2014|3
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
Complicaties na contourherstellende chirurgie bij postbariatrische patiënten De rol van voedingsdeficiënties V.M. Monpellier, E.S.J. van der Beek, A.B. Mink van der Molen De komende jaren zal er een forse toename zijn van postbariatrische patiënten die contourherstellende chirurgie wensen te ondergaan. Contourherstellende chirurgie kent een hoog complicatierisico van 25%-67%. [1‑9] Postbariatrische patiënten hebben daarnaast een hoger complicatierisico in vergelijking met niet-bariatrische patiënten; in een recente meta-analyse was het complicatierisico zelfs tot 60% verhoogd. [10‑12] Het merendeel van deze complicaties betreft wondgenezingsstoornissen variërend van een oppervlakkige infectie tot uitgebreide necrose. Om de behandeling van deze specifieke patiëntenpopulatie te optimaliseren zal de focus moeten liggen op het bepalen en verbeteren van de risicofactoren voor het ontwikkelen van dergelijke complicaties. Reeds bekende factoren zijn onder andere roken, diabetes mellitus, een hoge body mass index (BMI) en een instabiel gewicht. [3,4,8-10,13,14] Een andere factor die mogelijk bijdraagt, is de aanwezigheid van voedingsdeficiënties na bariatrische chirurgie. [11,15-17] Het ontstaan van voedingsdeficiënties na een ‘gastric bypass’ is een bekende en veelvoorkomende complicatie. [18] Deze deficiënties ontstaan soms al kort postoperatief, maar kunnen ook tot jaren na een ‘gastric bypass’ nog ontstaan. [19-24] Standaard vitaminesuppletie kan dit niet voorkomen. Het doel van deze studie is het in kaart brengen van post operatieve wondgerelateerde complicaties na contourherstellende chirurgie bij patiënten die eerder een ‘gastric bypass’ hebben ondergaan. Wij zullen tevens het voorkomen van voedingsdeficiënties in deze populatie inventariseren.
Patiënten en methode Studiepopulatie Alle patiënten die een ‘gastric bypass’ ondergingen in de periode van 2009 tot en met 2011 en onder controle staan bij de afdeling Bariatrische Chirurgie van het Sint Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein werden geselecteerd uit een prospectieve database. Elektronische patiëntendossiers werden retrospectief geanalyseerd, data werden verzameld tot en met juni 2013. Patiënten werden geïncludeerd wanneer er een contourherstellende ingreep werd verricht na een ‘gastric bypass’ in onze kliniek. V.M. Monpellier, arts-onderzoeker, afdeling Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein E.S.J. van der Beek, aios plastische chirurgie, afdeling Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein en UMC Utrecht A.B. Mink van der Molen, plastisch chirurg, afdeling Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein en UMC Utrecht 111
Behandeling Volgens het protocol van de afdeling Bariatrische Chirurgie kregen alle patiënten standaard vitaminesuppletie voorgeschreven in de vorm van Calci Chew D3 (calciumcarbonaat/ colecalciferol) 1000 mg/800 EI éénmaal daags en multivitamine met 100% ijzer tweemaal daags. Het verrichten van bloedonderzoek ten aanzien van de voedingsdeficiënties in de follow-up was tevens onderdeel van het protocol van de afdeling Bariatrische Chirurgie. De volgende bloedwaarden behoorden tot het standaardprotocol: hemoglobine, calcium, fosfaat, albumine, ijzer, ferritine, transferrine, vitamine B1, vitamine B6, vitamine B12, vitamine D3, foliumzuur en parathormoon. Patiënten werden verwezen naar de afdeling Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie indien er klachten waren van overtollige huid en het gewicht gestabiliseerd was. De behandelend plastisch chirurg bepaalde het type contourherstellende chirurgie en de timing van de operatie ten opzichte van de bariatrische ingreep.
Outcome De volgende data werden verzameld: leeftijd, geslacht, BMI en gewicht voor de ‘gastric bypass’, BMI en gewicht voor contourherstellende chirurgie, stabiliteit gewicht, uitslagen van het bloedonderzoek, gewicht van het gereseceerde weefsel, wel/niet roken, diabetes mellitus, type contourherstellende chirurgie en het voorkomen van postoperatieve complicaties. Het percentage ‘excess weight loss’ (%EWL) van alle patiënten werd berekend. Een postoperatieve complicatie werd gedefinieerd als elke afwijking van een normaal postoperatief beloop. Wondgerelateerde complicaties werden ingedeeld in de volgende groepen: wonddehiscentie, wondinfectie, (geïnfecteerd) hematoom, abces, seroom en nabloeding. Vervolgens werden deze complicaties geclassificeerd volgens het clavien-classificatiesysteem; een gradering op basis van de ernst van de complicatie. [25] De uitslagen van het meest recente bloedonderzoek werden gebruikt voor analyse. De bloedwaarden van nutriënten die van belang zijn voor de wondgenezing werden geselecteerd, namelijk hemoglobine, albumine, ferritine, vitamine B1, vitamine B6, vitamine B12, vitamine D3 en foliumzuur. Een laag ferritine werd gedefinieerd als een ijzerdeficiëntie.
2014|3
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
Tabel 1. Patiëntkarakteristieken van de geïncludeerde populatie. Gemiddelde (± standaarddeviatie) Leeftijd, jaren
Percentage (aantal)
49 (±7,9)
Vrouwelijk geslacht BMI voor ‘gastric bypass’, kg/m
80,8% (n=42) 2
BMI voor contourherstellende chirurgie, kg/m
45,2 (± 3,4) 2
28,3 (± 3,6)
Duur stabiel gewicht, maanden
7,9 (± 4,5)
Excess weight loss, %
74 (±15)
Type contourherstel • Correctie abdomen
47,1% (n=32)
• Correctie mammae
27,9% (n=19)
• Littekencorrectie / re-resectie
11,8% (n=8)
• Correctie benen
8,8% (n=6)
• Correctie armen
4,4% (n=3)
Statistiche analyse Statistische analyse werd verricht met de ‘Statistical Package for Social Sciences’, versie 20.0 (SPSS, Chicago, IL). Om de verschillen aan te tonen tussen de groep met en de groep zonder complicaties hebben we de ongepaarde T-toets en fishers-exacttest gebruikt.
Resultaten Studiepopulatie In totaal werden 111 van de 588 patiënten na een ‘gastric bypass’ verwezen voor contourherstellende chirurgie. Ten tijde van de dataverzameling waren 52 patiënten geopereerd, deze patiënten werden geïncludeerd in de studie (tabel 1). De overige patiënten kregen het advies eerst verder af te vallen (n = 5), werden afgewezen voor vergoeding door de verzekeraar (n = 35) of wachten op het eerste poliklinisch consult (n = 4) of toestemming van de verzekeraar (n = 14). De gemiddelde leeftijd van de geïncludeerde patiënten was 49 jaar (spreiding 30-65 jaar) en 80,8% (n = 42) van de populatie was vrouw. De tijd tussen de ‘gastric bypass’ en contourherstellende ingreep was gemiddeld 24 maanden (spreiding 1146 maanden). De gemiddelde BMI voor ‘gastric bypass’ was 2 2 45,2 kg/m (spreiding 38,1-54,3 kg/m ). Voor de contourherstellende ingreep hadden patiënten een gemiddeld EWL van 2 74%, wat resulteerde in een gemiddelde BMI van 28,3 kg/m 2 (spreiding 20,8-38,6 kg/m ).
Contourherstellende chirurgie In totaal werden 68 contourherstellende ingrepen verricht. Veertig patiënten werden éénmaal geopereerd, negen pa tiënten tweemaal en drie patiënten driemaal. Bij één patiënt werden twee ingrepen in één operatie verricht. De meeste procedures waren voor contourherstel van het abdomen (47,1%; n = 32) en de mammae (27,9%; n = 19) (tabel 1). Bij één patiënt werd een ‘Deep Inferior Epigastric Perforator’ (DIEP)-reconstructie verricht bij status na een mamma carcinoom.
112
Tabel 2. Postoperatieve wondgerelateerde complicaties ingedeeld volgens de clavien–classificatie. Gradering
Percentage (aantal)
Graad I (geen farmacologische interventie, alleen openen en/of spoelen wond)
11,8% (n=8)
Graad II (farmacologische interventie)
17,6% (n=12)
Graad III (chirurgische of radiologische interventie)
10,3% (n=7)
Graad IV (levensbedreigende complicatie) Graad VI (overlijden patiënt) Totaal
Geen Geen 39,7% (27)
Postoperatieve complicaties Bij 28 van de 68 procedures (41,2%) was sprake van een postoperatieve complicatie; 27 maal (39,7%) was dit een wond gerelateerde complicatie. De meest voorkomende wondgerelateerde complicatie was een wondinfectie (n = 10; 14,7%). Volgens de clavien-classificatie waren er 8 graad Icomplicaties, 12 graad II-complicaties en 7 graad III-complicaties (tabel 2). Er werd zesmaal een re-operatie verricht in verband met een nabloeding en éénmaal in verband met een uitgebreide infectie met abcesvorming. Er waren geen graad IV- en graad V-wondgerelateerde complicaties. Er waren geen significante verschillen in baselinekarakteristieken van de patiënten met en zonder wondgerelateerde complicatie (tabel 3). Er was één patiënt met een niet-wondgerelateerde postoperatieve complicatie, namelijk een acuut coronair syndroom met dreigende respiratoire insufficiëntie waarvoor behandeling en twee dagen opname op de intensive care. Er was bij deze patiënt geen sprake van blijvend letsel.
2014|3
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
Tabel 3. Patiënten met complicatie versus patiënten zonder complicatie. Geen complicatie (n=41)
Complicatie (n=27)
Significant verschil
Leeftijd, jaar*
51 (±9)
49 (±7)
ns
Vrouwelijk geslacht**
85% (n=35)
70% (n=19)
ns
Rokers**
15% (n=6)
19% (n=5)
ns
7% (n=3)
11% (n=3)
ns
46,3 (±4,7)
44,7 (±4,0)
ns
BMI voor contourherstellende chirurgie, kg/m *
28,2 (±3,6)
28,5 (±3,5)
ns
Excess weight loss, percentage*
75 (±13)
71 (±17)
ns
ASA classificatie***
2
2
ns
Patiënten met diabetes mellitus** 2
BMI voor bariatrische chirurgie, kg/m * 2
Duur stabiel gewicht, maanden*
8,0 (±4,8)
7,8 (±4,2)
ns
Gewicht resectie weefsel, gram*
1612 (±1789)
2041 (±1529)
ns
Voedingsdeficiëntie**
20% (n=8)
37% (n=10)
ns
*: Gemiddelde (±standaarddeviatie) **: Percentage (aantal) ***: Gemiddelde
Voedingsdeficiënties
Discussie
Bij 67 van de 68 ingrepen was bloedonderzoek beschikbaar betreffende de nutriënten van de patiënt vóór contourherstellende chirurgie. De gemiddelde tijd tussen het bloedonderzoek en de contourherstellende ingreep was 6 maanden (spreiding 0-20 maanden). Bij 18 patiënten (26,9%) was preoperatief sprake van ten minste één voedingsdeficiëntie. De meest voorkomende deficiënties waren van vitamine B12 (10%, n = 7) en ijzer (7%, n = 5) (tabel 4). Er waren geen patiënten met een albuminedeficiëntie. Bij 25 patiënten was er bloedonderzoek verricht binnen 3 maanden voor de ingreep (tabel 4). In die groep waren ook vitamine B12- en ijzerdeficiëntie het meest voorkomend, beide bij 12% van de patiënten (n = 3). Er was sprake van een voedingsdeficiëntie bij 10 van de 27 patiënten (37%) waarbij een complicatie optrad. In de groep patiënten zonder complicatie, was er bij 8 van de 41 patiënten (20%) sprake van een deficiëntie (tabel 3).
In deze evaluatie van patiënten die contourherstellende chirurgie ondergingen na een ‘gastric bypass’ trad bij 39,7% van de patiënten een wondgerelateerde complicatie op. Bij meer dan een kwart van de patiënten (26,9%) was er in de maanden voor de operatie sprake van minimaal één voedingsdeficiëntie, ondanks het gebruik van standaard vitaminesuppletie. Het complicatiepercentage was hoger bij patiënten met een preoperatieve deficiëntie.
Tabel 4. Prevalentie van deficiënties bij de gehele populatie en bij patiënten waar bloedonderzoek binnen 3 maanden voor contourherstellende ingreep beschikbaar was. Binnen 20 maanden (n=67)
Binnen 3 maanden (n=25)
Vitamine B1-deficiëntie
Geen
Geen
Vitamine B6-deficiëntie
4% (n=3)
8% (n=2)
Vitamine B12-deficiëntie
10% (n=7)
12% (n=3)
Foliumzuurdeficiëntie
3% (n=2)
Geen
IJzerdeficiëntie
7% (n=5)
12% (n=3)
Geen
Geen
4% (n=3)
8% (n=2)
Albuminedeficiëntie Anemie * Gedefinieerd als laag ferritine
113
Onze resultaten laten een hoog complicatiepercentage zien wat overeenkomt met de literatuur (25%-67%). [1-9] Postbariatrische patiënten hebben een fors hoger complicatierisico na contourherstellende chirurgie in vergelijking met nietbariatrische patiënten. [10-12] De meeste studies beschrijven met name een hoog percentage van wondgerelateerde complicaties en niet van algemene postoperatieve complicaties. De hoogte van de BMI, roken, diabetes mellitus, de mate van gewichtsverlies (%EWL) en het wel of niet hebben van een stabiel gewicht hebben invloed op het ontwikkelen van een postoperatieve complicatie na contourherstellende chirurgie. [3,4,7-9,13,26] De laatste tijd is in toenemende mate aandacht voor voedingsdeficiënties als mogelijke oorzaak van een verhoogd complicatierisico bij postbariatrische patiënten, waarbij vooral de invloed op wondgerelateerde complicaties wordt benadrukt. [11,16,17] Voedingsdeficiënties na bariatrische chirurgie zijn een veelvoorkomend probleem. Dit is de reden dat alle bariatrische patiënten standaard vitaminesuppletie krijgen voorgeschreven. [18] Tot tien jaar na de bariatrische ingreep kunnen zich nieuwe deficiënties voordoen en suppletie kan dit niet in alle gevallen ondervangen. [19] Veelvoorkomende deficiënties na een ‘gastric bypass’ zijn van eiwitten, ijzer, vitamine B12, en vitamine D. [16-18,22,24,27] Ook tekorten van vitamine A, vitamine C, zink en selenium worden beschreven. [16-19,22,24,28,29]
2014|3
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
Na een ‘gastric bypass’ is de kans op voedingsdeficiënties groter dan na een maagbandplaatsing omdat er zowel sprake is van een verminderde intake van eiwitten en andere nutriënten (restrictie), als ook van een tekort aan intrinsieke factor en een verminderde opname van nutriënten in de darm (malabsorptie). [18,30,31] Dit zou mogelijk het hogere complicatiepercentage in de huidige studie verklaren, in vergelijking met een eerdere studie in onze kliniek, waarbij gekeken is naar het optreden van complicaties na contourherstellende chirurgie bij patiënten die een (laparoscopische) maagbandplaatsing hadden ondergaan. [4] Nu de ‘gastric bypass’ de plaats heeft ingenomen van de (laparoscopische) maagband als meest uitgevoerde bariatrische ingreep, is kennis en bewustwording over het bestaan van mogelijke deficiënties van groot belang. Patiënten met voedingsdeficiënties hebben niet alleen een tragere wondgenezing, maar ook een grotere kans op wondinfecties. [11,17,32-39] De volgende nutriënten zijn met name van belang voor een goede wondgenezing: eiwitten, vitamine A, vitamine C, vitamine E, ijzer, zink en koper. [17,32,39-42] Het algemene advies is om voedingsdeficiënties te corrigeren als onderdeel van wondbehandeling. [39,42] In veel vakgebieden, zoals de oncologie en de zorg voor patiënten met brandwonden of decubitus, is evaluatie en optimalisatie van de voedingsstatus onmisbaar gebleken als onderdeel van de (wond-)behandeling. [36-38] De voedingsstatus wordt in kaart gebracht door bloedonderzoek (om deficiënties op te sporen) en aangevuld met een specifieke anamnese wat betreft intake en gewichtsverlies. Deze kennis over het belang van een goede voedingsstatus voor (wond-) behandeling kunnen we mogelijk extrapoleren naar de zorg voor ‘gastric bypass’-patiënten die contourherstellende chirurgie ondergaan. Het betreft ten eerste uitgebreide en langdurige operaties die vaak gecompliceerd worden door wondgenezingsstoornissen. Daarnaast hebben we in deze studie gezien dat de veelvoorkomende deficiënties juist van die nutriënten zijn die belangrijk zijn voor een goede wondgenezing. Hieruit zouden we mogelijk kunnen concluderen dat deze deficiënties (mede-)verantwoordelijk zijn voor het hoge complicatiepercentage na postbariatrische contourherstellende chirurgie. Momenteel zijn er echter nog geen prospectieve studies die een causaal verband hebben aangetoond tussen preoperatieve voedingsdeficiënties en postoperatieve complicaties in deze patiëntenpopulatie. Dit is de eerste studie die het complicatiepercentage van contourherstellende chirurgie bij ‘gastric bypass’-patiënten heeft onderzocht in de Nederlandse populatie en daarbij heeft gekeken naar de mogelijke rol van voedingsdeficiënties. Op de afdeling Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie was het bloedonderzoek geen standaardonderdeel van de preoperatieve work-up bij postbariatrische patiënten en de spreiding in de duur van het laatst bekende bloedonderzoek en de contourherstellende ingreep was dan ook zeer breed. Dit maakt dat ook wij geen uitspraak kunnen doen over een mogelijk causaal verband tussen voedingsdeficiënties en postoperatieve wondgerelateerde complicaties. 114
Deze studie en de huidige kennis over de rol van voedingsdeficiënties in wondgenezing pleit voor het preoperatief in kaart brengen van de voedingsstatus bij ‘gastric bypass’ patiënten die contourherstellende chirurgie willen ondergaan. Het oriënterend bloedonderzoek zou gericht kunnen worden op veelvoorkomende deficiënties, zoals vitamine A, vitamine B, vitamine C, vitamine E, foliumzuur, ijzer, zink, koper, en eiwitten. [11,32,39,42-44] Aanvullend kan een diëtiste, bij voorkeur met kennis van postbariatrische patiënten, een voedingsanamnese afnemen. Deze anamnese is met name van belang op het gebied van eiwitintake, omdat bepaling van het (pre)albumine onvoldoende is gebleken om de eiwitstatus goed te beoordelen. [31] Wij adviseren de voedingsstatus preoperatief te optimaliseren alvorens over te gaan tot contourherstellende chirurgie om de kans op wondgenezingsstoornissen te verminderen.
Conclusie Contourherstellende chirurgie bij patiënten na een ‘gastric bypass’ gaat gepaard met een hoog complicatiepercentage. Het veelvuldig voorkomen van voedingsdeficiënties zou hiervoor een verklaring kunnen zijn. Dit pleit voor het preoperatief in kaart brengen en optimaliseren van de voedingsstatus van post-’gastric bypass’-patiënten die in aanmerking komen voor contourherstellende chirurgie. Verwijzing naar het bariatrisch team of een gespecialiseerde diëtist zou hierbij overwogen kunnen worden.
Literatuur 1. Sanger C, David LR. Impact of significant weight loss on outcome of body-contouring surgery. Ann Plast Surg 2006;56(1):9-13; discussion 13. 2. Coon D, Michaels J5, Gusenoff JA, Purnell C, Friedman T, Rubin JP. Multiple procedures and staging in the massive weight loss population. Plast Reconstr Surg 2010;125(2):691698. 3. Coon D, Gusenoff JA, Kannan N, El Khoudary SR, Naghshineh N, Rubin JP. Body mass and surgical complications in the postbariatric reconstructive patient: analysis of 511 cases. Ann Surg 2009;249(3):397-401. 4. Beek ES van der, Molen AM van der, Ramshorst B van. Complications after body contouring surgery in post-bariatric patients: The importance of a stable weight close to normal. Obes Facts 2011;4(1):61-6. 5. Vastine VL, Morgan RF, Williams GS, Gampper TJ, Drake DB, Knox LK, et al. Wound complications of abdominoplasty in obese patients. Ann Plast Surg 1999;42(1):34-9. 6. Arthurs ZM, Cuadrado D, Sohn V, Wolcott K, Lesperance K, Carter P, et al. Post-bariatric panniculectomy: pre-panniculectomy body mass index impacts the complication profile. Am J Surg 2007;193(5):567-70; discussion 570. 7. Kitzinger HB, Cakl T, Wenger R, Hacker S, Aszmann OC, Karle B. Prospective study on complications following a lower body lift after massive weight loss. J Plast Reconstr Aesthet Surg 2013;66(2):231-8. 8. Gravante G, Araco A, Sorge R, Araco F, Delogu D, Cervelli V. Wound infections in body contouring mastopexy with breast reduction after laparoscopic adjustable gastric
2014|3
bandings: the role of smoking. Obes Surg 2008;18(6):721-7. 9. Gravante G, Araco A, Sorge R, Araco F, Delogu D, Cer velli V. Wound infections in post-bariatric patients undergoing body contouring abdominoplasty: the role of smoking. Obes Surg 2007;17(10):1325-31. 10. Greco JA,3rd, Castaldo ET, Nanney LB, Wendel JJ, Summitt JB, Kelly KJ, et al. The effect of weight loss surgery and body mass index on wound complications after abdominal contouring operations. Ann Plast Surg 2008;61(3):235-42. 11. Agha-Mohammadi S, Hurwitz DJ. Enhanced recovery after body-contouring surgery: reducing surgical complication rates by optimizing nutrition. Aesthetic Plast Surg 2010;34(5):617-25. 12. Hasanbegovic E, Sorensen JA. Complications following body contouring surgery after massive weight loss: A meta-analysis. J Plast Reconstr Aesthet Surg 2013 Oct 28. 13. Au K, Hazard SW,3rd, Dyer AM, Boustred AM, Mackay DR, Miraliakbari R. Correlation of complications of body contouring surgery with increasing body mass index. Aesthet Surg J 2008;28(4):425-9. 14. Shermak MA, Rotellini-Coltvet LA, Chang D. Seroma development following body contouring surgery for massive weight loss: patient risk factors and treatment strategies. Plast Reconstr Surg 2008;122(1):280-8. 15. D’Ettorre M, Gniuli D, Iaconelli A, Massi G, Mingrone G, Bracaglia R. Wound healing process in post-bariatric patients: an experimental evaluation. Obes Surg 2010;20(11):1552-8. 16. Naghshineh N, O’Brien Coon D, McTigue K, Courcoulas AP, Fernstrom M, Rubin JP. Nutritional assessment of bariatric surgery patients presenting for plastic surgery: a prospective analysis. Plast Reconstr Surg 2010;126(2):602-10. 17. Agha-Mohammadi S, Hurwitz DJ. Nutritional deficiency of post-bariatric surgery body contouring patients: what every plastic surgeon should know. Plast Reconstr Surg 2008;122(2):604-13. 18. Mechanick JI, Youdim A, Jones DB, Garvey WT, Hurley DL, McMahon MM, et al. Clinical practice guidelines for the perioperative nutritional, metabolic, and nonsurgical support of the bariatric surgery patient--2013 update: cosponsored by American Association of Clinical Endocrinologists, The Obesity Society, and American Society for Metabolic & Bariatric Surgery. Obesity (Silver Spring) 2013;21 Suppl 1:S1-27. 19. Higa K, Ho T, Tercero F, Yunus T, Boone KB. Laparoscopic Roux-en-Y gastric bypass: 10-year follow-up. Surg Obes Relat Dis 2011;7(4):516-25. 20. Dodell GB, Albu JB, Attia L, McGinty J, Pi-Sunyer FX, Laferrere B. The bariatric surgery patient: lost to follow-up; from morbid obesity to severe malnutrition. Endocr Pract 2012;18(2):e21-5. 21. Ahmad DS, Esmadi M, Hammad H. Malnutrition secondary to non-compliance with vitamin and mineral supplements after gastric bypass surgery: What can we do about it? Am J Case Rep 2012;13:209-13. 22. Blume CA, Boni CC, Casagrande DS, Rizzolli J, Padoin AV, Mottin CC. Nutritional Profile of Patients Before and After Roux-en-Y Gastric Bypass: 3-Year Follow-up. Obes Surg 2012 Jun 10.
115
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
23. Coupaye M, Puchaux K, Bogard C, Msika S, Jouet P, Clerici C, et al. Nutritional consequences of adjustable gastric banding and gastric bypass: a 1-year prospective study. Obes Surg 2009;19(1):56-65. 24. Dalcanale L, Oliveira CP, Faintuch J, Nogueira MA, Rondo P, Lima VM, et al. Long-term nutritional outcome after gastric bypass. Obes Surg 2010;20(2):181-7. 25. Dindo D, Demartines N, Clavien PA. Classification of surgical complications: a new proposal with evaluation in a cohort of 6336 patients and results of a survey. Ann Surg 2004;240(2):205-13. 26. Shermak MA, Bluebond-Langner R, Chang D. Maintenance of weight loss after body contouring surgery for massive weight loss. Plast Reconstr Surg 2008;121(6):2114-9. 27. Gasteyger C, Suter M, Gaillard RC, Giusti V. Nutritional deficiencies after Roux-en-Y gastric bypass for morbid obesity often cannot be prevented by standard multivitamin supplementation. Am J Clin Nutr 2008;87(5):1128-33. 28. Ruz M, Carrasco F, Rojas P, Codoceo J, Inostroza J, Basfifer K, et al. Zinc absorption and zinc status are reduced after Roux-en-Y gastric bypass: a randomized study using 2 supplements. Am J Clin Nutr 2011;94(4):1004-11. 29. Ruz M, Carrasco F, Rojas P, Codoceo J, Inostroza J, Basfi- Fer K, et al. Heme- and nonheme-iron absorption and iron status 12 mo after sleeve gastrectomy and Roux-en-Y gastric bypass in morbidly obese women. Am J Clin Nutr 2012;96(4):810-7. 30. Shah M, Simha V, Garg A. Review: long-term impact of bariatric surgery on body weight, comorbidities, and nutritional status. J Clin Endocrinol Metab 2006;91(11):4223-31. 31. Faria SL, Faria OP, Buffington C, de Almeida Cardeal M, Ito MK. Dietary protein intake and bariatric surgery patients: a review. Obes Surg 2011;21(11):1798-1805. 32. Wild T, Rahbarnia A, Kellner M, Sobotka L, Eberlein T. Basics in nutrition and wound healing. Nutrition 2010;26(9):862-6. 33. Sherman AR, Barkley M. Nutrition and wound healing. J Wound Care 2011;20(8):357-8, 360, 362-7. 34. Brown KL, Phillips TJ. Nutrition and wound healing. Clin Dermatol 2010;28(4):432-9. 35. Campos AC, Groth AK, Branco AB. Assessment and nutritional aspects of wound healing. Curr Opin Clin Nutr Metab Care 2008;11(3):281-8. 36. Garretsen MK, Melis GC, Richir MC, Boelens PG, Vlaanderen L, van Leeuwen PA. Perioperative nutrition. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150(50):2745-9. 37. Weimann A, Braga M, Harsanyi L, Laviano A, Ljungqvist O, Soeters P, et al. ESPEN Guidelines on Enteral Nutrition: Surgery including organ transplantation. Clin Nutr 2006;25(2):224-44. 38. Rousseau AF, Losser MR, Ichai C, Berger MM. ESPEN endorsed recommendations: nutritional therapy in major burns. Clin Nutr 2013;32(4):497-502. 39. Posthauer ME, Dorner B, Collins N. Nutrition: a critical component of wound healing. Adv Skin Wound Care 2010;23(12):560-72; quiz 573-4. 40. Arnold M, Barbul A. Nutrition and wound healing. Plast Reconstr Surg 2006;117(7 Suppl):42S-58S.
2014|3
Nederlands Tijdschrift voor Plastische Chirurgie
41. Collins N, Friedrich L. Wound healing: the nutrition connection. Caring 2012 Dec;31(12):66, 68. 42. Kavalukas SL, Barbul A. Nutrition and wound healing: an update. Plast Reconstr Surg 2011;127 Suppl 1:38S-43S.
SAMENVATTING Achtergrond. Postbariatrische contourherstellende chirurgie gaat gepaard met een verhoogd complicatierisico in vergelijking met contourherstellende chirurgie bij de niet-bariatrische populatie. Mogelijk wordt dit verschil veroorzaakt door de voedingsdeficiënties die regelmatig ontstaan na bariatrische chirurgie. Doel van deze studie is het complicatiepercentage van contourherstellende chirurgie na een ‘gastric bypass’ te bepalen in onze populatie en een inventarisatie te maken van preoperatief bestaande voedingsdeficiënties. Methode. Middels een retrospectieve analyse werden alle patiënten geïncludeerd die contourherstellende chirurgie ondergingen na een ‘gastric bypass’ in de periode 2009-2011 in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Patiëntkarakteristieken, preoperatieve voedingsdeficiënties en complicaties na contourherstellende chirurgie werden geregistreerd. Resultaten. Er werden 68 ingrepen bij 52 patiënten verricht. De gemiddelde leeftijd was 49 jaar (spreiding 30-65 jaar) en 80,8% (n = 42) van de populatie was vrouw. De gemid2 2 delde BMI was 28,3 kg/m (spreiding 20,8-38,6kg/m ) voor contourherstellende chirurgie. Bij 27 van de 68 procedures (39,7%) was er sprake van een wondgerelateerde complicatie. Er was 18 maal (26,9%) sprake van een voedingsdeficiëntie.
116
43. Little MO. Nutrition and skin ulcers. Curr Opin Clin Nutr Metab Care 2013;16(1):39-49. 44. Demling RH. Nutrition, anabolism, and the wound healing process: an overview. Eplasty 2009;9:e9. Patiënten met een preoperatieve voedingsdeficiëntie hadden vaker een complicatie. Conclusie. Contourherstellende chirurgie bij patiënten die een ‘gastric bypass’ hebben ondergaan, gaat gepaard met een hoog complicatiepercentage. De veelvoorkomende voedingsdeficiënties die ontstaan na een ‘gastric bypass’ dragen hier mogelijk aan bij. Het preoperatief in kaart brengen en optimaliseren van de voedingsstatus bij postbariatrische patiënten is dan ook te adviseren.
Trefwoorden postbariatrisch, contourherstellende chirurgie, complicaties, voedingsdeficiënties
Gemelde (financiële) belangenverstrengeling Geen.
Correspondentieadres V.M. Monpellier Sint Antonius Ziekenhuis Koekoekslaan 1 3435 CM Nieuwegein E-mail:
[email protected]