LESMAP 2015-16
Welkom in Babel, de stad waar niemand iemand verstaat maar iedereen wel graag iedereen begrijpt. In Babel wordt helder gebrabbeld, teder gescholden, hartelijk gevochten en wreed graag gezien. Babel vertelt het universele verhaal van een samenleving.
MEDEWERKERS
compositie Sam Vloemans libretto Frank Adam regie Benoît De Leersnyder Scenografie, kostuumontwerp en Emilie Lauwers installaties film muzikale leiding Francis Pollet Sam Vloemans zang Jean Bermes (bas) Helene Bracke/Annelies Van Hijfte (sopraan) Denzil Delaere (tenor) kinderkoor van Merel De Coorde Opera Vlaanderen Andreas De Weert Noa Calluy Klaas Moortgat Maia Moortgat Paloma Prado Hernandez Titus Schrooyen Berend Soenen Niels Soenen Emily Van Grembergen Sarah Van Limbergen Ksenija Van de Velde afwisselend met Elewout Acke Florian Acke Marjolein Acke 1
Daan Dumez Gloria Huyghe Anna Tambuyser Dayo Sette Artjom Van de Velde Amber Vanuytven Britt Vanuytven Rob Wouters Rozelien Wouters uitvoering live muziek Kasper Baele (hobo) Tomonori Takeda (klarinet) Francis Pollet (fagot) Anthoni Devriendt/Ivo Haderman/Bert Vanderhoeft (hoorn) Carlo Mertens (trombone) Sam Vloemans (trompet) Jan Buysschaert/Tom Devaere (contrabas) Carlo Willems (percussie) regieassistentie Evelien Van Camp cameramontage en projectie Mário Melo Costa repetitor Robert Van Heeck inspiciënt kinderkoor Marijke Boudeweel koorleider Hendrik Derolez/Tom Johnson lichtontwerp Barbara De Wit assistentie uitvoering filmdecor Sarah Eechaut Tom Johnson dramaturgie Luc Joosten Jelte Van Roy regieassistentie Evelien Van Camp projectleiding Erik Moonen toneelmeester Koen Corbet lichtontwerp en uitvoering Barbara De Wit uitvoering decor Danny Havermans Koen Corbet Koen De Wilde polyvalent techniek Koen De Wilde Kostuumuitvoering, kapsel, grime Hilde Mertens Veerle Segers Educatieve omkadering Paula Stulemeijer (HETPALEIS) Benjamin Verhoeven (Opera Vlaanderen) 2
INLEIDING
Voor deze unieke opera slaan drie huizen de handen in elkaar. Voor het eerst werken I Solisti del Vento, Opera Vlaanderen en HETPALEIS samen aan een productie. De vier artistieke spilfiguren voor deze creatie zijn auteur Frank Adam, componist/trompettist Sam Vloemans, regisseur Benoît De Leersnyder en scenograaf en kostuumontwerpster Emilie Lauwers. Zij scheppen een plaats waar honderden talen door elkaar gesproken worden en waarin toch samengeleefd wordt. Een plaats die telkens opnieuw uitgevonden wordt. Babel is een ruimte vol vriendschap en liefde waar mensen elkaar ontmoeten. Maar het is onvermijdelijk ook een haard van conflicten, ruzies, discussies en jaloezie.
INHOUD
Vertel de kinderen het volgende: Babel is een opera met op het podium drie zangers, een live orkest en een kinderkoor. De zangers in de voorstelling spreken een nieuwe taal, het Babels. Deze taal bestaat uit meer dan 50 verschillende talen van over de hele wereld. Sommige woorden en zinnen versta je meteen, veel woorden ook niet. Dat is niet erg. Je kan gewoon luisteren naar de zang en de muziek en je kan zelf de betekenis van de woorden verzinnen. Ergens in de ruimte ontstaat een nieuwe wereld met daarin een grote stad: Babel. In die wereld bestaat alles uit letters: de huizen, de bomen, de blaadjes van de bomen, de metro, de straten, … De enige mensen die er wonen zijn kinderen. Zij zijn er de baas. Plots worden er drie wezens wakker in de stad: twee mannen en een vrouw. Ze zijn helemaal wit: ze hebben geen kleur, kennen geen taal en hebben geen gevoelens. Ze weten niet wie ze zijn en waar ze zijn. De kinderen vinden het leuk om hen daarmee wat te plagen. De drie witte wezens ontdekken dat ze vreemde en soms grappige geluiden kunnen maken met hun stem. Ze oefenen alle klanken en letters. Ze verzinnen een taal om zo dingen tegen elkaar te kunnen vertellen. Ze verkennen en ontdekken verschillende plaatsen in de stad. Regelmatig komen ze de kinderen tegen. Ze proberen met hen te praten. De drie wezens leren meer en meer woorden. Ze kunnen elkaar steeds beter begrijpen. Hoe meer taal ze leren, hoe meer emoties en gevoelens ze krijgen: ze worden blij, boos, verdrietig, bang, verliefd, beschaamd, … Ze worden stilaan echte mensen. Hoe meer woorden ze leren en hoe meer gevoelens ze ontdekken, hoe meer ze elkaar gaan plagen. Wanneer één van hen verloren loopt, plagen de twee anderen hem. Even later zegt de vrouw de toverspreuk ‘ozewishypnose’. Met deze woorden betovert ze de twee mannen waardoor ze voor eventjes op alles en iedereen verliefd worden. 3
Al gauw verandert het plagen in pesten en het praten in ruzie maken. Eén van de mannen vindt dat hij de baas moet zijn. De twee mannen maken ruzie en beginnen te vechten. Hierdoor valt de hele stad in elkaar. De twee mannen liggen roerloos op de grond. De vrouw zegt opnieuw een toverspreuk. Woorden kunnen echt toveren, dat weet zij ondertussen. Met de spreuk ‘ik doe de dood dood’ wekt ze haar vrienden terug tot leven. Samen kijken ze verdrietig naar de verwoeste stad. Alles is ingestort door hun geruzie. Ze beseffen dat ze fout waren. Ze beseffen dat ze taal niet moeten gebruiken om ruzie te maken of om de baas te spelen. Ze krijgen een nieuwe kans om alles beter te doen. Er ontstaat een nieuwe stad, een nieuwe wereld, met drie bewoners die geleerd hebben uit hun fouten: twee mannen en een vrouw die proberen een taal te creëren om elkaar beter te begrijpen.
In bijlage vind je 16 afbeeldingen van het decor. Het zijn momentopnames uit het Babelverhaal. Bij elke afbeelding horen een paar eenvoudige zinnen. Je kan met behulp van deze afbeeldingen en de eenvoudige zinnetjes de grote lijnen van het Babelverhaal aan de kinderen vertellen.
Prent 1. Ergens in de kosmos ontstaat een stad van letters: Babel.
Prent 2. In Babel komen drie figuren tot leven: twee mannen en een vrouw. Ze zijn helemaal wit. Ze weten niet wie ze zijn. Ze weten niet waar ze zijn.
4
Prent 3. Ze ontdekken taal, elkaar en de stad.
Prent 6. Hier in de stad ontdekt hij wie hij is. Hij zet zijn pruik af, zijn kleren krijgen meer kleur.
Prent 4. In Babel wonen kinderen. Op het stadsplein plagen ze de drie nieuwkomers.
Prent 7. In het park komen de drie elkaar opnieuw tegen.
Prent 5. Eén van de mannen loopt verloren in de straten van Babel.
Prent 8. De vrouw betovert de twee mannen waardoor ze eventjes op alles en iedereen verliefd worden. 5
Prent 9. Ze spelen en leren elkaar beter kennen.
Prent 10. Diep onder de grond van Babel bevindt zich de Babel Hall.
Prent 11. In deze Hall komt iedereen samen.
Prent 12. De ene man zegt:” Ik ben de baas van Babel.” Hij denkt alleen aan zichzelf.
Prent 13. De mannen maken ruzie. De stad stort in.
Prent 14. Alles valt naar beneden. Er is overal rook en het is donker. 6
Prent 15. Op de ruïnes van de stad krijgen ze spijt van wat ze deden. Ze helpen elkaar om een nieuw en beter Babel op te bouwen.
Prent 16. In de kosmos ontstaat het nieuwe Babel.
Tip: Je kan gebruik maken van een kamishibai of vertelkastje: dit is een vertelmethode, afkomstig uit Japan. Het is een houten frame waarbinnen je telkens een prent, foto of tekening verschuift. Het verhoogt de concentratie van de kinderen waardoor ze meer grip krijgen op het verhaal. HETPALEIS heeft zo een aantal kamishibais gemaakt. Wil je er eentje voor een paar dagen lenen dan bel je naar 03 202 83 74 of mail je naar
[email protected]. Wij zorgen dan dat je vertelkastje voor je klaar staat.
WAT ZIE JE OP DE SCÈNE?
Er is veel te zien op het grote podium: de drie hoofdpersonages (sopraan, tenor, bas), een kinderkoor, een live orkest, een filmprojectie én grote decorelementen. Scenograaf Emilie Lauwers bedacht een decor bestaande uit elementen in de vorm van letters, letters afkomstig uit heel veel verschillende alfabetten. Met deze letters creëerde zij een stad. Je ziet huizen, straten, pleinen, parken, ... De filmprojectie tijdens Babel zorgt ervoor dat het publiek het verhaal kan volgen. Elke scène in het verhaal situeert zich op een andere plek in de stad. Terwijl een scène zich afspeelt op het podium kan je in de film volgen waar de personages zich bevinden in die fictieve wereld. Er zijn dus geen decorwissels op het podium. Via de montage van de film ga je van locatie naar locatie. De drie echte mensen die op de scène acteren en zingen, zijn de drie personages in de film. Ze worden voorgesteld door witte modelfiguurtjes in de maquette.
7
OPERA
Er is veel te zien op het grote podium: de drie hoofdpersonages (sopraan, tenor, bas), een kinderkoor, een live orkest, een filmprojectie én grote decorelementen. Scenograaf Emilie Lauwers bedacht een decor bestaande uit elementen in de vorm van letters, letters afkomstig uit heel veel verschillende alfabetten. Met deze letters creëerde zij een stad. Je ziet huizen, straten, pleinen, parken, ...
Een opera is een toneelstuk waarin het verhaal gezongen wordt. Het is een toneelstuk waarin de acteurs/zangers niet tegen elkaar praten, maar alles al zingend aan elkaar vertellen. Dat vind je misschien raar, maar bij ‘opera’ is dat gewoon. Een operazanger/es is iemand die heel graag zingt. Hij gaat vele jaren naar school om zijn stem mooier, sterker en rijker te maken. Na veel jaren studeren weet hij precies wat voor soort stem hij/zij heeft. Sopraan? Alt? Tenor? Bas? Een sopraan zingt hoog, een bas laag, alt en tenor zitten daar tussen in. In Babel hoor je drie soorten stemmen: een sopraan, een tenor en een bas. Een operazanger kan luid én ook zacht zingen, zo zacht dat je toch nog alles kunt verstaan als je in een grote zaal op de achterste rij zit. Een operazanger kan een avond lang zingen zonder hees te worden; hij zingt zonder microfoon! Hij kan zijn zangstem bang of boos laten klinken, verdrietig of blij. Een violist heeft zijn viool, een pianist zijn piano, een gitarist zijn gitaar. Een operazanger heeft alleen zichzelf en zijn stem, hij is zijn eigen instrument. Hij zorgt ervoor dat zijn ‘instrument’ elke dag in orde is. Dat wil zeggen dat hij gezond en fit moet zijn. Dat betekent dat hij zijn stem zijn hele leven blijft oefenen zodat alles wat hij zingt helder en mooi klinkt.
Regisseur Benoît De Leersnyder vertelt wat een opera voor kinderen kan betekenen: Babel zal voor veel kinderen een initiatie in opera zijn. Volgens mij moet je geen tekst kunnen verstaan om het verhaal te volgen. We gaan hiermee terug naar wat opera voor mij in essentie is. Opera moet een ervaring zijn. Je hoeft niet elk woord te begrijpen. Het is de emotionele reis die telt. De taak van een operaregisseur is volgens mij om tekst die op muziek is gezet, verstaanbaar te maken voor een publiek zonder dat het de woorden letterlijk moet kunnen begrijpen. Ik betreur het gebruik van boventitels bij een opera, omdat de mensen dan meer bezig zijn met de woordjes dan met het geheel. Daarom ben ik zo blij met Babel: er is geen boventiteling nodig om deze woorden verstaanbaar te kunnen maken. Ik zet de muzikanten op het podium om de muziek niet alleen te laten horen, maar ook om ze te laten zien, te ervaren. Sowieso vind ik dat je naar opera moet kijken én luisteren.
Auteur, librettist Frank Adam zegt hierover: Kinderen hebben geen last van voorkennis en beleven een opera in het moment. Zingen is voor hen nog natuurlijk. Ik ben in een aantal Antwerpse ‘Babel’-scholen op bezoek gegaan en stelde vast hoe kinderen na amper zes maanden in België uitstekend Nederlands spraken en poëzie konden smaken. 8
© Emilie Lauwers
MUZIEK
Tussen de muzikanten op het podium zie je één man met een trompet: dat is Sam Vloemans, de componist van deze voorstelling. Het is de eerste keer dat Sam muziek schrijft voor een opera. In zijn muziek hoor je heel veel verschillende klanken en melodieën. Zijn muziek helpt je om de nieuwe taal beter te begrijpen. Als je goed luistert, voel je wanneer er liefde is of hoop, verwarring of ruzie, … Helene (of haar vervangster Annelies) is een sopraan. Zij kan zo hoog zingen dat de glazen ervan trillen.
9
Jean is bas. Hij kan zo laag zingen dat je de grond onder je voeten voelt beven. Denzil is een tenor. Hij kan voor een man heel hoog zingen. Op het podium zie je acht muzikanten. Er staan verschillende instrumenten. Zo zie je onder meer: Een hoorn, een hobo, een klarinet, een contrabas, een trombone, een trompet, een klokkenspel, een xylofoon, trommels … Het kinderkoor van Opera Vlaanderen speelt een belangrijke rol in dit verhaal. De kinderen zijn de oorspronkelijke bewoners van de stad Babel. Zij plagen de nieuwelingen, ze spelen met hen en maken grapjes. Ze reageren op wat de hoofdrolspelers overkomt. Meer nog, ze stimuleren hen om op zoek te gaan naar wie ze zijn.
© Emilie Lauwers
10
LESSEN IN HET BABELS
Het stuk is geschreven in het ‘Babels’, een nieuwe taal, gevormd uit alle mogelijke talen van de wereld, gecombineerd met kindertaal. Kinderen spelen met klanken en woorden en maken zo hun eigen taal. In het Babels herken je heel de wereld. -
-
Begrijp je deze woorden? Zeg ze hardop voor de kinderen en laat hen gissen naar de betekenis. Je kan handen en voeten, armen en benen gebruiken om een ‘eventuele’ betekenis duidelijk te maken. Babbel:
woorden
Boem-bombasta:
groot
stoepiedoo-doem-shtoem:
leeg
Begrijp je deze zinnen? Lees ze voor aan de kinderen en laat hen zelf gissen naar de betekenis. Babbel kliengklieng Boem-bombasta:
De woorden klonken te groot
Babbel klieng-klieng stoepiedoo-doem-shtoem: De woorden klonken te leeg Sow-sow Babbel babbel Babbel kapoet: Daarom spatten de woorden uiteen Ma kom-kom andre babbel:
-
Maar er kwamen andere woorden
Andere woorden zijn gebaseerd op een andere taal. Als er kinderen uit verschillende landen in de groep zijn, dan verstaat één van hen vast en zeker wat het woord, afkomstig uit zijn/haar taal, betekent. Bijvoorbeeld: Ozewishypnose: Anie Cholim:
Ozewiezewoze (een woord uit een kinderliedje) Ik droom (uit het Hebreeuws)
Le-joo Tsjet-too:
Ik praat (uit het Italiaans)
Sa-va-va? Sa va bong:.
Hoe gaat het? Het gaat goed. (uit het Frans)
Nihauwwauw:
Hoe gaat het? (uit het Chinees) 11
Haaw aa oe?
Hoe gaat het ? (uit het Engels)
Nasielniek:
Pestkop (uit het Kroatisch)
Himaar:
Ezel (uit het Arabisch)
Qif qif:
Stop (Arabisch)
Kan nie were of nie weg nie: Ik bevind me in een situatie waar ik heen noch terug kan (uit West Vlaams) Yé shoef:
Hé kijk (uit Arabisch)
Shwie laa:
Ik ben er (uit het Frans, je suis là)
Hoedjambo:
Hoe maak je het ? (uit het Swahili)
Heppie:
Gelukkig (uit het Engels)
Sawwêzin:
Zo is dat (uit het West Vlaams)
© Emilie Lauwers
12
HET BABELLIED
Tijdens de voorstelling wordt het Babellied gezongen, als vredeslied, een lied van hoop voor iedereen. Als je dit lied op voorhand met de klas instudeert, kan en mag je volop meezingen tijdens de voorstelling. Het zou prachtig zijn mochten alle klassen die de voorstelling bezoeken dit lied in de zaal met heel hun hart mee zingen. Tekst, gezongen versie en partituren vind je hieronder.
De tekst van het Babellied:
Le monde adoenia se kaai un ami a friend is a friend sa diiq hoe sa diiq hoe sa diiq Babel ist die vielt Le monde adoenia se kaai un ami a friend is a friend sa diiq hoe sa diiq hoe sa diiq Babel ist die vielt Pung youw shi pung youw shu pung youw pung youw pung youw shu pung youw shu pung youw pung youw Le monde adoenia se kaai un ami a friend is a friend sa diiq hoe sa diiq hoe sa diq Babel ist die vielt a friend is a friend a friend is a friend Babel ist die vielt Een gezongen versie van het Babellied: https://youtu.be/WlFegRx2PL4 13
Partituur van het Babellied (melodie):
14
15
NA DE VOORSTELLING
1. Praten Maak de klas rustig. Vraag aan de kinderen om allemaal hun handen voor hun ogen te doen en terug te denken aan de voorstelling. Begeleid hen hierin door zachtjes te vertellen hoe het theaterbezoek verliep: We stapten op de bus, we kwamen toen in die grote hal, we kregen onze plaatsen in de zaal, eindelijk werd het donker en toen begon de voorstelling. Hoe begon het ook weer? Wat was het eerste wat je zag of hoorde? En laat de kinderen dan in alle stilte verder in hun eigen hoofd kijken. Als ze hun ogen weer open doen, vraag je hen om te vertellen welk beeld of welk moment het eerste terug in hen op kwam. Is er een zin die ze nog kunnen herhalen? Of een woord dat ze herkenden? … Kunnen ze de muziek nog horen in hun hoofd? Hoe klonk deze? … Op die manier komen er allicht allemaal verschillende momenten naar boven en haal je een groot deel van de voorstelling terug. Daarna kan je met hen praten over wat ze ervan vonden, wat ze voelden, waar ze het spannend of grappig vonden.
Na de voorstelling kan je met de kinderen nadenken en doorpraten over de thema’s die ze uit het verhaal kunnen halen. Kan je elkaar begrijpen ondanks een taal- of cultuurverschil? Zijn mensen geïnteresseerd in de ander? Welke emoties ontdekte je in de voorstelling? Wat vind je daarvan? Hoe ziet er voor jou een betere wereld uit? En hoe maak je deze?
Hieronder kan je lezen wat de regisseur erover vertelt en de interpretatie van de scenograaf. Dit kan je inspireren om het gesprek met de kinderen verder uit te diepen. Regisseur Benoît De Leersnyder: Babel gaat voor mij hoofdzakelijk over het leren omgaan met anderen via taal. Over de mogelijkheid en de onmogelijkheid om met elkaar te communiceren. Over het zoeken daarnaar. Scenograaf Emilie Lauwers: Voor mij gaat Babel vooral over het vinden van je menselijkheid en van je individuele persoonlijkheid in de maatschappij. En over het vinden van de balans tussen iets dat opgelegd wordt - een bestaand kader - en je verwachtingen. Over hoe je daarin kan functioneren en hoe je daarin kan uitzoeken wie je zelf bent. Hoe je bovendien daarbij kan trouw blijven aan je eigen persoonlijkheid, aan je eigen zijn. In het verhaal van Babel vinden de personages hun eigen persoonlijkheid. Ze starten met een wit blad en ondervinden gaandeweg dat ze individuen zijn. Zo vindt de tenor zichzelf in zijn virtuositeit. De sopraan vindt haar plek in empathie, de bas in zijn kracht. ( …) Wat de echte wereld betreft, móeten we blijven hopen. Als je daar niet in gelooft, zijn we bij voorbaat verloren.
16
2. Doen Emilie Lauwers, de scenograaf van Babel, maakte dit ontwerp. Toen je de voorstelling zag, heb je alle letters en beelden van de stad goed in je op genomen. Met die inspiratie ga je nu zelf een klein stukje Babel maken en in de klas hangen.
17
18
COLOFON
Dit lesmateriaal werd samengesteld door Paula Stulemeijer, educatief medewerker in HETPALEIS in samenwerking met dramaturg Jelte Van Roy.
Contact dienst educatie: Anja Geuns: Coördinator publiek en educatie 03 202 83 75 |
[email protected] Paula Stulemeijer: Educatief medewerker 03 202 83 74 |
[email protected] Rita Pottier: Administratief medewerker 03 202 83 59 |
[email protected]
I SOLISTI DEL VENTO De Singel – Jan Van Rijswijcklaan 15 2018 Antwerpen 03 800 01 20
[email protected] www. Isolistidelvento.be OPERA GENT Schouwburgstraat 3 9000 Gent 070 22 02 02
[email protected] www.operaballet.be HETPALEIS Theaterhuis voor kinderen, jongeren en kunstenaars Meistraat 2 - 2000 Antwerpen 03 202 83 11
[email protected] www.hetpaleis.be 19