patiënteninformatie
coloscopie of sigmoïdoscopie met Moviprep® U moet 15 minuten vóór uw afspraak aanwezig zijn in verband met de voorbereiding. Lees deze instructie goed, want de behandeling kan alleen doorgaan als: • u de instructie met voorbereidingen opvolgt • de hele dikke darm schoon is In overleg met uw arts heeft u besloten om een scopie te laten doen. Dit onderzoek noemen we ‘coloscopie’, vanwege de Latijnse naam van de dikke darm (colon). Soms is onderzoek van het onderste deel van de dikke darm (het sigmoïd) voldoende. Dan wordt het onderzoek ’sigmoïdoscopie’ genoemd. Bij dit onderzoek bekijkt de arts het slijmvlies, de binnenbekleding van de dikke darm. Dit gebeurt met een flexibele slang: een endoscoop. In deze folder staat informatie over het onderzoek. Ook leest u hoe u zich kunt voorbereiden en wat u kunt verwachten. De folder is bedoeld als extra informatie, naast het gesprek wat voorafgaand aan de verrichting plaatsvindt. Zo kunt u alles nog eens rustig nalezen.
Wat houdt dit onderzoek in? Met coloscopie/sigmoïdoscopie kunnen we afwijkingen in de dikke darm opsporen, zoals vernauwingen, ontstekingen, divertikels (darmuitstulpingen), poliepen of gezwellen. We kunnen via de endoscoop stukjes weefsel wegnemen voor verder onderzoek, een biopsie. Ook kunnen we eventuele poliepen verwijderen of bloedingen stoppen. Houd u daarom zorgvuldig aan de instructies in deze folder! Soms krijgt u nog aanvullende informatie van uw arts.
Voorbereiding thuis Hoe wordt uw dikke darm schoon? • Dit gebeurt met het middel Moviprep®. Meer informatie hierover vindt u later in deze folder. Het is belangrijk dat u de voorschriften volgt. • Start 2 dagen voor het onderzoek met een vezelarm dieet (zie bijlage). Vezels blijven namelijk nog dagen in de darm zitten en verstoppen zo de endoscoop. Om de darm goed te kunnen beoordelen moet de darm schoon en leeg zijn. Gebruikt u ijzertabletten (Fero-Gradumet® of Ferrofumaraat)? Stop 7 dagen voor het onderzoek met ijzertabletten. Deze medicijnen kleuren de ontlasting zwart. Zij veroorzaken 2
zwarte aanslag op het darmslijmvlies. We kunnen dan de darm niet goed bekijken. Na het onderzoek kunt u ze weer gebruiken. Belangrijke informatie voor het ziekenhuis • Bent u diabetespatiënt? Meld dit dan als u een afspraak maakt. Mogelijk moeten uw medicijnen aangepast worden tijdens de voorbereiding van het onderzoek. Overleg hierover met de arts die het onderzoek voor u heeft aangevraagd. • Gebruikt u medicijnen? Neem een Actueel Medicatieoverzicht mee (gratis ophalen bij uw apotheek). U mag in principe op de dag van het onderzoek uw medicijnen innemen met een slokje water. Stop nooit op eigen initiatief met uw medicijnen maar overleg altijd met uw arts! • Gebruikt u bloedverdunnende, ontstekingsremmende en pijnstillende medicijnen? Uw arts geeft u instructies of stoppen nodig is.. Bekende bloedverdunnende middelen zijn Ascal, Acenocoumarol, Sintrom®, Fenprocoumon, Marcoumar® en Clopidogrel (Plavix®). • Draagt u een pacemaker of defibrillator? Neem dan uw pasje met het serienummer mee.
Wilt u tijdens het onderzoek licht slapen? Dat kan. Wij geven u dan sedatie, ook wel een ‘roesje’ genoemd. Dit is een licht slaapmiddel. Het is belangrijk om 15 minuten voor uw afspraak aanwezig te zijn! Lees van te voren de folder ‘Onderzoek terwijl u (licht) slaapt’ goed door. Let op: U kunt alleen sedatie krijgen als u na het onderzoek onder begeleiding naar huis gaat. Zorg daarom dat iemand met u meekomt naar het ziekenhuis of dat we iemand kunnen bellen om u na het onderzoek naar huis te brengen. Kunt u geen begeleiding regelen? Dan kunt u eventueel bij ons ondersteuning aanvragen voor begeleiding naar huis. Vrijwilligers van het UVV helpen hierbij. Meer informatie hierover staat in de folder ‘Wij helpen u op weg, ondersteuning bij ontslag’. Het gebruik van het laxeermiddel Moviprep® Iedere verpakking van Moviprep® bevat twee sets in plastic folie. Iedere set bevat twee zakjes: een groot zakje ‘A’ en een klein zakje ‘B’. • De inhoud van één zakje ‘A’ en één zakje ‘B’ laxeermiddel mengt u met één liter gewoon water. Gebruik géén koolzuurhoudend water. • Goed schudden tot het poeder geheel opgelost is.
Verderop leest u wanneer u deze drank moet opdrinken. Tijdens de voorbereiding mag u wel andere heldere vloeistoffen drinken. Onder heldere vloeistoffen wordt verstaan: water, bouillon, heldere vruchtensappen (zonder pulp), frisdranken zonder koolzuur (zonder ‘prik’), thee en koffie (zonder melk). Als het onderzoek in de ochtend (voor 13.00 uur) is U drinkt de Moviprep® in 2 delen: • De avond voor het onderzoek: 1 liter Moviprep® + minstens een 1 liter heldere vloeistof • De ochtend van het onderzoek: 1 liter Moviprep®+ minstens een 1 liter heldere vloeistof Dag vóór het onderzoek: • U mag normaal ontbijten en lunchen. • Voor 16.00 uur neemt u een lichte of vloeibare avondmaaltijd(bijvoorbeeld heldere soep, beschuit, wit brood, bouillon, aardappelpuree of witte rijst, kipfilet, vla of yoghurt, vezelarme groenten. Daarna mag u niets meer eten tot na het onderzoek. • Tussen 18.30 en 20.00 uur drinkt u 1 liter Moviprep®. U neemt elke 15 minuten een glas van de klaargemaakte vloeistof tot deze op is. Zet de drank tussendoor in de koelkast. 3
• Daarna drinkt u nog minstens een 1 liter heldere vloeistof, liever meer. U mag tot aan het onderzoek niets meer eten. In de loop van de tijd zal er veel ontlasting komen. Zorg dus dat u steeds in de buurt blijft van een toilet. Op het laatst is de ontlasting zo dun als water en heeft de ontlasting een lichtgele (doorzichtige) kleur. U kunt last van buikkrampen krijgen. Dag van het onderzoek • De ochtend van het onderzoek gebruikt u GEEN ontbijt • Tussen 6.00 en 7.00 uur drinkt u 1 liter Moviprep®. U neemt elke 15 minuten een glas van de klaargemaakte vloeistof tot deze op is. Zet de drank tussendoor in de koelkast. • Daarna drinkt u nog minstens een 1 liter heldere vloeistof, liever meer. Als het onderzoek in de middag (na 13.00 uur) is U drinkt de Moviprep® in twee delen: • De avond voor het onderzoek: 1 liter Moviprep® + minstens een 1 liter heldere vloeistof • De ochtend van het onderzoek: 1 liter Moviprep®+ minstens een 1 liter heldere vloeistof
4
Dag vóór het onderzoek: • U mag normaal ontbijten en lunchen. • U mag eventueel tot 18.00 nog een lichte maaltijd nemen, (bv heldere soep, beschuit, wit brood, bouillon, aardappelpuree of witte rijst, kipfilet, vla of yoghurt, vezelarme groenten). Daarna mag u niets meer eten tot na het onderzoek. • Tussen 20.00 en 21.30 uur drinkt u 1 liter Moviprep®. U neemt elke 15 minuten een glas van de klaargemaakte vloeistof tot deze op is. Zet de drank tussendoor in de koelkast. • Daarna drinkt u nog minstens een 1 liter heldere vloeistof, liever meer. U mag tot aan het onderzoek niets meer eten. Dag van het onderzoek: • Tussen 9.00 en 10.30 uur drinkt u 1 liter Moviprep®. U neemt elke 15 minuten een glas van de klaargemaakte vloeistof tot deze op is. Zet de drank tussendoor in de koelkast. • Daarna drinkt u nog minstens een 1 liter heldere vloeistof, liever meer. Problemen tijdens de voorbereiding? Heeft u klachten zoals herhaaldelijk braken, geen ontlasting of een heel erg dikke buik? Neem dan contact op met
de Endoscopie- en Behandelafdeling via (020) 599 29 09. Het kan zijn dat de smaak van Moviprep® u tegenstaat. Probeer dan het volgende: • Drink het ijskoud uit de koelkast. • Drink het eventueel met een rietje zodat de vloeistof wat verder in de mond komt. • Voeg wat citroensap toe. • Voeg een scheutje limonadesiroop toe (siroop zonder sorbitol). • Gebruik kauwgom tussendoor en tijdens het drinken. Het onderzoek In de zgn. voorbereidingskamer bereiden wij u voor op het onderzoek. Na de voorbereiding rijden wij u op een bed naar de behandelkamer. Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzij met opgetrokken knieën. U krijgt sedatie als u hiervoor heeft gekozen. De arts brengt via de anus (sluitspier) de endoscoop in de darm. U kunt tijdens het onderzoek wat kramp/pijn in uw buik krijgen. Dat kan komen door: • de Co2 (lucht) die in uw darm geblazen wordt, zodat de endoscopist de binnenkant van uw darm goed kan zien. Door de ingeblazen lucht laat u tijdens het onderzoek vaak winden. Dit is
normaal en u hoeft zich daarvoor dus niet te schamen! Het is ook van belang deze te laten en niet tegen te houden. Dit geeft vaak opluchting. • dat uw darm door de scoop wordt uitgerekt. Door de ingeblazen lucht laat u tijdens het onderzoek vaak winden. Dit is normaal en u hoeft zich daarvoor dus niet te schamen! Het is ook van belang deze te laten gaan en niet tegen te houden. Dit geeft vaak opluchting. Een coloscopie duurt in het algemeen 15 tot 30 minuten. Soms kan het onderzoek/behandeling iets langer duren, bijvoorbeeld als wij stukjes weefsel of poliepen wegnemen. U voelt hier niets van. Na het onderzoek • Als u geen roesje heeft gehad, kunt u meteen naar huis. • Heeft u voor sedatie gekozen? Houd er dan rekening mee dat de afspraak ongeveer 2 uur duurt. Daarna kunt u onder begeleiding naar huis. • Als er biopten zijn genomen, kunt u een beetje bloedverlies hebben. Eventuele pijn en krampen verdwijnen meestal binnen enkele uren. Wandelen of een toiletbezoek kunnen hierbij helpen. • U kunt normaal eten en drinken. 5
Risico’s en complicaties Een coloscopie is over het algemeen een veilig onderzoek maar toch is geen enkele ingreep is zonder risico. Er kunnen in een enkel geval complicaties optreden zoals een perforatie of een bloeding.
Neem direct contact met ons op bij de volgende complicaties: • zwarte ontlasting • veel bloedverlies • hoge koorts • aanhoudende pijn, zonder verbetering
• De meest voorkomende complicatie is een bloeding. De kans op een bloeding is groter als er een behandeling heeft plaatsgevonden, zoals het verwijderen van poliepen of het oprekken van vernauwingen. Een bloeding kan goed worden behandeld. • Een perforatie is een scheurtje of gaatje in de darmwand. De kans dat er tijdens het onderzoek een perforatie ontstaat, is groter als: • de darm niet goed schoon is; • de darm ernstig ontstoken is; • er veel uitstulpingen in de darm zitten; • er een behandeling wordt uitgevoerd, zoals het verwijderen van poliepen. Klachten die bij een perforatie optreden zijn buikpijn en (later) koorts. Een perforatie kan goed behandeld worden. Soms is opname in het ziekenhuis en een eventuele operatie nodig.
Tijdens kantooruren kunt u direct contact opnemen met de Endoscopieen Behandelafdeling via (020) 599 2909. Buiten kantoortijden kunt u bellen met de afdeling Spoedeisende Hulp via (020) 599 30 16.
6
De uitslag Na het onderzoek krijgt u een brief met de voorlopige uitslag. De definitieve uitslag is na 2 weken bekend. U krijgt deze uitslag tijdens een afspraak op de polikliniek of via uw huisarts. Zorgverzekeraar Neem voor de zekerheid contact op met uw zorgverzekeraar en vraag naar de voorwaarden voor een vergoeding.
Operatie/ingreep • Het is altijd mogelijk dat een operatie uitgesteld wordt door onvoorziene omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die spoedeisende hulp nodig heeft. Hij krijgt om medische redenen altijd voorrang. Uiteraard stellen wij dan alles in het werk om u zo snel mogelijk te opereren/te behandelen. • Het OLVG is een opleidingsziekenhuis. Dat betekent dat de chirurg altijd geassisteerd wordt door een arts-assistent in opleiding tot chirurg. Ook kan het zo zijn dat een arts-assistent de operatie verricht.
Vragen? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de Endoscopie- en Behandelafdeling. Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur, via (020) 599 29 09. U kunt ook de website www.olvg.nl/mdl raadplegen. Meer informatie? • Informatie over de sedatie: folder ‘Onderzoek terwijl u licht slaapt’. • Informatie over begeleiding naar huis: folder ‘Wij helpen u op weg, ondersteuning bij ontslag’. • Informatie over diabetes: folder “Voorbereiding op behandeling voor diabetespatienten”. U kunt deze krijgen op de Endoscopieen Behandelafdeling of downloaden via www.olvg.nl/mdl.
7
vezelarm dieet Twee dagen voor uw onderzoek start u met een vezelarm dieet. Schone darmen zijn belangrijk voor het onderzoek, en daarom mag u sommige voedingsvezels niet eten. Alleen schone darmen kunnen wij goed onderzoeken! Wat zijn voedingsvezels? Voedingsvezels zijn onverteerbare stoffen van plantaardige producten, bijvoorbeeld de buitenste schilletjes van de graankorrel (= zemelen). Wat is heldere vloeistof? Water, limonade, frisdrank zonder koolzuur (zonder ‘prik’) bouillon, heldere vruchtensappen zonder vruchtvlees zoals appelsap en druivensap, koffie en thee zonder melk. Welke tussendoortjes mag u niet eten? Pinda’s, noten, koeken met noten en/of rozijnen, chocola met noten, candybars met noten, mueslirepen. Broodmaaltijd: Wat eet u wel: • fijn volkorenbrood en bruin- en witbrood zonder noten, zaden of pitten • beschuit, knackebrood zonder zaden of pitten • ontbijtkoek zonder noten of gember Besmeren met boter of margarine en belegd met kaas, vleeswaren, gekookt ei, jam zonder pitjes of ander zoet beleg. Wat mag u niet eten: • grof volkorenbrood met zaden, noten en pitten; mueslibrood, rozijnen- en krentenbrood • ontbijtkoek met noten of gember • muesli, cruesli of soortgelijk • jam met pitten, pindakaas met stukjes noot • kaas met komijn of Leidse kaas Warme maaltijd: 8
Wat eet u wel: • Soep met stukjes vlees, vermicelli en/of soepballetjes (zonder groenten). • Fijn gesneden, gaar gekookte groenten zoals bietjes, bloemkool, broccoli, worteltjes, witlof, courgette, fijngehakte spinazie. • Vlees, maar niet als het vlees taai of draderig is. Vis zonder graten en kip zonder botjes of pezen • Aardappelen, witte rijst, macaroni, spaghetti, mie of mihoen, couscous of bulgur. • Nagerecht: vla, pudding, ijs, kwark of yoghurt zonder stukjes fruit en zonder noten. Wat mag u niet eten: • Vezelige groenten zoals asperges, bleekselderij, zuurkool, rabarber, snijbonen, peultjes, sugar snaps, sperziebonen, prei, doperwten, maïs, champignons • Peulvruchten (bruine en witte bonen, linzen, kikkererwten) • Taugé, tomaten, ui, knoflook, spinazie, andijvie, paprika, rauwkost. • Volkoren en meergranen macaroni of spaghetti, zilvervliesrijst. Fruit Wat eet u wel: Zacht, rijp fruit of fruit uit blik zonder pitjes, vezels of schil zoals: peer, en appel, nectarine, pruim, perzik (alles zonder schil). Appelmoes en vruchtenmoes. Wat mag u niet eten: Gedroogd fruit (zoals tuttifrutti, pruimen, appeltjes, dadels, vijgen, abrikozen en rozijnen), verse ananas, grapefruit, druiven, sinaasappels en mandarijnen, kiwi’s, aardbeien, frambozen, bramen, rabarber.
9
10
11
onze lieve vrouwe gasthuis postbus 95500 1090 hm amsterdam ' (020) 599 91 11 www.olvg.nl algemene voorwaarden, kijk op www.olvg.nl/algemene_voorwaarden klacht of opmerking, ga naar www.olvg.nl/klacht
Redactie en uitgave Marketing en Communicatie juli 2013/301-989/2012566