1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
Doel
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
De kraamverzorgende die partusassistentie verleent weet wat een moeizame geboorte en de reanimatie van een pasgeboren in kan houden en is in staat de daarbij horende vaardigheden uit te voeren bij complicaties.
Toepassing
Tijdens bevallingen die niet geheel normaal verlopen kan de verloskundige specifieke assistentie van de kraamverzorgende uit het partusteam verlangen naast de normale praktische hulp die zij gewend is te geven. In deze werkinstructie vindt je informatie uit de trainingen van Medsim (2011) en van de training van 2012 gegeven door de verloskundigen Marlies de Groot en Elizabeth de Vries en Joost van der Ploeg Inleiding
.
Assistentie van de verloskundige door de kraamverzorgende bij een moeizame geboorte en bij reanimatie van de pasgeborene vraagt om een goede samenwerking tussen kraamverzorgende en verloskundige. De daarbij behorende kennis en vaardigheden dienen regelmatig getraind te worden.
Inhoud
Onderwerpen
Bijzonderheden
Blz. 1
Hoofdje komt moeizaam: oorzaken en acties thuis
-
Blz. 2
Fundusexpressie
- Expressie enkel tijdens een wee!
Schouderdystocie: uitleg term, verhoogd risico, soorten
- Blij kalm, wacht op instructie en noteer
oorzaken en mogelijke handelingen
Gegevens
Mc Roberts. Dwarsbed. Impressie
- Volg de instructies op
Blz. 4 - 5
Manoeuvreren. All-fours
- Zie de afbeeldingen
Blz. 6 - 7
Fluxus
- Ijs heeft niet het gewenste effect
Blz. 7 - 8
Blz. 2 - 3 Blz. 4
Komst ambulance
- Is het looppad vrij van spullen?
Blz. 8 - 11
De pasgeborene met een slechte start en reanimeren
- Zes stappen
Blz. 11- 12
Vastzittende placenta
- Definitie, oorzaak , mogelijke
Blz. 12 -16
Bijlagen; Reanimatie pasgeborene. De MIST. Twee
instructies
artikelen over fluxus Gezondheidsrisicos
Hoofdje komt moeizaam
Mogelijke oorzaken: Matige weeën Slechte perstechniek Groot kind Ligging hoofdje Blz. 1 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Mogelijkheden thuis: Andere houding Episiotomie Expressie Verwijzen naar het ziekenhuis Fundusexpressie Doel
In een noodsituatie het einde van de uitdrijving versnellen, door uitwendig druk op de stuit van het kind (in hoofdligging) uit te oefenen. De verloskundige maakt dan de inschatting dat in maximaal drie weeën het kind geboren kan worden door het (laten) geven van expressie. Ze zet eventueel ook een episiotomie (epi/knip). Is de uitdrijving nog niet ver genoeg gevorderd dan zal de verloskundige de barende insturen voor een kunstverlossing (tang of vacuüm).
Expressie volgens Kristeller
1.
Ga met het gezicht naar het voeteneinde van de barende toe staan. Zorg ervoor dat je goed kracht kunt uitoefenen.
2.
Omvat met beide handen de stuit in de bovenzijde van de baarmoeder.
3.
Houd de vingers aaneengesloten en plaats ze aan de zijkant van de stuit. De duimen liggen tegen elkaar en wijzen naar voren.
4.
Tijdens een wee en met meepersen van de barende wordt het kind in de richting van het baringskanaal geduwd.
5.
Geef de expressie altijd met de vlakke hand gedurende maximaal drie weeën.
6.
De verloskundige moet na de geboorte van het kind 5 IE oxytocine injecteren.
Let op: expressie geven mag enkel tijdens een wee! Schouderdystocie Definitie
Dys=Grieks: moeilijk, slecht, mis, wanTocie=Grieks: tokos=bevalling, baring Voorkomen: 3-4 per 1000 bevallingen (0,3%-0,4%) Moeizame schouderontwikkeling: Geen échte baringsbelemmering (kind kan net door het bekken/matige uitdrijvende kracht) Schouders moeten met meer moeite ontwikkeld worden maar worden binnen 1 minuut geboren. Blz. 2 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie Werkwijze:
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
het hoofd moet meer sacraalwaarts (heiligbeen) worden bewogen om de schouders geboren te laten worden
Verhoogd risico bij:
Schouderdystocie i.a. (10-15% meer risico) Groot kind (nu of in anamnese) Langdurige ontsluiting/ langdurige uitdrijving Obesitas/excessieve (overmatig)gewichtstoename Multipariteit Leeftijd >30 Afwijkende vorm bekken Negroide ras Serotiniteit
Oorzaak:
Het uitblijven van rotatie van de borstkas tijdens de uitdrijving Er zijn twee soorten schouderdystocie: De voorste schouder blijft haken achter de symfyse (schaambeenverbinding) De achterste schouder blijft haken achter het sacrum (heiligbeen) De bekken ingang is dwars-ovaal, de schouders zijn ook ovaal van vorm, deze staan dan haaks op elkaar. De bekkenuitgang is voor-achter ovaal, schouders zijn ook ovaal van vorm, deze staan dan haaks op elkaar.
Handelingen:
Mc Roberts (benen maximaal naast de romp bewegen) Impressie (met de hand op voorste schouder drukken in zijwaartse richting) Dwarsbed Manoeuvreren verloskundige All fours (op handen en knieën) Blijf kalm
Noodgrepen:
Het breken van het sleutelbeen, het terugduwen van de foetale schedel in de vagina als laatste het bekken verwijden door de symfyse/schaambeenverbinding door te snijden.
van belang:
Tijd bijhouden Verloskundige assisteren RUST Blz. 3 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties Slechte start van het kind (N.B.: 5 minuten!) Fracturen sleutelbeen Plexus brachialis laesies (Erbse parese) Armvlecht van zenuwen onderste hals /bovenste bortkas. Fluxus
Mc Roberts
De verloskundige zal de vrouw eerst (op bed) in de Mc Roberts positie laten persen, dit betekent onder maximaal optrekken (buigen) en naar buiten draaien van haar benen. Zo nodig kunnen helpers de benen ondersteunen. Lukt het hiermee niet de schouders te laten indalen dan is impressie nodig.
Impressie
Impressie boven het schaambeen, in geval van moeilijke schouder/ schouderdystocie. De verloskundige zorgt ervoor dat een helper (kraamverzorgenden) geïnstrueerd wordt voor het geven van impressie.
Plaatsing van handen tijdens het geven van impressie
Deze handgreep moet uitgevoerd worden als andere maatregelen geen resultaat geven. De vrouw moet eerst stoppen met persen en haar benen in bed zetten 1.
De kraamverzorgende wordt gevraagd naast de vrouw te gaan staan aan de zijde waar de rug van het kind zich bevindt
2.
Plaats voor impressie de handen met aaneengesloten vingers en plat op elkaar boven het schaambeen (op de schouder)
3.
Duw de schouder in de richting van de helper af (zie afbeelding) Vervolgens wordt de barende weer geïnstrueerd flink te persen met maximaal optrekken en naar buiten draaien van haar benen. De benen moeten soms ondersteund worden. De verloskundige zal tegelijkertijd het hoofdje richting stuit van moeder blijven bewegen. Vaak kunnen de schouders nu in het bekken indalen en het kind verder ontwikkeld worden. Lukt dit ook niet dan zijn er nog enkele handgrepen die de verloskundige kan toepassen om het kind geboren te laten worden. Blz. 4 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
Dwarsbed
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Er kan een omgekeerde po onder de stuit gelegd worden om de baby meer ruimte te geven. Of de vrouw gaat anders in bed liggen. Dwars met de billen op de rand van het bed of met de billen aan het voeteneind aan de rand van het bed. Het hoofdje van de baby kan nu verder naar beneden getrokken worden. Voldoende bescherming van het bed en de vloer is van belang.
Manoeuvreren door
Deze zijn er op gericht de schouders te laten roteren van een voorachterwaarts naar een schuin vlak,
verloskundige
zodat de voorste schouder van de symfyse af draait en, bij doordraaien, de achterste schouder onder
Rubin (acherste schouder)
de symfyse komt te liggen. Zo nodig kan een episiotomie gezet worden. Dit kan ruimte scheppen voor het toepassen van de verschillende handgrepen. Het vermindert echter de kans op plexus brachialis laesie niet Methode Rubin: Door aan de achterkant van de voorste schouder (ter plaatse van de scapula/schouderblad)) met de vlakke hand druk uit te oefenen, kan door adductie (spierbeweging naar de middellijn van het lichaam) de omvang van de schoudergordel afnemen en kan de schoudergordel in de schuine diameter worden gedwongen. Hierbij kan tot 180o doorgedraaid worden.
Woods
Methode Woods: Door ter plaatse van de clavicula (sleutelbeen) druk uit te oefenen aan de voorzijde van de achterste schouder kan een rotatie van 180 o bewerkstelligd worden. Eventueel kunnen deze beide handelingen met twee handen gecombineerd uitgevoerd. Eventueel kan ook de draairichting omgekeerd worden door aan de achterzijde van de achterste schouder en de voorzijde van de voorste schouder te drukken. Eventueel kan hierbij de oksel met de wijs- en middenvinger aangehaakt worden om roterend te extraheren. Achterste arm afhalen: Als de linker schouder van het kind de voorste schouder is en de voorzijde van het kind naar de linker kant van de moeder gedraaid is wordt de rechter hand gebruikt, anders de linker. De achterste foetale schouder en bovenarm worden gelokaliseerd en gevolgd tot aan de elleboog. Door druk in de elleboogsplooi wordt deze geflecteerd, waarna de onderarm en hand vastgegrepen kunnen worden en de arm langs het gezicht naar buiten wordt gebracht. Bij verdere extractie (uittrekken) kan de schoudergordel roteren, waarbij de voorste schouder naar achter draait. Meestal volgt deze zonder verdere problemen. Lukt extractie nog niet dan kan de procedure herhaald worden om de andere arm naar buiten te brengen. Blz. 5 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
All -fours
Zwangere draait van liggende houding via zijligging op handen en knieën
(op handen en knieën)
Mogelijk ontstaat hierdoor een houdingsverandering van de foetus Caput(hoofd) wordt symfysewaards bewogen (bedzijde) waardoor achterste schouder dmv zwaartekracht wordt geboren (schuift over promontorium/vooruitstekend deel wervelkolom tussen de onderste lende wervel en het heiligbeen) Diameter bekkenuitgang 1-2 cm groter Hand kan in sacrale holte worden ingebracht. In deze positie kunnen ook de boven beschreven rotatie manoeuvres uitgevoerd worden of kan de achterste arm afgehaald worden. http://www.nvog-documenten.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=27057&richtlijn_id=832
Fluxus Definitie
bloedverlies > 1000 ml Op zich kan dit zonder problemen optreden, risico op ontstaan van verschijnselen van ondervullling -> shock Tijdens bevalling Tussen geboorte kind en placenta Direct na geboorte placenta (Geboorte placenta belangrijk(ste) moment) Later post partum
Bloedverlies rond de bevalling
Acties: Bloedverlies wegen Ambulance bellen (in overleg met de verloskundige) De MIST Deur open en weg vrijmaken, licht aan Op linker zij leggen Plat laten liggen Zo nodig assisteren bij zuurstofmasker plaatsen Zo nodig assisteren bij inbrengen van het infuus Cortonen controleren en noteren met tijdstip
Fluxus post partum
Risicofactoren: Langdurige partus Snelle partus Expressie Atonie uterus Blz. 6 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties Volle blaas Ruptuur Placentarest (vaak oorzaak van een latere fluxus)
Objectieve kenmerken: Veel bloedverlies te zien (niet altijd!) Fundus stijgt Atonische uterus (onvoldoende samengetrokken) Zweetdruppeltjes Niet lekker Bleek Snelle pols Lage RR (bloeddruk) Acties Bloedverlies meten/wegen Oxytocine opzuigen (zo nodig) Ambulance bellen (i.o.m. verloskundige), deur open, weg vrijmaken, licht aan Assisteer de verloskundige (catheteriseren, infuus inbrengen) Fundus controleren, uterus masseren Benen hoog (trendelenburg) Pols tellen Mevrouw warm houden Het gebruik van ijs heeft niet het gewenste effect. De koeling komt niet diep genoeg.
Blz. 7 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie Belangrijk bij komst ambulance
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties Zorg dat voor het ambulance personeel goed zichtbaar om welk huis het gaat
Zorg voor een complete opname tas
Zorg dat de deur open is
-
Ponsplaatje en verzekeringsbewijs.
Het looppad naar de vrouw in partu/kraamvrouw of baby vrij maken van spullen
-
Ondergoed en nachtkleding, warme sokken en badjas.
-
Toiletgerei, slippers.
-
Schone kleding kraamvrouw.
-
Kleertjes baby/maxi cosi.
-
Foto/video.
-
Muntgeld voor de parkeerplaats.
opname Het voorkomen van een shock is van levensbelang: Goede indicator voor een shock
Minder goede indicator
Pols en ademhaling
Bloeddruk
Capillaire refill 'hervulling haarvaten',
Kleur van de huid
Er zijn vaak gratis uitreiskaarten.
een maat voor doorbloeding van weefsels
Schatten van bloedverlies
Bij spoedsituaties is hier geen tijd voor.
behorende tot de huid. Geeft info m.b.t. kwaliteit van de bloedcirculatie/shock Meten van het bloedverlies Als eerste is zuurstof van belang bij partuscomplicaties. Dit voorkomt zuurstof tekort bij de hersenen. Assisteer de verloskundige daarbij. Als ambulance personeel het over neemt gaat de werkwijze als volgt. Ondersteun waar nodig o
Draai flowmeter open op minimaal 10 liter
o
Houd de duim op het éénwegventiel totdat de plastic zak die aan het masker zit volledig is ontplooid
o
Zet het masker op mond en neus van de patient en leg het elastiekje over de oren om het hoofd
o
Vorm het ijzeren plaatje om de bovenzijde van de neus om het masker goed aan te laten sluiten
o
Trek zonodig de elastiekjes aan !
Als er een infuus wordt ingebrach zijn de volgende benodigdheden nodig. Denk mee waar deze neer te leggen zijn. En geef zo nodig materiaal aan. o
Stuwband/bloeddrukmeter
o
Desinfectans
o
Infuusnaald
o
Fixatiemateriaal
o
Spuit en NaCl voor flush
o
Infuusvloeistof en toedieningssysteem
Denk dan mee hoe het infuus in een hoge stand kan worden gebracht en kan blijven totdat de vrouw/ baby in de ambulance is geïnstalleerd om te zorgen dat het infuus blijft lopen en niet dicht slipt. Blz. 8 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Beknopte theorie rondom het reanimeren. slechte start
(exclusief de meeste van de specifieke handelingen welke door de verloskundige uitgevoerd wordt) Beoordeling van de conditie van het kind na de geboorte a.h.v. de Apgar Score (AS) De AS bestaat uit 5 meetbare items welke 0-1-2 punten toegekend krijgen (bekend verondersteld) Apgarscore 1 minuut < 7 asfyxie -> reanimatie (=resuscitatie) Asfyctisch kind: een pasgeborene die in slechte conditie geboren wordt, of korte tijd na de geboorte in slechte conditie geraakt De apgar score is niet gemaakt om de reactie op een reanimatie te beoordelen. Strikt genomen zijn voor het beoordelen van de noodzaak tot reanimatie en voor de evaluatie alleen de 3 vitale parameters ademhaling, hartfrequentie en kleur nodig. Voorkomen
Deze situatie doet zich zelden thuis voor. De vrouwen die thuis mogen bevallen zijn 'gezond' zwanger. Bij voorboden van foetale nood zoals slechte cortonen (hartactie) van het kind of als meconiumhoudend vruchtwater afgelopen is gaat de barende zo mogelijk nog naar het ziekenhuis Meestal gebeurt het thuis onverwacht dat een kindje met een slechte AS geboren wordt en reageert de baby goed op de reanimatie (de baby heeft het bijv. kortdurend benauwd gehad door een strak getrokken navelstrengomstrengeling, of er was sprake van een 'stortbevalling'). Als bijvoorbeeld van ernstige aangeboren afwijkingen sprake is kan het zijn dat de baby niet goed reageert op reanimatie. Bij reanimatie heeft de verloskundige de regie en is eindverantwoordelijk.
Gezndheidsris
Verschijnselen bij asfyxie
huidskleur blauw tot wit ademhaling blijft uit of komt niet goed op gang (gaspen: soort snik, enkele ademhap) hartslag niet aanwezig of te weinig frequent spierspanning is slap
Intubatie materiaal dat de luchtweg openhoudt
kind reageert niet of te weinig op prikkeling. Prikkelen door masseren rug (van onder naar boven) of wrijven/ tikken onder de voetzooltjes, niet blazen (lucht is koud Wat is het probleem?
ZUURSTOFGEBREK!! Volwassenen circulatoir/bloedsomloop (hartstilstand) Pasgeborene pulmonair/longen (ademstilstand)
Blz. 9 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie Waardoor veroorzaakt?
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Waardoor kan dit zuurstofgebrek (asfyxie) veroorzaakt zijn? Weeënstorm Placentaloslating Bloeding navelstreng Infectie etc. Het maakt voor de behandeling niet uit waardoor het zuurstofgebrek ontstaan is
Reanimeren in 6 stappen
Tijdens een reanimatie wordt beademd en is soms hartmassage nodig. Verloskundige houdt de regie! Stap 1: tegengaan van warmteverlies Stap 2: beoordeel de omgeving Stap 3: bel 1-1-2 Stap 4: help met beademen. (Zuurstof is niet beter dan kamerlucht) Stap 5: help met borstcompressie/thoraxcompressie Stap 6: afronding Draag als kraamverzorgende zorg voor de tijdbewaking en begeleiden ouders gedurende hele proces
Stap 1: Tegengaan van warmteverlies
Afkoeling door verdamping, geleiding, stroming en straling zoveel mogelijk voorkomen Goed afdrogen/ warme doeken/ mutsje Op warme onderlaag (warme doeken) Tocht voorkomen (open deuren, raam dicht) Tijd benoemen(noteren). Doptone, stethoscoop in de buurt De verloskundige evalueert Reanimatie nodig ja/nee? JA: start reanimatie volgens schema bijlage 1(verloskundige) Regelmatig tijd benoemen(noteren) (kraamverzorgende)
Blz. 10 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Stap 2:
Hoe maken moeder (controles!) en vader het?
Positioneer hoofd: vrije ademweg
Beoordeel de omgeving
Zorg dat er een geschikte ondergrond aanwezig is. in verband met de neutrale positie van het
Correcte
hoofd van de baby, bijvoorbeeld het aankleedkussen
houding
ABC Reanimatie schema pasgeborene/natte zuigeling. Zie bijlage 1. A(irway): is de luchtweg vrij?
Onjuiste
B(reathing): beademen
houdingen
C(irculation): borstcompressies Na succesvolle inflaties
Na succesvolle inflaties (opblazing) beademingen Hartfrequentie hoger dan 60/min - Start beademing, zonder zuurstof (kamerlucht) (40-60/minuut) - Na 30 seconden (tijdbewaking!) evaluatie - Continueer z.n. beademing - Bel 1-1-2 (meldkamer ambulance)
Hartfrequentie lager dan 60/min -Start onmiddellijk reanimatie (beademing en --compressie) -Zet zuurstof aan (3liter) -Bel 1-1-2 (meldkamer ambulance)
Stap 3:
Bel de meldkamer volgens De MIST methode Bijlage 2 een overdrachtsmethode bij acute situaties
Bel 1-1-2 (meldkamer)
Maak het gemakkelijk voor de ambulance: Lichten aan + deur open Schuif dingen die in de weg staan aan de kant
Stap 4: Help met beademen
Met 2 personen beademen gaat soms gemakkelijker Verloskundige houdt de kap op zijn plaats De kraamverzorgende knijpt de ballon zachtjes in Frequentie: 40-60 keer per minuut Hoe maken de ouders het? Controles moeder!
Blz. 11 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Stap 5:
Het doel van borstcompressie is het opbouwen van negatieve druk om zuurstofrijk bloed uit de
Help met borstcompressie
longcirculatie naar de hartspier te krijgen. Het gelijktijdige beademen brengt zuurstofrijke lucht in de longen. Met twee personen borstcompressie geven is effectiever Verloskundige geeft beademingen De kraamverzorgende gebruikt zelf de duimtechniek Borstkas tot 1/3 indrukken + laten opkomen Frequentie: 3:1 (120 events/minute: 90 compressies en 30 beademingen) 3 compressies op 1 beademing (2 hulpverleners) 5 compressies op 1 beademing (1 hulpverlener) Hoe maken de ouders het? Controles moeder!
Stap 6:
Vervoer naar ziekenhuis?
De afronding
Opvang andere gezinsleden? Opruimen Rapporteren Evalueren met de verloskundige
Vastzittende placenta
Bron Medsim: De definitie van retentio placentae: de placenta is langer dan 1 uur na de geboorte van
(retentio placentae)
de baby nog niet geboren. Steeds meer blijkt dat de ernstige bloedingen al beginnen vanaf een half uur na de geboorte van de baby. Om die reden wordt ook in Nederland nu gezegd dat er sprake is van een retentio placentae al 30 minuten na de geboorte van de baby. Er is een verhoogd risico op het ontstaan van retentio placentae in de volgende gevallen: Als de baarmoeder niet goed kan samentrekken als gevolg van: Vleesbomen Retentio placentae in de voorgeschiedenis Multipara Kleine placenta Curettage in de voorgeschiedenis Laag liggende placenta Een retentio placentae gaat vaak gepaard met een fluxus post partum, overmatig bloedverlies na de geboorte van het kind. De kans hierop is meer dan 5 keer zo hoog als na een vlotte geboorte van de placenta. Bij actief leiden van de nageboortetijdperk met oxytocine (10 I.E. intramusculair) hoort ook het dicht bij de ingang van de vagina dichtklemmen van de navelstreng en een lege blaas. Vlot afnavelen, binnen 3 minuten na de geboorte verhoogt de kans op een snelle geboorte van de Blz. 12 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
placenta. De navelstreng kan dan rustig uitkloppen. Als er een fluxus optreedt bij een retentio placentae, begint deze in de meeste gevallen 30-60 minuten na de geboorte van het kind. Als de placenta niet binnen 30 minuten geboren is, is het het veiligst om de kraamvrouw dan al in te sturen naar het ziekenhuis met een ambulance. De verloskundige kan voor de zekerheid al een infuus inbrengen. Uitvoering vooraf aan de opname na instructies van de verloskundige: Houd de kraamvrouw warm; Aanleggen van de baby, dit stimuleert de baarmoeder tot samentrekken (ook handmatig afkolven heeft dit effect); Bel de meldkamer voor een ambulance (De MIST bijlage 2); Schone onderlaag i.v.m. observeren van bloedverlies/bloedverlies wegen; Iedere 10 minuten kraamvrouw controleren op bloedverlies, polsslag en gelaatskleur; Instructie volgen om een navelklem te plaatsen waar de kocher gezet is; Bij de vrouw beschermende maatregelen treffen i.v.m. bloedverlies (maandverband, luier en matje); Kraamvrouw helpen met aankleden, let op afkoeling; Assisteren bij uitvoering leeg maken blaas, controle fundus, aanbrengen infuus. Gezondheid
Bijlagen
1.
Schema Reanimatie pasgeborene (natte zuigeling)
2.
De MIST methode
3.
Rode druppels langs de trap;
4.
Fluxus post partum
Blz. 13 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie 1. Reanimatieschema
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Droog de pasgeborene af
pasgeborene
Verwijder natte doeken en dek toe Start de klok of noteer de tijd
Evalueer (tonus),
Vraag op elk moment heeft u hulp nodig?
ademhaling en hartfrequentie bij gaspen of apnoe Open de luchtweg Geef 5 inflatie beademingen (kamerlucht) Herevalueer Indien geen stijging hartfrequentie Kijk naar thoraxexcursies (uitzetting borstkas) Indien geen thoraxexcursies Controleer opnieuw hoofdpositie Overweeg 2-persoonstechniek of andere luchtwegmanoeuvres (uitzuigen of intuberen) Herhaal inflatiebeademingen Kijk naar reactie Indien geen stijging van de hartfrequentie Kijk naar thoraxexcursies Indien er thoraxexcursies zijn Indien de hartfrequentie niet meetbaar of traag is (<60) Start thoraxcompressies 5 compressies op 1 beademing (1 hulpverlener) 3 compressies op 1 beademing (2 hulpverleners) Start zuurstof Evalueer hartfrequentie elke 30 seconden Indien de hartfrequentie niet meetbaar of traag is (<60) Continueer thoraxcompressies Blz. 14 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
2. De MIST methode als er acuut een ambulance nodig
Schrijf voor je zelf de nummers van de desbetreffende meldkamers op.
is;
Voer deze nummers in je telefoonlijst van je mobiele telefoon Geef aan hoe snel er een ambulance aanwezig moet zijn. Er is keus tussen twee vormen van spoed:
Gezondheid
Binnen 15 minuten Spoed. Dit houd in dat ambulance rijdt met signalen Binnen 30 minuten Spoed. Dit houd in dat ambulance rijdt zonder signalen Een voorbeeld: Ik wil binnen 15 min. een ambulance Een voorbeeld: Ik wil binnen 15 min. een ambulance voor het kind en ook één binnen 30 min. om moeder naar het ziekenhuis te brengen. De
Geef de demografische gegeven van de patiënt:
Naam
Geboorte datum Adres
M
Mother/ Overdracht gegevens probleem Moeder
I
Infant/ Overdracht gegevens probleen Kind
S
Signs/Signalen of bevindingen
De centralist stuurt nu de ambulance weg
Een Kind
T
Treatment given/De ingezette behandeling
Bestemming WELK ZIEKENHUIS KAN DE BENODIGDE ZORG BIEDEN Blz. 15 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
3. Rode druppels langs de trap;
Blz. 16 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie 3.
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Fluxus post partum
Blz. 17 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
Autorisatie Resultaatverantwoordelijke:
Managers kraamzorg
Proceseigenaar:
Beleidsmedewerker deskundigheidsbevordering
Naam:
Hanneke Briër
Auteur:
Hanneke Briër
Ingangsdatum 1e versie:
Mrt. 2009
Ingangsdatum nieuwe versie:
Oktober 2012
Evaluatiedatum:
September 2015
Paraaf:
Specifieke informatie Kwaliteitsdomein ZiZo
Cliëntgerichtheid Lichamelijke gezondheid, psychisch welbevinden en veiligheid
ZiZo indicator
5.
Beschikbaarheid actuele zorginhoudelijke protocollen
11. Ervaren bejegening 13. Ervaren cliëntgerichtheid 14. Ervaren hygiëne 15.
Ervaren effect van de kraamzorg
19. Ketenzorg afspraken 20. Signaleren gezondheidsproblemen Verwijzing naar documentatie:
Richtlijn Partusassistentie Werkinstructie Rotatie Richtlijn Hygiëne en ARBO Werkinstructie lichamelijke verzorging kraamvrouw/baby Richtlijn controles kraamvrouw en baby Protocol VIP en bijlagen Werkinstructie Informatiemagazine en kraamzorgdossier Richtlijn NVK-richtlijn (2008): Reanimatie van Pasgeborenen KNOV-standpunt (2009): reanimatie van de pasgeborene in de thuissituatie NRR (2010) Nationale reanimatie raad Just in Time Kaart Reanimatie van de pasgeborene Blz. 18 van 19
1.1.03
1.1 ZORG - ZORG RONDOM PARTUS Werkinstructie
Wijzigingen t.o.v. vorige versie:
1.1.03 Partusassistentie bij complicaties
datum
Wijziging
September 2012
Het stuk heeft een andere naam gekregen bijcomplicaties
Afwijkende partusassistentie . Het gehele stuk is vrijwel herzien. Er is gebruik gemaakt van de info uit de training
van 2011 door Medsim en de training van 2012. Ook is De MIST methode toegevoegd.
Blz. 19 van 19
1.1.03