nl
Varioline LCP GEBRUIKSAANWIJZING
Made in
Inhoud 1.
Inleiding........................................................................................................................................ 3
2.
Onze bijdrage aan de bescherming van het klimaat .................................................................... 3
3.
Veiligheidsvoorschriften .............................................................................................................. 3
4.
Belangrijke opmerkingen voor de installatie en ingebruikname ................................................. 4
5.
Brandstoffen ................................................................................................................................ 6
6.
Ongeschikte brandstoffen............................................................................................................ 6
7.
Niet-goedgekeurde brandstoffen ................................................................................................ 6
8.
Opbouw van het apparaat ........................................................................................................... 7
9.
Voorverwarmingsklep .................................................................................................................. 8
10.
Schudrooster ................................................................................................................................ 8
11.
Beveiliging van de aslade ............................................................................................................. 8
12.
Luchtregelaar ............................................................................................................................... 8
13.
Oven ............................................................................................................................................. 9
14.
Functieomschrijving ..................................................................................................................... 9
15.
Gebruiksaanwijzingen / Wijze van werking ............................................................................... 10
16.
Bediening pelletbrander ............................................................................................................ 11
17.
Starten en stoppen van het apparaat ........................................................................................ 11
18.
Opstart en uitschakelen van het toestel. ................................................................................... 12
19.
Reiniging schoorsteen ................................................................................................................ 13
20.
Schoorsteentest ......................................................................................................................... 13
21.
Instellingen ................................................................................................................................. 14
22.
Informatie .................................................................................................................................. 18
23.
Bedrijfsniveau ............................................................................................................................ 19
24.
Externe bediending / omgevingstoestel .................................................................................... 20
25.
Overzicht menu’s ....................................................................................................................... 20
26.
Eerste opstart ............................................................................................................................. 22
27.
Controle voor de opstart............................................................................................................ 22
28.
Pelletmodus ............................................................................................................................... 23
29.
Opstart pelletbrander ................................................................................................................ 23
30.
Het instellen van het verwarmingsvermogen ............................................................................ 23
31.
Het stoppen van de pellet brander ............................................................................................ 23
32.
Werking met houtblokken ......................................................................................................... 24
33.
Ontsteking met hout door pelletbrander .................................................................................. 25
34.
Verbranding op hout en pelletmodus........................................................................................ 26
35.
Verwarmen / koken / bakken en braden ................................................................................... 26
36.
Werking in de zomer / in de winter ........................................................................................... 27 1
37.
Serviceberichten ........................................................................................................................ 27
38.
Onderhoud / Schoonmaken ....................................................................................................... 29
39.
Gids om problemen op te lossen ............................................................................................... 37
40.
Klantenservice ............................................................................................................................ 40
41. Oplossingsgids pellet brander .......................................................................................................... 41 42. Resetten / beveiliging temperatuurlimiet (STB) .............................................................................. 44 43. Technische specificaties ................................................................................................................... 44 44. Goedkeuring ..................................................................................................................................... 45 45. Afmetingen van het apparaat / aansluitingen ................................................................................. 46 46. Garantievoorwaarden ...................................................................................................................... 47
2
Gelieve ook de instructies voor de installatie te raadplegen
1. Inleiding Door te kiezen voor de kachel van Varioline LCP, heeft u gekozen voor een kwaliteitsproduct van Lohberger. Wij hechten niet alleen bijzonder veel belang aan een tijdloos en elegant design, maar ook aan een geavanceerde verbrandingstechniek en een onberispelijke productie met hoogwaardige materialen. Een correct gebruik en onderhoud zijn van essentieel belang voor een probleemloze werking en een lange levensduur. Gelieve dus aandachtig deze handleiding te lezen. We zijn ervan overtuigd dat dit toestel u tevreden zal stellen.
2. Onze bijdrage aan de bescherming van het klimaat Het verbranden van hout realiseert eenzelfde hoeveelheid CO2 dat hij vooraf heeft opgenomen zoals een boom. Er is geen verschil tussen het verbranden van hout en de afbraak van het hout in het bos. De verwarming op hout respecteert de natuurlijke biologische cyclus.
3. Veiligheidsvoorschriften Tijdens de installatie en de werking
Gelieve tijdens de installatie de instructies te volgen en elk punt te respecteren. Respecteer de veiligheidsafstanden bij het installeren van de kachel. Controleer de dichtheid van het rookkanaal. Controleer of de kachel beschadigd is ( bijvoorbeeld de ruiten). Gebruik nooit meer hout dan nodig voor het nominaal vermogen ( ong. 1-2kg). Open langzaam de deur om brandstof toe te voegen. Laat de rook ontsnappen om te vermijden dat deze zich in OPGELET VOOR KINDEREN! Wanneer de kachel in werking is, wordt het toestel heel warm, vooral het raam en de bekleding. Zorg ervoor dat de kinderen op een veilige afstand blijven wanneer het toestel brandt. OPGELET! RISICO OP BRANDWONDEN Vergeet niet dat sommige onderdelen van het toestel ( laaddeur, handgrepen, ed.) warm worden tijdens de werking en er zo risico’s zijn op brandwonden. Gebruik de bijgeleverde veiligheidshandschoen of de verhoogde rooster voor werkzaamheden aan het toestel. OPGELET! BRANDGEVAAR De openingen voor de convectielucht mogen niet afgesloten worden om warmteontwikkeling te voorkomen. Bij de installatie van het toestel is het belangrijk een veilige afstand te bewaren tegenover alle brandbare voorwerpen.
de ruimte verspreidt. Denk eraan dat sommige elementen van de kachel ( verbindingskanaal, deur, handvat enz) warm worden tijdens het gebruik en er daarom risico is op brandgevaar! Sluit de kachel niet brandend af – explosiegevaar 3
Kookplaat
Te warme vetten en oliën kunnen uit zichzelf ontbranden, dus gelieve enkel gerechten te bereiden met vetten en oliën, bijvoorbeeld frieten, onder toezicht. Doof nooit een brand van vet of olie met water! Plaats het deksel erop en haal de pan van de kookplaat. Zet het toestel uit. Leg nooit aluminiumfolie of plastic op de kookplaat. Het plaatsen van brandbare of ontvlambare voorwerpen op de kookplaat tijdens de werking kunnen een gevaar vormen.
Oven
Verbrandingsgevaar bij het werken met de oven! Gebruik pannenlappen, handschoenen of andere soortgelijke voorwerpen. Laat niets in de oven liggen die het startpunt van een gevaar kan vormen. Wees voorzichtig bij het openen van de deur. Leun niet onmiddellijk boven de geopende ovendeur. Bij het openen kan de hete lucht of stoom ontsnappen via de deuropening. Sluit de ovendeur bij het gebruik altijd volledig af.
4. Belangrijke opmerkingen voor de installatie en ingebruikname
Gelieve eerst een plaatselijke schoorsteenveger te contacteren vooraleer u het toestel aansluit op de schouw. Deze documentatie moet zorgvuldig worden gelezen voor de installatie/ ingebruikname van het toestel. De garantie is niet geldig in geval van niet-naleving van de instructies. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. In geval van verlies sturen wij u graag een nieuw exemplaar. In deze handleiding vindt u belangrijke opmerkingen omtrent de veiligheid, het gebruik, het onderhoud van het toestel zodat u het product zo goed mogelijk kan gebruiken.
Een professionele en consistente installatie en opstart Het beveiligingsapparaat is alleen effectief als de installatie wordt uitgevoerd door een specialist in overeenstemming met de wet- en regelgeving en is van kracht op de plaats waar het toestel is geïnstalleerd. Naleving van de eisen van de wetgeving, normen en de juridische constructie richtlijnen en de strijd tegen het vuur is belangrijk. Zorg ervoor dat u goed op de hoogte bent van het advies van de schoorsteenveger in verband met de relevante voorwaarden of bouwtechnieken. Voldoende toevoer van verse lucht in de ruimte waar het toestel staat is een vereiste tijdens het stookseizoen. Het is noodzakelijk om een verwisseling van lucht te krijgen van minstens 0.8 keer het volume per uur door behulp van een permanente ventilatie. Als er goed afgesloten ramen en deuren of andere apparaten, zoals een afzuigkap, een wasdroger of een ventilator zijn, in de kamer waar de kachel staat en deze zuigen lucht, kan het nodig zijn dat er een externe luchttoevoer op de kachel moeten worden aangesloten. Dus een aansluiting van buiten (of andere ruimte) naar de verbranding in de kachel. De verse luchttoevoeropeningen mogen nooit worden afgesloten. De eerste 2-3 dagen van gebruik moet het vermogen worden vermindert. Metselwerk van de kachel kan langzaam drogen en zal zo een langere levensduur hebben! Wanneer de kachel in het begin in werking is, kan het zijn dat de vuurvaste bekleding scheurtjes vertonen als gevolg van spanning. De verwarmingsfunctie is echter niet in twijfel getrokken.
4
Correcte werking Correcte afhandeling door het juist behandelen van de aangewezen instructies, dienstverlening, alsmede de veiligheid en het behoud van het milieu. Houdt u er rekening mee dat uw apparaat niet is ontworpen voor de veiligheid van kinderen (deuren, enz..), En daarom niet door kinderen of onbevoegden kan worden gebruikt. In geval van installatie, inbedrijfstelling en uitvoering van het programma, afwijkend van de aangewezen instructies (in verband met de technische documentatie, handleiding) zal de garantie vervallen. Open de toegangsluik ter controle van de schoorsteentrek alleen bij de opstart van het toestel, dan moeten alle deuren (oven en verbrandingskamer) als de aslade gesloten zijn. Vermijd oververhitting van het toestel (bv. Het rood laten worden van de stalen kookplaat). De daaruit voortvloeiende schade is uitgesloten van garantie! Gebruik alleen de juiste brandstof door te kiezen voor hout/pellets die goed zijn voor het milieu, van hoge kwaliteit en droog. (Zie Brandstoffen.)
Vereiste voor het rookkanaal en de installatie van het toestel De overeenstemming en mogelijkheden van de werking van nieuwe rookkanalen of bestaande schouwen moeten worden bevestigd door een controlecertificaat afgeven door de verantwoordelijke schoorsteenveger, en dit voor de (eerste) ingebruikname van het toestel. Het kanaal moet worden vrijgegeven door de gebruiker (geen deksel of dop). Je moet een defect en / of wijziging van het rookkanaal of van de installatie altijd melden. Vanwege de lage rookgastemperatuur bij seizoensveranderingen moet het rookkanaal altijd gebouwd worden zodanig dat het ongevoelig is voor vocht en vooral waterdicht is. Rook of broeikasgassen moet kunnen ontsnappen in buitenlucht, zonder belemmering.
Periodieke reiniging en onderhoud Elke nieuwe kachel inclusief alle componenten aangesloten op het systeem (bv. schouw delen verbinding, ...) moeten regelmatig worden schoongemaakt en onderhouden om de juiste werking en goede prestaties te garanderen. Om dit te doen volgt u in de handleiding de instructies voor reiniging en onderhoud. Uw schoorsteenveger zal graag zorgen voor de reiniging van uw toestel. Alleen een mooi onderhouden en goed afgestelde toestel is een apparaat voor economische verwarming. Plaats alleen originele onderdelen, die u kan verkrijgen bij u verdeler of rechtstreeks bij ons. De slijtage onderdelen (bijv. afdichtingen), onderdelen voor hoge thermische ondersteuning (chamotte, gietstukken) of delen die gebroken zijn aan het toestel moeten snel vervangen of gerepareerd worden.
Aandacht Het is mogelijk dat de schoorsteen verstopt zit wanneer u uw toestel opnieuw opstart na een lange pauze. Voor u het toestel opstart, laat het controleren door een vakman (schoorsteenveger).
Correct gedrag bij brand van het toestel of rookkanaal Wanneer er een onregelmatige schoonmaken is van het toestel, van het aansluitingsstuk (toestel met rookkanaal) en het rookkanaal, of bij de verbranding van niet gepaste brandstoffen , kunnen de verbrandingsresten spontaan doen ontbranden. In dit geval volgt er een schoorsteenbrand. Sluit de deuren van de kachel en zet de regelklep op "0"! Houd brandbare onderdelen weg van het toestel! Vooral niet proberen om het vuur in het rookkanaal met water te blussen. De plotselinge vorming van waterdamp kan de schoorsteen doen ontploffen. -> Bel de brandweer op het alarmnummer! 5
5. Brandstoffen Hout De houtblokken dienen een vochtgehalte van circa. 20% te hebben volgens het gewicht van de watervrije stronk. Zo kunnen de houtblokken snel branden en bieden zo een grotere energie resultaat vergeleken met een dezelfde hoeveelheid hout maar met grote blokken(zit meer vocht in). Sparren, dennen en elzen worden in de open lucht ten minste 2 jaar opgeslagen, hardhouten 3 jaar (onder een dak): De betekenis van het vochtgehalte van hout voor energieresultaat is weergegeven in "de tabel Fig. 1":
PELLET / houtpellets Gebruik alleen pellets (Fig.1) die vergelijkbaar zijn met de kwaliteitsnormen in Oostenrijk Ö-Norm M7135 en Duitsland DIN +. Diameter 6 mm, lengte 30 mm max. Opslag van hout
Vochtgehalte
Rechtstreeks uit het bos (net gekapt) Opslag tijdens de winter Opslag tijdens de zomer Gedroogd door de wind Fig. 1
50%
Verwarmingsvermogen (kwh/kg) 2.3
40% 18-25% 15-20%
2.7 3.4 4.2
Opslag pellets Het vochtgehalte van pellets bedraagt tot 10% bij aflevering. Ze moeten worden vervoerd en absoluut droog worden opgeslagen. De lokale opslag moet vrij zijn van onzuiverheden.
6. Ongeschikte brandstoffen Nat hout, stukken schors, zaagsel, platen, kleine houtsnippers, houten deeltjes. Om het vuur aan te maken gebruik enkel kleine hoeveelheden papier. Papier geeft een hoog percentage aan vervuilde stoffen en as; de warmteafgifte waarde blijft minimaal.
7. Niet-goedgekeurde brandstoffen Behandelde houten (fineer, geïmpregneerd, bedekt, etc..), Spaanplaat, allerlei soorten afval (verpakkingen), kunststoffen, papier, rubber, leer, textiel, enz.. Verbranding van dergelijke materialen vervuilt het milieu en is bij wet verboden. Het gebruik van steenkool als brandstof is niet toegestaan. Het apparaat is niet getest op dergelijke brandstoffen. Schade aan het apparaat kan niet worden uitgesloten en vallen niet onder de garantie.
6
8. Opbouw van het apparaat
1 2
Fornuisstang Fornuiskader
3
Kookplaat ( keramiek / staal)
4
Deksel
15 Handvat brandkamer 16 Venster verbrandingskamer 17 Staaf om de rooster te schudden 18 Ovendeur
5 6 7 9 10 11 12
Touch display Zijwand Sokkel Voorkant Zijwand Opslaglade Knop voor primaire lucht
19 20 30 31 32 33 34
13 Knop voor secondaire lucht 14 Deur voor volledige reiniging
Handvat oven Klep voorverwarming Beschermingsrooster Pellet reservoir Verbindingskoker Aanvoerschroef Voedingseenheid met ketting 35 Voedingseenheid motor 36 Roostermotor
38 Hoofdmoederkaart 40 Rooster 41 Klink 42 Verberging voor sokkel vooraan 43 Aslade Pellets 44 Aslade Hout 45 Vleugelmoer 46 Reinigingsdeksel 47 Dichting reinigingsdeksel 48 Afzuigventilatie 49 Bakplaat 50 Ovenrooster 51 Laterale geleiding
7
9. Voorverwarmingsklep Voor een slechte trek hebben alle LOHBERGER toestellen een voorverwarmingsklep. Door het te openen kan een directe weg van de verbrandingskamer naar het rookkanaal verkregen worden. Zo hoeft het restgas (die warm is) niet de "lange" weg te nemen door het kookfornuis, maar zal ze sneller het rookkanaal bereiken. Wanneer de schoorsteentrek sterk genoeg is en dat de opwarmingsperiode voltooid is, kan u de voorverwarmingsklep weer sluiten. Het is geïntegreerd in de fornuisstang aan de andere zijde van de verbrandingskamer. Uittrekken = geopend; Lossen = gesloten.
10. Schudrooster / Stang De staaf om de vaste rooster te schudden is gemakkelijk hanteerbaar en dient om de as uit de rooster te verwijderen. De stang is geïntegreerd in de fornuisstang aan de kant van de verbrandingskamer. Gelieve de assen te verwijderen voor elke verbranding. Ledig regelmatig de aslade en reinig 1 of 2 keer per week de rooster.
11. Beveiliging van de aslade Aan de binnenkant van de asladedeur zit een klep die ervoor zorgt dat de asladedeur zich pas opent op hetzelfde moment van als de verbrandingskamerdeur. Dit voorkomt oververhitting van het fornuis.
12. Luchtregelaar Om een lang plezier van uw kachel te garanderen , zijn alle apparaten voorzien van een automatische temperatuurregeling als standaarduitrusting. Zo Zo kan de hoeveelheid luchtverbranding "beperkt " worden . Deze heeft slechts een beperkte invloed op het vermogen van de kachel . Dit wil wel zeggen dat je dit niet mag compenseren met teveel brandstof . Een zekere hoeveelheid hout vereist een bepaalde hoeveelheid zuurstof voor optimale verbranding . Als je minder lucht geeft aan het hout, die nodig is voor een schone en efficiënte verbranding , zal er minder energie worden geproduceerd in de verbrandingskamer (de kachel is dus voor het grootste deel beschermd tegen oververhitting ), daarentegen zal het ongebruikte “houtgas” via de schoorsteen verdwijnen . Het resultaat : een laag rendement en een hoge vervuiling . De oplossing : vul de kachel slechts met de geadviseerde hoeveelheid brandstof (respecteer een bepaalde aangewezen hoogte) . De lucht die via de rooster de verbrandingskamer binnenkomt, is verantwoordelijk voor het vermogen van het toestel, dit is omdat hij de warmtebasis produceert die leidt tot de " vergassing " van het hout . Gouden regel : veel lucht van onderen wil zeggen veel houtgas (instelbaar met behulp van de twee draaiknoppen op de voorkant ) . Het overige houtgas wordt met behulp van de voorverwarmde secundaire lucht ( verbrandingslucht JETIFIRE techniek ) gezuiverd en wordt verbrand ca . 950 ° C. De secundaire lucht ( de bovenste knop) komt binnen tussen de openingen in de achterwand van de verbrandingskamer, alsook via de onderkant en de bovenkant langs de verwarmingsdeur ( of venster) in de brandkamer . Het precieze gasmengsel van hout en secundaire warme lucht produceert een optimale verbranding - en dus , een goed verbruik van perfecte brandstof. De natuur danken wij !
8
Regeling van Primaire lucht Toevoer van primaire lucht, die nodig is voor de verbranding, is te regelen met de knop op de asladedeur. Zo wordt de snelheid van verbranding en daarmee de warmteafgifte van de kachel bepaald. Op "0", is de regelaar gesloten, er wordt geen verbrandingslucht geleid. Wanneer hij ingesteld is op "1", zal een beetje luchttoevoer worden gegeven, “1” is te kiezen wanneer men lang wil stoken. Wanneer knop op betekent maximale luchttoevoer, vooral nodig tijdens het voorverwarmen. => Regeling lucht zie tabel op pagina 20.
"3"
Regeling van Secondaire Lucht Door de secundaire lucht ( via bovenkant door verbrandingslucht die circuleert op de brandstof) wordt een schonere verbranding gegarandeerd, in overeenstemming met gebruikte brandstof. Regel de secundaire lucht met de twee knoppen aan de asladedeur. De aanduidingen "0" - "6" zijn zichtbaar. Door de knop op "0" te zetten, zal de hoeveelheid secundaire lucht sterk verlagen, bij wordt de hoeveelheid lucht verhoogt. => Regeling lucht zie tabel op pagina 20
de
"6"
BELANGRIJK: Wanneer u de pellets laat werken is het beter om de twee knoppen (lucht) op de stand “0” te zetten.
13. Oven Alle ovens zijn voorzien van een bakplaat en een ovenrooster waarvan de hoogte verstelbaar is met 4 laterale rekken. De ovenruimte is volledig geëmailleerd en daardoor eenvoudig te reinigen. (Opmerkingen over het reinigen zie pagina 21) Hete lucht circuleert rond de verwarmingselementen van de oven. De kronkelende weg van de rookgassen zorgt voor een gelijkmatige verdeling van temperatuur op de kookplaat (staal of CERAN) en in de oven, bovendien is er een voortdurende warmtestraling gegarandeerd. AANDACHT: U oven mag slechts een temperatuur van 400°C bereiken!! Gelieve de oven voor te verwarmen om te bakken en om gebak te maken, dit is belangrijk om een gelijkmatige temperatuurverdeling te bereiken. Om een temperatuur van ongeveer 250°C te bereiken, moet er een hevig vuur zijn. Beuk en vooral droog hout is hier ideaal voor.
Oven thermometer De glazen thermometer geeft een temperaturen van 0 tot 400 ° C aan. De temperatuur van de thermometer is indicatief om te bakken en kunnen enigszins afwijken.
14. Functieomschrijving De AquaInsert met pelletbrander is een verwarmings- apparaat dat speciaal is ontworpen om houtpellets te verbranden. Het toestel kan gebruikt worden om de ruimte waarin deze is geïnstalleerd te verwarmen . Ook met de ingebouwde verwarmingseenheid, om warm water te produceren, die door het element wordt vervoerd naar de centrale verwarming – wanneer een zonne-installatie eraan gekoppeld is, wordt de warmte toegevoerd aan een accumulator. Warmtestraling wordt verspreid via de bekleding, het ruitje , etc.. Om te verwarmen, zet het toestel aan . Wanneer de pellets in werking zijn, zal het toestel zich regelen volgens de ingestelde temperatuur van de boiler. De aanpassing van de ingestelde temperatuur van de ketel is uitgevoerd met de zomer / winter -instelling . De kracht van het apparaat kan voorts beïnvloed worden door aanpassing van de vermogensniveaus . Het geselecteerde vermogen zal zich beperken te verhogen wanneer de ingestelde temperatuur in de ketel bereikt wordt . Het apparaat kan automatisch in-of uitschakelen met behulp van een geïntegreerde automatische modus met 9
wekelijkse programmering of met behulp van een extern omgevingstemperatuurapparaat. Bij de opstart – of het nu automatisch of handmatig is - wordt de rooster automatisch gereinigd . Dankzij een vijs zonder einde(worm) (met een cellulaire sluiswiel die ingebouwd is als bescherming tegen terugslagvuur) , worden de pellets vervoerd naar de verbrandingskamer en worden elektrisch aangemaakt. De vijs zonder einde(worm) transporteert automatisch de pellets . De verbrandingskamer wordt toegevoerd op een gecontroleerde wijze met de zuurstof die nodig is voor de verbranding . De verbrandingsgassen branden eerst in de verbrandingskamer van de pelletmodule, om nadien verder te branden in de verbrandingskamer van het houtvak. De warmte wordt verspreid door de warmtewisselaars en via de bekleding. Een ventilator voor de aanzuigtrek, geregeld door de ingestelde hoeveelheid brandstof en vereiste verbrandingslucht, garandeert een stabiele onderdruk in het toestel en zo een betrouwbare afvoer van de rookgassen in de schoorsteen
15. Gebruiksaanwijzingen / Wijze van werking Toestel UITGESCHAKELD Het toestel is niet in werking, het scherm en de Menu knop zijn buiten gebruik. (FIg 1) Methode Hout De methode hout wordt weergeven met het symbool HOUT (afb 2). Op deze wijze kan het toestel op gebruikelijke wijze worden bediend met hout. Het opstarten en gebruik ervan zijn zoals een gewone kachel. => Manuele bediening van de installatieruimte, de inbouwinstallatie met geïntegreerde (optie) verwarming, biedt bovendien aan om warm water te produceren. De warmte wordt naar een warmte installatie geleid (buffervat, verwarmingscircuit,…) Methode Pellets Deze methode wordt met een vlamsymbool aangegeven, alsook een groene werkingswijze op de display. Het toestel regelt zich op basis van ingestelde parameters. => Automatische bediening van de installatie, de kachel is bovendien geschikt voor het produceren van warm water.(optie) De warmte wordt dan doorgestuurd naar verwarmingsinstallatie (buffervat, verwarmingscircuit,…)
10
16. Bediening pelletbrander Display: “staat van werking”
Brander UIT Brander AAN Opstart brander Controle houtblokken Houtblokken modus Stop brander
Grafische weergave: “werkingsmodus”
Weergave: “zomer/winter”
Hout= houtblokken modus Communicatie: zomeruur actief wintermodus
Hout + vlam= controle houtblokken leeg
Vlam= pelletmodus
Weergave: “Netwerkverbinding” Symbool rood: verbindingsfout Symbool grijs: inactieve verbinding Symbool groen: actieve verbinding Geen kabelverbinding
Toets “werkingsmodus”
Weergave: “informatie” vb:
Beluchting Brandstof overdracht Automatische modus Ontsteking Deur open Manuele modus Uur programmatie uitgeschakeld of weergave “ VERMOGEN”Kanteling van rooster (schakeling met de toets Extern OUT Koeling ketel “HOME” Koeling terugslagvlam Koeling rookgassen Maximum vermogen Schoorsteentest Minimum vermogen
Weergave: “Netwerkverbinding” MENU / REGELING TERUG OK SCHERM BLOKKERING NAAR BOVEN NAAR BENEDEN + (PLUS) - (MIN)
17. Starten en stoppen van het apparaat
Druk op de toets ON/OFF gedurende 2 seconden (Fig.4), tot het beginscherm verschijnt. Om het toestel uit te schakelen, moet de display op het beginscherm staan. Druk dan 2 seconden op de toets ON/OFF tot het scherm zich uitgeschakeld.
11
18. Opstart en uitschakelen van het toestel. Om over te gaan van het beginscherm naar het menu, druk op de toets Menu (Fig. 5) Om andere submenu’s te hebben, druk op de toets NAAR BOVEN of NAAR BENEDEN. (Fig.6)
Druk op de toets TERUG om een niveau terug te gaan (Fig.7). Druk op de toets Home om rechtstreeks naar het beginscherm te gaan. (Fig. 7) Om de respectievelijke instellingen te wijzigen, selecteer de witte tekst die naast de te wijzigen submenu staat. Wanneer ze geselecteerd zijn, komen de waarden in het groen te staan en kunnen ze gewijzigd worden met behulp van de toetsen +/-. De waarden die in het grijs staan zijn standaard parameters die niet mogen gewijzigd worden. Om de pelletbrander te starten, druk eenmaal op de toets ON/OFF (Fig 8.) De werkingsweergave op de display veranderd in het rood – brander gedoofd op groenopstart brander, de grafische weergave gaat over van houtblokken naar een vlammetje (Fig.9)
12
19. Reiniging schoorsteen Om een reiniging van het toestel of van het rookkanaal te doen alvorens de houtmodus te gebruiken. De aanzuigventilator wordt ingeschakeld, de omschakelklep gaat over naar pelletmodus. De ventilator wordt automatisch na 2 minuten ongeveer uitgeschakeld. 1.Selecteer reiniging schoorsteen in het hoofdmenu (Fig10.) 2.Een ventilatorsymbool verschijnt op het beginscherm (Fig.11) Opgelet: Het submenu Reiniging schoorsteen zal enkel in het hoofdmenu verschijnen indien de rookgassen een t° van minder dan 70°C hebben. Indien de rookgassen meer dan 70°C hebben tijdens het reinigingsproces, zal het proces automatisch worden stopgezet.
20. Schoorsteentest Teneinde de uitlaat te meten, is het mogelijk om de pelletbrander automatisch in te schakelen en uit te schakelen. De pelletbrander schakelt dan over naar maximale (H10) vermogen, de pompketel wordt opgestart en het toestel zal gedurende 30 minuten verwarmen om een keteltemperatuur van 85°C te bereiken. 1.Selecteer Schoorsteentest in het hoofdmenu.(Fig. 12) 2.Het beginscherm toont dan de informatie schoorsteentest (Fig. 13) Opgelet: de schoorsteentest is enkel mogelijk in pelletmodus. Het openen van de verbrandingsdeur tijdens deze test zal een onderbreking van het proces geven.
13
21. Instellingen De parameters van het toestel worden uitgevoerd in het menu Instellingen, selecteer Instellingen in het hoofdmenu. (Fig.14) Volgende submenu’s zijn beschikbaar:
Taal Uur/datum Automatische modus Uren van verwarming Scherm vergrendelen Service code Reset Zomer/winter WiFi Afstandsonderhoud
Uur / datum De regeling van huidige datum en uur worden als volgt ingesteld: 1. Selecteer in het hoofdmenu: Instellingen => uur/datum. 2.Stel het huidige uur in door middel van het toetsenbord en bevestig met OK. (Fig. 17) 3.Stel de huidige datum in en bevestig met OK. Opgelet: indien u een onjuist uur of datum ingeeft, zal een bericht tevoorschijn komen. Vervolgens kunt u het bericht met een OK bevestigen en opnieuw de juiste gegevens ingeven. Automatische modus Met de “automatische modus” kunt u bepalen of het apparaat moet manueel bedient worden of indien de ingestelde parameters moeten gebruikt worden om het toestel op te starten en uit te schakelen. De volgende werkingswijze kunnen gekozen worden: Auto: het toestel warmt op volgens de aangewezen verwarmingsketeltemperatuur binnen de geprogrammeerde verwarmingsuurroosters. Plus: het toestel verwarmt volgens de aangewezen verwarmingsketeltemperatuur, onafhankelijk van de dag en het uur. 1a.Selecteer in het hoofdmenu Instellingen=> PLUS/AUTO.(Fig.19) 1b. Druk op het beginscherm op de toets Modus (Fig.20), de tekst met AUTO of PLUS komt tevoorschijn. Opgelet: Indien het toestel moet in-en uitgeschakeld worden via een extern beleid, zoals van een kamerthermostaat, een buffervatthermostaat,... kan de automatische modus worden ingesteld op AUTO als op PLUS. Echter in geval van instelling PLUS, zal een externe bediening enkel rekening houden met de geprogrammeerde verwarmingsuurroosters.
14
Bovendien, moet u ervan op de hoogte zijn dat bij het gebruik van een externe bediening uw toestel, als uw brander in werking moeten zijn. (Groen punt + weergave op de display van brander werkt) Verwarmingsrooster In samenwerking met de “automatische modus”, is het mogelijk om verwarmingsroosters (tijden) te programmeren die zullen verwarmen in functie van de aangewezen keteltemperatuur. In het totaal zijn er 6 programma’s beschikbaar: 1. Selecteer in het hoofdmenu Instellingen => verwarmingsrooster (Fig. 21) 2. Het overzicht toont de geprogrammeerde verwarmingstijden in het groen. De periodes dat de brander uitgeschakeld is, zijn aangeduid in het grijs. 3. Om uurroosters in te geven of te wijzigen, druk op Menu (Fig.22). 4.Druk op het uur die naast de gewenste programmatie staat, (Fig.23) een cijfertoetsenbord verschijnt om dan de uren in te geven. Na het ingeven van het gewenste uur moet u bevestigen met OK. 5. Selecteer nu de dagen van de week waarop de uurroosters moeten worden toegepast. De actieve dagen staan in het groen. (Fig.23) 6. Om uurroosters te wissen, moet u het uur selecteren die naast het gewenste programma staat. Druk op de toets C, het uur is dan verwijderd, bevestig met OK. Schermvergrendeling U kan het scherm vergrendelen. De functie schermvergrendeling moet dan eerst geselecteerd worden in het menu Instellingen. 1.In het hoofdmenu, selecteer Instellingen=> STOP/START naast het vergrendelingsscherm, de tekst verschijnt met de instelling START of STOP (Fig.24) Nadat u terugkeert naar het beginscherm, zal de display na 30 seconden worden uitgeschakeld, enkel het scherm met de staat van de pelletbrander blijft zichtbaar. (Fig.25) De toetsen zijn inactief met uitzondering van de toets “Home”, ook voor het Touch screen scherm. Om te ontgrendelen, druk op de toets HOME. De display gaat in werking, dan moet u enkel op de toets vergrendelscherm drukken om de vergrendeling op te heffen. Indien binnen de 5 seconden er niet op de display wordt gedrukt zal het scherm terug uitvallen. OPGELET: schermvergrendeling is enkel actief op het beginscherm. Service code Om te bevestigen dat er een reiniging of een onderhoud aan het toestel is geweest, is er een servicecode nodig. Na 250 uren van werking, zal op het beginscherm Schoonmaak tevoorschijn komen. (Fig. 26). Door de code in te voeren om de schoonmaak te bevestigen zal ook de interne teller terug op nul 15
worden gezet. 1.Selecteer OK om de foutmelding te verwijderen. 2. Selecteer in de hoofdmenu Instellingen => Servicecode. (Fig.27) 3.Een cijfertoetsenbord komt tevoorschijn om de code in te geven, druk de code 1234 in en bevestig met OK. 4. Een ander scherm opent zich, bevestig de reiniging van het toestel met O. (Fig 28.) Het bericht onderhoud toestel komt tevoorschijn na 2000 uren van werking. Dit bericht kan enkel gewist worden door een technieker zelf. Een grondige reiniging alsook een onderhoud moeten dan gebeuren door een gespecialiseerde technieker. Dit is nodig voor een grondige controle van alle elementen en hun optimale werking. Gelieve u technieker hiervoor te contacteren. U kan het toestel wel blijven gebruiken, maar de melding blijft aan.
16
RAZ U kunt het toestel volledige resetten (RAZ) om zo alle parameters van de klant te verwijderen en zo hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen terug te hebben. 1.Selecteer in het hoofdmenu Instellingen => Reset (Fig. 29) 2. Selecteer OK om dit te bevestigen (Fig.30) Opgelet: in geval u het toestel reset, vergeet niet dat alle vorige ingestelde parameters van de klant verwijderd worden en dat enkel de fabrieksinstellingen (standaard) beschikbaar zijn. Zomer/Winter Om het verwarmingsvermogen te verminderen in de zomer, kan het toestel in zomermodus worden ingesteld. Deze instelling begrenst het regelbereik van de pelletbrander. De aangewezen keteltemperatuur is 75°C in wintermodus en 65°C in zomermodus. 1.Selecteer in het hoofdmenu Instellingen=> zomer/winter (Fig.31). WIFI In het geval het toestel voorzien is voor de module WIFI, het submenu WiFi is weergeven in de menu instellingen. De module Wifi maakt een draadloze internetverbinding (mits dat er een WIFI-Router aanwezig is). Om een link te maken met een Wifi router, gaat u als volgt te werk: 1.Selecteer in het hoofdmenu Instellingen=> WiFi (Fig. 32.) 2. Selecteer een beschikbare verbinding in het WiFi-Menu. 3. Een cijfertoetsenbord komt tevoorschijn om de code te kunnen invoeren, geef de code 1234 door en bevestig met OK. (Fig.33) 4. Het toestel schakelt onmiddellijk over naar het beginscherm, de verbinding is actief. Om een verbinding te verbreken, gaat u als volgt tewerk: 1.Selecteer in het hoofdmenu Instellingen=> WiFi (Fig. 32.) 2. Selecteer een beschikbare verbinding (groen) in de menu Wifi 3. Een scherm opent zich, bevestig het verwijderen van de verbinding met 0. Afstandsonderhoud De functie afstandsonderhoud laat toe aan de technieker toegang te hebben tot uw verwarmingssysteem via een internetverbinding. Zo kan de technicus van op afstand de juiste instellingen op uw apparaat corrigeren van foute parameters, het controleren van submenu’s, software-updates doen en nog zoveel meer. In de meeste gevallen kan het probleem van op afstand worden opgelost. U kunt deze functie activeren in de menu Instellingen: 1.selecteer in het hoofdmenu Instellingen=> afstandsonderhoud 2. Selecteer ON BELANGRIJK: het inschakelen van deze functie wil zeggen dat er gegevens worden doorgegeven en er dus informatieoverdracht is via internetverbinding. 17
22. Informatie U kunt informatie consulteren over de instellingen en submenu’s dankzij het menu Informatie. Om dit te doen moet u in de hoofdmenu het submenu Informatie selecteren.
De volgende submenu’s zijn beschikbaar: -
Sensoren (passieve componenten zoals sensoren,…) Onderdelen (componenten zoals motoren, ventilatoren,…) - Systeem / software versie - Werkingsuren
Sensoren Om de waarden van de sensoren te zien, moet u als volgt te werk gaan: 1.Selecteer in het hoofdmenu Informatie=> Sensoren (Fig. 36) T tampon Wanneer een sensor van een buffervat is aangesloten op het moederbord ( X 12/3 +4) voor de geïntegreerde functie van de regulatie van differentiële temperatuur, dan is de huidige temperatuur van het buffervat weergegeven als volgt “ T kolf.” Controle deur GESLOTEN= de deur of aslade zijn gesloten OPEN= de deur of aslade zijn open Controle rooster GESLOTEN= de pellet rooster is gesloten OPEN= de pellet rooster is open Extern contact ON= externe bediening of brug op het moederbord (X4/5+6) OFF= geen externe opdracht T Vlam Huidige temperatuur van de vlamsensor T rookgassen Huidige temperatuur van de rookgassensensor T aanvoer Huidige temperatuur van de aanvoersensor T boiler Huidige temperatuur van de boilersensor Controle van de klep ON= Pellet modus OFF= Hout modus Ventilator snelheid De huidige werking van de afzuigventilator Luchtdebit m/s De huidige snelheid van de verbrandingslucht van de pelletbrander Pelletsensor 1 0= geen pellets aanwezig 18 1= pellets aanwezig
Onderdelen Om de waarden van de onderdelen te zien, moet u als volgt tewerk gaan:
Roostermotor Aanvoer ON= de roostermotor is in werking ON= motor vijs zonder einde in werking OFF= de roostermotor is niet in werking OFF= motor vijs zonder einde niet in Ontsteking werking ON= ontsteking warmt op Snelheid pelletaanvoer OFF= de ontsteking warmt niet op Huidige waarde van de pelletaanvoer SysteemBoilerpomp / Software versie Ventilator ON= retourpomp boiler in werking Het submenu systeem/ software versie is ter beschikking om de ON= De afzuigventilator is in werking OFF= retourpomp boiler niet in werking verschillende soorten installaties of de gebruikte software weer te geven. OFF= De afzuigventilator is niet in werking Motor klep Snelheid ON=motorverbindingsklep in werking OFF= uitgeschakeld De huidige werking van de afzuigventilator 1. Selecteer in het hoofdmenu Informatie => Systeem / Software versie (Fig. 42) 2. Selecteer OK om er toegang tot te hebben. (Fig. 43) Werkingsuren Met deze functie worden het aantal bedrijfsuren weergegeven van de pelletbrander of het aantal uren te gaan tot de volgende onderhoudsbeurt. (alle 2000 uren) 1. 2.
Selecteer in het hoofdmenu Informatie => Werkingsuren. Selecteer OK om het venster te sluiten. (Fig. 44)
23. Bedrijfsniveau Het is in het bedrijfsniveau (Fig. 45) dat een vakman de mogelijkheid heeft om zaken te weergeven, parameters uit te voeren of te wijzigen, hij kan ook via deze weg de opstart doen en ook zo onderdelen testen. Om toevallige veranderingen van het apparaat te vermijden, is dit menu beveiligd met een toegangscode. OPMERKING: de instructies voor de instellingen van het toestel zitten in de rubriek “ Installatie en Montage” bijgevoegd.
19
24. Externe bediending / omgevingstoestel OPGELET: Het toestel kan elk moment automatisch starten! Wanneer objecten per ongeluk op het kookoppervlak worden geplaatst wanneer de brander automatisch begint te werken ( bijvoorbeeld bij het opstarten van een tijdelijk programma) , kunnen ze ontbranden en een brand veroorzaken. Om deze reden adviseren wij de installatie van een rookmelder of een brandalarm die in een noodsituatie een alarmsignaal uitzendt en die eventueel de toevoer van elektriciteit voor de werking van de pellets kan onderbreken! U kunt de pelletbrander in-of uitschakelen met een externe bediening. Een gesloten contact met het moederbord zal dan de brander bedienen. Zonder externe bediening, moet dit contact overbrugd worden (standaard). Een externe bediening is verbonden met het moederbord in de plaats van de overbrugging. Een extra activering van de software is niet nodig. De brander moet worden geactiveerd voor het gebruik met een externe bediening, op het eerste niveau van de menu, moet “ Toestel ON” vermeld staan. Wanneer de externe bediening actief is, zal de brander automatisch stoppen na 5 min en wacht op de volgende melding van de externe bediening. OPMERKING: -
Het toestel moet actief zijn (Toestel ON) et het verwarmingsvermogen moet voorgeprogrammeerd zijn Wanneer de externe bediening stopt, zal de brander nog 5 min werken.
25. Overzicht menu’s
20
Uur/datum Schoorsteen
Automatische werking => (Auto / Plus) Verwarmingsuren => T1, T2, T3, T4, T5, T6 Toesten geblokeerd => OFF/ON Service code => 1234
Parameters
Reset Zomer / winter WIFI ####
T buffervat
Deurcontrole Rooster controle Vrijkomen T vlam Sensoren
T uitgestoten gassen T voeding T buffervat Snelheid ventilatie
Toestel ON/ OFF, homescreen, werkingsuren, vermogen
Luchtdebit m/s
Hoofmenu
Pelletsensor 1 Aanvoer
Snelheid Pelletaanvoer Ventilator
Informatie Onderdelen
Snelheid Roostermoter Ontsteking Boilerpomp
Installatie / Software versie
Werkingsuren
Bedrijfsniveau
Enkel weergeven
Enkel weergeven
Code
Test schoorsteenveger
21
26. Eerste opstart
Laat kinderen niet zonder toezicht bij het apparaat: de installatie is niet veilig voor kinderen! Alle aansluitingen ( aansluiting van het rookkanaal, elektriciteit, ed.,..) moeten worden gecontroleerd voor de eerste ingebruikname. De ruit en de deur worden heet tijdens het gebruik ( de temperatuur kan 300°C bereiken). Let op dat u deze onderdelen niet aanraakt tijdens de werking. Houd de deur van de kachel gesloten, ook als het koud is. Zorg ervoor dat er zich niets in de verbrandingskamer alsook aan de ingang van de pellets bevindt. Het pellet reservoir kan worden aangevuld ( ten minste 5 kg pellets ) na de volledige installatie volgens de montage-en installatie-instructies.
Aanvullen van pellets Wij willen erop wijzen dat het gebruik van pellets met de normen DIN + & EN+ aangewezen zijn – zie etiket op pelletzak of vraag inlichtingen aan uw leverancier van pellets. Open het deksel van het reservoir. Om alle stof te vermijden in huis, ga zo dicht mogelijk bij het reservoir staan en doe ze er traag in. Na het vullen, doe het deksel van het reservoir toe. Hij moet ook tijdens de werking van de kachel gesloten zijn.
Controle Na het plaatsen van het toestel en de schouwaansluiting en voor de opstart moet u nog volgende stappen volgen: -
Open de deur van de verbrandingskamer en de aslade, en trek de aslade uit het toestel om zo de multifunctionele sleutel te nemen. Stalen kookplaat: in het frame van het fornuis moet een ruimte van 2mm zijn, anders kan de warmteafgifte het frame doen verkleuren! Van de stalen kookplaat moet u het roestwerend product verwijderen.
Wanneer u goed op de hoogte bent over de bediening van uw kookfornuis, mag u de opstart doen.
27. Controle voor de opstart Installatiedruk Het toestel moet gevuld zijn, de koude druk moet minder dan 1 bar zijn (max. 1.8 bar). De installatie moet gezuiverd worden, de sluitingsvijs van de automatische luchtlediging moet open zijn.
Schouw De schouw moet vrij zijn, de kuisdopen moeten gesloten zijn. Regelmatig de schouw laten schoonmaken door een schoorsteenveger.
Verbrandingslucht Zorg ervoor dat u voldoende verbrandingslucht hebt; vooral voor de toestellen die moeten werken met omgevingslucht, een constante aanvoer van verse lucht is noodzakelijk.
22
28. Pelletmodus De controle gebeurt volgens de ingestelde gewenste temperatuur van de boiler (75°C resp. 65°C, zie regeling ZOMER/WINTER). Als de gewenste boilertemperatuur hoger is dan 90°C, zal het toestel zich automatisch uitschakelen. Er verschijnt dan op de display, brander OFF. Het toestel zal enkel terug opstarten als de gewenste boilertemperatuur zakt met 3°C. OPMERKING: Het toestel kan op enkel moment automatisch opstarten, hou rekening met de opmerkingen onder het punt Externe Bediening/ omgevingstoestel.
29. Opstart pelletbrander Voor de werking van de pelletbrander, moet het toestel ingeschakeld zijn en de startpagina moet zichtbaar zijn. 1. Druk op ON/OFF 2. De display van de werkingsmodus gaat over van Brander OFF naar Brander ON (Fig. 46) 3. De pelletbrander gaat in werking, de verschillende werkingsfases zijn aangeduid met een tekst op de startpagina. (Fig. 47)
30. Het instellen van het verwarmingsvermogen Het warmtevermogen kan maar geregeld worden wanneer de manuele modus PLUS verschijnt 1. Druk op de startpagina op de toets AUTO/PLUS, tot de PLUS tevoorschijn komt. (Fig. 48.) 2. Druk dan op de toets + om het warmtevermogen te verhogen, en om te verminderen op de toets -. (Fig. 48) OPGELET: wanneer het warmtevermogen van de pelletbrander nog niet voldoende is op zijn maximale werking, kan ze verhoogt worden door het gebruik van hout. OPGELET: Wanneer het toestel moet opstarten via een externe bediening (vb: omgevingsthermostaat), is het noodzakelijk dat de pelletbrander als het toestel beide zijn ingeschakeld. (groen punt + weergave werkingsmodus Brander ON) (Fig. 48)
31. Het stoppen van de pellet brander Om de pelletbrander uit te schakelen, moet de startpagina weergegeven zijn. 1. Druk op ON/OFF (Fig. 49) 2. De display zal aantonen dat we van Brander ON naar Brander OFF gaan (Fig. Bild 51) 23
3. De brander schakelt zich uit.
32. Werking met houtblokken OPGELET: Voordat u start met de verwarming van hout, moet u de laadtoestand van het buffervat controleren. Wanneer het buffervat vol is, kan het waterdebit niet afgevoerd worden, of slechts voor korte tijd. Er kunnen problemen optreden en leiden tot een opening van de overloopbeveiliging via wegloopsysteem. OPGELET: geen enkele automatische regeling van het vermogen wordt uitgevoerd door de bediening van pellets tijdens de houtblokken modus. De regeling van het vermogen hangt af van het aantal houtblokken dat men stookt. Enkel de circuitpomp kan zich inschakelen of uitschakelen.
Het toestel moet ook elektronisch verbonden worden met de werking op hout, dit om beschadigingen aan de onderdelen van het toestel te voorkomen. De deur van de verbrandingskamer moet altijd worden gesloten, uitgezonderd tijdens de ontsteking, bij het aanvullen van de brandstof en het verwijderen van de assen, dit om het ontsnappen van rookgassen te voorkomen.
Opstart 1. 2. 3. 4.
Plaats de primaire lucht regulator (de onderste) op niveau 3 en de secondaire lucht regelaar naar niveau 6. Open de brandkamerdeur en doe wat krantenpapier en 2-3 kleine blokjes hout op de grill. Leg daarop 2-3 houtblokken en steek het aan. Sluit de brandkamerdeur, laat de asladedeur een beetje open en laat het hout opbranden, we hebben een hevige vlam. 5. Trek aan de bypass regeling 6. Sluit de asladedeur en de bypass regelaar na de eerste verwarmingsfase OPGELET: Wanneer er te weinig trek is ( door bijvoorbeeld het tussenseizoen, door het weer,…) is het mogelijk om lucht bij te geven in de schouw door middel van de bypass klep met de functie reiniging schoorsteen: zie pagina reiniging schoorsteen op pagina 14. Wanneer u het toestel manueel met houtblokken aansteekt, blijft de display op de functie Brander OFF (punt rood) (Fig. 50)
Aanvullen van brandhout -
Na de voorverwarmingsfase moet u hout bijvullen zoals op de
tabel ( zie volgens luchtregeling) Plaats de primaire luchtregelaar op 1. Zet de secondaire luchtregelaar op de positie die u zelf wenst. 24
Voor het hout raden wij aan: korte intervallen ( alle 30-50 minuten), 2 tot 3 kleine houtblokken (komt overeen met 1-2 kg hout) OPGELET: de houtblokken niet smijten in uw verbrandingskamer, anders kunnen u platen van de binnenkamer beschadigd worden.
De hoogte van het laden van hout Houd er rekening mee dat u uw kachel moet laden tot de onderkant van de secundaire luchtopeningen aan de zijkant en achterwand van de binnenkamer, of niet over de luchtopeningen van de vaste rooster achter de verbrandingsdeur, anders kan de luchtcirculatie onderbroken worden in de verbrandingskamer. Bij de kookfornuizen met venster kan er zich een roet op het venster produceren en zo wordt het venster troebel (keramische laag gaat weg) (geen garantie!), in ieder geval betekend dit een niet efficiënte en slechte verbranding.
Regeling van de verbrandingslucht De tabel toont de aangewezen regeling van de verbrandingslucht aan (na het bereiken van een goeie temperatuur). De lucht instellingen zijn referentiewaarden. Uiteindelijk moet de regeling van de verbrandingslucht en de warmtebehoefte bepaald worden in de praktijk. Tabel 2: Brandstof Beukenhout Nominaal vermogen Beukenhout
Primaire lucht 0.5-1.5
Secondaire lucht 6
Hoeveelheid 2.4-2.8 kg/ uur
0
6
0.7-1.4 kg/h
Richtwaarden voor de nodige verbranding en duur De aanbevolen hoeveelheid nominaal thermische vermogen worden weergegeven in tabel 2. Indien de hoeveelheden worden overschreden, kan schade ontstaan en als gevolg oververhitting veroorzaken !!!
33. Ontsteking met hout door pelletbrander U kunt uw hout ook snel en gemakkelijk aanmaken met de pelletbrander: 1. Open de verbrandingsdeur en leg er wat eik gekruist in op de rooster ( 2.4 kg ongeveer) 2. Sluit de deur 3. Druk op de toets ON/OFF. De display schakelt over op Brander ON (punt groen) (Fig.51) De pelletbrander start, de vlam zal het hout in de verbrandingskamer (hout) ontsteken. Doordat het vermogen om met hout te branden snel omhoog gaat, zal de pelletbrander automatisch in houtmodus gaan, de display zal dan aantonen Werking met hout. (Fig.52) Wanneer er houtblokken zijn om te blijven branden, zal de pelletbrander automatisch uitslaan. Wanneer er geen houtblokken meer zijn om te verbranden zal het toestel automatisch, na een zekere beveiligde tijd, terug in de pelletmodus gaan en verder verwarmen volgens het ingestelde vermogen. 25
Indien u niet wil dat de pelletbrander na de houtmodus ingeschakeld wordt, moet u 1 maal op de toets ON/OFF. Het punt die de modus aangeeft zal van groen naar rood gaan: de pelletbrander is uitgeschakeld.
34. Verbranding op hout en pelletmodus Wanneer er houtblokken worden toegevoegd in pelletmodus, zal het toestel automatisch overschakelen naar houtmodus. De display veranderd naar houtmodus. (Fig.53) OPGELET: als het toestel met een laag vermogen werkt, kan het zijn dat de houtdetector en dus de ontsteking vertraagd zal worden. Wanneer er houtblokken blijven branden, zal de pelletbrander automatisch worden uitgeschakeld. Wanneer geen houtblokken meer zijn om te verbranden zal het toestel automatisch, na een zekere beveiligde tijd, terug in de pelletmodus gaan en verder verwarmen volgens het ingestelde vermogen.
35. Verwarmen / koken / bakken en braden Verwarmen Als er op de rooster enkel nog smeullende houtskool ligt, dan moet u brandhout toevoegen en goed verspreiden op de rooster. Voor dat moet u de smeulende houtskool goed egaliseren en dan nieuwe brandstof toevoegen.
Verwarmen tijdens het tussenseizoen Wanneer de buitentemperaturen meer dan 15°C zijn, kan het zijn dat we een minder warm vuur hebben en dit door een mindere druk in de schouw. Dit fenomeen veroorzaakt meer roet in het rookkanaal en in het kookfornuis. U moet dan de primaire lucht verhogen, af en toe aan de rooster schudden en meer hout opsmijten (kleine houtblokken) om zo de roetaanslag tijdens tussenseizoen te verminderen.
Koken Het is het best om te koken op een warme kookplaat, niet gloeiend. Oververhitting betekent een verspilling van brandstof. De hoogste temperatuur op de kookplaat bevindt zich net boven de brandkamer (boven de vlamplaat, dit is JETIFIRE). Dit gedeelte leent zich dan ook zeer goed om snel te verwarmen. De wachtzone (verder weg van de brandkamer) kan gebruikt worden om te sudderen of om warm te blijven. Het beste zijn pannen te gebruiken met een stevige vlakke bodem en met aangepaste deksels.
Bakken & braden Voor het bakken en braden is een gelijkmatige warmte vereist. Om deze gelijkmatigheid en voldoende temperatuur te behalen, is het belangrijk dat het fornuis is voorverwarmt voor het te koken product en dit met de bypass klep gesloten. Wanneer het kookfornuis de gewenste temperatuur heeft, kan u het product beginnen bakken. Het is wel belangrijk dat de verbrandingskamer dan niet alleen met smeulende gloei is maar dat er regelmatig in kleine hoeveelheden houtblokken worden toegevoegd aan de verbrandingskamer. De gewenste oventemperatuur kan worden bereikt door het veranderen van de luchttoevoer. ( secondaire en primaire lucht) Hoge potten moeten op de onderste rail van de oven worden geplaatst. Alle taarten die in een bodem zitten moeten op een matig vuur worden klaargemaakt (180-200°C). Wanneer we platte koekjes op een bakplaat of cupcakes willen klaarmaken, kan je ze op 26
de twee rails plaatsen. Voor deze bereiding raden wij een temperatuur van 200-220°C aan. Om te braden hebben we zeer hoge temperaturen nodigen, daarvoor is het essentieel om zeker het toestel voor te verwarmen. OPMERKING: Verwijder de rookomleidingsplaat voor fornuizen met de optie centrale verwarming voor het bakken en braden (zie winterstand en zomerstand)
36. Werking in de zomer / in de winter (enkel voor fornuizen met optie centrale verwarming) Om het warmte gevende vermogen van het water in de zomer te verminderen (vooral wanneer men kookt), is een rookomleidingsplaat toegevoegd. OPGELET: de warmteafgifte vermindert ten opzichte van het watersysteem, maar is niet volledig afgeremd! Zelfs in de zomer, kan u zorgen voor een vermindering van warmtevermogen. In de zomer: -
Verwijder de rookomleidingsplaat
In de winter: -
Plaats de rookomleidingsplaat
Zonder rookomleidingsplaat is het warmtevermogen minder naar het water , maar de temperatuur is wel hoger om te bakken.
37. Serviceberichten Service bericht: “Reiniging Toestel” Het bericht Reining Toestel komt tevoorschijn na 250 werkuren(Fig. 55). Wanneer de reiniging is gebeurt, zal de display gereset worden door middel van een code SCHOONMAAK. De teller begint weer van nul. Voor meer informatie over het resetten van het servicebericht, zie “Service code” op pagina 16.
Service bericht “Onderhoud toestel” Het bericht Onderhoud toestel komt tevoorschijn na 2000 werkuren (Fig. 56). Een grondige reiniging als een onderhoud van het toestel door een gespecialiseerde vakman zijn een vereiste. Dit garandeert eveneens een controle van alle onderdelen en hun optimale werking. Gelieve uw technieker te contacteren. Wanneer het onderhoud gedaan is, zal de display gereset worden door middel van een code ONDERHOUD. De teller begint weer van nul. OPGELET: U kan een jaarlijks contract afsluiten met uw technieker. Gelieve hiervoor contact op te nemen met uw verkoper.
Service bericht 27
Het bericht “service” zal komen na enkele foutmeldingen zoals GEEN PELLETS, GEEN ONTSTEKING, of DEUR VERBRANDINGSKAMER OPEN, die de ene na de andere verschenen zijn op de display. (Fig.57) Dit bericht geeft een mogelijk probleem van vervuiling in het toestel aan. Ontruim het toestel, vooral het vuurmondstuk van de pelletbrander, aanslag van stof en roet met behulp van de bijgeleverde schoonmaakborstel en verwijder het bericht op de display door op OK te drukken.
28
38. Onderhoud / Schoonmaken Risico op brandwonden! Laat het toestel afkoelen voor het schoonmaken om contact met hete kolen of hele warme onderdelen te vermijden. Risico op brandwonden! Resten gloei kunnen aanwezig zijn in de assen: gooi de verzamelde assen enkel in een metalen afvalbak.
Een regelmatige reiniging en onderhoud van het toestel, de evacuatiebuizen als het rookkanaal zijn belangrijk voor de zekerheid van de installatie, alsook voor uw verbruik en het behouden van de waarde van het toestel. Een volledige reiniging is aangeraden na elke stookbeurt, en ook wanneer het toestel een lange tijd stil staat. (zie belangrijke opmerkingen pagina 4). Wanneer u het toestel veel gebruikt, en met een brandstof van mindere kwaliteit werkt, moet u de kachel nog meer reinigen!
Haal de rooster weg en reinig het met een borstel. Goed poetsen in de tussenruimtes van het rooster. Reinig de zijwanten van de binnenkamer en het rookkanaal met behulp van de borstel. Verwijder de aslade en maak hem leeg. Reinig de ruimte waar de aslade zich bevindt met een borstel of stofzuiger. Na het verwijderen van het schoorsteenluik, reinig de evacuatiekanalen met de daarvoor geschikte borstel. Controleer de dichtingskoorden van de verbrandingskamerdeur envan het schoorsteenluik, indien nodig vervang ze. Reinig de secundaire luchtopeningen aan de achterwand van de verbrandingskamer. Zorg ervoor dat alles op de juiste manier wordt teruggeplaatst volgens hun functie (rooster, schoorsteenluik, aslade) en/of zorg goed voor hun afdichting. OPGELET: de toestellen moeten regelmatig worden gecontroleerd door een specialist (klantendienst, schoorsteenveger)
Reiniging met stofzuiger Laat het toestel volledig afkoelen, en reinig het met een stofzuiger die voorzien is van een speciaal opzetstuk voor de assen (Ashcleaner) (Fig. 58) – Gevaar voor brand en brandwonden. Zorg ervoor dat het toestel volledig is afgekoeld alvorens het te reinigen om contact met hete gloei of hete onderdelen te vermijden.
Reinigingsopening 29
De reinigingsdeur is voorzien van een klik en draaisysteem (Fig. 59). Het reinigingsdeksel die zich achteraan het kookfornuis bevindt, is bevestigd met twee vleugelmoeren die moeten verwijderd worden voor het reinigen. Vooraleer u het deksel terugplaats, controleer afdichtingskoord en vervang indien nodig.
Rooster We kunnen de rooster gemakkelijk los maken van de assen door middel van een aspook. Indien de rooster en de luchtgroeven volledig verstopt zijn door gloei, resterende aangebrande korsten of andere verbrandingsrestanten, dan moet u de rooster er uithalen en reinigen. Dit kan u doen door de deur te openen van de verbrandingskamer als van de aslade, via de aslade kan u het rooster opheffen en hem via de verbrandingskamer eruit halen. Na het reinigen moet u de rooster terug via de verbrandingskamer naar binnen halen tot achter de achterste chamottestenen en zo de rooster laten zakken, en goed duwen tot hij op zijn plaats ligt. Gebruik de aspook. Reiniging om de 1 à 2 weken
Aslade Ledig de aslade volgens dat het nodig is. Zorg ervoor dat de berg assen de primaire luchtwegen niet verstopt – aanvoer primaire lucht. OPGELET: de as kan nog warme as bevatten, zorg ervoor dat u de assen in een metalen afvalbak gooit. Reiniging om de 1 à 2 weken
Aslade pelletbrander Open de deur van het pelletcompartiment (fig. 60) Ledig en reinig de aslade Reiniging om de 1 à 2 weken
30
Reiniging van de verbrandingskamer Reinig de verbrandingskamer met het daarbij meegeleverde apparaat. Verwijder de steen van de pelletbrander en de vlamtemperatuursensor en reinig met de daarbij horende schoonmaak borstel. Reiniging 1 à 2 keer per stookseizoen
Reiniging van de oven -
Verwijder de kookplaat Verwijder de restanten binnenin de oven Open de reinigingsdeur en verwijder het reinigingsdeksel Verwijder de assen met de daarbij horende asschep
OPGELET: het luchtscharnier van de afzuigventilator voor de pelletmodule is bevestigd aan de bodem van de oven. Zorg ervoor dat u de assen die zich rond de afzuigventilator bevinden er niet in doet. Reinig het luchtscharnier niet met een scherp voorwerp. Anders kan u het scharnier beschadigen. Reiniging 1 à 2 keer per stookseizoen
Reiniging van de pellet vlamstenen Verwijder de resten van de pelletbranderstenen en van de vlamtemperatuursensor door middel van bijgeleverde (zilveren) borstel (Fig. 63). Het is belangrijk om de borstel tot aan de rooster van de pelletbrander te laten gaan. Controleer: het handvat van de borstel mag niet hoger zijn dan de gebrande steen met slechts ongeveer 10 cm. Reiniging om de 1 à 2 weken
Reiniging van het rookgasafvoer Om dit te doen moet u de kookplaat opheffen en zo de aansluiting naar het rookkanaal en het rookkanaal zelf reinigen met een geschikte borstel of met een stofzuiger (enkel en alleen aangesloten op een ashcleaner- gevaar brand). De kanalen die lang zijn en eventueel met gebogen buizen moeten voorzien worden van een kuisluik.
Pelletreservoir Voor een goede werking van de pelletbrander, is het belangrijk dat het overblijvende zaagsel en pelletresten die zich aan de bodem van het reservoir bevinden worden verwijderd. Laat de pelletbrander volledig uitbranden tot er geen pellets meer in het reservoir zijn. Reinig daarna het reservoir en de vijs zonder einde. Reiniging 1 à 2 keer per stookseizoen
31
Ovendeur Om de oven te doen afkoelen, kunnen we de deur vergrendelen in een 70° positie. U kan ook de ovendeur volledig verwijderen. Dit heeft als voordeel dat u op die manier de oven grondig kan reinigen. Het verwijderen van de ovendeur -
Open de oven volledig, duw de clips van de deurscharnieren naar voor (Fig.65) Hou de ovendeur aan beide kanten vast en til hem lichtjes op, trek de scharnieren naar voren uit de deuropening (Fig. 66 + 67)
Herplaatsing van de ovendeur -
Neem de oven aan de beide kanten vast en plaats de scharnieren in de openingen van de oven, de scharnieren schakelen in elkaar (Fig. 68) Open de ovendeur volledig en doe dit langzaam, duw de clips terug in de scharnieren, sluit de ovendeur
Reiniging van de ovendeur Bij oververhitting of in het geval van een beschadigde afdichting, kan het gebeuren dat de binnenkant van het glasoven troebelig wordt (ondoorschijnend). Om het glas te reinigen, volg onderstaande instructies: -
Verwijder de ovendeur zoals hierboven aangegeven en leg deze op een schone oppervlakte, maak de vijzen van het handvat los en verwijder het. (Fig. 70) Duw de omkadering van de deur naar voor via de kant van het handvat en verwijder het. (Fig 71.) Verwijder de volledige beglazing en de siliconen afdichting.
OPGELET: kijk goed hoe de siliconen afdichting geplaatst is! -
Reinig het glas voorzichtig, gebruike een zachte reiniger (zoals zeepwater) en een zachte doek. Monteer de ovendeur weer samen in omgekeerde volgorde.
32
Zijrekken van de oven We kunnen de zijrekken van de oven ook verwijderen om zo het reinigen te vergemakkelijken. Verwijderen: Til de zijrekken omhoog en naar voor en haal ze uit de oven (Fig. 73) Monteren: Hou de rooster via achteraan vast, dan naar beneden duwen via de voorkant.
Reinig het glas van de verbrandingskamer Gebruik zachte reinigingsmiddelen (bijv: Zeepwater) en een zachte doek om de ramen van de verbrandingskamer te reinigen. Bij slecht weer, onvoldoende of onjuiste brandstof, of een ongeschikte bediening, kunnen de glazen van de verbrandingskamer beslaan. Om het schoon te maken zijn volgende instructies aangewezen: -
Open de verbrandingskamerdeur Schroef de 4 vijzen en de 6 schroeven los (Fig. 75). Hef de glazen deur volledig op via beneden en haal het voorzichtig weg. Het glas van de verbrandingsdeur kan enkel via de bovenkant verwijderd worden.
Montage Tijdens de montage, let er goed op dat de zijkant van de teruggeplaatste ruit zich aan de vaste kant van de verbrandingskamer bevindt. Zo zal de coating IR zich aan de binnenkant van het raampje bevinden, gedraaid naar het vuur. Voor de integratie van de deur, moet u omgekeerd tewerk gaan.
33
Stalen kookplaat OPMERKINGEN VOOR HET ONDERHOUD EN HET BEHOUDEN VAN EEN STALEN KOOKPLAAT De oppervlakte van een stalen kookplaat is gepolijst en geolied om het te beschermen tegen aantasting. Eerste verwarming Voor de eerste opstart, verwijder de bescherming tegen aantasting van de kookplaat. Let wel dat u uw raam open zet bij de eerste opstart omdat die bescherming een rook zal ontwikkelen met de daarbij horende onaangename geur, maar het is volledig veilig. Bovendien is een typische kleurverandering van de staalplaat bij verhitting aanwezig en dit van aan de warmste kant tot aan de boord van de kookplaat. Bij elke start, zal de kleurveranderingen regelmatig worden. Reiniging Reinig u stalen kookplaat na het stoken en wanneer het nog warm is. Gebruik hiervoor de traditionele schurende poeder of vloeistof. Verwijder hardnekkige korsten met het daarbij geleverde reinigingsdoekje. (opgelet: volg de richting van de lijnen van de stalen kookplaat; niet gebruiken voor de CERAN kookplaat, email, en plastiek). Veeg met een vochtige doek alles af en laat de kookplaat drogen. Dit is uiteraard sneller wanneer de oven nog warm is. Daarna moet u de kookplaat invetten met een niet aanzurende olie (vb: voor naaimachines of wapens) of met een beetje margarine. Laat geen potten of pannen op een koude kookplaat staan. Dit om te voorkomen dat er geen roeste boorden zouden verschijnen op de kookplaat. (moeilijk te verwijderen) Instandhouding Als uw kookfornuis een lange tijd ongebruikt blijft, is het aangeraden om na de reiniging van de kookplaat deze in te vetten met een niet aanzurende olie of met een beetje margarine. Voor het volgende gebruik, reinig de kookplaat eerst. Als u deze instructies respecteert voorkomt u vorming van roest en vlekken op de kookplaat en zo zal het kookfornuis zijn originele uitzicht altijd behouden. Zorg ervoor dat de uitzetbare dichting van de kookplaat altijd vrij zijn van verkorsting om een uitzetting van de kookplaat de garanderen tijdens het warmte effect. Zorg ervoor dat restanten van een droge maaltijden of vuile deeltjes niet in de dichting komen om zo het krom trekken van je kookplaat te vermijden. Opgelet: geen enkele garantie
34
CERAN kookplaat CERAN® wat is dat? De CERAN kookplaten van het bedrijf SCHOT van Mayence (Duitsland) zijn zeer goed bestand tegen hoge temperaturen en kunnen goed tegen abrupte snelle hoge temperaturen tot 750°C. CERAN is ongevoelig voor normale mechanische belasting van een keuken. Bovendien is de 4 mm dikke vitro-keramische kookplaat toegankelijk voor warmte. Het laat bijna volledig de warmtestralingen door de kookplaat en weinig warmte gaat verloren via de zijkanten. De CERAN kookplaten zijn gemakkelijk in onderhoud en de vlammen zijn zichtbaar. Onderhoudsinstructies en praktische aanraders voor de vitro-keramische kookplaten Reinig uw kookplaat grondig voor het eerste gebruik en later, regelmatig, wanneer ze lauw of koud heeft. Voorkom dat er vuiligheid op uw plaat ligt. Reinigingsinstructies -
-
Reinig alles met een propere doek Schraper (opgelet: enkel voor bovenkant plaat, en schraper speciaal voor vitro keramische platen), u mag in geen enkel geval verbrandingsresten van de binnenkant van de plaat wegnemen met de schraper omdat u zo de oneffenheden wegneemt en dit kan leiden tot krassen. Reinigingsproducten geschikt voor vitro-keramiek
De respectieve vervuilingsgraad bepaalt de keuze van het product: -
Reinig de vuiligheden die niet zijn aangebrand met een vochtige doek Reinig de verbrande resten die kleven met de schraper Reinig kalkvorming, watervlekken, vetplekken en kleursveranderingen in de kookplaat met een reinigingsmiddel gebruikelijk voor vitro-keramische kookplaten.
In het algemeen moet u alles van het reinigingsmiddel verwijderen (hoewel de handleiding anders zegt), omdat ze een bijtmiddel kunnen zijn wanneer men het toestel opnieuw opwarmt. Op het einde moet u alles laten drogen. Als u de kookplaat correct gebruikt behoudt hij zijn oorspronkelijke vorm. Belangrijk: -
Gebruik nooit agressieve of bijtende reinigingsproducten, zoals bijvoorbeeld aërosol voor BBQ en binnenkant ovens, of roestoplosser, schuursponsjes. Er kunnen ook krassen optreden als bijvoorbeeld zandkorrels van voorgewassen groenten zich aan de onderkant van uw kookpot bevindt en dit kan krassen maken op uw kookplaat als u de potten verschuift. De onderkant van potten en pannen kunnen randen of oneffenheden hebben en dit kan krassen maken in uw kookplaat, dit komt vooral voor bij gietijzeren en email kookpotten. Zorg ervoor dat de potten en pannen een droge en propere onderkant hebben. Vermijd een volledige verdamping van de inhoud uit email kookpotten. Hou alles ver weg van de kookplaat die kan smelten zoals bijvoorbeeld, kunststof, aluminiumfolie, suiker en andere gesuikerde gerechten.
Indien door onoplettendheid er resten op de kookplaat verbranden, verwijder ze onmiddellijk met de schraper (wanneer de plaat nog warm heeft), dit om een beschadiging van de plaat te verkomen. -
Schade veroorzaakt door suiker of zoete voedingsmiddelen kunnen worden vermeden door telkens voor het koken of voor het koken van gesuikerde gerechten de kookplaat te reinigen, dit met Ceran©-fix of Collo Profi. Deze producten zetten een silicone film op de plaat niet alleen om te beschermen maar maakt de plaat ook glad waardoor ze waterdicht wordt en waardoor ze niet kan aangetast worden door vuiligheid. Opgelet: bij hele hoge temperaturen verdwijnt de silicone film en daarom moet je ze af en toe terug instrijken met de toegewezen producten. 35
Wat gebeurd er indien… ? … wanneer een chemisch product niet meer voldoende is? Controleer of u met de schraper het probleem niet sneller kan oplossen. … er in de toekomst kleurveranderingen op de kookzones zijn? U heeft niet aangewezen reinigingsproducten gebruikt. De kleurveranderingen kunnen enkel nog met Sidol©, of alcohol of een metalen sponsje verwijderd worden, maar dit zal moeilijk zijn. … als het kookoppervlakte oneffenheden of schreven vertoont? De schade is veroorzaak door scheurende potten en pannen. Dit kan niet worden hersteld maar de werking van uw kookfornuis is niet veranderd. … wanneer er zich donkere vlekken vormen? Indien het reinigen met een schraper, de Sidol©, alcohol of een metalen spons geen effect hebben, zal het hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt zijn door een niet geschikte reinigingsproducten of een krassende kookpot. Waar moet u deze reinigingsproducten kopen? U kan deze producten kopen in een grootwarenhuis (rek van elektronische apparaten), supermarkten, keukenwinkels, winkel voor elektronische apparaten,… Opgelet: gebruik nooit aluminium potten ( soms te dun)! Aangezien de keramische kookplaat sterker is dan de meeste aluminium potten, kunnen lelijke strepen op het oppervlak tevoorschijn komen – eenmaal gebrand- kunt u ze niet meer verwijderen.
36
39.
Gids om problemen op te lossen
Voor een probleemloze werking van het toestel, zijn verschillende factoren noodzakelijk: Kookfornuis: installatie, aansluiting en inbedrijfstelling moeten correct zijn. Bediening en onderhoud: zie gebruiksaanwijzingen, regelmatige reiniging van het toestel, van de gasafvoerkanalen en de schouw. Schouw: juiste diameter, in perfecte staat met trekregelaar. Brandstof: gebruik hout van goeie kwaliteit en vooral droog hout. Het weer: geen verstikkende lucht in het rookkanaal. In de onderstaande lijst staan de mogelijke storingen, hun oorzaken en mogelijke oplossingen. Problemen
Mogelijke oorzaak Gloei en verbrandingsresten zitten vast in de rooster.
De schudrooster zit vast De aslade is overvol, de assen komen al door het rooster heen. De rooster is niet goed vastgeklikt. De schouw is nog te koud of er zit verstikkende lucht in de schouw. Er zit niet genoeg trek in de schouw.
Rookgassen die uit het toestel komen wanneer men de opstart doet of tijdens de verwarming.
Verandering van kleur op het kader van het kookfornuis; zijpanelen of op de handvaten.
Gebruik van hout die veel rook veroorzaakt, te vochtig is of van lage kwaliteit. De rookkanalen, verbindingsbuizen of de schouw zijn met een roetlaag bedekt of verstopt. De voorverwarmingsklep is niet open. Een dampkap (indien aanwezig) ligt aan.
Niet voldoende verbrandingslucht (verse lucht) van buiten. Teveel trek in de schouw (=> teveel vermogen.
Oplossing Verwijder de rooster van de assen met behulp van de assenschraper, reinig de rooster en verbrandingskamer. Ledig de aslade, reinig de verbrandingskamer en de ruimte van de aslade. Zie hoofdstuk rooster pagina 9
Laat papier volledig opbranden in uw kookfornuis of in het rookkanaal. Expertise van de schoorsteen door de verantwoordelijke schoorsteenveger op vlak van afmeting. ( eventueel het inwerken van een trekregelaar) Zie hoofdstuk brandstof pagina 7. Reinig uw kookfornuis en verbindingsbuizen zo goed en zo snel mogelijk. Laat ook een schoorsteenveger komen. Open de voorverwarmingsklep. Verminder het vermogen van uw dampkap; garandeer voldoende luchttoevoer van buiten, open een deur of een venster. Open een deur of een venster voor voldoende luchttoevoer van buiten. Expertise van de schoorsteen door de verantwoordelijke schoorsteenveger op vlak van afmeting en eventueel trekregelaar. 37
De kookplaat vervormt zich
Het fornuiskader of inox elementen veranderen van kleur De oven trekt krom en de email scheurt Teveel trek in de schouw
Het ovenglas wordt troebel
De temperatuur te laag ( het kookfornuis warmt niet op)
U rookkanaal is niet afgedicht of niet goed aangesloten. De trekregelaar is niet correct (te lage regeling, luchtregulatie niet afgestemd op de gebruikte brandstof) Gebruik van slecht hout, te vochtig of van slechte kwaliteit. Te weinig trek in de schouw, te wijten aan het weer, er is dikwijls verstikkende lucht in de schouw. De verbinding tussen het kookfornuis en de schoorsteen is doorlaatbaar, de mof is niet goed geïntegreerd geweest in de schouw, het kuisluik is ook niet goed afgesloten. De verbindingskanalen zijn niet goed afgeslepen en slecht verbonden.
Het kookfornuis, de verbindingskanalen en het rookkanaal zijn met een roetlaag en verstopt.
Zorg dat de kookplaat past of vervang ze; vraag aan uw schoorsteenveger om eventueel een klep te voorzien in de schouw. Reinig alle oppervlakten, vraag aan uw schoorsteenveger om eventueel een klep te voorzien in de schouw. Kleine beschadiging van de email heeft geen invloed op de werking van uw kachel. Indien er grote scheuren zijn, gelieve de dienst na verkoop te verwittigen. Vraag aan uw schoorsteenveger om eventueel een klep te voorzien in de schouw. Reinig het glas, of vervang het indien nodig. Vraag aan uw schoorsteenveger om eventueel een klep te voorzien in de schouw. Verbindt uw rookkanaal luchtdicht. Zie regeling luchtverbranding pagina 26.
Zie hoofdstuk brandstof pagina 7. Expertise van de schoorsteen door de verantwoordelijke schoorsteenveger op vlak van afmeting, staat en afdichting. Breek de schouwverbinding terug af, plaats de mof of verbindingsstuk terug en dicht de zijkanten goed af met een afdichtingskit. Idem met het eventuele kuisluik. Breek de schouwverbinding terug af, en verbind de buizen mooi op lijn en dicht mooi af door middel van tape of afdichtingskit. Reinig de verbrandingskamer, asladecompartiment, de verwarmingsbuizen die kunnen aangeladen zijn en de verbindingskanalen met de schouw grondig. Laat een schoorsteenveger komen. 38
Het kuisluik staat open ( niet goed dichtgemaakt sinds de laatste reinigingsbeurt).
Bevestig het kuisluik goed terug.
De stalen kookplaat is niet goed geplaatst.
Installeer een stalen kookplaat – laat een ruimte van 2 mm rondom het kookfornuis en de kookplaat. Vervang de defecte vermogenpomp. Open een venster of deur om voldoende luchttoevoer van buiten te garanderen. Zie regeling luchtverbranding pagina 26.
De vermogenpomp is defect. Niet genoeg verbrandingslucht (verse lucht) van buiten. De temperatuur is te hoog (gevaar voor oververhitting)
Incorrecte luchtregeling (te fel, niet aangepast aan het type brandhout) Verbrandingskamerdeur of asladedeur staan open. Te grote terugslag in de schouw Vermogen regulator van de asladedeur is defect of klep zit vast Verkeerd brandhout
De stalen kookplaat is aangetast
Wanneer er roestvlekken verschijnen op de kookplaat, kan de vochtigheid van de ruimte de oorzaak zijn (door verdamping bij het koken) Roestvlekken kunnen ook ontstaan door kookpotten die overlopen, van restjes eten, van vochtige afwas,…
De oven warmt niet op
De klep van voorverwarming staat nog open Verstikking in de schouw De vermogenpomp is defect
De ruit van de oven is troebel (ondoorzichtig)
Oververhitting van de oven
Versleten dichting
Sluit onmiddellijk de deuren Vraag aan u schoorsteenveger om eventueel een klep te installeren Vervang de vermogenpomp of reinig de asladedeur zie brandstoffen pagina 7 reinig de kookplaat en olie het in zonder een product met zuren. Reinig de kookplaat enkel wanneer het warm heeft. Na het koken, kuis de kookplaat af en olie het in. Kuis de roestte plekken af. Gebruik de kookplaat niet om voorwerpen op de plaatsen. Zie pagina 35 kookplaten. Sluit deze klep Contacteer uw schoorsteenveger Zie brandstoffen pagina 7 Zie opmerking wanneer temperatuur te hoog is. Verwijder de ovendeur, maak het venster los, haal de dichtingen weg en reinig het venster. Verander volledig het kader van de dichting of van de ruiten
39
40.
Klantenservice
Oostenrijk (Centrale) LOHBERGER Heiz u. Kochgeräte Technologie GmBH Landstraβe 19, 5231 Schalchen Telefoon: 0043/7742/5211-199 Fax: 0043/7742/58765-199 e-mail:
[email protected]
Gelieve te respecteren: Omdat onze dienst na verkoop uw reparaties tot een goed einde kan brengen of als er wisselstukken moeten worden opgestuurd, hebben we volgende informatie nodig: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Jullie exacte adres Jullie telefoonnummer, indien mogelijk jullie fax of jullie e-mail De exacte omschrijving van het apparaat (zie etiket) Wanneer de dienst na verkoop u kan komen bezoeken De aankoopdatum Een gedetailleerde beschrijving van het probleem of van uw wens U moet uw factuur ter beschikking hebben.
Op die manier zal er weinig tijd verloren gaan en weinig onnodige kosten moeten gemaakt worden, dit allemaal om efficiënt te kunnen werken.
40
41. Oplossingsgids pellet brander Wanneer er een fout optreedt, verschijnt er een rood scherm met een foutmelding op. Verbeter de fout door middel van onderstaande tabel en bevestig het ontvangen van een foutmelding. Dit door op de knop “OK” te drukken in het rood scherm.
Mogelijke oorzaak GEEN PELLETS
Leeg pellet reservoir Open kacheldeur Kuisluik staat open Aslade vol
GEEN ONTSTEKING
Geen ontsteking / geen ontsteking na stroomuitval
Uitgang vuurmond verplaatsen Luchtregelaar staat open Onvoldoende verse luchttoevoer Leeg reservoir Vuile rooster
Transport motor (pellets) is defect
VLAMTEMPERATUUR NIET BEREIKT De aangewezen vlamtemperatuur is niet behaald
Oplossing Pellets aanvullen Sluit de kacheldeur Sluit de kuisluiken Ledig de aslade (nadat het toestel is uitgeschakeld en koud heeft) Reinig het toestel Sluit de luchtregelaar Zorg ervoor dat er een permanente verse luchttoevoer is Vul het reservoir met pellets Ledig de aslade (na het uitschakelen en afkoelen van de het toestel Reinig de vijs zonder einde of bel naar de technische dienst
Onvoldoende verse luchttoevoer
Zorg ervoor dat er een permanente verse luchttoevoer is
Aslade vol
Ledig de aslade (na het uitschakelen en afkoelen van de het toestel Herstel de panne, laat het buffervat afkoelen , reset manueel het LTS, verlaat de foutmelding door op ok te duwen
Stroomonderbreking Panne van de Maximale verwarmingsONTKOPPELING VAN DE oververhittingstemperatuur circuitpomp VEILIGHEID (LTS) van de boiler is TEMPERATUURBEGRENZER overschreden (95°C), de Blokkering van het temperatuurbegrenzer verwarmingstoestel wordt in gang gezet (LTS) (radiator), eventueel thermisch ventiel Lucht in het buffervat/verwarmin gsinstallatie
Open het verwarmingstoestel bij herhaling laat het verbruik nazien door een installateur.
Het toestel doorblazen
41
Ledig de aslade (na het uitschakelen en afkoelen van de het toestel ONDERHOUDSPANNE
Foutmelding rooster
Pellets zitten vast OPGELET: als de lade weigert er uit te gaan, is de rooster misschien nog open doordat de pellets vastzitten Smijt 3 à 4 aanmaakblokjes in de vuurmond en zet de kachel aan, teneinde de onverbrande resten op de rooster op te branden. Eenmaal de foutmelding is opgelost, mag de aslade geledigd worden (na uitschakeling en afkoeling)
OVERVERHITTING VAN HET TOESTEL
Waarschuwing oververhitting verschijnt
VLAMSENSOR CC
De vlamtemperatuursensor is in kortsluiting
VLAMSENSOR I
Foutmelding vlamtemperatuursensor
Teveel brandstof toegediend Teveel trek in de schouw
De hoeveelheid van hout stoken, zie tabel pagina 26 Controleer de trek( schoorsteenveger, installateur) Vraag de technische dienst
Vijs zonder einde is losgekomen
controleer de aansluitingsvijzen (nadat het toestel zonder stroom is gezet)
Defecte kabel
Vraag naar de technische dienst Vraag naar de technische dienst Vraag naar de technische dienst
Vlamtemperatuursensor is defect ROOKGASSENSENSOR CC ROOKGASSENSENSOR I SPECIALE REINIGING
OPVULLINGSSENSOR CC OPVULLINGSENSOR I OPVULLINGSDEUR STAAT OPEN
Rookgassensensor is in kortsluiting Foutmelding rookgassensensor Dienstaankondiging : speciale reiniging
Aanvoersensor in kortsluiting Aanvoersensor defect De verbrandingskamerdeur of de aslade van de
Oorzaak zie vlamsensor I Probleem van eventuele vervuiling van het toestel
Oplossing zie vlamsensor I Verwijder de resten uit het toestel, in het bijzonder van het kanaal waar de vlammen uitkomen, met behulp van de bijgeleverde reinigingsborstel; verwijder de foutmelding op het scherm door een aantal seconden op OK te drukken. Vraag naar de technische dienst Oplossing zie vlamsensor I Doe de deur dicht van de verbrandingskamer en van de 42
BOILERSENSOR CC
pelletbrander staat open Boilersensor in kortsluiting
BOILERSENSOR I
Foutmelding boilersensor
OVERVERHITTING BOILER
Oververhitting, de temperatuurlimiet (90°C) is overschreden.
FOUTMELDING KLEP
De verwisselingsklep van luchtaanvoer/luchtafvoer is defect
TF/TA NIET BEREIKT
Limitwaarde temperatuur niet bereikt
GEEN ENKELE VERBINDING Geen enkele verbinding tussen het bedieningspaneel en het moederbord
FOUTMELDING VENTILATOR
ONVOLDOENDE LUCHTTOEVOER
Maximum regeling te laag
Toevoer verbrandingslucht is minder dan de limietwaarde
Oorzaak zie vlamsensor I Oorzaak zie overdrukbeveiliging die in werking is gegaan
Defecte motor, het contact einde loop is ontregeld, klep zit vast. Toestel is vuil De vlamtemperatuursensor of de rookgassentemperatuursensor is slecht geplaatst Het contact van de verbindingskabel is losgekoppeld. Beschadigde kabel Bedieningspaneel beschadigd Bedieningspaneel slecht gemonteerd. Vervuiling trekventilator
Het kanaal van luchttoevoer is niet vrij Luchtsensor vervuild/ defect
aslade pelletbrander. Vraag naar de technische dienst Oplossing zie vlamsensor I Zodra de boilertemperatuur tot 3°C onder de maximum ingestelde temperatuur zakt, dan zal het toestel automatisch terug in werking gaan, de foutmelding verdwijnt van de display. Contact einde loop regeling: in pelletmodus, moet het contact gesloten signaleren=> zie regeling klepmotor Reinig het toestel (nadat hij is uitgeschakeld en afgekoeld).
Controleer de positie van de temperatuursensors.
Connecties
Vervang de verbindingskabel Vervang het bedieningspaneel Controleer de montage van het bedieningspaneel (te vastgemaakt) Reinig de rookkanalen in de kachel en van de ventilator (na uitschakelen en afkoelen van het toestel). Controleer/ maak de weg vrij in de rookkanalen en aanvoeropening voor verse lucht. Vraag naar de technische dienst.
43
42. Resetten / beveiliging temperatuurlimiet (STB)
Wanneer de temperatuur hoger is dan toegelaten temperatuur van een boiler (95°C), dan zal de beveiliging temperatuurlimiet (STB) aanslaan, en de foutmelding F03 komt tevoorschijn. Eenmaal het toestel is afgekoeld moet u de STB resetten. Verwijder de plaat voor de sokkel Vijs de beveiligingsdop los/ het uiteinde verstrekt en druk op de rode knop om de temperatuurthermostaat terug op nul te zetten. Rode knop indrukken om op 0 te resetten.
43. Technische specificaties
Afmeting van de vulopening houtmodule Pellet reservoir Hoogte pellet reservoir Oven
LCP 80 F2+B2+P
355 x 150
355 x 150 100
355 x 200
355 x 200
mm
320 x 290 x 410
370 x 290 x 410
320 x 290 x 410
370 x 290 x 410
mm
657 x 507
707 x 507
707 x 507
757 x 507
m²
0,333
0,358
0,358
0,384
Liter Liter Liter Liter/kg Liter mm
4,5 4,5 33,2 18 / ~15 300 x 400 ~0,9 / ~1,5
Diepte x Breedte
mm mm
Breedte x Hoogte x diepte Breedte x Diepte
Aslade
Kachel Pelletmodus Kachel Pelletmodus Watervolume Breedte x diepte Minimaal/maximaal vermogen H03/H10
Ovenschotel/ Ovenrooster Max. drukwerking Max. temperatuurwerking Gewicht
LCP 75 B F2+B1+P 185 x 245
mm
oppervlakte
Max. verwarmingstijd
LCP 75 A F1+B2+P
Breedte x Hoogte
Kookplaat
Onderdeel van brandstofstockage Buffervat Ovenschotel Verbruik brandstof
LCP 70 F1+B1+P 135 x 245
Minimaal/maximaal vermogen H03/H10
6,2 36,5
36,5
39,8
350 x 400
~11 300 x 400
~11 350 x 400
350 x 400
300 x 400
350 x 400
Kg/uur ~16 / ~10 uur mm Bar °C
Inbouwkastomlijsting Kg
300 x 400 ong. 310
3* 90* ong. 322
ong. 325
ong. 337 44
in email Bekleding
Gegevens omtrent vermogen:
Kg
ong. 30 - 40
gegevens voor de berekening van de schoorsteen ( volgens de
DIN-normen 4705) Nominaal vermogen Hout / pellet kW 6/7 7 (9*) / 7 (9*) Plaatselijke Hout / pellet kW -/4,5 / 5 verwarming Warmte naar het Hout / pellet kW -/4,5 / 5 water Temperatuur van de Hout / pellet °C 210 / 160 220 (150*) / 160 (160*) rookgassen Debitmassa Hout / pellet 6/7 7 (7*) / 8,5 (8,5*) overblijvende rookgassen De nodige Nominaal 0,12 / 0,12 0,11 (0,12*) / 0,12 (0,12*) aandrijvingsdruk vermogen *… deze gegevens hebben betrekking op kookfornuizen met geïntegreerde centrale verwarming (aanvullend op type –Z, als speciale uitrusting)
Verbonden elektrische vermogen Elektrische voeding Energieverbruik ( opstart/uitvoering)
230 V / 50 Hz 360 W / 50 W
44. Goedkeuring De pelletmodule van Lohberger is gecontroleerd met succes door de Technische Universiteit van Wenen (Oostenrijk) volgens de Europese Normen van kracht. N° du PV naleving: PL-0418-P-E De ontwikkelingen volgens artikel 15aB-VG over preventieve maatregelen en energiebesparing zijn gerespecteerd. Bovendien hebben ze de limietwaarden voor gasuitstoot gerespecteerd volgens: de Regensburg Normen, Stuttgart Normen en het decreet van München.
45
45. Afmetingen van het apparaat / aansluitingen
Hoogte van de rookkanaalverbinding voor een hoogte van 85 cm van het kookfornuis!! Opgelet verandering van hoogte wanneer er een brandbeschermingseenheid voorzien wordt. + 5cm of +7.5 cm (gesloten versie)
46
46. Garantievoorwaarden Garantie: Lohberger biedt over het algemeen een garantie van 3 jaar, dit omvat rechtvaardigende materiaal-of productiefouten. Het recht op garantie vervalt 5 jaar na de fabricatie van het toestel. Voor sommige soorten en onderdelen, zijn er speciale beperkingen: garantie voor cv-toestellen is afhankelijk van de juiste montage met een terugkeerpomp of met een integratie van een verbindingskast (AME.4). Uitzonderingen: De garantie geld niet voor normale slijtage waaraan elk toestel is onderworpen door het verwarmingsproces van het kookfornuis. De onderdelen die gevoelig zijn aan natuurlijke slijtage zijn bijvoorbeeld: vuurvaste stenen met kleurverandering of scheuren die geen invloed hebben op een mindere werking van het kookfornuis als hun positie in de binnenkamer onveranderd blijft. Glas (glasbreuk te wijten aan externe factoren, verandering van het oppervlak door verschillende thermische warmte-overbelasting door de vlammen, zoals roet of opvliegende assen die gebrand worden op het glas). Verandering van kleur van het vernis door overbelasting of oververhitting. Dichtingen (bijvoorbeeld verharding of scheuren door thermische overbelastingen. Bekleding van het kookfornuis (regelmatige reiniging of reiniging met agressieve reinigingsproducten. De gietijzeren elementen (de onderdelen en rooster in gietijzer, de rookomkeerplaat en de stenen in de verbrandingskamer. Pellets- transportsysteem, schudrooster, ontstekingselementen en temperatuursensor van de pelletmodule Lohberger. Begin van de garantie: De garantie start vanaf het moment dat het kookfornuis in uw handen is als “gebruiker”. Gelieve de gebruiksaanwijzingen, de garantiekaart en de factuur goed bij te houden. Een voorafgaande voorwaarde voor onze verplichte garantie is de montage en de correcte aansluiting van het toestel volgens onze instructies en volgens EN/DIN/Ö van kracht, alsook een juist gebruik van het toestel en goed onderhoud volgens de gegeven instructies. Herstellingen: Wij testen zorgvuldig jullie toestel en zullen bepalen of de garantie van toepassing is. Als dit het geval is, beslissen we op welke manier we het toestel zullen herstellen. In het geval van reparatie, is Lohberger verantwoordelijk voor een goeie herstelling van het toestel ter plaatse of in de fabriek zelf. Dit heeft geen invloed op het begin van de garantie vastgesteld bij de levering. Indien wij genoodzaakt zijn een nieuw toestel te plaatsen dan wordt de garantietijd terug aangepast aan het nieuwe toestel. Indien het toestel voor herstelling naar de fabriek moeten worden opgestuurd, gelieve de aankoopfactuur er bij toe te voegen. Kosten: Lohberger neem alle kosten op zich tijdens de garantieperiode. Indien wij beslissen dat de herstelling in de fabriek zelf moet gebeuren, zal Lohbeger het transport en de verantwoordelijkheid van het transport op zich nemen. Aansprakelijkheid clausule: Wij wijzen alle verantwoordelijkheid af voor verlies of schade aan het apparaat als gevolg van diefstal, brand, vandalisme of andere redenen. Wij zijn ook niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade veroorzaakt bij levering of tijdens de levering van het toestel, tenzij het toestel is geleverd door onze zorgen of door ons een gekozen transportfirma. Wij wijzen ook alle verantwoordelijkheid af als de schade is aangebracht door chemische of elektrochemische elementen (bijvoorbeeld: vervuilde verbrandingslucht, warm water niet conform aan de VDI norm –bijvoorbeeld “ afzetten van ketelsteen”, enz) of een installatie niet conform aan de technische voorschriften en/of Lohberger Alle veranderingen of manipulatie van een niet documentatie. geautoriseerde persoon betekent een onmiddellijke annulatie van de garantie. In het algemeen, zijn alle werken van instellingen en veranderingen betalend.
47
48
Lohbe Lohb
Lohb
Lohb
LOHBERGER HEIZ + KOCHGERÄTE TECHNOLOGIE GMBH LOHBERGER HEIZ- U. KOCHGERÄTE TECHNOLOGIE GMBH
Landstraße 19, A-5231 Schalchen Landstraße 19, A-5231 Schalchen 400 Tel. +43 (0) 7742/5211-400 www.lohberger.com Tel. ++43/(0)7742/5211-0 Fax +43 (0) 7742/58765-110 www.facebook.com/lohbergerAT Fax ++43/(0)7742/58765-110
[email protected] offi10-2014
[email protected] Version: www.lohberger.com www.lohberger.com www.facebook.com/lohberger.schalchen
made in Austria
Geprüft nach: DIN EN 12815 und österr. Art. 15a B-VG Erfüllung strengster Umweltauflagen wie zB. Regensburger, Stuttgarter Norm, Münchner Verordnung und den Anforderungen der BImschV.
Leichte Farbabweichungen aus drucktechnischen Gründen, Druckfehler, Maßänderungen und technische Änderungen vorbehalten! Ausgabe: April 2012 Uppercut
Voor zichtbaar en waarneembare schade aan de lak of email door een fabrieksfout, worden we verantwoordelijk gehouden alleen als we hiervan schriftelijk in kennis worden gebracht dit na 15 dagen na de uitlevering van het toestel.
Lohber