25-11-2014
Waarom tekststructuur zo belangrijk is in het leesonderwijs Jacqueline Evers-Vermeul & Ted Sanders
[email protected]
Complexe teksten lezen: noodzaak • Noodzaak om ‘academische taal’ te leren, voor – schoolcarrière – werk – sociale contacten
Nodig: een doorgaande leeslijn Belang van goede • materialen, met door de jaren een toenemende complexiteit • didactieken Maar wat maakt dan een tekst makkelijk/moeilijk?
• 21ste-eeuwse vaardigheid: ‘deep comprehension’ geletterdheid is nodig om teksten • te analyseren • te bekritiseren • samen te vatten en ervan te leren (Snow 2014)
Samenwerking
Vandaag: focus op tekststructuur
Tekstontwerp Cognitive load
• met Stichting Lezen, o.a. Dick Schram • in projecten met – Joke Bos-Aanen (Bos-Aanen, Sanders & Lentz 2001) – Jentine Land (Land 2009; Land, Sanders & Van den Bergh 2008) – Gerdineke van Silfhout (Van Silfhout 2014a,b; Van Silfhout, Evers-Vermeul & Sanders 2012, 2013a-c, 2014a-d, in press) • zie publicaties in: Stichting Lezen Reeks Pedagogische Studiën Didactief De Cascade Levende Talen Tijdschrift Van 12 tot 18
1
25-11-2014
Makkelijke tekst? (Sanders 2004)
Makkelijke tekst? (2)
Zwarte Dino, jij wou Nina, die met Rocco was verloofd. En toen Rocco werd gevonden, werd jouw onschuld niet geloofd. (Brandend Zand, J. Hoes, 1962)
Bouterse bleek een dictator. Hij regeerde in zijn eentje. Hij liet zelfs mensen vermoorden. Wanneer gaat het echt goed met Suriname? In Suriname telt elk volk graag mee.
Zelden hoorde men een proeve van economischer taalgebruik. In één couplet van amper twintig woorden wordt hier een drama ontvouwd waar een pulpschrijver toch algauw 200 pagina’s voor nodig heeft. (Van de Reijt, 2001)
Elkaar vertrouwen blijft moeilijk.
De onderwijspraktijk
Waarom doen uitgevers dit?
(Uit een niet nader genoemd vmbo-geschiedenisboek)
Land (2009): - Goede bedoelingen - Korte zinnen = makkelijker - Gebaseerd op intuïties - o.a. ingegeven door leesbaarheidsformules
Werkt dit?
Lay-out
Onderzoek door Land (2009) en Van Silfhout (2014) naar effecten van • lay-out: elke zin op een nieuwe regel of niet • verbindingswoorden: met / zonder verbindingswoorden
• Doorlopend
in • geschiedenisteksten • zaakvakteksten (economie en biologie) • verhalen
• Elke zin op een nieuwe regel
Denk maar aan de pest. Van de pest kreeg je allemaal zwarte bulten over je hele lichaam. Daarom wordt de pest ook wel de zwarte dood genoemd. De pest heerste heel erg tussen 1347 en 1351.
Denk maar aan de pest. Van de pest kreeg je allemaal zwarte bulten over je hele lichaam. Daarom wordt de pest ook wel de zwarte dood genoemd. De pest heerste heel erg tussen 1347 en 1351.
Vraag: wat begrijpen vmbo- en vwo-leerlingen beter?
2
25-11-2014
Verbindingswoorden
Hoe hebben we dit onderzocht?
-
1. Open vragen voor begrip op lokaal niveau
Additief (opsommend) Temporeel (tijdsaanduiding) Causaal (oorzaak-gevolg/argument-claim)
Een voedselketen is een reeks levende wezens die elkaar opeten. Een voedselketen begint altijd met een groene plant, want een plant maakt zijn voedsel zelf. Daarom noemen we een plant een producent. De groene planten maken glucose en zetmeel van water en koolstofdioxide. Daar hebben ze zonne-energie voor nodig. Vervolgens worden de planten door een dier opgegeten. Daardoor krijgt het dier de glucose en zetmeel van de plant binnen.
Vraag: Tekst:
Waarom verspreidden ziekten zich zo snel in de Middeleeuwen? In de Middeleeuwen zaten kelders, keukens en voorraadkasten vol met ratten. Daarom verspreidden ziekten zich erg snel.
Een voedselketen is een reeks levende wezens die elkaar opeten. Een voedselketen begint altijd met een groene plant. Een plant maakt zijn voedsel zelf. We noemen een plant een producent. De groene planten maken glucose en zetmeel van water en koolstofdioxide. Daar hebben ze zonne-energie voor nodig. De planten worden door een dier opgegeten. Het dier krijgt de glucose en zetmeel van de plant binnen. 14
Hoe hebben we dit onderzocht? 2. Begripsvragen op macroniveau
Hoe hebben we dit onderzocht? 3. Leesproces meten • Oogbewegingen: - leestempo - terugkijken • Antwoord op de vraag: Waarom leidt tekstkenmerk A tot beter tekstbegrip?
16
Voorbeeld 1: titel vaak overgeslagen
Voorbeeld 2: lastige woorden
3
25-11-2014
Voorbeeld 3: oppervlakkig lezen
Voorbeeld 4: dyslectisch
Oogbewegingen: 3 of 4 regio’s
Effecten: verbindingswoorden
Met verbindingswoorden Een plant maakt zijn eigen voedsel. [We noemen]1 [een plant]2 [een producent.] Zonder verbindingswoorden Een plant maakt zijn eigen voedsel. [Daarom]0 [noemen we]1 [een plant]2 [een producent.]3
• betere scores op vragen die lokaal tekstbegrip meten • regio 1 sneller…
• vaker terugkijken, maar wel korter… • ongeacht schoolniveau, leesvaardigheid, tekstgenre
Verschillende leestijden per regio: 1. Eerste lezing 2. Teruglezing: percentage + duur
Effecten: lay-out
Samengevat
• Geen effect op tekstbegrip
• Maak verbanden expliciet; dat leidt tot – betere scores op inferentievragen – vaker + korter terugkijken – snellere verwerking van de informatie erna • Zorg voor een doorlopende lay-out; dat leidt tot - een vloeiender leesproces - vergelijkbare begripsscores als een gefragmenteerde layout
Elke zin staat op een nieuwe regel. Dat lijkt ons makkelijk voor zwakke lezers. Daarom presenteren we teksten zo. Zo houden we het overzichtelijk. Toch helpt het leerlingen niet. Dat blijkt uit onderzoek.
• Sterke vertraging aan begin nieuwe regel + langer terugkijken • Duidelijke correlatie: langzamer lezen lagere score • Combinatie fragmentatie + verbindingswoorden = grote problemen tijdens het lezen
4
25-11-2014
Wat betekent dit voor een doorgaande leeslijn? • Curriculum ontwikkelen waarin teksten een oplopende moeilijkheidsgraad vertonen • Niet alleen teksten met expliciete verbanden • Expliciet onderwijs over kenmerken die te maken hebben met tekststructuur
Suggesties voor het onderwijs • Ideeën voor vakgericht taalonderwijs op basis van genredidactiek • samen met José van der Hoeven
• Vgl. workshop tijdens Levende Talen Studiedag door Evers-Vermeul & Van der Hoeven (7-11-2014)
Onderwijs over tekststructuur • Leerlingen bekend maken met genres is effectief, al vanaf groep 4: – voor hun tekstbegrip – voor de kwaliteit van de teksten die ze zelf schrijven • Veel effectstudies over onderwijs in de structuur van informatieve teksten gaan verder dan de drieslag inleiding – kern – slot • Zie bv. het overzicht in Ray & Meyer (2011)
Tekstopbouw-soorten (Meyer 1975, 1985) • • • • •
verzameling beschrijving vergelijking oorzaak-gevolg probleem-oplossing
Voordelen van kennis over tekststructuur (Ray & Meyer 2011) • Readers with structural awareness possess the ability to not only recognize an author’s organization, but also to engage in similar organizational processes in establishing their own mental representation of a text. • readers without this strategic knowledge approach text with a ‘default/list strategy’ in which the text is viewed as a collection of loosely related ideas
Waar gaat genredidactiek dan over? • • • •
Genrefamilies en genres, met hun communicatieve functies Soorten tekstopbouw (bv. oorzaak-gevolg, vergelijking...) Structuurkenmerken (bv. signaalwoorden, tussenkopjes...) Stijlkenmerken (bv. hoe hanteer je een objectieve stijl, of juist een persoonlijke stijl)
5
25-11-2014
Voorbeelden van genrefamilies en genres (Expertisegroep Doorlopende Leerlijnen 2009)
Voorbeeld van stijlkenmerken (Land 2009)
• Informatief: schoolboeken, internetteksten, krantenberichten, rapporten, reportage, boekbespreking • Instructief: handleidingen, spelregels, recepten • Betogend: ingezonden brieven, sollicitatiebrief, opiniërende artikelen, reclame • Fictief/narratief: romans, (strip)verhalen, sprookjes • Poëtisch: gedichten, liederen
1. Aanwezigheid personage (betrokkenheid personen) 2. Perspectief 3. Concreetheid van de tekst (taalgebruik) 4. Emoties 5. Fictief karakter van het personage
Voorbeeld van complex genre: recensie
Conclusies
1. Informatief context
• Onderzoek naar effecten van tekstkenmerken is noodzakelijk; afgaan op intuïties kan averechtse effecten hebben
2. Informatief samenvatting
6. 7. 8. 9.
Het gebruik van directe rede Het aanspreken van de lezer Evaluaties van de verteller De tijd waarin de tekst is geschreven
3. Betogend beoordeling
• Meer effectonderzoek nodig naar andere tekstkenmerken die het tekstbegrip beïnvloeden
(Martin & Rose 2008: complex genre = macro-genre)
• De combinatie van oogbewegingsdata en begripsdata levert extra inzicht op • Tekststructuur is belangrijk voor – een makkelijk leesproces – goed begrip • In onderwijs: teksten nodig met een toenemende complexiteit om toe te werken naar ‘deep comprehension’ • Effectief onderwijs over tekststructuur is hierbij cruciaal
Meer lezen?
Meer lezen? (2)
Evers-Vermeul, J. & Holtermann, M. (2013). Doorlopende leerlijnen: implicaties voor leveling van leer- en examenteksten voor het middelbaar onderwijs. Tijdschrift voor Taalbeheersing 35(1), 1-24. Land, J.F.H. (2009). Zwakke lezers, sterke teksten? Effecten van tekst- en lezerskenmerken op het tekstbegrip en de tekstwaardering van vmboleerlingen. Stichting Lezen Reeks 13. Delft: Eburon. Land, J., Sanders, T.J.M., & Bergh, H. van den (2008). Effectieve tekststructuur voor het vmbo. Een corpus-analytisch en experimenteel onderzoek naar tekstbegrip en tekstwaardering van vmbo-leerlingen voor studieteksten. Pedagogische Studiën, 85, 76–94. Silfhout, G. van (2014a). Leuk om te lezen of makkelijk te begrijpen? Optimaal begrijpelijke teksten voor het voortgezet onderwijs. Stichting Lezen Reeks 23. Delft: Eburon. ------ (2014b). Fun to read or easy to understand? Establishing effective text features for educational texts on the basis of processing and comprehension research. Dissertatie Universiteit Utrecht. Utrecht: LOT. Silfhout, G. van, Evers-Vermeul, J. & Sanders, T.J.M. (2013). Omdat een verbindingswoord aanzet tot terugkijken: effecten van verbindingswoorden tijdens en na het lezen. Levende Talen Tijdschrift, 14(3), 3-13.
------ (2013a). Omdat het schrijven van studieteksten en toetsvragen niet eenvoudig is. Effectieve opbouw en presentatie van studiematerialen. De Cascade, Tijdschrift voor onderwijs, onderzoek & ontwikkeling, 10(1), 17-20. ------ (2013b). Omdat leerlingen moeite hebben met die teksten. Daarom! Tekstbegrip verbeteren in het onderwijs. In D. Schram (Ed.), De aarzelende lezer over de streep. Recente wetenschappelijke inzichten (pp. 85-104). Delft: Eburon. ------ (2014a). Hoe ziet een begrijpelijke schooltekst er eigenlijk uit? Oogbewegings- en begripsonderzoek in het voortgezet onderwijs. Van 12 tot 18, 24(4), 28-30. ------ (2014b). Effectieve leerteksten in het vmbo. Hoe leuk moet je het maken? Didactief, 44(1), 30-31. ------ (2014c). Establishing coherence in school book texts: how connectives and lay-out affect students’ text comprehension. Dutch Journal of Applied Linguistics 3(1), 1-29. doi:10.1075/dujal.3.1.01sil Silfhout, G. van, Evers-Vermeul, J., Mak, W.M., & Sanders, T.J.M. (in press). Connectives and lay-out as processing signals: How textual features affect students’ on-line processing and text representation. Journal of Educational Psychology. http://dx.doi.org/10.1037/a0036293
6