Onderzoek van de maag en dikke darm gastroscopie/coloscopie
2
Onderzoek van de maag en dikke darm (gastro-/coloscopie)
Afdeling: Informatie:
Endoscopiecentrum (Zuid 2) 088 – 066 1206
Datum: ……………
Tijd: ……………..
Het onderzoek wordt gedaan door: ………………………………………
Inleiding U bent naar het Endoscopiecentrum verwezen voor een onderzoek van uw maag (gastroscopie) en dikke darm (coloscopie). Dit gebeurt met behulp van endoscopen. Een endoscoop is een flexibele kijkslang die via de mond naar de maag gaat; en daarna (met een andere endoscoop) via de anus in uw darm wordt gebracht. Op een beeldscherm bekijkt de arts de binnenkant van de slokdarm, maag, een deel van de twaalfvingerige darm en de dikke darm; en kan hij/zij zien of er afwijkingen zijn. In deze brochure leest u hoe u zich op het onderzoek kunt voorbereiden. Verder leest u over de gang van zaken tijdens het onderzoek en de nazorg. Vervoer Het onderzoek gebeurt niet onder narcose. Wél krijgt u een rustgevend middel en een pijnstiller toegediend. Daardoor kunt u het onderzoek beter verdragen. Dit betekent ook, dat u na het onderzoek niet zelfstandig naar huis mag en zeker niet mag autorijden of fietsen. Er moet dus iemand zijn die u ophaalt en naar huis brengt. Meenemen Wij raden u aan schoon ondergoed mee te nemen, omdat het kan voorkomen dat u zich een keer moet verschonen. Omdat u zich tijdens het onderzoek koud en rillerig kunt voelen, adviseren wij u om een paar warme sokken mee te nemen. Een lang T-shirt kan helpen u wat minder ‘bloot’ te voelen tijdens het onderzoek. 3
Neemt u verder uw OZG patiëntenpas, een geldig legitimatiebewijs en uw zorgpas mee naar het ziekenhuis. Voorbereiding De darmen moeten in verband met het onderzoek helemaal leeg zijn. Daarom is het belangrijk dat u op u tijd stopt met bepaalde medicijnen en nuchter bent. Leest u de instructies hieronder daarom goed. Als u niet goed bent voorbereid kan het onderzoek namelijk niet goed uitgevoerd worden of mogelijk helemaal niet doorgaan. - stoppen met bloedverdunners Als u bloedverdunners gebruikt en daarvoor onder controle bent bij de trombosedienst, dan moet u hiermee een aantal dagen voor het onderzoek stoppen: • als u sintrom of acenocoumarol gebruikt stopt u drie dagen van te voren; • als u marcoumar of fenprocoumon gebruikt, stopt u vijf dagen van te voren. Als u nooit mag stoppen met bloedverdunners, overlegt u dan eerst met de arts die de bloedverdunners voorschrijft; • als u plavix of clopidogrel gebruikt (meestal is dit op voorschrift van een cardioloog), moet u altijd eerst met uw arts overleggen of u hiermee mag stoppen. Als u na overleg met uw arts niet mag stoppen met bloedverdunners, geeft u dit dan alstublieft door aan de arts die u voor het onderzoek heeft door verwezen. - stoppen met staaltabletten Als u staal -of ijzertabletten gebruikt, moet u daar zeven dagen van te voren mee stoppen. Deze tabletten kleuren de darminhoud zwart en kunnen daarom het onderzoek bemoeilijken. - overleg over insulinebeleid In voorbereiding op het onderzoek mag u niet eten. Als u diabetes mellitus (suikerziekte) heeft en insuline gebruikt moet het spuitschema aangepast worden: 2x spuiten Als u 2 x per dag insuline (gemengd insuline) spuit, dan moet u de avond voor het onderzoek de halve dosering spuiten. De ochtend van het onderzoek spuit u weer de halve dosering. 4
4x spuiten Als u 4 x per dag insuline (3 x kortwerkend, 1 x langwerkend) spuit, dan spuit u de avond c.q. de maaltijdinsuline (kortwerkend) niet. Voor de nacht gebruikt u de halve dosering ‘langwerkend’. De ochtend van het onderzoek gebruikt u de dosering ‘kortwerkend’ niet. In geval van hypo’s kunt u ranja drinken of eventueel dextro gebruiken. We raden u aan om insuline, insulinepen en de bloedsuikermeter mee te nemen als u voor het onderzoek naar het ziekenhuis komt. - pufjes U kunt uw pufjes blijven gebruiken. - pacemaker of Intracardiale Defibrillator Als u een pacemaker of ICD heeft, vertelt u dit dan aan de arts die u voor dit onderzoek heeft doorverwezen. Mogelijk moet de cardioloog voorzorgsmaatregelen nemen. - anticonceptiepil Als u een anticonceptiepil (‘de pil’) gebruikt, kunt u deze gewoon blijven gebruiken. Houdt u er wel rekening mee dat u door de darmspoeling niet meer goed beschermd bent. U bent weer beschermd nadat u met de volgende strip bent begonnen. Leest u de bijsluiter voor de precieze termijn. - darmvoorbereiding Om het onderzoek goed te kunnen uitvoeren, moet de darm helemaal schoon zijn. Daarvoor is het volgende nodig: • drie dagen van te voren zo min mogelijk vezels en pitjes eten; • de dag voor het onderzoek: spoelvloeistof voor de darmen innemen; • niet meer eten nadat u met de darmspoeling bent begonnen. - zo min mogelijk vezels en pitjes eten Vezels en pitjes spoelen moeilijk uit de darm. Eet u daarom vanaf drie dagen voor het onderzoek zo min mogelijk vezels en pitjes. Vezels zitten vooral in donker(volkoren) brood en fruit. Pitjes zitten bijvoorbeeld in kiwi’s, tomaten en druiven. Harde 5
velletjes van groenten en fruit wordt ook afgeraden. Drinkt u verder ten minste 1,5 tot 2 liter per dag. - spoelvloeistof voor de darmen innemen U ontvangt een recept voor Picoprep. Picoprep is een laxeermiddel dat wordt gebruikt om de darmen schoon en leeg te maken voor een darmonderzoek. Het heeft een sinaasappelsmaak en bevat geen suiker. Elke verpakking Picoprep bevat twee zakjes; u moet in totaal twee zakjes Picoprep oplossen in koud water en afzonderlijk van elkaar opdrinken, met een tussenpoos van een paar uur. U krijgt hierover uitleg op het Endoscopiecentrum bij het maken van de afspraak. Drink u na inname van elk opgelost zakje Picoprep ca. 2 liter heldere vloeistoffen zoals water (met of zonder smaakje) , heldere appelsap,heldere kruidenbouillon of vruchtenthee. Drink geen koffie, zwarte thee, rode vruchtensappen,troebele vruchtensappen en geen melk(producten). In totaal moet u dus ongeveer 4 liter aan vocht innemen. Gebruik ca. vier uur voordat u de Picoprep gaat innemen, een lichte maaltijd, bijvoorbeeld twee of drie sneetjes brood met licht beleg. Hierna mag u niets meer eten. U kunt rillerig en koud worden van het niet eten en het laxeren. Soms krijgt u last van hoofdpijn; neemt u dan gerust paracetamol. 0 indien u het onderzoek ’s ochtends krijgt: 1e inname Picoprep: de dag van te voren om 12:00 uur; 2e inname Picoprep: de dag van te voren om 18:00 uur. In verband met het maagonderzoek moet u nuchter blijven vanaf 24:00 uur 0 indien u het onderzoek ’s middags krijgt: 1e inname Picoprep: de avond voor het onderzoek om 18:00 uur 2e inname Picoprep: de ochtend van het onderzoek om 07:00 uur. In verband met het maagonderzoek moet u nuchter blijven vanaf 10:00 uur. 6
Wij proberen dit onderzoek in de ochtend te plannen, maar soms is dat niet mogelijk. nuchter blijven • Vanaf het moment dat u begint met de Picoprep mag u niets meer eten. • Vier uur voor het onderzoek mag u geen medicijnen meer innemen. Verloop van het onderzoek Nadat u zich gemeld heeft bij de balie van het Endoscopiecentrum kunt u plaats nemen in de hal. Een verpleegkundige haalt u op en brengt u naar de voorbereidings-/uitslaapruimte. De verpleegkundige legt u het onderzoek uit en beantwoordt eventuele vragen. U wordt gevraagd u van onderen uit te kleden en op een onderzoeksbed te gaan liggen. U krijgt een laken / deken over u heen. Vervolgens krijgt u een infuusnaaldje in de arm of hand. Later worden daardoor medicijnen toegediend, zodat u slaperig en ontspannen wordt. De hartslag, het zuurstofgehalte van het bloed en de bloeddruk worden gemeten. Indien u een kunstgebit draagt of losse gebitselementen heeft, dan moet u die uitdoen. Ook tongpiercings moeten uit. Vervolgens wordt u naar de endoscopiekamer gebracht. Daar zijn de arts en twee endoscopie assistenten aanwezig. U wordt gevraagd op de linkerzij te gaan liggen. U krijgt een bloeddrukband om de arm en een hartslagmeter aan de vinger. Tijdens het onderzoek blijven deze om; we controleren regelmatig deze functies. U krijgt de medicatie toegediend waardoor u zich slaperig voelt en ontspannen bent. - gastroscopie De specialist laat u het begin van de endoscoop inslikken. Ter bescherming van de kijker krijgt u een bijtring in de mond. Het inslikken van de endoscoop kan een vervelend gevoel geven, daarna gaat het gemakkelijker. De arts schuift de scoop daarna langzaam verder naar binnen. U kunt tijdens het onderzoek gewoon blijven ademen.
7
Het kan zijn dat er een klein stukje weefsel (biopt) uit de slokdarm, maag- of darmwand ter grootte van een speldenknop wordt weggenomen. U voelt dit nauwelijks. Dit stukje weefsel wordt voor nader onderzoek in het laboratorium onderzocht. - coloscopie De specialist schuift de endoscoop via de anus in de dikke darm. Dit kan een wat vervelend gevoel geven. Probeert u zich zoveel mogelijk te ontspannen. Aan het uiteinde van de endoscoop zit een lampje. Hiermee bekijkt de arts de binnenkant van de darm. Om dit goed te kunnen bekijken is het belangrijk dat de darm zich goed ontplooit. Daarom brengt de arts via de endoscoop wat lucht in uw darmen. Dit kan een gevoel van kramp geven. U kunt dit gevoel kwijt raken door de lucht te laten ontsnappen. Anders gezegd: door winden te laten. Dit is voor de medewerkers een normaal verschijnsel, u hoeft zich er niet voor te schamen! De arts kan u tijdens het onderzoek vragen van houding te veranderen; de endoscopie assistenten helpen u daarbij. Ook tijdens dit onderzoek kan het nodig zijn een stukje weefsel (biopt) weg te nemen. Soms voelt u dit, maar het doet geen pijn. De arts kan eventuele poliepen tijdens hetzelfde onderzoek verwijderen. Ook dit doet geen pijn. Biopten en poliepen worden later in het laboratorium onderzocht. Duur van het onderzoek Inclusief de voorbereidingen duurt het onderzoek ongeveer 30 minuten. Als er extra handelingen nodig zijn, kan het onderzoek wat langer duren. Na het onderzoek blijft u nog ongeveer twee uur op de uitslaapruimte. Er zijn geen bezoekmogelijkheden op het endoscopiecentrum. Uitslag De arts vertelt u zo mogelijk de voorlopige uitslag. De kans is echter groot dat u nog erg slaperig bent; daarom wordt er altijd een controleafspraak gemaakt op de polikliniek; dan zijn alle uitslagen bekend. De uitslagen van biopten en poliepen zijn na ongeveer een week bekend. 8
De arts op het endoscopiecentrum voert het onderzoek uit; en geeft de uitslag door aan de aanvragende specialist door. U bespreekt met hem/haar de uitslagen en of u (verder) behandeld moet worden, en waaruit een behandeling eventueel bestaat. Nazorg en leefregels • Op de uitslaapruimte krijgt u iets te eten en te drinken. Al u weer helder bent mag u (onder begeleiding) naar huis. • Wij adviseren u om het op de dag van het onderzoek rustig aan te doen. De medicijnen die zijn toegediend, beïnvloeden uw reactievermogen. U mag de rest van de dag niet autorijden, machines bedienen of belangrijke beslissingen nemen. • Verder kunt u last hebben van winderigheid. Wanneer dat het geval is,kunt u proberen de lucht kwijt te raken door te ontspannen of zo nu en dan op het toilet te gaan zitten. • Drink geen alcohol op de dag van het onderzoek. • Bloedverdunners en insuline kunnen vaak ’s avonds weer volgens schema gebruikt worden. Volg daarbij de afspraken die u met uw arts heeft gemaakt. Risico’s en Complicaties Complicaties komen niet vaak voor bij een gastroscopie. Bij 1 tot 2 op de 1.000 patiënten ontstaan complicaties. In de meeste gevallen gaat het om een nabloeding. Dit komt vooral voor bij mensen die bloedverdunners of pijnstillers gebruiken. Een ernstige complicatie, die ontstaat bij ongeveer 1 op de 10.000 patiënten, is een gaatje in de wand van de slokdarm, de maag of de twaalfvingerige darm. Dit wordt een perforatie genoemd. Een andere zeldzame complicatie is een luchtweginfectie of longontsteking. Dit kan ontstaan als u zich verslikt en er maaginhoud in uw luchtwegen terecht komt. Door het gebruik van een verdovende spray in de keel neemt de kans hierop toe. Complicaties komen niet vaak voor bij een colonscopie. Bij ongeveer 2 op de 1.000 patiënten ontstaan complicaties. De kans op een complicatie neemt toe als de arts tijdens het onderzoek een ingreep uitvoert. Als de arts een poliep verwijdert of een andere handeling uitvoert, ontstaan complicaties bij 1 tot 2 op de 100 patiënten. 9
De meest voorkomende complicatie is een bloeding. De bloeding kan direct na het onderzoek optreden, maar ook nog in de eerste week na het onderzoek. Een zeldzame, maar zeer ernstige complicatie is een darmperforatie. Dit is een gaatje of scheurtje in de wand van de darm. Ontlasting kan op dat moment in de terecht komen. Hierdoor kan een buikvliesontsteking ontstaan. Dit is een gevaarlijke situatie, waarbij meestal een spoedoperatie nodig is. Beide complicaties komen vooral voor bij mensen die ontstekingen, vernauwingen of uitstulpingen (divertikels) in de darm hebben. Wanneer bellen Als er stukjes weefsel zijn weggenomen, kan er bij de ontlasting wat bloed meekomen. Dit gaat vanzelf weer over,u hoeft zich daar niet ongerust over te maken. Als er een poliep is weggenomen,is er een klein risico op een bloeding. Soms is dan een spoedbehandeling nodig. Neem contact op met het endoscopiecentrum • als u ernstige pijn heeft • als u zwarte ontlasting heeft of • aanhoudend bloed blijft sijpelen. U kunt ons bellen van maandag tot vrijdag van 08.00 tot 16.00 uur op telefoonnummer 088 – 066 1206. Buiten deze tijden belt u naar het algemene nummer van het OZG 088- 066 1000 en vraagt u naar de Spoedeisende Hulp. Vragen Als u voor of na het onderzoek nog vragen hebt kunt u contact opnemen tijdens kantooruren tussen 08.30 -16.00 uur: - Endoscopiecentrum
088 – 066 12066
10
Ruimte voor vragen en opmerkingen ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
11
Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Lucas Gassingel 18 - 9671 CX Winschoten Postbus 30.000 - 9670 RA Winschoten Telefoon: 088 – 066 1000 E-mail:
[email protected] Web: www.ozg.nl
LS (07-13) FUN 342 12