LV2007.22.1.1 blz 1/14
RAPPORT VAN DE
COMMISSIE VOOR CONTACT EN SAMENSPREKING MET ANDERE KERKEN DEEL: BUITENLAND
AAN DE LANDELIJKE VERGADERING VAN ZWOLLE 2007
INHOUD:
Pag.
1. Algemeen
2
2. De Églises Réformées Évangeliques Indépendantes de France
3
3. Die Gereformeerde Kerken In Suid Afrika
3
4. De Christian Reformed Church of North America
4
5. De Christian Reformed Churches of Australia
8
6. Contacten in Azië (Indonesië, India)
11
7. De Iglesias Reformadas de España
12
8. Diversen
13
9. Studiemateriaal
13
10. Aanbevelingen
13
LV2007.22.1.1 blz 2/14
1.
ALGEMEEN
1.1 Samenstelling van de commissie De sectie buitenland van de commissie voor contact en samenspreking met anderen kerken (CCS) bestaat uit vijf leden. Namen en taakverdeling zijn aangegeven in onderstaande tabel. naam Ds. Ds. Dr. Ds. Ds.
functie
P. J. S. H. A.W.
Busstra Horsman Huizinga van der Velde Vos
(Piet) (Han) (Sytze) (Henk) (Ton)
Zuid-Afrika Frankrijk Australië; voorzitter India/Indonesië N-Amerika; secretaris
jaar van aftreden 2007 2007 2007 2010 2010
Piet Busstra, Han Horsman, en Sytze Huizinga komen niet voor herbenoeming in aanmerking. In het rapport m.b.t. het binnenland wordt al aangegeven dat CCS met een voorstel voor benoeming van nieuwe commissieleden zal komen. 1.2 Besluit en opdracht van de LV Lelystad 2004 We geven hier het besluit van de Landelijke Vergadering van Lelystad 2004 en de opdracht aan de commissie weer (CCS Buitenland, code 22, agendapunt 78). De kerken, in Landelijke Vergadering bijeen, hebben dankbaar kennisgenomen van het rapport van de sectie Buitenland van de Commissie voor Contact en Samenspreking met andere kerken; en besluiten de commissie décharge te verlenen voor de verrichte werkzaamheden gedurende de verslagperiode. Zij dragen de Commissie op 1. contacten te blijven zoeken en onderhouden met Die Gereformeerde Kerke in Suid-Afrika, de Églises Réformées Evangéliques Indépendantes de France, de Vrije Kerken van Oost-Soemba, de Christian Reformed Churches of Australia, The Reformed Church of Japan, de Christian Reformed Church in North America, de Orthodox Presbyterian Church (VS), de Presbyterian Church in Korea en eventuele andere kerken van gereformeerd belijden.; 2. voort te gaan met het verstrekken van informatie over onze kerken aan belangstellenden via internet; 3. bezinningsmateriaal uit buitenlandse kerken toegankelijk te maken o.a. via Opbouw en internet voor onze kerken, voorzover dit materiaal voor de eigen discussie van belang kan zijn; 4. aan de kerken met het oog op de komende Landelijke Vergadering te rapporteren over haar werkzaamheden. 1.3 Vergaderingen De sectie buitenland vergaderde in de afgelopen verslagperiode (2004-2006) slechts enkele malen apart na de vergadering van de volledige commissie. Veelal werden zaken aangaande het buitenland behandeld in de vergadering van de volledige commissie. Daarnaast was er regelmatig contact via e-mail. In het vervolg van dit rapport zullen we de buitenlandse contacten die er geweest zijn en een aantal ontwikkelingen behandelen.
LV2007.22.1.1 blz 3/14
2.
DE ÉGLISES RÉFORMÉES ÉVANGÉLIQUES INDÉPENDANTES DE FRANCE
De "Union Nationale d' Églises Réformées Évangéliques Indépendantes de France" (EREI) vormt een kleine groep van kerken, die voornamelijk te vinden is in het Zuiden van Frankrijk. In 2006 werd de generale synode gehouden in Branoux, in de Cevennen. Han Horsman nam als afgevaardigde van de NGK deel. Er waren geen opmerkelijke zaken op de agenda en de synode, die overigens maar een paar dagen duurt, verliep in goede orde en in een goede sfeer. Er wordt centraal nagedacht over belangrijke onderwerpen. Zo is er een brochure verschenen over het huwelijk en alles wat daarbij hoort en er zijn verschillende onderwerpen, die theologisch doordacht zijn en aan de gemeenten worden aangeboden. Er zijn ook zorgen. De kracht is klein en de financiële verplichtingen zijn niet gering. Toch wordt er binnen dit kerkverband ook gedaan aan kerkplanting. Op deze synode werd een gemeente, die zo ontstaan was, officieel toegelaten tot de Unie. Een andere gemeente, in Lyon, ontstaan uit het samengaan van enkele groepjes is aspirant-lid geworden. Eén van de belangrijke besluiten was dat de naam van deze kerken wordt veranderd. De toevoeging 'indépendantes' (onafhankelijk) wordt geschrapt. Die toevoeging was nodig toen de kerken ontstonden in 1938 omdat ze niet wilden meegaan in de ERF. Ze mochten hun oude naam alleen met deze toevoeging blijven voeren. (vgl. de hersteld hervormden en indertijd 'art 31'). Merkwaardigerwijs maakte dit besluit veel emoties los. De nieuwe naam wordt vastgesteld op de volgende synode maar de meeste kansen maakt de naam "Union Nationale d' Églises Réformées Confessantes en France". De financiële situatie van de Theologische Faculteit in Aix-en-Provence blijft zorgen baren. Er is weer bezuinigd op het docentental. Ondersteuning vanuit Nederland, zowel met mankracht als financieel, blijft belangrijk. Deze steun krijgt gestalte in het werk van de SSGKF (Stichting Steun Gereformeerde Kerken in Frankrijk). Naast de NGK dragen bijv. de CGK bij. 3.
DIE GEREFORMEERDE KERKEN IN SUID AFRIKA
Met de Gereformeerde Kerken in Suid Afrika (GKSA), ook bekend als “Dopperkerken”, hebben we al een lange tijd een goede relatie. Dat is vooral belangrijk voor onze zendingskerken, die een onderdak vinden in dit kerkverband. In 2006 werd de synode gehouden, zoals gewoonlijk in Potchefstroom, waar men een groot Auditorium heeft, dat uitstekend voor dit doel geschikt is. Han Horsman was afgevaardigd namens de NGK. Er stonden verschillende belangrijke onderwerpen op de agenda. Zo stond de kwestie van vrouwelijke ambtsdragers ter discussie. De synode van 2003 had besloten dat vrouwen in het diakenambt konden worden bevestigd en op deze synode lag een meerderheidsvoorstel van de Deputaten om ook de ambten van ouderling en predikant open te stellen voor zusters. Maar er was een flink aantal bezwaarschriften tegen de vrouwelijke diaken ingediend en tijdens de bespreking bleek dat er ook grote weerstand bestond tegen openstelling van de andere ambten voor vrouwen. Uiteindelijk is het besluit van 2003 om vrouwelijke diakenen toe te laten om technische redenen weer ingetrokken (met een nipte meerderheid van stemmen). Men had namelijk ontdekt dat in 1988 bepaald was dat vrouwen geen ambtsdrager konden worden en er had dus eerst een voorstel moeten komen om dat besluit te herroepen. Zo is de zaak terug bij af. Er moet bij gezegd worden dat de buitenlandse kerken ook bijna allemaal tegen de vrouw in het ambt waren.
LV2007.22.1.1 blz 4/14
Onder andere deze kwestie toont aan dat er grote verschillen van inzicht bestaan. Een ander verschilpunt is dat van de psalmberijming. De oude berijming van Totius is zeer gedateerd en daarom is er een andere interkerkelijke berijming (Cloete) vrijgegeven. Daartegen leven bij een aantal gemeenten grote bezwaren. Toch is geen enkel bezwaarschrift tegen de psalmberijming gehonoreerd. Tijdens deze synode werd er ook een zusterkerkrelatie aangegaan met de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt in Nederland. De contacten daarover bestonden allang maar er kwam vaak iets tussen. Een flink aantal jaren geleden vormden onze kerken het struikelblok. De GKV wilde toen geen relatie aangaan met een kerk die een relatie had met ons. Gelukkig zijn die tijden voorbij. Ook de Vrije Gereformeerde Kerk in Zuid Afrika, dochter van de GKV heeft nu banden met de Dopperkerken. De indruk bestaat dat deze kerken zich meer en meer bewust worden van hun verantwoordelijkheid voor het continent. Zo zijn er bemoedigende contacten met kerken in Kongo en andere Afrikaanse landen. Ook is er aandacht voor de opleiding van zwart kader. Er zijn ook zorgen. Het dalend ledental stelt voor problemen. Er is sprake van emigratie en vergrijzing. Er zijn nu nog 90.000 leden, maar dat was zo'n 15 jaar geleden nog 114.000! Ook in financieel opzicht zijn er zorgen want de kosten zijn hoog. Naast de blanke nationale synode van Potchefstroom zijn er nog de zwarte synodes Middellande en Soutpansberg. De bedoeling is dat een generale synode boven deze synodes komt, maar dat werkt nog niet zo goed. Bovendien zijn er problemen in de synode Soutpansberg, waar men zich gediscrimineerd voelt. Zo worstelen deze kerken met verschillende problemen, die tegelijkertijd een uitdaging vormen. 4.
DE CHRISTIAN REFORMED CHURCH OF NORTH AMERICA
De contacten met de Christian Reformed Church in Noord-Amerika (CRC-NA) hebben zich in de verslagperiode beperkt tot kennisname van het wederzijdse reilen en zeilen via publicaties en internet. In tal van opzichten spelen in deze kerken dezelfde vragen als in onze kerken zoals de ontmoeting met de evangelische en charismatische beweging, de vrouw in het ambt en de omgang met homoseksuele gemeenteleden. Al weer ruim tien jaar geleden, in 1995, sprak de synode van deze Amerikaans/Canadese zusterkerk van de Nederlands Gereformeerde Kerken na een jarenlange discussie uit, dat de Bijbel ruimte geeft om de ambten van ouderling en predikant open te stellen voor vrouwen. Als uitvloeisel daarvan kregen de plaatselijke kerken toestemming om desgewenst vrouwelijke gemeenteleden in het ambt van ouderling te bevestigen. Het geven van toestemming voor het aanstellen van vrouwelijke predikanten werd door de synode aan de classes overgelaten. Die zouden zelf mogen bepalen om het woord ‘mannelijk’ in het kerkordeartikel dat bepaalt wie een ambt in de kerk mag bekleden, buiten werking te stellen. Een dergelijk besluit zou aan alle gemeenten in die classis de ruimte geven een vrouwelijke predikant aan te trekken. Maar een classisbesluit om het bewuste artikel ongewijzigd te handhaven, zou het aanstellen van een vrouwelijke predikant door de plaatselijke kerken in die classis blokkeren. Ook de beslissing over het afvaardigen van vrouwen naar de classisvergaderingen werd aan de classes gelaten. Inmiddels heeft anno 2006 een krappe meerderheid van de 67 CRC-classes besloten het woord ‘mannelijk’ in het bewuste kerkordeartikel buiten werking te stellen en dienen er
LV2007.22.1.1 blz 5/14
enkele tientallen vrouwelijke predikanten en honderden vrouwelijke ouderlingen binnen de CRC. Maar tegelijk zijn er tal van classes en gemeenten waar de ambten niet voor vrouwen openstaan. Na de scheuring die de besluiten van 1995 in de jaren daarna binnen de CRC veroorzaakten, is de discussie over de vrouw in het ambt in de CRC in rustiger vaarwater terecht gekomen. Maar nog steeds wordt daar binnen de kerken heel verschillend over gedacht. Dat leidde op de synode van 2006 tot besluitvorming met een compromiskarakter. De 188 synodeleden (vier voor elke classis) besloten in meerderheid tot een wijziging van de kerkorde (de synode van 2007 moet dat besluit nog definitief maken), waarbij het woord ‘mannelijk’ werd geschrapt uit het kerkordeartikel, dat de vereisten beschrijft voor de bekleders van kerkelijke ambten. Dat besluit vormde een logisch vervolg op het besluit van 1995 om de classes de ruimte te geven dit onderdeel van de kerkorde buiten werking te stellen. Maar tegelijkertijd kwam de synode van 2006 tegemoet aan die kerken en classes die fundamenteel bezwaar hebben tegen vrouwelijke ambtsdragers door te besluiten, dat vrouwelijke predikanten en ouderlingen geen afgevaardigde naar de synode kunnen zijn. Daarmee werd het ‘nog niet’ dat de synode van 2005 inzake vrouwelijke synodeleden uitsprak ‘om de rond dit onderwerp bereikte vrede in de kerken niet te schaden’ dus een ‘niet’. Tenslotte deed de synode een beroep op de kerken om vanaf 2007 een ‘sabbatsrust van zeven jaar’ rond de vrouw in het ambt in acht te nemen en het onderwerp gedurende die tijd niet meer op de synodeagenda te zetten. Vooral het nee tegen vrouwelijke afgevaardigden naar de synode riep de nodige emoties op, zowel bij tegenstemmende synodeleden als bij vrouwen die binnen de CRC in het ambt werkzaam zijn. Wat de synode met de ene hand geeft, neemt ze met de andere hand weer terug, aldus een vrouwelijke CRC-predikant. ‘Dit besluit communiceert dat we binnen onze kerken vrouwelijke ambtsdragers wel tolereren, maar niet van harte welkom heten. Dat is ontmoedigend voor vrouwen en bemoeilijkt hun werk’, aldus een van de (mannelijke) synodeleden. Maar de synodecommissie motiveerde zijn compromisvoorstellen vanuit zijn inzet om ondanks diep beleefde verschillen van opvatting rond dit onderwerp toch de eenheid binnen de CRC te handhaven en dat overtuigde een meerderheid van de synodeleden. Een van de voorstemmers, geciteerd in The Banner: ‘Er zit iets onlogisch in deze besluiten. Maar ik geloof dat het de onlogica van de Heilige Geest is – een van diens vruchten is immers ‘geduld’- en daar wil ik voor buigen. Er staat me binnen mijn eigen classis een pittige discussie te wachten, maar met het oog op de eenheid van de kerk stem ik toch voor’. Dat ruimte voor de vrouw in het ambt geen hellend vlak is, waarop aanvaarding van homoseksuele relaties het onontkoombare vervolg is, bleek de afgelopen jaren ook binnen de CRC. De Christian Reformed Church stáát nog steeds voor de in 1973 getrokken en in 2002 bevestigde lijn, dat de homoseksuele praxis ‘onverenigbaar is met de wil van God, geopenbaard in de Heilige Schrift’, zo bleek in 2006 uit de besluitvorming op de synode over de First Christian Reformed Church in Toronto. Deze gemeente met veel homoseksuele gemeenteleden in haar midden, besloot in 2002 om kerkleden die in een homoseksuele relatie van liefde en trouw leven, verkiesbaar te verklaren voor de ambten in de gemeente. Dat besluit veroorzaakte een storm van protest binnen de CRC. Toen de classis Toronto voor het besef van velen te lang wachtte met ingrijpen, besloot de synode in 2005 zelf het heft in handen te nemen. Er werd een commissie benoemd om een appèl te doen op de gemeente om ‘duidelijk en ondubbelzinnig’ de besluiten van het kerkverband over homoseksualiteit te volgen en de praktijk in de gemeente daarmee in overeenstemming te brengen. Zo niet, dan zou Toronto zich daarmee buiten het kerkverband plaatsen. In juni j.l. lag er een uitvoerig rapport van deze commissie op de synodetafel met als uitkomst dat de kerk van Toronto na
LV2007.22.1.1 blz 6/14
rijp beraad besloten heeft zich te richten naar de synodebesluiten over homoseksualiteit en zijn bediening onder homofiele gemeenteleden daaraan te zullen aanpassen. De synode nam daar met blijdschap kennis van en moedigde de gemeente aan om deze weg ook daadwerkelijk te gaan. Eén van de synodeleden typeerde het commissierapport over Toronto als ‘een plaatje van genade en vergeving’. Het synodebesluit weerspiegelt wat breed binnen de Christian Reformed Church leeft: pastorale omgang met homoseksuele kerkleden is een zaak van liefde, wijsheid en geduld (het rapport ‘Pastoral care for homosexual members’, te downloaden via www.crcna.org onder Synod 2006, is een must voor elke Nederlands Gereformeerde kerk die met dit onderwerp bezig gaat), maar moet plaatsvinden binnen een bijbels normatief kader. Onopgeefbaar onderdeel daarvan is volgens de CRC, dat homoseksuele relaties strijdig zijn met Gods wil, geopenbaard in zijn Woord. Slechts een heel kleine minderheid in de kerken bepleit voorzichtig een herziening van die lijn van 1973 en 2002. Ook in de relatie met de Protestantse Kerk in Nederland bleek homoseksualiteit een heet hangijzer. De CRC heeft met deze kerk een zusterkerkrelatie, net als met onze kerken, maar anders dan met de NGK is in de relatie met de PKN de toegang tot de kansel en tot de Avondmaalstafel aan beperkingen onderhevig. Een voorstel van de commissie voor oecumenische contacten om die beperkingen op te heffen, haalde het op de CRC-synode niet. De rem blijft er op zitten, met name omdat de manier waarop de PKN rond homoseksualiteit met de Schrift omgaat voor de synode ‘een fundamenteel probleem’ blijft. Veel energie is de afgelopen jaren door de CRC gestoken in het beantwoorden van de vraag, wat men aan moet met vraag en antwoord 80 van de Heidelbergse Catechismus, waarin de ‘paapse mis’ een ‘vervloekte afgoderij’ wordt genoemd. Een bezinning op dit onderwerp gedurende een reeks van jaren mondde in 2006 uit in de synode-uitspraak, dat de passage over de Mis in zijn huidige vorm niet langer deel uitmaakt van wat de kerk gelooft en belijdt. De synode ging daarbij niet over één nacht ijs. Het besluit tot wijziging van de confessie werd genomen na jaren van studie door eigen theologen vanaf 1998, en na een aantal gedachtewisselingen met toonaangevende rooms-katholieke theologen en met de Amerikaanse en Canadese bisschoppenconferenties. De synode besloot om in toekomstige uitgaven van de tekst van de Heidelberger de tweede helft van antwoord 80 (vanaf: “Maar de Mis leert …”) tussen haakjes te zetten, net zoals de Gereformeerde Kerken dat in 1905 deden met de bekende 21 woorden van artikel 36 NGB. In een voetnoot zal worden vermeld, dat deze passage de officiële leer en praktijk van de Rooms-katholieke Kerk niet accuraat weergeeft, dat daarom ook de veroordeling van deze leer in de bewoordingen van de Catechismus niet klopt en dat kerkleden er dan ook niet langer confessioneel aan gebonden zijn. In het rapport van een studiecommissie dat de synode van 2004 passeerde en dat de basis vormde voor het recente besluit, worden de ‘significante’ verschillen tussen het Heilig Avondmaal en de Mis niet weggepoetst. George VanderVelde, een van de schrijvers van het rapport: “Wij geloven dat wij aan de vergeving en verzoening die Christus verworven heeft, deel krijgen door het geloof en dat we daar niet de bemiddeling van de priester voor nodig hebben.”. Daarnaast wordt ook de rooms katholieke transsubstantiatieleer (brood en wijn worden bij de eucharistie echt lichaam en bloed van Christus) als een wezenlijk verschilpunt benoemd. Daarom, aldus de synode, is antwoord 80 een heilzame waarschuwing tegen leringen en praktijken inzake de eucharistie (zeker in bepaalde delen van de wereld) die ‘afgodisch’ zijn en ‘de realiteit van het offer van Christus verduisteren’. Maar, zo
LV2007.22.1.1 blz 7/14
beklemtoonde VanderVelde op de synode, “dat betekent niet dat wij de Mis als een “vervloekte afgoderij” mogen bestempelen. De gedachte, die aan die veroordeling ten grondslag ligt, namelijk dat in de mis Christus steeds weer opnieuw geofferd wordt, klopt niet. De Rooms Katholieke Kerk leert net als wij dat het offer van Christus eenmaal en voor allen (‘once and for all’) is gebracht’. Volgens VanderVelde hebben de officiële vertegenwoordigers van de Rooms-katholieke Kerk bevestigd dat hun kerk leert dat Christus’ offer aan het kruis ‘allesbeslissend, voldoende en onherhaalbaar’ is en dat de eucharistie daar dus geen herhaling van is. En dus concludeerde de synode dat de beschrijving en de veroordeling van de leer van de Mis door de Catechismus niet kloppen en dat het een kwestie van eerlijkheid en van respectvol omgaan met andere christenen is om de tekst op dit punt aan te passen. Deze wijziging van de confessie bleek ter synode niet echt controversieel, mede door de manier waarop de plaatselijke kerken in het jarenlange proces van voorbereiding zijn betrokken. Een van de afgevaardigden noemde de aanpassing ‘in lijn met de rest van de Catechismus die steeds verklaart wat wíj geloven, niet wat anderen geloven’. Ook de buitenlandse zusterkerken van de CRC hebben in de afgelopen jaren hun mening over de voorgestelde wijziging kunnen geven, maar van die mogelijkheid heeft slechts een enkele kerk gebruik gemaakt. De manier waarop de CRC dit onderwerp heeft aangepakt, laat zien hoe serieus onze Amerikaanse zusterkerken hun belijdenis nemen. Die is voor hen geen museumstuk uit het verleden dat je van een afstand geïnteresseerd bekijkt, maar waar je in de praktijk niets mee doet, evenmin een document waarmee je als ambtsdrager formeel je instemming betuigt, maar waar je intussen met een innerlijk voorbehoud het jouwe van kunt denken, maar een levend getuigenis dat ook anno 2006 moet weerspiegelen wat de kerk gelooft en belijdt. Je zou kunnen zeggen: De CRC-synode van 2006 deed niet aan monumentenzorg, maar aan renovatie. Ook de synodale besluitvorming over kinderen aan het Avondmaal in 2006 was het resultaat van een proces van jarenlange bezinning (begonnen in 1988) binnen de CRC. De argumenten om het Avondmaal voor kinderen open te stellen, lijken als twee druppels water op die van enkele Nederlands Gereformeerde kerken die deze stap eerder hebben gezet. De synode sprak uit dat gedoopte kinderen deel uitmaken van Gods gezin en ‘in lijn met de verbondsleer van de Christian Reformed Church uitgenodigd moeten worden om met de rest van de gemeente deel te nemen aan het Heilig Avondmaal’. Dat is volgens de synode geen ontkenning van de noodzaak om je geloof te belijden, maar erkenning van het feit dat ‘het geloof binnen de verbondsgemeenschap op veel manieren en op veel niveaus kan worden beleden en niet alleen door dat met woorden uit te spreken’. Er zijn valide theologische gronden, aldus de synode, om het deel hebben aan het verbond de basis te laten zijn voor deelname aan het Avondmaal, zoals dat in het Oude Testament voor het Pascha gold. Voor het synodebesluit in de plaatselijke kerken kan worden uitgevoerd is een wijziging van de kerkorde nodig en daar gaan twee achtereenvolgende synodes over. Het bovenstaande is maar een greep uit de ook voor onze kerken relevante studies en besluiten die de afgelopen jaren in onze Amerikaanse zusterkerken aan de orde waren. Andere studies – bijv. over de opbouw van de plaatselijke gemeenten en over de betekenis van bijbelse noties als gerechtigheid, herstel en verzoening voor het Amerikaanse strafrechtsysteem – zijn te vinden op de zeer toegankelijke website www.crcna.org , waar ook het maandblad van de CRC The Banner te downloaden valt.
LV2007.22.1.1 blz 8/14
De synode benoemde in 2006 ds. Jerry Dijkstra (56) tot ‘executive director’ van de CRC, een functie vergelijkbaar met die van dr. Bas Plaisier van de Protestantse Kerk in Nederland. Dijkstra is daarmee – na een korte interim-periode, waarin Peter Borgdorff deze post bekleedde – de opvolger van dr. David Engelhard, die van 1994-2005 in deze functie het gezicht van de CRC was. Hij overleed in december 2005 aan een hersentumor. Engelhard vertegenwoordigde zijn kerken onder meer op onze Landelijke Vergaderingen van 1998, 2001 en 2004, waar hij zich naar eigen zeggen thuis voelde temidden van kerken die net als de CRC verlangen om vanuit het Evangelie van Jezus Christus antwoorden te geven op de vragen van deze tijd. We hebben in David Engelhard een broeder in Jezus Christus verloren die zich er voor heeft ingespannen om de relaties tussen zijn en onze kerken reële inhoud te geven, in de overtuiging dat gereformeerde kerken elkaar in deze wereld hard nodig hebben. 5.
DE CHRISTIAN REFORMED CHURCHES OF AUSTRALIA
5.1 Synode 2006 te Redlands In mei 2006 vond de synode van de Christian Reformed Churches of Australia (CRCA, ongeveer 10.000 leden over heel Australië; www.crca.org.au) plaats in Redlands bij Brisbane. Sytze Huizinga woonde de synode bij als afgevaardigde van de NGK en kreeg ook de gelegenheid de vergadering toe te spreken. Andere buitenlandse afgevaardigden vertegenwoordigden de drie Zuid Afrikaanse gereformeerde kerken (GKSA, NGKSA en NHK) en de gereformeerde kerken in Indonesië (GKJ) en die van Soemba (GKS). De discussies ter synode kenmerkten zich door openheid waarbij verschil van mening niet werd verbloemd maar er tegelijk een geest van eenheid heerste. Onder de behandelde zaken was een aanzienlijk aantal dat ook in de NGK speelt. Een van de meest omvattende onderwerpen was de “Intentional Ministry Formation”, doelgerichte vorming van diensten in de kerk. Een commissie adviseerde over hoe structureel om te gaan met selectie, begeleiding, plaatsing en ontwikkeling van posities voor pastorale en andere diensten/bedieningen. De noodzaak daartoe lag in de veranderingen die in de bedieningen in de kerk optraden en optreden. Het gaat om het discipelschap van de leden van het lichaam van Christus. Meer dan vroeger zijn de diensten niet alleen het domein van de ambtsdragers, die daartoe als vanouds zijn opgeleid en geroepen, maar ook van andere kerkleden die in verschillende vormen dienstbaar zijn in de gemeente. Allen die diensten verrichten verdienen daarbij goede opleiding en begeleiding. Een degelijke studie, uitgaande van expliciet gemaakte bijbelse principes rond o.a. “het ambt aller gelovigen”, lag ten grondslag aan het advies. Het rapport formuleerde het fundamentele doel als: “Het vermenigvuldigen van bijbelgetrouwe christelijke gemeenschappen en gemeenten die hun leden uitrusten en voeden en die groeien in heel Australië en daarbuiten”. Het doel van de Intentional Ministry Formation is het verschaffen van - effectieve pastorale zorg en doorgaande ontwikkeling voor hen die in de bediening actief zijn; - processen om de visie van de CRCA voortgang te doen vinden. Het uitwerken van deze doelen resulteerde in een reeks van concrete aanbevelingen aan kerken, hun leden en hun vergaderingen, gegoten in het kader van vier hoofdtaken, die door de synode werden vastgesteld: gebed, groei, training en structuur. Het voert in dit verslag te ver om deze aanbevelingen alle te behandelen, maar het werk dat de commissie van de CRCA verrichtte biedt de mogelijkheid als kerken gestructureerd aan de groei van het koninkrijk te
LV2007.22.1.1 blz 9/14
werken en daarin allen die in een dienst actief zijn te ondersteunen en begeleiden. Het was de eerste keer dat deze commissie rapporteerde en de aanbevelingen waren nog niet alle uitgekristalliseerd. Hieraan zal verder worden gewerkt en de commissie blijft ook actief om het hele proces te begeleiden. Op de CRCA website zijn de vier hoofdtaken en de aanbevelingen te vinden (zie www.crca.org.au onder “Ministry formation” & “Fourfold task”). De synode boog zich opnieuw over het toestaan van vrouwelijke diakenen. In 2000 was besloten dat diakenen geen deel uitmaakten van de kerkenraad en dat vrouwen tot het diakenambt geroepen konden worden. De synode van 2003 stelde een commissie in die moest onderzoeken of het niet tot de kerkenraad behoren van diakenen wel in overeenstemming is met de Ned. Geloofsbelijdenis. Nu, in 2006, constateerde de synode dat er, zelfs al ten tijde van het schrijven de deze confessie, verschillende praktijken bestonden rond de deelname van diakenen in de kerkenraad. Daarom besloot de synode om dit aan de plaatselijke kerken over te laten. Maar daar waar vrouwen als diaken zijn benoemd kunnen diakenen geen deel uit maken van de kerkenraad. Ook de mogelijkheid van het hebben van een “brede” en een “smalle” kerkenraad wordt nu in de kerkorde opgenomen. De CRCA hebben een actieve jeugdcommissie met een full time professionele kracht, Jonathan Vandenberg (zie youth.crca.org.au). Deze liet met een slideshow de activiteiten de revue passeren, waaronder een jaarlijkse jeugd conferentie en inschakeling van jongeren bij het zendings- en diaconale werk op de Solomon eilanden. Jonathan heeft een uitgebreide studie gemaakt van de rol die jongeren spelen in de kerk en de keuze waar de kerken voor staan: vormt de jeugd een aparte groep in de kerk, een subcultuur, die ruimte gegeven moet worden of is de jeugd een integraal onderdeel van de kerkgemeenschap, die zo als een familie functioneert ? Waar in de praktijk nogal eens werd gewerkt vanuit de eerste opvatting pleit Jonathan voor de tweede, die naar zijn idee niet alleen fundamenteel juister is maar ook meer vruchten afwerpt. Hij schreef er een lezenswaardig artikel over “Youth Ministry: A Church Foundation or a Phase?”, dat ook in de kring van de Reformed Ecumenical Council (REC/GOS) goed is ontvangen (zie op de website van de REC community.gospelcom.net/Brix?pageID=11820). Naast de stages die theologie studenten moeten doen zijn er ook stageplaatsen als onderdeel van het jeugdwerk. Deze zijn niet alleen belangrijk om jongeren mee te laten werken in de kerkgemeenschap maar kunnen ook leiden tot interesse voor het predikantschap of andere leidersfuncties. Het lijfblad van de CRCA, Trowel and Sword, leidt een moeizaam bestaan. Vanwege het belang van een gezamenlijk periodiek besloot de synode de plaastelijke kerken actiever in te schakelen bij het bekend maken en verspreiden ervan en meer via internet te werken. Dit heeft inmiddels al een website opgeleverd met interessant materiaal (zie http://trowelandsword.org.au/). Henk de Waard rapporteerde namens de Committee for Ecumenical Relations, het equivalent van onze CCS, over de relatie met verschillende andere kerken. De belangrijkste binnenlandse contacten zijn met de RCNZ en de Reformed Presbyterian Church (RPC), een kleiner Australische kerkgenootschap. De belangrijkste buitenlandse contacten zijn met Indonesische reformatorische kerken, met name de Gereja-Gereja Kristen Jawa en de Gereja Kristen Sumba, die als waarnemers ter synode aanwezig waren, en met de drie Zuid-Afrikaanse kerken, de Gereformeerde Kerk in Suid Afrika (GKSA), de Nederduits Gereformeerde Kerk in Suid Afrika (NGKSA) en de
LV2007.22.1.1 blz 10/14
Nederduits Hervormde Kerk van Afrika (NHK). Met de eerste twee Zuid-Afrikaanse kerken onderhoudt de CRCA een zusterkerkrelatie, net zoals met onze NGK; met de laatste een waarnemersrelatie. Van alle drie kerken waren afgevaardigden aanwezig, die benadrukten dat zij elkaar erkennen als zusterkerken in Christus en eigenlijk niet goed begrijpen waarom de CRCA onderscheid maakt. Veel Zuid Afrikanen emigreren naar Australië maar niet allen sluiten zich dan aan bij een gereformeerde kerk. Dit is een punt van zorg, waarin de initiatieven van de CRCA worden gewaardeerd om deze mensen te bereiken. Henk de Waard rapporteerde ook over de Reformed Ecumenical Council (REC, ook bekend als GOR), waarin de CRCA actief deelnemen. Over de laatste bijeenkomst (in 2005 in Nederland) werd o.a. vermeld dat er beleid is gemaakt rond de wereldwijde HIV/AIDS problematiek en dat jeugdwerk uitgebreid aan de orde is geweest, waaronder de eerder genoemde bijdrage van Jonathan Vandenberg. Ook is gesproken over de samenwerking met de WARC, waar Henk de Waard huiverig voor is als het de kant van een fusie op zou gaan vanwege het gebrek aan confessionele integriteit in de WARC. Over het Reformed Theological College (RTC; zie www.rtc.vic.edu.au), waar Henk de Waard rector van is, werd gerapporteerd dat het als opleidingsinstituut van predikanten in de CRCA concurrentie ondervindt van andere instituten. Niet alle studenten kiezen voor het RTC. Dat versmalt de basis en zal nadelig uitpakken voor de kerken. Het is belangrijk dat de CRCA achter het instituut staan en hun studenten aanmoedigen daar ook te studeren. Er zijn minimum eisen vastgesteld waar iemand die beroepbaar wil zijn aan moet voldoen, waaronder een voldoende academisch niveau. Overigens werkt het RTC ook samen met andere instituten. Het RTC heeft plannen voor een Christian University, die onderwijs op afstand aan zal bieden. De CRCA zijn op verschillende fronten internationaal diaconaal actief. Daaronder is een aanzienlijke inspanning in India, deels via Save a Child, bij ons bekend als Red een Kind. De Micah challenge (Michabeweging), die aansluit bij de millennium doelen van de VN, werd bij de kerken aanbevolen. Namens de NGK kreeg Sytze Huizinga de gelegenheid de synode toe te spreken. Hij beschreef de situatie in Nederland onder de kleine gereformeerde kerken en stipte ontwikkelingen in de NGK aan, waaronder het besluit het in de vrijheid van de plaatselijke kerken te laten zusters tot alle ambten te roepen. Op een aantal punten lopen ontwikkelingen parallel met de CRCA en kunnen we van elkaar leren, bijv. m.b.t. de opleiding, het jeugdwerk, omgaan met evangelische en charismatische tendensen en kerkopbouwwerk zoals het Intentional Ministry Formation initiatief. Namens de CRCA antwoordde Bill Berends. Hij memoreerde dat de banden van de CRCA leden met de Nederlandse kerken niet steeds vrolijk stemmen. Velen hebben hun oorsprong in de PKN kerken en zagen daar verwatering optreden. Daarom worden contacten met kerken zoals de NGK zeer gewaardeerd. Helaas kunnen de CRCA niet meegaan waar het de vrouwelijke ambtdragers betreft. Hij constateerde dat de keuze van de NGK voor een eigen opleidingsinstituut bevestigt wat de CRCA ook vinden, nl. dat de kerken er voor hebben te zorgen dat predikanten een goede opleiding krijgen en de oproep om te studeren aan het RTC op zijn plaats is. Overigens zijn ook NGK bezoekers altijd welkom bij het RTC. Verschillende afgevaardigden van de CRCA vroegen om het VOP rapport van de NGK. Als intermezzo verzorgde Bill Berends, verbonden aan het RTC, een presentatie over het boek van dan Brown, de Da Vinci Code, dat ook in Australië een bestseller is. Hij zette bezwaren
LV2007.22.1.1 blz 11/14
tegen een aantal als feiten gepresenteerde zaken uiteen en wees met name op het vervormde beeld dat van Christus wordt geschetst in het boek en de historische onbetrouwbaarheid van de latere gnostische evangeliën tegenover de betrouwbaarheid van de vier oude evangeliën in onze bijbel. (De powerpoint presentatie is beschikbaar bij de secretaris van de CCS of aan te vragen bij het RTC.) Ter synode was een gastspreker van de National Church Life Survey, een instelling die de “gezondheid” van kerkgemeenschappen meet aan de hand van een aantal kernwaarden. Ook de CRCA zijn doorgelicht en er zijn interessante conclusies te trekken over sterke en zwakke punten die het mogelijk maken beter beleid te voeren. Dan gaat het bijv. om leiderschap in de kerk en over de effectiviteit van het jeugdwerk naar binnen en naar buiten toe, plaatselijk zowel als in de gezamenlijke kerken. Een bezoekje aan de website is de moeite waard (www.ncls.org.au). In zijn afsluitend woord haalde de voorzitter, Peter Abetz, een paar aspecten naar voren: de wil tot eenheid, de gerichtheid op het evangelie, het verdriet om verloren collega predikanten en het enthousiasme voor kerkplanting en opleiding van leiders, dat alles in dienst van de verkondiging van het Woord. De volgende synode van de CRCA zal worden gehouden in 2009 in het RTC te Geelong. 5.2 Overige contacten Naast het bezoek van Sytze Huizinga aan de synode is er regelmatig contact geweest, vooral per post en email en sporadisch via Nederland bezoekende predikanten. Ook werd in voorkomende gevallen informatie verstrekt aan Nederlanders die naar Australië reisden. Er is alle reden het contact met deze zusterkerken in stand te houden of zelfs te intensiveren waar we elkaar van dienst kunnen zijn. Vooral uitwisseling van studiemateriaal, visie met betrekking tot het jeugdwerk en de opleiding van predikanten en internationaal georiënteerd werk zijn onderwerpen voor samenwerking. Bovendien is het de moeite waard om kennis te nemen van opbouwwerk dat in gang is gezet met het Ministry Formation initiatief. Het internet kan bij dit alles een nuttig communicatiemiddel zijn. 6.
CONTACTEN IN AZIË
6.1 Indonesië Vele Nederlands Gereformeerde kerken steunen het werk van de Vereniging Steun Oost Soemba. Na het plotselinge overlijden van ds. P.P. Goossens in 2002 raakte deze kerken op Soemba hun leider kwijt. Inmiddels is contact gelegd met het presbyteriaanse John Calvin College op Bali waar enkele studenten uit Soemba een voortgezette theologische opleiding volgen. De predikanten Bunggul en Enos bezochten in 2006 weer ons land en onderhouden het contact met het bestuur van de vereniging. Voor de lokale toerustingcursus wordt nog altijd gezocht naar een vervanger van ds. Goossens. Wij zijn in eigen land betrokken bij het zg. Olindo overleg, een organisatie die zich inzet voor de vervaardiging van bijbelgetrouwe, Gereformeerde theologische literatuur in het Indonesisch. Olindo staat voor Overleg Literatuur Indonesië. Vertegenwoordigers van zendingsorganisaties uit de GKV, de CGK, de ZGG (Zending Gereformeerde Gemeenten) en de GZB, afdeling Azië en de NGK zetten zich samen hiervoor in. Naast het werk voor de eigen zendingskerken ontstaat er zo oog voor de bredere noden van de kerken in Indonesië. Die kerken krijgen in toenemende mate te maken met discriminatie en vervolging door de
LV2007.22.1.1 blz 12/14
islamitische meerderheid. De toerusting van toekomstige leiders is van strategisch belang. Gezamenlijk wordt momenteel gewerkt aan een aantal vertaalprojecten en ook wordt er gestreefd naar training van Indonesische medewerkers die literatuur kunnen vertalen of vervaardigen. Via de interkerkelijke zendingsorganisatie OMF zijn Evert en Alice Langbroek uit Apeldoorn in 2005 uitgezonden naar Indonesië. Een zendingsthuisfront uit de NGK in Apeldoorn ondersteunt hen. Na het eerste jaar zit de taalstudie in Bandung erop en verhuisd dit echtpaar baan Medan. Daar gaat Evert als computerconsulent aan een universiteit, terwijl Alice als docent Oude Testament gaat werken aan de theologische opleiding Abdi Sabda. 6.2 India De NGK te Breukelen steunt al vele jaren de zendingsorganisatie Christ Mission Ashram die is opgezet door de Indiase predikant Sukrith Roy. Inmiddels zijn er meer dan 160 medewerkers bij deze organisatie betrokken en zijn er op zo’n 115 plaatsen zondagse kerkdiensten. Jaarlijks gaat nu een aantal Nederlands Gereformeerde predikanten een paar weken naar Calcutta om er les te geven aan het Seminarie waar 60 studenten worden opgeleid tot predikant/evangelist. Ds. Roy en zijn vrouw hebben grote plannen om nog meer te kunnen doen voor arme vrouwen en wezen door de bouw van een opvanghuis: de barmhartige Samaritaan. Ook is een zendingsboot aangeschaft, de Salt and Light Boat genoemd, waarmee men eilanden voor de kust van Calcutta wil bereiken met medische hulp en de verkondiging van het evangelie in woord en daad. 7.
DE IGLESIAS REFORMADAS DE ESPAÑA (SPANJE)
De NGK van Rijswijk heeft al vele jaren contact met een reformatorische kerk in Barcelona, die behoort tot het verband van de Iglesias Reformadas de España (IRE). Ds. Cerni is de centrale persoon in het werk van de St. Felire (vroeger “Spanje werk” van Rijswijk). De IRE is een verband van 7 gereformeerde kerken in Spanje, dat officiële contacten onderhoud met de GKV in Nederland. In dit kerkverband is een breuk gekomen. De aanleiding daarvan is dat ds. Cerni na de scheiding van zijn eerste huwelijk hertrouwd is. De IRE ontvangen nu de kerken van Barcelona en van Tenerife niet meer op hun synode. Deze twee kerken hebben advies gevraagd aan ds. Peter Strating (Havenkerk, NGK te ’s Gravenhage), die hen, in overleg met de Deputaten van de GKV, heeft geadviseerd de band met de IRE zo enigszins mogelijk te bewaren. De IRE kerken van Barcelona en Tenerife stellen drie vragen aan de NGK: 1. Kunnen de kerken van Barcelona en Tenerife een kerkelijk contact aangaan met de Nederlands Gereformeerde kerken? CCS stelt voor te onderzoeken of een zusterkerkrelatie met beide gemeenten gewenst en mogelijk is. Daarbij dient in het oog te worden gehouden dat kiezen tussen twee partijen, waarvan één banden heeft met de GKV, niet onze bedoeling is. Ondertussen kan de NGK van Rijswijk de bestaande contacten onderhouden, waar nodig met facilitering van CCS. 2. Is er een Nederlands Gereformeerde kerk die in staat is inhoud te geven aan contact met de gereformeerde kerk van Tenerife? Deze vraag kan niet door CCS beantwoord worden, maar als er een plaatselijke NGK is die daartoe bereid is staat hen niets in de weg contact op te nemen, evt. via CCS.
LV2007.22.1.1 blz 13/14
3. Staat de Nederlands Gereformeerde theologische opleiding open voor een student die zich voorbereid op het predikantschap in Barcelona of Tenerife? Ook hier kan CCS geen antwoord opgeven. Dat is een zaak van de NGP. Overigens ziet CCS hier geen blokkades, tenzij uiteraard de taal er één vormt. 8.
DIVERSEN
8.1 Overige kerken In de afgelopen verslagperiode zijn er geen contacten geweest met de Orthodox Presbyterian Church in de VS. Hetzelfde geldt voor de Presbyterian Church in Korea en de Reformed Church of Japan. 8.2 Internet De aanwezigheid van onze kerken op het Internet, heeft ook in de afgelopen verslagperiode geleid tot verschillende contacten, waarbij uiteenlopende vragen over onze kerken konden worden beantwoord, en, waar nodig, contactzoekers konden worden doorverwezen. 9.
STUDIEMATERIAAL
De commissie wijst op de volgende bronnen die over diverse onderwerpen interessante informatie verschaffen. De Christian Reformed Church of North America (zie www.crcna.org) - “Pastoral care for homosexual members”, rapport synode 2006, www.crcna.org - opbouw van plaatselijke gemeenten, www.crcna.org - betekenis van bijbelse noties als gerechtigheid, herstel en verzoening voor het Amerikaanse strafrechtsysteem, www.crcna.org - CRC maandblad “The Banner”, www.crcna.org De Christian Reformed Churches of Australia (zie www.crca.org.au) - “Ministry formation” & “Fourfold task”, www.crca.org.au - Jeugdwerk in de CRCA, youth.crca.org.au - “Youth Ministry: A Church Foundation or a Phase?”, community.gospelcom.net/Brix?pageID=11820 - blad van de CRCA “Trowel and Sword”, http://trowelandsword.org.au/). - Reformed Theological College (RTC), www.rtc.vic.edu.au - Bill Berends’ powerpoint presentatie over de Da Vinci Code, via secretaris CCS of aanvragen bij RTC, www.rtc.vic.edu.au - National Church Life Survey, onderzoek “kerkelijke gezondheid”, www.ncls.org.au
10.
AANBEVELINGEN
We bevelen u aan de commissie op te dragen 1. contacten te blijven zoeken en onderhouden met de in het verslag genoemde kerken en evt. andere kerken van gereformeerd belijden; 2. de wenselijkheid en mogelijkheid te onderzoeken van een zusterkerkrelatie met de Spaanse reformatorische kerken van Barcelona en Tenerife; 3. voort te gaan met het verstrekken van informatie over onze kerken aan belangstellenden via internet;
LV2007.22.1.1 blz 14/14
4. 5.
bezinningsmateriaal uit buitenlandse kerken toegankelijk te maken o.a. via Opbouw en internet voor onze kerken, voorzover dit materiaal voor de eigen discussie van belang kan zijn; aan de kerken met het oog op de komende Landelijke Vergadering te rapporteren over haar werkzaamheden.
We zijn graag bereid u te zijner tijd met een gedetailleerd besluitvoorstel te dienen. Namens de Commissie voor Contact en Samenspreking getekend door,
Ad de Boer, voorzitter,
Sytze Huizinga, alg. secretaris.