de gevarenzone komen. De verkoop zou gewoon moeten doorgaan tijdens de verbouwing. Er waren vier mogelijkheden die in de voorbereiding de revue passeerden. Uiteindelijk is gekozen voor de meest geavanceerde: een Remtech-computerruimte met APC InfraStruxure- inrichting. “Als zorgverzekeraar bieden wij kwaliteit. Daarbij, zo vindt het managementteam, neemt ict een kernpositie in. “Dat ict strategisch is, kun je ook wel zien aan onze personeelsopbouw. De ict-afdeling telt 75 mensen op een totaal van 400 personeelsleden. Daarom ook willen wij niet alles uitbesteden, maar het rekencentrum in eigen huis heb-
onvz
ONVZ is een middelgrote zorgverzekeraar. De organisatie is in 1933 opgericht als Onderlinge Nationale Verzekering tegen Ziekenhuiskosten. In 2010 telt ONVZ ongeveer 401.000 verzekerden. De onderneming biedt een totaalpakket aan zorgverzekeringen, preventie- en verzuimverzekeringen. De distributie verloopt via verzekeringsadviseurs. Als vereniging heeft ONVZ geen winstoogmerk. Bij de organisatie werken ongeveer 400 mensen. De onderneming heeft de groep middeninkomens als doelgroep en kwaliteit als handelsmerk. Dat heeft ook gevolgen voor de automatisering: een claim wordt – als hij terecht is – binnen drie dagen uitbetaald. Op MijnONVZ heeft de klant 7x24 uur inzicht in de voorwaarden en afhandeling van de declaraties. De geautomatiseerde systemen zijn hier helemaal op ingericht.
34 |
ben. De dienstverlening mag geen risico lopen, en de beheerkosten, evenals de energiekosten voor de komende vijf jaar (langer kun je niet vooruit kijken) moet zo laag mogelijk zijn. Dat bracht ons bij de combinatie van Remtech en APC”, licht Coers toe.
aandacht voor koeling
Bij het offertetraject is Lasent als mogelijke kandidaat naar voren gebracht door de collega van Coers die het facilitair management doet. “Het mooie is dat de vertegenwoordiger van Lasent niet meteen bedragen begon in te vullen achter de door ons gestelde eisen, maar zelf eerst de ruimte wilde zien en kritische vragen stelde over onze keuzes. Dat gaf vertrouwen in zijn aanpak. Dat is wel doorslaggevend geweest bij onze keuze”, verhaalt Van Holsteijn. Zo bleek de nieuwe computerruimte te laag om er met downflow cooling te gaan werken. “Temeer daar wij met blades werken en het SAN over de ruimte verdelen. Dan heb je te maken met hotspots die verspreid liggen over de hele ruimte. Als je downflow cooling gebruikt, koel je ook delen die dat helemaal niet nodig hebben. Het is niet echt efficiënt en daarmee duur; zeker bij de stijgende energieprijzen van tegenwoordig”, geeft de projectleider aan. “Een prettig bijkomend effect van onze keuze is dat de medewerkers die bij tijd en wijle in het rekencentrum aan de slag moeten, in een toch wel aangenaam klimaat hun werk kunnen doen. Ze hoeven er niet te klappertanden, terwijl de temperatuur met rijkoeling op de juiste plekken laag genoeg is om falen van de apparatuur te voorkomen.”
twee sensoren
Aan de koeling is veel aandacht besteed. Zo werken de twee straten in het nieuwe rekencentrum op ongeveer 30 % van de koelcapaciteit. Als een deel uitvalt, is er nog steeds koeling genoeg voor alle apparatuur in de ruimte. De buitenkoeling is van het Italiaanse Uniflair. De koelunits (RC’s) in de ruimte zijn daaraan gekoppeld. Als één of meer ventilatoren in een RC uitvallen, krijgen de beheerders een signaal. De overige ventilatoren binnen de unit nemen de temperatuurbeheersing over. Hierdoor krijgen de beheerders voldoende tijd om adequate maatregelen te treffen. “In de ruimte is ook een aspiratiedetectiesysteem geïnstalleerd. De lucht wordt door twee sensoren gemeten. Onafhankelijk van elkaar merken deze op of de samenstelling van de lucht is gewijzigd. Als beide sensoren de verandering hebben geconstateerd en bepaalde waarden worden overschreden, treedt de procedure voor brandmelding en brandblussing in werking”, vertelt Van Holsteijn.
datac e nte rwo r ks
Hij hoopt natuurlijk dat het nooit zo ver zal komen, maar mocht zich toch een zeer ernstige calamiteit voordoen, dan zal het uitwijkcentrum in BIT het werk overnemen. Bij een bedrijf waarvoor ict cruciaal is, is dat een vereiste.
gedetailleerde tekeningen
Dat alles op tijd en binnen budget is opgeleverd, heeft volgens het tweetal vooral te maken met de grondige voorbereiding. “Daar hebben wij een paar maanden de tijd voor genomen, zodat je bij de uitvoering niet voor verrassingen komt te staan”, zegt Coers. Toch blijken die niet altijd te voorkomen. Zo is bij de nieuwe computerruimte de oorspronkelijke werkkamer van de bedrijfsarts betrokken. Die kamer was met een dunne wand gescheiden van de bestaande serverruimte. Bij het ontmantelen van deze ruimte bleek evenwel dat onder het plafond een deel van de centrale eenheid van
lasent
Lasent is expert in het ontwerpen, realiseren en beheren van computerruimtes/serverruimtes en datacenters. Het bedrijf levert een compleet palet aan diensten voor eindgebruikers, ICT-bedrijven, architecten, installateurs, hoofdaannemers, projectontwikkelaars, raadgevende ingenieursbureaus en adviseurs. Twaalf jaar geleden was Lasent de eerste specialist op dit terrein. Inmiddels is het bedrijf circa 500 ruimten verder en mag het zichzelf een autoriteit noemen in dit vak.
computerruimtes en datacenters
het luchtbehandelingsysteem zat. Er was extra werk voor nodig om dat om te leiden. “Maar dat heeft niet geleid tot vertraging”, stelt Coers tevreden vast. Van Holsteijn doet nog een tip aan hand. “Wij hadden gedetailleerde tekeningen en werkschema’s in het nieuwe rekencentrum opgehangen. Zelfs de vloertegels stonden erop, zo gedetailleerd waren ze. Dat betekende dat iedereen kon zien hoe alles eruit moest komen te zien en wie wanneer waar aan het werk was. Zo hoefde niemand elkaar in de weg te lopen en zag iedereen tegelijk ook het geheel; niet alleen maar dat stukje dat hij moest doen.” Ook de gebruikers zijn goed op de hoogte gehouden van wat er allemaal stond te gebeuren. “We hebben alles goed gecommuniceerd. En we hebben er ook voor gezorgd dat zij er nauwelijks last van hebben gehad. Zo mocht er niet worden geboord tijdens kantooruren om de geluidshinder te beperken. Dat betekende dus dat de aannemer alleen ’s morgens tussen zeven en negen en ’s avonds na half zes gaten in de vloeren en wanden mocht boren”, vertelt Coers. “En je moet eens weten wat een goodwill je krijgt als je eens met een saucijzenbroodje langs gaat bij de medewerkers”, vult Van Holsteijn aan. “Het kost bijna niks, maar het geeft je wel veel krediet. Want, hoe je het ook wendt of keert, een beetje last hebben ze natuurlijk altijd van zulke ingrijpende verbouwingen.”
“Je moet eens weten wat een goodwill je krijgt als je eens met een saucijzenbroodje langs gaat bij de medewerkers.” | 35
B e ka b e l i n g
Hans Vandam is freelance journalist
de lancering van de nieuwste generatie twisted-pair class ea/cat. 6a-netwerken heeft ook geleid tot een nieuwe, bijbehorende testmethode: de re-embedded test. reichle & de-massari (r&m), de zwitserse producent van netwerkbekabeling, informeert hierover in een recente whitepaper.
Sneller en accuraat testen
Testmethode voor Cat. 6A-netwerkcomponenten Met de Re-embedded methode is de signaaloverdracht in RJ45-verbindingen nauwkeuriger en sneller te meten dan met de gebruikelijke De-embedded methode. De nieuwe testmethode is beschreven in de norm IEC 60512-27-100. Reichle & De-Massari (R&M) en sommige andere fabrikanten voeren deze nieuwe Reembedded test regelmatig uit, vooral bij innovaties, zoals Cat. 6A, om te bepalen of een plug en connector datasignalen optimaal kunnen overdragen. Daarbij wordt onder meer
getest of storingen, zoals overspraak, invloed hebben op de signaaloverdracht. Een dergelijke test moet bovendien uitwijzen of producten van de ene fabrikant in combinatie met die van andere fabrikanten dezelfde kwaliteit houden. Om dat te achterhalen, was het tot nu toe nodig arbeidsintensieve testseries uitvoeren, waarbij elke RJ45-module met telkens twaalf afzonderlijke plugs wordt getest. Deze traditionele meetmethode is foutgevoelig, vooral bij hoogfrequente toepassingen als Cat. 6A.
wiskundige simulatie
Bij de nieuwe Re-embedded test worden de resultaten zuiver wiskundig bepaald aan de hand van veertien gesimuleerde plugs. Metingen hebben daarbij rechtstreeks plaats aan het vaste testpunt van een netwerkanalyzer. Storingen door bijvoorbeeld het wisselen van kabels zijn daarmee verleden tijd. Samengevat leidt de Re-embedded methode tot een betere meetkwaliteit en nauwkeurigere conclusies over de fluctuatie en grenswaardenverhouding van een plug of connector. Niettemin waarschuwt de bekabelingspecialist R&M ervoor de resultaten uit deze tests niet als enige maatstaf voor kwaliteit te hante36 |
ren. “Re-embedded is een uitstekende testmethode”, zegt Gert-Jan Roozeboom, sales consultant engineer bij R&M.“Maar, het blijft noodzakelijk dat de componenten ook worden getest door onafhankelijke testlaboratoria die een schriftelijke garantie afgeven dat onze producten voldoen aan de specificaties van standaarden, zoals ISO 11801 en IEC 606037-41/51.” De bekabelingspecialist onderwerpt zijn producten naar eigen zeggen aan veel strengere onderzoeken dan de standaardisatie-instituten aanbevelen. Daarbij wordt eveneens gebruikgemaakt van de Re-embedded methode. Ook componenten van eerdere generaties, zoals Cat. 5e en Cat. 6, test het bedrijf met de nieuwe methode om deze waar nodig te verbeteren en terugwerkende compati biliteit te garanderen. “Uit zowel oogpunt van standaardisatie als het verkrijgen van fysiek uniforme data is het aan te bevelen de Re-embedded testmethode op alle generaties netwerkcomponenten toe te passen”, zegt Roozeboom. Een whitepaper over de Re-embedded testmethode is te downloaden via www.rdm.com/de/desktopdefault.aspx/tabid-1607/.
datac e nte rwo r ks
advertentie
1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
1. Dynamic Free Cooling van Stulz Airconditioning.
Pluimvorming en veel waterverbruik is Out, Hybride is In
Bij de nieuwe Re-embedded test worden de resultaten zuiver wiskundig bepaald aan de hand van veertien gesimuleerde plugs.
Actualiseer uw koelsysteem volgens de laatste stand der Techniek ...
‘n Duurzame daad stellen
Hybride Droge Koelsysteem van Jaeggi Innovatief en volgens de laatste stand der Techniek Het Origineel van de uitvinder en reeds 1500 keer ingezet Energie- en Waterbesparend, Geluidsarm, Pluimvrij, hightech met geintegreerde besturing, compact en direct klaar voor aansluiting.
Jäggi / Güntner (Schweiz) AG Josephinastraat 19, 6462 EL KERKRADE Tel. 0031-45-5350673 Fax 0031-45-5350671 www.jaeggi-hybridkuehler.ch
Stroom en Water besparen
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Robbert Hoeffnagel is uitgever van DatacenterWorks
Monitoren centraal tijdens seminarreeks
“Goed meten bespaart energiekosten” Wie werkelijk grip wil krijgen op het energiegebruik van een computerruimte of datacenter - en dus op de kosten daarvan - doet er goed aan veel aandacht te besteden aan het monitoren van zijn technische infrastructuur.
Tijdens het seminar ‘U vliegt toch niet blind met uw computerruimte?’, gehouden op 26 mei in Hilversum, bleek dat het monitoren van de technische infrastructuur van uw datacenter u geen windeieren legt. Het seminar was georganiseerd door CimPro, ProAT, Schleifenbauer Products en Stulz. De genoemde bedrijven organiseerden in de maanden mei en juni in totaal zes seminars over dit onderwerp door het gehele land. Na een aftrap door het Agentschap NL (het oude Senter-Novem) over energiebesparing en subsidiemogelijkheden, behandelden de vier partners stap-voor-stap hoe door meten en monitoren grip kan worden verkregen op het energiegebruik.
meten en regelen
Heel belangrijk hierbij is om principes en werkmethoden toe te passen die in de industrie al jarenlang gemeengoed zijn. Door continu te meten, heeft men in de industrie geleerd hoe een installatie op basis van monitoringsgegevens optimaal kan worden geregeld. Vertaald naar een computerruimte wil dit zeggen dat vanaf de pdu’s of stekkerblokken tot en met de fans in de koelmachines permanent moet worden gemeten. Door al deze meetgegevens vast te leggen in een database kunnen ze vervolgens worden geanalyseerd, zodat een continue bijstelling van (bijvoorbeeld) een koelinstallatie mogelijk is. Aan de hand van een rekenvoorbeeld werd tijdens het seminar duidelijk tot welke besparingen dit kan leiden. Minstens zo belangrijk is echter het presenteren van de meetgegevens en op basis daarvan de status van een installatie. Ook daarvoor geldt dat de industrie de datacenterwereld reeds is voorgegaan. Het gebruik van Scada-software maakt het mogelijk meetgegevens te verzamelen en de status van installaties via een makkelijk te overzien dashboard te 38 |
bekijken. Dit soort interfaces zijn zeer toegankelijk. Rode meldingen geven bijvoorbeeld storingen aan of een status die buiten de vooraf ingestelde toleranties ligt. De programmatuur maakt het mogelijk via de grafische interface te onderzoeken wat de reden van deze melding is. Hierdoor kan gericht worden ingegrepen, zodat de impact van een statusverandering op het functioneren van de computerruimte kan worden geminimaliseerd. In het aankomende septembernummer gaan we aan de hand van de presentaties die tijdens het seminar zijn gehouden, inhoudelijk dieper in op het onderwerp monitoring in datacenters.
IT Ro om I n f ra
datac e nte rwo r ks
Reinier Treur, namens IT Room Infra
Vermogensmetingen in Datacenters Voor zowel uw energiegebruik als een goed beheer van uw datacenter is vermogensmeting van belang. In een willekeurig datacenter staat een aanzienlijke hoeveelheid hardware, zoals storagesystemen, switches, servers en routers, opgesteld. Al deze apparatuur wordt, uiteraard, gevoed door netspanning. Om voor de continuïteit zorg te dragen is er nagenoeg altijd een noodstroom voorziening of een ups aanwezig. De inzet van een dergelijk systeem vraagt echter om een nauwkeurige inschatting van de vermogensafname. Het over- of onderspecificeren van een ups kan een kostbare aangelegenheid zijn. Maar wat is nu het daadwerkelijke afgenomen vermogen? Livingston, één van de IT Room Infra-leden, haakt hierop in. We nemen een IP-switch als voorbeeld. In de handleiding staat keurig een afgenomen vermogen gespecificeerd. Echter, is dit afgenomen vermogen bij 5 % netwerkverkeer, bij 10 of bij 70 %? Als er optische SFP’s worden gebruikt, bij welk type SFP is dit vermogen dan gespecificeerd? Bij 850 nm short rage of bij 1550 nm long range? En wat voor data gaan er over een netwerk? Voip? Met heel veel kleine datapaketten? Data of video? Al deze parameters hebben invloed op de vermogensafname. Om inzicht te krijgen in de daadwerkelijke vermogensafname is er maar één echte methode: meten! Met een netwerkpeformancetester (bijvoorbeeld Spirent Test Center) kan een netwerkswitch aan een serie testen worden onderworpen. Verschillende aantallen poorten, verschillende optische interfaces, verschillende netwerkbelastingen, verschillende varianten van traffic. Bij elk van deze varianten, en combinaties ervan, kan een vermogensmeting worden gedaan (met bijvoorbeeld een Dranetz PG4400) om het daadwerkelijk afgenomen vermogen te registeren. Alleen op deze manier krijgen we een duidelijk beeld van het afgenomen vermogen onder elke omstandigheid.
sessies te beëindigen, de data op te slaan en systemen af te sluiten. In een dergelijk geval is vaak te zien dat veel gebruikers nog snel een aantal bestanden van een server downloaden, of juist grote hoeveelheden data naar een server gaan sturen. Deze korte periode heeft dus een maximale netwerkbelasting en er wordt de maximale snelheid van de storagesystemen gevraagd. Als er een stand-bytijd wordt gespecificeerd van 5 min. is het dus van groot belang dat de ups-systemen over voldoende capaciteit beschikken om daadwerkelijk 5 min. een netwerk, onder volle belasting, van stroom te voorzien. Hoeveel netspanningvermogen er in zo’n situatie nodig is? Alleen de handleidingen geven hierop geen antwoord, meten is noodzakelijk. Zoals uit het bovenstaande valt op te maken, is het dus van wezenlijk belang de juiste metingen in een datacenter uit te voeren. Hiermee kan het over- of onderspecificeren van ups-systemen worden voorkomen en kan de continuïteit naar de gebruikers beter worden gegarandeerd. Voor al deze verschillende type metingen zijn verschillende meetinstrumenten nodig. Meetapparatuur om ‘stresstesten’ uit te voeren, meetapparatuur om het afgenomen vermogen mee te registeren, meetapparatuur waarmee het optische vermogen kan worden gemeten. Al deze verschillende type meetinstrumenten zijn te huren bij Livingston. Dit geeft u de mogelijkheid toch deze, soms geavanceerde testen uit te voeren, zonder hiervoor zelf tienduizenden euro’s te hoeven investeren. Ook een koop- of huurbeslissing heeft impact op uw vermogen.
Netwerkshutdown
In het geval de netspanning mocht wegvallen, zijn veel netwerken zo ingericht dat een ups voor een korte periode het wegvallen van de netspanning opvangt. Deze periode is net genoeg om alle gebruikers| 39
n i e uws
sgi introduceert
universal ICE Cube-datacentercontainer SGI breidt zijn portfolio voor datacentercontainers uit met nieuwe modellen. Het gaat om een nieuw klasse van de ICE Cube modulaire datacenters die geschikt is voor alle SGIserver- en storagesystemen. Momenteel zijn de containers alleen beschikbaar in waterge-
koelde modellen. Het bedrijf geeft aan in de toekomst modellen met luchtkoeling te willen aanbieden. Door het nieuwe ontwerp kan SGI naast containers met rackable-producten ook containers gaan leveren die voorzien zijn van producten uit de Altix ICE-, Altix UV-,
brocade levert lan en san voor datacenters atos origin IT-dienstverlener Atos Origin kiest voor de levering van een nieuwe LAN- en SAN-infrastructuur voor zijn twee nieuwe datacenters in Eindhoven en Best voor Brocade. Dit kondigt Brocade aan. De datacenteroplossing moet de operationele kosten verlagen en het beheer vereenvoudigen. Ook biedt het systeem meer schaalbaarheid in verhouding met traditionele oplossingen. Zo wil Atos Origin de groeiende hoeveelheden data snel en veilig transporteren en opslaan. De nieuwe datacenters moeten ervoor zorgen dat het bedrijf de toekomstige groei van data aankan. Daarnaast moest een heterogene netwerkinfrastructuur worden gebouwd tussen de twee datacenters.
apc verbindt infrastruxure operations met virtual manager APC by Schneider Electric heeft InfraStruxure operations geïntegreerd met Microsofts System Center virtual machinemanager. Het bedrijf gaat de oplossing verkopen onder de naam APC Pro (performance en resource optimization) Pack. APC Pro Pack is bedoeld om Microsofts virtual machinemanager te verbinden met belangrijke waarschuwings- en monitoringsystemen binnen de technische infrastructuur. InfraStruxure operations integreert via Microsoft Systems Center operations manager met de virtual machinemanager door gebruik te maken van een Pro Pack-connector. Het APC Pro Pack koppelt gegevens af komstig van de fysieke laag in de infrastructuur aan gegevens van de virtuele machines van Microsoft. Schommelingen binnen deze infrastructuur worden vertaald naar een analyse. In deze analyse wordt berekend wat de invloed van de gebeurtenissen is op de hosts waar de virtuele omgeving op draait. Meer informatie: www.apcc.com
Copan- en InfiniteStorage-series. Daarnaast is de universal ICE Cube geschikt voor servers en storagesystemen van derden. Meer informatie: www.sgi.com
BIT verbonden met Duitse Internet Exchange Internetserviceprovider BIT heeft, in zijn streven naar onafhankelijkheid van de randstad, een contract gesloten met de internationale internetcarrier VTL W@venet. VTL levert een directe verbinding van de BIT-datacenters in Ede naar de Duitse Internet Exchange (DE-CIX) in Frankfurt. BIT had voorheen al een verbinding met DE-CIX, maar dan via Amsterdam. Bij eventuele problemen in Amsterdam was BIT de verbinding met de DE-CIX ook kwijt. Met een 10G-wavelength op het DWDM-netwerk van VTL W@venet zijn de datacenters nu direct verbonden met DE-CIX. Ook levert VTL W@venet BIT een wavelength naar de London Internet Exchange (LINX), eveneens buiten Amsterdam om. Daarnaast heeft VTL besloten in het nieuwe datacenter van BIT (BIT-2B) een PoP te bouwen, zodat VTL zijn diensten kan aanbieden aan klanten in één van de BIT-datacenters. Naast de wavelengths heeft BIT een contract afgesloten met Global Crossing en Tinet om in Frankfurt en Londen transitverkeer af te nemen. Ook hierbij geldt dat wanneer zich in de randstad ernstige problemen voordoen internet voor BIT-klanten volledig bereikbaar blijft.
datac e nte rwo r ks
rackspace lanceert
clouddiensten in Europa Rackspace Hosting, leverancier van gehoste IT-diensten, breidt dit jaar zijn clouddiensten uit naar Europa. Het bedrijf begint in het Verenigde Koninkrijk, waar het public-clouddiensten voor het mkb en een VMware-gebaseerde enterprise private cloud voor grotere bedrijven lanceert. Daarnaast wil Rackspace nieuwe enterprise-cloudoplossingen gaan
aanbieden op basis van VMware. Deze diensten zijn ontworpen om hybride hosting mogelijk te maken. Hierbij worden cloud computing en managed hosting met elkaar gecombineerd. De diensten worden aangeboden in VMware’s vCloud. Klanten die gebruikmaken van de diensten krijgen de beschikking over de ‘fanatical support’ van Rackspace.
EvoSwitch trekt Stijn Grove aan als sales manager EvoSwitch, een CO2-neutraal opererend datacenter, heeft Stijn Grove (38) benoemd tot sales manager. Grove krijgt de leiding over de sales-afdeling van EvoSwitch en gaat die afdeling herstructureren. De herstructurering is nodig om de afdeling klaar te stomen voor de geplande internationale uitbreiding. Grove zegt hierbij de nadruk te willen leggen op de ‘consultancy sales’-benadering en mee te willen denken met klanten. In het verleden was Grove lid van het managementteam van Colt Telecom. Hier was hij verantwoordelijk voor zowel technische coördinatie als sales.
LinxTelecom gaat datacenter in Moskou uitbreiden LinxTelecom kondigt aan zijn datacenter in Moskou, Rusland te gaan uitbreiden. De uitbreiding levert het datacenter een extra capaciteit van honderd racks en vijf nieuwe disaster recovery-kantoren op. Het datacenter is gebouwd op basis van een modulair concept. De nieuwste module die aan het datacenter is toegevoegd voldoet aan de Tier 3+-standaarden. De module is volgens LinxTelecom gebouwd met het oog op een hoge beschikbaarheid. De vijf nieuwe kantoren voor disaster recovery hebben een oppervlakte van 300 m 2. De ruimten geven klanten de mogelijkheid werknemers tijdens noodgevallen te faciliteren, zodat het werk niet hoeft te worden onderbroken.
|41
n i e uws
Compertius wordt Premium Partner van Rittal
Datacenterintegrator Compertius en IT-producent Rittal hebben een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Compertius wordt hierdoor Premium Partner van Rittal en gaat producten van Rittal implementeren. De bedrijven melden dat inmiddels de eerste offertetrajecten lopen.
advertentie
green data systems introduceert
green datacenter in-a-box
Toe aan een nieuwe computerruimte? Van
Gratis ontwerp tot realisatie Quick Scan!
Vaultex neemt u alle zorg uit handen!
AN AEGIDE COMPANY
www.vaultex.eu/qs
[email protected] Tel. 0413-311 111
Green Data Systems introduceert green datacenter in-a-box (GDC in-a-box), een modulair datacenter dat in speciaal hiervoor gemodificeerde 20- en 40-voet zeecontainers wordt gehuisvest. Daarnaast kondigt het bedrijf de introductie van een aantal GDS-servicessuites aan. Dit zijn diensten voor onder andere de preparatie van de locatie en de installatie van de oplossing. Daarnaast is er een dienst beschikbaar om de integratie van GDC in-a-box in een bestaande IT-infrastructuur te testen. Green Data Systems zegt met GDC in-a-box een high-density, energie-efficiënte en snel inzetbare oplossing te leveren waarmee (mobiele) datacenters kunnen worden uitgebreid. De oplossing kan door de klant naar eigen wens worden ingericht met koeling, beveiliging, ups en IT. De oplossing biedt ruimte aan maximaal veertien racks met een maximale IT-belasting tot 90 kW.
hebt u nieuws voor de redactie? laat het ons weten via
[email protected]!
datac e nte rwo r ks
blog:
Energielabel
Michiel van Blommestein is freelance journalist
Het is nu een feit: uw datacenter is vergelijkbaar met koelkasten, wasmachines en magnetrons. Op welke manier? Helaas geen punten als u het goed heeft geraden: datacenters komen nu in aanmerking voor het Energy Star-label. Dan moet u wel tot de beste 25 procent behoren van de datacenters die hun gegevens hebben doorgegeven aan de Amerikaanse Environmental Protection Agency, en Amerikaan zijn (Europa heeft haar eigen labels). Pas dan mag je de sticker op je voordeur plakken.
Om eerlijk te zijn is het niet eerlijk om dit Energy Star-label te vergelijken met het energielabel op uw Indesit of Whirlpool. De Energy Star voor datacenters is een gewijzigde versie van die voor gebouwen. In plaats van het gebruik van 'energie-intensiteit' (W/m 2 ) als metriek, zal hier de altijd aanwezige PUE leidend zijn. Om het label te veroveren moet u uw gegevens invoeren in de software van EPA. Als u dat proces overleeft, komt er een onafhankelijke inspecteur langs om te controleren of u
de boel niet heeft belazerd. Is Energy Star-label voor datacenters perfect? Nee. Het maakt bijvoorbeeld geen onderscheid tussen energie af komstig uit de goede oude kolencentrales en hernieuwbare energiebronnen. Ook kunnen stroompieken die zich voordoen tijdens de proeven het verkrijgen van een ster in de weg staan. De dagelijkse blog van DatacenterWorks-redacteur Michiel van Blommestein is te volgen op www. datacenterprofessionals.net.
ICTroom verbouwt computerruimte Unigarant Schadeverzekeraar Unigarant uit Hoogeveen heeft ICTroom als partner geselecteerd voor de bouw van de nieuwe high-availability serverruimte. ICTroom zal de huidige computerruimte in fasen verbouwen naar een serverruimte met een hoge mate van beheersbaarheid en beschikbaarheid, zonder dat de dienstverlening van Unigarant wordt onderbroken. De computerruimte zal op een aantal kritische aspecten moeten worden aangepast. Verder moet in de nieuwe ruimte rekening gehouden worden met verwachte groei van het aantal servers en toepassing van virtual-mediaoplossingen. Met het oog op energie-efficiëntie worden de modernste nergiebesparende DX-koeltechnieken toegepast in combinatie met Cooling Alley van ICTroom. Om de maximale beschikbaarheid zeker te kun-
nen stellen overweegt Unigarant verder om voor het onderhoud van het nieuwe datacenter gebruik te maken van de managed services van ICTroom. advertentie
Altijd het laatste nieuws over de installatie- en energiesector |43
n i e uws
Datahouse opent groen datacenter in Alkmaar Datahouse, leverancier van datadiensten, heeft zijn datacenter in Alkmaar geopend. Het datacenter, gevestigd op industrieterrein Oudorp, is het eerste datacenter in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. Het datacenter draait geheel op groene stroom. Momenteel hebben twintig bedrijven en overheidsinstellingen opslagservers in het datacenter staan. Gebruikers krijgen via een elektronisch pasje toegang tot de ruimte, waar de eigen apparatuur staat. Voordat het datacenter officieel werd geopend, heeft de computerruimte een testperiode doorlopen.
telindus-isit gaat vce-oplossingen leveren Telindus-Isit, leverancier van geïntegreerde end-to-end netwerk- en storage-oplossingen, kondigt aan de benodigde certificaten te hebben behaald om VCE-oplossingen (virtual computing environment) aan te bieden. Het bedrijf wordt hierdoor de tweede leverancier van deze oplossingen. De VCE-oplossingen zijn ontwikkeld door VMware, Cisco en EMC en bieden de mogelijkheid in datacenters op basis van bestaande infrastructuur een private-cloudmodel op te zetten. Hierdoor kan volgens Telindus-Isit de schaalbaarheid verbeteren, een hogere snelheid worden gerealiseerd en lagere IT- en energiekosten worden behaald.
advertentie
In samenwerking met Lasent bouwde Remtech voor Exact in Delft een ModuSec computerruimte van 35 vierkante meter
Samen met Modul bouwde Remtech voor Gazprom in Ekaterinenburg, Rusland een room-inroom computerruimte van 50 vierkante meter
Remtech leverde in opdracht van Hewlett Packard een computerruimte van 230 vierkante meter aan de Gemeente Utrecht
Voor Kellogg’s leverde Remtech samen met Modul een room-inroom computerruimte van 100 vierkante meter in Voronesh, Rusland.
In opdracht van Fugro heeft Remtech in Montfoort een 160 vierkante meter grote tapestore opgeleverd
In samenwerking met ICTroom heeft Remtech een 36 vierkante meter grote ModuSec computerruimte geleverd aan Afval Energie Bedrijf. in Amsterdam
In opdracht van Lasent heeft Remtech een 50 vierkante meter grote room-inroom computerruimte geleverd aan ONVZ in Houten
Remtech Wethouder Raamsstr. 3d 4286 BV Almkerk T 0183 402277 E
[email protected] I www.remtech.nl
BICSI
datac e nte rwo r ks datac e nte rwo r ks
Peter Gloudemans is directeur/eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi.
Datacenter in het spotlicht bij Bicsi Dit voorjaar besteedt Bicsi bijzondere aandacht aan datacenters. Dit gebeurt zowel tijdens de Europese conferentie in Dublin, als in de mei/juni-editie van het tweemaandelijkse Bicsi News Magazine. Verder komt deze maand ook de ‘Data Center Design and Implementation Best Practices’ standaard officieel beschikbaar. In de mei/juni-editie van het Bicsi News Magazine allereerst aandacht voor de OM4 klasse van buigstraal- en lasergeoptimaliseerde 50 micrometer multimode-glasvezelkabel. Volgens de auteur biedt deze nieuwe generatie glasvezelkabels aanzienlijk meer bandbreedte voor korte-afstandtoepassingen in datacenters en lokale netwerken. Verder reduceren deze glasvezelkabels ook de totale systeemkosten van 1 en 10 Gbps applicaties gebaseerd op 850 nanometer VCSEL’s. Een interessante ontwikkeling voor de netwerkontwerpers. Verderop behandelt Brian Ensign RCDD, NTS, OSP, CSI en regiodirecteur van Bicsi, een aantal ‘best practices’ voor kabelmanagement in datacenters. Eerst vanuit de invalshoeken performance, protection en profitability en daarna aan de hand van een aantal gangbare producten voor kabelmanagement. Met de steeds hogere netwerksnelheden neemt het belang van kabelmanagement uiteraard toe. Ten slotte bevat deze editie nog een uitgebreid technisch artikel over de efficiëntste wijze van luchtstroombehandeling in datacenters. Kortom, weer veel interessant leesmateriaal voor datacenteradviseurs, -ontwerpers, -installateurs en -beheerders.
Best Practices
Hoewel nieuwe standaarden regelmatig later dan gepland uitkomen, heeft Bisi onlangs aangekondigd de ANSI/BICSI 002-2010-standaard officieel te introduceren tijdens de Dublin-conferentie eind juni. Het betreft hier een ‘best practices’-aanvulling op de bestaande ANSI/ TIA-, AS/NZS-, Cenelec- en ISO-standaarden voor het ontwerpen van datacenters en is daarmee een aanrader voor iedereen die betrokken is bij het ontwerpen, implementeren en beheren van datacenters. Natuurlijk is Bicsi’s Europese conferentie in Dublin de beste gelegenheid om te worden geïnformeerd over de belangrijkste adviezen en praktijktips uit deze nieuwe standaard. Voor iedereen die echter niet in de gelegenheid was dat evenement te bezoeken bevat de al eerder genoemde mei/juni-editie van het Bicsi News Magazine een over-
zichtsartikel geschreven door de vicevoorzitter van de standaardcommissie. Natuurlijk is de standaard na de officiële introductie bij Bicsi te bestellen.
Bicsi-conferenties
Ter afsluiting van deze Bicsi-bijdrage nog een overzicht van de zomer- en najaarconferenties: 16 juli, 2010 Bicsi Japan Conference in Tokyo 12-16 september, 2010 Bicsi Fall Conference in Las Vegas 28-30 september, 2010 Bicsi India Conference in Bangalore en Mumbai Voor meer informatie over Bicsi, de lidmaatschapvoordelen en lokale activiteiten kunt u contact opnemen met: Joop Ierschot, RCDD, Benelux Country Chair, via:
[email protected] Gertjan Roozeboom, RCDD, via:
[email protected]
co lum n
Door Michiel Eielts, general manager Equinix
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 3, juni 2010, nummer 6
Het glazen
datacenter Stel, u boekt een kamer in een hotel en betaalt voor een overnachting. Alleen weet u niet hoe het hotel er uitziet, hoeveel sterren dit hotel heeft, of er handdoeken zijn, hoe de badkamer er uitziet, of de minibar is gevuld, of er een restaurant is en of het ontbijt bij de prijs is inbegrepen. De kans dat u dit doet, is vrij klein. Toch gebeurt iets vergelijkbaars maar al te vaak bij het boeken van een ruimte in een datacenter. Eenvoudige vragen als: hoe is het gesteld met de beveiliging, met de beschikbaarheid, met het onderhoud van de hardware, met de koeling, is er douchegelegenheid voor engineers, is er een mogelijkheid om te eten, is er 24 uur per dag bemanning en opereert het datacenter internationaal? Legitieme vragen die zelden worden gesteld. Toegegeven, de datacentersector is jong en er is nog maar weinig gestandaardiseerd. Bij een vijfsterrenhotel weet u wat u kunt verwachten, qua prijs-kwaliteitverhouding. Als een datacenter roept dat het vijfsterrenservice levert, moet u dat geloven op basis van hun mooie cabinets. Elk center gebruikt andere normen, waardoor klanten al snel appels met peren aan het vergelijken zijn. De transparantie in onze sector moet sterk verbeteren. We moeten toe naar glazen datacenters. Niet letterlijk, dat is funest voor de temperatuur en luchtvochtigheid. Maar wel figuurlijk, met een maximaal transparante organisatie en service. Dit is een belangrijke groei die onze sector de komende jaren moet doormaken. Onze klanten brengen immers het kostbaarste bij ons onder: bedrijfskritische informatie en processen. Hoe kunnen we die transparantie bereiken? Op de lange termijn door onze diensten te standaardiseren. Maar hiervoor is nog een lange weg te gaan doordat de dienstverlening in een datacenter van zoveel factoren afhankelijk is. Een datacenter kan nieuw zijn en de beste apparatuur hebben, maar hoe staat het dan met het onderhoud van de stroomvoorziening? Is dat preventief of doen ze aan incidentmanagement? Is de koeling goed geregeld? Hoe zit het met de energie-efficiëntie? Is de groene claim echt of een marketingverhaal? Is er 24/7 gekwalificeerd personeel aanwezig? Wat is het percentage beschikbaarheid? De cijfers over duurzaamheid, stroomvoorziening, beschikbaarheid en bemanning zal een datacenter wel geven. Pas als er iets misgaat, merkt de klant wat de serviceclaims van een datacenter echt waard zijn. En geloof me, met zoveel apparatuur op een klein oppervlak gaat er echt wel eens iets mis. De enige manier om erachter te komen hoe hiermee wordt omgegaan, is door langs te gaan en te vragen naar referenties. Ik merk echter dat dit nog weinig gebeurt. En als een datacenter geen referenties wil prijsgeven? Dan mag u wel met de neus tegen de ruit de hotellobby bekijken, maar u mag niet naar binnen. Zou u overnachten in zo’n hotel?
46 |
datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. u itg e v e r robbert hoeffnagel
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
postbus 82, 2460 ab ter aar te l e f o o n 0172 - 78 21 20 e - m a i l
[email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l
[email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
michiel van blommestein, michiel eielts, peter gloudemans, robbert hoeffnagel, kate huber, paul matthijsse, teus molenaar, reinier treur, hans vandam, ferry waterkamp vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
3l drukkerij bv, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
datac e nte rwo r ks
DatacenterWorks nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
GRATIS servers, GRATIS applicaties, GRATIS werkruimte, GRATIS manuren, GRATIS stroom, GRATIS opslag... De revolutionaire bedrijfsarchitectuur die zich eindelijk terugbetaalt.
2
4
1
Bestaande IT-systemen volstaan prima voor het koelen van complete ruimtes. Door de steeds toenemende energiekosten zijn ze echter financieel onverantwoord geworden. Daarnaast betekent het bovenmaatse ontwerp dat ze niet meer voldoen aan de huidige eisen van een ‘high density’ omgeving. De verspilling van stroom en koeling betekent bovendien dat u minder kunt uitgeven aan essentiële nieuwe IT-apparatuur. Voor dit eenvoudige probleem is er een eenvoudige oplossing. Als u uw stroom- en koelingskosten vermindert, kunt u met het bespaarde geld de benodigde IT-apparatuur aanschaffen
Stroom en budget zijn nu eenmaal geen onuitputtelijke bronnen De beschikbare stroom is beperkt tot de geleverde elektriciteitsvoorziening. En de beschikbare financiën zijn afhankelijk van uw budget. Beide bronnen moet u zo efficiënt mogelijk gebruiken. De oplossing is de APC Efficient Enterprise. De APC-oplossing biedt modulaire schaalbaarheid. Dit betekent dat u alleen betaalt voor wat u gebruikt. Daarnaast biedt APC capaciteitsbeheer om te bepalen waar uw volgende server moet worden geplaatst, en specifieke koelingssystemen die in de rij te plaatsen zijn voor een betere koeling en een beter warmtebeheer. Met de Efficient Enterprise bespaart u geld doordat er van te voren al wordt nagedacht over het tegengaan van verspillingen. Alleen al door bijvoorbeeld over te schakelen van ruimte- op rijgebaseerde koeling, kunt u gemiddeld zo’n 35% aan elektriciteitskosten besparen.
3
De Efficient Enterprise zorgt voor een voorspelbare koeling en een vermindering van de gebruikskosten door... 1 Een compact koelingsontwerp te gebruiken.
Onze innovatieve InRow-architectuur maakt een efficiëntere en gerichtere koeling mogelijk door het verminderen van de afstand tussen de warmteproductie en -afvoer.
2 De warmte vast te houden.
Ons Hot Aisle Containment System vermindert hittegebieden door te voorkomen dat warme afgevoerde lucht wordt gemengd met koele lucht in de ruimte
3 Capaciteitsbeheer.
Intelligente, geïntegreerde software voor capaciteitsbeheer biedt u informatie in real-time over uw stroom- en koelingsvereisten.
4 Gebruik te maken van componenten met het
U wordt terugbetaald door ons systeem
juiste formaat.
Componenten met een geschikt formaat die ook afzonderlijk kunnen worden toegevoegd, maken een eind aan de verspilling van stroom die bovenmaatse bestaande systemen kennen.
Of u nu een nieuw datacenter aan het bouwen bent of de efficiëntie van bestaande systemen aan het analyseren bent, een gedegen oriëntatie is altijd de eerste stap. Voer de online Efficiency Audit voor uw onderneming uit om te zien hoe u kunt profiteren van een intelligent, geïntegreerd en efficiënt systeem: meer vermogen, meer controle en meer winst.
Download GRATIS uw white paper(s) binnen de komende 30 dagen en maak kans om een Samsung Home Theatre (Model BD 7200) te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74402t Tel 0800 020 3244 • Fax 0347 325225 ©2010 Schneider Electric, Alle rechten voorbehouden. Schneider Electric en APC zijn eigendom van Schneider Electric of hun dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren. 998-2524_NL APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland