CT-Colon (Virtuele coloscopie) Inhoudsopgave
Klik op het onderwerp om verder te lezen. Belangrijke zaken die u moet weten Medicijnen Diabetes Laxeermiddelen Voorbereiding Hoe verloopt het onderzoek? De CT-scanner Het maken van de foto's De contrastvloeistof Na het onderzoek Hoe komt u aan de uitslag? Wat te doen in geval van ziekte of verhindering? Tot slot Belangrijke telefoonnummers
1 1 2 2 2 4 4 4 5 5 5 5 6 6
U krijgt binnenkort een onderzoek van de dikke darm. De virtuele coloscopie is een onderzoek van de dikke darm (het colon) dat uitgevoerd wordt met de CT-scanner (Computer Tomograaf, die werkt met behulp van röntgenstralen). Het is een methode die ons toelaat de darm van binnenuit te bekijken via beelden die met de CT-scanner gemaakt worden. Deze brochure bevat informatie die u moet weten vóór het onderzoek. Daarnaast vindt u informatie over de voorbereiding en het verloop van het onderzoek. Voor een CT-scan van de dikke darm geldt een speciaal dieet. Het is van belang dat u dit dieet goed opvolgt. Alleen op die manier worden uw darmen voldoende schoon en is een goede beoordeling van het onderzoek mogelijk. De voorbereiding begint 2 dagen vóór het onderzoek. Het dieet wordt hieronder per dag beschreven. Het contrastmiddel dat u hierbij drinkt, wordt gebruikt om eventuele ontlastingsresten in uw darm te markeren.
Belangrijke zaken die u moet weten
(terug naar de inhoudsopgave)
Medicijnen Tijdens de voorbereiding op het onderzoek kunt u alle medicijnen gewoon blijven gebruiken, met uitzondering van kalktabletten (calciumtabletten). Houd er echter wel rekening mee dat door het gebruik van laxeermiddelen niet alle stoffen goed in uw lichaam worden opgenomen. Vrouwen die de anticonceptiepil slikken, moeten rekening houden met verminderde werking hiervan. Als u door een specialist bent doorverwezen voor dit onderzoek, is het mogelijk dat er aanvullende afspraken gelden rondom medicijngebruik. Tenzij u iets anders hebt afgesproken met de specialist die deze CT-scan heeft aangevraagd, geldt het volgende:
Eén dag voor het CT-onderzoek en op de dag van dit onderzoek stopt u met het slikken van ontstekingsremmende medicijnen van het type NSAID en plaspillen (diuretica). Suikerziekte medicijnen van het type Metformine® neemt u niet in op de dag van dit onderzoek. Na het onderzoek kunt u alle medicijnen gewoon weer innemen zoals u gewend bent. Diabetes Diabetici kunnen met vragen over de voorbereiding contact opnemen met de diabetesverpleegkundige of huisarts. Laxeermiddelen Houdt u er bij de voorbereiding rekening mee dat Magnesiumsulfaat en Bisacodyl® laxeermiddelen zijn, zodat u veel naar het toilet moet. Het kan voorkomen dat u last krijgt van buikkrampen en diarree. Aan het begin van het onderzoek krijgt u het medicijn Buscopan toegediend via een injectie. Dit medicijn zorgt ervoor dat de darmen zich ontspannen, zodat u minder last zult hebben van krampen tijdens het onderzoek. Bovendien levert dit kwalitatief betere foto’s op. Direct na het toedienen van Buscopan® kunt u tijdelijk last krijgen van wazig zien. Wij raden u daarom met klem aan om iemand in te schakelen die u na het onderzoek naar huis brengt.
Voorbereiding
(terug naar de inhoudsopgave)
Twee dagen voor het onderzoek: Ontbijt • 2 sneetjes wit brood of beschuit (geen volkoren beschuit). Het beleg mag bestaan uit: magere vleeswaren, gekookt ei (maximaal 1 per dag), kaas zonder pitjes, jam zonder schil of pitjes, honing, appelstroop, vruchtenhagel en gestampte muisjes. Eventueel besmeerd met halvarine. Tussendoor • 1 rijstwafel (zonder chocolade of andere toevoegingen). Lunch • 3 sneetjes wit brood of beschuit (geen volkoren beschuit). Het beleg mag bestaan uit: magere vleeswaren, gekookt ei (maximaal 1 per dag), kaas zonder pitjes, jam zonder schil of pitjes, honing, appelstroop, vruchtenhagel en gestampte muisjes. Eventueel besmeerd met halvarine; • kopje bouillon van bouillonpoeder of -blokje; • eventueel een schaaltje blanke vla, vanillevla of magere kwark. Tussendoor 1 rijstwafel of waterijsje (zonder chocolade of andere toevoegingen). Diner • witte pasta, witte rijst of geschilde gekookte aardappelen met vlees, kip of vis en gekookte groenten. Verboden zijn koolsoorten, prei, uien en peulvruchten; • kopje bouillon van bouillonpoeder of -blokje; • bakje blanke vla, vanillevla of magere kwark.
Tussendoor • 1 rijstwafel of waterijsje (zonder chocolade of andere toevoegingen). 20.00 uur • Eerste inname van het röntgencontrastmiddel; Micropaque® scanner. Schud het flesje goed voor gebruik. Schenk de helft (=75 ml) uit in een glas en verdun dit met dezelfde hoeveelheid water. Dit mengsel moet u opdrinken. Het restant in het flesje gooit u niet weg! Dit heeft u nodig voor later gebruik. Let op Verder moet u over de hele dag 2,5 tot 3 liter vocht drinken; dat zijn 20 glazen of 25 kopjes. U kunt kiezen uit de volgende dranken: water (eventueel met siroop), lichtgekleurde thee, koffie (eventueel met suiker en melkpoeder, maar geen koffiemelk!), druiven- of appelsap (zonder vruchtvlees), kopje bouillon van bouillonpoeder of -blokje, drinkvoeding zoals Nutridrink® (Nutricia®); drinkvoeding is zonder recept verkrijgbaar bij uw apotheek. Let u hierbij wel op de variant te kiezen zonder extra toegevoegde vezels! Eén dag voor het onderzoek Deze dag mag u de gehele dag geen vast voedsel eten! Ontbijt Naar eigen keuze Nutridrink® of heldere soep, vruchtensap zonder vruchtvlees, koffie of thee zonder melk. Tweede inname van het röntgencontrastmiddel; Micropaque® scanner. Schud het flesje met het restant van gisteren goed voor gebruik. Verdun dit met dezelfde hoeveelheid water. Dit mengsel moet u opdrinken. Lunch Naar eigen keuze Nutridrink® of heldere soep, vruchtensap zonder vruchtvlees, koffie of thee zonder melk. Derde inname van het röntgencontrastmiddel; Micropaque® scanner. Schud het flesje goed voor gebruik. Schenk de helft uit in een glas en verdun dit met dezelfde hoeveelheid water. Dit mengsel moet u opdrinken. Het restant in het flesje gooit u niet weg! Dit heeft u nodig voor later gebruik. 12.00 uur 1 glas water (ca. 200 ml). 13.00 uur 1 glas water (ca. 200 ml). 14.00 uur 1 glas water (ca. 200 ml). 15.00 uur 1 glas water (ca. 200 ml). 16.00 uur Naar believen Nutridrink® of heldere soep, vruchtensap zonder vruchtvlees, zwarte koffie of thee drinken. Vierde inname van röntgencontrastmiddel: Micropaque® scanner. Schud het flesje met het restant van de lunch goed voor gebruik. Verdun dit met dezelfde hoeveelheid water. Dit mengsel moet u opdrinken. 17.00 uur Los het potje magnesiumsulfaat op in een glas water (200 ml), roer zachtjes, en drink
het glas helemaal leeg. U mag limonadesiroop toevoegen. Na een half uur kunt u merken dat de darmbeweging goed op gang komt. Het middel kan diarree veroorzaken. Zorg ervoor dat u indien nodig naar het toilet kunt. 18.00 uur 1 glas water (ca. 200 ml) 19.00 uur 1 glas water met 4 tabletjes Bisacodyl® 5 mg (=Dulcolax®). 20.30 uur 1 glas water (ca. 200 ml) 20.30 uur - 24.00 uur Water naar behoefte.
Na 24.00 uur mag u niets meer drinken!
Dag van het onderzoek U moet nuchter blijven tot het onderzoek. Het onderzoek vindt over het algemeen ‘s ochtends plaats. Echter, mocht uw onderzoek pas ’s middags plaatsvinden, dan mag u tot uiterlijk drie uur voor het onderzoek het volgende nog nuttigen: Nutridrink® of heldere soep, vruchtensap zonder vruchtvlees, zwarte koffie of thee zonder melk. Melden Als u zwanger bent, ook als u het nog niet helemaal zeker weet, wilt u dit dan vóór het onderzoek aan de laborant(e) melden? Röntgenstralen kunnen schadelijk zijn tijdens de eerste weken van de zwangerschap. Ook als u een stoma draagt, moet u dit melden. Daarnaast wordt u gevraagd om, als u overgevoelig bent voor jodium of contrastmiddelen, of als u CARA of hooikoorts heeft, dit aan de laborant(e) mee te delen. Om een overgevoeligheidsreactie tegen te gaan is het mogelijk om medicijnen toegediend te krijgen. Deze medicijnen kunnen echter de rijvaardigheid beïnvloeden. Het is daarom raadzaam dat u iemand inschakelt die u naar huis kan brengen na het onderzoek. Kleding Voor het onderzoek moet u zich uitkleden. Ook de onderbroek moet uit. In de kleedkamer ligt een jasje van het ziekenhuis dat u kunt aantrekken. U kunt ook een shirt zonder metalen drukkers of knopen meenemen van huis en aantrekken.
Hoe verloopt het onderzoek?
(terug naar de inhoudsopgave)
De CT-scanner De CT-scanner heeft een ronde opening waardoorheen een onderzoektafel geschoven kan worden. Een laborant(e) bedient met behulp van een computer de CT-scanner. Dit gebeurt in een ruimte naast de onderzoekkamer. Het maken van de foto's De laborant(e) zal u vragen op de onderzoektafel te gaan liggen. Hij/zij plaatst een slangetje in uw anus. Via dit slangetje wordt er lucht in uw dikke darm gebracht. Dit is
nodig om uw darm op de foto’s beter zichtbaar te maken. U kunt er in uw buik een vol, gespannen gevoel van krijgen. De tafel wordt door de ronde opening van de scanner geschoven, zodat het te onderzoeken deel van uw lichaam zich precies in de ronde opening bevindt. Vervolgens gaat de laborant(e) foto's maken. Gedurende het onderzoek wordt u gevraagd om op uw rug of buik te draaien. Van het maken van de foto's voelt u niets. Het is belangrijk dat u gedurende het onderzoek stil blijft liggen. Dit is nodig om scherpe foto's te krijgen. De laborant(e) zal u een aantal keer vragen om de adem stil te houden. U kunt hem/ haar horen via een luidsprekertje in de scanner. Gedurende het onderzoek zal de tafel regelmatig een stukje verschuiven. Het hele onderzoek bestaat uit een of meer series foto's, die in tijdsduur variëren. Een radioloog beoordeelt of de foto's technisch goed gemaakt zijn. Het hele onderzoek duurt ongeveer 20 minuten. De contrastvloeistof Het kan zijn dat de laborant(e) u tijdens het onderzoek ook contrastvloeistof toedient via een ader in uw arm.
Risico’s en bijwerkingen Sommigen patiënten reageren op het contrastmiddel dat tijdens het onderzoek/behandeling toegediend kan worden. De laatste jaren is de kwaliteit van de contrastmiddelen sterk verbeterd, zodat allergische reacties nog maar zelden optreden. Het contrastmiddel kent desondanks nog steeds lichte bijwerkingen, zoals een warm gevoel dat door het lichaam trekt, een vreemde smaak in de mond en drang om te plassen. Soms kunt u last krijgen van een gevoel van misselijkheid. Deze symptomen verdwijnen meestal na enkele minuten. Een enkele keer komt het voor dat er pas enige tijd na toediening van het contrastmiddel bijwerkingen optreden, in de vorm van jeuk, bultjes of roodheid van de huid. Neem in dit geval contact op met de afdeling radiologie.
Na het onderzoek
(terug naar de inhoudsopgave)
Na het onderzoek kan het voorkomen dat u meerdere keren naar het toilet moet. Ook zult u nog enige tijd veel lucht verliezen (winden laten). Zorg er daarom voor dat u nog enige tijd in het ziekenhuis in de buurt van een toilet blijft. De stoelgang kan een aantal dagen wit zijn. U mag weer normaal eten en drinken.
Hoe komt u aan de uitslag?
(terug naar de inhoudsopgave)
Een radioloog bekijkt de foto's en maakt een schriftelijk verslag van het onderzoek. Bij uw behandelend arts kunt u terecht voor de uitslag.
Wat te doen in geval van ziekte of verhindering? Als u door ziekte of om andere redenen verhinderd bent uw afspraak na te komen, wordt u verzocht zo snel mogelijk contact op te nemen met de afdeling Radiologie. In uw plaats kan een andere patiënt geholpen worden. Het telefoonnummer is (013) 539 80 13. Als u wilt, kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
Tot slot
(terug naar de inhoudsopgave)
Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt, kunt u op werkdagen contact opnemen met de afdeling Radiologie. Het telefoonnummer is (013) 539 80 13. Aan het begin van het onderzoek vertelt de laborant(e) u nog een keer wat er gaat gebeuren. Wanneer u op dat moment nog vragen hebt, kunt u deze ook aan hem/haar stellen.
Belangrijke telefoonnummers
(terug naar de inhoudsopgave)
St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen):
(013) 539 13 13
route 72 Radiologie (afspraken & informatie):
(013) 539 80 13
Radiologie, 1.443 12-12
Copyright© St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg afdeling Communicatie Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.