Comenius projecten School-georiënteerd
Ryckevelde vzw Beweging voor Europees burgerschap T 050 35 27 20
[email protected] www.ryckevelde.be
INHOUD Inhoud ............................................................................................................................1 1. Wat? ....................................................................................................................2 2. Thema’s ...............................................................................................................2 3. Aanpak ................................................................................................................3 Fase 1: Diagnose ............................................................................................................... 3 Fase 2: Onderzoek ............................................................................................................ 4 Fase 3: Ontwikkeling ......................................................................................................... 4 Fase 4: Implementatie ...................................................................................................... 5 Fase 5: Disseminatie / Valorisatie ..................................................................................... 5 1.
Samengevat ............................................................................................................... 6
4. Aandachtspunten ................................................................................................6 Goede partners zoeken .................................................................................................... 6 De voorbereiding .............................................................................................................. 6 Het eigenlijke project........................................................................................................ 7
5. Voorbeeld............................................................................................................7
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 1 -
Deze handleiding geeft je een concrete leidraad voor een Comenius multilateraal partnerschap met school-georiënteerde activiteiten. Omdat deze term nogal omslachtig is, gebruiken we de Engelstalige afkorting SOP (‘School Oriented Project’).
1. Wat? Comenius is één van de acties binnen het Leven Lang Leren programma van de Europese Unie. Het spoort basis- en secundaire scholen aan om samen te werken met scholen uit andere Europese landen. Binnen een Comenius multilateraal partnerschap werken minsten 3 scholen uit minstens 3 verschillende Europese landen (= alle EU-lidstaten + Noorwegen, IJsland, Liechtenstein, Zwitserland, Turkije en Kroatië) gedurende 2 jaar samen rond een bepaald thema. De activiteiten kunnen: Leerling-georiënteerd zijn: de projectactiviteiten zijn bedoeld voor de leerlingen en worden door hen uitgewerkt. School-georiënteerd zijn: De leerkrachten en directie voeren de projectactiviteiten uit. De leerlingen zijn niet rechtstreeks betrokken. Ze kunnen wel bepaalde resultaten als ‘proefkonijn’ uittesten of fungeren als ervaringsdeskundigen. Je werkt rond een bepaald pedagogisch of organisatorisch aspect van het schoolbeleid. Elke partnerschool ervaart het gemeenschappelijk thema als een probleem of een uitdaging. Je wisselt ervaringen en expertise uit binnen het partnerschap, maar je haalt ook know-how bij externe deskundigen. Zo kom je tot resultaten. Je werkt naar een eindproduct toe. De uiteindelijke bedoeling is immers niet alleen dat je het probleem of de uitdaging bestudeert, maar dat je het ook effectief aanpakt. Disseminatie (verspreiding) en valorisatie (het gebruik door anderen) van je eindproduct is belangrijk. Ook andere scholen moeten kunnen meegenieten van jullie opgedane expertise.
2. Thema’s De thema’s binnen een Comenius multilateraal partnerschap met school-georiënteerde activiteiten (SOP) zijn gelinkt aan pedagogische of organisatorische aspecten van het schoolbeleid. Er zijn traditionele, actuele en vernieuwende thema’s. Enkele voorbeelden: Traditionele thema’s Early language learning Zelfstandig leren Pesten op school Het versterken van het beleidsvoerend vermogen van de school Leerlingen motiveren voor het leren van vreemde talen Verbeteren van de communicatie binnen de school Het aanpakken van spijbelen Uitbouwen van de relatie school-arbeidsmarkt Actuele thema’s Gezonde voeding op school Welbevinden van kinderen Outdoor learning Werken rond meervoudige intelligentie Van de speelplaats een educatieve en multifunctionele plek maken Vernieuwende thema’s Technologische opvoeding / probleem oplossend denken versterken Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 2 -
Wiskunde aantrekkelijker maken voor de leerlingen door het gebruik van Lego Werken vanuit de sterktes van leerlingen Creatieve denkvaardigheden Het erkennen van informeel leren
Voor concrete praktijkvoorbeelden, ga naar: www.epos-vlaanderen-est.be. www.europeansharedtreasure.eu
3. Aanpak Elk Comenius school-georiënteerd project doorloopt een aantal stappen. De duur en intensiteit van elke stap verschilt van project tot project.
Fase 1: Diagnose Wat? In deze fase werken de partners de probleemstelling uit. Elke school maakt een schets van de gemeenschappelijke uitdaging en van de manieren waarop de school het probleem/de uitdaging aanpakt. Dus: ‘wat is het probleem?’ en ‘hoe pakken we het probleem aan?’ zijn de twee kernvragen in deze fase.
Waarom?
Het partnerschap krijgt een duidelijk overzicht van de uitdaging en de aanpak ervan binnen elke school. Je kan het projectthema duidelijker definiëren en afbakenen. Het stelt je in staat om gerichter interne en externe expertise te gaan zoeken.
Betrokkenheid van de leerlingen? Leerlingen zijn niet actief betrokken in een SOP. Toch kunnen ze een belangrijke rol spelen, zeker in de diagnose- en implementatiefase. Ze kunnen optreden als ervaringsdeskundigen of als bron van informatie. Bij de beschrijving van de uitdaging zijn zij vaak best geplaatst om de behoefte of het probleem scherp te stellen, door middel van bijvoorbeeld enquêtes of onderzoeken.
Voorbeeld? Thema: ‘gezonde voeding’. Deze fase is een soort van momentopname, een foto van de school, waarbij gekeken wordt naar de aangeboden dranken en het voedsel op school. Je gaat ook bekijken op welke manier de school gezonde voeding promoot. Thema: ‘competentie-gericht onderwijs’ Definieer duidelijk wat je hieronder verstaat, zodat iedereen goed weet waarover het gaat. Zeker in een meertalige context is een duidelijke definitie belangrijk.
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 3 -
Fase 2: Onderzoek Wat? Eens je weet wát je precies gaat aanpakken, kan de onderzoeksfase beginnen. Je gaat in de eerste plaats op zoek naar interne expertise binnen het partnerschap, maar ook naar externe expertise.
Interne expertise In de eerste fase verzamelen alle scholen informatie over hoe ze de uitdaging proberen aan te pakken. Die informatie delen met je partners kan enorm interessant zijn. Het uitwisselen van gegevens en ervaringen is immers de essentie van een Comeniusproject. Nog meer dan in ander projecttypes is regelmatige communicatie tussen de partnerscholen van cruciaal belang. Dit gebeurt het best tijdens de projectmeetings en via ICT, zoals een digitaal platform, Skype, e-mail, videoconferentie,...
Externe expertise Een school-georiënteerd project is een ideale gelegenheid om externe expertise binnen te halen. Hiermee bedoelen we organisaties, bedrijven of experts die over know-how beschikken waar het in het partnerschap aan ontbreekt. Je kunt er zelfs een deel van de subsidie aan besteden. De experts nodig je best uit tijdens een projectvergadering, zodat alle projectpartners ook van deze expertise kunnen gebruik maken.
Waarom? Je gaat op zoek naar antwoorden op je probleem of je uitdaging, zowel binnen als buiten het partnerschap. Zo vorm je een expertisenetwerk.
Voorbeeld? Thema: ‘personeelsbeleid op school’ Je kan contacten leggen met de human resources afdelingen van bedrijven of met organisaties die trainingen bieden over teambuilding. Thema: ‘duurzaamheid’ of ‘milieubeleid op school’ Milieuorganisaties, zoals Natuurpunt, maar ook lokale overheden kunnen zeker een interessante insteek bieden.
Fase 3: Ontwikkeling Wat? Tijdens de ontwikkelingsfase maak je gebruik van alle expertise om nieuwe methoden, materialen of instrumenten te ontwikkelen. Deze fase komt niet in elk project voor.
Waarom? Met de interne en externe expertise die je verzamelde, ontwikkel je tools om de uitdaging of het probleem het hoofd te bieden. Dit doe je als je geen gebruik kan maken van bestaand materiaal.
Voorbeeld? Thema: ‘outdoor learning’ Je kan een handboek ontwikkelen met allerlei opdrachten die ingebed zijn in het curriculum, maar die buiten de klas plaats vinden.
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 4 -
Fase 4: Implementatie Wat? De materialen, methodieken of instrumenten die je ontwikkelde of opspoorde tijdens de onderzoeks- of ontwikkelingsfase worden tijdens de implementatiefase uitgetest en geëvalueerd.
Waarom? In deze fase pak je de uitdaging of het probleem aan en wisselt daarover ervaringen uit. Er wordt vergeleken, geanalyseerd, bijgestuurd en naar een eindproduct toegewerkt. Dat eindproduct kan zowel materieel als immaterieel van aard zijn. Voorbeelden van materiële eindproducten zijn: een handboek, een brochure, een website of didactisch materiaal. Voorbeelden van een immaterieel eindproduct zijn: een meer democratische besluitvorming op school, een sportende school, een groter welbevinden op de school,...
Betrokkenheid van de leerlingen? Zoals eerder gezegd kunnen de leerlingen een belangrijke rol spelen in deze fase van het project. Je moet immers de ontwikkelde materialen uittesten en evalueren. De leerlingen kunnen hier dan ook fungeren als ‘proefkonijn’.
Voorbeeld? Thema: ‘het leer- en speelrijker maken van de speelplaats’ De school richt de speelplaats opnieuw in, gebruik makende van de opgedane kennis. De leerlingen testen de nieuwe speelelementen uit en evalueren ze.
Fase 5: Disseminatie / Valorisatie Wat? Eens je een eindproduct realiseerde, maak je dit kenbaar bij andere scholen. Je gaat met andere woorden ‘dissemineren’ of informatie verstrekken over je project en ‘valoriseren’ of ervoor zorgen dat ook andere scholen het eindproduct gebruiken. Disseminatie kan op verschillende manieren: Je kan de projectwebsite met daarop alle resultaten verspreiden via diverse communicatiekanalen Je kan een rapport uitbrengen met de resultaten en dit verspreiden. … Valorisatie kan op verschillende manieren: Je kan een studiedag organiseren voor collega’s waarop je uitleg geeft over de methode die jullie ontwikkelden of het nieuwe didactische materiaal demonstreert. Bijzonder interessant voor wie met hetzelfde thema bezig is en bijzonder leuk voor wie aan het project meewerkte. Je kan promotiemateriaal creëren voor je eindproduct en ondersteuning bieden aan scholen die ook rond jullie projectthema willen werken. …
Waarom? De EU investeert d.m.v. deze projecten in de ontwikkeling van het onderwijs in Europa. Belangrijk is daarom dat je de resultaten van je project ter beschikking stelt van anderen. Het vele internationale werk is op die manier niet alleen nuttig binnen de eigen school, maar ook voor collega’s van andere scholen en voor de mensen uit het departement Onderwijs en Vorming die met dat thema bezig zijn.
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 5 -
Voorbeeld? Thema: ‘creatief denken’ Een school organiseerde een infodag waarop ze Edward De Bono uitnodigden, een goeroe op vlak van creatief denken. Op die dag maakten ze de resultaten van het project bekend en nodigden ze scholen uit de omgeving uit voor de lezing van Edward De Bono.
1. Samengevat 1. Diagnose Beschrijf het probleem of de uitdaging en geef aan hoe jou school dit momenteel aanpakt. 2. Onderzoek Zoek interne en externe expertise om een antwoord te formuleren op het probleem of de uitdaging. 3. Ontwikkeling Ontwikkel een nieuwe methode, materiaal of instrumenten om het probleem of de uitdaging het hoofd te bieden, gebruik makend van de opgedane expertise. 4. Implementatie Breng de bruikbare expertise in de praktijk: test ze uit, evalueer ze en schaaf bij, indien nodig. 5. Disseminatie en/of valorisatie Verspreid de resultaten van het project naar andere scholen, zodat ook zij ervan gebruik kunnen van maken.
4. Aandachtspunten Goede partners zoeken
Partners zoeken voor een SOP doe je best via partnerfindingsites. Via e-mail kan je verder aftasten of de partners dezelfde doelstellingen hebben. Voor een overzicht van dergelijke sites, ga naar http://www.ryckevelde.be/nl/europa_beleven/partnerfinding. Zoek partners die qua thema op eenzelfde golflengte zitten. Elke school moet sterk gemotiveerd zijn om dat specifieke onderwerp uit te spitten. De invalshoek kan natuurlijk van land tot land verschillen (dat maakt het net boeiend), maar de doelstellingen moeten identiek zijn. Een partnerschap betekent: geven en nemen. Partners moeten daarom ‘gelijken’ zijn: iemand die al sterk rond een bepaald thema werkt, werkt best niet met partners die nog leek zijn op dat vlak. Het komt erop aan dat je van elkaar kan leren. Zoek partners die de gemeenschappelijke werktaal voldoende beheersen. Taal speelt een belangrijke rol in de projectwerkzaamheden. Het project zal voor een groot stuk gebaseerd zijn op het verbaal en schriftelijk uitwisselen van informatie over vrij technische aangelegenheden. De partners moeten bereid zijn regelmatig samen te komen.
De voorbereiding
Vóór je het eigenlijke project indient, kan je de potentiële partnerscholen een bezoekje brengen of al eens samenkomen in een van de partnerlanden. Voor zo een voorbereidend bezoek kan je een beurs aanvragen (www.epos-vlaanderen.be/?CategoryID=269). Het is echt belangrijk dat je de mogelijke projectpartners voor een SOP voordien live kunt
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 6 -
ontmoeten. Dan pas kan je nagaan of jullie voldoende op dezelfde golflengte zitten, gemotiveerd en talig genoeg zijn. Kies een thema die voortvloeit uit een behoefte of een uitdaging die men ervaart op school. Als je merkt dat leerlingen uit het TSO en BSO een laag zelfbeeld hebben, als kinderen zich vervelen op de speelplaats of als obesitas een probleem wordt in onze digitale wereld, dan kunnen school-georiënteerde projecten een goed instrument zijn om samen met buitenlandse collega’s een antwoord hierop te vinden.
Het eigenlijke project
Voor een SOP geldt dat het proces even belangrijk is als het ‘product’ (materieel of nietmaterieel) dat je creëert. Een goede planning en timing zijn cruciaal. Tijdens die verschillende fases kan je diverse methodieken gebruiken: het vergelijken van cijfermateriaal enquêtes, die gelijkaardig zijn voor alle partnerscholen gespreksgroepen, al dan niet internationaal, bv. via Skype stellingen om te becommentariëren het opzoeken en aantrekken van externe expertise (bv. uit het bedrijfsleven) videomontages met situatieschetsen project meetings rond een bepaald deelthema ... Zoek steeds de meest geschikte methodiek en probeer die in de mate van het mogelijke gelijklopend in elke partnerschool toe te passen. Dat maakt het vergelijken (= de kern van elk internationaal project) eenvoudig en boeiend. De projectvergaderingen zijn en blijven het belangrijkste middel voor een goede communicatie in een SOP. Ze zijn zowat de hartslag van het project. Tijdens deze werksessies leggen de partners hun huiswerk aan elkaar voor, wordt alles besproken en vergeleken, wordt de planning bijgestuurd en wordt er geëvalueerd. Voorzie in het project (en budget) voldoende project meetings. Twee tot drie per schooljaar is zeker aan te raden. Besteed ook de nodige tijd aan evaluatie. Niet alleen de projectactiviteiten moeten grondig geëvalueerd worden om tot een degelijk eindproduct te komen. Ook het project an sich moet beoordeeld worden. Daarvoor bestaan er verschillende instrumenten, zoals het MICEevaluatiesysteem. Meer evaluatietechnieken: www.ryckevelde.be/nl/europa_beleven/tools/evaluatietools-104.html.
5. Voorbeeld In het Comenius aanvraagformulier vraagt men om de ‘approach’ te beschrijven (D.3). Daarbij geef je aan dat het project zich situeert op het niveau van de school: de leerkrachten en directie. Voor het uitschrijven van de aanpak kan je gebruik maken van de structuur die weergegeven wordt bij punt 4 ‘aanpak’. Voorbeeld: ‘het speel- en leerrijker maken van de speelplaats’
Year 1
Trimester 1 Diagnose-fase
Trimerster 2 Onderzoeksfase
Trimester 3 Onderzoeksfase
Opstellen inventaris: hoe is de speelplaats opgebouwd?
Uitwisselen van de resultaten van de inventaris en het onderzoek door de leerlingen
Medewerkers van het Centrum voor Informatieve Spelen geven input voor
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 7 -
Year 2
Onderzoek bij de leerlingen naar positieve en negatieve elementen van de speelplaats in elk land.
Bepalen van verbeterpunten per land. Elk land geeft uitleg bij één sterkte, bv. een indoor spel die ook op de speelplaats kan gebruikt worden.
leerrijke elementen op de speelplaats.
Implementatiefase
Implementatiefase
Disseminatie en valorisatiefase
Elementen van de partnerscholen worden uitgetest op de speelplaats en geëvalueerd door leerlingen en leerkrachten.
Medewerkers van het Centrum voor Informatieve Spelen coachen de scholen bij het implementeren van nieuwe elementen.
Van alle nieuwe spelelementen op de speelplaats worden handleidingen gemaakt door de leerlingen, gebruik makend van pictogrammen. De school is een voorbeeld voor andere scholen uit de regio die van hun speelplaats een uitdagende leeromgeving willen maken.
Ryckevelde vzw I Beweging voor Europees burgerschap I T 050 35 27 20 I
[email protected] I www.ryckevelde.be - 8 -