COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
Peter Cras Hans van Nieuwkerk
COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF
INHOUDSOPGAVE de INTRODUCTIE
- pagina 3
het PROGRAMMA 1. Proeftuinen en experimenten 2. Invoeringsarrangement 3. Implementatierapportage 4. De meerwaarde 5. Het draagvlak 6. Internationalisering
- pagina 4 - pagina 5 - pagina 5 - pagina 6 - pagina 6 - pagina 7 - pagina 7
Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
2
COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF
de INTRODUCTIE Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de beide processen even treffend als bondig geformuleerd. Er is sprake van: Een proces van herontwerp van de kwalificatiestructuur: de oude kwalificaties worden vervangen door een samenhangende set van nieuwe, competentiegerichte kwalificaties; Een proces van herontwerp van het mbo: de oude opleidingen worden vervangen door een netwerk van nieuwe. Het beleidsplan van het procesmanagement herontwerp mbo geeft een, algemeen geaccepteerde, beschrijving van de reikwijdte en de doelstellingen van het proces van herontwerp mbo. Het proces van herontwerp van de kwalificatiestructuur voorziet in een nieuw fundament onder het middelbaar beroepsonderwijs, waarvan de beroepspraktijkvorming een van de dragende bestanddelen vormt. Kwalificatieprofielen zijn als het ware programma’s van eisen geformuleerd in competenties en gebaseerd op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. En geven tevens aansluiting op de kwalificaties van het vmbo alsmede op de vraag vanuit het hoger beroepsonderwijs. De onderwijsinstellingen maken op basis van de programma’s van eisen opleidingen. Zij zijn verantwoordelijk voor programmering, inrichting en examinering van het onderwijs. Elk van de processen heeft een eigen inhoud, dynamiek, doelstellingen en omgeving. Tegelijkertijd zijn ze onderling verbonden. Immers: Zonder een kwalitatief hoogwaardig fundament, is het moeilijk te ontwerpen; Ontwerpen zonder de vraag van de arbeidsmarkt te kennen is eveneens een hachelijke onderneming; De onderlinge verbinding en samenhang illustreert de noodzakelijke interactie tussen de wereld van de school en de wereld van arbeidsmarkt en samenleving. Kwalitatief hoogwaardige beroepspraktijkvorming vereist binnen de figuur van competentiegericht beroepsonderwijs co-producties tussen onderwijsinstellingen, kenniscentra beroepsonderwijs, bedrijfsleven en arbeidsmarktpartijen. In lijn met bovenstaande procestypering heeft zowel het procesmanagement kwalificatiestructuur als het procesmanagement herontwerp mbo een eigen verantwoordelijk, opdracht en opdrachtgever. Tegelijkertijd hebben ze vanwege de geschetste samenhang en verbinding een gemeenschappelijk speelveld. Het gemeenschappelijk procesmanagement kent dus een eigen taakstelling en verantwoordelijkheid die voortvloeien uit de bovengeschetste inhoudelijke en bestuurlijke verbindingen. En rapporteert bijgevolg aan de Stuurgroep Competentiegericht Beroepsonderwijs en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
3
COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF
het PROGRAMMA 1. Proeftuinen en experimenten Context De eerste serie proeftuinen is in 2004 gestart. Het activiteitenplan 2004 alsmede het plan van aanpak “Proeftuinen in bedrijf” geven een beschrijving van de doelstellingen van de proeftuinen. Reden waarom het procesmanagement kortheidshalve naar de inhoud van genoemde documenten verwijst. De stuurgroep competentiegericht beroepsonderwijs heeft in zijn brief van 6 december 2004 aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op onderdelen een precisering gegeven op hetgeen is vastgelegd in het advies “Tijdens verbouwing geopend” van mei 2004. Voor wat betreft de proeftuinen zijn daarbij de volgende punten van belang: Er is sprake van een ontwikkelingsproces in ieder geval voor de periode 2004/2007; De eerste “generatie” kwalificatieprofielen zijn startdocumenten; Vaststelling door de Minister vindt vooralsnog telkens voor een jaar plaats; Werkende weg worden kwalificatieprofielen op basis van de opbrengsten van de proeftuinen verder ontwikkeld en vervolmaakt. Werkende weg wordt de beroepspraktijkvorming voorzien van een vorm en inhoud die is toegesneden op competentiegericht beroepsonderwijs. Voor wat betreft de juridische basis is voorzien in een experimenteerartikel in de Wet Educatie Beroepsonderwijs vanaf augustus 2005, dat de huidige ministeriële regeling vervangt. Activiteiten Start van nieuwe experimenten vanaf augustus 2005, waarbij nieuwe kwalificatieprofielen worden ingezet en wellicht ook kwalificatieprofielen die al een revisie hebben ondergaan. Het procesmanagement gaat er vanuit dat bij deze nieuwe ronde op hoofdlijnen dezelfde procedures, richtlijnen en voorschriften aan de orde zijn zoals vastgelegd in de huidige ministeriële regeling. Het procesmanagement gaat er tevens vanuit dat de periode van voorbereiding, indiening van aanvragen, beoordeling ervan en de berichtgeving naar de onderwijsinstellingen voor 1 juli 2005 is afgerond. Het managen van de huidige proeftuinen en de nieuwe experimenten respectievelijk proeftuin – en experimentclusters; Het toezicht houden op een adequate uitvoering van het evaluatieonderzoek zoals dat door CINOP wordt uitgevoerd;
Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
4
COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF
Het opstellen en uitbrengen van rapportages op basis van de opbrengsten van de poeftuinen. Het gaat daarbij om: • Een rapportage over de globale bevindingen van de instellingen bij de invoering van competentiegericht beroepsonderwijs; • Een rapportage dan wel deelrapportages over de kwaliteit van de kwalificatieprofielen; • Een rapportage, waarin specifieke thema’s worden beschreven zoals die zijn opgenomen in het document “Proeftuinen in bedrijf”. 2. Invoeringsarrangement Context Het procesmanagement gaat op basis van de bestuurlijke gemaakte (intentionele) afspraken uit van het volgende invoeringsregime: Periode 2004 tot in ieder geval 2007 is een fase van ontwikkeling; De focus voor wat betreft de definitieve invoering is gericht op augustus 2007; Onderwijsinstellingen die dat willen hebben de mogelijkheid vanaf augustus 2006 definitief in te voeren vermits de vereiste randvoorwaarden daarvoor aanwezig zijn; Elke onderwijsinstelling begint in 2006 in beginsel met een opleidingsgebied; Onderwijsinstellingen die dat willen, kunnen in augustus 2008 definitief invoeren respectievelijk hun invoeringsarrangement afmaken. Bij zowel de fase van ontwikkelingsproces als die van de definitieve invoering gaat het om processen met een grote reikwijdte en een hoge complexiteitsgraad. Reden voor de Stuurgroep in samenspraak met het Ministerie te kiezen voor een arrangement, dat zorgvuldigheid koppelt aan slagvaardigheid. Als uitwerking van genoemde bestuurlijke afspraken is voorzien in de productie en oplevering van een beknopt invoeringsplan per onderwijsinstelling in het najaar van 2005. Dit plan geeft inzicht in de invoeringsstrategie van de betreffende instelling en geeft op sectorniveau een beeld van de ontwikkelingen zoals die zich in de periode 2006/2008 zullen manifesteren. Daarmee ontstaat voor alle partijen een transparant beeld van een complex proces van invoering. De invoeringsplannen van de onderwijsinstellingen zijn immers mede bepalend voor de invoeringsroute en de condities ervan. Activiteiten Het opstellen van een “programma van eisen” voor het invoeringsplan; Het verzorgen van de communicatie naar de onderwijsinstellingen over inhoud, doel en beoogde opbrengsten van het invoeringsplan; Het managen van distributie, registratie en bewerking; Het verzorgen van een rapportage met aanbevelingen ten behoeve van de bestuurlijke partijen.
Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
5
COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF
3. Implementatierapportage Context Zoals eerder is beschreven voorziet de huidige set van bestuurlijke afspraken de definitieve invoering in de periode 2006/2008. Het is van belang dit proces goed in kaart te brengen en te houden. Dit zowel voor de onderwijsinstellingen als de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven. En voor toeleverend onderwijs, afnemend onderwijs, de arbeidsmarkt, de maatschappelijke omgeving en de verantwoordelijke bestuurlijke partijen. Het proces levert samen met de opbrengsten van “De regio aan zet” ongetwijfeld waardevolle inhoudelijke en beleidsinformatie op. De laatstgenoemde informatie onder meer voor het proces van wetgeving. Dit onder de noemer “inhoud stuurt wetgeving”. Het procesmanagement is daarbij van oordeel, dat gelet op de reikwijdte van de herontwerpprocessen ook de implementatie van systeemaspecten bezien moet worden. Immers de modernisering en vernieuwing van het middelbaar beroepsonderwijs vereisen een systeem dat daarop is toegesneden. Anders gezegd: realisatie van de doelstellingen van de beide herontwerpprocessen in combinatie met die van Koers BVE 2 “De regio aan zet” noodzaken tot herijking en modernisering van het systeem. Het procesmanagement stelt zich voor te werken met een cyclus van beknopte en transparante tussenrapportages en als afronding in 2008 met een eindrapportage. Het geheel zal een beeld geven van de resultaten, voorzien in aanbevelingen en een schets van toekomstverwachtingen na 2008. Activiteiten opstellen van een plan van aanpak rapportage cyclus in samenspraak met de stuurgroep en het ministerie; start in het najaar van 2005 met de rapportage over het invoeringsarrangement. 4. De meerwaarde Context De processen van herontwerp moeten resulteren in nieuwe, betere, sterkere verbindingen met arbeidsmarkt, samenleving, toeleverend en afnemend onderwijs. Voor de buitenwereld is echter dikwijls niet duidelijk dan wel in onvoldoende mate welke processen zich binnen de onderwijsarena afspelen. Laat staan dat men zicht heeft op de beoogde opbrengsten. Anders gezegd: “de meerwaarde voor het eigen bedrijf”. Het procesmanagement herontwerp mbo besteedt in zijn activiteitenplan veel aandacht aan communicatie met de buitenwereld. Gelet op de geschetste verbinding die er tussen de beide processen van herontwerp bestaat zal het procesmanagement ook als gemeenschappelijk team communicatie activiteiten ontwikkelen. Focus is daarbij met name gericht op het bedrijfsleven zowel het georganiseerd bedrijfsleven als bedrijven zelf.
Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
6
COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF
Activiteiten het verzorgen van presentaties, publicaties en bijeenkomsten gericht op het informeren van de arbeidsmarktpartijen waarbij zowel de rol van de bedrijven als de beoogde meerwaarde gecommuniceerd wordt. 5. Het draagvlak Context De stuurgroep kwalificatiestructuur heeft in juni 2004 het advies “Tijdens verbouwing geopend” aangeboden aan de staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Vervolgens heeft de stuurgroep competentiegericht beroepsonderwijs, de opvolger van de eerder genoemde stuurgroep, in zijn brief van 6 december 2004 aan de staatssecretaris op een aantal thema’s een nadere precisering uitgewerkt van de hoofdlijnen zoals vastgelegd in genoemd advies. De staatssecretaris tenslotte heeft zijn beleidsreactie op het advies “Tijdens verbouwing geopend” op 21 december 2004 toegestuurd aan de Tweede Kamer. In deze beleidsreactie geeft hij aan om in de tweede helft van 2005 met een volgende beleidsreactie te komen. De inhoud van genoemde documenten geeft aan dat de herontwerpprocessen weliswaar goed “in de rails staan”, maar dat nog een in inhoudelijk opzicht fors traject moet worden afgelegd. Daarbij behoort draagvlak en actieve participatie van alle direct betrokken actoren: onderwijsinstellingen, kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, arbeidsmarktpartijen en de brancheorganisaties. Wat de laatstgenoemde groep betreft gaat het zowel om de onderwijs als om de marktorganisaties. Activiteiten Het procesmanagement herontwerp mbo en het herontwerp kwalificatiestructuur werken zowel vanuit de eigen opdracht als de gemeenschappelijke aan verdere vergroting van het draagvlak en aan verdere intensivering van de actieve participatie. Het procesmanagement zet daarvoor een set van gerichte acties en activiteiten in. Aanjagen, stimuleren, netwerken verbinden, promoten vormen de rode draad. Presentaties, bezoeken, gesprekken, lezingen, adviezen, publicaties, nieuwsbrieven, facilitering van kennisontwikkeling – en verspreiding maken deel uit van het uit te voeren programma. 6. Internationalisering Context De beleidsdirectie BVE heeft in het kader van het Nederlandse voorzitterschap in oktober en december in respectievelijk Scheveningen en Den Haag EU conferenties georganiseerd. Duidelijk is dat op Europees niveau er geen enkele twijfel is over de noodzaak van de processen van herontwerp. In tegendeel. Eveneens hebben partijen gewezen op de noodzaak om, vanwege sociaal – en economische redenen de beleidsvoornemens ten aanzien van een leven lang leren daadwerkelijk te operationaliseren. Gelet op de intensivering van de samenwerking op het gebied van middelbaar beroepsonderwijs en beroepsgerichte
Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
7
COMPETENTIEGERICHT BEROEPSONDERWIJS IN SCHOOL EN BEDRIJF
volwasseneneducatie op Europees niveau is tussen de beleidsdirectie BVE van het Ministerie van OCW en het procesmanagement afgesproken, dat de oriëntatie op internationale ontwikkelingen verbreed en geïntensiveerd moet worden. Meer in het bijzonder gaat het daarbij om het European Framework. Het procesmanagement werkt daarbij nauw samen met het Colo en de Bve Raad. Activiteiten Deelname aan relevante (internationale) conferenties; Organisatie van en deelname aan enkele studiereizen, waarbij in ieder geval Ierland en Denemarken op het programma staan; Het realiseren van afstemming ten aanzien van de vier EU-actielijnen: European Qualifications Framework (EQF), European Credittransfer in VET (ECVET), Quality Assurance en Europass; Vormgeving van de internationale dimensie in beroepsopleidingen in Nederland i.c. Europees burgerschap, toerusting voor het internationale dienstenverkeer alsmede het realiseren van een referentiedocument op dit vlak; Het plegen van deskresearch en het rapporteren over de bevindingen; Het verzorgen van adviezen en publicaties.
Beleidsplan gemeenschappelijk procesmanagement 2005
8