pg1/5
COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF DOELSTELLINGEN EN SITUERING IN DE ORGANISATIE (cfr organogram) Vanuit onze opdrachtsverklaring is het de taak van elke medewerker om de zorg in ons huis te helpen ondersteunen zodat elke zorgbehoevende er kwaliteitsvol kan wonen, kan leven, kan leven, kan verzorgd worden en mag sterven. De medewerker keuken verleent integrale zorg aan een toegewezen groep bewoners, teneinde hun gezondheid en welzijn te behouden, te verbeteren of te herstellen. De medewerker keuken is een medewerker die zich specialiseert met bijzondere deskundigheid in de ondersteunende dienstverlening namelijk de keuken. De medewerker keuken is een lijnmedewerker. De medewerker keuken rapporteert aan de verantwoordelijke van de keuken en het onderhoud. De verantwoordelijke van de keuken en het onderhoud is de rechtstreeks leidinggevende.
TAKEN MEDEWERKER KEUKEN (omschrijving wat je als medewerker keuken doet) Afwas keuken
Keuken
VVK (verantwoordelijke voeding keuken)
Wonen en huishoudelijke taken
Peilers in de zorg ondersteunende begeleiding bieden – zorgthema’s
Samenwerken en afstemmen van zorg: informatie –
-
sorteert het keukenmateriaal, wast ze af, sorteert ze en zet ze terug op de afgesproken plaats poetst de afwaskeuken en de keuken zorgt dat de keuken, de afwaskeuken en het restaurant ordelijk en net is meldt beschadigingen/defecten van materiaal specifiek in de keuken/het restaurant/de afwasruimte geeft extra aandacht voor proper en onbeschadigd servies. is verantwoordelijk voor het regenereren van de maaltijden volgens de afspraken cfr Mensa maakt de eetwagens klaar zowel voor ontbijt/middagmaal/koffiebedeling en avondmaal dient maaltijden voor de bewoners in het restaurant op is verantwoordelijk voor de opmaak van het onderhoudsplan van de keuken en de afwaskeuken is verantwoordelijk voor de bestellingen van de maaltijden volgt de kwaliteit van de maaltijden in huis op volgt de instructies en werkvoorschriften/procedures/afspraken met Mensa en de directie op. geeft feedback aan Mensa en directie over het maaltijdgebeuren
-
helpt zorg dragen samen met de leefgroepbegeleider en de bewoner voor de gezellige sfeer van de leefruimten/het restaurant
-
-
draagt zorg en handelt vanuit het levensverhaal en eigenheid van de bewoner, werkt belevingsgericht en op maat van de bewoner ( cfr SMK’s) handelt vanuit de trappen van zorg (begeleiden, ondersteunen of overnemen) stimuleert de bewoners in het vinden van zinvolle dagbestedingen extra aandacht voor de zwaarzorgbehoevende, dementerende en palliatieve bewoners
informeert collega’s en leidinggevende en werkt samen volgt aanwijzingen en instructies van verantwoordelijke
pg2/5
overleg –communicatie – samenwerken
-
Bijdragen aan het verbeteren van de organisatie van de zorg, het beheer en de kwaliteit binnen de organisatie
-
neemt actief deel aan vergaderingen (overleg Mensa –VVK) communiceert op een verzorgde manier volgt vorming en geeft deze door; begeleidt stagairs, begeleidt nieuwe medewerkers/vakantiejobs werkt mee, werkt voorstellen uit en respecteert de beleidsvisie: - past procedures en werkvoorschriften toe en helpt bij de opmaak ervan specifiek voor zijn functie - gebruikt materiaal op een correcte manier - respecteert de inspiratie, beroepscode, visie, doelen, afspraken, huisstijl en opdrachten van de COZ
COMPETENTIES ( omschrijving wat je moet kennen, kunnen en hoe je dient te zijn om je werk te kunnen doen) Omgaan met taken
Kerncompetentie Problemen oplossen
Aanvullende competenties Organiseren
Omgaan met mensen
Samenwerken Mondeling communiceren
Omgaan met zichzelf
Klantgericht handelen Zichzelf ontwikkelen Kwaliteitsgericht handelen Flexibel handelen Energie
Omgaan met taken
•
Kerncompetentie Problemen oplossen Definitie: je meldt problemen, herkent belangrijke informatie, je doet voorstellen en/of onderneemt acties uit eigen beweging om problemen op te lossen en om bestaande situaties te verbeteren en te optimaliseren
Gedragsindicatoren -
ziet wanneer er problemen zijn of zullen aankomen onderzoekt het probleem, verzamelt informatie over achtergrond en oorzaken ( wie, wat, wanneer, hoe, waarom en waar) benoemt de oorzaken maakt onderscheid tussen informatie over feiten, meningen of interpretaties, hoofd- of bijzaken neemt acties om problemen op te lossen of te voorkomen evalueert de genomen acties en volgt verder op
pg3/5
•
Aanvullende competentie Organiseren Definitie: je bepaalt op een effectieve wijze doelen en prioriteiten en geeft de benodigde acties, tijd en middelen aan om bepaalde doelen te kunnen bereiken
Gedragsindicatoren: -
scheidt hoofdzaken van bijzaken stelt prioriteiten (doe belangrijke zaken eerst) en werkt volgens plan houdt bij het opmaken van je werkplanning rekening met: de uit te voeren activiteiten, de nodige (voorbereidings) tijd per activiteit, de nodige hulpmiddelen, de mate van elke activiteit, tijd voor onverwachte zaken/urgenties zorgt er voor dat zaken ordelijk en efficiënt kunnen worden afgewerkt
Omgaan met mensen
•
Kerncompetentie Samenwerken Definitie: je levert een actieve bijdrage aan het gezamenlijk resultaat en aan het creëren van een goede werksfeer. Gedragsindicatoren -helpt collega’ s, geeft taken door of neemt ze over waar nodig in eigen disciplines of andere discipline -gaat voor een gemeenschappelijk doel (gezamenlijk belang boven eigen belang) -weet wanneer anderen in te schakelen -wisselt informatie uit (mondeling en schriftelijk) en overlegt met collega’s eigen discipline, andere zorgverleners, bewoners, familie, … -stemt werk op elkaar af
•
Aanvullende competentie Mondelinge communicatie Definitie: je kunt ideeën en meningen in begrijpelijke taal aan anderen duidelijk maken in woorden en lichaamstaal, goed afgestemd op de ander. Gedragsindicatoren:
- spreekt begrijpelijk, helder en duidelijk - laat anderen uitspreken - zorgt ervoor dat, als je een ander informeert, je dit discreet doet en dat de inhoud correct is - vermijdt vaktaal of legt een begrip uit de vaktaal duidelijk uit - verhelder wat onduidelijk is met een goed voorbeeld - houdt oogcontact
pg4/5
Omgaan met zichzelf
•
Kerncompetenties Klantgerichtheid handelen Definitie: je onderzoekt wensen en behoeften van de klant en handelt hiernaar. Je werkt mee aan een goede dienstverlening en klanttevredenheid. De klanten zijn zowel de bewoners, familie, medewerkers, externen,… We zijn afhankelijk van anderen om ons werk tot een goed einde te brengen Gedragsindicatoren - toont duidelijk begrip voor de wensen en het belangen van de klant - maakt duidelijke afspraken en zorgt voor opvolging - levert maatwerk voor de klant , met deze als uitgangspunt - vraagt of aan de verwachtingen, wensen of behoeften zijn voldaan, opent mogelijkheid tot verbetering of bijsturing - reageert op een klacht met opvolging, zonder aanvallend /verdedigend gedrag
•
Zichzelf ontwikkelen (leervermogen) Definitie: je neemt nieuwe informatie in je op en past deze effectief toe. Je kunt opbouwend omgaan met kritiek en onderneemt acties om je eigen professionele en persoonlijke ontwikkeling te bevorderen. Gedragsindicatoren -heeft een plan voor eigen verdere ontwikkeling (sterktes en aandachtspunten) en houdt zich eraan. -zoekt informatie die op het werk toepasbaar is op en past het geleerde (vorming) toe -zoekt zelf naar leer- en groeimogelijkheden om kennis en vaardigheden aan te vullen -vraagt feedback, wil een oordeel van anderen over het eigen functioneren en stelt het eigen functioneren bij -is bereid om vorming te volgen en deze verder te integreren
•
Aanvullende competenties Kwaliteitsgericht handelen Definitie: je stelt hoge eisen aan het eigen werk en handelt daarnaar. Je laat zien dat je niet tevreden bent met een gemiddelde prestatie. Je bent stipt en komt afspraken na. Gedragsindicatoren: - toont enthousiasme en bereidheid - Ziet toe dat het eigen werk een constante kwaliteit heeft - Verbetert fouten in het eigen werk zodat een goed resultaat wordt afgeleverd - Zet zich volledig in om zijn taken tot een goede einde te brengen - Investeert wanneer nodig de extra tijd en energie om toch een goed werk neer te zetten - Respecteert de afspraken en timing op een stipte manier
pg5/5
•
Flexibel handelen Definitie: je verandert je eigen gedragsstijl indien zich problemen of kansen voordoen om zo een gesteld doel te bereiken Gedragsindicatoren: - stapt af van een vooraf gemaakt plan, om een beoogd resultaat beter of eerder te bereiken - toont afstand te kunnen nemen van emotionele situaties ( evenwicht betrokkenheid en afstand) - verandert op het juiste moment van gedrag en weerstand - brengt waardering op voor een onverwacht nieuw gezichtspunt
•
Energie Definitie: je toont uithoudingsvermogen, werkt hard en bent gedurende een lange periode in hoge mate actief wanneer de functie dat vraagt. Gedragsindicatoren: -ziet niet op tegen extra werk -houdt lang vol onder belasting -werkt na zware inspanning het werk af