Competentieprofiel NAH voor de opleiding professionele bachelor in sociaal-agogisch werk In kader van het ERNAH-onderzoeksproject is er een studie gevoerd over de competenties en vaardigheden die orthopedagogen nodig hebben om kwaliteitsvolle zorg te kunnen geven aan cliënten met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Op basis van enquêtes en focusgroepen werd een competentieprofiel opgesteld. Dit competentieprofiel kan gebruikt worden om de opleiding professionele bachelor in sociaal-agogisch werk te optimaliseren en de studenten sociaal-agogisch werk beter voor te bereiden op de specifieke problemen en uitdagingen bij het werken met mensen met NAH. Naast competentieprofielen voor de verschillende zorgdisciplines is er ook een competentieprofiel opgesteld voor een gespecialiseerde opleiding omtrent NAH. Op basis van dit gespecialiseerd competentieprofiel biedt de Hogeschool PXL een postgraduaat opleiding aan. Dit discipline-specifiek competentieprofiel bestaat uit 3 leerlijnen (biomedische, humane en vakspecifieke leerlijn). 1. In de biomedische leerlijn zouden de volgende competenties bereikt moeten bereikt worden: De orthopedagoog … -
heeft kennis van de (normale) werking van het brein heeft kennis van de anatomie en (neuro)fysiologie van het bovenste lidmaat heeft kennis van de oorzaken en vormen van NAH heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op neurologisch vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH heeft kennis van de belangrijkste gevolgen op medisch vlak zoals epilepsie, slaapproblemen, medicatie, ... heeft kennis van de gevolgen van het hersenletsel op cognitief en psychologisch-emotioneel vlak en de betekenis hiervan op functioneren van de persoon met NAH en zijn omgeving heeft kennis van de gevolgen op vlak van communicatie en taal zoals afasie, … en de betekenis hiervan op het functioneren van persoon met NAH herkent en begrijpt het handelen van de patiënt in relatie tot het letsel kan communicatiebeperkingen ten gevolge van functiestoornissen herkennen
In alle opleidingen wordt er aandacht geschonken aan de neuroanatomie en de klinische neurologie. De ontbrekende schakel is vaak de link met de gevolgen van milde/ernstige hersenletsels, zowel in de acute als de chronische fase. Daarom is het belangrijk dat de student de functionele indeling van de hersenen goed begrijpt, om zo de letsels en de (mogelijke) gevolgen aan elkaar te koppelen. Het is belangrijk om studenten in die mate voor te bereiden op het werkveld en de confrontatie met deze cliënten. Dit dient te gebeuren door binnen de biomedische lesinhouden specifieke linken te leggen tussen het fysisch letsel en de (mogelijke) zichtbare én onzichtbare beperkingen voor de persoon op fysisch, cognitief, psycho-emotioneel en gedragsmatig vlak. Het handelen van de cliënt wordt onder andere beïnvloedt door gebrekkig ziekte-inzicht, dysexecutief functioneren, gedragsverandering, communicatie- en geheugenbeperkingen. Dit maakt dat het handelen van de cliënt niet altijd eenduidig te begrijpen is. Ook communicatiebeperkingen kunnen ontstaan als gevolg van verschillende functiestoornissen. De student moet er attent op zijn dat er verschillende factoren zijn die communicatie beïnvloeden; zowel direct (bijv. spraak- en taalherkenning) als indirect (bijv. plannings- en aandachtsproblemen,
vermoeidheid, verlies van motivatie, gedragsveranderingen en psycho-emotionele gevolgen). Deze factoren zijn niet altijd duidelijk en zichtbaar aanwezig. De student moet bewust zijn van het zeer diverse spectrum en de variabiliteit van de uitingsvormen van deze beperkingen en de gevolgen ervan op zijn handelen. In tegenstelling tot de andere bevraagde disciplines is het werk van een orthopedagoog niet specifiek zorg-gelieerd, binnen de opleiding is er slechts een beperkte focus op de anatomie en de fysiologie van het menselijk lichaam. Derhalve is deze kennis onontbeerlijk voor de omgang met een persoon met een NAH. Uit het onderzoek bleek dat een zekere basiskennis noodzakelijk is en deze basiskennis verder uitgediept kan worden binnen een gespecialiseerd opleiding (vb. postgraduaat NAH). 2. In de humane leerlijn zouden de volgende competenties bereikt moeten bereikt worden: De orthopedagoog … -
heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de verminderde belastbaarheid, zowel op mentaal als fysiek vlak heeft kennis van psychologische en sociale gevolgen: kennis van de impact van NAH op het functioneren van het systeem heeft kennis van emotionele, cognitieve en/of gedragsmatige benaderingen heeft kennis van de invloed van persoons- en omgevingsfactoren op het functioneren en gedrag van de NAH patiënt, zoals wonen en werken, sociaal netwerk, … heeft kennis over het omgaan met familie kent de rechten van de persoon met NAH en respecteert zijn privacy bezit de volgende basisvaardigheden: empathie, onvoorwaardelijke acceptatie en echtheid in de omgang met een persoon met NAH kan contact maken met de patiënt en rekening houden met het disharmonisch profiel (afhankelijk van situatie tot situatie) van de persoon met NAH kent verschillende manieren om de persoon met NAH structuur te bieden creëert randvoorwaarden voor een adequate communicatie of therapie met personen met NAH accepteert en respecteert de cliënt, ook al strookt het gedrag van de cliënt niet met de eigen waarden en normen van de orthopedagoog kan schakelen tussen accepterende, bekrachtigende en directieve communicatietechnieken kan omgaan met conflicten tussen persoon met NAH en zijn naasten (functioneren als modulator) kan de cliënt motiveren om te komen tot handelen kan gesprekken voeren en resultaten bespreken op niveau van de cliënt kan op een gepaste manier zijn grenzen bewaken (balans tussen vrijheid en sturing geven) kan op een gepaste manier communiceren met de multidisciplinaire teamleden kan op een gepaste manier communiceren met familie en kennissen van de persoon met NAH
In alle opleidingen wordt er aandacht geschonken aan de leerdomeinen psychologie, communicatie, ethiek en organisatie van de gezondheidszorg. Op vlak van ethiek moet er met verhoogde aandacht en de nodige voorzichtigheid omgegaan worden met de rechten van personen met NAH (bijv. hoe omgaan met het recht van de cliënt om een behandeling te weigeren indien de cliënt geen of nauwelijks ziekte-inzicht heeft).
Op vlak van organisatie van de gezondheidszorg moet de orthopedagoog een goede basiskennis hebben van het NAH-zorglandschap en de betrokken instanties, en dit voor alle fases van het traject. Hierbij moet zeker rekening gehouden worden met de grote variabiliteit van de zorgnoden en de gevolgen van de beperking voor de cliënt en zijn brede omgeving. Ook de bestaande regelgeving en procedures (bijv. aanvraagprocedure VAPH-erkenning, toegang tot ambulante psychiatrische zorg en/of revalidatie) dienen gekend te zijn. Deze kennis is opgenomen in de gespecialiseerde opleiding (postgraduaat NAH), maar wordt ook gezien als een kerntaak van de orthopedagoog. In het leerdomein psychologie moet duidelijk de link gelegd worden tussen de gevolgen op klinischneurologisch vlak en bredere psychologische en sociale gevolgen voor zowel de cliënt als zijn brede omgeving (bijv. draaglast bij mantelzorgers, problemen op vlak van arbeidsreïntegratie, adaptatie en coping, etc). De student moet zijn aandacht niet enkel focussen op de cliënt maar moet inzicht hebben en kunnen inspelen op de gevolgen voor het volledige cliëntsysteem (zowel de woonomgeving, de werkomgeving en de sociale omgeving). De communicatie met de cliënt en zijn omgeving, met speciale aandacht voor de beleving van de cliënt, dient sterk ingebed te zijn in de opleiding sociaal-agogisch werk. Er moet evenwel specifieke aandacht zijn voor de beleving van de cliënt met NAH en zijn omgeving, gezien de complexiteit en het specifiek karakter van de uitingen van het hersenletsel (bijv. gebrekkig ziekte-inzicht, breuk in de levenslijn, verandering van relaties met de brede omgeving, gedragsveranderingen, etc). Communicatie is een belangrijk aspect van de relatie tussen cliënt en hulpverlener. Omwille van het specifieke karakter van NAH moet er meer aandacht zijn voor een aantal bijkomende vaardigheden op vlak van communicatie en professionele houding ten opzichte van de cliënt:
Respect voor de cliënt en zijn opvattingen is een standaard onderdeel van de professionele attitude. Echter, bij afwijkend gedrag (bijv. ontremmingsstoornissen, met ongepast gedrag (bijv. seksuele opmerkingen, agressie, etc) dient de orthopedagoog hier gepast mee om te gaan, zonder evenwel zijn eigen grenzen te overschrijden. De orthopedagoog moet vanuit zijn professionele attitude een flexibele kijk hebben op de grote variabiliteit die optreedt bij de doelgroep van cliënten met NAH om hier goed op te kunnen inspelen. In de basisopleiding moet de student bewust gemaakt worden van de diversiteit van NAH en de noodzaak om hier flexibel mee om te gaan. Een aantal basisvaardigheden op vlak van communicatie zijn het bieden van structuur, motiverende gespreksvoering en conflictbemiddeling.
3. In de vakspecifieke leerlijn zouden de volgende competenties bereikt moeten bereikt worden: De orthopedagoog … -
-
kan het functioneren van de patiënt observeren en evalueren op gebied van het dagelijkse handelen o op gebied van professioneel (werkgerelateerd) handelen o op gebied van cognitief functioneren o op gebied van gedragsmatig functioneren o op gebied van emotioneel functioneren o op gebied van psychosociaal functioneren kan vraaggericht werken, de vraag van de persoon met NAH verhelderen en aansluiten bij de behoefte van de cliënt
-
kan gegevens verzamelen (observaties, gesprek met patiënt en familie, ...) kan gegevens verzamelen en verschillende informatiebronnen raadplegen over de hulpvraag van de persoon met NAH kan hulpvragen inventariseren op basis van een realistisch beeld van mogelijkheden en beperkingen van de patiënt kan hulpvragen inventariseren op basis van opleiding, levensgeschiedenis en interesses van de patiënt kan zich een beeld vormen van de patiënt en zijn omgeving voor en na het letsel kan de gegevens van bovenstaande evaluaties toetsen aan bevindingen van collega’s die betrokken zijn bij de begeleiding van de persoon met NAH kan de gegevens van bovenstaande evaluaties integreren en conclusies trekken kan op basis van de diagnostiek en in samenspraak met de cliënt en/of zijn naaste omgeving een individueel behandelplan opstellen, evalueren en bijsturen (KTD en LT) kan adequate behandeltechnieken selecteren op het gebied van het dagelijkse en professioneel (werkgerelateerd) handelen kan interventies uitvoeren gericht op het dagelijkse handelen en professioneel (werkgerelateerd) handelen kan interventies toetsen, doelen evalueren en behandelplan bijsturen kan de nodige compensatiestrategieen en hulpmiddelen gebruiken om het handelen te verbeteren kan inschatten wanneer de persoon met NAH zelfstandig kan werken of wanneer de therapeut moet sturen of overnemen heeft oog voor primaire, secundaire en tertiaire preventie en kan dit ook toepassen
Algemeen wordt in de opleiding verpleegkunde gefocust op het observeren, het leggen van de link met het onderliggend (medisch) probleem (zie de biomedische leerlijn), de terugkoppeling naar het multidisciplinair team en het uitvoeren van interventies die afgestemd zijn op de noden van de cliënt. Bij elk van deze aspecten zijn er specifieke aandachtspunten wat betreft NAH. Op vlak van observatie moet men beducht zijn voor het mogelijk missen van bepaalde gevolgen (bijv. bij milde letsels of cliënten met gebrekkig ziekte-inzicht). Hierbij is er een belangrijke link tussen het bekomen van informatie (observatie) en de communicatie met de cliënt en de brede omgeving (zie de humane leerlijn). Hetzelfde probleem stelt zich bij het leggen van de link van de geobserveerde gevolgen met het onderliggend (medisch) probleem (vooral in de chronische fase). Doordat de orthopedagoog een verbindende schakel is tussen de cliënt en het multidisciplinaire team, is het belangrijk om in de basisopleiding te focussen op de verschillende zorgdisciplines en hun specifieke expertise (zie de humane leerlijn). Vanuit de aanbevelingen van het multidisciplinair team vloeien ook de gerichte interventies voort. 4. In de wetenschappelijke leerlijn zouden de volgende competenties bereikt moeten bereikt worden: De orthopedagoog … -
heeft kennis betreffende het opzoeken van wetenschappelijke evidence
In de wetenschappelijke leerlijn zouden orthopedagogen kennis moeten hebben betreffende het opzoeken van wetenschappelijke evidence die betrekking heeft op het specifieke zorgtraject van mensen met NAH.