2010 activiteitenverslag
Vlaamse Compostorganisatie vzw
activiteitenverslag 2010 inhoud
Woord vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Kringlooptuinieren en thuiscomposteren . . . . 4 Expertise van Vlaco . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Inzameling en verwerking in Vlaanderen . . . . 18 Kwaliteitscontrole en certificering . . . . . . . . . 22 Onderzoek naar gebruik van eindproducten 29 Afzetmarkten van eindproducten . . . . . . . . . . 36 Marketing resulteert in afzet van compost . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 communicatie-duizendpoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Financieel verslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Veel graantjes maken een groot brood . . . . . . 46 Publicatielijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Ledenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
blz 2 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Woord vooraf Vlaco is 2010 gestart met een nieuwe huisstijl. Na 18 jaar met het oude logo, was het tijd voor een nieuwe wind. Frisse foto’s, kleuren en een gemoderniseerd logo, nieuw, maar toch vertrouwd. Een nieuw elan ook voor onze materialenkringloop die via de cradle-to-cradle visie een nieuwe verpakking krijgt voor een “oud” gedachtengoed. Over cradle-to-cradle (van wieg tot wieg of kortweg C2C) is de laatste jaren veel gezegd en geschreven. De principes zijn verrassend eenvoudig: ontwerp producten en omgevingen zodanig dat alles voedingsstof wordt (de natuur kent geen afval), gebruik de zon als energiebron en stimuleer diversiteit. Zoals in Vlaanderen in Actie-PACT 2020 is opgenomen is het ultieme doel van materialenbeheer het hoogwaardig en efficiënt sluiten en grondig hertekenen van materiaalkringlopen om van Vlaanderen een efficiënt draaiende kringloopeconomie te maken met een zo laag mogelijk grondstof-, energie- en materiaalgebruik. Een nieuwe en verfrissende kijk op duurzaam ontwikkelen. Maar is dat niet iets waar we ons bij Vlaco al 19 jaar voor inspannen? Het efficiënt en duurzaam sluiten van materiaal-, koolstof- en nutriëntkringlopen zowel met het kringlooptuinieren, het composteren als het vergisten.. Met de combinatie gft-vergisting en nacompostering en de covergisting met volledige nabehandeling staan we in Vlaanderen aan de top qua technologie en exploitatie, met aandacht voor optimalisatie in de ganse keten, met aandacht voor de humuswaarde, nutriënten en energie. Er is echter een marktomgeving en ondersteunend overheidsbeleid nodig die onze sector en bedrijven verder ruimte bieden voor deze duurzame materialenaanpak bij de biologische verwerking. “Groene” afvalstoffen zijn waardevolle grondstoffen die worden omgevormd tot nieuwe bouwstenen voor onze tuin. Vlaco heeft ook in 2010 verder gewerkt om deze theorie in de praktijk te implementeren en demonstreren. Zo hebben we in 2010 voor de eerste keer deelgenomen aan de 5-jaarlijkse Floraliën in Gent. Een heuse krachttoer! Vlaco heeft er een 250 m² grote kringlooptuin opgebouwd. De snipperwand was de eyecatcher. Diverse kringloopelementen zijn er in verwerkt: vaste planten, mulchen, thuiscomposteren, creatief met snoeihout, gazon, gemengde haag, tuinleven, enz. Het spreekt voor zich dat er compost werd gebruikt bij de realisatie van de kringlooptuin. Meer zelfs: kwalitatief hoogwaardige Vlaco-compost is gebruikt in álle tuinen van de Floraliën. Daarmee hebben zowel wij als de Floraliën resoluut gekozen voor duurzaamheid. Door turf te vervangen door compost heeft de Floraliën 74 ton CO2 bespaart. Dit komt overeen met de uitstoot van een auto die 500.000 km rijdt. In navolging van het traject ‘onafhankelijke certificering’ en zoals vastgelegd in het Wijzigingsbesluit van VLAREA (Belgisch Staatsblad 1.04.2009) heeft Vlaco vzw zijn controle- en certificeringsactiviteiten voor composteren en vergisten ondergebracht in een systeem van onafhankelijke certificering. In dit kader werd ook de Vlaamse Certificeringscommissie Meststoffen-Bodemverbeterende Midde-
len opgericht en is het systeem van controle en certificering volledig uitgeschreven in een Algemeen Reglement van de Certificering dat gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad. Om alle informatie omtrent de kwaliteitscontrole en certificering beschikbaar te stellen, is een weblink voor de onafhankelijke certificering ontwikkeld. Vlaco heeft met glans de audit door de auditor van de Certificeringscommissie doorstaan. De auditor was onder de indruk van de doorgedreven onafhankelijkheid die Vlaco in de kwaliteisopvolging en het certificeringssysteem heeft doorgevoerd. Ook de ECN-audit heeft Vlaco vlot doorlopen. De auditoren hebben meermaals hun grote tevredenheid uitgedrukt over de goede voorbereiding en de doordachte en kwaliteitsvolle toepassing van de controle- en het certificeringssysteem. Op de Algemene Vergadering van ECN in Dublin is. het ECN-QAS- Conformiteitslabel aan Vlaco toegekend. We willen ook in de toekomst de hoge kwaliteitsnormen voor compost kunnen blijven garanderen. De voordelen van compost zijn legio en compost kan in belangrijke mate schaarse en eindige primaire grondstoffen als bijvoorbeeld turf op een duurzame manier vervangen. De eerste stappen zijn gezet om een duurzame potgrond met minder turf en meer groencompost te maken. Voor deze hoogwaardige toepassing, die een belangrijke (financiële) meerwaarde voor de compostafzet kan betekenen, is een compost met een hoog gehalte aan stabiele humus enorm belangrijk. Dat neemt niet weg dat de compostsector een belangrijke bijdrage kan leveren aan de doelstellingen voor hernieuwbare energie. Om deze twee zaken naast elkaar te optimaliseren is ervaring en kennis van het composteringsproces noodzakelijk. Vlaco vzw rondde in de loop van juli de studie optimalisering compostering af. Op basis van deze resultaten, aangevuld met kennis en ervaring van Vlaco vzw en de compostproducenten, heeft Vlaco vzw ook beleidsaanbevelingen voor OVAM in verband met het realiseren van een regiefunctie voor erkende en gecontroleerde compostproducenten geformuleerd. Ook voor de eindproducten van de co-vergisting is verdere differentiatie en marktgerichte productontwikkeling noodzakelijk om de afzetmarkt uit te breiden. Differentiatie in producten betekent immers een verbreding van het klantpotentieel en een verbetering in de marktpositie. De verdere behandeling van het digestaat tot gedroogde korrels of pellets biedt opportuniteiten voor (verre) export, maar ook voor afzet bij particulieren. Een stabiel gekorreld product met een voldoende hoog droge stofgehalte kan worden opgezakt en aangeboden als alternatief voor de organische meststoffen. In 2010 zijn door Vlaco, in samenwerking met een aantal producenten, stappen ondernomen om dit wettelijk te regelen. Op deze manier levert Vlaco, samen met de leden, een belangrijke bijdrage aan het duurzaam materialen- en kringloopbeheer. Bij het lezen van het activiteitenverslag 2010 kan u ervaren hoe de groene kringloop verweven zit in de werking. Geniet ervan ! Luc Vanacker Voorzitter Vlaco vzw ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
3
Kringlooptuinieren en thuiscomposteren
Scholenwerkingen Vorming Sinds enkele jaren ontvingen we regelmatig de vraag van compostmeesters, IGV-contactpersonen en geïnteresseerde leerkrachten, of Vlaco vzw basispakket zou kunnen aanleveren waarmee compostmeesters kunnen bijgeschoold worden om in scholen kinderen de composteerkneepjes bij te brengen,. Vlaco vzw ging uiteraard met veel plezier in op deze vraag.
Op basis van diverse overlegmomenten, op basis van eerdere ervaringen met compostlessen voor kinderen, op basis van een aantal studiemomenten over werken met doelgroepen, op basis van contacten met verschillende IGVverantwoordelijken en op basis van de vertrouwde Vlacocompostcursus stelden we een bijscholing ‘Composteren met kinderen’ op. We stoomden vijftien enthousiaste Vlacolesgevers klaar om deze bijscholingen te geven. De bijscholing focust op kleuters en lagereschoolkinderen en bestaat uit een 4-tal onderdelen: 1. informatie over de rol en functie van de compostmeester in de klas 2. taal, sociaal gedrag, motoriek en kennis van de verschillende leeftijdscategorieën 3. het licht aangepaste theoretisch gedeelte van de huidige compostcursus 4. beschikbaar basismateriaal
blz 4 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Van jongs af de kringloopboodschap mee geven Ondertussen vormt dit lessenpakket één van de belangrijkste bijscholingen van Vlaco. Het succes van deze bijscholing stimuleerde ons om ook mee te werken aan composteerlessenpakketten voor andere leeftijdscategorieën: - Vlaco vzw stelt zijn kennis ter beschikking van Technoki(d)ts. Het e-learning project Technoki(d)ts is een initiatief van Hogeschool West-Vlaanderen, en kwam tot stand binnen het actieplan ‘Wetenschapsinformatie en Innovatie van de Vlaamse Gemeenschap’. Technoki(d)ts wil de jeugd – de doelgroep omvat de hogere graad van het secundair onderwijs – sensibiliseren inzake wetenschap en technologie, en geeft pedagogische, didactische en technologische ondersteuning aan leerkrachten secundair onderwijs om bij leerlingen interesse op te wekken voor technologie en wetenschap door middel van multimediale cd-roms die in de klas kunnen worden gebruikt. Eind 2010 werd de CD-rom ‘Compost, van afval tot grondstof’ gefinaliseerd; vanaf begin 2011 is deze beschikbaar voor het grote publiek. - In 2010 legden we de basis voor compostprojecten en –workshops in de lagere graad van het secundair
onderwijs. Op vraag van de ‘Dienst Leren en Onderwijzen’ van het katholiek onderwijs wordt een uitgebreide composteer-projectfiche uitgewerkt waarmee leraars aan de slag kunnen en hun milieu-, techniek- en biochemielessen concreet kunnen stofferen. In 2010 begonnen we ook met het opleiden van school-compostmeesters (de zgn. kringloopkrachten). In de loop van 2011 zullen deze compostmeesters zowel pedagogisch als inhoudelijk verder worden bekwaamd, zodat zij op een gestructureerde manier de kringloopboodschap in kleuter- en lagere school kunnen gaan uitdragen.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
RONDE VAN DE INTERCOMMUNALES Vlaco vzw begeleidt intergemeentelijke verenigingen (IGV’s) (en gemeenten) bij de promotie van kringlooptechnieken bij hun burgers en in openbaar groen. De IGV’s vormen hierbij, als onze leden, belangrijke sturende partners. Op basis van diverse overlegmomenten, op basis van de vergaderingen van de Stuurgroep Thuiscomposteren en Afvalarm Tuinieren (STAT) en op basis van telefonische contacten, krijgen we regelmatig feedback. Er wachten ons echter heel wat nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen. In het najaar van 2010 organiseerden we daarom een zgn. Ronde van de Intercommunales. Hierbij gingen we een persoonlijk gesprek aan met onze intergemeentelijke contactpersonen en stelden we hen een aantal specifieke vragen. Met deze vragenronde wilden we een beter beeld krijgen van de huidige en toekomstige ontwikkelingen in het afvalpreventiebeleid in het algemeen en het thuiscomposteren en kringlooptuinieren in het bijzonder, en polsten we in welke mate Vlaco de IGV’s daarbij kan ondersteunen. Zowel scholenwerking, compostmeesterwerking, acties,
evenementen, kanalen … kwamen aan bod. Op basis van de resultaten van deze gesprekken zal de Cel Thuiscomposteren en Kringlooptuinieren, haar werkplanning bijsturen de komende jaren.
Terugkomdag voor Vlaco-lesgevers Op 15 juni vond in Hof ter Winkelen in Londerzeel de jaarlijkse Terugkomdag plaats voor Vlaco-lesgevers en –gidsen. Op de Terugkomdag 2010 gingen we dieper in op het item ‘duurzaam gebruik van werkmateriaal in de kringlooptuin’ en ‘het microbiële leven in bodem en compost’. Kristel Vandenbroek, algemeen coördinator van Vlaco, lichtte toe welke verschillende methodes er bestaan om organische
resten te verwerken (composteren, vergisten, biothermisch drogen …). Wat ’s voormiddags in theorie werd behandeld, kwam ’s namiddags uitvoerig in de praktijk aan bod. We maakten tijd om een groencompostering en een gft-vergisting met nacompostering te bezoeken, bij Igean in Brecht. Een verhelderende dag voor onze lesgevers.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
5
Kringlooptuinieren en thuiscomposteren 4vervolg
Juni compostmaand Thema vaste planten
Bekendmaking campagne
Na gras en snoeihout pakten we in 2010 uit met het thema ‘Vaste planten in de kringlooptuin’. Met de slogan ‘Plant uw tuin vol vrije tijd’ maakten we de burgers bewust dat met kleine inspanningen vaste planten succesvol kunnen groeien en tuinresten kunnen worden voorkomen. Alle tips over tuinresten voorkomen en verwerken, bleken ook toepasbaar op vaste planten. De compostmeester vertrok hierbij vanuit zijn kennis van de materialenkringloop.
Om de activiteiten bij buurtbewoners onder de aandacht te brengen, boden we een flyer (A5) aan. We verzamelden alle mailadressen van de bezoekers die in 2009 op een activiteit de enquête invulden. Elke bezoeker ontving per mail een uitnodiging om ook in 2010 een activiteit te bezoeken. Diverse tijdschriften en regionale kranten integreerden, op ons verzoek, een advertentie over Juni Compostmaand. In Passe-Partout, de Streekkrant en de Zondag verschenen de activiteitenadvertenties eind mei en half juni. En ook de regionale televisiezenders besteedden aandacht aan Juni Compostmaand.
Meer genieten in uw prachtige tuin! Plant uw tuin vol vrije tijd
Samenwerkingen Al jaren worden op het terrein activiteiten georganiseerd in samenwerking met Velt, Bioweek en Open Tuinen. Voor het eerste werkten we op het niveau van de organisaties samen met Ecotuinenweekend van Velt, Bioweek van Bioforum en Open Tuinen van Landelijke Gilden. Deze samenwerking bracht een ander publiek in contact met de compostmeesters.
Bioforum
Uw compostmeester
geeft handige tips!
Wat doet u tijdens het weekend? Onkruid wieden en grasmaaien? Dat is zonde van uw tijd. Zet vaste planten die de bodem bedekken. Zo hebt u meer vrije tijd en minder tuinresten. Of gebruik uw tuinresten om de bodem te beschermen. Wilt u nog tips om meer te genieten van uw tuin? Kom dan naar een kringloopdemo. De compostmeesters staan paraat om u in te wijden in de kringlooptechnieken voor de tuin. Bovendien maakt u kans op een vat vol verrassingen!
Een samenwerking met verschillende organisaties werkt stimulerend naar de activiteiten toe, maar is niet eenvoudig om binnen het geheel als organisatie je eigenheid te behouden. Elke organisatie werkte een thema uit dat in de globale communicatie via Bioforum niet belicht werd. De nadruk lag op biodiversiteit waar elke organisatie zijn aandeel in had. Toch een 11-tal gezamenlijke activiteiten. Voor de compostmeesters bleek dit een zeer geslaagde samenwerking. Er daagden meer bezoekers op en ze kwamen ook van verder dan eigen regio.
Velt vzw emo en win een vat Kom naar de kringloopd e van 250 euro! vol verrassingen ter waard
blz 6 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Een 13-tal tuinen lieten ons weten dat ze een gezamenlijke activiteit ism compostmeesters en Velt deden. De samenwerking Ecotuinenweekend Velt en Juni Compost maand Vlaco vzw kwam hier reeds tot stand op lokaal niveau. Meestal doordat één van de compostmeesters ook Velt-lid is. Hier beperkte onze samenwerking op Vlaams niveau zich tot het uitwisselen van logo’s en vermelden van elkaars gezamenlijke activiteiten in de kalenders. De samenwerkingen kwamen hier al eerder tot stand, het is niet duidelijk of het verwijzen naar elkaars activiteiten in de publicaties een wijziging in het bezoekersbeeld bracht.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Open tuinen Landelijke Gilden maakt het voorafgaande jaar in november reeds een overzicht van Open Tuinen. De meeste compostmeesterwerkingen starten hun jaarplanning pas in maart en zijn niet gewend om ons reeds het eind van het jaar ervoor mee te delen wat ze plannen. Dit bemoeilijkte de organisatie. Toch een 16-tal tuinen deden mee in het laatste weekend van juni. De meeste tuinen hadden die maand reeds een Juni Compostmaand activiteit achter de rug, waarop de gemeentelijke bekendmaking zich gefocust had. De open tuin eind juni kreeg aandacht in de regionale pers en de gids van de Landelijke Gilden. Voor sommigen was het een groot succes en bij anderen bracht dit echter geen extra bezoekers op de been en sommige compostmeesters vonden de inspanning van de voorgaande weken om hun tuin er netjes uit te laten zien niet in verhouding met het zeer beperkt aantal bezoekers dat opdaagde.
Activiteiten Bijna 400 activiteiten brachten meer dan 20 000 mensen op de been. Het thema ‘vaste planten’ werd zowel door de compostmeesters als de bezoekers goed onthaald. Toch blijft de kernboodschap over composteren een vaste waarde in het verhaal van elke compostmeester. Wat ons opviel, is dat de helft van de activiteiten plaatsvond op een demoplaats en het aantal open tuinen in 2010 verdubbelde.
Wedstrijd Elke bezoeker van een Juni Compostmaand-activiteit maakte kans om een ‘vat vol verrassingen’ (een compostvat gevuld met tientallen interessante tuinaccessoires) te winnen bij deelname aan de compostmaand-wedstrijd. Van de Grote Kringloopwedstrijd op de activiteiten van de compostmeesters ontvingen we bijna 4000 wedstrijd formulieren. Hieruit kwamen 26 winnaars die elk recht hadden op een vat vol verrassingen ter waarde van 250 euro!
De wedstrijdvraag: Op 13 maart 2010 beplantte een Vlaco-medewerker een braak en onkruidvrij perceel met de bodembedekker Goudaardbei (Waldsteinia ternata). ‘Hoeveel procent van dit perceel zal de beplanting innemen op 3 juli 2010?’ Het antwoord op die vraag bedroeg 81,4 %!
voor: perceel op 13 maart 2010
Type activiteit 17%
7%
20%
4
na: perceel op 3 juli 2010 56% 1- infostand
3- open tuin
2- demoplaats
4- andere
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
7
Kringlooptuinieren en thuiscomposteren 4vervolg
Communicatiemateriaal
- - - - - - - - - - - -
Vlaco-compost brengt leven in uw tuin Praktische tips voor deze milieuvriendelijke bodemverbeteraar
Folder ‘Bodembedekkers’ Folder ‘Hoe kies ik vaste planten voor de kringlooptuin?’ Folder ‘Hoe verzorg ik vaste planten in de kringlooptuin?’ Folder ‘Mulch in de kringlooptuin’ Folder ‘De kringlooptuin op de Gentse Floraliën’ Brochure ‘Thuiscomposteren in de kringlooptuin’ Brochure ‘Vlaco-compost brengt leven in je tuin’ Poster ’Thuiscomposteren in de kringlooptuin’ Poster ‘Grasbeheer in de kringlooptuin’ Poster ‘Snoeihout verwerken in de kringlooptuin’ Poster ‘Vaste planten in de kringlooptuin’ Poster ‘Vlaco-compost brengt leven in je tuin’
r uw keuze aan te passen aan de specifieke tandigheden van de plek waar de vaste planmoeten komen - en niet omgekeerd - verkrijgt t beste resultaat.
e planten hebben meestal een uitgesprovoorkeur voor schaduw, halfschaduw of zon. i, bloei en bladkleur kunnen erg verschillen met ‘bedekkingen’ gelang ze in de zon of in de (half)schaduw n. Planten bladeren, ook al zijn ze oek, dikke met lagengrote schors of houtsnipen bij verdeeld zoals een varenblad, uingesneden best niet aan bodembedekkers. meestal schaduwplanten. Planten met kleine, en het dichtgroeien. le bladeren zijn meestal zonnekloppers. Grijsge planten zijn haast altijd zonliefhebbers.
Die gedachte kunt u ook uitbreiden naar de plantkeuze, de manier van aanplanten en het onderhoud. In deze folder focussen we op de keuze van vaste planten.
het karton emet planten stellen bepaalde eisen aan de bo.uHoewel de meest courante vaste planten het bodembedekkers wilt planten ekend doen op humusrijke, vochthoudende plaats ‘in de herfst gazon of onkruid em, zijn er voor ieder bodemtype heel mooie ppende stukken bruin karton ijzondere soorten te vinden. vergemakkelijkt het composteringsproces. • Hoe verzorgt u vaste planten in de kringlooptuin? • Mulch in de kringlooptuin Composteer
• Hoe kiest u vaste planten voor de kringlooptuin? • Mulch in de kringlooptuin
Meer info over ‘Vaste planten’:
De resten vanplanten’: vaste planten zijn uitstekend compostMeer info over ‘Vaste
o Pauwels i.s.m. Vlaco vzw) glooptuin? (Vlaco vzw) ooptuin? (Vlaco vzw)
materiaal. Zowel de groene bladeren en stengels die u zomer wegneemt als de afgestorven delen die u • Composteren in ende Kringlooptuinieren in deVlaco herfstvzw) of in de lente verwijdert, komen van pas. (Ivo Pauwels i.s.m. Bij het bereidentuin van (Velt) compost streven we er naar om • Stappen naar een ecologische voedselrijke ‘groene’ materialen af te wisseThuis in eigen vochtige, tuin (Landelijke Gilde-tuinreeks) len en te vermengen met droger, structuurrijk ‘bruin’ • bij uw lokale compostmeester materiaal. Bij vaste planten zijn dat respectievelijk de zachte bladeren en de stevige bloemstengels.
wrijk, drassig, rotsig, zandig, …; at ) een plant voor elk milieu
uinreeks)
Bodembedekkers
Om te weten of een bepaalde vaste plant eerder houdt van vochtige of droge omstandigheden en beter gedijt in zware of in lichte grond, in de (half) schaduw zon, gaat u best op zoek in een boek of v.u.: Vlaco vzw, Lucof Vanacker, voorzitter op internet.37, Op2800 www.vlaco.be Kan. De Deckerstraat MECHELEN vindt u een aantal links WWW.VLACO.BE die-ufaxbij015 die218 keuze helpen. tel 015 451 370 335 zullen - www.vlaco.be
Thuiscomposteren in de kringlooptuin
• Composteren en Kringlooptuinieren (Ivo Pauwels i.s.m. Vlaco vzw) • Stappen naar een ecologische tuin (Velt), Compostorganisatie vzwGilde-tuinreeks) Thuis in eigen tuin (Landelijke Breng een mulchlaag aan • bij uw lokale compostmeester Gebruik een laag bruin karton bij hardnekkige onkruiden
Hoe kiest u vaste planten voor de kringlooptuin?
Hoe verzorgt u vaste planten in de kringlooptuin?
Meer info over de ‘Kringlooptuin’: - bij uw lokale compostmeester, - in diverse Vlaco-brochures en folders, - invzw, hetLuc boek ‘Composteren v.u.: Vlaco Vanacker, voorzitteren Kringlooptuinieren’ (Ivo Pauwels i.s.m.MECHELEN Vlaco vzw) Kan. De Deckerstraat 37, 2800 WWW.VLACO.BE - via
[email protected] tel 015 451 370 - fax 015 218 335 - www.vlaco.be
v.u.: Vlaco vzw, Luc Vanacker, voorzitter Kan. De Deckerstraat 37, 2800 MECHELEN
WWW.VLACO.BE tel 015 451 370 - fax 015 218 335 - www.vlaco.be
Wim Collet, tuinarchitect (www.natuurlijktuinieren.be) Woodcreator, pyrografie (
[email protected]) De Groene Klusser, tuinaanleg (www.degroeneklusser.be) Groep Advance, tuinaanleg en houtsnippers (www.groepadvance.be) Houtmeyers, bomen en struiken (www.houtmeyers.be) Mortier, haagplanten (www.mortiergebr.be) Jan Spruyt, vaste planten (www.vasteplant.be) Casteels, rozen (www.casteelsrozen.be) Ecoflora, kruiden en wilde planten (www.ecoflora.be) Ebema, tuinverharding (www.ebema.be) IVAREM, Snebbout, compost (www.ivarem.be, www.structural.be) De Bree Solutions, wortelhout (www.debree.be) Intercommunale Durme-Moervaart, herfstbladeren (www.idm.be) Bezoekersruimte Hof ter Winkelen, logistieke ondersteuning, (www.comitejeanpain.be) CVO van de Stad Gent, las- en metselwerk … Limburg.net, Knokke-Heist en Leuven, voor de kringloopelementen
Vlaamse
… en de hulp van de Vlaco-lesgevers, de Vlaamse compostproducenten, Compostorganisatie vzw en de vele tientallen compostmeesters van Ivago, IDM, Aalst, Eeklo, Merelbeke, Lovendegem, Knokke-Heist en Zedelgem.
Mulch in de kringlooptuin
v.u.: Vlaco vzw, Luc Vanacker, voorzitter Kan. De Deckerstraat 37, 2800 MECHELEN
WWW.VLACO.BE tel 015 451 370 - fax 015 218 335 - www.vlaco.be
Micro-organismen en kleine ongewervelden zetten keuken- en tuinresten om in een humus- en voedselrijk product.
Wat hebt u nodig om te composteren? • Mengsel van groen materiaal (stikstofrijke, vochtige, zachte en voedselrijke tuin- en keukenresten) en bruin materiaal (koolstofrijke, droge, stugge, grove tuinresten) • Een goede verhouding van lucht, vocht en voeding.
Hoe lang duurt het volledige composteerproces? Na 6 tot 9 maand is uw compost klaar. Gebruik uw compost en sluit de kringloop.
Wat kunt u composteren en wat niet? WEL • fruit- en groenteresten • koffiedik en filterzakjes • theeblaadjes en -zakjes • noten en doppen • tuin- en snijbloemen • haagscheersel • grasmaaisel (beperkt) • bladeren en naalden • uitwerpselen van planteneters
NIET
Opstarten: Een dikke laag structuurmateriaal onder in het vat. Vullen: Regelmatig aanvullen met composteerbaar materiaal. Zorg voor afwisseling tussen ‘bruin’ en ‘groen’. In werking: Met de beluchtingsstok maakt u wekelijks luchtkokertjes in het composterend materiaal. Oogsten: Vat vol? Vat lang niet geleegd? Til de romp op, schep de bovenste onvolledig verteerde lagen opzij, en oogst de compost onderaan. De rest, doet u terug in het vat, en u begint opnieuw.
Bollengrasland: ĞŶ ŐĂnjŽŶ ǀŽů ďůŽĞŵďŽůůĞŶ͕ ĞĞŶ ǀŽŽƌũĂĂƌ ǀŽů ďůŽĞŵĞŶƉƌĂĐŚƚ͖ ŶĂƵͲ ǁĞůŝũŬƐƚƵŝŶƌĞƐƚĞŶĞŶƚƵŝŶǁĞƌŬ͘
• gekookt voedsel • saus, vet en olie • resten met dierlijk materiaal zoals: • beenderen • vleesresten • kattenbakvulling • aarde, grond, (hout)as, kalk • stof van de stofzuiger • uitwerpselen van vleeseters
De compostbak Plaatsen: Op een niet-verharde, goed bereikbare plek, niet te ver van de keukendeur.
Het kan écht anders. We geven u graag enkele kringlooptips:
Plaatsen: Drie compostbakken naast elkaar, met een verwijderbare voorzijde en voldoende werkruimte voor uzelf. Opstarten: Vers tuin- en keukenafval, brengt u naar bak 1. Vullen: Bak 1 vol? Verwijder voorzijde, krab het materiaal los, controleer (en wijzig indien nodig) de vochtigheid en schep alles in bak 2.
Onderhoud gazon: 'ĞďƌƵŝŬƚƌĂĂŐǁĞƌŬĞŶĚĞŽƌŐĂŶŝƐĐŚĞ ŵĞƐƚƐƚŽīĞŶŵĞƚůĂĂŐƐƟŬƐƚŽĨŐĞŚĂůͲ ƚĞ͘^ƚƌŽŽŝϯƚŽƚϰůĐŽŵƉŽƐƚƉĞƌŵϸ ;сůĂĂŐũĞǀĂŶϬ͕ϱĐŵͿŝŶŚĞƚŶĂũĂĂƌ ŽǀĞƌŚĞƚŐĂnjŽŶ͘
Maaihoogte: sƵŝƐƚƌĞŐĞů͗ŵĂĂŝϭͬϯ;ŵĂdž͘ϭͬϮͿǀĂŶ ĚĞůĞŶŐƚĞĂĨĞŶŶŝĞƚŬŽƌƚĞƌĚĂŶϰĐŵ͘ Mulchmaaien: ĞŶ ŵƵůĐŚŵĂĂŝĞƌ ǀĞƌƐŶŝƉƉĞƌƚ ŐĞͲ ŵĂĂŝĚĞƐƉƌŝĞƚũĞƐĞŶďůĂĂƐƚĚĞnjĞŽƉͲ ŶŝĞƵǁƚƵƐƐĞŶĚĞŐƌĂƐŵĂƚ͘,ĞƚŵĂĂŝͲ ƐĞůǀĞƌƚĞĞƌƚ͕ǀŽĞĚŝŶŐƐƐƚŽīĞŶďůŝũǀĞŶ ƚĞƌ ƉůĂĂƚƐĞ͘ ĂŶŬnjŝũ ŵƵůĐŚŵĂĂŝĞŶ ŬƵŶƚƵǀĞƌǀŝůƟŶŐƚĞŐĞŶŐĂĂŶ͘
Mulchen: ĞƐĐŚĞƌŵƚ ĚĞ ďŽĚĞŵ ƚĞŐĞŶ ƐůĂŐƌĞͲ ŐĞŶ͕ njŽŶŶĞƐƚƌĂůĞŶ ĞŶ ƵŝƚĚƌŽŐĞŶĚĞ ǁŝŶĚ͘
Hou bij aanbod en keuze rekening met:
Ruimte geven: Een struik of boom die zich volledig kan ontplooien vraagt minder snoeiwerk.
Snoeien doet groeien: Hoe dieper u terugsnoeit, hoe meer de plant nadien groeit. Snoei in de winter om de vorm te corrigeren, pas in de zomer onderhoudssnoei toe. Bladhoudende hagen snoeit u best in de zomer. Snoeien vraagt kennis! Raadpleeg een goed boek.
Groei: Sommige vaste planten breiden uit via lange kruipende stengels, andere via ‘matten’ of met ondergrondse uitlopers.
Composteren: De snippers die uw hakselaar produceert, kunt u composteren. Snippers zijn prima ‘bruin’ materiaal.
Omgeving: Kies in functie van de specifieke omstandigheden van de finale standplaats - en niet omgekeerd.
Mulchen: Het bedekt houden van de bodem met een laag organisch materiaal, net als in de natuur. Mulchen beschermt de bodem tegen slagregen, zonnestralen en uitdrogende wind. Houtsnippers zijn ideaal om tuinpaadjes mee aan te leggen.
Hoogte: Lage bodembedekkers zijn een mooi gazonalternatief.
Kringloopcreaties: Er zijn heel wat creaties met snoeihoutresten te bedenken: takkenrillen, vlechtwerken, verhoogde plantvakken, tuinafscheidingen, wiglo’s, boomschijfpaden, zitbanken … Laat uw creativiteit de vrije loop.
Bodembedekkers: sĞƌŐĞŶŵŝŶĚĞƌŽŶĚĞƌŚŽƵĚĞŶůĞǀĞͲ ƌĞŶŵŝŶĚĞƌƚƵŝŶƌĞƐƚĞŶŽƉ͘
Composteren: 'ƌĂƐŵĂĂŝƐĞůǀĞƌƚĞĞƌƚƐŶĞů͘sŽŽƌŬŽŵ ŐĞƵƌŚŝŶĚĞƌ͗ ŵĞŶŐ ŐƌĂƐŵĂĂŝƐĞů ŵĞƚ ĚƌŽŽŐƐƚƌƵĐƚƵƵƌŵĂƚĞƌŝĂĂů;ŚŽƵƚƐŶŝƉͲ ƉĞƌƐ͕ƚĂŬũĞƐ͕ďůĂĚĞƌĞŶ͙Ϳ
Bloemenweide: ŽŽƌůĞǀĞŶĚĞ ďůŽĞŝĞŶĚĞ ƉůĂŶƚĞŶ͕ ǀŽŽƌĂů ŐĞƐĐŚŝŬƚ ǀŽŽƌ ƐĐŚƌĂůĞ ŐƌŽŶĚ͘ ĞŶ ďůŽĞŵĞŶǁĞŝĚĞ ǀƌĂĂŐƚ ũĂĂƌůŝũŬƐ ƐůĞĐŚƚƐĞĞŶŽĨƚǁĞĞŵĂĂŝďĞƵƌƚĞŶ͘
Freeswals Een freeswals nijpt kleine stukjes snoeihout af. Geschikt voor houtige tuinresten, zoals twijgen en takken, meestal tot 4 cm dik. Kleine stukjes kunnen gebruikt worden als bodembedekking, in de snipperwand of om te composteren.
Turbine-snijsysteem Een ‘cilinder’ waaraan aan de buitenzijde messen zitten, draait en snijdt het materiaal in kleine stukjes. Deze hakselaars verwerken niet al te zware takken en ook kruidige resten. De stukjes vergaan vrij snel en zijn voor heel wat tuindoeleinden geschikt.
Hakbijl-mechanisme Met kleine “bijltjes” worden stukjes van het materiaal afgeslagen. Deze hakselaars kunnen de meeste tuinresten aan. Langere stukken zijn het resultaat. Deze kunnen gebruikt worden als bodembedekking, in de snipperwand of om te composteren.
Draaiende messen Een snel draaiende set van messen snijdt het materiaal in kleine stukjes. Deze hakselaars verwerken ook zachte kruidige resten. De meestal heel kleine stukjes vergaan snel en zijn vooral geschikt om te composteren.
v.u.: Vlaco vzw, Luc Vanacker, voorzitter, Kan. De Deckerstraat 37, 2800 MECHELEN - www.vlaco.be
^ƵƌĨŶĂĂƌǁǁǁ͘ǀůĂĐŽ͘ďĞǀŽŽƌĨŽůĚĞƌƐĞŶďƌŽĐŚƵƌĞƐ
blz 8 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Surf naar www.vlaco.be voor folders en brochures
Onkruid: Vaste planten belemmeren na enkele jaren met hun bladeren de onkruidgroei. Schoffel in tussentijd de onkruidplantjes weg.
Composteren: De zachte bladeren en de stevige bloemstengels zijn resp. ‘groen’ en ‘bruin’ materiaal voor uw compost. En met rijpe compost kunt u opnieuw aan de slag. Zo is de kringloop rond.
Welke vaste plant kiest u als kringlooptuinier?
Meer weten over snoeihoutbeheer in de kringlooptuin? ǀ͘Ƶ͗͘sůĂĐŽǀnjǁ͕>ƵĐsĂŶĂĐŬĞƌ͕ǀŽŽƌnjŝƩĞƌ͕<ĂŶ͘ĞĞĐŬĞƌƐƚƌĂĂƚϯϳ͕ϮϴϬϬD,>EͲǁǁǁ͘ǀůĂĐŽ͘ďĞ
Hou bij aanplant en onderhoud rekening met:
Onderhoud: Ruim de bladeren en andere plantenresten niet (meteen) op. Droge stengels en vruchten hebben, ook in herfst of winter, hun nut (vogelvoedsel, insectenschuilplaats, gewoon mooi …)
Traaggroeiend gras: ĞŚŽĞǀĞĞůŚĞŝĚŵĂĂŝƐĞůǀĞƌŵŝŶĚĞƌƚ ŵĞƚĚĞŚĞůŌ͘
Meer weten over grasbeheer in de kringlooptuin?
Meer weten over thuiscomposteren in de kringlooptuin?
Bodem: Voor ieder bodemtype zijn er mooie soorten. Wortel: Een gezonde, krachtige wortel is bij aankoop belangrijker dan veel blad. Ruimte: Hoe dichter u plant, des te sneller de bodem dichtgroeit; hoe meer open u plant, des te minder onderhoudsresten. Kies de gulden middenweg!
Juiste plantmoment: Van september tot april. Zorg dat de wortelkluit voldoende nat is. Plant niet te diep. Druk de grond aan met de hand. Geef in het begin 1 keer per dag voldoende water.
Tip: bakken 2 en 3 voorziet u van een dakje.
Minder begieten: ^ƟŵƵůĞĞƌƚĚĞǁŽƌƚĞůƐŽŵŽƉnjŽĞŬƚĞ ŐĂĂŶŶĂĂƌǁĂƚĞƌ͘
Lichtinval: Meestal een uitgesproken voorkeur voor schaduw, halfschaduw of zon. Groei, bloei en bladkleur kunnen erg verschillen naargelang de standplaats.
Blad: Bladhoudende planten bedekken de bodem en remmen onkruidgroei, bladverliezende planten geven daarbij ook een natuurlijke mulchlaag.
Compost gebruiken: Maak de grond diep los, verwijder wortelonkruiden, gebruik 20 l/m² compost. Compost verbetert bodemstructuur, stimuleert bodemleven, houdt het bodemvocht beter vast, en levert de voedingsstoffen pas wanneer de plant ze écht nodig heeft.
Hakselen: Wie geregeld snoeihout heeft, kan investeren in een hakselaar. Kies een snijmechanisme aangepast aan uw type snoeihout.
Oogsten: Voor luchtige, rijpe compost is een tweede omzetting (van bak 2 naar bak 3) nodig. Vervolgens kunt u de compost gebruiken in bv. moes-, sierof fruittuin.
WWW.VLACO.BE
Als kringlooptuinier houdt u best rekening met:
Fijne takjes en haagscheersel: Houden de compostering luchtig. Verklein eventueel met snoeischaar of grasmaaier. Gazonaanleg: sĞƌďĞƚĞƌ ĚĞ ďŽĚĞŵ ŵĞƚ ĐŽŵƉŽƐƚ͘ tĞƌŬďŝũĚĞĂĂŶůĞŐϯϱƚŽƚϰϱůĐŽŵͲ ƉŽƐƚƉĞƌŵϸ͕ϭϬƚŽƚϯϬĐŵĚŝĞƉŝŶ͘
De Vlaco-kringlooptuin op de Gentse Floraliën
Vaste planten moeten niet ieder jaar aangeplant worden en maken jaarlijks een hele kringloop van groeien, bloeien en afsterven door. Vaste planten zijn geliefd bij tuinliefhebbers. Maar vaste planten hebben zo hun specifieke eisen …
veel werk en plantenresten.
>ĂĂƚŚĞƚŐƌĂƐƵŝƚŐƌŽĞŝĞŶƚŽƚŚŽŽŝůĂŶĚͲ ũĞ͘ĞŶŚŽŽŝůĂŶĚǀƌĂĂŐƚũĂĂƌůŝũŬƐƐůĞĐŚƚƐ ƚǁĞĞ ŵĂĂŝďĞƵƌƚĞŶ͖ ĞĞŶ ƉĞƌŵĂŶĞŶƚ ŬŽƌƚŐĞŵĂĂŝĚĞ ƐƚƌŽŽŬ ĚŽŽƌŚĞĞŶ ŚĞƚ ŚŽŽŝůĂŶĚŬĂŶĂůƐƉĂĚĨƵŶŐĞƌĞŶ͘
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vaste planten in de kringlooptuin
Snoeihout in de kringlooptuin De haag, de bomen, de struiken: zij vormen uw tuinkader. Ze leveren ieder jaar een flinke portie snoeihout. Snoeihout is een waardevolle bouwsteen voor uw kringlooptuin.
Het gazon: niet weg te denken uit de Vlaamse tuinen. Op adem komen, rusten, ravotten, verpozen, genieten, lezen, feesten, gezellig samen zijn …; het gazon is hiertoe de uitgelezen plek. Een mooi gazon: de trots van uw tuin, maar…
Wat is composteren?
Surf naar www.vlaco.be voor folders en brochures
Vlaamse
Wij kozen bij het ontwerp van de kringlooptuin in hal 2 van de Floraliën voor een combinatie van moderne vormgeving en elementen uit de landelijke stijl. Daarmee geven we aan dat een kringlooptuin niet noodzakelijk in cottage- of ecostijl moet uitgevoerd worden. tuinreeks: kan een kringlooptuin zijn. In onze kringVerschenen Iedere in deze looptuin ziet u hoe tuinresten bouwstenen worden de planten tuin. in de kringlooptuin? • Hoe verzorgt voor u vaste • Hoe kiest u vaste planten voor de kringlooptuin? Het spreekt voor zich dat er compost werd gebruikt bij de realisatie van de Vlaco-kringlooptuin. Meer Meer info over zelfs: kwalitatief hoogstaande Vlaco-compost vindt u ‘Mulch in deterug kringlooptuin’: in àlle tuinen van de Floraliën! En daarmee kiezen wij én de Floraliën resoluut voor duurzaamheid; • Composteren en Kringlooptuinieren compost is een lokaal milieuvriendelijk product. Door (Ivo Pauwels i.s.m. Vlaco vzw) turf te vervangen door compost bespaart de Floraliën Compostorganisatie vzwtuin (Velt) • Stappen naar een ecologische 74 ton CO². Dit komt overeen met bijna 500.000 km Thuis in eigen tuin (Landelijke Gilde-tuinreeks) met de auto. • bij uw lokale compostmeester
Grasbeheer in de kringlooptuin
Er zijn duizend en één methodes te bedenken om keuken- en tuinafval in de tuin te verwerken. Thuiscomposteren is er een van. Een compostvat of een compostbak in de tuin levert u waardevolle compost op ...
Het compostvat
Vlaamse
Het maken van de kringlooptuin op de Floraliën en de infoen demostand op de Floralideeën waren pas mogelijk dankzij:
Thuiscomposteren is een kringlooptechniek, maar ook het creatief verwerken van tuinresten, het gebruiken van tuinresten in de vorm van mulch, het alternatief beheren van gazon … zijn dat. Wie in zijn tuin kringlooptechnieken toepast, heeft een kringlooptuin.
Verschenen in deze reeks:
Verschenen inHet deze reeks:van groen en bruin materiaal verkleinen
gaat u best op zoek in een boek of op internet. w.vlaco.be vindt u een aantal links die u bij die ullen helpen.
Alles wat u moet weten over thuiscomposteren
val, professionele compostering en afzet van compost) als de kleine. Vlaco vzw begeleidt gemeenten en intergemeentelijke verenigingen bij de promotie van kringlooptechnieken bij hun burgers en in openbaar groen.
aan. • Vermeng de mulchlaag niet met de onderliggende bodem; dat vergroot de kans op kiemen van onkruidzaden.
venop 5 cm Vlaco gekeurde of eigen .weten of een bepaalde vaste plant eerder ar het karton verteerd en kunt u de en beter anisvochtige of droge omstandigheden kelijk zwarebewerken. of in lichte grond, in de (half)schaduw
Thuiscomposteren in de kringlooptuin
Wie in zijn tuin of meer kringlooptechnieDeéénVlaco-kringlooptuin ken toepast, heeft een kringlooptuin. Groot of op de Gentse Floraliën klein, strak of spontaan, bloemenrijk of grasrijk; elke tuin Vlaco kan een zijn. Comvzw, kringlooptuin de Vlaamse Compostorganisatie, stelt duurzame materialenkringlopen van keuken- en tuinresten posteren, snoeihout omtoveren tot vlechtwerk, is een ledenorganisatie met vertemulchmaaien voorop. ... HetVlaco zijn vzw allemaal kringloopvan zowel of de uVlaamse technieken. Ugenwoordiging voorkomt tuinresten herge-overheid als de privésector. Daarmee behartigen we zowel de grote bruikt ze in de tuin. kringloop (selectieve inzameling van gft- en groenafOok mulchen is een kringlooptechniek.
Wie in zijn tuin één of meer kringlooptechnieken toepast, heeft een kringlooptuin. Groot of klein, strak of spontaan, bloemenrijk of grasrijk; elke tuin kan een kringlooptuin zijn. Composteren, snoeihout omtoveren tot vlechtwerk, Maak de bodem onkruidvrij mulchen ... zijn enkele kringlooptechnieken. U voorkomt uw tuinresten of u hergebruikt ze in Hoe mulchen? de tuin. Die gedachte kunt u ook uitbreiden naar de plantkeuze, de manier van aanplanten • Maak en het onderhoud vande uwbodem tuin. onkruidvrij. • Onderdruk wortelonkruiden eventuBovengronds maken vastehardnekkige planten immers ieeel metcyclus een laag bruinvan karton. Verwijder eerst de der jaar een volledige door ontluiplasticstrips. ken, groeien, bloeien, afsterven en verteren tot • Breng dan de mulchlaag aan. omzetten in nieuwe humus en voedingsstoffen. • Leg bij jonge aanplanten en bij rozen de mulchlaag Vaste planten zijnniet dus totechte tegenkringloopplanten. de stam wegens kans op schimmels In deze folder focussen we op aanplant en onof verbranding. derhoud van vaste planten. • Breng de mulchlaag niet op uitgedroogde grond
Wie in zijn tuin één of meer kringlooptechnieken toepast, heeft een kringlooptuin. Groot of klein, strak of spontaan, bloemenrijk of grasrijk; elke tuin kan een kringlooptuin zijn. Composteren, snoeihout omtoveren tot vlechtwerk, mulchen ... Het zijn allemaal kringlooptechnieken. U voorkomt tuinresten of u hergebruikt ze in de tuin.
rekening met de standplaats
aan Vlaco, uit de reeks ‘kringlooptuintechnieken’, gestKracht Vlaams-Brabant) en Pierre Faché (provincie abra’fval-werkgroep afvalsensibilisatie met EcoWerf, nhoudelijke controle: Wim Collet, www.natuurlijktuie Vlaams-Brabant / Foto’s: Provincie Vlaams-Brabant / , Kan. De Deckerstraat 37, 2800 Mechelen vlaco.be
Composteren: hoe, wat en waarom ?
De nieuwe huisstijl en het nieuwe Vlaco-logo (die we begin 2010 invoerden) waren een uitgelezen kans om ons communicatiemateriaal verder uit te breiden en waar nodig te herwerken. Nieuwe Vlaco-brochures, –folders en posters werden in 2010 klaargestoomd. Deze zagen het levenslicht op de Gentse Floraliën en doken enkele weken later overal te lande op tijdens de vele Juni Compostmaand-activiteiten. Volgend materiaal werd in 2010 gedrukt:
v.u.: Vlaco vzw, Luc Vanacker, voorzitter, Kan. De Deckerstraat 37, 2800 MECHELEN - www.vlaco.be
Surf naar www.vlaco.be voor folders en brochures.
v.u.: Vlaco vzw, Luc Vanacker, voorzitter, Kan. De Deckerstraat 37, 2800 MECHELEN - www.vlaco.be
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vernieuwing compostmeesteropleiding
VLACO-COMPOST
BRENGT NIEUW LEVEN IN DE KRINGLOOPTUIN Wat is Vlaco-compost?
Wat doet Vlaco-compost?
Compost is een donkerbruin, zwart kruimelachtig materiaal. Het bestaat uit plantaardige resten (bvb groenten, fruitschillen, grasmaaisel, bladeren, snoeihout, …) die door micro-organismen bijna tot humus zijn afgebroken.
Een gezonde bodem bevat veel organische stof. Organische stof maakt de bodem vruchtbaar en verhoogt de bodemcapaciteit voor water en voedingstoffen. Vlacocompost bevat gegarandeerd min. 16 % organische stof.
Vlaco-compost verbetert: • • • • • •
Vlaco-compost is: • een bodemverbeteraar, rijk aan stabiele organische stof • een gehygiëniseerd product, 100 % vrij van onkruidzaden en ziektekiemen • 100 % natuurlijk Groencompost is gecomposteerd groenafval uit tuinen en openbaar groen. groencompost is minder rijk aan voedingsstoffen door het hogere aandeel houtachtig materiaal.
▶
de bodemstructuur de waterhuishouding de ziekteresistentie de bruikbare basisbemesting het bodemleven het aanslaan van nieuwe planten
Vlaco-compost is milieuvriendelijk Compost is een recyclageproduct van gften groenafval dat uit de omliggende regio wordt aangevoerd. Ook de compostverkoop gebeurt in dezelfde regio. Compost ontstaat uit een natuurlijk proces. Compost is namelijk een secundaire grondstof die u ter vervanging van een primaire grondstof als turf gebruikt. Vlaco vzw streeft naar een compostering en compostgebruik met een kleine ecologische voetafdruk.
Gft-compost is gecomposteerd keuken- en tuinafval. gft-compost heeft een hoger zoutgehalte en bevat meer voedingsstoffen dan groencompost.
▶
Wilt u meer? Smaken de composttips naar meer? Surf dan naar www.vlaco.be en download daar onze informatiebrochures. Per post laten opsturen kan natuurlijk ook.
Hoe gebruikt u Vlaco-compost? Bomen en struiken Vul de plantput op met een mengsel van 20 % compost en 80 % grond. Strooi jaarlijks 2 cm compost onder de boomkruin of plant. Bloemperken Werk bij éénjarigen 5 l/m² goed in de grond. Gebruik 20 l/m² voor meerjarigen. Strooi jaarlijks 2 cm compost tussen de bloemen. Gazon Werk 45 l/m² (groencompost) of 35 l/m² (gft-compost) tot 15-20 cm diep in de grond. Strooi in het najaar 0,5 cm fijne groencompost over het bestaande gazon. Gftcompost mengt u eerst met zand. Moestuin Werk 20 l/m² (groencompost) of 15 l/m² (gft-compost) tot 15-20 cm diep in de grond. Niet elke teelt heeft evenveel compost nodig. Dek de bodem af met 0,5 cm compost. Fruittuin Werk 5 l/m² (éénjarigen) of 20 l/m² (meerjarigen) tot 15-20 cm diep in de grond. Vul de plantput op met een mengsel van 20 % compost en 80 % grond. Strooi 2 cm compost tussen de fruitplanten. Grondwerken Werk 35 l/m² (groencompost) of 25 l/m² (gft-compost) tot 15-20 cm diep in de grond. Zuurminnende planten Zuurminnende planten hebben naast een zure ook een luchtige bodem vol leven nodig. De grovere structuur van compost zorgt hiervoor. Meng daarom 20 % compost met de turf. De compost voorkomt dat zuurminnende planten uitdrogen en houdt de bodem gezond. Gebruik 30-50 l/m² van dit mengsel oppervlakkig.Bij grotere planten mengt u 20 % van het mengsel in het plantgat.
v.u.: Vlaco vzw I Luc Vanacker - voorzitter I Kan. De Deckerstraat 37 - 2800 MECHELEN I www.vlaco.be
Cursus en opleiding We kunnen, samen met de intergemeentelijke verenigingen en gemeenten met wie we hebben samengewerkt, met genoegen terugkijken. In 2010 vonden 49 compostcursussen plaats en samen met 10 IGV’s organiseerden we opleidingen tot compostmeester.
De 85 geslaagde compostmeesters ontvangen voortaan ons driemaandelijks tijdschrift en nemen jaarlijks deel aan bijscholingen.
Na de vernieuwing van de compostcursus in 2008 was het hoog tijd om ook de compostmeesteropleiding in een kringloopkleedje te steken. We gingen van hetzelfde drietrapssysteem uit als voorheen: de deelnemers volgen een compostcursus, hebben ervaring in eigen tuin en zijn reeds actief in de gemeentelijke compostmeesterwerking, en kunnen vervolgens voorgedragen worden door hun (inter) gemeentelijke werking om deel te nemen aan de zesdelige opleiding tot compostmeester. We gaan in de opleiding verder op wat aangeleerd werd tijdens de compostcursus, de deelnemers hun eigen composteer- en kringloopervaring, op hun prille ervaring als compostmeester en op de informatie uit de Vlaco-brochures. We streven naar de vorming van compostmeesters die over een goede basis beschikken met betrekking tot composteren en kringlooptechnieken in de tuin. Dat ze er een boeiend verhaal kunnen over vertellen en graag met hun collega’s compostmeesters willen samenwerken binnen de (inter) gemeentelijke werking. Een werkgroep met ervaren lesgevers boog zich over de vernieuwingen van de opleiding. De vernieuwde opleiding werd uitgetest in het najaar en na een laatste evaluatie ging ze in het voorjaar van 2011 definitief in voege. Er is nu veel meer aandacht voor het praktisch aspect. In de les ‘kringlooptuinieren’ bespreekt elke deelnemer in enkele minuten een deelthema. En het bezoek aan Hof Ter Winkelen neemt nu een ganse dag in beslag (10u tot 16u). Naast de rondleiding krijgen de compostmeesters ook de kans om al praktische ervaring op te doen rond kringlooptechnieken. Op het einde van deze opleiding kan elke deelnemer: • Op een bondige en gestructureerde manier de basis informatie over composteren en kringlooptuinieren overbrengen. • Alle courante vragen over composteren en kringloop tuinieren beantwoorden. • Luisteren naar de specifieke problemen om samen met de tuineigenaar naar oplossingen te zoeken. • Op zicht, geur en tast een idee geven van de kwaliteit van een bepaald compoststaal. • Weten welke invloed compost heeft op de bodem. • De meest courante compostorganismen benoemen. • Een idee hebben van de mogelijke compostmeeste ractiviteiten. • Weten wat het vrijwilliger-zijn inhoudt. • De rol van de compostmeester kennen binnen het gemeentelijke afvalbeleid en weten hoe het lokale afvalbeleid geregeld is (praktische aspecten, subsidies…).
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
9
Expertise van Vlaco vzw
Participatie in Vlaamse projecten Vlaco vzw participeert in allerlei projecten rond kringlooptechnieken, bodembeheer, selectieve inzameling, optimalisatie van biologische verwerking in een duurzaam kader. Uitgangspunt is voor Vlaco steeds de kwaliteitsvolle
biologische verwerking van geschikt materiaal, met het oog op de duurzame productie van kwaliteitsvolle eindproducten, die op een nuttige manier schaarse primaire grondstoffen kunnen vervangen.
Onderwerp van onderzoek
Aard van het onderzoek + uitvoerder
Looptijd
Optimalisatie en haalbaarheid van bioremediatiesystemen voor de verwerking van spuitresten van gewasbeschermingsmiddelen
IWT-project Katholieke Universiteit Leuven, Universiteit Gent, Proefcentrum voor de Fruitteelt (Gorsem)
2005-2010 (afronding met studiedag in mei)
Kringlooptechnieken meten en tonen
Comité Jean-Pain
2008-2011
Aanpak gezondheidsimpact zware metalen erfenis Antwerpse en Limburgse Kempen – Projectgroep Moestuinen
LOGO’s (MMK)
2009-2011
Technokid(t)s – digitaal lespakket over compost.
Educatief project Vlaanderen
Enzergie: Enzymatische voorbehandeling van agroindustriële reststromen voor bio-energieproductie
Hogeschool Gent
2010 - 2013
GRASkracht
EFRO – ANB (in stuurgroep Biogas-E, UHasselt/ PHL, Natuurpunt, LNE natuurtechnische milieubouw, Machiels/Ecomac, Eneco, POVLT, Inverde, PIH/Howest, Febem, Ode, Vlaco vzw en OVAM)
2010-2012
Haalbaarheid van geïntegreerde algenteelt op boerderijschaal
TETRA - HoWest
Verdere optimalisatie van de kwaliteitsopvolging van (co)vergistingsinstallaties zoals voorzien in het VLAREA, partim hygiënisatie
TWOL-project – K.U. Leuven Departement Aard- en omgevingswetenschappen, Bodem- en Waterbeheer
2009-2010
Bepaling van het voorkomen van organische polluenten in bodemverbeterende middelen
VITO
2010-2011
Evaluatie van de geschiktheid van de CMAprocedures voor de bepaling van de organische parameters in compost en digestaten
OVAM – VITO
2008-2010
BBT co-vergisting
VITO
2010-2011
Biomase (nog niet goedgekeurd)
IWT – KULeuven
2011-…
KBBE.2011.1.2-02: Reducing mineral fertilisers and chemicals use in agriculture by recycling treated organic waste as compost and bio-char products (nog niet goedgekeurd)
ILVO – OWS
2011-…
Stikstofbemestingsadvies op basis van de bodemorganische-stofopbouw (nog niet goedgekeurd)
IWT - Bodemkundige Dienst van België KULeuven - Hogeschool Gent
2011-2013
Limburg.Ecologisch, ontwerp van moestuinbox voor de Limburger
Provincie Limburg
2009-2010
blz 10 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
ism
Hogeschool
West-
2009-2011
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaco is partner in EFRO-project GRASkracht Sinds eind 2010 is Vlaco vzw officieel partner in het project GRASkracht. In kader van de platformwerking zal Vlaco, naast het bevragen en inzetten van het netwerk, de vormingsactiviteiten mede organiseren met Biogas-E en OCANB. In kader van de inventarisatie zullen wij input leveren met betrekking tot vergistinginstallaties welke gras kunnen verwerken of hier interesse toe hebben. Daarnaast zullen we in het werkpakket systeeminnovatie ons focussen op karakterisatie van de eindproducten van de co-vergisting en onderzoek naar afzet en duurzaam gebruik van deze eindproducten. Hierbij leveren we input aan de kosten-baten analyses van UHasselt. In 2010 hebben we reeds een bevraging uitgevoerd bij de co-vergisters omtrent het aanvaarden en verwerken van
maaisel. 28 bedrijven hebben geantwoord. De resultaten zijn als volgt: • 24 bedrijven zijn vergund voor de verwerking van maaisel • 11 bedrijven hebben al maaisel vergist (4 bermmaaisel, 6 natuurmaaisel en 3 weidemaaisel). Het ging telkens om kleine hoeveelheden maaisel. Van deze 11 bedrijven geven er 5 aan dat ze nu nog maaisel willen verwerken. 9 van de 11 bedrijven geven aan in de toekomst ook maaisel te willen aanvaarden. Van de 17 bedrijven die nu nog geen maaisel hebben vergist, geven er 4 aan dat ze op dit moment al maaisel willen aanvaarden. 10 van deze 17 bedrijven geven aan in de toekomst wel maaisel te willen aanvaarden.
• De vergisters geven volgende problemen aan: Problemen
Oplossingen
Zwerfvuil / stenen /zand
Zuiveren
Invoersysteem (vijzel, pompen)
Verkleinen / hakselen / verpulpen
Verstopping
Opmengen
Koeken • Op de vraag of de installatie geschikt is voor de verwerking van maaisel is als volgt geantwoord: Aantal bedrijven Ja
6
Ja, maar verkleind maaisel zonder verontreiniging
7
Aanpassingen nodig
5
Moeilijk
2
Neen
6
• Bereidheid tot verwerking maaisel Nu
Aantal bedrijven
Toekomst
Aantal bedrijven
Neen
17
Neen
4
Ja
6
Waarschijnlijk niet
3
Ja mits zuiver en voorbehandeld
3
Mogelijk
2
Goede prijs nodig
8
Ja
7
• De vergisters geven aan dat een gate fee van 20 tot 60 euro/ton noodzakelijk is om maaisel te kunnen verwerken • Als nodige voorbehandeling geven de vergisters volgende stappen aan: zuiveren, verkleinen en opmengen • De belangrijkste knelpunten zijn: - Verontreiniging - Zand
- Geur en leeftijd maaisel - Biogasopbrengst niet zo hoog - Feedin vergister • 16 vergisters geven aan dat ze op hun installatie maaisel kunnen inkuilen. Bij 7 vergisters kan dit niet.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
11
Expertise van Vlaco vzw 4vervolg
Ondersteuning en samenwerking Ook in 2010 heeft Vlaco nauw samengewerkt met andere organisaties in diverse beleidsdomeinen. Zowel met overheidsinstanties als OVAM, VLM, VEA, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, FAVV, provincies als met collega-organisaties zoals Biogas-E, VCM, ODE, Febem, Interafval, VITO, enz. Op basis van de raakvlakken in de activiteiten van diverse organisaties, is een concrete afstemming en een praktische samenwerking vereist. Met VCM is in 2010 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Daarmee bevestigen en formaliseren beide organisaties dat zij voluit voor een constructieve samenwerking willen gaan en de synergie in hun huidige en toekomstige werking maximaal willen benutten. Tabel 1
Vlaco participeert in verschillende werkgroepen
Werkgroepen Overlegplatform Uitvoeringsplan Organisch-Biologisch Afval Overlegplatform Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen Overlegplatform Uitvoeringsplan Gescheiden Inzameling Bedrijfsafval van Kleine Ondernemingen Overleg afzet meststoffen Comité meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten, zuiveringsslib Werkgroep compost analyses Werkgroep compost-digestaten organische parameters Bio-energieplatform Werkgroep biogas Overlegplatform dierlijke bijproducten Stuurgroep Biogas-E Vlaco-werkgroep leden-compostering Vlaco-werkgroep leden-vergisters/mestverwerkers
blz 12 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Groenestroomcertificaten In het najaar van 2010 is een herziening van de steun via GSC voor biogasinstallaties gestart. Vlaco vzw heeft hier zeer intensief, samen met Ode, Biogas-E, Biogas Vlaanderen en Febem, rond gewerkt en gelobbyd. Op 27.04.2011 is dan uiteindelijk in de plenaire vergadering het ontwerp van decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 goedgekeurd. Voor biogas uit vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land – en tuinbouwgerelateerde stromen, en voor biogas uit gft-vergisting met nacompostering zal per overgedragen certificaat 100 euro worden toegekend voor bestaande installaties en 110 euro voor installaties die in dienst zijn genomen na 1 januari 2012 én geen ecologiepremie hebben ontvangen. Voor gft-vergisting met nacompostering wordt deze minimumsteun gegarandeerd voor een periode van 20 jaar na de inwerkingstelling. In maart 2011 is er door Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche, het VEA en de VREG overleg opgestart met de stakeholders omtrent een evaluatie van steun voor groene stroom en WKK. Het systeem van verhandelbare certificaten voor groene stroom en WKK was tot nu toe zeer succesvol om de productie van de milieuvriendelijke energie te stimuleren in Vlaanderen. Om op zoek te gaan naar verbetermogelijkheden en om in te kunnen spelen op gewijzigde omstandigheden of inzichten, wordt dit steunmechanisme grondig geëvalueerd in 2011. Dit gebeurt aan de hand van studiewerk en overleg met de betrokken sectoren en stakeholders. Vlaco neemt aan dit overleg deel.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Internationaal Conferentie “Don’t waste your biowaste” Op 21 en 22 september organiseerde OVAM de conferentie bio-afval “Don’t waste your biowaste”. Vlaco was betrokken bij het opstellen van het programma en de praktische uitvoering. Op de congresdag, dinsdag 21 september, bleek eens te meer dat er binnen de EU nog steeds discussie is over het management van bio-afval. De conferentie had tot doel om de positieve gevolgen van een geharmoniseerde en geïntegreerde aanpak van het waardevolle bio-afval aan te tonen en is daar zeker in geslaagd. De link met energie en bodem zijn duidelijk toegelicht. Duurzaam beheer van bioafval is een must. Alleen verschillen de ideeën over wat op Europees niveau en wat op het niveau van de lidstaten moet geregeld worden. De Commissie vindt dat er wetgeving genoeg is, terwijl het Parlement van oordeel is dat er betere, meer coherente en efficiënte regelgeving vereist is om verschillende Europese doelstellingen te bereiken. Ook voor andere afvalstoffen wordt aparte reglementering uitgewerkt (AEEA). Aangezien er een belangrijke milieuwinst kan worden gerealiseerd met een goede en duurzame recyclage van een grote afvalstroom zoals bio-afval, is een eigen regelgeving verantwoord.
G.S.L. bvba combineert energieproductie met mestverwerking. Hierbij worden mest, energiegewassen en organisch biologische afvalstoffen vergist tot biogas. Het biogas wordt op zijn beurt gebruikt voor de productie van groene stroom
Bedrijfsbezoek met Europese delegatie Op 22 september bezochten 18 congresdeelnemers zowel GSL, een co-vergister in Halle als de groencompostering Basse-Wavre plat-forme (IBW) in Waver. De rondleiding bij GSL werd verzorgd door Biogas Tec, die de installatie bouwde en nog steeds opvolgt. G.S.L. bvba combineert energieproductie met mestverwerking. Hierbij worden mest, energiegewassen en organisch biologische afvalstoffen vergist tot biogas. Het biogas wordt op zijn beurt gebruikt voor de productie van groene stroom. In de nageschakelde verwerking wordt het digestaat (uitvergiste vloeistof) nabehandeld om zoveel mogelijk nutriënten te verwijderen. Op die manier wordt de bemestingsdruk op de omringende landbouwgronden zo laag mogelijk gehouden. Jaarlijks wordt de installatie gevoed met 27.000 ton inputstromen: 5.400 ton mest, 10.800 ton landbouwgerelateerde producten (vooral maïs) en 10.800 ton organisch biologisch afval. Het biogas dat geproduceerd wordt in de vergistingsinstallatie, wordt gevaloriseerd via een gasmotor met warmtekrachtkoppeling (WKK). De gasmotor heeft een elektrisch vermogen van 1 MW en kan voldoen in de jaarlijkse elektriciteitsbehoefte van ongeveer 2300 gezinnen. De motor produceert naast elektriciteit ook een grote hoeveelheid warmte. Het thermisch vermogen bedraagt ongeveer 1,3 MW. De warmte wordt benut voor de verwarming van een woning in functie van de vraag. Het grootste deel van de warmte wordt gebruikt voor de nabehandeling van het digestaat en bij het indampen van het effluent (vloeistof na zuivering in de biologie) zodat de transportbewegingen kunnen worden beperkt. Jaarlijks kan er ongeveer 9.500 m³ water worden verdampt. Dit komt overeen met zo’n 380 transporten. Het digestaat (vloeistof na vergisting) wordt in de verwerking gescheiden in een dikke en een dunne fractie. De dikke fractie die het merendeel van de fosfaten bevat, kan op het land worden gebracht als meststof of kan na biothermische droging geëxporteerd worden naar het buitenland. In de biologische zuivering wordt de stikstof verwijderd uit de dunne fractie. Het eindproduct van deze biologische zuivering is een geurloze, nutriëntarme vloeistof die lage concentraties aan stikstof en fosfaat bevat zodat de bemestingsdruk op de landbouwgronden beperkt blijft. In vergelijking met onbewerkte varkensmest kan ongeveer vijf keer meer effluent uitgereden worden per hectare. Omwille van de lage ammoniakale stikstofconcentratie en de beperkte geur dient dit effluent bij uitspreiding niet te worden ingewerkt. De koppeling tussen de vergisting en de biologische zuivering wordt benadrukt in de bouwvorm waarbij de mestverwerking rondom de vergistingstank is gebouwd. De biologie vormt op deze manier een warme mantel rondom de vergistingstank zodat deze laatste quasi niet moet worden bijgewarmd. Het concept werd ontwikkeld door Trevi en BiogasTec en heeft een goedgekeurd Europees patent.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
13
Expertise van Vlaco vzw 4vervolg: Internationaal
End-of-waste criteria voor compost en digestaat Zoals hierboven beschreven ondersteunt Vlaanderen de idee van een Europese bio-afval richtlijn. In één adem zou deze de doelstellingen van selectieve inzameling van organischbiologische afvalstoffen (targets) koppelen aan een duurzaam gebruik van verwerkte eindproducten zoals compost en digestaat, waarin de integrale milieuwinsten worden mee beschouwd. De Europese Commissie ziet echter voldoende mogelijkheden om dit binnen de huidige Europese wetgeving te realiseren. Vooreerst via de stortrichtlijn, die stelt dat we tegen 2016 een daling moeten hebben gerealiseerd van het storten van organisch-biologisch afval met 35 % ten opzichte van het niveau van 1995. Verder is er de Kaderrichtlijn Afval (2008/98/EC Waste Framework Directive) die eveneens het traject voorstelt voor afvalstoffen om het zogenaamde ‘end-of-waste’ statuut te bekomen. De methodologie voor het vastleggen van deze end-of-waste (EoW) criteria wordt onderzocht door het Joint Research Centre – Institute for Prospective Technological Studies (JRC-IPTS) van de Europese Commissie in Sevilla. In 2008 werd een methodologie voor het vastleggen van EoW criteria voorgesteld voor een aantal afvalstoffen, waaronder metaal, aggregaten en compost. Vlaco vzw heeft hier als stakeholder ook de nodige input en reactie gegeven. Hierop heeft men verder gebouwd, en werd in 2010-2011 door JRC-IPTS een werkdocument opgemaakt ‘Technical Report for End-of-Waste Criteria on Biodegradable waste subject to biological treatment’, dat de werkwijze beschrijft voor het bekomen van de EoW status voor compost en digestaat. Het is de doelstelling van de EoW criteria om recyclage van organisch-biologisch afval in de EU verder aan
Figuur 1
te moedigen door het creëren van een wettelijk draagvlak om zo een gelijk speelveld te hebben in de productie en het verhandelen van de eindproducten van biologische verwerking van organisch-biologisch afval en om de onnodige administratieve lasten weg te werken. Per definitie houdt het materiaal, indien voldaan is aan de EoW criteria, op om een afvalstof te zijn wanneer het een materiaalrecuperatie heeft ondergaan (waaronder recyclage) en wanneer is voldaan aan de specifieke criteria in overeenstemming met een aantal voorwaarden: a) het materiaal wordt in de praktijk al toegepast voor specifieke toepassingen; b) voor het betreffende materiaal bestaat een markt of een vraag; c) het materiaal voldoet aan de technische vereisten voor de specifieke toepassing(en) en is in overeenstemming met de bestaande wetgeving en productnormen; d) het gebruik van het materiaal heeft geen negatieve milieukundige impact of geeft geen aanleiding tot een bijkomend voedselveiligheids- of gezondheidsrisico. Compost voldoet reeds aan de hierboven opgesomde voorwaarden: er is een markt voor compost als bodem verbeterend middel of component van potgrond, en compost van selectief ingezameld groen- of gft-afval wordt in Vlaanderen en elders in Europa reeds op ruime schaal toegepast. De technische vereisten zoals beschreven in het vrijwillige ECN-Quality Assurance Scheme beschrijven de product- en procesvereisten voor compost. Vlaco vzw is een lid van de Werkgroep Quality Assurance van ECN en heeft
Overzicht van de specifieke technische vereisten waarvan sprake in de Kaderrichtlijn
Voorwaarden beschreven in de Kaderrichtlijn
a) Materiaal kent praktijktoepassing
b) Er is een markt of vraag
c) Materiaal voldoet aan technische vereisten, wetgeving en normen
d) Geen negatieve impact op milieu of op volksgezondheid
Product kwaliteit
Set van specifieke criteria per afvalstof
Input materiaal
blz 14 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Kwaliteitscontrole procedures
Processen en technieken
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
actief meegewerkt om deze Europese standaard op punt te stellen. De productnormen die door Vlaco vzw worden afgetoetst, zijn vergelijkbaar, bijvoorbeeld voor de zware metalen, met deze voorgesteld in het ECN-QAS. Er moet ook voldoende informatie worden bezorgd aan de gebruiker bij wijze van een begeleidend document, zodat wordt voorzien dat het materiaal op een correcte en duurzame wijze wordt toegepast. Het geheel aan criteria moet worden afgetoetst via een kwaliteitscontrolesysteem via onafhankelijke certificering. In februari 2011 behaalde Vlaco vzw na een intense voorbereidingsfase het ECN-QAS Conformity Label, wat aangeeft dat er gewerkt wordt conform de vereisten zoals beschreven in het ECN-QAS. In een volgende stap moeten de vooropgestelde criteria voor compost nog worden uitgebreid voor digestaat. Dit zal worden voorbereid in 2011 en afgerond in 2012. Tenslotte heeft het gebruik van compost en digestaat een directe en indirecte invloed op emissies van broeikasgassen, bodemkwaliteit en de menselijke gezondheid. Compostering en vergisting vertonen, in vergelijking met andere verwerkingsmethodes van huishoudelijke afvalstoffen, de minst negatieve impact en de meeste voordelen.
EU Regelgeving meststoffen De Richtlijn (EC) nr. 2003/2003 is destijds (8 jaar geleden) opgemaakt om het op de markt brengen van meststoffen binnen de Europese Unie (minerale meststoffen) beter te regelen, door het administratieve luik te versoepelen en onnodige handelsbarrières te voorkomen. Deze belicht echter maar een deel van de minerale meststoffen. Daarom wil men deze richtlijn verder uitbreiden met o.a. organische meststoffen en groeimedia. Er bestaan immers nog situaties waarbij de wederzijdse erkenning van meststoffen niet zomaar mogelijk is: wat in de ene lidstaat is erkend, leidt niet automatisch tot een erkenning in een andere lidstaat. De Europese Commissie heeft hierom een studie besteld die moet nagaan welke de belangrijkste criteria zijn die moeten vervuld worden eer organische meststoffen en bodemverbeterende middelen onder de toepassing van deze Europese richtlijn makkelijker kunnen op de markt gebracht worden. Wellicht zal dit staan of vallen met de toepassing van de hierboven beschreven End-of-Waste criteria. Vlaco vzw heeft als betrokken stakeholder ook input gegeven aan een bevraging van de sector.
Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Reeds van in 2002 is de Europese Verordening 1774 van kracht, die de bepalingen oplegt voor het verzamelen, verwerken, transport, op de markt brengen van dierlijke bijproducten en afgeleide producten. Groenafval en gft-afval maken per definitie geen deel uit van de dierlijke bijproducten. Wanneer echter andere stromen worden verwerkt die wel in de definitie van dierlijk bijproduct zijn opgenomen (bv. dierlijke mest, voormalige voedingsmiddelen en keukenafval van dierlijke oorsprong), valt de exploitatie onder de Europese Verordening en dient er voor de verwerking een erkenning als composteer- of biogasinstallatie te worden bekomen. In november 2009 is er een update versie van deze Verordening gepubliceerd (Verordening (EG) nr. 1069/2009), waarin de algemene bepalingen zijn opgenomen. Daarna volgde de implementatieverordening (EG nr. 142/2011) ter uitvoering van de Verordening nr. 1069/2009 die de gedetailleerde technische vereisten omvat waaraan de verwerking van dierlijke bijproducten via compostering en vergisting onderhevig is. De composteer- en biogasinstallaties die dierlijke bijproducten verwerken, moeten over een erkenning beschikken die wordt afgeleverd door de bevoegde overheid. Voor mest is dit VLM-Mestbank, voor alle andere dierlijke bijproducten is dit de OVAM. Deze bevoegde overheid kan, naast de vooropgestelde standaardmethode voor hygiënisatie van het materiaal, ook alternatieve methodes aanvaarden. Er dient hiervoor een procesvalidatie te worden uitgevoerd. Vlaco vzw heeft in 2010 een aantal validatiedossiers mee opgevolgd. Verder werkte Vlaco vzw in 2010 mee aan een ECN-nota voor het verdedigen van alternatieve temperatuurtijdsintervallen (traditionele compostering) bij Europa, met de bedoeling dat deze methodes op Europees niveau ook zouden erkend worden. Immers, onderzoek uit het verleden heeft uitgewezen dat de traditionele gft- en groencompostering, volgens de hygiënisatievereisten zoals opgenomen in het lastenboek gft- en groencompost en het Algemeen Reglement van de Certificering, minstens evenwaardig zijn aan de wettelijk voorgestelde pasteurisatie (1 uur verhitting op 70°C van al het materiaal). In 2011 zal het European Compost Network, mede met de hulp van Vlaco vzw, een praktische gids opstellen voor de bedrijven (compostering en vergisting) over hoe men met deze Verordening dient om te gaan.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
15
Expertise van Vlaco vzw 4vervolg
gentse Floraliën “Een absolute krachttoer’ De Gentse Floraliën, een eeuwenoud evenement rond bloemen en planten, 10 dagen lang, 300.000 bezoekers, paleizen vol met aangelegde tuinen. Dynamische tuinarchitecten, internationale floristen, creatieve ontwerpers en kunstenaars kneden er bloemen en planten tot dé ultieme emotie. Aan dàt ultieme bloemenevenement kon Vlaco in 2010 deelnemen. Ivo Pauwels, de auteur waarmee we in 2009 het boek ‘Composteren en kringlooptuinieren’ realiseerden, bracht ons in contact met de organisatoren van de Gentse Floraliën. Na heel wat overlegmomenten groeide het plan om een heuse kringlooptuin (van precies 271 m²) aan te leggen. In het kader van duurzaamheid werd turf in al de Floraliëntuinen vervangen door Vlaco-compost. Op de parallelle beurs (de Floralideeën, een sfeervolle laan met kraampjes, winkeltjes en tuincentra waar je kon flaneren langs een breed assortiment boeketten, bloemen, planten en tuinmaterialen) kreeg Vlaco een stand van 100 m² toegewezen.
Een puzzel van 100.000 stukjes Heel langzaam kwam het tuinconcept tot leven en werd het standplan klaargestoomd. Stap-voor-stap legden we contacten met sponsors voor planten, verhardingen, bomen, struiken, kruiden, bloembollen, hout, gras, bladeren, constructies en andere professionele helpende handen. Vlechtwerken moesten gemaakt worden, bakken, plantensteunen, een reusachtige snipperwand, bankjes, ... We konden gelukkig rekenen op een heel netwerk van mensen die onze werking ondersteunden, laaiend enthousiaste mensen die tegen een kilometervergoeding en een inkomkaart voor de kringlooptuin vlochten, snipperden, timmerden en graag met hun handen uit de mouwen, in de compost wroetten. We hebben het hier over compostmeesters, intergemeentelijke verenigingen, professionele composteerders, Vlaco-lesgevers …. Bovenop deze heksentoer organiseerden we ook nog een Vip-avond, workshops, signeersessies en lichtten we de kringlooptuin toe op de studiedag voor de groendiensten. Na afloop was iedereen moe, maar heel erg tevreden en voldaan. We kregen de kans om aan enkele 100.000’en mensen de kringloopboodschap kenbaar te maken. Een inspanning die ongetwijfeld de moeite loonde en die we maar wàt graag over een 5-tal jaar herhalen.
blz 16 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Compost op de Floraliën in cijfers Door de 300 m³ turf te vervangen door 130 ton compost vermeden we 74.000 kg CO2-emissies vanuit het veen zelf, de ontginning en het transport ervan. Dit komt overeen met 500.000 km met een auto. Behoorlijk lange afstand: dit is de afstand van de aarde tot de maan.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Ontwerp van de tuin en stand : Wim Collet, Natuurlijk Uitvoering : Tom Baeyens, Advance Greencare en Guy Berckmans, De Groene Klusser. Verder is dit allemaal tot stand gekomen met de hulp van compostmeesters, het Vlaco-team zelf, leden van Vlaco en de sponsorende plantenleveranciers.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
17
Inzameling en verwerking in Vlaanderen
Groenafvalcompostering daalt Terwijl de inzameling van groenafval in stijgende lijn blijft gaan, is de gecomposteerde hoeveelheid groenafval in 2010 aanzienlijk verminderd. In totaal zijn 27 groencomposteringen operationeel in Vlaanderen. Samen verwerkten ze bijna 478.000 ton groenafval. In de gft-verwerking is nog eens 47.000 ton groenafval verwerkt samen met het gft-afval. Dit brengt het totaal op 525.000 ton groenafval dat is verwerkt in gft- of groenverwerking. In 2009 was dit nog 560.000 ton groenafval, waarvan 519.000 ton in de groencompostering. Dit betekent voor 2010 een terugval ten opzichte van 2009 van respectievelijk 6 en bijna 8 %. In Figuur 2 is de evolutie in verwerking weergegeven. Uit de cijfers van de OVAM blijkt dat de selectieve inzameling van groenafval in 2009 opnieuw is toegenomen. In 2009 is er ruim 608.000 ton groenafval selectief ingezameld. In Figuur 1 is de evolutie van de selectieve inzameling van groenafval weergegeven. Figuur 1 Evolutie selectieve inzameling gft- en groenafval over de periode 1989-2010.
Figuur 2 Verwerking van organisch-biologisch afval onder Vlaco-kwaliteitsopvolging over de periode 19892010, met prognose voor 2011.
blz 18 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
In 2009 werd op bedrijfsniveau in veel gevallen een status quo of een lichte terugval genoteerd qua verwerkte hoeveelheden groenafval. Op Vlaams niveau was er echter nog een stijging van 6 %. In tegenstelling tot vorig jaar wordt nu in 2010 duidelijk ook op Vlaams niveau het aanzuigeffect van structuurmateriaal richting biomassa genoteerd. Verschillende installaties geven op 10 à 15 % minder groenafval te composteren. Soms loopt het zelfs op tot een reductie van 20 %. Dit probleem bestaat al verschillende jaren, maar de laatste jaren neemt het steeds verder in omvang toe en dreigt het te ontsporen. Heel wat groenafval komt niet meer bij erkende composteerinstallaties terecht. Bedrijven vergund voor opslag of voor mechanische behandeling van groenafval halen groenafval tegen niet-marktconforme zeer lage prijzen op. Ze scheiden het groenafval in twee fracties. De houtige fractie wordt ingezet voor energetische valorisatie. De fijne fractie verdwijnt. De bestaande controle/ handhaving is onvoldoende. In- en output registers worden onvoldoende gecontroleerd en geven geen correct beeld. Dit leidt uiteraard tot marktverstorende situaties, die mogelijk zijn door het illegale circuit, waar onvoldoende tegen (kan) opgetreden wordt(en). Een volledig afschaffen van dit verbrandingsverbod voor structuurmateriaal verstoort het evenwicht tussen materialenbeleid en energierecuperatie en zal problemen opleveren voor de compostering. De kans is reëel dat bij ongewijzigd beleid de komende jaren nog meer groenafval rechtstreeks richting energiewinning verdwijnt omwille van de economische voordelen die aan groene energie verbonden zijn, zodat het moeilijk wordt voor de composteringssites om nog aan voldoende structuurmateriaal te komen om de fijne fractie groenafval te verwerken. Het uitgangspunt is dat al het groenafval in Vlaanderen, zowel de fijne fractie als het structuurmateriaal, op een gepaste, economisch rendabele en milieuverantwoorde manier wordt verwerkt. Belangrijk is ook dat er per installatie een evenwicht is in fijne en grove fractie. De geproduceerde compost dient te voldoen aan de hoogstaande kwaliteitseisen, zodat de nuttige toepassing gegarandeerd blijft. We vinden het ook belangrijk dat de beschikbare biomassa uit Vlaanderen in Vlaanderen gebruikt voor groene energie. Er zal heel wat import aan biomassa nodig zijn om de doelstellingen voor groene energie in Vlaanderen te halen. Dus het is zeker zinloos om biomassa uit Vlaanderen te laten verdwijnen om elders groene energie op te leveren.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Studie “Optimalisering compostering” In de cradle-to-cradle visie zijn afvalstoffen waardevolle grondstoffen, die duurzaam worden verwerkt en kwaliteitsvol worden toegepast. We willen ook in de toekomst de hoge kwaliteitsnormen voor compost kunnen blijven garanderen. De voordelen van compost zijn legio en compost kan in belangrijke mate schaarse en eindige primaire grondstoffen als bijvoorbeeld turf op een duurzame manier vervangen. Dat neemt niet weg dat de compostsector een belangrijke bijdrage kan leveren aan de doelstellingen voor hernieuwbare energie. Enerzijds is er dus genoeg structuurmateriaal nodig om een effectief composteringsproces en een kwaliteitsvolle compost te bekomen. Anderzijds dienen de verschillende composteringssites ook economisch rendabel te zijn. Om deze twee zaken naast elkaar te optimaliseren is ervaring
en kennis van het composteringsproces noodzakelijk. Een deel van het houtig materiaal kan naar energiewinning gaan, iets wat momenteel wettelijk niet kan in Vlaanderen gezien het verbrandingsverbod. Om de voorwaarden waaronder afwijking van het verbrandingsverbod mogelijk zijn, vast te kunnen leggen, deed Vlaco vzw een studie naar de optimalisering compostering. Kwaliteitsvol composteren met minder structuurmateriaal is mogelijk. Voor de groencompostering blijkt dat het verminderen van de hoeveelheid structuurmateriaal tot 30 à 35 % van de input of enkel composteren van de fractie kleiner dan 20 mm heeft bij een intensieve groencompostering geen invloed op het organische stofgehalte in de compost, op de stabiliteit of op de duur van het composteerproces.
Aanbevelingen regiefunctie Op basis van de resultaten uit de studie “Optimalisering compostering”, aangevuld met kennis en ervaring van Vlaco vzw en de compostproducenten, studies uit het buitenland, enz. heeft Vlaco vzw beleidsaanbevelingen voor OVAM in verband met het realiseren van een regiefunctie voor vergunde en gecontroleerde compostproducenten geformuleerd. Het doel is er voor te zorgen dat alle gft- en groenafval op vergunde en gecontroleerde composteringen terecht komt, zodat de compostproducent het structuurmateriaal dat hij nodig heeft voor kwaliteitsvolle compostering zeker ter beschikking heeft en het overschot aan structuurmateriaal naar een andere toepassing, bv. energetische valorisatie, kan gaan. De eerste doelstelling voor de composteerder blijft een kwaliteitsvolle compost maken. Compost heeft als secundaire grondstof een belangrijke meerwaarde en zorgt voor een besparing op CO2-uitstoot. Per ton groenafval dat gecomposteerd wordt, in plaats van verbrand, besparen we 624 kg CO2. Per ton gft-afval dat gecomposteerd wordt, in plaats van verbrand, besparen we 517 kg CO2. Compost is een uniek product om de
bodem te verbeteren. Compost bevat immers zeer veel stabiel organisch materiaal. Dit organisch materiaal zorgt voor een positief effect op de bodemstructuur, waterdoorlaatbaarheid, waterbergend vermogen, erosie, … Recente studies tonen aan dat zowel de Vlaamse tuinen als de landbouwbodems nood hebben aan extra organisch stof. De compostproductie draagt hierin bij en moet dit in de toekomst zeker en vast kunnen blijven doen. Voor het overschot aan structuurmateriaal, afkomstig van een gecontroleerde compostering, dient het verbrandingsverbod te worden opgeheven, zodat ook de composteringssector op een legale manier aan de productie van groene energie kan bijdragen. In het ontwerp VLAMAB is de regiefunctie voor de composteerders opgenomen. “De stromen groenafval moeten worden afgevoerd naar daartoe vergunde composteringsinrichtingen die tevens voor de geproduceerde compost beschikken over een keuringsattest, afgeleverd door Vlaco vzw of een andere instelling die voor dit materiaal over de nodige bekwaamheid beschikt.”
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
19
Inzameling en verwerking in vlaanderen 4vervolg: Groenafvalcompostering daalt
Composteren met minder structuurmateriaal Bij het composteren met minder structuurmateriaal zijn een aantal maatregelen aangewezen om het composteerproces verder vlot te laten verlopen. Een eerste belangrijke maatregel is het verlagen van de hopen. Een lagere hoop heeft immers een kleiner gewicht en zal daardoor minder inzakken. Hopen verlagen kan zowel door met een tafelcompostering hopen aan te leggen van 2 m in plaats van 4 m (Vlarem) of 3 m (BBT). Een kleinere capaciteitverlaging dan bij omschakeling met rillen. Omzetten is omslachtiger dan bij rillen. Een andere mogelijkheid om de hopen te verlagen/verkleinen is omschakelen naar rillencompostering. Rillen hebben de voordelen dat het groenafval gemakkelijk gemengd wordt, water kan gemakkelijk toegediend worden tijdens het keren en er is minder structuurmateriaal nodig. Als nadeel zijn er meerdere keerbeurten nodig om voldoende hygiënisatie te krijgen. De capaciteit per m² grondoppervlakte is ook lager en het afdekken van de rillen bij veel regen en sneeuw is aangewezen. Naast lagere hopen is er ook een intensievere beluchting nodig. Dit kan door meer intensief te keren, of door beluchting in of onder de composthopen te voorzien. Zo garandeert de compostproducent dat er voldoende zuurstof in de hopen aangevoerd wordt. Gft-composteerders kunnen hun overschot aan zeefoverloop1 inzetten voor energetische valorisatie, met een maximum van 15 % van de input. Voor groencompostering zijn twee opties mogelijk (geen combinatie).
Traditionele groencompostering De compostering verloopt verder op de traditionele manier (bv. tafelcompostering). De composteerder kan zeefoverloop inzetten voor energetische valorisatie. De maximale af te voeren hoeveelheid is 15 % van de input. OF Intensieve groencompostering Composteerders die een deel vers groenafval wensen in te zetten voor energierecuperatie, kunnen dit op voorwaarde dat zij overschakelen naar een intensieve groencompostering (definitie zie hieronder). De producent kan zuiver verhakseld snoeihout, de grove fractie van het groenafval of zeefoverloop afvoeren, met op jaarbasis gemiddeld 20 %2 van de input. Om van een intensieve groencompostering te kunnen spreken moet de compostering minimum 10 weken op rillen van maximaal 3 m hoog of een tafel van maximaal 2 m hoog verlopen. en De composthopen worden intensief gekeerd (minimum wekelijks keren gedurende de eerste 5 weken). of Er is actieve beluchting aanwezig (minimum gedurende de eerste 5 weken). Bij maximale inzet van 15 % zeefoverloop bij gftcompostering en 20 % groenafval voor energierecuperatie kan de sector bijdragen tot ongeveer 1.400 TJ/jaar3. Daarnaast kunnen de gft- en groencompostproducenten voldoende kwaliteitsvolle compost met een hoge waarde aan stabiele organische stof produceren.
1 De afzet van zeefoverloop moet op een rendabele manier kunnen. 2 Vlaco vzw schuift dit cijfer naar voor op basis van volgende vaststellingen: a) Uit de sorteeranalyse blijkt gemengd groenafval ongeveer 50 % structuurmateriaal te bevatten. b) Verder stellen we ook vast dat composteren met 30 à 35 % structuurmateriaal via een intensief proces nog op een kwaliteitsvolle manier kan. Hieruit leiden we af dat gemiddeld 20 % van het structuurmateriaal (uitgedrukt op input) ingezet kan worden voor energetische valorisatie. Bedrijf L toont aan dat bij afname van 50 % structuurmateriaal naar ongeveer 30 % structuurmateriaal grasmaaisel (bermmaaisel) nog verwerkt kan worden. In een verder traject kan beoordeeld worden of dit cijfer moet worden bijgestuurd. 3 Dit getal is berekend op basis van 520 000 ton groenafval, 325 000 ton organisch-biologisch verwerkt in gft-compostering en 9000 MJ/ton calorische inhoud (biomassa inventarisatie OVAM).
blz 20 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Gft-compostering status quo De acht gft-verwerkingsinstallaties in Vlaanderen hebben in 2010 samen 326.000 ton verwerkt, bestaande uit 269.000 ton gft-afval, 9.400 ton organisch-biologisch bedrijfsafval en 47.000 ton groenafval. Dit is ongeveer evenveel als in 2009, toen is er 325.000 ton verwerkt in de gft-verwerking. In Figuur 2 is de evolutie weergegeven. Er is in 2010 iets minder gft-afval verwerkt dan in 2009, namelijk 4.000 ton, ook iets minder organisch-biologisch afval zijnde 1.600 ton, maar 6.000 ton meer structuurmateriaal. Het effect van diftar dat sinds 2006/2007 merkbaar is, stagneert in 2010. De twee gft-vergistingsinstallaties hebben samen bijna 81.000 ton gft-afval vergist, en daarnaast nog eens bijna 9.000 ton organisch-biologisch bedrijfsafval.
De hoeveelheid mest is iets gedaald tot bijna 261.000 ton in 2010 ten opzichte van 270.000 ton in 2009. De secundaire grondstoffen maken nog slechts 3 % uit van de input, dit is bijna 9.000 ton tegenover bijna 23.000 ton in 2009. Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6
Inputstromen per type verwerking. Aandeel van de deelstromen in vergisting. Aandeel van de deelstromen in compostering. Aandeel van de deelstromen in biothermisch drogen. gft afval groenafval oba mest sec. grondst. energiegewassen
biothermisch drogen
compostering
vergisting
Stijgende lijn voor verwerking organischbiologisch afval
0
200.000
400.000
600.000
800.000
1.000.000
1.200.000
ton
De verwerking van organisch-biologisch afval in de gft-compostering is iets gedaald ten opzichte van 2009: 9.400 ton in 2010 en 11.000 ton in 2011. Daarnaast verwerkten 28 andere installaties, van zowel aerobe als anaerobe behandeling, bijna 593.000 ton organisch-biologisch afval. Naast het organisch-biologisch afval hebben deze installaties ook ruim 50.000 ton secundaire grondstoffen, ruim 146.000 ton energiegewassen en 417.000 ton mest verwerkt (zie Figuur 2). In totaal is er dus 1.200.000 ton verwerkt. De prognose voor 2010 van 1.300.000 ton is hiermee niet gehaald. Dit is vooral te wijten aan het feit dat zes installaties, waarvan enkele grote, in 2010 om diverse redenen zijn stilgelegd. De prognose voor 2011 ligt dan ook iets lager.
Aandeel van de verschillende verwerkings processen In Vlaanderen is er in 2010 714.000 ton organisch-biologisch afval in de compostering verwerkt. Daarnaast zijn er bijna 1.000.000 ton inputstromen vergist en heeft het biothermisch drogen ruim 300.000 ton input verwerkt. In Figuur 3 zijn de inputstromen per type verwerking weergegeven en in de volgende figuren het procentuele aandeel van de verschillende deelstromen in de diverse types van verwerking. In de vergisting blijft de hoeveelheid energiegewassen toenemen. In 2008 is er 19.000 ton energiegewassen vergist, in 2009 is dat 99.000 ton en in 2010 ruim 146.000 ton. In 2010 maken ze 15 % uit van de totale input in vergisting (cf. Figuur 4). De hoeveelheid organisch-biologisch bedrijfsafval die wordt gecomposteerd, neemt in de loop der jaren steeds verder af, tot slechts 400 ton in 2010. In het biothermisch drogen is de hoeveelheid organischbiologisch bedrijfsafval gestegen ten opzichte van 2009, bijna 34.000 ton in 2010 tegenover bijna 27.000 ton in 2009. ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
21
Kwaliteitscontrole en certificering
Kwaliteitscontrole via onafhankelijke certificering Gedurende het werkingsjaar 2010 heeft Vlaco vzw een verdere invulling gegeven aan de kwaliteitscontrole zoals voor bepaalde secundaire grondstoffen wettelijk vereist onder de vorm van een keuringsattest (gft-compost, groencompost, compost en digestaat van organische bedrijfsafvalstoffen). In het Besluit van de Vlaamse Regering van 13.02.2009 (publicatie in het Belgisch Staatsblad van 1.04.2009) zijn hierover, als een aanvulling op Vlarea, expliciet bijkomende voorwaarden gesteld: • De controle en certificering van de eindproducten van de biologische verwerking via organisch-biologische afvalstoffen dient te gebeuren volgens een systeem van onafhankelijke certificering • De oprichting van een onafhankelijke certificerings commissie, die de volgende taken uitvoert: - Beheer van het Algemeen Reglement van de Certificering - Toezicht op de certificering en adviesverlening aan de certificeringsinstelling - Afhandelen van beroepsprocedures
Sinds de oprichting van de Certificeringscommissie Meststoffen – Bodemverbeterende Middelen in 2009 werden in de loop van 2010 drie Commissievergaderingen gehouden. Resulterend uit deze vergaderingen, het werk van de leden van de Certificeringscommissie en van Vlaco vzw kunnen we de volgende output vermelden: • Het Algemeen Reglement van de Certificering, dat werd opgesteld en besproken tijdens de vergaderingen, is op 6.12.2010 goedgekeurd bij Ministerieel Besluit en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25.01.2011. Het is integraal beschikbaar op de website van onafhankelijke certificering. • De Certificeringscommissie verkoos een voorzitter en ondervoorzitter, alsook werd een auditor aangesteld. Deze staat in voor het controleren van de criteria voor de instelling(en) die de kwaliteitscontrole uitvoeren bij de producenten van compost en digestaat. Er is een huishoudelijk reglement opgemaakt waarin de procedures van vergaderen, secretariaat, begroting, … zijn beschreven. • Er staat een website ‘Onafhankelijke Certificering’ on line, bereikbaar via vlaco.be. Op de website vindt de surfer de volgende informatie: - Contactgegevens, samenstelling en werking van de
blz 22 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Certificeringscommissie - Werkwijze, certificeringsvereisten voor de bedrijven, aanvraagformulieren - Link om het Algemeen Reglement van de Certificering te downloaden - Lijst met de bedrijven en de eindproducten die gecertificeerd zijn - Lijst met erkende laboratoria
Op 18 juni 2010 bezocht de Certificeringscommissie Meststoffen – Bodemverbeterende Middelen de vergistingsinstallatie Green Power Pittem. Er werd een rondleiding gegeven op het bedrijf, waarbij de autocontrole door de producent werd toegelicht, alsook de kwaliteitscontrole door Vlaco vzw en de productie en afzet van eindproducten van de vergistingsinstallatie. In 2011 is een bezoek aan een gft-compostering gepland.
De website Onafhankelijke Certificering staat sinds kort on line.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Kwaliteitsopvolging door Vlaco vzw ook onderhevig aan externe controle Audit van Vlaco vzw door de Certificeringscommissie De instantie die de kwaliteitscontrole uitvoert bij de biologische verwerkingsinstallaties van organischbiologische afvalstoffen (via compostering, vergisting, biothermisch drogen) moet vast omlijnde principes en procedures naleven. De kwaliteitscontrole-organisatie moet werken volgens de normen die worden toegepast voor keurings- en certificeringsinstellingen, en dient een intern kwaliteitshandboek toe te passen. Vlaco vzw heeft in de loop van 2010 dit kwaliteitshandboek afgewerkt en in praktijk genomen. De organisatiestructuur en werking van Vlaco vzw, taken en doelstellingen, interne kwaliteitscontrolemechanismen, … staan beschreven in de procedures van dit kwaliteitshandboek. Alle handelingen zijn volledig traceerbaar; de controlemomenten (staalnames, bedrijfsaudits en administratieve controles) worden op een gestandaardiseerde wijze uitgevoerd. De auditor van de Certificeringscommissie Meststoffen – Bodemverbeterende Middelen voerde in de tweede helft van 2010 en begin 2011 twee audits uit van Vlaco vzw ter controle van dit kwaliteitshandboek, met een succesvolle uitkomst. De organisatie en werking van Vlaco vzw volgens de principes van de onafhankelijke certificering werden hierbij bevestigd. In een volgende fase zullen de interne audits zich toeleggen op de controle van de bedrijven door Vlaco vzw en het beheer van de dossiers.
analysemethodes, de werking van de Certificeringscommissie Meststoffen – Bodemverbeterende Middelen, het aantal deelnemende bedrijven, de verschillende eindproducten, … Tijdens de tweede dag (praktisch gedeelte) wilde men de aanpak van Vlaco vzw op het terrein controleren. Hiervoor werd een bezoek gepland aan de compostering van IOK Afvalbeheer in Beerse/Merksplas waar de ECN-auditoren de theorie aan de praktijk aftoetsten aan de hand van de checklist van Vlaco vzw. De ECN-auditoren hebben tijdens de audit meermaals hun grote tevredenheid uitgedrukt over de doordachte en kwaliteitsvolle toepassing van de controle- en het certificeringssysteem door Vlaco vzw, alsook door de composteerinstallaties. Als een gevolg van de succesvolle audit mocht Vlaco vzw uit handen van Jane Gilbert, Voorzitter van ECN, het ECN-QAS Conformiteitslabel in ontvangst nemen. Dit gebeurde op 23 februari 2011 tijdens de Algemene Vergadering van ECN in Dublin. Dit label attesteert dat Vlaco vzw volledig werkt in overeenstemming met de vereisten van het ECN-QAS, dat de basis vormt voor een Europees kader rond compostcertificering.
Audit van Vlaco vzw door ECN Vlaco vzw heeft in 2010 een aanvraag ingediend bij ECN (European compost Network) voor het behalen van het ECN-QAS Conformity Label (zie ook kader). Na een voorbereidingsperiode, waarbij o.a. ook de checklist van Vlaco vzw voor producenten van compost diende te worden uitgebreid met een aantal specifiek in het ECN-QAS gestelde vereisten, werd eind januari 2011 een 3-koppige delegatie van ECN ontvangen op de kantoren van Vlaco vzw voor een 2-dagen durende audit. Gedurende de eerste dag (documentair gedeelte van de audit) werd het kwaliteitshandboek van Vlaco vzw onder de loep genomen, alsook de werking en organisatiestructuur, de gevolgde productnormering en wettelijke basis, de staalname- en
Vlaco vzw kreeg op de Algemene Vergadering van ECN in Dublin op 23 februari 2011 het ECN-QAS Conformiteitslabel overhandigd. Van rechts naar links: Jane Gilbert (Voorzitter ECN), Wim Vanden Auweele (Vlaco vzw), Stefanie Siebert (Bundesgütegemeinschaft Kompost) en Duncan Steward (Eco Eye)
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
23
Kwaliteitscontrole en certificering 4vervolg: Audit van Vlaco door ECN
ECN-Quality Assurance Scheme Verschillende lidstaten (en regio’s) binnen Europa hebben net zoals Vlaco een kwaliteitscontrole- en certificeringssysteem voor compost ontwikkeld. Het European Compost Network (ECN), waar Vlaco vzw ook lid van is, heeft enkele jaren geleden het initiatief opgestart om de bestaande systemen meer te harmoniseren. Vertegenwoordigers van de Kwaliteitscontrole-organisaties (NQAO = National Quality Assurance Organisation) van deze lidstaten hebben tijdens een aantal werkgroepvergaderingen een Europees concept voor de kwaliteitscontrole van compost (digestaat volgt in een later stadium) mee vorm gegeven door middel van het schrijven van een Quality Assurance Scheme, uitgewerkt in een Quality Manual. Het systeem beschrijft de voorwaarden voor het behalen van een kwaliteitslabel voor compost (ECN-QAS Quality Label). Dit is uitgewerkt op twee niveaus: de voorwaarden voor organisaties die het kwaliteitslabel moeten uitreiken (NQAO, in dezen Vlaco vzw zelf); en de voorwaarden waaraan de producenten van compost moeten voldoen. De doelstellingen van het ECN-QAS zijn: • specificaties vastleggen voor kwaliteitscompost • harmoniseren van de controle van de compostkwaliteit (staalname en analyse) • harmoniseren van de controle op de productie van kwaliteitscompost (audits) • ondersteunen van duurzaam gebruik van compost • erkenning van gecertificeerde compost door overheden, landbouworganisaties • ondersteuning van de selectieve inzameling en de recyclage van OBA tot nuttige producten
Binnen het ECN-Quality Assurance Scheme onderscheidt men een certificaat voor de kwaliteitscontrole-organisatie (ECN-QAS Conformiteitslabel voor de organisatie zelf uit te reiken door ECN) en een certificaat voor de compost (ECN-QAS Quality label door de kwaliteitscontrole-organisatie uit te reiken aan compostproducenten). Het door Vlaco behaalde certificaat is het ECN-QAS Conformiteitslabel. In een later stadium kunnen we dan bedrijven gaan certificeren volgens het ECN-QAS. In de loop van 2011 wordt het ECN-QAS, dat momenteel is uitgewerkt voor compost, verder uitgebreid voor digestaat. Dit zal gebeuren tijdens werkgroepvergaderingen van ECN, waarin de expertise en informatie over de bestaande normering en kwaliteitssystemen aangeleverd door de kwaliteitscontrole-organisaties van de verschillende Europese lidstaten (waaronder ook Vlaco vzw) zal worden aangewend. Ondertussen is gebleken dat het ECN-QAS ook wordt voorgesteld als een referentie of vertrekbasis voor het opstellen van End-of-Waste criteria voor compost in het rapport ‘End-of-waste criteria on Biodegradable waste subject to biological treatment’ voorgesteld door het Joint Research Centre van de Europese Commissie. Deze studie legt het raamwerk vast voor het opstellen van specifieke criteria die moeten vervuld worden eer compost (en in een later stadium ook digestaat) kan beschouwd worden als een product, en ophoudt een afvalstof te zijn (= end-of-waste).
Kwaliteitscontrole en certificering door vlaco vzw in 2010 In 2010 werkte Vlaco vzw verder aan een optimalisering van de kwaliteitsopvolging. De kwaliteitscontrole omvat nog steeds een totaalpakket van bedrijfsbezoeken met staalname en analyse bij een erkend laboratorium, het uitvoeren van audits op de bedrijven, administratieve controles, interpretatie en beoordeling van de analyseresultaten en de opvolging van corrigerende actieplannen. Op deze manier krijgen we een volledig inzicht in de werking op de verschillende productiesites en volgen we ook de kwaliteit van alle eindproducten op. De meeste bedrijven, zowel de groen- en gft-composteerders als de vergisters en de andere biologische verwerkingsinstallaties van OBA, zijn nu reeds geruime tijd vertrouwd om te werken met het systeem van autocontrole en de Vlaco-
blz 24 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
opvolging hierop. Hierdoor kan tijdens de audits geleidelijk aan de focus verlegd worden van de grondige controle van de noodzakelijke procedures en fiches, naar een controle die meer toegespitst is op de praktische uitvoering van het autocontrolesysteem (eigen analyses, logboeken, inputcontroles, traceerbaarheid, …). In 2010 sloten opnieuw een aantal nieuwe bedrijven aan, vooral vergisters. Deze stijgende trend is minder uitgesproken dan in 2009. De andere categorieën van bedrijven (groen- en gft-composteerders, en de andere biologische verwerkingsinstallaties van OBA) blijven stabiel wat betreft aantal. Aangezien er minder nieuwe bedrijven zijn, en bij de meeste bestaande bedrijven de frequentie van audits naar één per jaar kon gebracht worden, is het aantal uitgevoerde
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
audits in 2010 toch licht gedaald ten opzichte van 2009 (van 78 naar 76). Per bedrijf vond er daarentegen een uitbreiding van het aantal eindproducten plaats, dit ziet men terug in een stijging van het aantal staalnames (van 283 naar 332) en het aantal afgeleverde keuringsattesten (van 123 naar 148).
Figuur 2 Aantal audits uitgevoerd door Vlaco vzw
Lastenboek en checklist Bij het uitvoeren van de audits maken de auditors gebruik van een checklist. De punten opgenomen in de checklist voor het behalen van een keuringsattest voor producenten van gft- en groencompost zijn grotendeels afkomstig van het Vlaco-Lastenboek gften groencompost. Zowel dit lastenboek als de checklist werden in 2010 grondig geëvalueerd en herzien. Er werd rekening gehouden met de huidige gangbare procesmethoden op de sites, met de intussen gewijzigde wetgevingen en met de voorwaarden opgelegd door het ECN-QAS (zie bovenstaand kader). Bovendien wordt in de nieuwe checklist ook opgevraagd of de producent al dan niet kiest voor een intensieve compostering (zie elders in het activiteitenverslag).
Figuur 3 Aantal afgeleverde keuringsattesten door Vlaco vzw
Onder ‘andere’ verstaan we de controle van o.a. OBA-mixen, proefcentra en producenten van niet-professionele compost. Figuur 1 Aantal bedrijven opgevolgd door Vlaco vzw
Figuur 4 Aantal staalnames uitgevoerd door Vlaco vzw
Tabel 1
groencomposteerders gft-composteerders vergisters andere verwerkers OBA andere
Aantal bedrijven 25 8 29 4 7
Pre audit 3 0 5 0 2
Aantal audits Initiële audit Opvolgingsaudit 5 22 0 8 8 21 0 4 0 5
Aantal staalnames 86 46 185 15 14
Aantal afgeleverde keuringsattesten 36 9 99 4 6
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
25
Kwaliteitscontrole en certificering 4vervolg
Onderzoek en ontwikkeling verrijkt de kwaliteitscontrole Certificering gebaseerd op een betrouwbaar staalname- en analyseprotocol Bij het uitvoeren van controle-activiteiten probeert Vlaco vzw een zo correct mogelijke inschatting te maken van de conformiteit van de bedrijven met de certificeringsvereisten. De objectieve criteria die staan beschreven in de Vlacochecklist kunnen via een bedrijfsaudit door Vlaco vzw zelf worden afgetoetst (situatie op het terrein via visuele controle en opvolging van productiebatchen, nakijken van input- en outputregisters, opvolging van hygiënisatie, begeleidend document bij verkoop van het eindproduct, …). Voor de controle van de kwaliteit van de eindproducten echter moet een beroep gedaan worden op erkende laboratoria om ons de nodige informatie te verschaffen. Omdat we bezig zijn met levende materie (compost, digestaat) en met een productie waar sprake is van een natuurlijke variabiliteit (wijzigende input, andere procesvoorwaarden, veranderende weersomstandigheden, …) zijn we ons zeer sterk bewust van en worden we dagdagelijks geconfronteerd met het belang van correcte analyseresultaten. Een analyseresultaat mag niet afhankelijk zijn van de keuze van een laboratorium, of van de naam van de persoon die de staalname heeft uitgevoerd. Daarom bestaat het Compendium voor Monstername en Analyse van Afvalstoffen en Bodem (kortweg CMA), dat bij Ministerieel Besluit vastlegt op welke wijze monstername en analyse dient te worden uitgevoerd. Vlaco vzw is nauw betrokken bij de ontwikkeling en de toepassing van het CMA, waarvoor VITO in opdracht van de OVAM als referentielaboratorium optreedt.
Werkgroep compost en organische parameters Vlaco vzw is aanwezig op de werkgroepvergaderingen met de erkende laboratoria. De vergaderingen worden geleid door de OVAM. Er worden knelpunten besproken m.b.t. de voorbehandeling en analyse van diverse matrices (compost, digestaat, vloeibare afvalstromen, …). De dataset die door Vlaco vzw wordt verzameld bij het uitvoeren van de kwaliteitscontrole, wordt hierbij vaak als referentie gebruikt. Door voor onze analyses gebruik te maken van verschillende laboratoria, waken we als sectororganisatie tevens continu over de kwaliteit van de afgeleverde analyseresultaten. Bij afwijkingen kan Vlaco vzw optreden als tussenschakel tussen producent, laboratorium en de bevoegde overheid. VITO kijkt toe op de toepassing van de wettelijke verplichte methodes en op de variabiliteit van de analysecijfers. Vlaco vzw zorgt daarnaast ook voor het aanleveren van representatieve monsters voor ringtesten, en geeft verder aanwijzingen voor probleemparameters.
blz 26 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Ontwikkeling en implementatie van CMAmethodes voor staalname en analyse Staalname Sedert januari 2010 zijn nieuwe CMA-methodes voor monsterneming en monstervoorbehandeling in voege. Deze werden opgesteld voor vaste, vloeibare en pasteuze afvalstoffen, waaronder compost. Bij het opstellen van deze nieuwe methodes door VITO speelde Vlaco vzw een participerende rol tijdens de verschillende overleg- en staalnamerondes. Er werden ondertussen 2 opleidingen voorzien voor het bekomen van een erkenning als staalnemer. De opleidingen werden georganiseerd door VITO in samenwerking met Vlaco vzw. Naast staalnemers van de erkende laboratoria hebben ook medewerkers van composteerbedrijven (zowel groencompost als gft-compost) deze opleiding gevolgd. In de loop van 2011 worden bijkomende opleidingen voorzien voor staalname van digestaat.
Analyse Op vraag van de OVAM heeft het VITO in 2010 een onderzoek uitgevoerd getiteld ‘Bepaling van het voorkomen van organische polluenten in bodemverbeterende middelen’. Vlaco vzw was hier nauw bij betrokken o.a. voor het ter beschikking stellen van representatieve monsters (afvalstoffen, groencompost, gft-compost, digestaat, gedroogd eindproduct, concentraat na zuivering, …). Het was de opzet om na te gaan in welke mate organische verontreiniging voorkomt in de gangbare matrices afvalstoffen en meststoffen / bodemverbeterende middelen. Tegelijkertijd werden de nieuwe analysemethodes, ontwikkeld door VITO voor de interferentievrije bepaling van organische polluenten, op praktijkstalen afgetoetst. Deze nieuwe methode van voorbehandeling van de stalen (via verzeping) was nodig omdat de bepaling van minerale olie, PAKs, PCBs en hogere chloorbenzenen worden verstoord, waardoor de resultaten niet konden worden afgetoetst aan de VLAREA-normen. Via de voorbehandelingsmethode via verzeping wordt het staal vooraf onderworpen aan een behandeling die de storende biologische fractie eerst verwijderd. De belangrijkste conclusies van dit onderzoek waren: - De nieuwe methode van voorbehandeling is geschikt om betrouwbare resultaten te bekomen - Voor PCBs, PAKs en chloorbenzenen was er geen enkel probleem om de VLAREA-normen te halen. Enkel voor
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
minerale olie kon in bepaalde stalen nog een overschrijding worden vastgesteld. Een negatief resultaat wordt in bepaalde gevallen veroorzaakt door het gebruik van polymeren bij de ontwatering. Het gebruik van polymeren op petrogene basis zal daarom in de toekomst moeten worden vermeden. Vlaco vzw heeft in 2010 ook representatieve stalen aangeleverd voor een ringtest voor de laboratoria.
Vertrouwelijkheid van gegevens De expertise van Vlaco vzw over de biologische verwerkingsprocessen en de kennis van verschillende eindproducten (samenstelling, landbouwkundige waarde, milieukundige parameters) wordt door verschillende partijen op prijs gesteld. We hebben een uitgebreide dataset die we ter beschikking kunnen stellen voor onderzoeken en als input voor studies of omkadering van de wetgeving. Wanneer we gegevens ter beschikking stellen, gebeurt dit steeds op anonieme basis. Er worden nooit individuele analyseresultaten van benoemde bedrijven doorgegeven.
Diverse eindproducten van biologische verwerking Er is in 2010 opnieuw een toename geweest van het aantal uitgevoerde analyses en de toegekende keuringsattesten, zonder dat er een noemenswaardige stijging plaatsvond van het aantal bedrijven. Dit is voornamelijk veroorzaakt door een verderzetting van de diversificatie van eindproducten bij de bestaande vergistingsinstallaties. Het digestaat van de coverwerking van afvalstoffen en mest via anaerobe vergisting komt in een rechtstreekse concurrentie met dierlijke mest voor wat betreft uitrijmogelijkheden. Ook het nieuwe MAP4 zal de afzetruimte voor ruw digestaat (en mest) verder inperken. Daarom is het noodzakelijk dat, nu en in de toekomst, wordt bekeken op welke wijze de eindproducten van de biologische
verwerking optimaal kunnen worden afgezet. Dit kan een verdere behandeling van het digestaat inhouden, onder meer met een aantal technieken uit de mestverwerking. In eerste instantie wordt het ruwe digestaat gescheiden in een dikke en dunne fractie. De dunne fractie wordt in een aantal gevallen verder behandeld tot een N-arm effluent (via biologie), waarvan de afzet op Vlaamse landbouwgrond evidenter is doordat de stikstof grotendeels is verwijderd. Dunne fractie kan men ook als dusdanig of na indikking met warmte uit de WKK-installatie uitrijden op landbouwgrond. De dunne fractie wordt in een aantal gevallen via filtratie en omgekeerde osmose verder gezuiverd tot loosbaar water en
Figuur 5 Biologische verwerking van organisch-biologische afvalstoffen: tussen- en eindstromen van de anaerobe vergisting
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
27
Kwaliteitscontrole en certificering 4vervolg: onderzoek en ontwikkeling verrijkt de kwaliteitscontrole
een concentraat. Dit concentraat is qua samenstelling niet meer te vergelijken met het oorspronkelijke digestaat. Vlaco vzw hanteert hierbij dan ook andere beoordelingscriteria, die eerder op het gebruik zijn toegespitst dan wel louter op de samenstelling. De dikke fractie na scheiding (of het ruw digestaat als dusdanig) wordt op bepaalde bedrijven ingedroogd tot een meststof. Een bijkomende korreling of persing van het gedroogd digestaat, maakt de toepassing praktischer en verhoogt de afzetmogelijkheden. De dikke fractie digestaat kan ook worden getransporteerd naar een biothermische drooginstallatie waar het verder wordt verwerkt (na bijmengen met pluimveemest of andere vaste mestsoorten) tot een gehygiëniseerde en gehomogeniseerde meststof voor export. De mogelijkheden van nabehandeling van digestaat zijn weergegeven in Figuur 6. Een bijkomende verklaring voor het toegenomen aantal keuringsattesten is het feit dat op sommige bedrijven een opsplitsing wordt gemaakt tussen digestaat met en digestaat zonder dierlijke bijproducten. De twee vergistingslijnen zijn in dit geval volledig gescheiden. Dit betekent ook dat er een digestaat ‘dierlijke mest’ en een digestaat ‘andere meststof’ kan worden afgezet. Er wordt met name voor het opvullen van de normen van het Mestdecreet een onderscheid gemaakt in tonnage tussen beide soorten. Het is te verwachten dat er in de toekomst zal gewerkt worden met de werkzame hoeveelheden nutriënten, waarbij de karakterisatie en eigenschappen van de eindproducten nog meer onder de loep zullen worden genomen. In Figuur 6 is de procentuele verdeling van de verschillende fracties digestaat (keuringsattesten uitgereikt in 2010) weergegeven. Een onderzoek door Vlaco vzw (karakterisatie van de eindproducten van biologische verwerking) heeft duidelijk gemaakt dat compost (groen- en gft-compost) voornamelijk wordt gekarakteriseerd als bodemverbeterend middel (hoog gehalte aan stabiele organische stof in vergelijking met lage beschikbaarheid van nutriënten), terwijl digestaat en biothermisch gedroogde OBA-mest vooral te beschouwen zijn als meststoffen (lagere aanbreng van effectieve organische stof in vergelijking met de toegediende en beschikbare nutriënten). In een volgende stap zal Vlaco vzw de karakterisatie uitbreiden met gedroogd digestaat en dikke fractie digestaat.
blz 28 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Figuur 6 Procentuele verdeling Vlaco-keuringsattesten voor eindproducten van anaerobe verwerking. voor Procentuele verdeling Vlaco-keuringsattesten eindproducten van anaerobe vergisting
ruw digestaat
dikke fractie digestaat
dunne fractie digestaat
ingedikte fractie digestaat
thermisch gedroogd digestaat
effluent na biologische verwerking digestaat
concentraat na filtratie
Vlaco vzw volgt de kwaliteit van de verschillende stromen van de verwerking en de nabehandeling nauwgezet op via staalname en analyse. Het beoogde gebruik maakt immers integraal deel uit van de beslissing of een stroom in aanmerking komt als secundaire grondstof. Ondertussen verzamelden we heel wat informatie over de samenstelling (milieugerelateerde parameters) en de landbouwkundige waarde van deze stromen. In 2010 heeft Vlaco vzw in samenspraak met de sector een nota opgesteld die de voorwaarden omvat voor de afzet van thermisch gedroogd digestaat naar particulieren (tuincentra, groendiensten, …). Deze nota werd besproken met de OVAM en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Een digestaat kan worden ingedroogd en opgezakt voor de verkoop aan particulieren (geen rechtstreekse toepassing op akker- of weiland). Door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden een aantal bijkomende eisen gesteld o.a. een risico-analyse van de ingaande stromen, bijkomende eisen op het vlak van stabiliteit van het eindmateriaal en garanties naar samenstelling.
Onderzoek naar gebruik van eindproducten
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Diverse eindproducten Organisch-biologische afvalstoffen worden door verschillende diverse biologische processen verwerkt. Ieder verwerkingsproces resulteert in een ander eindproduct met een specifieke samenstelling en eigenschappen (Figuur 1). Figuur 1 Materialenkringloop van organisch-biologisch afval
Vlaco bouwt Productkennis op De recyclage van de organisch-biologische afvalstoffen is pas zinvol als de eindproducten nuttig gebruikt kunnen worden. Voor een vlotte afzet zijn verschillende aspecten van belang: • Kwaliteit van de producten kennen en garanderen. Dit gebeurt via de integrale kwaliteitsopvolging door Vlaco. Deze bestaat uit controles op de aanvoer van inputstromen, het proces, de eindproductkwaliteit en de duurzame toepassing. Deze kwaliteitsopvolging draagt bij tot het positief imago. • Toepassingsmogelijkheden aantonen. Het onderzoeks programma van Vlaco vzw ondersteunt de leden hierbij. In dit hoofdstuk schetsen we de onderzoeken en hun resultaten van 2010.
Productkennis is meer dan een analyseresultaat van de producten. Verkopers moeten informatie kunnen geven over de beschikbaarheid van de nutriënten, de stabiliteit van de koolstof, de voordelen ten opzichte van alternatieven, … Vlaco vzw wil de producenten daarbij ondersteunen via haar onderzoeksprogramma. Voor gft- en groencompost bouwden we de afgelopen 19 jaar een gamma van onderzoeken uit. Ook onderzoeken met andere eindproducten (digestaat, biothermische gedroogde oba-mest, thermisch gedroogd digestaat, …) zijn inmiddels opgestart.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
29
Onderzoek naar gebruik van eindproducten 4vervolg
Effect van groen en gft-compost op aardbeien – Proefcentrum Hoogstraten Door het inmengen van compost in de bodem wordt de bodem verrijkt met stabiele organische stof. Door de verbetering van de bodemstructuur kan het water sneller infiltreren bij sterke regenval, en kan het water beter worden vastgehouden bij droogte. Daarnaast kunnen de aardbeiplanten ook voedingsstoffen uit de compost halen. Verder zou compost een voordeel kunnen bieden naar de ziekteweerbaarheid van de planten. Er zal worden nagegaan wat het effect is van het inwerken van groen- of gft-compost op een teelt van aardbeien. Dit effect wordt over minstens drie jaar opgevolgd. De proef startte in juni 2010 dus is het te vroeg om reeds conclusies te trekken. Wel bleek de kwaliteit van het bodemleven net iets gunstiger in de groencompost dan in de gft-compost. Verder lijken de compostinmengingen op basis van de bodemanalyses gunstig te zijn naar de aanwezigheid van de verschillende elementen. Wat gewasstand en productie betreft, lijkt de driejaarlijkse dosering met gft-compost iets minder gunstig. De andere compostinmengingen geven mogelijk een iets hoger productiepotentieel dan het onbehandeld object, maar statistisch was dit niet verschillend. Volgende jaren zullen dit verder moeten uitwijzen. Naar vruchteigenschappen (hardheid, sappigheid, brix en bewaring) werd in deze proef geen verschil gevonden.
Gebruik en werking van digestaatproducten in akkerbouw – Universiteit Gent We testen digestaat als meststof/bodemverbeterend middel in een vierjaarlijkse akkerbouwrotatie b.v.maïs-aardappelenvoederbiet-zomergraan. We vergelijken digestaat met louter mineraal bemeste percelen en percelen die met compost of mengmest werden bemest. Deze veldproef werd voor het eerst aangelegd in 2010 op een perceel van de proefhoeve van de Universiteit Gent te Melle. In dit eerste proefjaar konden geen statistisch significante opbrengstverschillen tussen de objecten aangetoond worden. De objecten bemest met organische bemesting, scoorden even goed als de objecten die louter mineraal werden bemest. Dit was te verwachten daar de bodem in het algemeen goed voorzien is van fosfor.
blz 30 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Meerjarige proef met organische bemesting bij groenteteelt – Proefstation voor groenteteelt Deze meerjarige proef met organische bemesting is gestart in 2006. Op dat moment werden vier organische bemestingen toegepast aan 10 ton organische stof per hectare. Elke twee jaar wordt dezelfde bemesting toegepast. De organische meststoffen die in deze proef werden opgenomen zijn: champignonmest, gft-compost, groencompost en boerderijcompost. In de meeste teelten tot nu toe werd een meerwaarde verkregen na de toediening van compost. Na de late teelt van andijvie in 2009 werd er nog raaigras als groenbedekker gezaaid. Pas kort voor de late teelt van venkel werd het raaigras ingewerkt.
Compostanalyse Uit de analyse blijkt dat champignonmest de hoogste gehaltes aan N-P-K bereikt. Het gehalte aan organische stof is, zoals te verwachten, het hoogst bij gft- en groencompost. De inhoud aan stikstof is bij deze composten iets hoger dan de forfaitaire cijfers voor deze composten. Dat gft-compost iets rijker is aan fosfaat blijkt ook nu. De boerderijcompost is zeer arm aan mineralen maar ook aan organische stof. Bij de start van de meerjarige proef werd vooropgesteld elke twee jaar 10 ton/ha organische stof toe te dienen. Daardoor wordt geen rekening gehouden met de normen voor N en P2O5. De totale stikstof die toegediend wordt is het hoogst bij champignonmest en gft- en groencompost. De werkzame stikstof zal voor champignonmest echter groter zijn dan voor de composten. De aanvoer van fosfaat is hoog voor champignonmest maar ook voor boerderijcompost, ondanks de lage P2O5-inhoud. Dit is te wijten aan de 185 ton die nodig was. Het meeste kalium wordt ook met champignonmest toegediend.
85 kg Nmin in de 0-30 cm laag geen tekort aan stikstof. Daarom werd er beslist om geen minerale bemesting meer te geven. Bij de oogst waren de verschillen in minerale stikstof inhoud in de bodem verdwenen en werd er zelfs het minste reststikstof gevonden bij de objecten met champignonmest en gft-compost.
Opbrengst Ook nu weer zien we een meerwaarde van de compostsoorten in de opbrengstresultaten. Zo geven de drie objecten met compost (gft-, groencompost en boerderijcompost) een significante meeropbrengst in marktbaar gewicht (Figuur 2) dan het object zonder organische bemesting en het object met champignonmest. Dit is een bevestiging van vroegere resultaten. Figuur 2 Opbrengst in de sperperiode (oktober) Marktbaar gewicht in gram/stuk
Verloop minerale stikstof in de bodem Voor de teelt was er maar een zeer lage voorraad aan minerale stikstof aanwezig, nl. 6 kg Nmineraal/ha in de 0-60 cm bodemlaag. Het raaigras als groenbedekker had de bewortelbare laag volledig uitgeput. Daar er nog mineralisatie uit het raaigras en de organische bemestingen werd verwacht, is gestart met een vrij lage minerale stikstofbemesting van 65 kg N/ha (2,4 kg/are ammoniumnitraat 27%N). Twee weken na het planten werden er reeds grondstalen genomen om na te gaan of de bemesting voldoende was. Op dat moment was er een duidelijk hoger gehalte aan minerale stikstof in de 0-30 cm bodemlaag bij de objecten met champignonmest en gftcompost. Ook was er bij de overige objecten met gemiddeld
geen organische bemesting
champignonmest
Gft-compost
Groencompost
Boerderijcompost
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
31
Onderzoek naar gebruik van eindproducten 4vervolg
Organische bodemverbetering - Provinciaal Proefcentrum Kruishoutem In deze lange termijnproef wordt de bodemverbeterende werking van gft-compost, groencompost en champost nagegaan en de invloed ervan op de opbrengst en kwaliteit van groenten in openlucht. De lange termijn proef is begin 2001 gestart. Sinds 2001 werd jaarlijks in het voorjaar 30 m3/ ha gft-compost, groencompost of champost als organische bodemverbetering toegepast op de betreffende objecten. In 2010 werd een voorjaarsteelt en een najaarsteelt spinazie gezaaid. In de voorjaarsteelt gaven alle objecten met organische bodemverbetering een significant hogere gewasopbrengst ten opzichte van het blanco-object. De beste opbrengstresultaten werden verkregen met gftcompost, gevolgd door groencompost en tenslotte champost (Figuur 3). Ten gevolge van de vele regenval en de zeer natte bodemomstandigheden vanaf de maand augustus waren er algemeen in de najaarsproef te grote problemen met de groei van de zaailingen, waardoor besloten is om de najaarsteelt vroegtijdig te beëindigen. Figuur 3 De opbrengst van spinazie in 2010 in kg/are Opbrengst 2010 in kg/are bij organische bemesting Geen bodemverbeterend middel Gft-compost (30m3/ha) Groencompost (30m3/ha) Champost (30m3/ha)
De minerale stikstofmetingen in de bodem bevestigden in 2010 opnieuw dat de vrijstelling van minerale stikstof zelfs na meerjarige toepassing van gft-compost, groencompost en champost bij normale toepassingsdosissen in openluchtteelten gering blijft. Door verschillen in gewasgroei (spinazieopbrengst) tussen de objecten kon de netto-mineralisatie evenwel niet exact bepaald worden.
blz 32 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Gebruik groencompost ter bestrijding van bodemerosie bij erwten In een tweede veldproef met erwten in Zwalm werd nagegaan of een compostbufferstrook een alternatief kan zijn voor een grasbufferstrook om halfweg een helling de infiltratie te stimuleren en de runoff en geulvorming te verminderen. Hiervoor werd plaatselijk (strooksgewijs) groencompost aan een hoge dosis (20 l/ m²) ondiep toegepast als organisch bodemverbeterend middel. Omdat ook bij deze proef in het begin van de teelt de regenval vrij gering was, werd hier zelfs geen watererosie op de referentieperceeltjes waargenomen. Daarom werd bij de aangelegde proeven vooral gekeken in hoeverre het mogelijk is om groencompost lokaal toe te passen als compostbufferstrook zonder nadelige effecten op opkomst, groei, gewasopbrengst van de erwten en op de stikstofhuishouding en zuurtegraad van de bodem. Ten eerste kon toch worden vastgesteld dat het (lokaal) toepassen van groencompost geen nadelige effecten had op de opkomst en ontwikkeling van de erwten. Uiteindelijk werd gemiddeld ruim 20 % meer productie met groencompost bekomen (zowel in versgewicht als in peulopbrengst). Door vrij grote spreidingen in de gewasopbrengst tussen de vier herhalingen in de proef bleken de opbrengstverschillen echter statistisch niet significant te zijn (p > 0,05). De bodemanalyses wezen op een zekere heterogeniteit (gradiënt) in het perceel. De richting van de gradiënt lag echter zo ten opzichte van de proef dat deze weinig of geen invloed kon hebben gehad op de gemiddelde opbrengsten. Ondanks de hoge compostdosis had het gebruik van groencompost weinig of geen effect op de minerale stikstof in de bodem of de zuurtegraad (pH-KCl) van de bodem (telkens geanalyseerd bij de oogst). Algemeen is gekend dat groencompostgebruik de verzuring van de bodem wat tegengaat, maar door de reeds vrij neutrale pH werd hier geen (lichte) pH-verhoging gemeten. Doorgaans is dit bij zuurdere bodems wel het geval.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Toepassingsmogelijkheden van (verwerkt) digestaat in akkerbouw - Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw De doelstelling van het onderzoeksproject is de bemestings mogelijkheden van digestaat, compost en gedroogde digestaatkorrel na te gaan in de akkerbouw en dit in vergelijking met drijfmest. In 2010 gebeurde deze proef op aardappelen, variëteit bintje. Op elk veld werden verschillende behandelingen aangelegd met verschillende dosissen van varkensdrijfmest, digestaat, compost, gedroogde digestaatkorrel en kunstmest. Het gebruik van digestaat, compost of gedroogde digestaatkorrel resulteert in even goede opbrengsten in vergelijking met het gebruik van drijfmest. Er bleek geen verschil te zijn in de opbrengst van de aardappelen tussen de vier objecten. Ook bij de bakkwaliteit waren er geen aantoonbare verschillen. Bij het onderwatergewicht en de blauwgevoeligheid werden wel significante verschillen gevonden. Na toepassing van drijfmest (object 1) en digestaatkorrels (object 3) lag het onderwatergewicht het hoogst. Dit resulteert tevens in een hogere blauwgevoeligheid. Ook de overige twee objecten hadden een onderwatergewicht dat voldoende hoog lag om aanvaardbaar te zijn voor de industrie. Uit de knolanalyses na de oogst bleek er geen statistisch significant verschil te zijn tussen de objecten voor wat betreft de totale hoeveelheid stikstof die door de aardappelen werd opgenomen. In object 4 (compost + digestaat) was het meeste stikstof
aanwezig in de knollen in vergelijking met de andere objecten en het minst in object 3 (digestaatkorrels). Uit de bodemanalyes blijkt dat eind mei het totale minerale stikstofgehalte in de bodem het hoogst is bij object 1 (drijfmest) en het laagst bij object 3 (korrel). De verschillen worden verder in het seizoen steeds kleiner. Bij de oogst is de hoeveelheid minerale stikstof bij alle objecten bijna even laag. Het hoge stikstofgehalte in het gewas bij object 4 (compost + digestaat) zorgt ervoor dat de stikstofbalans het meest positief is bij dit object. Dit is statistisch significant.
Duurzaam gebruik van compost in biologische akkerbouw en groenteteelt – Interprovinciaal Proefcentrum voor Biologische Teelt In 2003 startte PCBT een meerjarige compost- en bemestingsproef op. De doelstelling van deze proef is om een aantal strategieën voor bemesting in de biologische akkerbouw en groenteteelt met elkaar te vergelijken. Hierbij wordt uitgegaan van een aantal strategieën die relevant zijn voor de biologische praktijk en die beantwoorden aan de intentie om zowel de plant als de bodem te voeden. Uitgaande van het lastenboek biologische landbouw wordt gebruik gemaakt van runderstalmest, runderdrijfmest, compost en organische handelsmeststoffen. De verschillende objecten worden op elkaar afgestemd hetzij voor wat betreft werkzame stikstof hetzij voor wat betreft totale stikstof. Bij object 3 wordt een optimale plantenvoeding bij een minimale aanbreng van organische stof vooropgesteld. Deze proef geeft na een cyclus van zes jaar duidelijk aan hoe stikstof, fosfor en koolstofgehalte met elkaar verbonden zijn in biologische landbouw. Alle objecten kennen, over de jaren heen, een relevante opbrengst. Jaar per jaar zijn kleine verschillen merkbaar die doorgaans aan de beschikbaarheid van de stikstof kunnen worden toegewezen. Tekort aan stikstof betekent bijgevolg inherent opbrengstverlies. Wanneer het C-gehalte wordt aanzien als referentie inzake opgebouwde bodemvruchtbaarheid op lange termijn, dan
tekenen zich wel duidelijke verschillen af. Het object dat de organische stof input minimaliseert (object met drijfmest) kent een eerder negatieve trend in het C-gehalte. Vooral groencompost draagt bij tot een opbouwende trend. De overige objecten kennen een stabiele tot licht stijgende trend. In deze proef kenden object 2 (stalmest, drijfmest en groencompost) en 3 (drijfmest en handelsmeststof) respectievelijk de hoogste (99 kg P/ha,jaar) en de laagste (43 kg P/ha,jaar) P-aanvoer. Tussen deze objecten is geen duidelijk verschillend verloop merkbaar.
tijd (maanden)
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
33
Onderzoek naar gebruik van eindproducten 4vervolg
Effect van 14 jaar compostgebruik op de (fysische/biologische) bodemkwaliteit in de akkerbouw – Bodemkunidge Dienst van België In 1997 startte de Bodemkundige Dienst van België, met de financiële steun van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Landen Tuinbouw en op initiatief van Vlaco, een meerjarig onderzoek naar het effect van compostgebruik in de akkerbouw. Het proefveldonderzoek moest op 5 onderzoeksvragen een antwoord geven: 1. Wat is de bemestingswaarde van gft-compost voor akkerbouwteelten? 2. Wat is het lange-termijn effect van gft-composttoediening op de chemische bodemvruchtbaarheid, de zuurtegraad van de bodem, het humusgehalte en de zoutconcentratie? 3. Wat is het effect van gft-composttoediening (variërend in dosis en frequentie) op de kwantitatieve en kwalitatieve opbrengst van het gewas? 4. Wat is het lange-termijn effect van gft-composttoediening op de bodemfysische eigenschappen? 5. Wat is het lange-termijn effect van gft-composttoediening op de bodembiologische eigenschappen? Intussen loopt dit meerjarig onderzoek reeds 14 jaar. In dit meerjarig karakter ligt ook net de sterkte van dit onderzoek. Immers, de waarde van de resultaten neemt toe met de jaren. Bovendien kunnen we stellen dat dit proefveld uniek is in de Benelux.
Door toediening van gft-compost neemt het koolstofgehalte in de bouwlaag aanzienlijk toe. Dit resulteert in een verbetering van de bodemkwaliteit, zowel chemisch, fysisch als biologisch (Figuur 4). Wat de bodemfysische eigenschappen betreft, neemt de slemp- en erosiegevoeligheid alsook de bodemverdichting af bij langdurige gft-composttoediening. De aggregaatstabiliteit, de infiltratiesnelheid, het waterhoudend vermogen en de waterbeschikbaarheid nemen significant toe. Dankzij de composttoediening verhogen zowel de totale productieve bodemvochtreserve als de gemakkelijk beschikbare vochtreserve. Hierdoor verlaagt de kans op sterke droogtestress. Ook de biologische indicatoren wijzen op een verbeterde bodemkwaliteit na 14 jaar gft-composttoediening in de akkerbouw. Zo neemt de regenwormactiviteit significant toe na langdurige gft-composttoedieningen en wordt ook het biologisch bodemleven gestimuleerd. Dit resulteert dan weer in een toename van de cumulatieve mineralisatie. Tot slot kunnen we stellen dat gft-compost niet alleen bemestingswaarde heeft, maar ook dat langdurige gft-composttoediening de bodemkwaliteit in de akkerbouw aanzienlijk verbetert.
Figuur 4 Gesimuleerde opbouw van de koolstoffracties in de bodem (0-23 cm) uitgedrukt in %C in de bouwlaag (0-23 cm), na langdurige minerale bemesting (links) en na langdurige gft-composttoediening (45 ton gft-compost/ha.jaar) (rechts) (periode 1997-2010). Van boven naar onder: alle koolstoffracties, midden: humusfractie, onder: BIO-fractie
blz 34 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
erosiebestrijding met behulp van groencompost – Pibo Tongeren Jaarlijks spoelt 1,5 miljoen ton vruchtbare Vlaamse landbouwgrond weg door bodemerosie. De jaarlijkse kosten van bodemerosie (reinigen straten en riolen, schade aan landbouwpercelen,…) worden geraamd op 60 tot 90 miljoen euro. Er bestaan verschillende mogelijkheden om bodemerosie te beperken. Een van die mogelijkheden die naar voor geschoven wordt is het toedienen van compost om zo het organische stofgehalte te doen toenemen. Daarom wordt groencompost toegediend en wordt het effect hiervan op erosie nagegaan. Door mineralisatieprocessen in de bodem wordt jaarlijks een hoeveelheid organische stof afgebroken, waarbij nutriënten worden vrijgesteld. Jaarlijks moet de aanvoer van vers organisch materiaal de natuurlijke afbraak compenseren. Doordat compost gemaakt is van zuiver plantenmateriaal, bevat compost dus ook alle voedingsstoffen die een plant van nature nodig heeft. Micro-organismen en schimmels breken het plantenmateriaal langzaam af en vormen hierbij stabiele humus. De gunstige eigenschappen van compost zijn: • Organische stof maakt de bodem vruchtbaarder. • Meer organische stof verhoogt de bodemcapaciteit zowel voor water als voor voedingsstoffen. De bodem verhardt minder snel. Water kan er gemakkelijker indringen en geabsorbeerd worden waardoor er minder erosie optreedt. • In tegenstelling tot de organische stof uit dierlijke meststoffen is de organische stof uit compost erg stabiel. Ze blijft lang in de bodem aanwezig waardoor de gunstige effecten van de organische stof lang aanwezig blijven. Belangrijk is op te merken dat alle aanwezige stikstof organisch gebonden en slechts langzaam vrijkomt. In het jaar van toepassing komt 10 tot 15 % van de aanwezige stikstof vrij. Het grootste deel wordt evenwel opgenomen in de humus van de bodem en komt slechts vrij op het ogenblik van de humusafbraak (2-3 % per jaar). Begin juni werd in de verschillende objecten de opkomst geteld. Hierbij vielen geen opmerkelijke verschillen weer te nemen tussen de verschillende behandelingen: • Object 1: controle: geen groencompost, standaard bemestingsadvies • Object 2: standaard bemestingsadvies + 15 ton groen compost • Object 3: standaard bemestingsadvies + 30 ton groen compost Begin juli werd de omgeving getroffen door zware regenval. Als gevolg kwam er erosie voor op verschillende velden. Ook in het proefveld werd heel wat erosie waargenomen, niet tegenstaande dat de cichorei al goed ontwikkeld was. Van de erosie in de verschillende objecten werd een
inschatting gemaakt. Deze inschatting gebeurde op basis van een protocol opgesteld door PIBO-Campus. Dit protocol houdt rekening met de specifieke omstandigheden, nl. dat de cichorei op ruggen gezaaid zijn. Doordat de cichorei op ruggen gezaaid zijn, verzamelde de neerslag die niet tijdig in de grond kon infiltreren zich tussen de ruggen van de cichorei. Hierdoor stelden we vast dat in het laagste punt van het perceel de ruggen waren doorgebroken. Dit stuk werd niet meegenomen in de quotering van de objecten. In de objecten waaraan compost werd toegediend was er minder erosie opgetreden. Dit is grotendeels te danken aan de compostresten die boven op het perceel blijven liggen en op deze manier een dammetje vormen voor het afstromende water. Na enkele jaren verwachten we dat er door de toediening van compost veranderingen gaan optreden naar infiltratiecapaciteit van de bodem. Meer organische stof verhoogt ook de bodemcapaciteit zowel voor water als voor voedingsstoffen. De bodem verhardt minder snel. Water kan er gemakkelijker indringen en geabsorbeerd worden waardoor er minder erosie optreedt. Deze resultaten komen overeen met het 14-jarig onderzoek, gevoerd door de Bodemkundige dienst van België. De cichorei werd per object geoogst. Per object werd het aantal planten geteld en de opbrengst per hectare bepaald. Opvallend was dat het object waaraan geen compost werd toegediend beter scoort dan de objecten waarbij wel compost werd toegediend. Aangezien we hier te maken hebben met een organische meststof die zijn nutriënten vrijgeeft over verschillende jaren, dient de toediening van compost over meerdere jaren bekeken en geëvalueerd worden.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
35
Afzetmarkten van eindproducten
afzet compost Vlaco vzw verzamelt jaarlijks de afzetgegevens voor compost bij de compostproducenten in Vlaanderen. Deze cijfers geven weer hoeveel en naar welke markten Vlaco-compost gaat. Zo volgen we de evoluties en trends op de voet. We gebruiken deze cijfers om de communicatie, marketing en onderzoek richting te geven.
Globale afzet van compost
Afzetmarkten
In 2010 vond 327.044 ton compost de weg naar de Vlaamse bodem (Figuur 1). Dit is 7,86 % of 27.898 ton minder dan in 2009. Er is 106.952 ton gft-compost en 220.092 ton groencompost afgezet.
Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste compost afnemers. Deze gegevens zijn ook afgebeeld in Figuur 3.
Figuur 1 Afzet gft- en groencompost over periode 1998-2010. Evolutie van de afzet van Vlaco-compost afzet totaal afzet gft-compost afzet groencompost
Het is voor de composteerders belangrijk om steeds een voorraad te hebben om piekmomenten in het volgende voorjaar en het najaar op te vangen. De composteerders hebben in 2010 uit hun voorraad geput om aan de vraag te voldoen (Figuur 2). Op heel wat composteringssites is de opslagruimte van de compost of compostproducten echter beperkt. De compostverkoop is het grootst in het voorjaar en in het najaar. Gedurende de winter en in mindere mate ook de zomer bouwt men een stock van compost op. De oplossing bestaat erin de prijs te differentiëren naargelang het seizoen. Sommige afnemers beschikken bijvoorbeeld zelf over opslagcapaciteit. In de winterperiode kunnen zij de compost goedkoper afnemen.
Tabel 1
Een overzicht van de belangrijkste compostafnemers in ton in 2010
Compostafnemers Potgrondfabricanten Grondopmengers Andere grootafnemers Tuinaannemers Openbare groenvoorziening Particulieren Boomkwekerij en sierteelt Tuinbouw Akkerbouw Fruitteelt Stortafdek Biotechnische toepassingen Export Totaal
ton 39.405 97.470 44.361 36.813 23.381 50.806 6.467 5.390 9.540 582 0 0 7.830 327.044
Figuur 3 Procentuele verdeling van de afzetmarkten voor Vlaco-compost in 2010.
Figuur 2 Evolutie in stock en afzet over de maanden van 2010
De groenvoorziening (35 %) en de grootafnemers zoals grondopmengers (30 %) domineren traditioneel in de compostafname. Grondopmengers zijn zich steeds meer bewust dat compost een bron is van stabiele organische stof en hierdoor kunnen ze teelaarde van hoge kwaliteit aanbieden. Grootafnemers nemen grote hoeveelheden compost ineens af en zijn vaak minder seizoensgebonden en vormen dus een interessante schakel in een gedifferentieerde compostafzet.
blz 36 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Voor compostproducenten zijn dit ‘gemakkelijke’ klanten die grote bestellingen doen. Opvallend is dat het compostgebruik in de openbare groenvoorziening toenam met 28 % ten opzichte van 2009, namelijk van 18.251 ton naar 23.381 ton. De export van compost neemt met 16 % af ten opzichte van 2009. De afzetmarkten van de privébedrijven en de openbare producenten zijn verschillend. De privébedrijven zetten voornamelijk af naar de potgrondfabrikanten en grondopmengers, terwijl de openbare producenten hoofdzakelijk naar de groenvoorziening afzetten (zie Figuur 4). Figuur 4 Vergelijking van afzetmarkten voor Vlaco-compost van privébedrijven en openbare producenten in 2010.
Figuur 5 Enkele producten die ontstaan door de nabehandeling van ruw digestaat. Vlnr: ruw digestaat, effluent en dikke fractie digestaat.
Figuur 6 Biologische verwerking van organisch-biologische afvalstoffen (oba): tussen- en eindstromen van biologische verwerking
Afzet andere producten Vlaco vzw volgt alle processen en de producten op van bedrijven die organisch-biologisch afval op een biologisch manier verwerken. De co-vergisters en co-verwerkers hebben een groot gamma aan producten (Tabel 2). Het ruwe digestaat van de vergister kan rechtstreeks worden afgezet, maar wordt vaak ook nog op verschillende manieren nabehandeld (Figuur 5 en Figuur 6). Tabel 2
Naamgeving van co-producten.
In 2010 is voor het totaal aan 561.021 ton andere producten afgezet. Deze producten worden nog steeds hoofdzakelijk geëxporteerd buiten Vlaanderen (49 %) en gebruikt in de Vlaamse land- en tuinbouw (27 %). Bij verdere navraag blijkt dat gebruik als entmateriaal of als inputstroom voor andere biologische processen ook een belangrijke bestemming is (18 %).
Naamgeving andere producten digestaat dunne fractie digestaat dikke fractie digestaat effluent na biologische zuivering van dunne fractie digestaat concentraat na filtratie dunne fractie digestaat thermisch gedroogd digestaat biothermisch gedroogde OBA-mest biothermisch gedroogd organisch bodemverbeterend middel
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
37
Marketing resulteert in afzet van compost
Landbouw De stabiele organische stof in compost is steeds erg belangrijk voor onze landbouwbodems! Uit de rapporten van de Bodemkundige Dienst van België blijkt dat het met het organische stofgehalte in onze Vlaamse landbouwbodems bergaf gaat. De dalende trend, die zich sinds het begin van de jaren ’90 manifesteert, zet zich verder door. Een te laag koolstofgehalte weer op peil brengen is een werk van tientallen jaren. Voorkomen is ook hier beter dan genezen. Het is belangrijk om een evenwicht te creëren tussen de afbraak en de aanvoer van organische stof. Compost is een bron van stabiele organische stof en speelt dus een belangrijke rol om de bodemvruchtbaarheid in stand te houden en erosie te beperken.
Figuur 7 Compost is een bron van stabiele organische stof en speelt een belangrijke ol om de bodemvruchtbaarheid in stand te houden en erosie te beperken.
Vlaco vzw doet al sinds haar oprichting wetenschappelijke proeven met compost in land- en tuinbouw. Deze resultaten verstevigen en verbeteren de positie van compost in de markt en bieden ook ondersteuning om op wettelijk vlak zoals in het mestdecreet openingen te creëren voor compostgebruik. Wetenschappelijk onderzoek is een pijler in de Vlaco-werking. Landbouwbeurzen zoals Agriflanders, Agribex en Werktuigendagen vinden om de twee jaar plaats en gingen niet door in 2010. Daarom had Vlaco tijd om kleinere initiatieven zoals infoavonden en studienamiddagen voor specifieke teelten te organiseren of aan mee te werken. Enkele voorbeelden : In mei ondersteunde Vlaco de aspergedag in Keerbergen. Posters, brochures en folders lagen op deze zonnige dag klaar voor de geïnteresseerde aspergekwekers en -liefhebbers. In juni gaf Vlaco een presentatie over de mogelijkheden van compost in de fruitteelt op de meeting voor de kiwibestelers. Het thema van de avond was bodem. Compostgebruik past hier perfect. Er waren een 20-tal telers, vooral fruittelers, aanwezig. Voor het nieuwe kiwibesproefveld in Bottelare, leverde Vlaco compost die op de zwarte strook gebruikt wordt. Er werd daar een groot infobord ‘Hier is de grond verbeterd met Vlaco-compost’ geplaatst. In september was er een proefveldbezoek op de demodag Aardbei van het proefstation in Hoogstraten. Vlaco heeft hier sinds 2010 een proef met bodemverbetering bij aardbei. Zowel gft- als groencompost zijn gebruikt. Deze proef maakt onderdeel van de rondleiding. We zorgden voor infoborden en folders over compostgebruik bij ons proefveld. In november sprak Vlaco over compostgebruik in de landbouw en het mestdecreet op vraag van de provincie Vlaams Brabant.
blz 38 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Afzetcijfers De dalende trend in compostgebruik in het algemeen laat zich ook zien in de landbouw (Figuur 8). De verdeling blijft weliswaar constant : 43 % van deze compost gaat naar akkerbouw. Fruitteelt neemt voor het tweede jaar op rij 3 % van de compost af. Figuur 8 De afzet van compost naar landbouw fluctueert per jaar en is moeilijk te voorspellen.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
De compostafzet verdeeld in de land- en tuinbouw
Boomkwekerij en sierteelt Tuinbouw Akkerbouw Fruitteelt
Figuur 9 De compostafzet verdeeld in de land- en tuinbouw
Mestdecreet Eind 2010 liep MAP3 af en keek de landbouw en de volledige composteringsector reikhalzend uit naar MAP4. Nou ja, reikhalzend… In februari 2011 werd dan eindelijk MAP4 voorgesteld door de VLM. Er zijn opmerkelijke veranderingen. De landbouwer maakt een keuze tussen een systeem van werkzame N, waarbij voor compost een werkingscoëfficiënt van 15 % is voorgesteld. Dit is eerder hoog, maar biedt toch wel wat mogelijkheden. Met de vrijstelling van 50 % van de P in compost (50 % van de P is grondgebonden P) is een belangrijke mogelijkheid gecreëerd voor de land- en tuinbouwers om gft- en groencompost toe te passen in functie van goede landbouwpraktijk, ten voordele van de landbouw. De waarde van compost als bodemverbeteraar wordt gehonoreerd in dit nieuwe Mestactieprogramma. Verder heeft Vlaco gewezen op het compromis met de mestbank over het transport van gft- en groencompost, dat reeds in 2008 werd bereikt, maar nog altijd niet is gerealiseerd. Vlaco houdt blijvend de vinger aan de pols.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
39
Marketing resulteert in afzet van compost 4vervolg
Professionele groenvoorziening Openbare groendiensten, tuinaannemers en tuinarchitecten willen aantrekkelijk groen creëren met gezonde planten die goed groeien, zodat hun klanten/burgers tevreden zijn. Gezonde planten groeien in een gezonde bodem. Compost is de unieke bodemverbeteraar dankzij de grote hoeveelheden stabiele organische stof. Gras, borders, perken, bomen en struiken bloeien open dankzij compost. In april 2010 kreeg Vlaco een unieke kans om op grote schaal tuinaannemers met compost in contact te brengen. De afdekking tussen de beplanting op de Floraliën gebeurde traditioneel met turf. Turf is echter een eindige grondstof met een zware milieu-impact. Dit jaar kozen de Floraliën resoluut voor een milieuvriendelijker alternatief: rasechte Vlaamse Vlaco-compost. De compost is een lokaal product dat heel wat besparingen oplevert. IVAREM produceerde de compost met zorg en op maat van de Floraliën. Omdat de compost binnen gebruikt werd, rijpte hij enkele maanden extra na onder een afdak en werd fijn afgezeefd. Zo verkregen we een zeer goed uitgerijpt en fijn product met een ideaal vochtgehalte en grofheid. Naast het milieuvriendelijke aspect was ook het gebruiksgemak om de compost toe te passen van belang. De compost werd daarom met veel zorg opgezakt. Zo werden de ruim 130 paletten met compost gemakkelijk over de aan te leggen tuinen verdeeld (Figuur 10). Ook na de Floraliën bewees de compost nog zijn nut: bij de afvoer werd de compost met de teelaarde gemengd voor de volgende editie. Verder stuurde Vlaco een mailing naar de tuinaannemers en de openbare groendiensten in Vlaanderen over onze inspanningen op de Floraliën. Meer over onze acties op de Floraliën leest u elders in dit Activiteitenverslag.
Figuur 10 Meer dan 130 ton Vlaco-compost werd opgezakt en gebruikt op de Floraliën als mulch tussen de planten.
In augustus was Vlaco weer duidelijk aanwezig op de uitreiking van de eervolle titel Vlaamse Tuinaannemer 20102011. Brochures, prijs uitreiken, banners enzovoort deden Vlaco opmerken maar bovenal is het belangrijk dat de jury vanaf deze editie rekening houdt met kringlooptechnieken in de winnende tuinen. Ivo Pauwels doet de beoordeling van dit extra criterium. Ivo Pauwels schreef samen met Vlaco in 2009 het boek ‘Composteren en kringlooptuinieren’. In september gaf Vlaco een presentatie over compostgebruik en bodemverbetering op de studievoormiddag van de Belgische Federatie voor groenvoorziening (BFG) tijdens de beurs Green Expo. Bij de deelnemers zaten zowel tuinaannemers als openbare groendiensten.
Afzetcijfers De acties naar de professionele groenvoorziening hebben als gevolg dat de compostafzet ongeveer status quo bleef ten opzichte van 2009 (Figuur 11). Van de totale compostafzet, 111.000 ton, ging 46 % naar particulieren, 33 % naar tuinaannemers en 21 % naar de openbare groenvoorziening (Figuur 12). Opmerkelijk is dat vooral het gebruik in openbaar groen verhoogde met 28 % (Figuur 13). Figuur 11 De compostafzet (in ton) naar de groenvoorziening over de periode 2001-2010.
blz 40 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Figuur 12 Compostafzet voor 2010 verdeeld in de groenvoorziening.
Figuur 13 Evolutie van compostafzet in openbare groenvoorziening over de periode 2004-2010.
De compostafzet verdeeld in de groenvoorziening
in ton
Openbare groenvoorziening
Tuinaannemers Openbare groenvoorziening Particulieren
Particuliere groenvoorziening
De hobbytuinier vindt alle informatie over compostgebruik, onderhoudstips en meer in de brochure ‘Vlaco-compost brengt leven in uw tuin’. Deze brochure werd 650 keer verspreid door Livios, Verstandig Bouwen en via onze eigen website. Het tuinprogramma ‘Tuindromen met Mark’ op Vitaya bereikte heel wat kijkers. Mark Demesmaeker is een trouwe aanhanger van compostgebruik en verwijst de kijkers door naar de brochure en onze website. Verder schrijft Vlaco regelmatig artikels die in hobbypers verschijnen.
Afzetcijfers In 2010 werd 50.806 ton compost afgezet naar particulieren. Dit is gelijkaardig ten opzichte van 2009 (Figuur 14). Vlaco vzw streeft naar een gedifferentieerde afzetmarkt waar verschillende afzetkanalen in vertegenwoordigd zijn. Op lange termijn biedt dit meer zekerheid qua afzet. Elke gebruiker stelt andere eisen aan de compost, producenten
spelen hierop in met een productdifferentiatie. Daarom startte Vlaco samen met enkele producenten in het najaar met het opzakken van Vlaco-compost zoals op de Floraliën. IMOG, Igean, IOK Afvalbeheer en Bionerga stapte mee in dit traject. Dit zal de afname door particulieren versterken in 2011. Eind 2010 werd ook gestart met een traject dat ons leidt tot de ontwikkeling en productie van Vlaco-potgrond. Een milieuvriendelijkere potgrond op basis van Vlacocompost. IMOG en IOK Afvalbeheer voelden dat hun klanten hier klaar voor waren en verkopen nu deze potgrond in bulk en zakken. Figuur 14 Evolutie van compostafzet naar particulieren over de periode 2004-2010 Particulieren
in ton
Iedereen wil een mooie tuin. Goed gevuld met gezonde en sterke planten. Veel bloemen, lekker fruit of een strak gazon. En dit alles natuurlijk jaar na jaar. Dat put de bodem uit, ziektes steken de kop op, planten staan er slapjes bij, weinig groei en wat dan gedaan? Veel van deze problemen zijn op te lossen als de tuineigenaar de bodem gezond houdt. En compost bij de aanleg en bij onderhoud zorgen daar voor.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
41
Marketing resulteert in afzet van compost 4vervolg
Grootafnemers Tuinturf, compost, klei, kalk, turfstrooisel en zand zijn de voornaamste bestanddelen van universele potgrond. Potgrond wordt meestal verrijkt met meststoffen, sporenelementen en steeds meer met compost ter vervanging van de primaire grondstof turf. Een positieve en vooral milieuvriendelijke trend (Figuur 15)! De compostafzet naar de potgrondsector bleef na de stijging in 2009 stabiel in 2010. Het verlies aan teelaarde (erosie) wordt verergerd door onaangepaste verbouwtechnieken en uitputtende teeltpraktijken. De bodem verliest vruchtbaarheid en structuur. Organische stof, de organische fractie van de teelaarde, is zeer belangrijk voor de vruchtbaarheid, de structuur, het vermogen water vast te houden en de biodiversiteit van de bodem. De bodem is ook een voorname opslagplaats van koolstof. Het verlies van organische stof in de bodem bedreigt de bodemvruchtbaarheid, de bodemstructuur en het vermogen van de bodem om regenwater vast te houden. Het verergert ook de klimaatverandering. Steeds meer teelaardeproducenten maken gebruik van compost als ideale bron van organische stof (Figuur 16).
blz 42 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
Afzetcijfers Figuur 15 Evolutie van compostafzet naar potgrondfabrikanten over de periode 2004-2010
Figuur 16 Evolutie van compostafzet naar grondopmengers over de periode 2004-2010
Communicatie-duizendpoot
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Doelgroepen
Boodschap
Vlaco vzw communiceert met iedereen die te maken heeft met de grote of kleine kringloop van het organischbiologisch afval: compostmeesters, lesgevers, gemeentes, intergemeentelijke verenigingen, professionele verwerkers, particuliere en professionele compostgebruikers en gebruikers van co-producten, overheden. Elk van deze groepen benaderen we op een andere manier, met een ander deel van de boodschap. We houden er ook rekening mee dat die verschillende doelgroepen ook onderling met elkaar communiceren. Intergemeentelijke verenigingen communiceren met hun gemeentes, gemeentes communiceren met hun burgers en hun compostmeesters,… Daarom geven we onze boodschap ook door aan sectororganisaties en overkoepelende verenigingen. Vlaco vzw benut elke mogelijkheid om alle doelgroepen te bereiken.
Vlaco vzw promoot de volledige organisch-biologische kringloopgedachte, via de grote of de kleine kringloop. Vlaco vzw stelt duurzaam omgaan met grondstoffen voorop. We leggen de nadruk op het kwaliteitsvol sluiten van de materiaal- en nutriëntenkringloop en volgen de principes van cradle-to-cradle. Afval is grondstof, tuinresten zijn bouwstenen. Via een netwerk van intergemeentelijke verenigingen, gemeenten, compostmeesters promoten we kringlooptechnieken. De professionele verwerkers produceren kwaliteitsvolle bodemverbeteraars of meststoffen. De afzet en het oordeelkundig gebruik van deze recyclageproducten is het cruciale sluitstuk in de materialen- en nutriëntenkringloop. Vlaco-compost is een 100 % natuurlijke bodemverbeteraar die het humusgehalte van de tuinbodem verhoogt en het bodemleven stimuleert. Hierdoor verbetert de bodemstructuur en zijn de planten minder vatbaar voor ziektes en droogte. Nieuwe aanplanting slaat beter aan. Door afval te brengen naar een compostering en dan ineens Vlacocompost mee te nemen sluit men mee de milieuvriendelijke en duurzame kringloop. ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
43
Communicatie-duizendpoot 4vervolg: Boodschap
Het sluiten van de kringloop is ook belangrijk voor de eindproducten van co-verwerking. Het gamma co-producten bevat goede meststoffen, die de planten van de nodige nutriënten voorzien om te groeien en op te brengen. Sommige leveren vooral stikstof, andere fosfor of kalium. Een goede productkennis is dus zeer belangrijk. Deze producten zijn complementair aan Vlaco-compost als bodemverbeteraar. Tabel 3
Een greep uit de Vlaco-publicaties
mei/10
Proeftuinnieuws
Resultaten pleiten voor toediening organische stof
mei/10
Groenmagazine
Floraliën, uniek niveau
jun/10
Verbondsnieuws
Vlaco en VCM ondertekenen samenwerkingsakkoord
jun/10
Boer en Tuinder
Composteren van beheersresten
jun/10
Milieu Direct
Biomassacenrales kunnen tot composttekort leiden
jul/10
Boer en Tuinder
Composteren en co-vergisting in Vlaanderen, Symposium Vlaco
aug/10
Proeftuinnieuws
Composteren en co-vergisting in Vlaanderen, Symposium Vlaco
Vernieuwing huisstijl In 2009 kozen wij een nieuwe huisstijl. In 2010 vernieuwden we stap voor stap brochures, folders, en ander communicatiemateriaal. Neem dus zeker een kijkje in de publicatielijst, achteraan in dit activiteitenverslag.
Vlaamse Compostorganisatie vzw
blz 44 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
activiteitenverslag 2010
Financieel verslag
Vlaamse Compostorganisatie vzw
De financiële middelen van Vlaco vzw zijn afkomstig van enerzijds de lidmaatschapsbijdrage en anderzijds de werkingsbijdragen, van zowel de OVAM, de intergemeentelijke verenigingen als de privé-verwerkers. Van bij de oprichting is gestreefd naar een evenwichtige verhouding OVAM / leden- producenten&intercommunales. De kosten omvatten ook voorzieningen voor 2011. Tabel 1
Resultatenrekening 2010
KOSTEN (in Euro)
OPBRENGSTEN (in Euro)
Personeel (bezoldigingen, ...) 660.939
Lidmaatschapsbijdrage klasse 1 (OVAM)
59.494
Kantoor + technische uitrusting 87.975
Lidmaatschapsbijdrage klasse 2,3 e.a.
103.960 499.268
Marketing
91.347
Werkingsbijdrage klasse 1 (OVAM)
Vergoedingen aan derden
35.533
Werkingsbijdrage klasse 2 en 3 + toegetreden leden 537.338 (producenten)
Labo-analyses
176.977
Werkingsbijdrage Cel Thuiscomposteren
101.371
Onderzoek
73.125
Preventie thuiscomposteren
260.535
Bijdragen promotiemateriaal, studiedagen e.a.
112.075
Communicatie
39.630
Andere kosten
3.502
Financiële opbrengsten & recuperatie kosten
20.401
Totaal
1.429.563
Totaal
1.433.907
In 2010 ondertekenden Vlaco en VCM een samenwerkingsprotocol
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
45
Veel graantjes maken een groot brood
Jaarvergadering 2010 120 deelnemers met interesse in co-vergisting Op 1 juni organiseerde Vlaco vzw haar jaarlijks symposium. Dit jaar in het teken van co-vergisting van organisch-biologisch afval met mest en energiegewassen, in een duurzame kringloop. 120 deelnemers volgden de presentaties vol belangstelling. Het efficiënt sluiten van de materiaalkringlopen is één van de pijlers van het beleid voor de komende jaren. Afvalstoffen moeten als grondstof in de economische kringloop gehouden worden. We moeten duurzaam omgaan met schaarse middelen in functie van maatschappelijke behoeften. Elk materiaal is een meerwaarde voor het volgende proces. Vlaco vzw stelt duurzaamheid van de organisch-biologische materiaalkringloop voorop. We leggen de nadruk op de kwaliteit van de kringloop (zowel thuis op kleine schaal als professioneel op grote schaal). Cruciaal is het nuttig gebruik van het eindproduct als meststof, bodemverbeterend middel, grondstof voor substraten of als bouwsteen in de tuin. Vlaco blijft hierin investeren, want enkel een kwaliteitsvol eindproduct zorgt voor het efficiënt sluiten van de materiaalkringloop. Op dinsdag 1 juni organiseerde Vlaco vzw haar jaarlijks symposium in het kader van co-vergisting van organischbiologisch afval met mest en energiegewassen, in een duurzame kringloop. De presentaties en een verslag van het symposium kunnen gedownload worden op onze website www.vlaco.be.
blz 46 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
120 deelnemers volgden met interesse het jaarlijks symposium over co-vergisting in de duurzame kringloop.
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
Vlaco vzw Dagelijks team Kristel Vandenbroek is algemeen coördinator. Elfriede Anthonissen, Kristof Van Stichelen, Marianne Goossens, Barbara Hoekstra, Gerrit Van Dale, Wim Vanden Auweele, Elke Vandaele, Ingrid Vandenbroucke en Stijn Vermoens nemen dagelijks het hooi op de vork. Stijn Vermoens verliet Vlaco vzw in maart 2011 en werd tijdelijk vervangen door Inge Goos.
Dagelijks Bestuur Vlaco vzw. Vlnr : Luc Crommen, Paul Macken, Philip Robinet, Luc Vanacker, Jos Van Hoydonck, Ann Braekevelt. Isabelle Van De Populiere ontbreekt op de foto.
Raad van bestuur De Raad van bestuur heeft vier maal vergaderd. De Raad van bestuur bestond in 2010 uit de leden van het Dagelijks bestuur, William Balliauw (Ibogem), Jos Boekcx (Ivarem), Davy Demets (van Gansewinkel), Martina Kinders (EcoWerf), Rudy Meeus (OVAM), Pieter Vandenberghe (IVVO), Ignace Van Haecke (Indaver NV), Pieter Vijncke (IVBO), Philip Peeters (Bionerga) en Emanuel Wandels (De Bree Solutions N.V.) Het Dagelijks team van Vlaco vzw. Vlnr : Kristof Van Stichelen, Gerrit Van Dale, Stijn Vermoens, Barbara Hoekstra, Wim Vanden Auweele, Elfriede Anthonissen, Ingrid Vandenbroucke, Elke Vandaele, Kristel Vandenbroek. Marianne Goossens ontbreekt op deze foto.
Dagelijks bestuur Het Dagelijks Bestuur, in 2010 bestaande uit Luc Vanacker (OVAM, voorzitter Vlaco vzw), Ann Braekevelt (OVAM, secretaris Vlaco vzw), Luc Crommen (Limburg.net, ondervoorzitter Vlaco vzw), Paul Macken (IOK afvalbeheer), Philip Robinet (Attero België, ondervoorzitter Vlaco vzw, maakte deel uit van het Dagelijks Bestuur tot halfweg 2010), Isabelle Van De Populiere (IMOG) en Jos Van Hoydonck (Igean) is in 2010 vier maal samengekomen.
Raad van Bestuur van Vlaco vzw. Vlnr: Pieter Vandenberghe, Pieter Vijncke, Paul Macken, Luc Crommen, Philip Robinet, Emanuel Wandels, Jos Boeckx, Philip Peeters, Ignace Van Haecke, Rudy Meeus, Luc Vanacker, Jos Van Hoydock, Davy Demets, Ann Braekevelt. William Balliauw en Martina Kinders ontbreken op deze foto.
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
47
Veel graantjes maken een groot brood 4vervolg
Organogram van Vlaco vzw uit te stippelen en te evalueren. In augustus kwam de werkgroep samen op de prijsuitreiking van de Vlaamse tuinaannemer, waarvan Vlaco vzw hoofdsponsor is. In september was de voltallige werkgroep samen op Green Expo.
Werkgroep Communicatie
Werkgroepen Werkgroep kwaliteit Tijdens deze ledenvergadering bespreken we de onderwerpen die betrekking hebben op de controle en certificering, staalname en analyse, wetgevende bepalingen en de kwaliteit van de eindproducten met onze leden-producenten. We delen onze leden in in twee groepen, enerzijds de composteerders van groen- en gft-afval, en anderzijds de OBAvergisters en mestverwerkers. Deze opdeling is doorgevoerd omdat er dan meer specifieke onderwerpen kunnen belicht worden. Tijdens deze werkgroepen zijn vertegenwoordigers van de verschillende bedrijven aanwezig en worden vooral, in overleg, oplossingen gezocht voor problemen en evoluties die men tegenkomt in de dagdagelijkse praktijk. In 2010 heeft Vlaco vzw drie werkgroepvergaderingen Kwaliteit georganiseerd met haar leden.
Werkgroep Marketing Om een vlotte communicatie in verband met de marketingacties te hebben is het belangrijk dat iedere compostproducent een contactpersoon voor de compostverkoop doorgeeft aan Vlaco vzw. Het is immers belangrijk dat de algemene campagne van Vlaco vzw aangevuld wordt met lokale marketing- en verkoopsinspanningen van de compostproducenten. Een goede informatiedoorstroming, met een duidelijk zicht op ieders inspanningen is essentieel. Zo kunnen beide campagnes versterkend werken. Via de marketing werkgroep helpen de contactpersonen mee om de marketingcampagne
blz 48 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
De werkgroep communicatie is in het leven geroepen om de overgang naar een nieuwe huisstijl en communicatiestrategie te begeleiden. Dit is een ‘think tank’ die de bakens uitzet voor de communicatie vanuit Vlaco vzw, zowel intern (Vlaco – leden) als extern (Vlaco – derden). We verwachten zeer concreet en doelgericht advies over de algemene communicatiemiddelen, kanalen, boodschap maar ook bij specifieke communicatietrajecten (bijvoorbeeld beursaanwezigheid, campagnes…). De werkgroep bestaat uit Koen Delie (IMOG), Emanuel Wandels (De Bree Solutions N.V.), Sofie Feytons (OVAM), Wouter Meersmans (Igean Mileu en Veiligheid), Kristel Vandenbroek (Vlaco vzw ), Barbara Hoekstra (Vlaco vzw), Elke Vandaele (Vlaco vzw) en Kristof Van Stichelen (Vlaco vzw). De werkgroep werd in 2010 vooral telefonisch, met enquêtes en via mail geconsulteerd.
Stuurgroep Thuiscomposteren en Afvalarm tuinieren (STAT) Vlaco vzw wil op de hoogte blijven van de (nieuwe) ontwikkelingen bij de leden. Anderzijds wenst Vlaco iedereen zo goed mogelijk te informeren. Wederzijdse uitwisseling is immers een belangrijke bron van inspiratie en kennis. Het uitwisselen van informatie inzake thuiscomposteren en kringlooptuinieren, en de vinger aan de pols houden inzake wat er leeft bij onze intergemeentelijke verenigingen, gebeurt in de Stuurgroep Thuiscomposteren en Afvalarm Tuinieren (STAT). De STAT kwam in 2010 drie keer samen. Najaar 2010 organiseerde de Cel Thuiscomposteren en Kringlooptuinieren, supplementair aan de STAT, een zgn. Ronde van de Intercommunales waarbij alle IGV’s individueel werden benaderd inzake informatie-uitwisseling (zie elders in dit jaarverslag).
activiteitenverslag 2010
Publicatielijst
Vlaamse Compostorganisatie vzw
Compostgebruik door particulieren • Brochure Vlaco-compost brengt leven in je tuin • Brochure Tuingrond verbeteren (zo lang de voorraad strekt) • Brochure Met compost het jaar rond (zo lang de voorraad strekt) • A3-poster Compost brengt nieuw leven in je tuin (zo lang de voorraad strekt) • Kaart met compostverkooppunten
Compostgebruik door professionelen • • • •
Folder De kracht van compost (zo lang de voorraad strekt) Compost en het mestdecreet (wordt vernieuwd juni 2011) Brochure Het gebruik van compost in de groenvoorziening Teeltfiches land- en tuinbouw (zo lang de voorraad strekt) - Aardappelen - Aardbei - Appel - Asperge - Bonen - Boomkwekerij en Sierteelt - Graangewassen - Knolselder - Koolgewas - Maïs - Prei - Sla - Spinazie - Suikerbieten - Wortelen • Leaflet Tuinaanemers (zo lang de voorraad strekt) • Folder Compost in openbaar groen levert subsidies op (zo lang de voorraad strekt)
Thuiscomposteren en kringloopTuinieren • Brochure Thuiscomposteren in de kringlooptuin • Brochure Snoeihout verwerken in de kringlooptuin • Brochure Composteren in vaten en bakken (zolang de voorraad strekt) • Brochure Waarheen met je keuken- en tuinafval? (zolang de voorraad strekt) • Brochure De ecologische tuin - natuurvriendelijk en afvalarm (zolang de voorraad strekt) • Brochure Waarheen met je grasmaaisel? (zolang de voorraad strekt) • Brochure Wat pikt de kip? (zolang de voorraad strekt) • Brochure Composteren in de wormenbak (zolang de voorraad strekt) • Folder Bodembedekkers
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Folder Hoe kies ik vaste planten voor de kringlooptuin? Folder Hoe verzorg ik vaste planten in de kringlooptuin? Folder Mulchen in de kringlooptuin Folder Thuiscomposteren in het compostvat Folder Thuiscomposteren in compostbakken Folder Hoe maak je compost (A5-leaflet) (zolang de voorraad strekt) Folder Hoe gebruik je compost (A5-leaflet) (zolang de voorraad strekt) Poster Thuiscomposteren in de kringlooptuin, 70x100cm (oprolbaar of bi-light-paneel) Poster Vaste planten in de kringlooptuin, 70x100cm (oprolbaar of bi-light-paneel) Poster Snoeihout in de kringlooptuin, 70x100cm (oprolbaar of bi-light-paneel) Poster Grasbeheer in de kringlooptuin, 70x100cm (oprolbaar of bi-light-paneel) Poster Vlaco-compost brengt leven in je tuin, 70x100cm (oprolbaar of bi-light-paneel) Poster Kippen houden in de kringlooptuin, 70x100cm (oprolbaar of bi-light-paneel) Folder De Vlaco-kringlooptuin op de Gentse Floraliën Dossier Wat hebben kippen ons te bieden? (zo lang de voorraad strekt) Wimpel Composteren is kinderspel (zo lang de voorraad strekt) Handboek compostmeesterwerking (zo lang de voorraad strekt) Wervingsfolder ‘Thuiscomposteren…iets voor jou?’ Vlaco cd-rom (zo lang de voorraad strekt)
Algemeen • Folder Vlaamse compostorganisatie en de materialenkringloop van organisch-biologisch afval • Drieluik Compost brengt leven in je tuin (zo lang de voorraad strekt) • Poster Groen-Kringloop • Poster Gft-Kringloop • Boek Composteren en kringlooptuinieren door Ivo Pauwels • Praktijkgids composteren (zo lang de voorraad strekt) • Vlaco-vlag (zo lang de voorraad strekt) • Video Compostering in Vlaanderen (zo lang de voorraad strekt) • Rapport “Ecologische en economische voordelen gft- en groencompost” • Interactieve cd-rom Technokid(t)s – Alles over compost en compostering voor secundair onderwijs
Uitleenmateriaal info • Infoborden • Compostkoffer • Posters en infomateriaal ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
49
Ledenlijst
Agrikracht n.v.
Gentbrugge
1
Agrikracht n.v. Moorslede
Moorslede
2
Agrikracht n.v. Rumbeke
Rumbeke
3
Agri-Power
Malle
4
Agro-Energiek bvba
Zomergem
5
Binergy
Ieper
6
Bio 7 n.v.
Rijkevorsel
7
Bio Energie Agriferm
8
Bio-Electric bvba
9
Bio-Energie Herk bvba Herk-De-Stad
09 242 85 50
De Bree Solutions n.v. Maldegem
050 712 792
20
De Bree Solutions n.v. Oostende
059 333 473
21
De Bree Solutions n.v. Eke
09 222 55 80
22
De Bree Solutions n.v. Eeklo (IVM)
050 728 748
03 312 12 65
23
De Bree Solutions n.v. Oostende (IVOO) 050 728 748
09 372 79 76
24
De Bree T.E.C.
Ronse (IVLA)
055 206 855
25
De Kruisberg n.v.
Arendonk
014 679 914
03 314 62 23
26
De Winter n.v.
Herent
016 239 372
Boutersem
016 73 33 37
27
De Winter n.v.
Sint-Truiden
016 239 372
Beernem
050 788 866
28
Ecowerf
Wilsele
016 284 300
29
Eurocompost Groenrecycling n.v.
Houthalen
011 521 894
30
Flanders Gardening Products bvba
Maaseik
089 352 189
31
Gemeente Aalter
Aalter
09 226 39 74
32
Gemeente Brasschaat Brasschaat
03 650 02 94
Gemeente Knokke Heist
Knokke Heist
050 630 100
33
Goemaere-Eneco Energie n.v.
Diksmuide
015 404 140
BioEnergy n.v.
Hasselt
011 287 027
10
BioEnergy n.v.
Lommel
011 287 027
11
Biofer n.v.
Zoutleeuw
011 88 23 81
12
Biofors
Ranst
13
Bio-Gas Boeye BVBA
Haasdonk
03 775 78 39
14
Biogas De Biezen
Arendonk
014 451 565
15
Biomass Center
Ieper
057 219 284
Bionerga
Houthalen
011 520 810
34
Green Power
Pittem
Bionerga
Bilzen
011 520 810
35
Greenergy BVBA
Herselt
016 69 40 56
17+18 Bionerga
Maasmechelen
011 520 810
36
GSL bvba
Halle
02 380 05 30
19
Zomergem
16
Calagro Energie bvba
blz 50 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
activiteitenverslag 2010 Vlaamse Compostorganisatie vzw
37
HAVILAND
Asse
02 466 51 00
IBOGEM
Beveren
03 575 00 75
IDM
Lokeren
09 348 43 97
IGEAN Milieu & Veiligheid
Wommelgem
03 350 08 11
Op de Beeck NV
Kallo
014 501 602
OVAM
Mechelen
015 284 284
50
Quirijnen Energy Farming bvba
Merksplas
014 44 34 00
51
Recycling n.v.
Wetteren
09 369 39 22
Brecht
03 330 19 20
52
Renovius
Overpelt
011 807 350
ILVA
Aalst
053 838 848
53
Roosen Borgh
Riemst
012 457 031
IMOG
Harelbeke
056 716 117
54
Samagro n.v.
Leisele
058 299 439
IMOG
Moen
056 456 585
55
Sap - Eneco Energie n.v.
Houthulst
INCOVO
Vilvoorde
02 255 94 70
56
Senergho
Gits
INDAVER n.v.
Mechelen
015 288 000
57
Shanks Vlaanderen n.v. Roeselare
051 226 044
INDAVER n.v.
Grimbergen
02 253 11 07
Stad Antwerpen
Antwerpen
03 260 80 25
INTERRAND
Hoeilaart
02 658 95 41
Stad Sint-Niklaas
Sint-Niklaas
03 760 90 00
INTERZA
Zaventem
02 721 07 31
Stad Tienen
Tienen
016 805 700
IOK Afvalbeheer
Geel
014 580 991
59
Storg
011 79 16 19
Beerse
014 614 992
HouthalenHelchteren
IVAGO
Gent
09 240 81 11
60
Storg
Bree
089 844 846
IVAREM
Mechelen
015 287 750
61
Valmass n.v.
Vleteren
03 292 96 96
IVAREM
Lier
03 491 07 70
IVBO
Brugge
050 456 311
IVEB
Brecht
03 665 18 84
IVIO
Izegem
051 311 796
IVLA
Oudenaarde
055 302 713
IVM afvalbeheer
Eeklo
09 377 82 11
IVOO
Oostende
059 552 730
IVVO
Ieper
057 230 880
Lavaert bvba
Menen
056 421 318
Lavaert bvba
Lauwe
056 421 318
Andere Leden
Limburg.net
Hasselt
011 288 989
Mandel - Eneco Energie n.v.
Rumbeke
015 404 140
MIROM
Roeselare
051 260 350
MIROM
Menen
056 528 130
MIWA
Sint-Niklaas
03 776 72 50
Op de Beeck NV
Grobbendonk
014 501 602
38+39 IGEAN Milieu & Veiligheid
40
41
42+43 IOK Afvalbeheer
44
45
46
47
48
49
58
051 700 733
Van Gansewinkel bvba Mol
014 829 226
62
Van Gansewinkel bvba Eeklo
09 377 34 24
63
Van Gansewinkel bvba Brugge (IVBO)
050 322 521
64
VC Energy bvba
Deinze
09 371 49 85
65
Verko
Dendermonde
052 213 991
66
Wauters PLAN LV
Vliermaal
012 263 782
67
Westcompost
Ieper (IVVO en MIROM)
057 216 916
68
WIPS n.v.
Schendelbeke
054 437 676
Dranco
Gent
09 233 02 04
Isvag
Wilrijk
03 887 80 36
Van Israël
Geraardsbergen 054 414 370
Palingbeek
Hollebeke
057 20 04 36
Pival
Rumbeke
051 27 32 00
ACTIVITEITENVERSLAG 2010 • blz
51
Uitgave van de Vlaamse Compostorganisatie vzw Redactie-Coordinatie: Barbara Hoekstra Aan deze uitgave werkten mee : Ann Braekevelt Barbara Hoekstra Elfriede Anthonissen Elke Vandaele Gerrit Van Dale Ingrid Vandenbroucke Kristel Vandenbroek Kristof Van Stichelen Luc Vanacker Marianne Goossens Stijn Vermoens Wim Vanden Auweele Illustraties en foto’s : Vlaco-diatheek tenzij anders vermeld Vormgeving:
Reclamebureau Mink
Druk:
Buroform, Mechelen
Deze uitgave wordt toegestuurd aan de leden van Vlaco vzw. Geïnteresseerden vinden deze publicatie op de website www.vlaco.be of kunnen een exemplaar aanvragen. Redactie-adres:
Vlaco vzw Kan. de Deckerstraat 37 2800 Mechelen Tel.: 015 451 370 Fax: 015 218 335
[email protected] www.vlaco.be
Gelieve dit activiteitenverslag na gebruik aan collega’s door te geven en achteraf in uw bibliotheek toe te voegen.
blz 52 • ACTIVITEITENVERSLAG 2010
110700 www.mink.be
activiteitenverslag 2010