15e jaargang 6 januari 2010 redactioneel onafhankelijk magazine van de Hanzehogeschool Groningen | e-mail:
[email protected] | foto: Pepijn van den Broeke
8
Columnisten Leonie en Rosa nemen elkaar de maat • Zeven oud-studenten voor het voetlicht • Alcohol en cola helpen niet tegen salmonella • Taekwondoka Gework wil wereldkampioen worden
een extra zakcentje verdienen? Op woensdag 3 maart 2010 worden de gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Daarvoor hebben we enthousiaste stembureauleden en stemmentellers nodig. En hierbij denken we aan jou!
Stembureaulid Wat vragen wij? • Je bent 18 jaar of ouder. • Je bent beschikbaar op 3 maart van 07.00 uur in de ochtend tot ongeveer 24.00 uur ’s avonds. • Je bent stressbestendig en werkt gestructureerd.
Wat bieden we je? • Een vergoeding van 150 euro bruto. • Een korte instructie over de werkzaamheden op het stembureau. • Pauzes tijdens de dag, met daarin een lekkere lunch. • Een gezellige dag met andere stembureauleden helemaal in het teken van de verkiezingen.
Stemmenteller Wat vragen wij? • Je bent 18 jaar of ouder. • Je bent beschikbaar op 3 maart van 20.45 uur tot ongeveer 24.00 uur.
Wat bieden we je? • Een vergoeding van 30 euro. • Een kijkje achter de schermen van de organisatie bij verkiezingen. • ‘Proeven’ van de verkiezingssfeer.
Aarzel niet en meld je vóór woensdag 13 januari aan. Dit kan door een e-mail te sturen met je naam en adres naar
[email protected]. Of vul de onderstaande antwoordstrook in. Een postzegel is niet nodig. Stuur de strook op naar: Gemeente Groningen, Dienst Informatie en Administratie, Projectteam Verkiezingen, Antwoordnummer 225, 9700 VB Groningen.
Ja, ik wil een zakcentje verdienen! Graag als stembureaulid
Graag als stemmenteller
naam en voorletter(s):
....................................................................................................................................
adres:
....................................................................................................................................
telefoonnummer privé:
....................................................................................................................................
burgerservicenummer*:
....................................................................................................................................
bank/girorekening:
....................................................................................................................................
plaats en datum:
....................................................................................................................................
handtekening:
....................................................................................................................................
*Jouw burgerservicenummer staat op jouw paspoort of identiteitskaart.
hanzemag 45731
postcode en woonplaats: ....................................................................................................................................
INHOUD Pagina 4
Oud-studenten Krause en Martijn van Sonderen van Noisia zijn een goede match
Pagina 6
Alumnibeleid HG staat nog steeds in de kinderschoenen
Pagina 7
Bij de Les Levensmiddelenmicrobioloog Rijkelt Beumer eet nooit kant-en-klaarmaaltijden
Pagina 9
Oud-Minervastudent Marjolein Schaaf beeldhouwt en geeft yoga. ‘In de jaren zestig had je alleen geitenwollensokkenyoga’
Pagina 10
Schilder Henk Helmantel kwam pas ná Minerva goed uit de verf
11
Pagina 12 - 13 Columnisten Rosa Timmer en Leonie Veraar nemen elkaar de maat. ‘De borsten van Rosa waren de eerste die ik vasthield’ Pagina 15
Docent Bauke Leijenaar wint logopedie-Oscar. ‘Ons protocol mag geen papieren tijger worden’
Pagina 16
Oud-PA-student John Le Grand beheert de anatomische collectie van de RUG. ‘We eten nog dagelijks van een afgedankte snijtafel’
10 5int 17
4
9
ALUMNI
‘In twee maanden hebben we er
vier nummers uitgepoept’
Susanne Clermonts studeerde in 2007 als allereerste af aan de Academie voor Popcultuur. Als Krause maakt ze Electropop en heeft ze net haar eerste cd uit, ‘No Guts No Glory’. Martijn van Sonderden maakt deel uit van Noisia, het wereldberoemde Groningse drum ’n bass collectief. Noisia produceerde No Guts No Glory. Martijn, waarom heb je het Conservatorium niet afgemaakt? ‘Ik begon negen jaar geleden met Noisia. Onze eerste plaat kwam uit toen ik negentien was. Ik deed eigenlijk twee dezelfde dingen. Muziek, muziek, muziek, huiswerk, muziek, muziek… Uiteindelijk moest ik kiezen voor een carrière hebben of ernaartoe werken. Ik heb drie jaar op het Conservatorium gezeten, het laatste jaar was ik er bijna nooit. Ik kreeg steeds meer optredens. De docenten zijn goed op hun eigen vakgebied, maar op mijn vlak konden ze me niets meer leren.’ Suzanne, is Krause op de Popacademie ontstaan? ‘In het derde jaar moest ik een project verzinnen voor een presentatie. Het was eigenlijk de eerste keer dat ik iets alleen deed. Ik heb jaren in punkbandjes gespeeld en toen realiseerde ik me: wauw, ik kan het alleen. Dit is leuk. Met een synthesizer op je computer heb je zoveel verschillende geluiden. Er ging een wereld voor me open. Je kunt er zo veel mee dat het soms bijna ontmoedigend is. Als ik Martijn zie, denk ik: fuck, wat weet ik nog weinig.’ Je bent geen dj. ‘Krause is een live act. Electropop is een substroming van de elektronische muziek. Dance, maar dan wel liedjes met een kop en een staart. Ik sta niet met een laptop op het podium alsof ik m’n mail aan het checken ben. Door de samenwerking met Noisia is mijn eigen geluid vetter geworden.’ Hoe is jullie samenwerking ontstaan? ‘Noisia heeft mijn eerste single geproduceerd en toen ik voor Sony een cd mocht gaan opnemen, dacht ik shiiiit… Noisia moet dat gaan doen. ‘No Guts No Glory’ hebben we in twee delen gedaan. De ene helft lag al op de plank en daarvan heeft Noisia de beats opgebeefd. De andere liedjes zijn samen ontstaan. Dat werkte heel prettig en ging zoveel sneller. In twee maanden hebben we er vier nummers uitgepoept.’ Martijn: ‘We overleggen terwijl het nummer ontstaat. Je weet meteen waar je aan toe bent. Er was een klik, een chemie, de samenwerking mixte wel heel goed.’
Wie of wat is Noisia nou eigenlijk? ‘Noisia bestaat uit Nik Roos, Thijs de Vlieger en ikzelf. In het begin focusten we ons eigenlijk vooral op drum ’n bass. Maar de laatste jaren richten we ons ook op andere vormen van elektronische muziek. We maken beats voor andere artiesten, we remixen en produceren van hiphop tot breakbeat tot… Krause.’ Martijn, wat waren jouw highlights in 2009? ‘We hebben net muziek voor de Britse band Hadouken! geproduceerd. Het resultaat is eigenlijk behoorlijk goed geworden. En m’n grootste optreden ooit, in Sint-Petersburg waar ik heb gedraaid voor 25 duizend man. We hebben net ons eerste eigen album af, ons eerste studioalbum. Hoogtepunt was ook dat we een remix hebben gedaan voor The Prodigy. We hebben ook nummers samen gemaakt met Engelse rappers zoals Foreign Beggars.’ En de jouwe, Susanne? ‘De vele release party’s van de cd waren echt superleuk. Vooral die in Vera met 450 man. De clip wordt goed gedraaid op MTV en TMF. De boekingen lopen lekker. Sinds kort heb ik een live-band met een drummer en een bassist. Ik vond het twee jaar heerlijk in m’n eentje en dacht echt dat ik niet meer nodig had, maar je kunt er niet om heen dat je toch veel uit je laptop moet laten komen als je in je eentje optreedt. Oh ja, en de Wereld Draait Door was heel leuk. Gelukkig realiseer je je niet dat er een anderhalf miljoen mensen kijken. Ik had er binnen acht minuten tweehonderd followers op Twitter bij.’ Je bent internet-twitter-facebook-hyvesmyspace-addict. ‘Je creëert een band met je publiek, en daar heb je gewoon veel aan. Ik deel alles met m’n fans. Dat is gewoon mijn ding.’ Oké, laatste vraag: hoe zie je de toekomst? Martijn: ‘Er is belangstelling voor Krause uit Japan. Ze kan daar klappen. De video van ‘No Guts No Glory’ doet het daar goed. Voor Noisia wil ik meer muziek schrijven die geschikt is om live te spelen. Ik wil blijven producen voor anderen. Beats voor games maken vind ik ook mooi om te doen.’ Susanne: ‘Ik wil graag in heel veel landen spelen, maar ook in Nederland. Gewoon een vette show neerzetten. Eigenlijk wil ik doen wat hij doet, hi hi..’ Loes Vader
4 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
Foto: Pepijn van den Broeke
Sharon Dijksma, staatsecretaris van Onderwijs, nam op 14 december een kijkje in de Magneet, het science center van de Pedagogische Academie van de Hanzehogeschool. In de Magneet kunnen leerlingen van de hoogste klassen in het basisonderwijs spelenderwijs kennismaken met de wondere wereld van techniek en wetenschap. Dijksma, die de in de PA gevestigde ruimte officieel opende, was ingenomen met het initiatief dat de aantrekkingskracht van technische vakken moet vergroten. De leerlingen waren niet te beroerd om de staatssecretaris uit te leggen wat ze in de doe-stations uitspookten.
Foto: Luuk Steemers
HG doet duit in zakje Serious Request Erwtensoep bij de Plint, dineren bij Popcultuur, een spinningmarathon in Plaza Sportiva, tekenles bij Minerva en een muziekmarathon op het Prins Claus Conservatorium. Dat waren de in het oog springende activiteiten op de Hanzehogeschool om geld in te zamelen voor de actie Serious Request die malaria de wereld uit moet helpen. Bij Personeelsmanagement (zie foto) kookten medewerkers voor studenten die voor vijf euro hun bordje mochten volscheppen.
Eén keer betalen voor twee studies Studenten die een tweede studie volgen hoeven toch maar één keer collegegeld te betalen. In 2007 spraken hogescholen en universiteiten met de studentenbonden al af dat studenten één keer collegegeld betalen als ze meerdere studies volgen. Onderwijsminister Ronald Plasterk vindt dat te ruimhartig. Hij bekostigt de tweede studie niet meer als de student bij de eerste is afgestudeerd. Dat heeft tot gevolg dat instellingen deze studenten een kostendekkend collegegeld in rekening mogen brengen. Maar nu is afgesproken dat de hogescholen en universiteiten dat voorlopig niet doen.
Afgestudeerde IBS’ers verdienen het best Van alle startende hbo’ers verdienen beginnende managers het beste. Bovenaan staan pas afgestudeerden van International Business & Management. Die hebben een gemiddeld salaris van 2655 euro bruto per maand. Dat blijkt uit cijfers van het Maastrichtse instituut ROA die gepubliceerd zijn in de nieuwe Keuzegids HBO. Ook afgestudeerde informatici, werktuigbouwkundigen, accountants en fiscalisten mogen niet klagen met brutosalarissen van ruim boven de tweeduizend euro. Het minst verdienen de hbo’ers met een creatieve opleiding: musici, dansers, acteurs en kunstenaars. De cijfers hebben betrekking op hbo’ers die in 2007 afstudeerden. Verpleegkundigen verdienen ook aan de lage kant, gemiddeld 1735 euro, maar zij hebben een zeer goede kans op werk.
Superzusteropleiding is supergoed De master-opleiding Advanced Nursing Practice (ANP) van de Hanzehogeschool is op drie punten excellent: bij de ontwikkeling van het beroeps- en opleidingsprofiel speelde ANP altijd een toonaangevende rol, ANP past die profielen voortdurend aan aan de nieuwste ontwikkelingen en houdt daarbij zeer nauwgezet contact met de beroepspraktijk. Dat concludeert een panel van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie dat zich boog over de kwaliteit van de opleiding tot superzuster. Op de overige achttien criteria scoorde ANP acht keer voldoende en zestien keer goed.
Campus lijkt van de baan Het voorstel van de Stadspartij voor een campus voor ongeveer vierduizend studenten in Groningen lijkt kansloos. De Stadspartij wil de campus inrichten om overlast van studenten in de woonwijken te verminderen. Robert Prummel van de Stadspartij kreeg half december geen steun in de gemeenteraad. Volgens de fracties van de SP en het CDA is de Stadspartij eropuit om te scoren bij de verkiezingen en heeft de partij zich nooit eerder druk gemaakt om de studenten in de stad. De fractievoorzitter van Student & Stad Stephan Antuma is kwaad over het negatieve beeld dat de Stadspartij van studenten schetst. Hij pleit voor het investeren in contacten tussen studenten en stadjers om problemen bespreekbaar te maken.
HG-ALO beste van Nederland De Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding van de Hanzehogeschool (van oudsher bekend als ALO) is de beste van de vijf opleidingen in Nederland. Dat rapporteert de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie als uitkomst van het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs, dat in 2008 plaatsvond. De beoordelingscommissie is vooral te spreken over het onderwijsprogramma voor brede beroepsbeoefenaren (afgestudeerden die binnen- en buitenschoolse taken hebben). Daarnaast is de commissie onder de indruk van de faciliteiten in het nieuwe onderkomen van het Instituut voor Sportstudies op het Zernikecomplex.
LET OP het interne alarmnummer
wordt
88 vanaf
De redactie van HanzeMag wenst de lezers
een schitterend 2010.
4 januari 2010
HET NIEUWE INTERNE ALARMNUMMER
[email protected]
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 5
KORT NIEUWS
Sharon Dijksma opent de Magneet van de PA
Beleid afgestudeerden HG staat nog in de kinderschoenen
CHRIS
‘Iedereen is bezig met alumnibeleid,
maar het bewustzijn ontbreekt’ Lidy Bosker coördineert het alumnibeleid van de Hanzehogeschool Groningen. Volgens haar gebeurt er veel op het gebied van oud-studenten, maar is er nog te weinig beleid. ‘Sinds december 2008 coördineer ik het alumnibeleid van de Hanzehogeschool Groningen. Daarvoor werkte ik acht jaar in een soortgelijke functie voor de Rijksuniversiteit Groningen. Er lag hier heel veel, er werd gewerkt aan een nieuwe alumnisite, een Virale Campagne Watdoejijnu.nl, maar echt leven deed het niet. Het beleid was ad hoc, versplinterd. Dat is deels wel logisch, want voor ieder instituut is de invulling verschillend. Kijk alleen al naar de aantallen en leeftijdsopbouw van alumni. Sommige schools bestaan al decennia en hebben dus een enorme groep afgestudeerden in diverse leeftijdscategorieën, terwijl bijvoorbeeld de Popacademie nog maar net haar tweede lichting heeft uitgezwaaid.’
Hbo-studenten hebben toch nauwelijk binding met hun instelling? ‘Veel studenten gaan inderdaad vooral voor een beroep, willen gewoon snel een vak leren en aan de slag gaan. Maar ik denk dat er ook een categorie is die iets anders wil. Het is een
Een nieuw jaar, een nieuw decennium: tijd voor goede voornemens en nieuwe ambities. Eerste goede voornemen: nu eens wat meer punten halen en wat minder in de kroeg zitten. Om jullie een klein beetje te helpen, hebben we enkele succesvolle afgestudeerden (alumni) geportretteerd. Zo kun jij dus ook worden, als je je punten maar haalt! Alumni, je hoort het woord steeds vaker op de Hanzehogeschool. Ik vind het niet echt passen, maar het schijnt één van de manieren te zijn om trots te kweken. Vaak wordt naar de VS gewezen als het gaat om succesvol alumnibeleid. Geslaagde afgestudeerden doneren daar met veel plezier een computerlokaal, een fonteintje of zelfs een heel gebouw aan ‘hun’ universiteit. Maar in de VS is er ook veel meer niveauverschil tussen universiteiten. In Nederland zijn alle universiteiten praktisch gelijk. Als RUG-alumnus heb ik nooit het gevoel gehad dat juist die universiteit het verschil heeft gemaakt voor mijn carrière. Of dat ik nergens anders had kunnen leren wat ik daar geleerd heb. Ik heb warme herinneringen aan mijn studententijd, maar met trots heeft het niets te maken.
Wie bekommert zich op de HG om de alumni? ‘Het alumnibureau binnen de afdeling Marketing & Communicatie coördineert, maar de input en het initiatief moeten toch komen van de schools. Als zij het belang niet zien, dan werkt het niet. Een voorbeeld: we hebben al een tijdje een fotocampagne lopen. Bij iedere afstudeerceremonie regelen wij gratis en voor niks een professionele fotograaf. Je zou zeggen dat dit een makkelijke keuze is voor de instituten, maar toch maakt maar zestig à zeventig procent gebruik van deze service. Daardoor staat de campagne onder druk. Dat vind ik een gemiste kans.’ Misschien vinden ze het niet belangrijk? ‘Afgestudeerden zijn van groot belang voor een hoger-onderwijsinstelling. Ze kunnen een rol spelen bij de werving, als HG-ambassadeurs. Ook tijdens de studie kunnen alumni de hogeschool op veel manieren van dienst zijn. Schools kunnen hun externe netwerken vergroten door alumni die bij bedrijven werken een belangrijke rol te laten spelen bij het vinden van stageplekken. Daarnaast kunnen schools alumni uitnodigen om hun praktijkkennis te delen, bijvoorbeeld in de vorm van workshops en lezingen.’
Alumnus
Bij hogescholen doet dat kunstmatig creëren van trots nog een tikkeltje geforceerder aan. De meeste hbo’ers denken praktischer en over het algemeen hebben ze ook minder binding met het studentenleven dan een academische student.
Foto: Pepijn van den Broeke
misvatting om te denken dat academische alumni automatisch een sterkere binding hebben met hun alma mater. Toen ik negen jaar geleden begon bij de Rijksuniversiteit Groningen, waren er amper alumniverenigingen. Nu heb je er 33! Dat zie ik hier ook nog wel gebeuren, alleen moet er dan wel iets veranderen.’ Wat kunnen we op korte termijn aan alumnibeleid verwachten? ‘We hebben binnen het project City of Talent radiocommercials gemaakt met topalumni van de Hanzehogeschool Groningen. Deze werden uitgezonden op 3FM tijdens de Glazen Huisactie. Na de radiospotjes zetten we deze campagne voort met acties bij scholen in Noord-Nederland. Dat doen we in samen-
6 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
werking met onder meer de RUG. ’ Maar dat is toch gewoon om studenten te werven? ‘Natuurlijk, dat is de belangrijke insteek, maar we doen het ook om trots te kweken. “Hé, die zat dus ook op de Hanzehogeschool”, zo’n moment van herkenning. ‘Uiteindelijk is dat ook mijn missie. Ik zou graag zien dat studenten niet alleen trots zijn op de gedane opleiding, maar ook op de omgeving, de gemeenschap die de Hanzehogeschool Groningen is. Daarvoor is meer betrokkenheid nodig vanuit de schools. Iedereen is bezig met alumnibeleid, maar vaak ontbreekt het bewustzijn. We moeten gaan uitstralen dat we een hogeschool zijn die echt iets voor haar alumni wil betekenen.’ Chris Wind
Natuurlijk snap ik wel dat je alumni heel goed kunt inzetten voor presentaties en het bijzonder handig is om een netwerk te onderhouden voor toekomstige stageplekken. Maar om geslaagde alumni te gebruiken als bewijs dat je een goede onderwijsinstelling bent, dat vind ik maar onzin. De alumni in deze HanzeMag zul je dan ook niet horen zeggen dat ze alles aan de Hanzehogeschool te danken hebben. Juist in een land waar alle hbo’s (en universiteiten) op gelijk niveau staan, is het talent en doorzettingsvermogen van de student zelf van doorslaggevend belang voor zijn of haar succes. Dat geldt dus ook voor de alumni die wij hebben geportretteerd voor deze HanzeMag. Hopelijk sterkt dat alle studenten die wel het talent, maar niet zo veel doorzettingsvermogen hebben. Houd je goede voornemens nog even vol, die punten kunnen je nog veel gaan opleveren! Oh, en lees zeker niet het interview met Martijn (Noisia). Die is namelijk in zijn derde jaar gestopt met zijn opleiding en is nu wereldberoemd. Niet lezen, houd vol! Chris Wind
bij bijde deles les
Hoe vies is lekker? Levensmiddelenmicrobioloog Rijkelt Beumer houdt een boeiend, hilarisch en vaak walging opwekkend betoog over de onzichtbare gevaren van bacteriën in onze leefomgeving. ‘Bacteriën moet je niet pesten.’
Foto: Pepijn van den Broeke
Foto: Pepijn van den Broeke
‘Kant-en-klaarmaaltijden met vers vlees en rauwe groenten zijn berucht. Voordat het bij de consument ligt, is de helft van de houdbaarheidstijd al voorbij. We hebben het aantal ziekteverwekkers onderzocht in een maaltijd Chicken Tandoori. Tot onze verbazing bleek salmonella niet uit te groeien bij zeven graden, zelfs niet bij twaalf. Wat blijkt nu? Die maaltijden zijn al bijna op de grens van bederf, zoveel bacteriën zitten erin. Al die bacteriën onderdrukken de groei van salmonella.’ Vol afgrijzen luisteren studenten Life Science & Technology in een bomvol auditorium in de Van DoorenVeste naar het verhaal van de Wageningse levensmiddelenmicrobioloog Rijkelt Beumer. ‘In dat opzicht is zo’n maaltijd veilig. Maar als je de maaltijd opwarmt in de magnetron krijg je relatief warme en koude plekken. In die koude plekken blijven veel micro-organismen in leven. Daar kun je behoorlijk ziek van worden.’ Ecoligehakt Beumer krijgt veel brieven van mensen die boeken uit de bibliotheek of toetsen op een pinautomaat al vies vinden. ‘Die desinfecteren ze met zeventig procent alcohol. Beetje zielig. Als je iemand een hand heeft gaan de bacteriën
veel makkelijker over dan bij het intoetsen van je pincode. Niet erg zolang je je handen maar niet gaat afzuigen of likken. De meeste bacteriën op handen zijn ongevaarlijk. Maar er kúnnen ziekteverwekkers bij zijn. Op je handen leven residente bacteriën, die wonen er, als het ware. Maar er zijn ook transiënte bacteriën. Die zijn, zeg maar, op doorreis. Stafylokokken en salmonella bijvoorbeeld. ‘We hebben handen besmet met gehakt waar de ecolibacterie in huisde. Daarna hebben we proeven gedaan. De residente micro-organis-
‘Een vieze vaatdoek is geen ramp’ men blijven zelf na negen keer handen wassen gewoon zitten. De transiënte verdwenen grotendeels. Handen wassen is dus best verstandig.’ Beumer deed onderzoek naar keukenhygiëne. ‘Bacteriën gaan langzaam dood op droge oppervlakken. Daarom is een vieze vaatdoek niet zo’n ramp, als je maar zorgt dat je snijplank of aanrecht droog is. Houten snijplanken zijn
beter. De overdracht van micro-organismen op hout naar andere oppervlakken is heel gering. Via snijplanken van glas of plastic gaat de overdracht veel makkelijker.’ Waterdunne flatsdiarree Ieder jaar krijgen anderhalf miljoen Nederlanders voedselvergiftiging of een voedselinfectie. ‘De infectie veroorzaakt drie dagen lang een waterdunne diarree. Niet een beetje geflodder op de wc, maar direct flats. Je loopt leeg.’ Bij een voedselvergiftiging is de patiënt misselijk en moet hij overgeven. Dat duurt gelukkig maar acht tot 24 uur. ‘Je hebt dan een toxine binnengekregen, bijvoorbeeld bij de Chinees. Kans om er aan dood te gaan is niet groot, zestien op één miljoen. De kans om om te komen in het verkeer is wel vijf keer zo groot.’ Bacteriën kunnen stress hebben, bijvoorbeeld bij een hoge zuurgraad, bij te kleine hoeveelheden antibiotica of bij een hogere temperatuur. ‘Dat is pesten. En Nietzsche zei al: Was mich nicht umbringt, macht mich stärker. De bacteriën komen er gelouterd uit en kunnen de wereld beter aan.’ Beumer beproefde dat. ‘Een bacterie zat in een badje van dertig graden. We verhoogden de temperatuur tot vijftig graden
en de bacterie stierf. Diezelfde bacterie zetten we een half uur op 42 graden. Vindt ie niet lekker. Hij groeit niet, maar gaat ook niet dood. Daarna verhoogden we temperatuur tot vijftig graden. Hij maakte ineens eiwitten die de cel beschermen waardoor hij bleef leven.’ Alcohol werkt niet Een populaire misvatting is dat cola en alcohol desinfecterend werken. ‘De kunstmatige suiker in Cola Light heeft een licht bacteriedodend effect, maar je zou tien keer de dagelijks aanbevolen hoeveelheid moeten drinken om daar voordeel van te hebben. Alcohol helpt pas als het percentage in je maag zeventig procent is. Dat is een beetje te veel van het goede.’ ‘Zijn we niet te schoon?’, wil een student weten, ‘hebben we daardoor steeds minder weerstand?’ Beumer had de vraag verwacht. ‘Je kunt inderdaad immuun worden voor bepaalde bacteriën als je ze iedere dag tegenkomt. Mensen in slachthuizen hebben bijvoorbeeld antilichamen tegen salmonella. Maar op zich heeft dat niets met schoon of vies zijn te maken. Met een beetje hygiëne kun je veel ellende voorkomen. Of je dan langer leeft, weet ik niet, maar wel gelukkiger.’ Luuk Steemers
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 7
ALUMNI
frick
‘Accountant, ach, ‘t leek me wel wat’ ‘Geen verklaring is geen optie.’ Agnes Koops schetst de spagaat van de accountant. Die móet de jaarrekening van zijn klanten kritisch controleren en hierover tegelijkertijd overeenstemming bereiken. ‘Je moet de klant niet verliezen. Daarom zijn communicatieve vaardigheden cruciaal. Al het andere, vooral kennis van wet- en regelgeving en cijfermatig inzicht, is hartstikke nodig, maar als je niet goed communiceert, kun je dit vak niet goed uitoefenen.’ In 1992 werd Agnes junior-assistent bij Coopers & Lybrand Dijker van Dien. ‘Ze gaven een presentatie op de HG en het leek me wel wat. Weet je, er zijn niet zoveel jongeren die denken: later als ik groot ben word ik accountant. Tot die presentatie had ik er nooit bij stil gestaan. Maar ik ben wel leergierig en ambitieus. Ik ging aan het werk en aan de studie. Iedere vrijdag was het leren geblazen. Heel leuk, want alle nieuwelingen volgden hetzelfde spoor.’ Zes jaar duurde de studie die Agnes volgde bij het Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Universiteit van Amsterdam. Ondertussen steeg ze op de carrièreladder van het bedrijf dat zich in 1998 (na een fusie) omdoopte tot Pricewaterhouse-
Coopers (PwC). Jongste assistent, assistent, gevorderd assistent, opdrachtleider, manager, senior manager, director en uiteindelijk partner. ‘Het principe is nog steeds up or out. Je gaat omhoog of je gaat weg. Ik ben al tamelijk oud met m’n veertig jaar. De gemiddelde leeftijd bij PwC is 28-en-nog-eenbeetje.’ Honderd koeien heeft vader Koops, wat stuks kleinvee en dertig hectare land tussen Oostum en Garnwerd. Maar z’n twee kinderen willen het goedlopende boerenbedrijf niet overnemen. ‘Boeren moet je in het bloed zitten. En dat zit het bij mij dus niet. En mijn zus is fiscaal jurist, dus pa moet iets anders verzinnen.’ Partner (mede-aandeelhouder) is de hoogste functie bij PwC, het bedrijf kent er in Nederland zo’n 250 op een personeelsbestand van pakweg vijfduizend accountants en (belasting)adviseurs. Naast haar klanten heeft Agnes de portefeuille human recourses van de vestigingen in Hengelo, Zwolle, Groningen en Leeuwarden. ‘Helpen, sturen en coachen. Een accountant moet zich blijven ontwikkelen, we doen veel aan de scholing van ons personeel. Als je wilt, kan er heel veel.’
Boekhoudschandalen (Enron en Ahold) en megafraudes hebben het imago van de accountant de laatste jaren aangetast: alsof een accountant maar in het wilde weg goedkeurende verklaringen afgeeft. ‘De waarde van ons beroep is erdoor gestegen’, meent Agnes, ‘de buitenwereld kijkt kritischer naar wat we doen. Dat is alleen maar goed. Het houdt ons scherp. Bovendien, wat zouden we voor accountant zijn als we moeilijk zouden doen over controle?’
Agnes Koops, topvrouw bij PwC: ‘Accountancy, stoffig? Man, ik ben aan de oude kant met m’n veertig jaar.’
Tekst en foto: Boudewijn Otten
WAT D OE
JIJ NU ?!
Naam: Agnes Koops-Aukes (40) Opleiding: Bedrijfseconomie Periode: 1988-1992 Beroep: Partner (medeaandeelhouder), PricewaterhouseCoopers Accountants Hobby’s: lezen, sporten en reizen
Mollenblind & in het duister van het nakend kerstfeest van 2009 verscheen een sterre. Helder sprankelde het hemellichaam aan het zwarte zwerk, het verlichtte geesten die jaren molblind waren geweest, die hun wegen tastend hadden moeten vinden. Allengs waren ze gewend geraakt aan de platgetreden paden die hun voorgangers door de jaren heen hadden uitgesleten met hun zacht krabbende poten & neerhangende buikjes. & toen… in de tijd dat het duister het jaar in zijn greep hield, schitterde de sterre, gunde één van de door zomp bevangen geesten het licht in de ogen. & die ene zweeg niet langer. Hij zei, met luider stemme: ‘Het &-teken! Die vermaledijde ampersand is van den duivel. Weren & uitbannen zullen wij het teken &!’ & zo geschiedde het dat het mollenvolk voortaan &-loos zijn tijd beidde. Zo is het waarschijnlijk níet gegaan. Maar toch, mollenblindheid moet ten grondslag hebben gelegen aan het wonderlijkste besluit dat de Hanzehogeschool in jaren heeft genomen. Het Instituut voor Marketing & Management heet voortaan Instituut voor Marketing Management. De ampersand is verdwenen. Waarom? Omdat de naam, logischerwijs, deed veronderstellen dat je bij M&M managementopleidingen kunt volgen. Maar dat kan daar helemaal niet, staat er in een bericht dat de HG rondstuurde. Het is een raadsel dat er jaren overheen zijn gegaan voordat iemand doorkreeg dat de vlag de lading niet dekte. Maar mysterieuzer is de actie die op die ontdekking volgde. De HG schrapt níet de boosdoener uit de naam (de term management), maar de &, de onschuldige ampersand. Het bericht vervolgt met een ware breinbreker: op het Instituut voor Marketing Management kunnen studenten leren hoe ze de marketingkant van een bedrijf kunnen managen. Managen!? Dus toch! De nieuwe naam Instituut voor Marketing Management, schrijft de HG, geeft dit krachtig weer. Dat lijkt mij niet. De nieuwe naam, Instituut voor Marketing Management, geeft krachtig weer wat er tússen de woorden moet staan: helemaal niets! Het gaat om het management van de marketing: om marketingmanagement, dus. Maar geen mol die dat zag. Marketingmanagement is geen mooi Nederlands, Marketing Management is mooi geen Nederlands. & dat is treurig. Hajo Frick
8 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
ALUMNI
Van beeldhouwster tot yogajuf
‘Yoga en beeldhouwen hebben dezelfde energie’
Foto: Luuk Steemers
‘Twintig jaar ben ik beeldhouwster geweest. Ik ben fysiek ingesteld en dat zie je terug in mijn beelden. Figuratief werk: dansers, muzikanten, mensen in beweging. Beweging is de rode draad in mijn leven. Vanaf mijn zevende deed ik aan ballet, samen met m’n zus. Op vrijdagavond gingen de tafels en stoelen aan de kant en dansten we met m’n moeder. Ik kom uit een creatief gezin. Mijn moeder schildert. Ze heeft de oorlog in Indonesië doorgebracht. Na de oorlog is ze alleen teruggegaan naar Nederland om aan de Rietveld academie te studeren. Mijn vader is een technische zakenman. Ik heb van beiden het beste meegekregen. Ik ging beeldjes maken omdat ik heel graag wilde vormgeven. Voor tekenen en schilderen was ik te ongedurig. Stilzitten zit niet in mijn aard.’ Pure passie ‘Op de Academie heb ik een prachttijd gehad. Beeldhouwen is helemaal mijn ding. Ik ontdekte mijn eigen kracht en dat werkte bevrijdend. De beeldhouwafdeling zat toen nog in de Petrus Driessenstraat (huidige Wiebengacomplex, red.). Herman Janzen was een fijne docent, hij was iemand die mij enorm stimuleerde en bemoedigde. Ik heb er als een gek gewerkt. Er kwam een energie in mij los! Iedereen ging de kroeg in, maar ik maakte beelden. Pure passie. Ik was een solist. Ze vonden me streberig. Als je meer doet dan de rest krijg je tegengas.’
Antwerpen ‘Later als ik groot ben ga ik naar Amerika, zei ik altijd. Dat werd dus Antwerpen, ha ha. Ik kreeg een uitwisselingsbeurs om aan het Nationaal Instituut voor de Schone Kunsten te studeren. Ik huurde een groot oud huis van vier verdiepingen. Vlak naast de dierentuin. ’s Nachts kon je de leeuwen horen brullen. Ik ging helemaal los in Antwerpen. Van een braaf hard werkend meisje werd ik een feestbeest dat ging roken, drinken en feesten. Op het Instituut voor de Schone Kunsten beschikte ik over een heel groot atelier, daardoor werd het mogelijk om levensgroot werk te maken. Ik ben het Ballet van Vlaanderen binnen gelopen en na drie weken tekenen kwam ik erachter dat ik niet bij zomaar een balletschool zat maar bij het grootste gezelschap van België. Ik heb een levensgroot beeld van Romeo en Julia gemaakt. Heel toevallig liep ik de directeur van de opera van Gent & Antwerpen tegen het lijf, die zei: breng maar, Marjolein. Romeo en Julia hebben er jaren gestaan.’ Rookspook ‘Yoga kwam op m’n dertiende op mijn pad. Mijn Indonesische grootmoeder was altijd al bezig met Krishnamurti, een Indiase filosoof. Daar kwam de fascinatie vandaan. En ik was natuurlijk een balletmeisje. Yoga heb ik geleerd uit boeken. Als ik naar een les ging,
kwam ik altijd teleurgesteld terug. In de jaren zestig had je van die slome geitenwollensokkenyoga. Dan moest je denken dat je een vuilniszak was. Dat lukte me niet. Ik vond het heerlijk om op te staan, mijn yoga-oefeningen te doen en dan koffie en beeldhouwen. Yoga en beeldhouwen hebben dezelfde energie. Ze versterken elkaar. Je opent jezelf met yoga. Je komt erachter waar je scheppende kracht zit. Zo heb ik jaren geleefd. Tot ik wilde stoppen met roken. Dat lukte niet. Beeldhouwen en roken waren zo onlosmakelijk met elkaar verbonden dat ik het één niet zonder het ander kon. Uiteindelijk ben ik gestopt met beeldhouwen. Ik dacht: ik ben veel belangrijker dan die beelden. Mijn focus was: ik wil dat rookspook kwijt.’ Yogastudio ‘Op m’n 42-e ben ik de yogadocentenopleiding in Bilthoven gaan doen. Een no-nonsense-opleiding van vijf jaar. Ondertussen gaf ik op allerlei locaties in Groningen poweryogalessen. Maar, mijn ambitie was een eigen dynamische yogastudio. Ik vond een pand in hartje Groningen in de Hofstraat. In januari 2006 ging de studio open. Het liep direct vol. De studio is zeven dagen per week open. Je bent niet verplicht om op een vast uur te komen. Daardoor heb je nooit een excuus om niet te gaan. Ik houd van vrijheid en dat wil ik de mensen ook
bieden. Het aanbod is breed en toegankelijk en er worden lessen in het Engels gegeven. Ik heb een fantastische groep meiden die ik zelf heb opgeleid. Ik ben een bofkont, maar wel een ambitieuze. Volgend jaar hoop ik dat de studio twee keer zo groot is met een zaal voor Hot yoga en Bikram yoga. Bij Bikram wordt de zaal opgestookt tot 35 graden. Pure topsport. Door de warmte ben je leniger, kom je beter bij je kracht en het heeft een detox-effect. Een sauna komt er ook, met fonteinen en beelden van Marjolein Schaaf. Dan hoop ik ook weer ruimte te hebben om te beeldhouwen. Dan is de kring rond.’ Loes Vader
WAT D OE
JIJ NU ?!
Naam: Marjolein Schaaf (53) Opleiding : Academie Minerva Richting: Beeldhouwen Periode: 1979 – 1984 Beroep: eigenaar Power Yoga Groningen en yogadocent
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 9
ALUMNI
‘Diep respect voor Schepping en Schepper’ Henk Helmantel is één van ’s lands succesvolste kunstschilders. Met zijn vrouw Babs bewoont hij een zelf gereconstrueerde middeleeuwse pastorie in het Noord-Groningse Westeremden. Helmantel heeft zich omringd met kunstvoorwerpen en exposeert van mei tot begin oktober in zijn eigen museum De Weem. ‘Een tijd geleden kwam hier een boze vrouw uit Hilversum. “De wereld die u in beeld brengt, bestaat niet.” Ze had gedeeltelijk gelijk. Maar in deze gebroken wereld is veel behoefte aan mijn werk. Naast de gebrokenheid in de wereld, moet er ook heelheid zijn. Schoonheidservaring kan helend en positief werken. Dáár ligt mijn talent. Ik wil uitdrukking geven aan mijn diepe respect voor de Schepping en de Schepper. Ik weet dat je ook het onvolmaakte van de Schepping kunt laten zien. Uitstekend, maar doe het met respect. Ik haat vulgaire kunst waar normen opzij worden gezet. ‘Ik ben begonnen met van alles en nog wat: portretten, landschappen, stillevens, historische taferelen. Ik merkte dat voorwerpen in een ruimte met belichting van buiten mij zeer boeiden. Ik ben een kwekerszoon. Waarschijnlijk schilder ik daardoor veel vruchtenstillevens. Daarnaast kwamen de kerkinterieurs in beeld, ook vanwege mijn band met de kerk. Ik voel me volop protestants-christelijk. Bij voorkeur schilder ik bijna kale interieurs. Geen roomse opsmuk. Sober, maar er moet wel hier en daar iets staan: een mooie bank,
een preekstoel of een kaarsenstandaard.’ ‘Ik heb met veel vreugde en ambitie de opleiding op Academie Minerva gevolgd. Ik zocht het toen al in de realistische richting, maar de leraren hielden zich daar niet echt mee bezig. Schilderleraar Evert Musch gaf les in een impressionistische toets die typerend was voor Minerva: een opzet maken, goed van toon en kleur, en op een bepaald moment loslaten. Maar op het moment van loslaten wilde ik juist nog dóór. Dat was toen helemaal nieuw. Later is realistisch schilderen een trend geworden in Noord-Nederland. Denk maar aan Matthijs Röling, Wout Muller, Ger Siks en Rein Pol. ‘Misschien ben ik niet volledig aan mijn trekken gekomen op Minerva. Maar, stel dat ik honderd procent tevreden zou zijn geweest, zou ik dan beter uit de verf gekomen zijn? Dat denk ik niet. Uiteindelijk geeft het talent de doorslag. Pas vanaf een jaar of tien na mijn afstuderen begon ik mijn betere werk te maken. Het oude werk is nog wat kaal van oppervlakte. In het latere werk zit meer poëzie. Het wordt ruimtelijker, mystieker en heeft meer atmosfeer. Ik zie nog wel eens oud werk waarvan ik denk: blij dat ik het heb verkocht voor een niet al te hoge prijs. ‘Ik ben altijd een doe-het-zelver geweest. Mijn eerste expositie was in Loppersum in 1967. Ik vroeg de kerkvoogdij of ik in de kerk een tentoonstelling mocht houden. Er kwamen duizend mensen die allemaal één
10 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
gulden betaalden. Duizend gulden: dat was wat in die tijd, en dat met maar honderd gulden onkosten. Zoiets heb ik meerdere keren gedaan. Ik heb altijd volop kunnen verkopen, zelfs in deze crisis gaat het eigenlijk wel goed. Dat komt ook door ons museum hier aan huis. Er zijn altijd bezoekers die vragen of ik iets voor ze heb.’ ‘Ik wil veel tijd besteden aan het eigen werk. Op Minerva zag ik dat docenten door het onderwijs werden opgeslokt. Gelukkig verkocht mijn werk altijd goed zodat ik me buiten het onderwijs heb kunnen houden. Daar ben ik erg dankbaar voor. ‘Sinds kort geef ik wél les aan de Klassieke Academie in Groningen. Dat doe ik omdat het maar vijf dagen per jaar is. Op die manier lever ik mijn bijdrage aan studenten. ‘Ik begin iedere dag om acht uur en ga door tot een uur of half tien ’s avonds. Ik zit zó vol met ideeën dat ik vaak niet kan wachten met een nieuw schilderij. Dan vergeet ik soms zelfs de handtekening te zetten. De laatste weken ben ik met deze rode knopstoel bezig. Het schilderij kan, schat ik, vijftig à zestig duizend euro opbrengen, maar ik denk dat ik het niet verkoop. Ieder jaar houd ik twee of drie werken zelf. Vandaar dat ik een omvangrijke eigen collectie heb. Dan kun je eenvoudig - zonder een beroep te doen op bruikleengevers - eigen werk tentoonstellen.’
‘Jammer dat het Groninger Museum geen aandacht besteedt aan figuratieve kunst uit de regio. Ze willen vernieuwende kunst. Maar wat dat betreft zijn ze niet al te consequent. Om aan hoge bezoekersaantallen te komen laten ze namelijk wél oude Russische meesters zien en Waterhouse. Directeur Kees van Twist is in de zomer hier geweest met zijn adjunct om ons museum te zien. Ik had een positief gevoel bij dat bezoek. Laatst zag ik tot mijn vreugde dat kunsthistoricus Henk van Os in het Groninger Museum een expositie organiseerde waarbij ook werk van Matthijs Röling te zien was. Ik denk dat ze er op den duur niet aan ontkomen om ook aandacht te besteden aan de Noordelijke Figuratieven.’ Tekst en foto: Luuk Steemers
WAT D OE
JIJ NU ?!
Naam: Henk Helmantel (64) Opleiding : Academie Minerva Richting: Schilderkunst Periode: 1961-1965 Beroep: Kunstschilder
ALUMNI ‘Ik ben nu wel gewend aan die botjes en schedels’ Jolanda Brons woont samen met haar zoon Sem, waarover zij het co-ouderschap heeft, in een knus huisje in de Oosterpoort. Voor de deur staat haar bakbrommer waar ze graag aan sleutelt. Een stoere ambitieuze wervelwind die net zo lief dna-monsters van skeletten neemt als dat ze fotografeert. ‘Ik ben in Delfzijl geboren’, vertelt Jolanda terwijl ze een kop thee inschenkt en de kaarsen in een oude vijfarmige kandelaar aansteekt. Zoon Sem (5) zingt Sinterklaasliedjes bij de kachel en doet een wortel en hooi in zijn schoen. ‘Halverwege m’n studie Biotechnologie ben ik anti-kraak in Groningen gaan wonen. Ik ben in Helsinki afgestudeerd. Ik wilde heel graag onderzoek doen naar menselijk dna. In Helsinki kon ik een afstudeerproject doen naar schizofrenie. Is daar een genetische oorzaak voor te vinden? In Finland heb je afgelegen gebieden waar mensen al een eeuwigheid in kleine gemeenschappen wonen, daardoor is daar zuiverder dna voor onderzoek te vinden. We hebben de genetische oorzaak van schizofrenie uiteindelijk niet gevonden. Het is waarschijnlijk een combinatie van meerdere fouten op verschillende genen en omgevingsfactoren. Finland is een prachtig land, alleen de Finnen vond ik ontzettend afstandelijk. Ik heb me daardoor compleet op m’n studie gestort en ben met twee negens afgestudeerd.’ Sleutelen ‘Terug in Groningen ben ik weer anti-kraak gaan wonen. Omdat ik nog niet toe was aan een serieuze veertigurige baan heb ik een tijdje achter de bar gestaan. Een jaar later solliciteerde ik als Moleculair Biologisch Analist bij Microbiële Ecologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Ik werd aangenomen. We onderzoeken de ecologische rol en het aanpassingsvermogen van bacteriën in hun omgeving met behulp van moleculaire technieken. Bijvoorbeeld onderzoek naar interacties tussen schimmels of planten en bacteriën, en naar bacteriën die vervuilingen uit de grond kunnen halen. Ik ben de enige hbo’er. In het begin dacht ik vaak: jemig, wat weten die lui veel, maar het werkt juist stimulerend en je ontwikkelt zelf je academisch denkniveau. Ik werk deels ondersteunend voor de groep en doe deels research. Verder ben ik met een collega verantwoordelijk voor het Sequence Lab. Dat is een techniek om de base-volgorde van dna in kaart te brengen. Wij zorgen ervoor dat twee peperdure machines altijd paraat staan. Ik ben aanspreekpunt bij problemen. Dat vereist creativiteit, wat ook van pas komt bij het sleutelen aan de bakbrommer.’ Filippijnen ‘In 2006 ging ik voor mijn werk naar de Filip-
pijnen. Ik heb daar monsters van rijstplanten genomen voor een onderzoek naar bacteriën in de wortels. Een dag voordat ik terugvloog, kwam er een tyfoon over. Ik zag palmbomen als luciferstokjes knappen. Ik ben met m’n camera naar buiten gerend en zag dat we midden in het oog zaten. De lucht was zwart. Doodeng. De mensen uit de omgeving vluchtten naar ons betonnen gebouw, bepakt met spullen die ze nog konden redden. Soms met baby’s in plastic tassen gewikkeld. Ik heb ze te eten gegeven, dat was het enige wat ik kon doen. Vijfhonderd doden in het rampgebied, talloze mensen dakloos. Maar ze bouwen hun golfplaten hutjes weer op en gaan verder met het leven. Wat een mooie positieve mensen.’ Opgravingen Grote Markt ‘Een tijdje terug kwam ik in café de Kult in gesprek met Anko, een veldarcheoloog. Het leek ons leuk om een project samen te doen. Zo ben ik betrokken geraakt bij de opgravingen op de Grote Markt. In de kroeg ontstond het idee om ook bacterieel onderzoek te doen op
skeletten. Ik bemonster de grond op de plek waar het voormalige maag-darmkanaal van het skelet heeft gezeten. Het zou iets kunnen zeggen over ziektes of doodsoorzaak van mensen in een bepaalde tijd. Als er een skelet wordt gevonden, belt de archeoloog me en vlieg ik op de fiets van Haren naar Groningen om grondmonsters te nemen. Nooit zonder m’n camera, want ik krijg ook alle gelegenheid om foto’s van de opgravingen te maken. Ik hoop dat er nog een expositie van komt. Het eerste skelet dat ze vonden was van een kindje. Toen ik dat zag, had ik het wel even moeilijk omdat ik zelf een kindje heb verloren. Maar nu ben ik wel gewend aan al die botjes en schedels.’ Promoveren ‘Een paar jaar geleden heb ik m’n eerste eigen onderzoek gedaan naar een techniek om dna te scheiden, DGGE genaamd. Daarover heb ik een artikel gepubliceerd in Applied Enviromental Microbiology, een Amerikaans vakblad. Als je professor in je gelooft, kun je als hbo’er ook promoveren. ‘Ik hoop te kunnen promoveren op de op-
gravingen op de Grote Markt. En ook dat ik samen met het archeologisch- en forensisch team iets kan ophelderen over de geschiedenis van vroegere Groningers. Ik hoop dan parttime in het lab te werken en parttime als fotograaf. Ik ben ambitieus en wil alles wat ik doe goed doen. Een combinatie tussen het labwerk en fotografie lijkt mij ideaal.’ Tekst en foto: Loes Vader
WAT D OE
JIJ NU ?!
Naam: Jolanda Brons (33) Opleiding : Hoger Laboratorium Onderwijs Richting: Biotechnologie Periode: 1995 – 2000 Beroep: Moleculair Biologisch Analist Nevenactiviteit: freelance fotograaf
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 11
Seks en de Stad
Groningens bekendste studentcolumnisten
nemen elkaar de maat
Hartsvriendinnen en aartsconcurrenten: Rosa Timmer en Leonie Veraar zijn het allebei. Rosa is columniste van de UK, Leonie doet hetzelfde voor HanzeMag. Beiden staan aan het begin van een schrijverscarrière. Een duo-interview over inspiratie, taboes en het Carrie Bradshaw-gevoel. Nog maar een paar weken geleden zaten we op dezelfde bank. Alleen was toen een feest aan de gang waarbij Rosa voor het eerst in haar leven een voorhuid heeft gezien en poppers snoof. Leonie bleef niet achter, al was het voor haar niet de eerste keer.
ROSA Leonie ‘Het is tijd voor een beetje ontspanning.’ Leonie kijkt me ondeugend aan. Midden in de nacht zitten we te tikken op de redactie. De pot koffie is niet genoeg om ons wakker te houden. Dan maar zo: één muisklik en Kinderen voor Kinderen galmt door het hele pand. ‘Een kind onderrr de evenaarrr’, zingt Leonie met haar Gooische r en springt op een neer. Dit was één van mijn eerste nachten met haar en we waren meteen een hels duo. Voor de bewaking, die ons smeekte om de kleutermuziek zachter te zetten tot de kroegbaas van De Zolder die angstig toekeek toen wij zijn houten pilaar aanzagen voor een stripperpaal. Met haar belééf ik de wereld. Op een avond pakte ze de man waarmee ik stond te zoenen af (‘Eerlijk delen’) en koppelde ze me in ruil daarvoor aan een beruchte cokedealer (‘Lieve jongen als ie niet aan het bellen is’). Maar toen ik midden in een druk feest hysterisch naar mijn kamer vertrok, stond ze plots naast me. Zonder ergens naar te vragen legde ze me in bed. Terwijl het feest in de huiskamer doorging, kwam ze bij me liggen en zong de hele nacht zachte liedjes. Altijd al gedacht dat ik nog ergens een zusje had.
Goh, waar zou die inspiratie voor columns toch vandaan komen? Rosa: ‘Geen idee, als ik dat wist zou ik er zo nog wel negentig kunnen schrijven. Hoe doe jij dat dan?’ Leonie: ‘Het zit altijd ergens in mijn achterhoofd. Soms zie ik iets, of maak ik me ergens druk om en dan schiet het door mijn hoofd: dit is een column! Alsnog wacht ik dan tot het allerlaatste moment met typen, maar als het idee er is, ben ik gerust dat ik de column in een uur of twee kan schrijven.’ Rosa: ‘Ik heb dat ook. Soms duurt het acht uur, maar dan ben ik de eerste drie uur bezig met ontkennen waar ik eigenlijk over wil schrijven. Als ik dat onderwerp blijf negeren dan wordt het een slechte column. Gelukkig geef ik meestal toe aan wat in mijn hoofd zit.’ Heb je ook onderwerpen waar je sowieso niet over schrijft? Rosa: ‘Ik werkte in de palliatieve zorg (zorg rondom het sterven), maar ik zou nooit inhoudelijk over dat werk schrijven. Niet dat het geheim is, maar het zijn niet mijn verhalen.’ Leonie: ‘Hele gevoelige zaken uit mijn relatie of over mijn familie. Ik vind het niet eerlijk om die dingen alleen vanuit mijn oogpunt de wereld in te knallen.’ Wat gaat voor: column of vriendje? Leonie: ‘Mijn vriend. Ik heb respect voor hem. Zijn leven is van hem dat hoeft niet allemaal in de krant.’ Rosa: ‘Column, ik weet dat mijn vriendjes toch weer weggaan.’
Rosa
Is je schrijfstijl veranderd? Rosa: ‘Ja. Ik ben minder bezig met wat ik denk dat de lezers willen. Ik please minder. Het gaat nu om eerlijkheid.’ Leonie: ‘Dat herken ik. Ik schrijf nu over dingen die mij persoonlijk iets doen. Ik ben zelf veranderd door een heftige periode in mijn leven. Dit zie je denk ik ook terug in mijn schrijven.’
12 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
Heftige periode? Leonie: ‘Ja, ik neem er geen genoegen mee als mensen zeggen: dit is fout, en dit is goed. Ik hou niet van oordelen van een afstand. Liever spring ik er zelf midden in. Dat heb ik de laatste jaren gedaan, en inmiddels ben ik zo ver dat ik zelf keuzes kan maken over de waarden die ik wil aanhangen.’ Rosa: ‘Vooral in het begin van mijn studententijd was ik somber en dat liep nog wel eens uit de hand. Andersom kan ik ook heel erg genieten van verliefdheid of een nieuwe zomerjas. Alles wat ik meemaak maak ik intens mee.’ Beïnvloedt dat het schrijven? Rosa: ‘Voor een column moet je iets meemaken en patronen kunnen zien. Ik denk dat ik door wat ik heb meegemaakt dingen beter kan doorzien.’ Leonie: ‘Het is een cliché dat een schrijver ‘s nachts huilend met een fles wijn over zijn toetsenbord ligt te kwijlen, maar ergens bevatten clichés altijd een waarheid. Door mijn turbulente periode ben ik zeker meer van de wereld gaan begrijpen. Nu de laatste tijd zie ik in dat afstand ook belangrijk is. Het gaat erom tussen die extremen een balans te vinden.’ Grootste succes tot nu toe? Leonie: ‘Het voordragen van mijn winnende verhaal dit jaar bij Nightwriters in Panama, en dat ik daarna door het land mee mocht touren. Het verhaal werd ook nog gepubliceerd in een bundel van Kluun. Maar vooral dat ik daarna benaderd ben om een roman te schrijven voor uitgeverij Prometheus.’ Rosa: ‘Het uitkomen van mijn eerste boek: ‘Allemansvriend’. Het is een bundeling van de columns die ik voor de UK schreef. Een droom die uitkomt.’ Voel je je al zo glamoureus als Carrie Bradshaw van Sex and the City? Rosa: ‘Jawel, al heeft zij meer seks dan ik.’ Leonie: ‘Als ik ‘s nachts met een wijntje mijn column typ dan voel ik me soms net als haar. Ik heb dan ook een grote fantasie. Helaas kan ik van de opbrengsten van mijn column geen Manolo Blahniks kopen.’ Leonie Veraar & Rosa Timmer
leonie Rosa De borsten van Rosa waren de eerste die ik vasthield. Op mijn eigen na natuurlijk, maar jezelf betasten is anders. Door het perspectief. En omdat je die dingen al de hele dag onder je ziet hangen. Dat verpest de spanning. Daar komt nog bij dat mijn borsten nooit verder zijn gekomen dan een voorzichtig cupje B, terwijl Rosa - voorin de rij - minstens drie cupmaten groter kreeg uitgedeeld. Het was op mijn kamertje in de Poelestraat. Ze zei gewoon: ‘Voel maar.’ Wat je met aardig vragen al niet kunt bereiken. Ze voelden rond en zacht, maar toch ook stevig. Het was een geestverruimende ervaring. Sindsdien twijfel ik over mijn geaardheid en soms stort ik stiekem geld op de rekening van het aids-fonds. Maar dat was allemaal ‘s nachts. Overdag nemen we ons eigen territorium in, als twee katten, en beloeren elkaar argwanend vanachter onze lange oogwimpers. In slow motion sluipen we dichter naar elkaar toe. Houden elkaar nauwlettend in het oog. Om dan plotseling met een slinkse sprong elkaar in de haren te vliegen. Het duurt nooit lang. ‘s Nachts vergeten we opnieuw de grenzen. Delen we weer de stad als ons gezamenlijke jachtgebied. Leonie
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 13 Leonie Veraar (links) en Rosa Timmer
Foto: Pepijn van den Broeke
cultuur
DVD
ROMAN
FILM
Fighting
Zoete Mond --- Thomas Rosenboom
G.I. Joe
★★
★★★★★
★★
Adverteren in HanzeMag?
Bel Bureau Nassau
020 6230905 Of mail
[email protected]
De laatste keer dat ik een aflevering van G.I. Joe zag, is toch wel bijna twintig jaar geleden, dus het kan zijn dat ik de serie in mijn hoofd mooier heb gemaakt dan hij in werkelijkheid was. De serie was immers maar een lange reclamespot om alle action figures onder de aandacht te brengen. Ik had Zartan, een slechterik die als een kameleon van gedaante kon veranderen. In de serie zag dat er tof uit, in het echt moest je hem eerst vijf minuten in warm water dompelen om hem lichtjes van kleur te zien veranderen. Maar als jochie maakte je dat niets uit, G.I. Joe was superstoer. Maar wat heeft deze anekdote met de film te maken? Alles. Wat films als Transformers en G.I. Joe namelijk doen, is niet het opnieuw tot leven brengen van deze romantiek, maar het compleet vernietigen. G.I. Joe is een extreem luide, gewelddadige actiefilm die geen zak te maken heeft met die toffe poppetjes van vroeger. Ken je G.I. Joe nog helemaal niet? Dan kun je de film best huren. Maar de fans van toen kunnen beter hun mooie herinneringen aan verkleurende poppetjes bewaren.
#,
dR_X]YNNa` ORRYQR[QR Xb[`a
LVahigVVi()!
dddPb_`b``R[OX"[Y dddOX"[Y
]\RS`RSSZdO\RS9C
a
ga eens uit ons dak
the art of having fun
Zoete Mond, de jongste roman van Thomas Rosenboom, is rijk van taal, wonderbaarlijk tijdsgetrouw en vol van personages die de wenkbrauwen doen fronsen. De hoofdpersonen, de zwaarmoedige dierenarts Rebert van Buyten en de snaakse levenslange rentenier Jan de Loper, zijn eenlingen (eenzaten schrijft Rosenboom) die niet in staat zijn zich aan te passen aan de veranderende omgeving, het denkbeeldige dorp Angelen waar de jaren zestig hun intrede doen. Stijfkoppig en hardnekkig houden ze vast aan hun geplogenheden (gewoontes): de manische grappenmaker de Loper wil de bekende Nederlander blijven die hij ooit was en Van Buyten probeert zich te bevrijden van de tuier (touw) van het sociale leven op een manier die hem alleen maar ongelukkiger maakt. Zoete Mond maakt, net als Rosenbooms eerdere werk, lezers treurig die ernaar verlangen dat de mens de juiste keuzes maakt. Lezers die niet door dit verlangen worden gehinderd, vinden in Zoete Mond een tragi-hilarische leeservaring van de bovenste plank. Taalliefhebbers zijn zoals altijd bij Rosenboom spekkoper: de tijd suilt, de bomen ruzelen, de jeugd is wereldwars en het gras op snee.
Platformtheater.nl
Zonder een rooie duit op zak trekt plattelandsjongen Shawn MacArthur (Channing Tattum) naar New York. Hij probeert de eindjes aan elkaar te knopen door nepartikelen op straat te verkopen. Tijdens een knokpartijtje op straat wordt hij ontdekt door Harvey Boarden (Terrence Howard), een kleine zwendelaar die zich onder andere ophoudt in een ondergronds circuit van illegale gevechten. Harvey weet Shawn ervan te overtuigen mee te doen en tussen de twee ontstaat een bijzondere vriendschap. Zo belandt Shawn in de wereld van het illegale streetfighting en is hij na één gevecht king of the underground. Ondertussen ontmoet hij de alleenstaande moeder Zulay Henao die hij voor zich probeert te winnen. Ook speelt er een vete met een oude klasgenoot die juist op dat moment carrière maakt als professioneel bokser. Het einde laat zich raden. De film stapelt cliché op cliché en de plot is zeer voorspelbaar. De vechtscènes zijn niet echt spannend, en de relaties tussen de karakters zijn oppervlakkig. Channing Tattum is meer de natte droom van tienermeisjes dan een overtuigend straatvechter. Van mij mag een vechtfilm smeriger en harder. Fighting kan niet in de schaduw staan van Fightclub.
DVSTVTTFO PQMFJEJOHFO XPSLTIPQT NBTUFSDMBTTFT MF[JOHFO TZNQPTJB QSPKFDUFO FYQPTJUJFT POEFSTUFVOJOHBNBUFVSLVOTU
Dat je hier goed kan borrelen weet je natuurlijk allang, maar
11-21 januari 2010
…kom ook eens film kijken!
lntroductieweken Thema:
Utopia
G* ORTIN 15% K ners) S A P en to NTEN
TUDE tridges V OF S ompatible car O E J nc AN OON V vullen e
Samen op zoek naar de ideale wereld
na RT OP VE alleen op het ldt (*ge
www.GSpWeb.nl
a
Kijk voor alle activiteiten op de site
14 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
65,PUNT 'RONINGEN /UDE +IJK IN *ATSTRAAT %, 'RONINGEN TEL
MARTIJN
Bauke wint Oscar
voor logopedisten
Uitzonderlijk, bijzonder en uniek. Dat moet een prestatie zijn, anders reikt de landelijke logopedistenvereniging de Branco van Dantzigprijs niet uit. En het project van Bauke Leijenaar was uitzonderlijk, bijzonder en uniek. ‘Hopelijk niet zo lang meer.’ ‘De provincie Groningen doet het, Enschede doet het. En het zou mooi zijn als het daar niet bij zou blijven.’ Bauke Leijenaar heeft alweer een ander project bij de kop, maar het Protocol Taaldiagnostiek dat hij samen met de Twentse onderzoeker Christa te Winkel opzette, mag geen papieren tijger worden. ‘Het werkt namelijk’, zegt de docent Logopedie van de Hanzehogeschool. Leijenaar en Te Winkel schreven het protocol voor het ontdekken van taal- en spraakachterstanden van heel jonge kinderen. ‘Het is nog steeds gebruikelijk dat taal- en spraakvaardigheid pas een onderwerp worden als kinderen naar de basisschool gaan. Bij jongere kinderen moet het behoorlijk niet pluis zijn voordat er een interventie plaatsvindt.’ Dat is niet praktisch, vindt Leijenaar. ‘Jonge kinderen zijn erg taalgevoelig. Ook in de voorschoolse jaren.’ Leijenaar kent toetsen die de taalvaardigheid van jonge kinderen in beeld kunnen
brengen. In Groningen en Enschede vormde Leijenaar en Te Winkel groepen uit verschillende beroepsbeoefenaren: consultatie-artsen, onderwijzers, leidsters van peuterspeelzalen en medewerkers uit de kinderopvang. Die gingen aan de slag met twee taalscreeningstoetsen (de Van Wiechen en de SNEL). ‘Zes procent van de mensen heeft een taal- of spraakprobleem. Bij ons experiment met vierhonderd jonge kinderen vonden we eenzelfde percentage. We veronderstellen dat dat dezelfde groep is die later problemen krijgt. Kortom, we hebben de doelgroep al op jonge leeftijd in het oog. En hoe eerder we aan de slag kunnen met een behandeling, hoe groter de kans op succes.’ Dat is de theorie, in de praktijk zal moeten blijken of dat ook werkelijk zo is. ‘Het experiment moet met een grotere groep kinderen worden uitgevoerd. Die groep moet dan ook langer gevolgd worden.’ Dát onderzoek doet Leijenaar niet. Hij heeft net een nieuw project,
van het lectoraat Transparante Zorgverlening, afgerond. Op www.taalexpert.nl staat een databank waarin hij logopedische behandelmethoden overzichtelijk weergeeft. ‘Daar blijkt grote behoefte aan te zijn. Er zijn zesduizend logopedisten in Nederland, elke dag bezoeken honderd van hen taalexpert. Taalexpert is ook een ontmoetingsplaats: logopedisten kunnen er hun vragen, ideeën en ervaringen kwijt. Heel handig voor een beroepsgroep waar velen in hun uppie werken.’ De Nederlandse Vereniging voor Logopedie & Foniatrie kenden Te Winkel en Leijenaar op 10 november de Branco van Dantzigprijs toe voor het Protocol Taaldiagnostiek. De oorkonde die Leijenaar kreeg, staat ingelijst naast zijn bureau in zijn werkkamer op het Wiebengacomplex. Van ophangen is het nog niet gekomen. ‘Maar dat gaat zeker gebeuren. ‘t Is niet niks, hoor. Het is toch zo’n beetje de Oscar voor logopedisten.’ Foto en tekst: Boudewijn Otten
Zuid-Afrika en het WK De WK-koorts stijgt naar grote hoogten. Dat kunnen we wel concluderen na de lotingsceremonie waarin FIFA-president Joseph Blatter zijn eigen beleid de hemel in prees. De voorzitter van de wereldvoetbalbond zei dat de FIFA haar maatschappelijke betrokkenheid toont door in een paar watervoorzieningprojecten te investeren. Dat de FIFA de Zuid-Afrikanen die een graantje willen meepikken van het toernooi het leven behoorlijk zuur maakt, vertelde de blatende Zwitser er niet bij. Zuid-Afrikanen mogen namelijk níets verkopen wat met de WK te maken heeft. En het is nog erger: Kaapstad ontruimt één van de grootste marktpleinen omdat de FIFA daar een Fan Park stationeert. Zuid-Afrikanen die daar normaliter hun koopjes aan de man brengen worden botweg weggedreven. Maar oké, de loting was hier in Kaapstad een enorm spektakel. De hele wereld was aanwezig. Long Street was één grote mensenmassa die genoot van schitterende Afrikaanse muziek. Een absolute promotie van de Afrikaanse cultuur. Dit WK is het kampioenschap van de hoop, helemaal als je de Afrikanen spreekt. De passie spat ervan af en. Ze hopen echt dat het WK de redding voor het land is, dat het de economie een impuls geeft. Het is maar de vraag of de gewone man er iets van zal zien. Blatter eiste van de autoriteiten een spiksplinternieuw stadium. Het Greenpoint Stadium, dat 450 miljoen euro kostte, staat in één van de rijkste wijken van Kaapstad. Het is slecht bereikbaar (er is géén treinverbinding) en de parkeermogelijkheden zijn zeer beperkt. De lokale autoriteiten probeerden wanhopig de Zwitser op andere gedachten te brengen door een veel goedkopere verbouwing van het Athlone Stadium voor te stellen. Joseph Blatter was echter niet te vermurwen en de FIFA gaf vervolgens deze verklaring uit: ‘We willen niet dat men sloppenwijken en armoede ziet, we willen dat de camera’s de bergen en de zee in één beeld kunnen vangen.’ Het beeld van de FIFA als grootse weldoener is verre van terecht, maar reken er niet op dat Blatter en co hun beleid veranderen. Dit WK brengt ongetwijfeld weer veel geld in het laa tje, aangezien alle marketingopbrengsten naar de FIFA gaan. Desondanks hoop ik voor het land dat het WK slaagt. De Afrikaanse beleving in combinatie met schitterend voetbal. Ik ben er klaar voor, u ook?
Martijn Folkerts [8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 15
ALUMNI ‘Profs en preparateurs wijdden me in in de anatomie’ ‘In 2010 kom je als man vast gemakkelijk aan de bak, maar toen ik in 1978 afstudeerde aan de PABO in Appingedam, was er als onderwijzer geen droog brood te verdienen. Nu moet ik er niet meer niet aan denken om voor dertig van die blagen te staan, maar toen solliciteerde ik me echt te pletter. Naar een baan op Vlieland bijvoorbeeld, dat leek me erg leuk. Maar ook naar banen in de meest afgelegen dorpen, zelfs op de bible belt. Ik werd niet één keer opgeroepen voor een gesprek. Invalwerk in de stad vond ik helemaal niks. Ik voelde me een politieagent en je bouwt geen band op met de kinderen. Via uitzendbureaus werkte ik in een betonfabriek en een rubberbandenfabriek om brood op de plank te krijgen.’ Preparateur ‘Ik had me al ingeschreven voor een nieuwe studie en mijn colloquium doctum Engels voor Kunstgeschiedenis op zak, toen een buurman me aansprak. Hij kende een prof bij Anatomie: daar moest ik maar eens mee praten. Ik kwam terecht bij een hoogleraar Antropologie die iemand zocht om computerprogramma’s te maken. Daar had ik totaal geen kaas van gegeten. Het was 1979! “We hebben ook nog een preparateur nodig”, peinsde hij hardop. “Weet je wat dat is?” “Die zetten die-
ren en vogels op”, wist ik. “Hier doen we dat met mensen. Kom maar mee naar de snijzaal.” Daar stonden studenten Geneeskunde in witte jassen aan glazen snijtafels armen en schouders te prepareren van mensen die hun lichaam ter beschikking hadden gesteld van de wetenschap. “Wilma, wat ik nu weer ben tegengekomen vandaag”, riep ik tegen mijn vriendin als ik thuiskwam.’ Natte preparaten ‘Die preparateursjob bleek een combinatie van twee banen. Het prepareren van nieuw anatomisch materiaal en het opknappen van oud materiaal én het beheren van het Anatomisch Museum. Veel van de collectie stond in de magazijnen te verstoffen, in halflege potten. Alles moest opnieuw worden uitgezet, geïnventariseerd en gecatalogiseerd. En weer opgeknapt, de alcohol in de potten met natte preparaten verdampt namelijk op den duur. Je opent de potten en laat ze leeglopen. Dan spoel je het preparaat af en giet er weer nieuwe vloeistof op. Je hangt het preparaat weer zorgvuldig op en kit de pot dicht. En dan maar hopen dat het meegaat tot na je dood…’
Vuurdoop ‘Ik had natuurlijk geen opleiding voor preparateur, maar die was er ook niet. Nog steeds niet, geloof ik. De profs en de preparateurs hebben me ingewijd in de anatomie. Gevoelsmatig had ik er geen moeite mee. Dode mensen zijn voor mij materie. Van iemand die dood is, is de geest verdwenen. Natuurlijk was het in het begin vreemd om lijken te ontleden, maar ik viel er niet flauw van. Ik werd ook niet misselijk, zoals je vaak ziet in films. De vuurdoop krijg je direct na de inleiding anatomie in de collegezaal. Alles ligt dan netjes in doeken gewikkeld op de snijtafels te wachten. Het is voor een student Geneeskunde belangrijk om vanuit de tweedimensionale beelden die ze kennen uit boeken, driedimensionaal met een lichaam te werken. “Moet je dit eens zien”, roepen ze dan. “Die zenuw kan ik volgen.”’ Anatomie-tentoonstelling ‘Mijn PABO-opleiding kwam me nog van pas ook. Ik instrueerde studenten op de snijzaal en leidde ze in in de anatomie. En ik gaf nog wel eens colleges over de schedel. Ik schreef catalogi en op congressen vertelde ik regelmatig over conserveringstechnieken. Het anatomie-museum is er gekomen. Van een stoffig,
ontoegankelijk museum, werd het een museum dat dagelijks open was en vierduizend bezoekers per jaar ontving. Maar helaas, in 2003 werd het opgeheven. Nu staan alle materialen in ons depot in een loods op de Zernikecampus. Daar bereiden we tentoonstellingen voor en onderhouden de collecties. In het Universiteitsmuseum in de Oude Boteringestraat loopt tot februari een expositie over Darwin. Daarna komt er een anatomie-tentoonstelling. We meten alles van tevoren uit. Ieder onderwerp krijgt een eigen podium met objecten op piëdestals, vaak beschermd door op maat gemaakte plexiglazen kappen.’ Versteende foetus ‘Soms reis ik mee met ons materiaal. Een paar jaar geleden wilde een museum in Gent onze wasmodellen van de ontwikkeling van embryo’s graag exposeren. Die zijn uit de negentiende eeuw en erg fragiel. We lenen ze liever niet uit. Ik heb ze heel zorgvuldig ingepakt, een professionele vervoerder geregeld en ze ter plekke zelf uitgepakt. Mijn lievelingsobject is een versteende foetus, gevonden in het lichaam van een vrouw van tachtig. Ze heeft nooit geweten dat ze zwanger was. Steeds opnieuw mag ik de geschiedenis induiken. In 2005 had ik mijn eureka-moment. Bij de verhuizing in 2003 brachten we 26 stukken van zieke botten naar het Zerniketerrein. Snuffelend in oude catalogi stuitte ik twee jaar later op de overeenkomsten in de nummering van andere oude botten met die van die 26 botten. De herkomst was zo te herleiden en ze zijn uiteindelijk toegeschreven aan het verzamelde materiaal van de Petrus Camper (1769-1831, Nederlands geneeskundige) Inmiddels heb ik mijn 25-jarig jubileum achter de rug. En we eten nog dagelijks aan een afgedankte glazen snijtafel.’ Rina Tienstra Voor een virtuele rondwandeling in het voormalige Anatomisch Museum kun je kijken op www.anatomie.ub.rug.nl.
WAT D OE
JIJ NU ?!
Naam: John Le Grand (56) Opleiding: Pedagogische Academie Periode: 1975 - 1978 Beroep: Collectiebeheerder anatomische verzameling Rijksuniversiteit Groningen Nevenactiviteit: drummer Foto: Luuk Steemers John Le Grand met een nat preparaat van een menselijke hand. Achter hem het skelet van een holenbeer, die 27,5 duizend jaar geleden leefde in het Pleistoceen.
16 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
loco
Gework Ikilikjan (20), tweedejaars Bouwkunde
In 2006 en 2007 werd Gework Europees kampioen ITF-taekwondo. ‘ITF Taekwondo is de traditionele vorm van taekwondo waarbij techniek en schoonheid van bewegingen centraal staan, zonder helm en harnas. Er zijn twee disciplines. Bij sparren vecht je tegen een tegenstander, bij tuls gaat het om het perfect uitvoeren van bewegingen als slaan en schoppen. ITFtaekwondo is niet aangesloten bij NOC/NSF. Daarom kom ik niet in aanmerking voor een topsportbeurs. Dat is wel lastig. Ik moet alles zelf betalen, zoals onlangs de kosten van het WK in Argentinië met de Nederlandse selectie. Mijn oude sponsor moest de geldkraan door de crisis dichtdraaien. Nu zoek ik een nieuwe. Ik train drie keer per week bij BOOZ, dat betekent Bij Ons Op Zolder, in de sporthal in de Merwedestraat. De sport is een tijdje op de tweede plaats gekomen vanwege mijn studie. Maar ik ga er nu weer flink tegenaan. Mijn droom is wereldkampioen worden.’ Tekst en foto: Luuk Steemers
In & UIT IN&UIT is bestemd voor studenten- en personeelsactiviteiten. Ook kunnen studenten en medewerkers hier gratis hun advertenties kwijt (maximaal 30 woorden). Informatie voor de uitgave van woensdag 20 januari kun je mailen naar [email protected]. De deadline is dinsdag 12 januari.
Studium Generale Groningen Kijk voor het programma op: www.rug. nl/studium. GSp Kijk voor het programma op: www.gspweg.nl. ACLO Kijk voor het programma op www.aclosport.nl. Studium Minerva-lezing Woensdag 6 januari - Lezing door Edwin Jacobs, directeur van het Centraal Museum Utrecht, over zijn wijze van tentoonstellingen maken. Jacobs’ meest recente wapenfeit is een internationale tentoonstelling rond Theo van Doesburg. De tentoonstelling in Leiden is samen met Tate Modern Londen opgezet. Academie Minerva, Gedempte Zuiderdiep 158 19.30 uur. Toegang gratis. De Cast Slag op de Campus – geïnspireerd door Eurosonic en het Noorderslagfestival presenteer De Cast in samenwerking met de Academie voor Popcultuur in de lunchpauze van 11.45-12.45 uur vier acts op de ZenikeCampus en Academie Minerva. Woensdag 13 januari - Elfar Rockpop – Atrium, Send – Pop – Marie KamphuisBorg. Donderdag 14 januari –
PZZL 1
2
3
8
VERA Zienema Di 12 januari: Picnic (Adrian Sitaru, Roemenië 2007) - Groninger première Een jong stel verlaat de stad voor een picknick aan het water. Al tijdens de autorit zijn de twee constant aan het ruziën. Maar voordat de geliefden hun relatieproblemen kunnen aanpakken, neemt hun uitstapje een onfortuinlijke wending. ‘Eén van de beste films op het festival van Venetië’ (NRC). Ma 18 januari: Movies that Matter. Bingo (Timur Ismailov, Moldavië 2009) Groninger première. Bingo is een jonge zigeuner uit Moldavië die Nederland aandoet in zijn zoektocht naar geluk. Om te kunnen overleven als illegaal werkt hij samen met de Rus Sergej en de Tsjetsjeen Umar in de sloop onder de Turkse koppelbaas Saït. Een ongeluk doet zijn optimisme echter wankelen. www.bingothemovie.nl, www.vera-zienema.nl.
4
7 9 12
14 22
18
5
13 15
19 23
24 25 27
gieke band uit Fryslân, die vorig jaar de Kleine Prijs van Friesland heeft gewonnen. Elske de Wall zingt soulvolle popliedjes, met invloeden uit roots, gospel, folk en moderne country. Kraantje Pappie is de nieuwe ontdekking in de hiphop. Humor en energie zijn z’n sterke punten, en die zet hij, in de rug gedekt door twee backup-mc’s en een fantasierijke beatmeester, graag in op de podia der Lage Landen. Hij stond dit jaar ook in de finale van de Grote Prijs. Word actief in de ACI De Adviescommissie Introductietijden (ACI) adviseert de Colleges van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen over veiligheid en gezondheid van studenten tijdens de KEI-week en de kennismakingstijd van gezelligheidsverenigingen en studieverenigingen. De ACI zoekt twee studentleden die ervaring hebben als bestuurder: één uit de gezelligheidsverenigingen en één uit de studieverenigingen. De studentleden worden voor een periode van één jaar benoemd.
Werktijden: in de maanden mei, juni en september enkele uren per week. Daarbuiten eens in de twee maanden een vergadering. Interesse? Solliciteer vóór 29 januari per e-mail (stuur je CV mee), aan de afdeling Studentenzaken van de RUG, dhr. L.B. Kroes, e-mail [email protected]. Info: 050-3634652 of per e-mail. Aanmelding Minor Da Vinci Minor Da Vinci zoekt studenten die in multidisciplinaire teams nieuwe concepten bedenken en realiseren en complexe problemen oplossen. Kijk voor inspirerende voorbeelden op www. minordavinci.rpattiasina.nl of bel met Immo Dijkma 06-14972158. Start: februari 2010. Kernwoorden: ondernemend gedrag, conceptontwikkeling, vier dagen werken, eigen kantoor, extern netwerk, internationaal, spannend, creativiteit en een zeer inspirerende omgeving. Pedicure Brigitte Munzebrock, telefoon 050 5411554. Voor info: www.pedicurebrigitte.nl.
Zaterdag 16 december - Noorderslag festival - Cultuurcentrum De Oosterpoort Groningen. Drie studenten(bands) van de Academie voor Popcultuur staan op het podium naast de andere 47 acts: Kraantje Pappie, Daily Bread en Elske de Wall. Daily Bread is een jonge ener-
11
10 17 21
Above The Rules – Rock&Soul – Atrium. The Heyz – Academie Minerva. DJ Student Contest: Wie wordt de beste student-dj van Groningen 2010?! De CAST organiseert de vijfde editie van de DJ Student Contest voor alle studenten van de Hanzehogeschool en Rijksuniversiteit Groningen. Zestien dj’s krijgen in de voorrondes de kans om hun skills te laten zien en horen, om zo een plek te bemachtigen in de finale! De voorrondes zijn op donderdag 11 en vrijdag 12 maart in Simplon. De finale is op zaterdag 20 maart 2010 in Simplon! www. hanzecast.nl.
26 28
18 HANZEMAG WOENSDAG 6 JANUARI 2010 [8]
16
6
2 21 11 10 25 16 16 20 14 7 10 8 4
2010 orizontaal Verticaal H 1 Herman Van … EU-chef (6) 1 Groot binnenvaartschip (6) 4 Pechdas (5) 2 Centrumspits (7) 8 Niet voor dit (5) 3 Kooldioxide… leidt tot broeikaseffect (8) 9 Vrijdag de dertiende? (7) 4 Af en toe (4) 10 Het aannemen van een kind (7) 5 13-01-1910: eerste rechtstreekse …uitzending (5) 11 Relieken van de …, nieuwe Potterfilm (4) 6 Boeddhistisch gebedshuis (6) 12 Tevreden sluisje (3) 7 Neelie … ICT-baas in Brussel (5) 14 Dus dat is Latijn! (4) 13 …kaart, Rotterdam schaft hem af (8) 15 Slaat een flippende flipperkast op (4) 16 Verdelgingsproduct voor mieren en muizen (7) 18 Total Quality Shit (afko, 3) 17 Is in 2010 tweehonderd jaar zelfstandig (6) 21 Weerklank (4) 19 Schop (5) 23 Goedkope injectie (7) 20 Voornaam van Mussolini (6) 25 Miste WK-voetbal het sneust (7) 22 … aan de Maas, gloed nieuwe Limburgse gemeente (5) 26 Buit (5) 24 Rolverdeling (4) 27 Achtmansorkest (5) 28 Onderwijsorganisatie van de VN (6)
De schuin gedrukte opgaven zijn cryptisch, de vet gedrukte hebben met het thema te maken, net als de oplossing. Mail het woord naar: [email protected] en ding mee naar een cadeaubon van 10 euro. Inzenden t/m donderdag 14 januari. De vorige PZZL is gewonnen door: Martijn Koevoets. De oplossing is: ADVENTSWEKEN. Boudewijn Otten
LEEUW
Lieve Loes Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem. [email protected].
Lieve Loes, Ik ben net verhuisd en toen ik laatst lekker dronken in de kroeg hing, kwam er een meisje naar me toe dat zei dat ze een buurvrouw van me is. Het leek me wel een leuke meid, ik heb later die nacht buiten nog met haar staan zoenen. De volgende dag vloog ze me in de supermarkt om de hals en wilde ze meteen wat afspreken. Ik heb een smoes verzonnen want ik vond haar helemaal niet aantrekkelijk bij daglicht, ze is minstens tien jaar ouder dan ik en ze heeft een verschrikkelijk Gronings accent. Nu heeft ze een kaartje door mijn brievenbus gedaan waarop ze schreef dat ze verliefd op me is. Wat moet ik doen? Ze is wel lief en ik wil haar ook niet voor de kop stoten. Donny Lieve Donny, Een vertroebelde alcoholblik in combinatie met prettig gedimd licht kan een griezel nog
Colofon HanzeMag is het redactioneel onafhankelijke magazine van de Hanzehogeschool Groningen. Het blad verschijnt tweewekelijks. Redactie-adres Zernikeplein 7 A0.04 en A0.05, Groningen Postadres Postbus 30030, 9700 RM Groningen telefoon: 050 5955588 | fax: 050 5955590 | e-mail: [email protected] | Internet: www.hanze.nl/hanzemag Redactie Chris Wind - hoofdredacteur 050 5955585 [email protected] Boudewijn Otten - (eind)redacteur 050 5955582 [email protected] Luuk Steemers - redacteur 050 5955581 [email protected] Rina Tienstra - redacteur 050 5952570 [email protected] Loes Vader - redacteur 050 5955588 [email protected] Fotografie Pepijn van den Broeke - www.pepijnfoto.nl Robert van der Molen - www.toxic2.nl Redactie HanzeMag Illustraties Mathieu van der Bij & Xiao Feng Chiu | Sam Peeters | Leo van der Reest | Ricky van Duuren Lay-out Renée Zaal - www.reneemedia.nl Basis lay-out Art Studio - Groningen Productie Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 6.000 Advertenties Bureau Nassau 020 6230905 [email protected]
woest aantrekkelijk maken. Wie heeft er niet ooit in de kroeg staan zoenen met iemand waarmee je de volgende dag nog geen bak koffie in het Hema-restaurant zou willen drinken? Mijn vriendin J moet al weken een gast met geblondeerd haar met veel te veel gel en rotte tanden van het lijf houden omdat ze alleen maar vriendelijk tegen hem was. Ze heeft niet eens met hem gezoend of iets dat daar in de verste verte maar op lijkt. Ze wilde hem niet kwetsen, dat is alles. Als hij zich de volgende keer weer in haar stamkroeg vertoont, gaat ze gillen. Had ze hem maar direct de waarheid gezegd dan werd ze nu niet gestalkt. Als je je buurvrouw dus niet snel de waarheid vertelt, zul je haar alleen maar erger voor het hoofd stoten. Je hoeft misschien niet zo eerlijk te zijn dat je haar opbiecht dat je bent afgeknapt op haar Groningse accent en dat ze er in daglicht uitziet als een fossiel waarvan de houdbaarheid verstreken is. Vertel haar gewoon dat je een slet bent die na een paar biertjes met iedereen zoent. Betuig spijt en vraag of je nog wel af en toe een kopje suiker mag komen lenen. Een lieve buuf is nog altijd beter dan een verre vriendin. Lieve Loes, Mijn vriendin en ik willen heel graag gaan samenwonen maar er is één levensgroot probleem. Ze heeft twee Perzische katten en daar ben ik hartstikke allergisch voor. Ze zijn heel lief maar als ze hun kop alleen
al om de deur van haar slaapkamer steken, begin ik al te niezen, ondanks mijn antihistamine-tabletten. In haar woonkamer kom ik al helemaal niet meer als ze niet van tevoren gestofzuigd heeft. Haar bank zit trouwens evengoed altijd onder de kattenharen. Ze willen ook altijd bij mij op schoot zitten. Weet jij een oplossing? Jan Jaap Niet gaan samenwonen, Jan Jaap. Dat lijkt me de enige oplossing. Tenzij je niezend en met rode jeukogen door het leven wilt. Dus de katten eruit en jij erin of de katten erin en jij eruit. Nou ga ik er voor het gemak maar vanuit dat jouw vriendin haar katten niet naar het asiel brengt, dus zit er niets anders op dan te latten voor de katten. Jullie wonen nog niet samen en je hebt nu al veel last van die twee poezen, dan wordt het alleen maar erger als je continu tussen die haarballen zit. Ik heb nog wel een tip voor je. Ik heb een vriendin die ook hartstikke allergisch is en toch twee jonge katten heeft genomen. Iedere ochtend wast ze met een vochtige washand de losse haren uit hun vacht. Het schijnt te helpen. Het enige huisdier waar allergische mensen geen last van hebben is een poedel. En laat dat nou net de allerleukste hond zijn die er is. En ook één van de slimste. Dump die katten en neem een poedel, zou ik zeggen. Maar ik ben bang dat je vriendin jou dan ook dumpt.
Wijn Met trillende handen belt ze bij me aan. Ze kijkt langs me heen, ontwijkt me. Houdt haar blik strak op haar geopende portemonnee. Heb je een flesje wijn voor me? Het briefje van vijf euro al naar me uitgestoken. Andere keren wanneer ik haar tegenkom in het trappenhuis, maken we een vrolijk praatje. Staan haar ogen stralend en is haar blonde korte haar in model gekamd. Nu zit het door de war en ligt er een verwilderde blik in haar rooddooraderde ogen. Ze mompelt een wazig verhaal. Over onverwachtse visite en geen wijn meer in huis. Even kijkt ze me aan. We weten allebei dat het een leugen is. Is goed, wacht even. Ik pak een fles wijn voor haar uit de kast. We hebben nog twintig flessen rood liggen die ik zelf niet te zuipen vind. Gekregen van de oma van mijn vriend. Als ik het haar geef, krijg ik een raar gevoel in mijn maag. Barmannen schenken geen drank meer aan dronken mensen en ik geef gratis een hele fles weg. Het zou kunnen dat ze zich met deze laatste fles dood zuipt. Ik zie het voor me: een ambulance voor de deur en als de broeders haar wegdragen door het trappenhuis zal ze naar me wijzen: Zij! Zij was het! Het is niet de eerste keer. Al eerder gaf ik haar drank en kocht ik sigaretten toen ze bronchitis had. Tja, ik hou nu eenmaal van mijn medemens en daar heb ik best iets voor over. Een paar uur later staat ze er weer. Dit keer nóg meer verwilderd én in haar onderbroek. Een katoenen simpele allesbehalve sexy onderbroek. Een gevoel van plaatsvervangende schaamte borrelt op. Ik probeer haar in de ogen te kijken, contact te maken, maar weer ontwijkt ze mijn blik. Haar focus ligt compleet op het briefje van vijf euro in haar hand. Ze prevelt dezelfde zin, al komt het er dit keer wat minder vloeiend uit. Hebju..uh..flesjuh wijn voormuh? Dit keer zeg ik nee. Als ik de plaatselijke wijndealer was, dan had ik wel een bordje op mijn deur gehangen. Nog even zie ik de witte onderbroek de trap op waggelen, zich vasthoudend aan de leuning. Dan knal ik de deur dicht. Zo, nu eerst even een wijntje.
Leonie Veraar
Abonnementen 60 euro per jaar 050 5955588 [email protected]
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 19
legal alien Native Country: Peru, 31 times the size of the Netherlands, 29.5 million inhabitants Studies:
International Communication
Loves:
sun, my family
Hates:
reserved behaviour,
cold weather
Mariela Cutimbo (23) Last time you were in Peru? ‘Unfortunately I have not been back home since I started my studies here last September. I had to take care of a lot of paper work, my visa etc. That took a lot of time, so I arrived here already in May last year. But luckily my sister visited me last winter and also this summer. My mother has been here during the summer as well.’ What do you miss the most in Groningen? ‘Accessibility. I live in Lima, the capital of Peru, where the shops are open every day from the early morning until eleven o’clock in the evening. Nothing ever closes, except for one public holiday, Labour Day. But most importantly I miss the food! Every now and then I have to
cook something really traditional, so that it feels a little like home.’ What do you like the most in the Netherlands? ‘It is a lot easier here to cope with all the bureaucratic paper work, because everything is so close here. You just have to go to the Gemeente and get it done. In Lima this would take a lot of time. Simply going there would require a half-hour drive. Until you get what you want, it takes you ages. Here you have strict opening hours so that you know when you can go there. That is really nice. Back home it could be open, but you will still not get to speak to someone.’
Why study International Communication at Hanze University? ‘I was part of an exchange programme during secondary school, and I went to the Netherlands, to the province of Friesland. That was when I first heard about Groningen, and that it is a safe city. So basically I was looking for a city first, followed by the study and ultimately the job perspective. I also liked the idea of throwing myself into a totally new culture and experience living in it.’ Have you ever regretted coming all the way here to study? ‘Well, in terms of the whole application procedure, including the chase after all the papers and visa I needed, yes, I regret it. Rules
frequently changed so that my papers were not valid anymore, and no one really informed me about that. So this was really frustrating.’ What was the first thing you could say in Dutch? ‘Gezellig!’ Can you give me a Peruvian saying? ‘Ama rikuchiiychy waqateynikita, amayá llallichikuychu! Do not show cowardice, do not get defeated. That is in Quetchua by the way.’ Do you have a motto in life? ‘No one is luckier than the one who believes in her luck.’ Text en photo: Ben Schumacher
ALUMNI
Noisia and Krause conquer the electronic music world
‘In two months we pooped out four songs’ In 2007 Susanne Clermonts was the first graduate of the Academy of Pop Culture. As Krause she makes electropop and she just released her first cd, No Guts No Glory. Martijn van Sonderden is a member of Noisia, a world famous drum ‘n bass collective from Groningen. Noisia produced No Guts No Glory. Martijn, why didn’t you finish the Conservatoire? ‘I started with Noisia eight years ago. Our first record came out when I was nineteen. I was basically doing two similar things. Music, music, music, homework, music, music… Eventually I had to choose between having a career or working towards one. I studied at the Conservatoire for three years, the last year I hardly ever showed up. I got more and more gigs. The teachers are good in their field, but I was doing something very different and they couldn’t really teach me anything about that.’
Foto: Pepijn van den Broeke
Martijn, what were your highlights of 2009? ‘We just produced music for the British band Hadouken!. I think the job turned out really well. And I clearly remember our biggest gig ever, in Saint Petersburg, where we performed for 25 thousand people. We just finished our own album, the first studio album we ever did. We also made songs with several British rappers like Foreign Beggars, and we did a remix for the Prodigy. ’
Suzanne, was Krause created at the Pop Academy? ‘In my third year I had to come up with a project for a presentation. It was actually the first time I did something alone. I played in punk bands for years and all of a sudden I realized: wow, I can do it by myself. This is fun. With a synthesizer on your computer you have so many sounds. A whole new world opened up for me. You can do so much with it, it was almost discouraging sometimes. When I see Martijn, I think: fuck, I still know so little.’
And yours, Susanne? ‘All the release parties for my first album were really awesome. Especially the one here in Vera, with 450 people. The video of the first single did really well on MTV and TMF. I also can’t complain about my bookings. Oh yeah, and I performed on a famous Dutch tv show, De Wereld Draait Door, that was really cool as well. Luckily, I didn’t realize they have one-and-a-half million viewers, it would have made me more nervous. But within eight minutes I had two hundred extra followers on Twitter, so it does have a lot of impact.’
You’re not a dj. ‘Krause is a live act. Electropop is a subgenre in electronic music. Dance, but then with songs that have a head and a tail. I don’t want to look like I am checking my emails when I am on stage.’
You are a real internet-twitter-facebook-hyves-myspace-addict. ‘You create a personal connection with your audience and that really helps you when you are a starting artist. I share everything with my fans, that’s just my thing.’
How did you end up working with Noisia? ‘Noisia produced my first single and when Sony gave me permission to record a cd for them, I thought “shiiiiit… Noisia should do that!” We created No Guts No Glory in two parts. I already finished one part and Noisia just beefed up the beats. The other half of the album we really created together. That was really a great way to work, it went so much faster. In two months we pooped out four songs!’
How do you see your future? Martijn: ‘Maybe we shouldn’t jump the gun, but there is serious interest for Krause from Japan. She could really explode there. The video of No Guts No Glory is doing well, they have been playing it for over a month now. Concerning Noisia, I would like to write more music that can be played live. I also would like to continue producing for others. Making beats for games is also cool to do, by the way.’ Susanne: ‘I would love to perform in many other countries, but also do lots of shows in the Netherlands. Just do a kick-ass show, you know. Actually, I really want to do what Martijn does, ha, ha…’
Who or what is Noisia? Martijn: ‘Noisia consists of Nik Roos, Thijs de Vlieger and myself. In the beginning we mainly focussed on drum ‘n bass. But the last few years we concentrate more on other kinds of electronic music. We create beats for other artists, we remix songs, and we produce everything from hiphop to breakbeat to… Krause.’
Loes Vader
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 4 INT
Hanze students start idealistic dance event organization
Experience the Eye-vision! Eye stands for their idealistic look and Nexus is the Latin word for connection. Created by three (former) Hanze University students, event organization Eye Nexus is the result of the sum of motivation and innovation.
Photo: Ben Schumacher
Pop Academy student Milan Mayberg and his two IBS friends Tom van Os and Jouke Tjeerdsma missed something cultural and creative in Groningen. So what better to do than to be creative themselves and start an organization? ‘First we had to develop an idea based on mutual gain for all participants’, says Milan. ‘Then we formulated all aspects into an operational business plan. We started gathering volunteers to help us with this hard job of creating an event organization. Even though it started out as sort of a hobby, it has quickly become increasingly professional.’ On the Eye Nexus website, their vision is described as contribute to an aware and social world, whilst improving the quality of life and the quality of the current events market. ‘We contribute artistically, culturally, and socially’, explains Milan. ‘We are all together as a part of a whole rather than as individuals. Our main goal is to make your creative idea come true.’ Eye Nexus provides space and material for
motivated students who want to show their skills and share emotions with society. According to the organizers, such ideas have to be developed with compassion, openness, awareness, harmony, truth, technology, perfection, unity and respect. These key values form the basis of the organization’s philosophy, The Eye-deology. But why would an event organization need an ideology? Milan thinks it is essential to have a good understanding with clients. ‘Sharing the same values makes it easier to keep control of the ideas which can be spread by our events. We share our identity and eventually we get feedback and respect from people who make the event with us.’ A strong identity and patience are the organization’s essence to make the magic happen. The founders (they don’t like to be called bosses) keep the equality and harmony in the team, and this is important for any event development. All members of the organization have been
[8] 2010 6 JANUARI WOENSDAG HANZEMAG 3 INT
working like volunteers: they work a lot developing ideas and events but they have a lot of fun as well. Their creativity has only been flowing for about a year, but Eye Nexus has already started to innovate. By a matter of chance, they came across a cargo vessel which was being restored to its original glory. The MvOurworld is a ship under renovation by foundation Petit Mbao. Eye Nexus helps restoring the boat by donating half of the Our World event proceedings to this charitable foundation. In doing so, they are contributing to common ideals and co-create a unique location for events. MvOurWorld is not sailing yet, but plans have already been made. So what should students do when they have an idea for an event? ‘First you have to be motivated to see your idea become true’, says Milan. ‘We organize dance events, so we will help you with the development of the event, provide you with a location, and promote it. We really focus on the guests. It is important for us to know the audience to receive the
desired feedback. We all will need to work with the eye-deology in mind before and during the event. Oh, and if you are a DJ who wants to play at our parties you can send us a demo as well, you just have to contact us and share your creativity.’ Because of hard work and dedication, Eye Nexus has developed into a serious business, which already works with several partners and plans to spread their ideas around the country. The next party will not be held in Groningen, but in one of the bigger venues of the Netherlands, AHOY Rotterdam. ‘One year ago I would have never imagined creating an event in AHOY’, says Milan. ‘Things are happening fast, but we keep in control.’ The organization aims to give you the opportunity to prove your skills and share emotions with society. Good ideas come from everybody, they say, so it’s up to you to experience the Eye-vision! Denise Lopes Santos
More information, go to www.eyenexus.nl
Wednesday 6 januari 2010 Independent Magazine of Hanze University of Applied Sciences / email [email protected] / photo: Pepijn van den Broeke
8
Krause meets Noisia • Eye Nexis is into event organization • Legal alien Mariela speaks Quetchua