pg1/5
COMPETENTIEPROFIEL PARAMEDICUS COZ SINT - JOZEF DOELSTELLINGEN EN SITUERING IN DE ORGANISATIE (cfr organogram) Vanuit onze opdrachtsverklaring is het de taak van elke medewerker om de zorg in ons huis te helpen ondersteunen zodat elke zorgbehoevende er kwaliteitsvol kan wonen, kan leven, kan verzorgd worden en mag sterven. De paramedicus verleent integrale zorg aan een toegewezen groep bewoners, teneinde hun gezondheid en welzijn te behouden, te verbeteren of te herstellen. De paramedicus is een medewerker die zich specialiseert met bijzondere deskundigheid m.b.t. het behouden, verbeteren of herstellen van de zelfredzaamheid/de fysische, cognitieve en communicatieve functies van de bewoner en zijn omgeving. De paramedicus is een lijnmedewerker. De paramedicus rapporteert aan de hoofdverpleegkundige. De hoofdverpleegkundige is de rechtstreekse leidinggevende.
TAKEN PARAMEDICUS (omschrijving wat je als paramedicus doet) Paramedische taken
Specifiek per discipline
-
zorgt voor de ontwikkeling en de uitvoering van het paramedisch beleid (ergo, kiné en logo) geïntegreerd in de algemene werking van de voorziening - is verantwoordelijk voor de planning, de voorbereiding, de uitvoering, de begeleiding, de evaluatie en de bijsturing van de paramedische activiteiten (ergo,kiné en logo)van de bewoner individueel of collectief zowel per afdeling of voor heel de voorziening - geeft advies en ondersteuning bij het gebruik van (nieuwe) hulpmiddelen in de zorg van bewoners ( - geeft (cognitieve, motorische) stimulatie aan bewoners - werkt mee aan het valpreventie-, hef en til – en voedingsbeleid - onderzoekt, behandelt en begeleidt bewoners die nood hebben aan paramedische hulp • screent bewoners die nood hebben aan paramedische hulp • stelt individueel behandelingplan op, evalueert en stuurt bij • geeft therapie en actieve revalidatie - informeert en adviseert medewerkers van het zorgteam: stelt adviezen op en geeft deze door aan medewerkers, familie,…
-
Wonen en huishoudelijke taken
-
ergotherapeut(e): ADL, ROT, PDL, fijne en grove motoriek, cognitieve oefeningen,… bij bewoners met CVA, MS, fracturen,… kinésist (e): ademhalingsoefeningen, mobiliteit, motoriek, actieve en passieve mobilisatie,… bij bewoners met CVA, MS, fracturen,… en afname van tinetti - score bij bewoners logopedist(e): spraak, taal, sliktherapie, alternatieve communicatie en hersengym,…bij bewoners met afasie, dysarthrie en dysfagie helpt zorg dragen voor de algemene orde en netheid van de kamer/afdeling/voorziening
pg2/5
Peilers in de zorg ondersteunende begeleiding bieden – zorgthema’s
Samenwerken en afstemmen van zorg: informatie – overleg –communicatie – samenwerken
Bijdragen aan het verbeteren van de organisatie van de zorg, het beheer en de kwaliteit binnen de organisatie
draagt zorg en handelt vanuit het levensverhaal en eigenheid van de bewoner, werkt belevingsgericht en op maat van de bewoner ( cfr SMK’s) handelt vanuit de trappen van zorg ( begeleiden, ondersteunen of overnemen) stimuleert de bewoners in het vinden van zinvolle dagbestedingen extra aandacht voor de zwaarzorgbehoevende, dementerende en palliatieve bewoner
-
rapporteert en informeert collega’s, leidinggevende, bewoner of familie volgt aanwijzingen en instructies van verantwoordelijke neemt taken over van collega’s bij ziekte/afwezigheid neemt actief deel aan overdracht, teamvergadering, bewonersbespreking, werkvergaderingen,werkgroepen,… heeft aandacht voor de mondelinge en schriftelijke communicatie (verslaggeving, bijhouden van integraal zorgdossier:mythos,…) werkt rubriek ‘logo-ergo-kiné‘ uit voor jaarverslag
-
volgt vorming en past het geleerde toe op de afdeling; geeft kennis door, begeleidt stagairs en nieuwe medewerkers werkt mee, werkt voorstellen uit en toont zich hier loyaal in de volgende aspecten: -past procedures en werkvoorschriften toe en helpt bij de opmaak ervan specifiek voor zijn functie -gebruikt het materiaal op een correcte manier - respecteert de inspiratie, beroepscode, visie, doelen, afspraken, huisstijl en opdrachten van het COZ
COMPETENTIEPROFIEL PARAMEDICUS (omschrijving wat je moet kennen, kunnen en hoe je dient te zijn om je werk te kunnen doen) Omgaan met taken
Kerncompetentie Problemen oplossen
Omgaan met mensen
Samenwerken
Aanvullende competenties Organiseren Communiceren Luisteren en sociabiliteit
Omgaan met zichzelf
Klantgericht handelen Zichzelf ontwikkelen Kwaliteitsgericht handelen
pg3/5
Omgaan met taken
•
Kerncompetentie Problemen oplossen Definitie: je meldt problemen, herkent belangrijke informatie, je doet voorstellen en/of onderneemt acties uit eigen beweging om problemen op te lossen en om bestaande situaties te verbeteren en te optimaliseren
Gedragsindicatoren -
•
ziet wanneer er problemen zijn of zullen aankomen onderzoekt het probleem, verzamelt informatie over achtergrond en oorzaken ( wie, wat, wanneer, hoe, waarom en waar) benoemt de oorzaken maakt onderscheid tussen informatie over feiten, meningen of interpretaties, hoofd- of bijzaken neemt acties om problemen op te lossen of te voorkomen evalueert de genomen acties en volgt verder op
Aanvullende competentie Organiseren Definitie: je bepaalt op een effectieve wijze doelen en prioriteiten en geeft de benodigde acties, tijd en middelen aan om bepaalde doelen te kunnen bereiken
Gedragsindicatoren: -
scheidt hoofdzaken van bijzaken stelt prioriteiten (doe belangrijke zaken eerst) en werkt volgens plan houdt bij het opmaken van je werkplanning rekening met: de uit te voeren activiteiten, de nodige (voorbereidings) tijd per activiteit, de nodige hulpmiddelen, de mate van elke activiteit, tijd voor onverwachte zaken/urgenties zorgt er voor dat zaken ordelijk en efficiënt kunnen worden afgewerkt
Omgaan met mensen
•
Kerncompetentie Samenwerken Definitie: je levert een actieve bijdrage aan het gezamenlijk resultaat en aan het creëren van een goede werksfeer. Gedragsindicatoren -helpt collega’ s, geeft taken door of neemt ze over waar nodig in eigen disciplines of andere discipline -gaat voor een gemeenschappelijk doel (gezamenlijk belang boven eigen belang) -weet wanneer anderen in te schakelen -wisselt informatie uit (mondeling en schriftelijk) en overlegt met collega’s eigen discipline, andere zorgverleners, bewoners, familie, … -stemt werk op elkaar af
pg4/5
•
Aanvullende competentie Communiceren Definitie communicatie: je kunt ideeën en meningen in begrijpelijke taal - aan anderen duidelijk maken in woorden en lichaamstaal, goed afgestemd op de ander. (mondeling) - in begrijpelijke en correcte taal op schrift stellen (schriftelijk)
Gedragsindicatoren:
- spreekt begrijpelijk,helder,duidelijk en houdt oogcontact - laat anderen uitspreken - zorgt ervoor dat, als je een ander informeert, je dit discreet doet en dat de inhoud correct is - vermijdt vaktaal of legt een begrip uit de vaktaal duidelijk uit - verhelder wat onduidelijk is met een goed voorbeeld -schrijft een brief/verslag, logisch opgebouwd, beknopt met correcte spelling en zinsbouw •
Luisteren en sociabiliteit Definitie luisteren: je toont dat je belangrijke informatie in gesprekken in je opneemt Definitie sociabiliteit: je kan je zonder moeite onder andere mensen begeven. Je stapt gemakkelijk naar naderen toe en mengt je gemakkelijk in gezelschap. Gedragsindicatoren -
laat de ander uitspreken vraagt duidelijkheid als wat de ander zegt niet duidelijk is houdt contact met de gespreksdeelnemers gaat in op reacties, ook op non-verbaal gedrag legt gemakkelijk contact stapt naar onbekenden toe ( bewoners, familie, bezoek), spreekt hen aan en wacht niet tot je zelf wordt aangesproken
Omgaan met zichzelf
•
Kerncompetenties Klantgerichtheid handelen Definitie: je onderzoekt wensen en behoeften van de klant en handelt hiernaar. Je werkt mee aan een goede dienstverlening en klanttevredenheid. De zijn zowel de bewoners, familie, medewerkers, externen,… We zijn afhankelijk van anderen om ons werk tot een goed einde te brengen Gedragsindicatoren - toont duidelijk begrip voor de wensen en het belangen van de klant - maakt duidelijke afspraken en zorgt voor opvolging - levert maatwerk voor de klant , met deze als uitgangspunt - vraagt of aan de verwachtingen, wensen of behoeften zijn voldaan, opent mogelijkheid tot verbetering of bijsturing - reageert op een klacht met opvolging, zonder aanvallend /verdedigend gedrag
klanten
pg5/5
•
Zichzelf ontwikkelen (leervermogen) Definitie: je neemt nieuwe informatie in je op en past deze effectief toe. Je kunt opbouwend omgaan met kritiek en onderneemt acties om je eigen en persoonlijke ontwikkeling te bevorderen. Gedragsindicatoren: -heeft een plan voor eigen verdere ontwikkeling (sterktes en aandachtspunten) en houdt zich eraan. -zoekt informatie die op het werk toepasbaar is op en past het geleerde (vorming) toe -zoekt zelf naar leer- en groeimogelijkheden om kennis en vaardigheden aan te vullen -vraagt feedback, wil een oordeel van anderen over het eigen functioneren en stelt het eigen functioneren bij -is bereid om vorming te volgen en deze verder te integreren
•
professionele
Aanvullende competenties Kwaliteitsgericht handelen Definitie: je stelt hoge eisen aan het eigen werk en handelt daarnaar. Je laat zien dat je niet tevreden bent met een gemiddelde prestatie. Je bent stipt en komt afspraken na. Gedragsindicatoren: - toont enthousiasme en bereidheid - ziet toe dat het eigen werk een constante kwaliteit heeft - verbetert fouten in het eigen werk zodat een goed resultaat wordt afgeleverd - zet zich volledig in om zijn taken tot een goede einde te brengen - investeert wanneer nodig de extra tijd en energie om toch een goed werk neer te zetten - respecteert de afspraken en timing op een stipte manier