Competentieprofiel Gezondheidsbevordering en Preventie – versie 1.0 Juni 2012
Dit competentieprofiel is een co-productie van landelijke organisaties en kennisinstituten, opleidingen en het beroepsveld van gezondheidsbevordering en preventie 1 .
1
ActiZ, GGD Gelre-IJssel, GGD Nederland, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, NSPOH (Netherlands School of Public & Occupational Health), NVPG (Nederlandse Vereniging voor Preventie en Gezondheidsbevordering), NIGZ (Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie), NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen), Tactus Verslavingszorg, Trimbos-instituut en RIVM Centrum Gezond Leven.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
1
Inleiding Dit competentieprofiel beschrijft de competenties voor de maatschappelijke functie Gezondheidsbevordering en Preventie. Deel 1 geeft informatie over ontwikkelingen en regelgeving in het werkveld. Informatie over de context en positionering van de maatschappelijke functie Gezondheidsbevordering en Preventie en de competentiebeschrijvingen staan in deel 2. Voor wie is dit competentieprofiel? Professionals, managers en opleidingen kunnen putten uit dit competentieprofiel voor gezondheidsbevordering en preventie. Alle professionals en managers die werken aan gezondheidsbevordering en preventie kunnen in dit profiel zien welke competenties van belang zijn voor hun werk. Of dit nu hun volledige takenpakket is of een deel van hun werk. Bijvoorbeeld ook huis- en sportartsen, fysiotherapeuten, jeugdverpleegkundigen kunnen dit profiel gebruiken. Het profiel maakt onderscheid tussen competenties voor operationeel/uitvoerende taken en competenties voor meer beleidsmatige strategische taken. Verder kunnen organisaties het competentieprofiel benutten voor functionerings- en beoordelingsgesprekken met hun medewerkers. Het profiel geeft ook informatie voor de aanstelling van nieuw personeel en over competenties waarop een organisatie medewerkers wil bijscholen. Daarnaast kunnen opleidingen hun voordeel doen met dit competentieprofiel. Voor opleidingen waar studenten leren werken aan gezondheidsbevordering en preventie, biedt dit profiel inzicht in competenties waar zij zich op kunnen richten. Een nieuw competentieprofiel: waarom en hoe? Vanwege veranderingen in het vak en werkveld voldeed het beroepsprofiel van de Nederlandse Vereniging voor Preventie en Gezondheidsbevordering (NVPG) uit 2006 niet meer. De praktijk is dat er buiten de specifiek opgeleide gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers steeds meer professionals werken aan gezondheidsbevordering en preventie. Daarom is een competentieprofiel nodig voor de maatschappelijke functie Gezondheidsbevordering en Preventie en is afgestapt van een beroepsprofiel. De NVPG en GGD Nederland hebben RIVM Centrum Gezond Leven 2 gevraagd de ontwikkeling van een nieuw profiel te organiseren. Allereerst heeft TNO voor het nieuwe profiel de belangrijkste informatie uit relevante documenten in kaart gebracht (TNO, 2010, 2011). Hiermee ging vervolgens een werkgroep met deskundigen van opleidingen, landelijke organisaties en uit het beroepsveld, aan de slag. Voor het opstellen van het competentieprofiel hield de werkgroep het format aan dat opleidingen gebruiken en nam men het Europese raamwerk Core Competencies for Health Promotion (CompHP) als uitgangspunt (zie bijlage hoofdstuk 4). Een conceptversie van het competentieprofiel is becommentarieerd door onder andere afdelingen gezondheidsbevordering en preventie van GGD’en en verslavingszorg. Deze reacties zijn verwerkt in versie 1.0, die vanaf half juni 2012 beschikbaar is via de LinkedIn-groep Competentieprofiel Gezondheidsbevordering en Preventie en op Loketgezondleven.nl. Centrum Gezond Leven en partners implementeren het competentieprofiel volgens een daarvoor gezamenlijk opgesteld plan. Onderdeel daarvan is het profiel te presenteren en bespreken in GGDvakgroepen, de hoofdenoverleggen Verslavingszorg en Geestelijke Gezondheidszorg. In deze implementatiefase zal dit competentieprofiel 1.0 zich op basis van de uitkomsten verder ontwikkelen naar versie 2.0.
2
Binnen de landelijke context en regie van gezondheidsbevordering en preventie vervult RIVM Centrum Gezond Leven een belangrijke rol. Het centrum versterkt doelmatige, samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbevordering. Daar voor werkt het centrum samen met diverse lokale en landelijke partners. Zie ook Loketgezondleven.nl/CGL.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
2
Inhoudsopgave 1
Ontwikkelingen en regelgeving rond gezondheidsbevordering en preventie..........................4 1.1 Maatschappelijke ontwikkelingen ...........................................................................4 1.2 Wetgeving/overheidsoverheidsregulering ................................................................5 1.3 Ontwikkelingen in het werkveld .............................................................................6 2 Beschrijving maatschappelijke functie Gezondheidsbevordering en Preventie .......................7 2.1 Context ..............................................................................................................7 2.2 Positionering, rollen en competenties......................................................................7 2.3 Competentiebeschrijvingen ................................................................................. 10 2.3.1 Strategisch/beleidsniveau .................................................................................. 10 2.3.2 Operationeel/uitvoerend niveau .......................................................................... 12 3 Literatuur ................................................................................................................ 14 4 Bijlage .................................................................................................................... 15
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
3
1
Ontwikkelingen en regelgeving rond gezondheidsbevordering en preventie
1.1
Maatschappelijke ontwikkelingen
Gezond en ongezond gedrag Mensen met gezond gedrag, die leven in een gezonde omgeving, leven langer en blijven langer gezond. De westerse samenleving kent serieuze gezondheidsvraagstukken met overeenkomstige materiële en immateriële kosten. Jongeren van nu zijn ongezonder dan hun leeftijdsgenoten uit vorige generaties en de sociaaleconomische gezondheidsverschillen tussen burgers nemen toe. Een gezonde levensstijl is te beïnvloeden door het gedrag van mensen aan te passen. Dit vertoont echter een sterke samenhang met de sociale en fysieke omgeving waarin zij geboren worden, opgroeien en leven. De Nederlandse samenleving nodigt steeds meer uit tot ongezonde keuzes, zowel in de fysieke omgeving (bijvoorbeeld snackautomaten en roltrappen) als in de sociale omgeving (denk aan groepsnormen over drankgebruik en seks). Daarnaast zijn de mogelijkheden voor gezond gedrag niet voor iedereen even groot. Speciale aandacht vragen kinderen, jongeren, jonge ouders, mensen met een lage sociaaleconomische status en nieuwe Nederlanders. Participerende burger De samenleving richt zich sterker op de gezonde burger die kan participeren in het maatschappelijk leven. Een gezonde bevolking is een middel om maatschappelijke doelen te realiseren. Burgers hebben gezondheid nodig om te kunnen werken, leren, sporten, spelen en ervaring over te dragen. Gezondheid geeft de jeugd de mogelijkheid om naar school te gaan en zich te ontwikkelen. Gezonde volwassenen kunnen werken en zorgen voor hun families door bijvoorbeeld mantelzorg. Ouderen hebben met gezondheid de kans te blijven deelnemen aan de maatschappij. Denk aan vrijwilligerswerk en ervaringen delen met andere generaties. Gezondheid heeft invloed op de mate waarin burgers zich prettig en gelukkig voelen. Door gezond gedrag te versterken behaalt de samenleving winst op sociaal-maatschappelijk vlak en op gezondheid. Dat geldt voor zowel mensen die zich gezond voelen als voor mensen met (chronische) beperkingen. Werkveld gezondheidsbevordering en preventie Het werkveld van gezondheidsbevordering en preventie staat niet op zichzelf, ook professionals in andere maatschappelijke sectoren werken hier aan. Denk hierbij aan werk, onderwijs, ruimtelijke ordening en milieu, en welzijn. Professionals uit al deze sectoren werken samen aan een geïntegreerde aanpak voor een gezondere leefstijl en leefomgeving (bijvoorbeeld voldoende speelplekken en groen). Zij maken het mogelijk, ondersteund met wet- en regelgeving en voorzieningen, dat burgers een gezonde keuze hebben. Eigen verantwoordelijkheid De landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (mei 2011), geeft burgers meer verantwoordelijkheid en regie voor hun gezondheid en leefstijl, en benadrukt het belang van zelfmanagement en preventie. Het in 2010 verschenen advies ‘Perspectief op gezondheid 20/20’ van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) onderstreept dit. Dit advies introduceert de term ‘van ZiekenZorg naar Gedrag en Gezondheid’. Vanuit het oogpunt van kostenbeheersing en veranderende volksgezondheidsproblemen benadrukt de RVZ het belang van een verschuiving van ziekte en zorg naar gedrag en gezondheid. Kwetsbare groepen Er zijn kwetsbare groepen in de samenleving die door bijvoorbeeld een chronische ziekte, ouderdom, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking geen regie over hun gezondheid kunnen voeren. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is erop gericht hen te ondersteunen om te kunnen participeren in de samenleving. Deze groepen bereiken, hun participatie bevorderen en de economische winst hiervan aantonen, zijn uitdagingen waar gezondheidsbevordering en preventie voor staat.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
4
Professional van de 21e eeuw De volksgezondheidsthema’s van de 21e eeuw vragen om professionals met deels andere competenties dan in de vorige eeuw. De traditie van probleemgeoriënteerde gezondheidsbevordering buigt om naar voorwaarden creëren, zodat burgers gezond kunnen leven. Dat betekent dat inzetten op andere expertise nodig is. Gezondheidsbeleid anno nu is integraal beleid, met aangrijpingspunten in verschillende beleidsterreinen, zoals sport en bewegen, cultuur, verkeer en ruimtelijke ordening. Ook zijn specifieke vaardigheden nodig om kwetsbare groepen in de samenleving te bereiken en burgers te laten participeren bij preventiebeleid. Grondhouding voor alle sectoren Gezondheidsbevordering en preventie is primair een mindset, een grondhouding waarin gezondheidsdenken – mensen zo gezond mogelijk houden – voorop staat. Het is vergelijkbaar met duurzaamheid. Iedere professional, waar ook werkzaam in de gezondheidszorg, kan deze grondhouding aannemen. Daarmee vervalt het onderscheid vanuit bestaande indelingen van gezondheidsbevordering en preventie, tussen ziekten voorkómen en ziekten behandelen of zieken verzorgen. Deze benadering geeft bovenal ruimte om los van bestaande structuren, beroepen, instituten en hun onderliggende belangen, preventieactiviteiten in de praktijk te ontwikkelen. Preventie van de toekomst Het karakter van gezondheidsbevordering en preventie zal in de toekomst wezenlijk anders zijn dan nu. Het pleidooi is niet langer te denken vanuit bestaande preventie-indelingen, beroepen, structuren, en financieringsstromen. De werkzaamheden van zorgprofessionals zijn niet meer strikt preventief of curatief/verzorgend van aard. Duidelijk is dat de werkzaamheden van een neurochirurg geheel binnen cure/care gepositioneerd zijn en die van de milieuarts helemaal binnen preventie. De preventieactiviteiten van aanbieders die zich ergens tussen preventie en cure/care ophouden zijn lastiger te positioneren, denk hierbij aan huisarts, jeugdarts en wijkverpleegkundige. De verwachting is dat in de toekomst veel aanbieders in hun praktijk preventie met curatie gaan verbinden. De grote uitdaging voor de publieke gezondheidszorg en de zorgsector is deze ontwikkeling vanuit de bestaande structuren en wettelijke kaders te faciliteren, ondersteunen en financieren.
1.2
Wetgeving/overheidsoverheidsregulering
Dit deel van het competentieprofiel geeft een beknopte beschrijving van de wetgeving die voor gezondheidsbevordering en preventie van toepassing is. Wettelijke context voor gezondheidsbeleid Publieke gezondheidszorg is op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en het Rijk. De Wpg vormt het belangrijkste wettelijke kader. Gemeenten en Rijk vervullen daarin zowel eigen als complementaire taken. Publieke gezondheidszorg volgens de Wpg Publieke gezondheidszorg wordt in de Wpg omschreven als 'gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke groepen daaruit, waaronder begrepen het voorkomen en het vroegtijdig opsporen van ziekten.’ De Wmo, Zvw De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) raken de publieke gezondheidszorg nauw en op het gebied van selectieve preventie overlappen deze elkaar zelfs. De Wmo is een verantwoordelijkheid van gemeenten en gericht op het participeren van burgers in de samenleving. De Zvw richt zich op curatieve zorg en wordt uitgevoerd door zorgverzekeraars. Wettelijke taken van gemeenten Vanuit de Wpg zijn gemeenten primair (bestuurlijk) verantwoordelijk voor de volgende taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg: Algemene bevorderingstaken (artikel 2), onder andere de afstemming van de publieke gezondheidszorg met de curatieve gezondheidszorg, epidemiologie, gezondheidsbevordering en medische milieukunde; Jeugdgezondheidszorg tot 19 jaar (artikel 5); Ouderengezondheidszorg vanaf 65 jaar (artikel 5a); Infectieziektebestrijding (artikel 6).
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
5
Volgens artikel 14 van de Wpg hebben gemeenten de taak een Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) in stand te houden voor de uitvoering van taken op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Dat overigens niet wil zeggen dat alleen de GGD deze taken uitvoert; verschillende andere partijen kunnen een belangrijke rol spelen.
1.3
Ontwikkelingen in het werkveld
Het werk van gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers is aan veranderingen onderhevig. Bijvoorbeeld door wijzigingen in de financiering en verschuiving van landelijke naar lokale regie. Lag de nadruk van oudsher vooral op het inhoudelijk ontwikkelen van interventies en deze uitvoeren, nu staat het regionale en lokale krachtenveld van beleid, onderzoek en praktijk meer centraal. Deze dynamische omgeving vraagt om een integrale visie op en aanpak van gezondheidsbevordering en preventie. Daarmee is de rol van gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers verschoven naar ondersteuner en beïnvloeder in een sterk veranderlijke context. Daarnaast hebben andere professionals gezondheidsbevordering en preventie als deeltaak. Denk hierbij aan artsen, verpleegkundigen, voorlichters, adviseurs, leefstijlprofessionals, welzijnswerkers, ouderenwerkers, praktijkondersteuners, verpleegkundigen, verzorgenden, maatschappelijk werkers, sport en bewegen docenten, leefstijl- of gezondheidscoaches. In dit licht is het beter te spreken over de maatschappelijke functie Gezondheidsbevordering en Preventie dan over de professional gezondheidsbevordering (TSG, 2010). Deze veranderende rol en context van gezondheidsbevordering en preventie heeft de Nederlandse Vereniging voor Preventie en Gezondheidsbevordering (NVPG) in acht opgaven samengevat (TSG, 2009). Aan de professional worden naast vakinhoudelijke kennis, andere rollen toegekend, zoals die van adviseur, coördinator, regisseur. Kunnen werken in netwerken en ketens is van belang en samenwerken met andere partijen, ook buiten de sector, en gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen. Cruciaal hierbij is verbindingen te leggen tussen onderzoek, beleid en praktijk. Vanuit deze verbinding werken professionals aan evidence-based gezondheidsbevordering en preventie. Acht opgaven voor gezondheidsbevordering 1. Betrekken van meerdere lokale partners; 2. Versterken van integraal gezondheidsbeleid; 3. Verbinden van preventie en curatie; 4. Aansturen van verander/implementatieprocessen; 5. Opereren in politiek-bestuurlijk krachtenveld; 6. Zakelijk opereren; 7. Realiseren van structurele verankering; 8. Adviseren op brede terrein van public health.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
6
2
Beschrijving maatschappelijke functie Gezondheidsbevordering en Preventie
2.1
Context
Het doel van gezondheidsbevordering en preventie is de gezondheid bevorderen van de Nederlandse bevolking en ziekte voorkomen. Het stelt mensen in staat hun gezondheidsvaardigheden te versterken en maakt voor burgers de keuze voor gezond gedrag een makkelijker keuze. Dit verlaagt de ziektelast later in de levensloop maar leidt ook tot sociaalmaatschappelijke winst. Een gezonde keuze maken is mogelijk als er sprake is van een combinatie van geïntegreerde activiteiten, een samenhangend gezondheidsbeleid. Denk aan voorlichting en educatie, vroegsignalering, interventies in de woon-, werk- en leefomgeving. Gezondheidsbevordering en preventie is een erkend onderdeel van het Nederlandse gezondheidsbeleid, in beleidsonderbouwende informatie en in rapportages van de Inspectie. Tot enkele jaren terug werkten gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers vooral bij publieke en zorggerelateerde organisaties (thuiszorg, GGZ, verslavingszorg, GGD en landelijke categorale organisaties). De laatste jaren treedt er een verbreding op van het werkveld. De regie voor een sluitende keten gezondheidsbevordering of preventie in de regio ligt steeds meer bij lokale overheden. Een grotere diversiteit aan organisaties voert activiteiten uit op het terrein van gezondheidsbevordering en preventie (bijvoorbeeld sportserviceorganisaties, gemeenten, Centra voor Jeugd en Gezin, huisartsenpraktijken). Voorbeelden van professionals die werken aan gezondheidsbevordering en preventie zijn: gezondheidsbevorderaars, preventiewerkers, voorlichters, adviseurs, leefstijlprofessionals, welzijnswerkers, ouderenwerkers, praktijkondersteuners, verpleegkundigen, verzorgenden, maatschappelijk werkers, sport en bewegen docenten, leefstijl- of gezondheidscoaches en de buurtcoach.
2.2
Positionering, rollen en competenties
Onderaan dit deel van het competentieprofiel staat een model dat de samenhang duidt van positionering, rollen en competenties voor gezondheidsbevordering en preventie. Het model is gebaseerd op drie uitgangspunten:
Een verscheidenheid in positionering en uitvoering van gezondheidsbevordering en preventie; Het onderscheid in universele, selectieve, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie; Het Europese raamwerk Core Competencies for Health Promotion.
Positionering en rollen De maatschappelijke functie Gezondheidsbevordering en Preventie wordt uitgevoerd door professionals die werken in de nulde, eerste en tweedelijns (geestelijke) gezondheidszorg; welzijnszorg; sportorganisaties; onderwijs; en bedrijven. De rollen variëren en zijn afgeleid van het gangbare onderscheid in soorten preventie: Universele preventie bevordert en beschermt proactief de gezondheid van de gezonde bevolking, om ziekten en risicofactoren te voorkomen. Selectieve preventie probeert te voorkomen dat personen met één of meerdere risicofactoren (determinanten) voor een bepaalde aandoening daadwerkelijk ziek worden. Geïndiceerde preventie probeert te voorkomen dat beginnende klachten verergeren tot een aandoening. Het doel van zorggerelateerde preventie is voorkomen dat een bestaande aandoening leidt tot complicaties, beperkingen, een lagere kwaliteit van leven of sterfte. Dit onderscheid is vooral gerelateerd aan preventie en verwijst vooral naar preventie van (verergering van) ziekten. De term gezondheidsbevordering heeft een bredere betekenis. Bijvoorbeeld in het kader van universele preventie: een gezonde woon- en leefomgeving bevorderen, of in het kader van geïndiceerde/zorggerelateerde preventie: maatschappelijke participatie stimuleren van bijvoorbeeld chronisch zieken. In dit profiel wordt daarom gesproken van universele, selectieve, geïndiceerde en zorggerelateerde gezondheidsbevordering en preventie. Hieronder is de relatie tussen deze termen in het Prevent-model voor Persoonlijke Preventie (Preventweb.nl, 2010) weergegeven.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
7
Positionering werkvelden Er zijn instellingen en professionals die vooral werkzaam zijn op het terrein van universele en selectieve gezondheidsbevordering en preventie (zoals GGD, preventie ggz; bedrijven, scholen en categorale instellingen). Andere instellingen en professionals werken vooral in het veld van geïndiceerde en zorggerelateerde gezondheidsbevordering en preventie (zoals ROS-eerste lijn, (para)medische zorgverleners, praktijkondersteuners en leefstijlcoaches). Positionering niveaus Professionals zijn werkzaam op strategisch/beleidsniveau en op operationeel/uitvoerend niveau. Voorbeelden van professionals op strategisch/beleidsniveau zijn programmaleiders en beleidsadviseurs. Professionals op operationeel/uitvoerend niveau zijn adviseurs/projectleiders wijkgericht werken of adviseurs Gezonde School, leefstijladviseurs, bewegingsconsulent. Het werkveld van gezondheidsbevordering en preventie kent dus meerdere rollen en positioneringen. Competenties Op Europees niveau verscheen januari 2012 het raamwerk Core Competencies for Health Promotion (CompHP). Dit raamwerk is primair ontwikkeld voor professionals met gezondheidsbevordering als hoofdtaak en een opleidingsniveau van Bachelor of Master in de gezondheidsbevordering. CompHP beschrijft de volgende negen domeinen met kerntaken en activiteiten:
Veranderingsvermogen bevorderen; Pleitbezorging voor gezondheid; Verbinden door samenwerking; Communicatie; Leiderschap; Analyse; Planning; Implementatie; Evaluatie en onderzoek.
CompHP beschrijft voor elk domein vijf tot zeven algemene competenties, de vereiste kennis en vaardigheden, alsmede indicatoren om af te meten hoe en in welke mate professionals de competenties in praktijk brengen. Vijf van de negen domeinen uit CompHP zijn relevant voor het werk op strategisch/beleidsniveau. Zeven domeinen zijn relevant voor operationeel/uitvoerend niveau. Daarbij zijn de domeinen analyse, planning, implementatie en evaluatie samengevoegd, omdat deze in de uitvoering elkaar logisch opvolgen. Twee domeinen (veranderingsvermogen bevorderen en communicatie) zijn van belang voor zowel strategisch/beleidsniveau als operationeel/uitvoerend niveau.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
8
Model competenties gezondheidsbevordering en preventie Onderstaand model biedt overzicht van de competenties (voor strategisch/beleidsniveau en operationeel/uitvoerend niveau) en voor welk soort gezondheidsbevordering en preventie (universeel/selectief en geïndiceerd/zorggerelateerd) de competenties van toepassing zijn. Het aantal competenties is bewust beperkt gehouden, zodat deze praktisch hanteerbaar zijn voor werving en selectie en voor het bepalen van gewenste (aanvullende) opleiding en training.
Pleitbezorging Leiderschap Verbinden door samenwerking Veranderingsvermogen bevorderen Communicatie
Veranderingsvermogen bevorderen Verbinden door samenwerking Analyse, planning, implementatie en evaluatie Communicatie
Geïndiceerd/zorggerelateerd
Universeel/selectief
Strategisch/beleid
Operationeel/uitvoerend
Bij de activiteiten van geïndiceerde/zorggerelateerde gezondheidsbevordering en preventie ligt het accent op de gedragsgerelateerde gezondheidsbevordering (leefstijl) in zorg en curatie. De activiteiten van universele/selectieve gezondheidsbevordering en preventie richten zich vooral op lokaal en wijkgericht (community) beleid en uitvoering. Zowel het werkveld als de rollen en positioneringen van professionals zijn divers. Dat duidt op een complex werkveld en op variatie in de uitvoering gezondheidsbevordering en preventie.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
9
2.3
Competentiebeschrijvingen
Deze competentiebeschrijvingen zijn gebaseerd op de kerncompetenties uit het Europese raamwerk Core Competencies for Health Promotion (zie bijlage hoofdstuk 4). Eerst is beschreven welke kerncompetenties van toepassing zijn voor professionals die werkzaam zijn op strategisch/beleidsniveau en daarna komen de competenties aan bod voor het operationele/uitvoerende niveau. Vervolgens worden de competenties beschreven in termen van kennis, vaardigheden en vakinhoudelijk gedrag behorend bij het betreffende niveau. Daarbij is ook gekeken naar de aard van de preventie.
2.3.1 Strategisch/beleidsniveau De kerncompetenties voor professionals die binnen gezondheidsbevordering en preventie werkzaam zijn op strategisch/beleidsniveau concentreren zich op pleitbezorging, samenwerking, verandering. Daarnaast zijn leiderschap en communicatie onontbeerlijk. Kerncompetenties strategisch/beleidsniveau
Pleitbezorging Leiderschap Verbinden door samenwerking Verandering mogelijk maken Communicatie
Universele en selectieve preventie Onderstaande kenmerken (kennis, vaardigheden en vakinhoudelijk gedrag) typeren de professional die op strategisch/beleidsniveau werkt aan universele en selectieve preventie. De professional: -
-
-
-
-
-
Toont aan zich bewust te zijn dat individuele, sociale, fysieke en sociaaleconomische factoren van invloed zijn op de gezondheidssituatie en de maatschappelijke participatie van (kwetsbare) bevolkingsgroepen. Kan beredeneerd aangeven dat andere maatschappelijke sectoren (kunnen) bijdragen aan gezondheid en maatschappelijke participatie. Kan beredeneerd aangeven dat een gezonde bevolking bijdraagt aan maatschappelijke doelen (sociaal en economisch). Toont aan vertrouwd te zijn met de beleids- en planningscyclus bij de lokale overheid. Is in staat de beleidscyclus voor de publieke gezondheidszorg toe te passen in de beleidsvorming voor gezondheidsbevordering en preventie. Beheerst de modellen van integraal beleid en aanpak gezondheidsbevordering op lokaal/regionaal niveau (DISC; REFKA). Is in staat uiteenlopende maatschappelijke sectoren te verbinden aan gezondheidsdoelen in relatie tot andere maatschappelijke doelen. Kan interactieve strategieën en methoden toepassen voor het ontwerpen van een gedragen visie over gezondheidsbevordering en preventie bij disciplines en organisaties in de settings werk, onderwijs, zorg, wonen. Beheerst interactieve strategieën en methoden voor coalitievorming, agendasetting en lobbyen in het politiek-bestuurlijke krachtenveld en in het netwerk van relevante partners. Kan leiding geven aan complexe programma’s op het terrein van gezondheidsbevordering, gerelateerd aan onderwijs, werken, wonen en zorg. Kan op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek (vernieuwend) beleidsondersteunend adviseren in de politiek-bestuurlijke omgeving en in het netwerk van relevante partners.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
10
-
Kan (op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek) een programma voor integrale aanpak van gezondheidsbevordering en preventie ontwerpen en besturen. Beheerst methoden en technieken van programmamanagement.
-
Beheerst methoden en technieken van onderhandelen en conflicthantering. Kan zich mondeling en schriftelijk uitstekend presenteren. Is een uitstekende netwerker in een complex krachtenveld. Durft risico’s te nemen.
-
Geïndiceerde en zorggerelateerde preventie Onderstaande kenmerken (kennis, vaardigheden en vakinhoudelijk gedrag) typeren de professional die op strategisch/beleidsniveau werkt aan geïndiceerde en zorggerelateerde preventie. De professional: -
Kan het belang beredeneren van gezondheidsbevordering en preventie in de keten van curatie en zorg en gedragsgerelateerde gezondheidsbevordering/preventie.
-
Kan strategieën en methoden toepassen voor het ontwerpen van een gedragen visie over gedragsgerelateerde gezondheidsbevordering en preventie bij professionals en instellingen. Beheerst strategieën en methoden van coalitievorming, agendasetting en lobbying voor gedragsgerelateerde gezondheidsbevordering en preventie bij disciplines en instellingen. Kan uiteenlopende belangen, doelen en bijdragen van disciplines en instellingen verbinden voor gedragsgerelateerde gezondheidsbevordering en preventie.
-
-
-
-
Beheerst strategieën en methoden voor (beleids)advisering over gedragsgerelateerde gezondheidsbevordering. Kan disciplines, betrokken bij gedragsgerelateerde gezondheidsbevordering en preventie, ondersteunen en adviseren over beleid, aanpak en interventies. Kan disciplines trainen in het toepassen van individuele en/of groepsgerichte interventies over gedragsgerelateerde gezondheid. Ziet en communiceert het belang van samenwerken met disciplines en instellingen betrokken bij universele en selectieve preventie. Beheerst commuciatiestrategieen en methodieken om de opinie over gezonde leefstijl van professionals en burgers te beïnvloeden Beheerst methoden en technieken van onderhandelen en conflicthantering. Kan zich mondeling en schriftelijk uitstekend presenteren. Is een uitstekende netwerker in een complex krachtenveld. Durft risico’s te nemen.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
11
2.3.2 Operationeel/uitvoerend niveau De kerncompetenties van de professional die binnen gezondheidsbevordering en preventie werkzaam zijn op operationeel/uitvoerend niveau concentreren zich op de uitvoeringscyclus (analyse, planning, implementatie en evaluatie). Veranderen en samenwerken staan daarbij centraal. Daarnaast is communicatie onontbeerlijk. Kerncompetenties operationeel/uitvoerend niveau
Verandering mogelijk maken Verbinden door samenwerken Analyse, planning, implementatie en evaluatie Communicatie
Universele en selectieve preventie Onderstaande kenmerken (kennis, vaardigheden en vakinhoudelijk gedrag) typeren de professional die op operationeel/uitvoerend niveau werkt aan universele en selectieve preventie. De professional: -
Kan de principes van integraal gezondheidsbeleid toepassen op lokaal niveau. Toont aan zich bewust te zijn dat individuele, sociale, fysieke en sociaaleconomische factoren van invloed zijn op de gezondheidssituatie en de maatschappelijke participatie van (kwetsbare) bevolkingsgroepen.
-
Kan beredeneren dat uiteenlopende maatschappelijke sectoren (kunnen) bijdragen aan gezondheid, aan een gezonde werk- en woonomgeving en aan maatschappelijke participatie.
-
Kan op basis van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens in samenwerking met andere disciplines en instellingen projecten initiëren voor gezondheidsbevordering in wijken, op werk en in het onderwijs, gericht op specifieke kwetsbare doelgroepen (jeugdigen, ouderen, chronisch zieken, verslaafden, daklozen). Beheerst modellen voor analyse, planning, implementatie en evaluatie van complexe gezondheidsbevorderingsprojecten (Preceed-Proceed-model; REFKA; Intervention Mapping; Preffi).
-
-
-
-
Kan de resultaten uit wetenschappelijk onderzoek over gezondheidsbevordering in wijken (community-benadering), onderwijs of op werk integreren in de werkzaamheden. Kan in samenwerking met relevante disciplines en instellingen een (complex) wijkgericht (community), werkgericht of onderwijsgericht project initiëren, ontwerpen, plannen, organiseren, coördineren en evalueren. Kan het krachtenveld van belangen, doelen en bijdragen van disciplines en instellingen methodisch analyseren (Methodiek Netwerkanalyse; Methodiek Krachtenveld- en Actorenanalyse). Kan uiteenlopende belangen en doelen en professionele verschillen verbinden door samenwerking te bevorderen in het netwerk van disciplines en instellingen. Beheerst methoden en technieken van projectmatig en van procesmatig werken. Kan zich mondeling en schriftelijk goed uitdrukken. Heeft uitstekende samenwerkingsvaardigheden en is een uitstekende netwerker. Is stressbestendig en kan meningsverschillen, spanningen en conflicten bij samenwerken goed hanteren.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
12
Geïndiceerde en zorggerelateerde preventie Onderstaande kenmerken (kennis, vaardigheden en vakinhoudelijk gedrag) typeren de professional die op operationeel/uitvoerend niveau werkt aan geïndiceerde en zorggerelateerde preventie. De professional: -
-
-
Kan methodisch personen en/of groepen opsporen bij wie de leefstijl een risico vormt voor de gezondheid en maatschappelijke participatie. Kan het gedrag dat ten grondslag ligt aan een risicovolle leefstijl methodisch analyseren met behulp van gangbare modellen uit de gezondheidsbevordering en preventie (ASE-model; Health Belief Model; Protectie-Motivatie Model). Kan beredeneren dat gedragsoorzaken te maken hebben met risicofactoren in de sociale, fysieke en economische omgeving. Kan geschikte en onderbouwde leefstijlinterventies voor versterken van gezondheidskennis en -vaardigheden selecteren uit de verschillende databases. Kan, indien geen geschikte interventie beschikbaar is, een interventie op maat ontwikkelen op basis van gangbare planningsmodellen (Preceed-Proceed Model).
-
Kan interventies plannen, organiseren, coördineren en evalueren. Beheerst methoden en technieken van projectmatig werken.
-
Beheerst individugerichte en groepsgerichte voorlichtings-, gespreks- en begeleidingsmethoden (Motiverende Gespreksvoering; Minimale Interventie Strategie). Kan zelfsturing bij de doelgroep bevorderen en daarbij aansluiten bij hun mogelijkheden en beperkingen. Kan (inter)culturele dilemma’s bij gezondheidsgedrag goed hanteren.
-
Beheerst de vaardigheid van afstemmen en samenwerken met andere instellingen en disciplines.
-
Is vertrouwd met het gebruik van sociale media bij gezondheidsbevordering. Kan zich schriftelijk en mondeling goed uitdrukken.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
13
3
Literatuur
Coenen, I., Slagter, I. (2011). De publieke gezondheidsproblemen van de 21e eeuw het hoofd bieden vraagt een gezamenlijk front. TSG, 89(4), 196-198. Jong, R. de, Keijsers, J. (2009). Rolambiguïteit in gezondheidsbevordering hoort bij het werk. TSG 87(6), 248-250. Jong, R. de, Rengelink, S., Keijsers, J., Paulussen, Th. (2010). Opleidingen Gezondheidsbevordering en Preventie: Een inventarisatie en analyse van het actuele aanbod. TNO. Jong, R. de, Keijsers, J. (2011). Startdocument Competentieprofiel voor de functie Gezondheidsbevordering en Preventie. TNO. Oosting, J., Keijsers, J. (2010). NVPG koerst op een toekomstbestendige gezondheidsbevordering. TSG, 88(5), 249-251. Preventweb.nl, website Platform Personalized Prevention (2010). Prevent-model voor Persoonlijke Preventie.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
14
4
Bijlage
Raamwerk Kerncompetenties Gezondheidsbevordering Nederlandse bewerking van de CompHP Professional Standards for Health Promotion
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
15
Toelichting Het Raamwerk Kerncompetenties Gezondheidsbevordering is de Nederlandse bewerking van de ‘Professional Standards for Health Promotion’ zoals deze zijn ontwikkeld in het CompHP project ‘Developing Competencies and Professional Standards for Health Promotion Capacity Building in Europe’ (Barry et al, 2012). Het raamwerk is primair ontwikkeld voor professionals in de gezondheidsbevordering van wie de rol en de functie overwegend ligt op het terrein van gezondheidsbevordering en die een opleiding hebben op het niveau van Bachelor of Master (Graduate / Post Graduate) in de gezondheidsbevordering. Het raamwerk is bedoeld voor praktijkwerkers, werkgevers en opleidingsinstellingen in Europa. Van het raamwerk is een Nederlandse bewerking gemaakt met het oog op de specifieke kenmerken, aspecten, begrippen van en taalgebruik in de gezondheidsbevordering in Nederland. Deze bewerking werd verzorgd door R. de Jong (NSPOH) en G. van der Zanden (NIGZ) in nauwe samenwerking met de Werkgroep Competentieprofiel van het RIVM Centrum Gezond Leven en in afstemming met het CompHP project. De Nederlandse bewerking heeft betrekking op het overzicht van de competentiebeschrijvingen. Voor een nadere introductie en verdere uitwerking van het raamwerk wordt verwezen naar de Engelstalige publicatie ‘The CompHP Project Handbooks’ (Barry et al, 2012). Het Raamwerk Kerncompetenties voor Gezondheidsbevordering bestaat uit negen kerncompetenties met als basis de ethische waarden en het kennisdomein van de gezondheidsbevordering. Het betreft de volgende kerncompetenties: Verandering mogelijk maken, Pleitbezorging voor gezondheid, Verbinden door partnerschap, Communicatie, Leiderschap, Analyse, Planning, Implementatie, en Onderzoek en evaluatie. In de volgende figuur zijn de domeinen verbeeld.
Voor elk kerndomein zijn competentieonderdelen vastgesteld, zijn op hoofdlijnen de vereiste kennis en vaardigheden aangegeven en werden indicatoren geselecteerd om te kunnen vaststellen in welke mate professionals de kerncompetenties bezitten. Hieronder worden de kerncompetenties beschreven. In de eerste kolom van iedere kerncompetentie staan de competentieonderdelen. De middenkolom bestaat uit het overzicht van de vereiste kennis en vaardigheden. In de rechter kolom staan indicatoren voor vakinhoudelijk gedrag van professionals die de desbetreffende kerncompetenties bezitten.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
16
1. Verandering mogelijk maken. Individuen, groepen en organisaties in staat stellen het bevorderen van gezondheid te versterken. Competentieonderdelen 1.1 Samenwerken met andere maatschappelijke sectoren bij de ontwikkeling van beleid dat de gezondheid positief beïnvloedt en ongelijke kansen op gezondheid vermindert. 1.2 Gebruiken van modellen en methoden voor gezondheidsbevordering, gericht op versterken van eigen kracht van (kwetsbare) burgers (empowerment) en doelgroepparticipatie, met als doel het realiseren van een gezonde omgeving. 1.3 Gebruiken van methoden voor het versterken van wijkgerichte gezondheidsbevordering en doelgroepparticipatie om daarmee de capaciteit voor gezondheidsbevordering te vergroten. 1.4 Bevorderen van de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden die de gezondheid bevorderen. 1.5 Samenwerken met relevante partijen om de gezondheidszorg en andere zorgvoorzieningen meer te richten op gezondheidsbevordering.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Determinanten van gezondheid en gezondheidsverschillen. - Samenwerkingsstrategieën, inclusief onderhandelen, conflicten oplossen, bemiddelen en teamwerk. - Methoden van wijkgerichte gezondheidsbevordering, inclusief versterken van eigen kracht/zelfredzaamheid van burgers, doelgroepparticipatie en capaciteitsversterking. - Strategie- en beleidsontwikkeling en de invloed van wetgeving op gezondheid. - Modellen in de gezondheidsbevordering. - Settingsbenadering (woon-, werk- en leefomgeving). - Methodieken voor gedragsverandering. - Methoden van organisatieontwikkeling en verandermanagement. - Sociale en culturele diversiteit.
Indicatoren 1a. Draagt aantoonbaar bij aan samenwerking met relevante partijen uit verschillende sectoren met als doel het beïnvloeden van beleid of voorzieningen om gezondheid te bevorderen en gezondheidsverschillen te verkleinen.
Vaardigheden in: - (Ontwikkelen) van samenwerking met relevante partijen. - Toepassen van methoden van gedragsverandering. - Toepassen van methoden van organisatieontwikkeling en verandermanagement. - Toepassen van methoden van wijkgerichte gezondheidsbevordering. - Samenwerking met individuen en groepen in en buiten de eigen organisatie met uiteenlopende kenmerken naar geografie, cultuur, leeftijd, setting of belang.
1d. Kan geschikte methoden toepassen voor gedragsverandering, gericht op individuen en groepen, die bijdragen gezondheidsvaardigheden en aan de capaciteit van anderen om deze gedragsverandering te ondersteunen en verder te ontwikkelen.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
1b. Kan geschikte methoden kiezen voor verandermanagement en organisatieontwikkeling ter bevordering van een gezonde omgeving en/of settings, en laat zien hoe dit empowerment, doelgroepparticipatie, partnership en gelijke kansen bevordert. 1c. Kan geschikte methoden kiezen voor wijkgerichte gezondheidsbevordering en laat aantoonbaar zien op welke wijze deze methoden leiden tot doelgroepparticipatie, eigenaarschap en capaciteit voor gezondheidsbevordering.
17
2. Pleitbezorging voor gezondheid. Pleitbezorging met, en namens individuen, groepen en organisaties gericht op het verbeteren van gezondheid en welzijn en capaciteitsversterking voor activiteiten op het terrein van gezondheidsbevordering. Competentie onderdelen 2.1 Gebruiken van strategieën en methoden voor pleitbezorging, gebaseerd op de principes van gezondheidsbevordering. 2.2 Betrekken en beïnvloeden van relevante partijen om gezondheidsbevordering verder te ontwikkelen en te verankeren. 2.3 Beïnvloeden van de publieke opinie en werken aan bewustmaking over gezondheidsvraagstukken. 2.4 Pleiten voor de ontwikkeling van beleid, richtlijnen en procedures in alle sectoren die de gezondheid positief beïnvloeden en gezondheidsverschillen verkleinen. 2.5 Ondersteunen van doelgroepen bij het duidelijk maken van hun behoeften en bepleiten dat middelen en capaciteit beschikbaar komen voor gezondheidsbevordering.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Determinanten van gezondheid. - Strategieën en technieken voor pleitbezorging en lobbying. - Methoden voor het betrekken van relevante partijen. - Vraagstukken op het terrein van gezondheid en welzijn van een specifieke bevolkingsgroep. - Methoden van wijkgerichte gezondheidsbevordering, inclusief empowerment, doelgroepparticipatie en capaciteitsversterking. - Strategie- en beleidsontwikkeling.
Indicatoren 2a. Toont aan op welke wijze strategieën voor pleitbezorging en lobbying gebruikt kunnen worden op een specifiek terrein in de gezondheidsbevordering, en kan aangeven hoe deze de principes van gezondheidsbevordering weerspiegelen.
Vaardigheden in: - Toepassen van methoden voor pleitbezorging en lobbying. - Werken met uiteenlopende partijen. - Toepassen van methoden uit wijkgerichte gezondheidsbevordering. - Samenwerking met individuen en groepen met verschillende samenstelling (geslacht, sociale en economische status, geografische gebied, cultuur, leeftijd, setting of belang).
2c. Kan geschikte communicatiemethoden selecteren en toepassen voor specifieke doelgroepen, gericht op bewustwording, het beïnvloeden van meningen, het pleiten voor en het mogelijk maken van activiteiten op het terrein van gezondheid en welzijn.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
2b. Kan de relevante actoren/partners op een bepaald terrein identificeren, en laat zien hoe hun steun kan worden verworven voor pleitbezorging en duurzame gezondheidsbevordering.
2d. Past geschikte benaderingen toe voor wijkgerichte gezondheidsbevordering om een specifieke doelgroep te ondersteunen bij het verwoorden van hun welzijns- en gezondheidsbehoeften.
18
3. Verbinden door partnerschap. Samenwerken over de grenzen van disciplines, sectoren en partners, om de invloed en duurzaamheid van activiteiten op het terrein van gezondheidsbevordering te versterken. Competentie onderdelen 3.1 Betrekken van partners uit verschillende sectoren om hen actief te laten bijdragen aan activiteiten voor gezondheidsbevordering. 3.2 Ondersteunen van effectief werken via partnerships, gebaseerd op de waarden en principes van gezondheidsbevordering. 3.3 Bouwen aan succesvolle partnerships door samenwerking via het verbinden van verschillende sectorale belangen. 3.4 Ondersteunen van de ontwikkeling van duurzame coalities en netwerken voor activiteiten in de gezondheidsbevordering.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Theorie en praktijk van samenwerking: ondersteuning, onderhandelen, conflicthantering, bemiddelen, teamwerk, netwerken en het betrekken van relevante actoren. - Systemen, structuren en functies van verschillende sectoren, organisaties en instituties. - Principes van het effectief werken met intersectorale partnerships. Vaardigheden in: - Betrekken van relevante actoren. - Bevorderen van samenwerking: ondersteunen, bemiddelen, communicatie. - Samenwerking met relevante doelgroepen en organisaties; partnerships; coalities of netwerken; met de publieke en private sector en maatschappelijk middenveld.
Indicatoren 3a. Kan de eigen rol beschrijven in een specifiek partnership, coalitie of netwerk, en toont de vaardigheden die noodzakelijk zijn om een effectief partnership te ontwikkelen, ondersteunen en te onderhouden. 3b. Kan de relevante actoren/partners identificeren op een specifiek terrein, en kan hun betrokkenheid laten zien bij gezondheidsbevordering. 3c. Laat zien hoe verschillende sectorale belangen in een specifiek partnership, coalitie of netwerk kunnen worden onderkend en hoe ernaar kan worden gehandeld, en toont de eigen rol in bemiddelen tussen sectoren.
4. Communicatie. Het op effectieve wijze communiceren over activiteiten voor gezondheidsbevordering met gebruikmaking van passende communicatiemiddelen, gericht op uiteenlopende doelgroepen. Competentie onderdelen 4.1 Beschikken over effectieve schriftelijke, mondelinge, nonverbale en luistervaardigheden en vaardigheden in het gebruik van communicatiekanalen. 4.2 Gebruiken van elektronische en andere media om informatie over gezondheidsbevordering te verkrijgen en te verspreiden. 4.3 Gebruiken van communicatiemethoden en -technieken voor specifieke groepen en settings, rekening houdend met de culturele context. 4.4 Gebruiken van interpersoonlijke communicatie en groepswerkvaardigheden om individuen, groepen en organisaties te ondersteunen bij gezondheidsbevordering en verminderen van gezondheidsverschillen.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Sociale en culturele diversiteit. - Theorie en praktijk van effectieve communicatie, inclusief interpersoonlijke communicatie en groepswerk. - Informatietechnologie (sociale media en massamedia). - Innovatietheorie. - Gezondheidsvaardigheden. Vaardigheden in: - Schriftelijke, mondelinge, nonverbale communicatie, luisteren en in het gebruik van communicatiemiddelen (social media, massamedia, zoals radio/tv). - Samenwerking met individuen, groepen, en organisaties in uiteenlopende settings.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
Indicatoren 4a. Laat zien effectief gebruik te maken van diverse communicatievaardigheden voor activiteiten voor gezondheidsbevordering, zoals schriftelijke, mondelinge, nonverbale en luistervaardigheden, presenteren en groepswerk. 4b. Kan praktische kennis toepassen voor het gebruik van informatietechnologie en elektronische media voor gezondheidsbevordering. 4c. Kan geschikte communicatiemethoden voor een specifieke groepen identificeren, rekening houdend met de culturele diversiteit. 4d. Kan innovatieve communicatiemethoden toepassen, afhankelijk van lokale setting, gebruiken en sociale en culturele diversiteit.
19
5. Leiderschap. Bijdragen aan de ontwikkeling van een gedeelde visie en strategische koers voor gezondheidsbevordering. Competentie onderdelen 5.1 Samenwerken met relevante actoren om overeenstemming te krijgen over een gedeelde visie en strategische koers voor gezondheidsbevordering. 5.2 Gebruiken van leiderschapsvaardigheden die empowerment en (burger)participatie bevorderen (met inbegrip van teamwerk, onderhandeling, motiveren, conflictoplossing, besluitvorming, ondersteuning en probleemoplossing). 5.3 Netwerken met en motiveren van relevante actoren tot verandering die gezondheid bevordert en gezondheidsverschillen verkleint. 5.4 Gebruiken van nieuwe kennis en ideeën om de praktijk te verbeteren en nieuwe uitdagingen in de gezondheidsbevordering op te pakken.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Theorie en praktijk van effectief leiderschap met inbegrip van teamwerk, onderhandelen, motiveren, conflictoplossing, en probleemoplossing. - Organisatie- en managementontwikkeling. - Strategieontwikkeling. - Principes van effectief intersectoraal werken in partnerships. - Nieuwe uitdagingen op het terrein van gezondheid en gezondheidsbevordering. - Principes van effectief personeelsmanagement en financieel management
Indicatoren 5a. Kan leiders in gemeenten/wijken en wijkorganisaties identificeren en mobiliseren voor het verkrijgen van een gedeelde visie en strategische koers.
Vaardigheden in: - Netwerken met belangrijke actoren. - Samenwerken met belangrijke actoren. - Het motiveren van groepen en personen voor gemeenschappelijke doelen - Middelenmanagement.
5d. Kan middelen verwerven voor specifieke activiteiten in de gezondheidsbevordering, en laat zien de principes van effectief personeels- en financieel management te kunnen toepassen.
5.5 Bijdragen aan het realiseren en beheren van middelen voor gezondheidsbevordering.
5b. Laat leiderschapsvaardigheden zien in teamwerk en besluitvorming en onderkent de eigen rol in specifieke activiteiten voor gezondheidsbevordering. 5c. Laat zien hoe nieuwe ideeën en kennis zijn toe te passen voor een betere praktijk door de eigen rol op een specifiek terrein van gezondheidsbevordering.
5e. Kan reflecteren op de eigen praktijk, en laat zien hoe teams en/of organisaties kunnen bijdragen aan verbetering van gezondheidsbevordering.
5.6 Bijdragen aan het optimaliseren van activiteiten voor gezondheidsbevordering in team- en organisatieverband.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
20
6. Analyse. In samenwerking met relevante actoren behoeften en mogelijkheden peilen, in de context van politieke, economische, sociale, culturele, gedrags- omgevings- en biologische determinanten die gezondheid bevorderen of aan gezondheid zijn gerelateerd. Competentie onderdelen 6.1 Toepassen van participatieve methoden om relevante actoren te betrekken in de (omgevings)analyse. 6.2 Gebruiken van uiteenlopende methoden voor (omgevings)analyse, waaronder kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. 6.3 Verzamelen, analyseren en beoordelen van relevante gegevens, informatie en literatuur om activiteiten in de gezondheidsbevordering te onderbouwen. 6.4 Onderkennen van de determinanten van gezondheid die de gezondheidsbevordering beïnvloeden. 6.5 Onderkennen van de behoeften op het terrein van gezondheid, de bestaande mogelijkheden en middelen die relevant zijn voor gezondheidsbevordering 6.6 Gebruiken van methoden voor de (omgevings)analyse die cultureel passend zijn en ethisch verantwoord.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Uiteenlopende methoden voor (omgevings)analyse, waaronder kwalitatieve en kwantitatieve methoden. - Gegevens- en informatiebronnen. - Sociale determinanten van gezondheid en gezondheidsverschillen - De wetenschappelijke basis voor gezondheidsbevordering. - Sociale en culturele diversiteit. Vaardigheden in: - Opbouwen van partnerships en onderhandelen. - Gezondheidseffectscreening. - Informatie verzamelen, analyseren en beoordelen. - Kwalitatieve onderzoeksmethoden, inclusief participerend- en actieonderzoek. - Kwantitatieve onderzoeksmethoden, inclusief statistische analyse. - Methoden voor het beoordelen van onderzoeksgegevens. - Samenwerking met relevante actoren uit buurten en wijken, organisaties, partnerships, coalities of netwerken voor gezondheidsbevordering, en met onderzoekers.
Indicatoren 6a. Kan de relevante actoren identificeren op een bepaald terrein, en kan hun steun verwerven bij de (omgevings)analyse en bij het bepalen van prioriteiten. 6b. Kan geschikte kwalitatieve en kwantitatieve methoden toepassen bij de (omgevings)analyse. 6c. Kan informatie vinden, verzamelen, analyseren en beoordelen die relevant is voor de (omgevings)analyse, en kan conclusies trekken voor aanbevelingen voor gezondheidsbevordering. 6d. Kan uitleggen op welke wijze rekening wordt gehouden met culturele diversiteit en ethische waarden bij de opzet van de (omgevings)analyse.
6.7 Onderkennen van prioriteiten voor gezondheidsbevordering in samenwerking met relevante actoren, gebaseerd op de best beschikbare wetenschappelijke kennis en op ethische waarden.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
21
7. Planning. Het ontwikkelen van meetbare doelen in gezondheidsbevordering, die zijn gebaseerd op peilingen van behoeften en op kansen in samenwerking met relevante actoren. Competentie onderdelen 7.1 Mobiliseren, ondersteunen en betrekken van relevante actoren bij de planning van activiteiten voor gezondheidsbevordering. 7.2 Gebruiken van actuele modellen voor de planning van activiteiten voor gezondheidsbevordering. 7.3 Opstellen van uitvoerbare actieplannen binnen de grenzen van de beschikbare middelen en rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden. 7.4 Ontwikkelen van en communiceren over passende, realistische en meetbare doelen voor activiteiten voor gezondheidsbevordering.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Actuele planningsmodellen en theorieën voor gezondheidsbevordering. - Project- en programmamanagement. - Middelen- en risicomanagement. Vaardigheden in: - Toepassen van planningsmodellen voor gezondheidsbevordering. - Analyseren van informatie over behoeften en mogelijkheden. - Project- en programmaplanning en management. - Samenwerking met doelgroepen, met organisaties in buurten en wijken en met relevante actoren en partners.
7.5 Onderkennen van passende strategieën voor gezondheidsbevordering om de overeengekomen doelen te bereiken.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
Indicatoren 7a. Kan relevante actoren/partners op een bepaald terrein identificeren, en kan werkwijzen/aanpak ontwerpen voor het verwerven van steun en participatie voor de planning van activiteiten voor gezondheidsbevordering. 7b. Kan de keuze en het gebruik van specifieke planningsmodellen voor gezondheidsbevordering motiveren. 7c. Kan plannen voor gezondheidsbevordering ontwikkelen, gebaseerd op behoefteonderzoek, de mogelijkheden op een bepaald terrein en op: - een onderbouwde keuze voor de strategieën - benodigde personele en financiële middelen en - meetbare doelen.
22
8. Implementatie. In samenwerking met relevante actoren, op effectieve en efficiënte wijze implementeren van activiteiten op het terrein van gezondheidsbevordering, waarbij rekening wordt gehouden met culturele diversiteit en ethische principes. Competentie onderdelen 8.1 Gebruiken van participatieve methoden bij implementatie, die ethisch verantwoord zijn, gericht zijn op empowerment, en die rekening houden met culturele diversiteit. 8.2 Ontwikkelen, testen en inzetten van passende middelen en materialen. 8.3 Beheren van de middelen die nodig zijn voor effectieve implementatie van geplande activiteiten. 8.4 Bijdragen aan de duurzaamheid van het project of programma en aan het eigenaarschap van de relevante actoren door permanent overleg en samenwerking.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Project- en programmamanagement. - Personeels- en financieel management, inclusief prestatie- en risicomanagement. - Programma-implementatie. - Sociale en culturele diversiteit. - Kwaliteitsbewaking, monitoring en procesevaluatie. - Wijkgerichte gezondheidsbevordering met inbegrip van empowerment, participatie en capaciteitsontwikkeling. Vaardigheden in: - Toepassen van participatieve implementatiemethoden. - Gebruik van instrumenten van project- en programmamanagement - Management van financiële en personele inzet. - Samenwerking in teams. - Samenwerking met doelgroepen/wijkorganisaties en met relevante actoren en partners. - Monitoring en procesevaluatie.
8.5 Controleren van de kwaliteit van het implementatieproces in relatie tot de overeengekomen doelen en doelstellingen.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
Indicatoren 8a. Kan middelen en materialen ontwikkelen en testen voor specifieke activiteiten voor gezondheidsbevordering met inbegrip van participatieve implementatiemethoden en rekening houdend met culturele diversiteit en empowerment. 8b.Kan de personele en financiële middelen vaststellen voor de implementatie van specifieke activiteiten en toont aan verantwoordelijkheid te nemen voor inzet van personeel en/of budget. 8c. Kan relevante actoren en partners onderscheiden die van belang zijn voor de specifieke activiteit voor gezondheidsbevordering, en toont aan hoe samenwerking wordt ontwikkeld en onderhouden. 8d. Kan bepalen welke informatie nodig is om de kwaliteit van het implementatieproces te monitoren, en laat zien hoe deze wordt verzameld, geanalyseerd en toegepast om de kwaliteit te handhaven.
23
9. Onderzoek en evaluatie. Gebruiken van passende evaluatie- en onderzoeksmethodieken om, in samenwerking met relevante actoren, het bereik, invloed en effectiviteit van activiteiten voor gezondheidsbevordering te bepalen. Competentie onderdelen 9.1 Identificeren en toepassen van geschikte evaluatie- en onderzoeksmethoden. 9.2 Integreren van evaluatie als onderdeel van de planning en implementatie van activiteiten voor gezondheidsbevordering. 9.3 Gebruiken van evaluatieresultaten om activiteiten voor gezondheidsbevordering aan te passen en te verbeteren. 9.4 Gebruiken van onderzoek en op onderzoek gebaseerde strategieën om de praktijk te informeren. 9.5 Bijdragen aan de ontwikkeling en verspreiding van evaluatie en onderzoek.
Kennis & Vaardigheden Kennis van: - Evaluatie- en onderzoeksmethoden. - Formatieve en summatieve benadering. - Kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. - Data interpretatie en statistische analyse. - Wetenschappelijke basis van gezondheidsbevordering. Vaardigheden in: - Toepassen van uiteenlopende onderzoeksmethoden en instrumenten. - Formuleren van adequate onderzoeksvragen. - Kritisch beoordelen van literatuur. - Het opstellen van onderzoeksrapporten en onderzoeksresultaten effectief en op passende wijze communiceren. - Samenwerken met relevante actoren, doelgroepen en onderzoekers.
Competentieprofiel_functie_GB&P_juni_2012_LIversie
Indicatoren 9a. Kan geschikte onderzoeksmethoden op voor specifieke gezondheidsbevorderende activiteiten identificeren. 9b.Kan onderzoeksliteratuur beoordelen en kan wetenschappelijk bewijs en/of wetenschappelijke richtlijnen in de planning en implementatie van gezondheidsbevordering integreren. 9c. Kan complexe data analyseren en beoordelen inclusief statistische informatie over specifieke activiteiten voor gezondheidsbevordering. 9d. Kan laten zien op welke wijze evaluatie- en monitorresultaten gebruikt worden om activiteiten voor gezondheidsbevordering aan te passen en te verbeteren. 9e. Kan over onderzoeksresultaten rapporteren en onderkent de implicaties ervan voor relevante actoren en doelgroepen; en draagt bij aan publicaties in vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften.
24