Beknopt verslag van de openbare vergadering van de commissie Ruimte op donderdag 21 oktober 2010 vanaf 19.30 uur in vergaderruimte 1.44/1.45, stadhuis Waalwijk
Aanwezig Voorzitter
de heer J. van Baardwijk
Griffier
de heer G.H. Kocken
Commissieleden
de heer J.G. van Dinther de heer A. van Hamond de heer C. Kuijten de heer Waarts de heer N. Hooijmaijers mevrouw A. Çölkusu de heer F.P.M. Simon mevrouw D. Odabasi-Seker de heer J. Broeders de heer P. den Hollander de heer L. van Helden de heer R.A.A. Tiemstra
LokaalBelang LokaalBelang VVD VVD CDA PvdA PvdA GroenLinksaf Werknemersbelang D66 Christen Unie SGP
Portefeuillehouders de heer mr. M. van Dongen Namens de ambtelijke organisatie: de heer A.Vriens de heer W. Ebbers de heer J. van Roessel Notulist
notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig
1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. Hij meldt het feit dat de heer Tiemstra de heer Klop vervangt en dat de heer Damen wegens ziekte verhinderd is. 2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Vaststelling verslag van de commissie Ruimte op 23 september 2010 Het verslag van de vergadering van 23 september 2010 wordt ongewijzigd vastgesteld.
Commissie Ruimte, 21 oktober 2010
Pagina 1
Concept raadsvoorstellen 4. (CR1) Organisatie Welstand 2011 De voorzitter geeft de commissie gelegenheid te reageren in eerste termijn. Den Hollander merkt op dat hij zich kan voorstellen dat er afgeslankt wordt, maar het stuk ademt niet meer dan dat. Het gaat niet over het bereiken van een betere kwaliteit. Wel zit er een voordeel in voor burgers. Hij mist voorts een vergelijking tussen de afgeslankte commissie en een stadsbouwmeester. Een stadsbouwmeester zou naar zijn mening meer nog dan een commissie goed kunnen letten op alles wat zich op het gebied van ruimte in de gemeente voordoet. Een stadsbouwmeester zou ook samen met de gemeente Loon op Zand gedeeld kunnen worden. Hij zou graag meer willen horen van de wethouder over het niet kiezen voor een stadsbouwmeester. Simon
merkt op dat het proces transparanter wordt gemaakt en voor bewoners aantrekkelijker. Als het besluit genomen is moet er ook stringenter gehandhaafd worden. RO en handhaving botsen wat tegen elkaar op. Mensen die in een monument wonen worden wel eens geconfronteerd met zeer gedetailleerde voorschriften. Hij vraagt of het minder rigide kan. Hij vraagt enige uitleg over de samenwerking met de organisatie. Als de commissies samengevoegd worden, kunnen die afdelingen dan niet ook samengevoegd worden? Verder vraagt hij uitleg over de integrale benadering. Naar aanleiding van pagina 4 van het stuk noemt hij welstandsvrij en onder mandaat; als hiertoe besloten wordt, moeten de raadsleden zich ook realiseren dat zij hierin geen zeggenschap meer hebben. Bij de beoordeling van de keuzemogelijkheden op pagina 5 vraagt hij aandacht voor de markering neutraal bij kwaliteit advies en informeert hij of er mogelijkheden zijn om die kwaliteit te verbeteren door het inhuren van externen. Het wordt transparant voor de aanvragers en de raadsleden en er komen minder regels. Er moet wel gezorgd worden voor goede adviezen.
Kuijten
sluit aan bij de inbreng van de heer Den Hollander; het onderdeel stadsbouwmeester is onvoldoende duidelijk geschetst. Het financiële deel kan hij niet doorgronden; hij noemt de externe kosten en de structurele besparing en vraagt om een nadere toelichting.
Van Helden
merkt op dat het stuk veel afkortingen bevat; hij zag die graag verduidelijkt. De opmerking minder te regelen waar het kan en centraal waar het moet vindt hij nogal vanzelfsprekend. Wat kan de raad daarmee? Bij pagina 6 noemt hij het aanspreekpunt vanuit de organisatie dat naar zijn mening al bij de WAbo is geregeld. Hij merkt op dat de besluitvorming voor 1 januari 2011 moet zijn afgerond en dat er dan ook mensen aangetrokken moeten zijn. Hij informeert of dat wel haalbaar is, dan wel of dit al in gang is gezet.
Hooijmaijers complimenteert de opsteller van het stuk. Hij vraagt of de inwoners meer gelegenheid krijgen om bezwaar te maken. Wat is de reden dat 5 van de 6 leden van de commissie niet herkiesbaar zijn? Odabasi
merkt op dat het huidige beleid goed werkt, waarom is er behoefte aan verandering en wat zijn de directe gevolgen ervan? Wat zien we ervan terug? Er wordt om minder middelen gevraagd; gaat dat niet ten koste van de kwaliteit? Wat betreft het welstandsvrije achtererf gebied informeert zij om hoeveel situaties het daarbij gaat.
Commissie Ruimte, 21 oktober 2010
Pagina 2
Van Dongen licht de aanleiding voor dit voorstel toe en noemt de evaluatie van twee jaar geleden van het functioneren van de RKc. Dat gaf geen aanleiding tot ontevredenheid, maar er zijn wel aanbevelingen gedaan. Inmiddels is de Wabo in werking getreden waardoor een aantal bouwactiviteiten vergunningvrij wordt. De wettelijke termijn van 5 van de 6 leden van de commissie expireert en herbenoeming is niet aan de orde. Er moet ook bezuinigd worden. Ook is het streven deregulering. In essentie komt het erop neer dat de gemeente de burger een grotere vrijheid geeft aan de achterkant van de woningen zolang de openbare kwaliteit niet aan de orde is. Van het huidige aantal aanvragen, ongeveer 200, zullen er ca. 70 vrij worden van welstandstoetsing. Dus meer vrijheid van handelen voor de burger. Beperkingen zijn aangebracht voor het bouwen in de tweede bouwlaag. Kleinere wijzigingen aan de voorkant kunnen in mandaat (en dus snel) afgewerkt worden. Het is in zekere zin een compromis. Het voorstel om de Rkc af te slanken is voornamelijk ingegeven door financiële omstandigheden. Inschakelen van een externe commissie zou ruim € 23.000 kosten; dat moet uit de apparaatskosten terugverdiend worden. Aan de financiële taakstelling wordt voldaan. Met de afslanking wordt de kwaliteit geen geweld aangedaan. Er blijven vier gekwalificeerde leden in de commissie. Waarom geen stadsbouwmeester; los van de financiële argumenten wordt daarmee maar één discipline in huis gehaald, terwijl in de commissie verschillende deskundigheden bij elkaar zitten en er sprake is van intersubjectivering. Dat leidt tot een meer evenwichtig en afgewogen advies. Een stadsbouwmeester zie je overigens met name in grote steden. Het college ziet die behoefte niet. Het wordt wel transparanter; een paar jaar geleden zijn al waarborgen in de wet ingebouwd. De burger kan de bespreking van zijn bouwplan bijwonen. Het college kan altijd afwijken van een advies als daar gegronde redenen voor zijn maar dat gebeurt in de praktijk zelden. Minder rigide; als er al 70 vrijvalt dan is dat al bereikt. Men wil zeker niet bevoogdend zijn maar het gaat wel om een kwaliteitsbeoordeling. Het financiële gedeelte is inderdaad lastig. Twee keer € 29.000 wordt gehaald, maar de interne organisatie moet € 23.000 terugwinnen. De eerste twee jaar gebeurt dit ten laste van het vacaturevoordeel. De vergunningenafdelingen moeten goed samenwerken. Vergunning en handhaving heeft meest te maken met beeldkwaliteitscommissie en de afdeling RO met de ruimtelijke plannen. Onderlinge synergie zal nog verbeterd kunnen worden. Tussen de afdelingen zijn al goede werkafspraken gemaakt. Beoordeling kan vrij snel gedaan worden. Er moet niet meer geregeld worden dan nodig. Als de raad dit voorstel volgt dan moeten er nog twee externe leden bij en het streven is erop gericht om deze voor 1 januari aan te trekken. Als het besluit is genomen moet er ook goed gehandhaafd worden. Het wil niet zeggen dat je niet eens een keer kan afwijken maar dat moet dan wel duidelijk gemaakt worden. De voorzitter geeft gelegenheid voor een tweede termijn Kuijten
merkt op dat de financiën hem nog niet helemaal duidelijk zijn. De externe kosten nemen toe met € 23.450 terwijl er € 34.000 bespaard wordt. Hij komt dan aan een bezuiniging van ongeveer € 10.000. Graag een nadere toelichting. Hij vindt de besparing ook niet erg veel.
Simon
merkt op dat er enige spanning is tussen de twee organisatieonderdelen REC en OBOR; hij vraagt waar de wethouder de verbetering dan ziet. Met betrekking tot de achtergebieden van panden die welstandsvrij worden zegt hij dat buren daar wel eens problemen mee kunnen hebben. Daar moet een
Commissie Ruimte, 21 oktober 2010
Pagina 3
praktische oplossing voor gevonden worden. Bij keuzemogelijkheid 3 heeft hij nog gevraagd naar de kwaliteit van het advies. Broeders
zegt met betrekking tot het mandaat dat hij hoopt dat dit niet leidt tot ambtelijke willekeur.
Den Hollander vraagt naar nieuwe argumenten om niet te kiezen voor de stadsbouwmeester. Hoe denkt het college toezicht te kunnen houden en conflicten tussen buren te voorkomen? Argumentatie tegen de stadsbouwmeester vindt hij niet in het stuk terug. Argument inzake het aantal disciplines overtuigt hem niet want een stadsbouwmeester zal ook deskundigheid op meerdere disciplines hebben. In Helmond heeft een stadsbouwmeester veel goeds gedaan. Heeft de wethouder al leden aangezocht voor de nieuwe commissie? Is er nog een vrije keus mogelijk? Hij vraagt ook een reactie op zijn suggestie om samen met Loon op Zand een stadsbouwmeester aan te trekken. Van Dongen licht toe dat de rekenkamercommissie inhoudelijk meer kan adviseren. Er zal geen sprake zijn van ambtelijke willekeur want betrokkene zit ook in de beeldkwaliteitscommissie en kan ook terugkoppelen. Desgevraagd zegt hij dat bij simpele gevallen aan het loket al ja of nee gezegd zal kunnen worden. Bij een negatief oordeel moet dat beargumenteerd worden aan de hand van de welstandsnota. Vervolgens is het mogelijk om tegen de weigering van de bouwvergunning in beroep te gaan. Simon
noemt de verruiming van het mandaat en zegt dat een negatief antwoord transparant moet zijn. De kwaliteit van het advies moet niet neutraal zijn maar moet verbeterd worden.
Van Dongen licht toe dat dit ook gebeurt. De aanvrager mag aan zijn geweigerde bouwvergunning niet zien of het advies van de RKc komt of van de ambtenaar. Ambtelijk wordt toegelicht dat het advies wel goed kan zijn maar het gaat in het overzicht om de onderlinge verhouding naar de kwaliteit. Ook wordt aangegeven dat de welstandsnota gewijzigd zal worden. De toetsingscriteria zullen daarin ook moeten worden aangegeven. Van Dongen geeft aan dat burenconflicten kunnen ontstaan als er vergunningvrij gebouwd mag worden. Dat is een keus van de rijksoverheid. De organisatie vergunning en handhaving, RO en OBOR; er zijn goede werkafspraken gemaakt. De manier waarop de adviezen van de RKc naar de afdeling RO gaan; de afdeling betrekt die bij de advisering aan het college. Je zou wat scherper kunnen aangeven wat de RKc heeft gezegd en wat de afdeling heeft gezegd. Simon
zegt dat je dan ook kunt bezuinigen op ambtenaren.
Van Dongen zegt dat dit de interne reorganisatie raakt. Hij licht toe dat de procedures mogelijk aangescherpt kunnen worden maar het is niet zo maar te doen om die afdelingen bij elkaar te voegen. Simon
noemt als voorbeeld een kwestie waar twee besluiten zijn gevallen en waar de zaak twee maal voor de rechter geweest is. Hij vraagt om strikte handhaving.
Commissie Ruimte, 21 oktober 2010
Pagina 4
Van Dongen licht toe dat in de matrix de verschillende varianten vergeleken zijn; het kostenaspect weegt zwaar maar ook de objectivering van het advies. Kuijten
vraagt of de stadsbouwmeester ook alle gewenste disciplines in zich heeft.
Van Dongen licht toe dat vijf mensen meer weten dan één; er kan natuurlijk een uitzondering zijn. Als je zou kiezen voor een bouwmeester dan zou je kunnen kijken naar samenwerking met een andere gemeente. Kuijten
zegt dat er voorheen op dit gebied samengewerkt werd met veel andere gemeenten.
Den Hollander zegt nogmaals dat een stadsbouwmeester vanuit zijn multidisciplinaire aanpak een belangrijke bijdrage kan leveren, die misschien ook wel tot kostenbesparingen zou kunnen leiden. Van Dongen zegt dat een stadsbouwmeester minder onafhankelijk is want hij is in loondienst bij de gemeente. Het belangrijkste argument dat tegen een stadsbouwmeester pleit is de kwaliteitsborging. Broeders
vraagt wanneer het reclamebeleid in de raad aan de orde komt.
Van Dongen antwoordt dat dit volgend jaar gebeurt. Ambtelijk
wordt verwezen naar een boekje over de stadsbouwmeester of stadsarchitect dat ter inzage heeft gelegen. Het gaat hier meer om de verbinding vanuit de ruimtelijke ordening. De onafhankelijkheid is wel in het geding. In de wet is vermeld dat het een onafhankelijke commissie moet zijn. Met betrekking tot de financiën wordt uitgelegd dat er 2 keer € 29.000 bezuinigd moet worden. Dat gebeurt door externe kosten te verminderen maar ook door interne kosten terug te brengen. Over twee jaar kunnen de ambtelijke kosten uitgewisseld worden met de vacatureruimte.
Kuijten
merkt op dat raadsleden altijd geconfronteerd worden met dezelfde vragen uit de burgerij; hij hoort altijd dat vergunningverlening zo traag verloopt. Het wordt nu eenvoudiger en efficiënter; wordt de druk op de afdeling dan ook minder?
Den Hollander vraagt of er al nieuwe leden voor de commissie in beeld zijn. Van Dongen zegt dat deze pas na groen licht van de raad leden gezocht worden. De Wabo verplicht tot afdoening van aanvragen binnen acht weken. De voorzitter informeert of het voorstel geagendeerd moet worden als A-stuk of B-stuk. Alles fracties met uitzondering van D66, die hierover nog wil nadenken, menen dat het een A-stuk kan worden. 5. (CR2) Intrekken verordening VROM Starterslening De voorzitter geeft de commissie gelegenheid te reageren in eerste termijn. Hooijmaijers meent dat er weinig keus is, omdat Rijk en Provincie hierin snijden. Hij vraagt hoe een aantal woningeigenaren nog ondersteund kan worden. Odabasi
merkt op dat in de stukken staat dat het college hiertoe heeft besloten en vraagt waarom het dan nog hier op tafel komt. Tilburg heeft ervoor gekozen om de starterslening te verlagen waardoor toch mensen geholpen kunnen worden. Zij zou jammer vinden om ermee te stoppen. Zijn er nog
Commissie Ruimte, 21 oktober 2010
Pagina 5
mogelijkheden om met de duurzaamheidslening te schuiven in de richting van de starterslening? Daar is geen plafond bij. Zij zou graag geld overhevelen en de starterslening in stand houden. Zij informeert hoeveel mensen er gebruik van maken en vraagt naar een evaluatie. Van Hamond zegt dat het besluit met terugwerkende kracht genomen moet worden en vraagt of er nog mensen tussen wal en schip vallen. Hij vraagt ook naar de evaluatie en informeert of de terugbetaling van de leningen goed verloopt. Simon
sluit zich aan bij de vraag inzake de terugwerkende kracht.
Den Hollander begrijpt de redenering wel. De lening heeft een revolverend karakter. Wat gebeurt er met de teruglopende gelden? Blijft er dus nog jarenlang geld naar het duurzaamheidsfonds gaan? Hij heeft ooit de suggestie gedaan om miniwindmolens beschikbaar te stellen. Met het budget van € 534.000 zouden er 100 aangeschaft kunnen worden. Van Dongen wijst op het feit dat de raad bij de woonvisie een besluit heeft genomen in 2009 over energiebesparende maatregelen. Hij noemt het stimuleringsfonds van € 2,2 mln. Dat bedrag heeft de gemeente permanent ter beschikking voor leningen die weer terugbetaald worden. Later kwam de mogelijkheid voor startersleningen; als de gemeente 25% van de lening zou verstrekken, zouden Provincie ook 25% bijdragen en het Rijk 50%. Dat was interessant. Toen is besloten om zes ton uit de € 2,2 mln. terug te ploegen naar de starterslening. Toen is ook gezegd dat als Rijk en Provincie hiermee zouden stoppen, bekeken zou worden of de gemeente hiermee wel door zou kunnen gaan. De regering heeft een motie op dit gebied naast zich neergelegd. Er is vijf ton beschikbaar. Die zouden ingezet kunnen worden voor leningen, maar het aantal is dan beperkt, 15 leningen. Dat is te weinig om de regeling zinvol te laten zijn. De vraag is ook of de behoefte aan startersleningen nog wel zo groot is als een aantal jaren geleden. Toen ging het om woningen tot twee ton en een bepaald inkomen. Nu zijn de woningen in prijs gedaald. De bedoeling was altijd om de echte starters de kans te geven om iets te kopen en dat is nu gemakkelijker geworden. Er gebeurt ook al veel op dit gebied. De wethouder noemt CPO projecten en het feit dat er flink wat woningen van de corporaties op de markt komen. Alles afwegend vindt het college het beter de vijf ton weer bij het bedrag voor duurzaamheidsleningen te voegen. Dat is korter geld en komt eerder terug en er kan ook een grotere groep mee bediend worden. Het gaat ook niet alleen meer om huurlasten maar om woonlasten. De wethouder denkt niet dat de regeling windmolens mogelijk maakt, want het gaat daarbij om voorzieningen in de woning. Den Hollander zegt dat de € 2,2 mln. via een bepaalde systematiek moest worden toegekend. Maar nu zou die € 534.000 daar wel voor gebruikt kunnen worden. Hij zal los van dit voorstel nog eens wat argumenten aandragen om zoiets als windmolens een keer te doen. Hij zou daar graag nog eens over spreken. Van Dongen
licht toe dat er vanaf 2008 22 startersleningen zijn verstrekt.
Odabasi
merkt op dat de koopsubsidieregeling inmiddels ook is beëindigd. De starterslening werd vooral gebruik voor woningen tussen € 165.000 en twee ton. Mensen die alleen zijn kunnen nu via koopgarant van Casade kopen. Omliggende gemeenten hebben de keus gemaakt om de starterslening toch aan te bieden, waarom zou Waalwijk dat niet doen om mensen te helpen die dat nodig hebben?
Commissie Ruimte, 21 oktober 2010
Pagina 6
Simon
vraagt antwoord op de vraag over de terugwerkende kracht. Er zijn 22 leningen verstrekt, dus met het bedrag van nu kan toch nog een fors aantal mensen geholpen worden. Hiermee kan de woningmarkt een steuntje in de rug gegeven worden. Dat heeft ook met werkgelegenheid te maken.
Van Dongen licht toe dat toen het college overwoog de regeling in te trekken er aanvragen lagen die nog meegenomen zijn. Er zijn de afgelopen maanden geen nieuwe verzoeken ingekomen. Gekozen is voor de ingangsdatum van 1 september omdat ook VROM op die datum met de subsidie stopt. Simon
zegt dat voor het besluit genomen is, er al bekend gemaakt is dat er geen aanvragen meer gedaan kunnen worden. Hij vindt dat niet correct.
Odabasi
stelt dat zij uit de praktijk heeft vast kunnen stellen dat kopers door de gemeente zijn gewezen op het besluit om te stoppen van de regeling en verzoeken niet meer in behandeling zijn genomen.
Van Dongen geeft aan dat toen duidelijk was dat VROM ermee stopte, het college inderdaad gezegd heeft er ook mee te stoppen. Simon
vraagt welke waarde besluitvorming door de raad dan nog heeft.
Van Dongen antwoordt dat als de raad het er niet mee eens is, de regeling herleeft. Simon
vindt dat de raad hiermee geblameerd is.
Kuijten
vraagt of de Provincie ook per 1 september hiermee gestopt is.
Van Dongen antwoordt dat de Provincie doorgaat tot april 2011. Simon
merkt op dat gesteld wordt dat de gemeente meelift met een maatregel. De raad moet hierover een besluit nemen. Er is nog geld in het fonds aanwezig, maar in de zomer is al besloten dat hiermee niet door te gaan. De raad is in die zin zijn bevoegdheid ontnomen.
Van Dongen merkt op dat ervoor gekozen zou kunnen worden om een lager bedrag beschikbaar te stellen, zoals in Tilburg gebeurt, maar er kan slechts een beperkt aantal mensen geholpen worden. Destijds is ingestoken op de regeling vanwege de medefinanciering van Rijk en Provincie. De voorzitter informeert of het voorstel geagendeerd moet worden als A-stuk of B-stuk. De fracties van GroenLinks en PvdA geven aan dat het een B-stuk moet worden; de andere fracties zijn van mening dat het een A-stuk zou kunnen zijn. Het voorstel wordt geagendeerd als B-stuk. 6. Sluiting De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 21.30 uur.
Commissie Ruimte, 21 oktober 2010
Pagina 7