Voorjaar 2012
Inhoudsopgave
Colofon
Inhoudsopgave
Deze reünistenperiodiek verschijnt tweemaal per jaar in een oplage van 900 stuks.
Redactioneel 2 Lourens Touwen
Redactieadres: SSR-W o.v.v. Reünistenbrief Gen. Foulkesweg 30 6703 BS Wageningen T: 0317 419 006 E:
[email protected] Redactie: Lourens Touwen Auke Loonen (Vivo) Jan-Hein Nijman Meer weten? Kijk ook eens op onze homepage: http://www.ssr-w.nl Voor vragen kunt u mailen naar:
[email protected]
Wel en Wee van SSR-W Auke Loonen
4
Van dingen die je bij blijven Jan Vermaat
6
Oh, oh Veuve Amiot! Marianne Renkema
11
Nieuwe reùnist Hans Roelofsen
13
Column: Wikipedia Wouter Lubberts
15
Even iets anders Jeremy van Baalen
17
Waar Wageningers al niet terechtkomen Therese Gasser
18
“De draak steken met St. Joris”
22
Home sweet home Antoon Kanis
23
Zo vader en moeder, zo dochter Familie Struijs
pagina
1
24
Voorjaar 2012
Lourens Touwen
Redactioneel
sociëteit. In de SOLS-W vergadering werd er ook voor gepleit dat oud-leden, reünist worden. Dat zou een goede zaak zijn. Alleen de oud-leden lezen de Nieuwsbrief niet. We hebben wel eens aan alle oudleden en Nieuwsbrief gestuurd. Misschien moeten we dat nog eens doen om meer reünisten te werven.
door Lourens Touwen Met de ruis van de geslaagde Reünistendag van 24 maart jl. nog in mijn hoofd schrijf ik mijn redactioneel voor de voorjaars Reünistenbrief 2012. De SOLS-W vergadering begon terecht met de banierzang. Ik had in het begin wel moeite het ritme te pakken te krijgen , bij Libertas ex Veritate zat ik er weer helemaal in. Het deed me trouwens wel wat om in de aula van de WUR luid en duidelijk de banierzang van SSR te zingen. Tijdens de vergadering , die gekenmerkt werd door goed lachsheid en een hoog applausgehalte, heb ik geprobeerd te registreren wat de wensen t.a.v. de Reünistenbrief zijn. In het algemeen is men er wel content mee, maar de levensverhalen spreken de jongere generatie niet zo aan. Aanbevolen werd om ook reünisten of oud leden een verhaal te laten schrijven die nog midden in hun werkzame leven staan. Ik heb in de loop van de dag een aantal jongeren op dit punt aangesproken, en hiervoor contacten gelegd. Nog geen afspraken, maar toch! Dit gaat dus wel lukken denk ik, in het nummer in het najaar van de nieuwsbrief. Ik had hierover ook al een contact met een reünist die in Noorwegen woont. Het valt op dat reünisten die in het buitenland wonen veel belangstelling hebben voor de Reünistenbrief.
In deze brief staat het levensverhaal van Jaap Vermaat, een jaargenoot van mij. Boeiend verhaal dat veel oude herinneringen bij mij naar boven bracht. De familie Struijs heeft een prachtige vergelijking gemaakt van twee tijdperken bij SSR-W. Het levensverhaal van Terese Gasser is ook zeer lezenswaard. Een aantal van de oudere reünisten vraagt zich wel eens af wat voor club SSR-W geworden is. Vandaar dat ik aan Auke Loonen, de Vicevoorzitter heb gevraagd de statuten op te sturen. De artikelen over het doel van de vereniging worden in dit nummer afgedrukt. In de 8e Lustrumalmanak staat de geschiedenis van SSR-W ook uitvoerig beschreven. Neem en lees. De Almanak was op de reünistendag te koop voor € 12,50. Geen geld zou ik zeggen. Verder staan in dit nummer weer de gebruikelijke artikelen, onder meer het bericht van de Vicevoorzitter over SSR-W. Veel leesplezier en een hartelijke groet van Lourens Touwen (1950).
[email protected], tel 0592-310413
Als het gaat lukken jongere reünisten aan het schrijven te krijgen, moet er wel naar gestreefd worden om de Reünistenbrief ook onder de aandacht van de leden te brengen. Dus ruim verspreiden op de pagina
2
Voorjaar 2012
Nieuwe reünisten
Jaap Buitink (1967) Klaas Dozeman (2002) Marlinde Doorn (2000) van Nieuwkoop (1980) Helma Krekels (1993) Gert Nieuwhof (1980) Otto Ganguli (1997) Pieter Smidt (1968) Rolf Luyendijk (1983) Rutger Boonstra (2002) Costigan-Dijkstra (1985) Jan Wieringa (1979)
Jiska Brinkman Jogchum van de Vegt Karin ter Sluijssen Marianne van de Mark Hans Roelofsen Maarten Ligtenberg Kasper Janssen Renee Lokerse-Linssen
Overleden reünisten Johan Gehrels (1949)
Adres onbekend
Mulder (1940) Wiersma (1969) Hout, van der (1973) Geervliet (1975) Rijk (1983) van Kouwen (1984) van Bohemen (1985) de Lange (1985) Bouwknegt (1987) Akkermans (1988) van Es (1988) van der Wee (1989) van Breugel (1991) A.J.M. de Ruijter (1996) Aad van Oosten (1954) Frank Janssen (1991) P.A.J.W. de Wit (1985) Stefan Mellema (1993) Jan Born (1953) Erik van der Hoofd (1992) Evelien Stilma (1997) Guido Voets (2001) Hendrik-Jan Jansen (1968) Henri Rusman (1997) Hendrik Hogendoorn (1968) pagina
3
Voorjaar 2012
Auke Loonen
Wel en Wee van SSR-W
cantus, een 1000 liter gratis bier feest, een ledenfeest en een dispuutsactiviteit. Een meer uitzonderlijke activiteit die we ondernomen hebben, is een slagroomtaartgevecht op de markt. Hier hebben tig leden zich uitgeleefd met slagroomtaarten en zo is het lustrum van SSR-W op een ludieke manier onder de aandacht gebracht. Ook de almanakuitreiking vindt niet jaarlijks plaats, dus deze is het noemen zeker waard. Vijf enthousiaste leden hebben anderhalf jaar gewerkt aan het in elkaar zetten van dit prachtboek en het resultaat mag er zijn! Bijna volledig in kleur met een donkerrode linnen kaft met gouden opdruk: ‘Fenestra Aurea’. Het lijkt misschien overbodig, maar ik wil toch even kort aanstippen dat ik ontzettend heb genoten van de reünie. Het was voor mij een hectische, drukke, zonnige en bovenal gezellige dag. Volgens mij heeft iedereen zich prima vermaakt en een mooie dag beleefd: missie geslaagd zou ik zeggen. Naast deze activiteiten zijn we ook een avond gaan skiën in het Duitse Bottrop. Voor de één was dit wat gemakkelijker dan voor de ander, maar uiteindelijk hebben we een mooie avond beleefd met zijn allen. Als spetterende afsluiter was daar natuurlijk het gala, waar menigeen van u ook aanwezig was. Met 250 leden, reünisten en dates zijn we afgereisd
Door Auke Loonen, Vicevoorzitter Beste reünisten,
Het is alweer een half jaar geleden dat ik u via deze weg te woord heb gestaan. Ondertussen is er natuurlijk van alles gebeurd en ik houd u via deze weg graag op de hoogte. Zowel op het gebied van de vereniging als op het gebied van activiteiten rondom jullie heeft het bestuur niet stil gezeten. Allereerst zal ik uitweiden over het wel en wee van onze mooie vereniging. Zoals u in de vorige nieuwsbrief heeft kunnen lezen, heeft SSR-W in maart en april haar 16e lustrum mogen vieren. Het begon allemaal met de openingsBAV. Ons was meegegeven hier een feestje van te maken, dus we hebben slingers en ballonnen opgehangen en we zijn in omgekeerd protocol achter de tafel gaan zitten. Dit laatste betekent dat de Commissaris Mensa de vergadering voorzat en dat ondergetekende de functie van Commissaris Sociëteit vervulde. Wat een genot om eens een keer iets anders te doen tijdens zo’n vergadering. Tijdens het lustrum kwamen vele activiteiten aan bod. Dit waren activiteiten die vaker tijdens een dies terugkeren, zoals een bierpagina
4
Voorjaar 2012
Auke Loonen
naar het Amsterdamse Odeon en hebben er daar een avond met cachet van gemaakt. Ik spreek namens het gehele bestuur als ik zeg dat ik hartstikke trots ben op het vele werk wat de lustrumcommissie, de almanakcommissie en de galacommissie verzet hebben.
ideeën genoeg, dus hopelijk hoort u hier in de volgende nieuwsbrief meer over. Rest mij niets meer dan u een hele mooie zomer te wensen en in de volgende brief schrijft mijn opvolger een update vanuit SSR-W.
Een aantal weken na het lustrum vond het eerste jaarcommissarissendiner plaats. Jaarcommissarissen zijn een belangrijke schakel tussen het bestuur van SSR-W en de reünisten, dus wilden wij hen graag op deze manier bedanken. Er was een goede opkomst en de kookgilde heeft een heerlijk drie gangendiner voor ons neergezet. Deze avond hebben we gediscussieerd over het belang van jaarcommissarissen en de tactiek besproken die iedereen toepast. Al met al was het een erg gezellige avond. Natuurlijk staan er ook weer activiteiten voor de deur. Zo vindt op 8 juni de laatste reünistenborrel van dit jaar plaats. Als je het belangrijk vindt dat deze borrels plaats blijven vinden, kom dan vooral langs. Bij een slechte opkomst worden deze borrels namelijk afgeschaft. Mijn opvolger zal dan onderzoeken of er een andere invulling mogelijk is voor de reünistenborrels. Ideeën hierover zijn natuurlijk altijd welkom. Als afsluiter zal het bestuur nog een voorstel doen voor een uitgave uit het reünistenfonds. Er zijn pagina
5
Voorjaar 2012
Jan Vermaat
Van dingen die je bij blijven
werden gehaald. Ook “ mijn vriend” Jaap West*) die tijdens de mobilisatie vaak bij ons kwam en die later met een vriend onderduik kwam vragen. Zelf wilde hij niet, want hij was met een niet-joodse getrouwd. Ik hoor nog mijn moeder zeggen “Joh Jaap, blijf bij ons, want ze komen je oppakken”. (Ik zat in de kamer, dus mondje dicht en oren open!). Pas zo´n veertig jaar later kwam ik te weten dat hij ergens in het Oosten is omgekomen; doodgewerkt.
Door: Jan Vermaat (1950)
Lourens Touwen vroeg of ik eens wat wilde opschrijven. Zo´n vriendelijk verzoek - en nog wel van de allereerste jaargenoot die ik ontmoette voor de groentijd begon kun je moeilijk weigeren. Het ontaardt al spoedig in een “ik” verhaal. HOEVELAKEN Geboren in Hoevelaken, waar mijn ouders een manufacturenzaak hadden geopend. Afkomstig uit Maasland en kerkelijk gereformeerd. In Hoevelaken was de NH kerk niet met de Doleantie meegegaan: de dominee, die dat in Amersfoort wel deed, was twee jaar daarvoor van Hoevelaken naar Amersfoort gegaan. Zo fietsen wij op zondag tegen het kerkvolk in. Niet verstandig voor een zaak, maar wij hebben zo onze beginselen. En geschaad heeft het niet.
WAGENINGEN Eindexamen, wat nu? In de vakantie was ik bij een vriend, die ging loonwerken. Zo kwam Wageningen in beeld (hoogmoed?). Scheikunde leek me wel wat (een geweldige leraar op de HBS), maar kon het financieel wel? De winkel ongeveer leeg, de toekomst onzeker (Korea begon in 1950), er zal zeker thuis veel over gesproken zijn. Dus weer getest (dat was in 1945 ook gedaan, in Amsterdam, met pa op de fiets). Het advies: “geen scheikunde, maar economie; want geen geduld om een jaar of zo met één onderwerp bezig te zijn”. Meer een figuur als de circusartiest met zijn schoteltjes draaiend op stokjes. Nog niet direct overtuigd, trof het al tijdens propjes colleges van prof. Thurlings te moeten volgen. Geweldig!
Zo groeide ik op als “culturele minderheid” : de taal, de regels (hoe haatte ik bedtijd; de buurkinderen speelden nog lang buiten). En de innovaties op kledinggebied: het slobpak, de matrozenkraag, de rijbroek en de aanstootgevende plusfour. Al die aandacht heeft niet mijn zelfverzekerdheid bevorderd. In de bus uit school in Harderwijk terug naar huis las ik van Bomans “Steeds gering van jezelf te denken is de ellendigste vorm van hoogmoed”. Maar ja, je zit er wel mee. Wat natuurlijk ook blijvend indruk heeft gemaakt zijn de evacuatie mei 1940 en de bevrijding 1945.Ik zie nog steeds hoe de lichamen van de overburen uit het puin pagina
Mijn bijdrage aan SSR bleef klein; geen geld voor de kroeg. Ook gelukkig geen bestuursfunctie (dat hebben later onze zonen Jan en Arend ruimschoots goedgemaakt). Begonnen als “klooienpreses” en geëindigd op de schoorsteenmantel; beide keren moeten speechen! Tegen het inge-
6
Voorjaar 2012
Jan Vermaat
nieurs opnieuw de vraag: “Wat nu?” Ik maakte me zorgen: anderen kregen uitnodigingen, maar mijn brievenbus bleef leeg. Troost gaf ook niet, dat ik eerst in dienst moest. Die anderen moesten dat ook….. Prof Hofstee had mij bestemd voor de Ned. CBTB (Christelijke Boeren – en Tuinders Bond)
tionaris personeelszaken). De ervaring kwam later goed van pas, toen mijn secretaresse vaak ziek uitviel. DEN HAAG De CBTB moest boeren en tuinders gaan voorlichten op sociaal gebied. Vooral de kleine bedrijven **) zouden geen toekomst hebben, maar dat kon de overheid zelf niet gaan zeggen. Dat moest in vertrouwde kring. In de Eerste Kamer had een PvdA-lid aan minister Mansholt gevraagd, of het niet beter was bedrijven als in Oost-Europa te vormen, onder leiding van lb. Ir. De minister was het daar wel mee eens, maar hij kon er geen meerderheid voor krijgen. Geen wonder, dat de minister er bij de kleine boeren niet al te best op stond. De Rijksdienst vond het niet leuk; er was al wat concurrentie van de voederleveranciers en nu ook de organisaties. Daarom werd ons verboden, individuele voorlichting te geven. (Later gaf een nieuwe directeur-generaal ons wel die kans). Allemaal nog weinig concreet. Er werden grapjes gemaakt over ons als “sociale oplichters”, maar het was niet kwaad bedoeld. Op ons rustte dus de taak om er ook wat van te maken. Ieder jaar mochten we wel iemand extra aanstellen. Zo groeide de club: Gijsbers, Dijkstra, Papma, Prillevitz, Bukman en anderen (drie daarvan waren oud-lid van SSR Wageningen), bijgestaan door Jan de Koning als adviseur. Hij werkte bij het Sociologisch Instituut van het Convent, vooral bezig met het uitdokteren waar een school voor
DE WITTENBERG Maar ik moest wel eerst in dienst. Diny en ik waren al een paar jaar verloofd; dus zijn we toen getrouwd (en ik ben nog steeds op haar verliefd). Bij de selectie heb ik veel nadruk gelegd op mijn lastige kwaal (migraine). Daar had men er kennelijk begrip voor, maar dat kon ik niet weten. Na de basisopleiding moest ik naar de opleiding voor wachtmeester. De commandant deelde desgevraagd mee dat ik bestemd was voor soldaat-schrijver bij de dominee (plus een jeep!). Maar hij vond een ir die soldaat bleef, dat kon niet. De telefoon naar Den Haag had roodgloeiend gestaan. Later hebben ze nog geprobeerd mij naar Middelburg te sturen om opgeleid te worden tot administrateur. Ook afkeuren werd in gang gezet: langs de psychiater (“ik keur je niet af; ik heb zelf ook migraine; als je ouder wordt gaat het over”) en de neurologen. (“Ha fijn , een vent die zijn symptomen kan vertellen en niet zo´n boerenlul, die het over pijn in zijn kop heeft”). Toen een collega voor zijn korporaals zakte, mocht ik naar Kampen. Opgeleid tot wachtmeester S1 (funcpagina
7
Voorjaar 2012
Jan Vermaat
christelijk voortgezet onderwijs gesticht zou kunnen worden. Als leermeester heb ik van hem erg veel geleerd.
UTRECHT/GENEVE Ontwikkelingshulp zat toen in de lucht. Voor ik het besefte was ik betrokken bij de Novib, de pas opgerichte SNV (Stichting Nederlandse Vrijwilligers), idem ICCO (Interkerkelijke Coördinatie Commissie Ontwikkelingshulp, door prof Joh. Verkuyl opgericht; anders kregen de R.K. paters alle geld van het ministerie…) en via de Zending bij de commissie van Baarn en Oegstgeest. Apart noem ik de Dienst over Grenzen, waar ik wel twintig jaar mee heb samengewerkt, om uit te zenden jongelui te selecteren. De uitnodiging om bij het ADB (Algemeen Diaconaal Bureau van de Gerefomeerde Kerken) te komen werken speciaal voor de agrarische projecten leek me wel wat. Kantoor in Utrecht. De mooiste herinnering is wat Joop Neve in Doctorwala (Pakistan) heeft gedaan. Hij werd tijdelijk geplaatst bij een christelijk dorp, waar een tractor het middel zou zijn om twee oogsten per jaar mogelijk te maken. Het tijdig ploegen was het knelpunt, want deze boeren hadden vaak zelfs geen ossen. De omgeving en zeker de grote boeren wilden niet vaak hun trekkracht verhuren. Minderheden worden vaak achtergesteld. Joop heeft een soort credietstelsel ingevoerd. Dat hield in dat je wel zaaizaad of kunstmest bij hem kon lenen, maar eerst tien procent moest betalen. Dat was iets bijzonders! Maar het liep.
Via een contact met mevr. Kohlbrugge van de Generale Diakonale Raad kwam het verzoek om te helpen koeien aan vluchtelingen in Viglia te schenken. Die mensen kwamen uit Kazakstan, maar in 1917 uit Noord –Turkije gevlucht, na te zijn bevrijd door de russen. Postische Grieken, dat weten we uit de Handelingen. Het voorstel zat als bijlage 21 bij de bestuursagenda. Het heeft zeker geholpen dat Willem de Feijter – voorzitter van de CBTB-Ijsselmeerpolders – een warm pleidooi hield voor het voorstel. Het is ook een mooie actie geweest. Toen er snel geld genoeg bij elkaar was kon een wagon naar Griekenland. We kregen hulp van de directeur van de veestallen, de heer Verburg (zoon van de eerste voorzitter van de Utrechtse CBTB). Verder verleenden de firma Schaap (de aankoop) en Schenker&Co (het transport) gratis hun diensten. De koeien en de treinkaartjes moesten natuurlijk wel betaald worden. Toen we een en ander hadden geregeld, kreeg ik de vraag om zelf mee te gaan. In de goederenwagen op het stro met twee stieren en twaalf drachtige vaarzen en een kalfje. Daar zag ik erg tegenop. Gelukkig kwam via de CJBTB (de jongeren organisatie van de CBTB) Hans Bonestro uit Nunspeet te hulp. Hij had wel verstand van afkalven; ik helemaal niet. Die tien dagen onderweg is wel een andere wereld. Ook de inwijding door de aartsbisschop van Preveza was iets aparts.
pagina
We verhuisden naar Driebergen. Maar ik kon het niet langer dan drie jaar volhouden: te zwaar. Dat bleek ook uit de analyse die prof. Van Zutphen heeft gemaakt “gemiddeld elf uur per dag (inclusief de
8
Voorjaar 2012
Jan Vermaat
zondagen), thee en pispauzes niet meegeteld”. Een voorstel om een medewerker aan te trekken haalde het niet bij het alg, secretariaat van de Synode. Diny heeft toen een heel hartig woordje tegen mij gesproken (de enige keer dat dit gebeurde!) Dus besloot ik te gaan solliciteren. OPNIEUW HOEVELAKEN Bij het CPS (Christelijk Pedagogisch Studiecentrum) was de functie van afdelings directeur agrarisch. onderwijs vacant geworden. Ik kende degene die vertrok, Ad Leeuwis. Hij vond mij wel geschikt, want het werk kreeg een wat ander karakter, meer organiseren en minder pedagogiek. Samen met de collega´s van het APS (Algemeen Pedagogisch Centrum) en het KPC (Katholiek Pedagogisch Centrum) zorgden we voor de vakcommissies en de bijscholing. Het CSMLO (Christelijk Studiecentrum Middelbaar Landbouw Onderwijs (Christelijk middelbaar tuinbouwonderwijs bestond niet in Nederland)) had voor het christelijk middelbaar onderwijs een leerplan gemaakt, waarin veel zelfwerkzaamheid van de leerlingen was opgenomen. Lesgeven was geen probleem, maar dit werd iets ingewikkelder. Dus de deskundigen er bijgehaald ( het NPI te Zeist, NPI staat voor Nederlands Pedagogisch Instituut, opgericht door prof Lievegoed, op antroposofische basis) daar zijn diverse activiteiten uit voortgekomen.
overeind te blijven – kregen de wind mee. Met name de aandacht die ze aan de leerlingen gaven, werd bekend. Leerlingen, die het in het AVO (Algemeen Vormend Onderwijs, liever spreek ik van voortgezet onderwijs) niet goed deden, kwamen nogal eens op het AO( Agr. Onderwijs) terecht. Ook kwam “groen” in de mode. Die groei plaatste de directies voor een nieuw probleem. Tot dan was overleg en informatie eenvoudig: de koffiepauze. Maar toen het team zo groot werd dat er twee pauzes na elkaar nodig waren, bleek informeren en overleg wel eens een knelpunt. Het ministerie werd dan ook gevraagd daar eens wat aan te doen. Zodoende hebben we de Leergang Schoolleiders ontwikkeld. Een deelnemer zei me later – hij had geloof ik niet in de gaten dat deze activiteit uit mijn koker kwamdat het de grootse geldverspilling in het AO was. Tot mijn troost heeft de directie van de MAS (Middelbaar Agrarische School) in Emmeloord de methode gebruikt voor hun uitstekende nascholing van ondernemers in heel Nederland . We gebruikten deze werkwijze ook bij teams, waar men problemen ondervond op het gebied van informatie of samenwerking. In de jaren tachtig kwam schaalvergroting in de mode. Een directeur van een heel grote school had al eens gezegd, dat de problemen logaritmisch toenemen met de schaalgrootte. Voorstander van “small is beautiful” was ik al.
Het Agrarisch onderwijs had barre tijden achter de rug. Twee op de drie scholen waren gesloten (“gesaneerd”). Maar juist rond 1970 kwam er een ommekeer. De scholen – die hun uiterste best deden om pagina
In de Adviesgroep APVO-2 (Adviesgroep Projecten Voortgezet Onderwijs 2e fase) mocht ik meedoen om O&W en Landbouw te adviseren ten aanzien van de
9
Voorjaar 2012
Jan Vermaat
toekomstige inrichting. Voor zover ik kan nagaan vielen onze adviezen in de smaak.
wat tegenop. Was het morgen maar vast de ‘Jongste Dag`!
Het ministerie ging de lerarenopleiding concentreren. Daartoe werd de Stoas (Stichting tot ontwikkeling van agrarische ontwikkeling en scholing) opgericht. De bijscholing zou daar ook een deel van gaan uitmaken. Voor ons betekende dat een niet onbelangrijk deel van het werk overdragen. De vertegenwoordigers van de lerarenorganisaties waren daar niet voor, maar ik probeer mij – vanwege eigen belangen – niet te verzetten als er iets van je wordt gevraagd. “Navolging in de praktijk?” Dat had ook gespeeld toen het CPS (Christelijk Pedagogisch Studiecentrum) werd geherstructureerd. Ik verdween daardoor uit de directie.. Overigens, omdat wij onder Landbouw vielen, bleef onze zelfstandigheid redelijk in stand. Een benoeming als inspecteur – waar algemeen werd gezegd, dat ik dat zou worden – liep ik mis; nou ja, dat was ik al wel gewend. Toen de mogelijkheid van de vut, in mijn geval de dop (doorstroming onderwijs) zich voordeed, kwam Barto Piersma mijn taak overnemen.
Ik eindig met S.D.G. (zoals Bach dat altijd deed).
Toen kwam er tijd voor klassen, bezigheden en hobbies.***). Kerkenraad , Diaconie, beheer het boekje en mijn orgel etc. “Pa u hebt toch een mooi leven gehad” zei zoon Bert. En dat is ook zo. Ik voel me een rijk gezegend mens. Wat zal de toekomst zijn? Ik ben benieuwd naar de Nieuwe Hemel en Aarde (in de n´de dimensie, zoals ik bij wiskunde leerde) dat moet geweldig zijn, maar eerst de afbraak van dit aardse lichaam; daar zie ik wel pagina
10
Voorjaar 2012
JC Veuve Amiot
Oh, Oh Veuve Amiot!
werd je in je eerste jaar meestal nog geen lid van. Jaarclubs gaven naast commissies en andere clubjes een extra band met de vereniging. Wij zijn ook vrijwel allemaal lid gebleven tot aan ons afstuderen. Maar ja, wat deden we eigenlijk als jaarclub? Ik kan me vooral veel etentjes herinneren: erwtensoep met pannenkoeken op de Haarweg, een kerstdiner op drie verschillende verdiepingen van Hoevestein en een diner op de Dijkgraaf. In het trappenhuis omdat we met zoveel waren en er geen plek in de keuken was. En we aten natuurlijk veel in de mensa op de kroeg. In ons tweede jaar waren we hulpjes in de keuken: De Gillende Keukenmeiden stond er op ons schort. Veel lol hadden we en we zongen uit volle borst tijdens het werk. Niet altijd tot genoegen van de mensagangers, die ons door het luik vroegen of het wat zachter kon. Niet zo gek, als je bedenkt dat “Brandend maagzuur en een vreselijke kramp” van Rubberen Robbie tot ons repertoire behoorde. Verder gingen we elk jaar wel een keer of twee op weekend: op de fiets, met de SSR-bus of met de trein. Legendarisch is het kampeerweekend in Oosterbeek, waar we met zijn allen in een gammele bungalowtent sliepen. Zo’n tent bestaat uit wel erg veel stokken en voor we dat uitgevogeld hadden… Toen de tent eindelijk stond, bleek er een stok te missen en de deur alleen dicht te gaan met een hele rits veiligheidsspelden. Na ons afstuderen om en nabij 1993 zijn we elkaar blijven zien en gaan we nog ieder jaar in september met elkaar op weekend. Twee dames wonen nu in het buitenland en als ze hier zijn op familiebezoek,
Marianne Renkema (1987)
In de Bennekomse bossen is een bankje gesignaleerd met, op een zilverkleurige plaatje, de raadselachtige tekst: De dames v.d. jaarclub v.a. ssr-Wageningen 19872007 mdeinhamcmdseacq. Ik zal het mysterie onthullen: Het bankje is daar neergezet in 2008 ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de damesjaarclub 'Veuve Amiot'. In september 1987 werd deze jaarclub opgericht onder de naam Saksia. We begonnen met zijn twaalven, maar na een jaar vertrok een van ons om een andere studie te volgen. In dezelfde tijd kwamen er zeven dames bij en zijn we met achttien vrouw sterk onder een nieuwe naam verder gegaan als Veuve Amiot. In 1987 waren we de eerste jaarclub die
opgericht was, daarna volgden nog twee herenjaarclubs (He en Mie) en een gemengde jaarclub. Enige rivaliteit bestond er tussen de jaarclubs, vooral over wie nu de eerste was. De leukste dat waren wij zonder twijfel! In elk geval was het fenomeen jaarclubs nieuw voor SSR. In die tijd waren er alleen disputen, maar daar pagina
11
Voorjaar 2012
JC Veuve Amiot
wordt iedereen opgetrommeld voor, jawel, een etentje of picknick. In 2007 wilden we iets bijzonders doen en besloten we een bankje te laten plaatsen. We hebben toen in het jaarclubweekend een sponsorwandeling gelopen om geld voor het bankje in te zamelen, maar ik geloof dat de meesten vooral elkaar gesponsord hebben. In augustus 2008 is het bankje feestelijk ingewijd met een fles Veuve Amiot door enkele jaarclubleden en hun gezinnen.
Rest mij nog de letterbrij op het plaatje te verklaren. Dit zijn de eerste letters van onze voornamen: Margo, Dominique, Emma, Ilona, Nancy, Hester, Anna Mariek, Marianne, Carianne, Marijke, Dieuke, Saskia, Elise, Anjo, Christa en Quinta. Niet genoemd, maar ooit wel lid van de club, zijn Caroline en Olga. Ik ben erg benieuwd of het fenomeen jaarclubs nog steeds bestaat, maar ook of er ooit jaarclubs hebben bestaan voor onze tijd. Wie werpt zich op om hierover in de volgende reünistenbrief een verhaal te schrijven? Brut! Marianne Renkema, namens jaarclub Veuve Amiot Oosterbeek, maart 2012
pagina
12
Voorjaar 2012
Hans Roelofsen
Nieuwe reünist Door
Hans
Roelofsen
(2004)
Toen mijn vrouw recentelijk werd uitgenodigd voor de aankomende lustrum reünie en vroeg of ik ook mee ging, leek me dat inderdaad een prima gelegenheid om weer eens naar de kroeg te gaan en bij te praten met een hoop vrienden en bekenden. Ik realiseerde me ook dat ik geen uitnodiging had ontvangen, wat volgens mij betekent dat ik nog geen reünist ben en dus niet tot de doelgroep van de reünie behoor. Een discrepantie tussen mijn status als lid van de vereniging en hoe ik me voel ten opzichte van de vereniging en de sociëteit werd zichtbaar. Ik zie de kroeg namelijk als bolwerk van prachtige herinneringen en oorsprong van veel bijzondere relaties en avonturen in plaats van dagelijks trefpunt van vrienden zoals men van een actief lid mag verwachten. Het feit dat ik actief betrokken was bij de organisatie van de vorige reünie illustreert wellicht ook dat ik al een tijdje meeloop binnen SSR-W en dat het tijd is om te denken over hoe dit verder moet.
en later als voorzitter de muziek met TenK en heb altijd met plezier achter de bar gestaan. Met de AID Commissie 2006 deed ik voor het eerst ervaring op met samenwerken, organiseren en regelen. Het meest roemruchte Dispuut Hoi Hoplitai werd bepalend voor mijn verenigingscarrière en was de plek waar ik de meeste vrienden en mooie momenten heb opgedaan. Veel daarvan speelden zich natuurlijk buiten de kroeg af, maar om vier uur 's nachts door de kroeg dwalen tijdens een lange vergadering waren altijd bijzondere momenten. Als Archegos van het Dispuut had ik regelmatig de eer om het Dispuut
Vandaar deze brief. Ik kijk terug op een zeer geslaagde tijd binnen SSR-W. Helaas duurde die tijd een jaar korter dan mogelijk was, omdat ik me pas in mijn tweede jaar had opgegeven voor de VIT. Iets waarvan ik spijt had zodra ik door had hoezeer ik me zou vermaken op de kroeg. Volgens mij kwam ik dagelijks op de kroeg. Het EB vulde behoorlijk wat avonden tijdens mijn eerste jaar, ik leerde de gevaren en geneugten van gratis bier kennen in Delft, verzorgde eerst als DJ pagina
13
Voorjaar 2012
Hans Roelofsen
te vertegenwoordigen op de kroeg, wat ik altijd met veel plezier deed. Bij de organisatie van de eerste Dispuutsavonden op de kroeg was ik actief betrokken en volgens mij zijn dit nog steeds prima avonden. Ik had het genoegen om snel mijn intrek te nemen in het eerste en enige verenigingshuis van SSR-W: het Scheve Huis. Dit bleek een prima uitvalsbasis voor nog vele trips naar de kroeg, bij voorkeur samen met mijn huisgenoten. De route vanaf Sela naar huis kende ik uiteindelijk zo goed, dat ik 'm zelfs in de meest beschonken toestand altijd veilig heb afgelegd.
pen om het makkelijker te maken voor oud-leden om reünist te worden. Een van de redenen om ViVo te worden was dat ik me dan kan bezig houden met het archief; wat ik dan ook veel en met plezier heb gedaan. Met de rond die tijd pas gevormde Archief Commissie hebben we geïnventariseerd welke archiefstukken hoe lang bewaard dienden te worden en met deze richtlijnen zijn we begonnen met het archief opschonen, sorteren en opruimen. Daarnaast heb ik geprobeerd om recent materiaal zo goed en duidelijk mogelijk te archiveren. Een bonus was de post van SSR-Leiden die net was binnengekomen toen ik als ViVO begon. Hierin zat een ware schat: al het SSR-W materiaal uit hun archief zoals een hele serie constitutiekaartjes, correspondentie, verslagen en notulen uit de periode 1920-1960.
Mijn jaar als Vicevoorzitter was het hoogtepunt van mijn tijd op SSR-W. Ik vond het een genot om zoveel tijd op de vereniging door te brengen en de status als bestuurder betekende dat ik alle andere non-SSR-W activiteiten legitiem kon afzeggen. Omdat ik na slechts twee jaar op de vereniging bestuurder werd, merkte ik al snel dat er nog een hoop te leren viel over hoe de vereniging werkt. Dit zorgde er voor dat ik me een gezonde dosis enthousiasme en naïviteit naar dingen keek, maar leidde regelmatig ook tot verschillen van inzicht met medebestuurders. Ik ben trots op wat we bereikt hebben dat jaar: de oude DoKa werd verbouwd tot AIDCie-zaal, we zagen de grootste SSR-W reünie ooit, de zevende almanak werd uitgebracht en de sociëteit werd brandveilig gemaakt. Zelf heb ik veel tijd besteed aan het opnieuw inrichten van de ledenadministratie en aan uren speurwerk op internet en in het KLV register om de vele ontbrekende adressen van reünisten te achterhalen. Wellicht behandelt het parlement nog wel eens reünistaanvragen op een speciaal formulier; deze heb ik in mijn bestuursjaar ontworpagina 14
Het archief is altijd mijn favoriete plek van de vereniging geweest. Altijd ontdek ik er wat nieuws en alle foto's, brieven, boeken, kaartjes en andere stukken recreëren een beeld van onze vereniging zoals die er 10, 20 30 of 50 jaar geleden uitzag. Het fascineert me om te zien wat er in de loop van de tijd is veranderd en hoe dingen van toen nu nog precies hetzelfde zijn. Bovendien zijn met kennis van ons verleden veel huidige discussies en de organisatie van onze vereniging beter te begrijpen. Dit was ook mijn doelstelling toen ik het eerste VIT geschiedeniscollege gaf. Ik heb altijd gevonden dat SSR-W er goed aan zou doen om meer aandacht te besteden aan de traditionele, studentikoze aspecten van het verenigingsleven. Studentenverenigingen missen een bindend element zoals sportverenigingen dat wel hebben. In plaats daarvan hebben we tra-
Voorjaar 2012
Hans Roelofsen
dities, een introductietijd en gezamenlijke symbolen die een gevoel van samenhorigheid creëren tussen de leden. Door hier aandacht aan te besteden creëren we volgens mij actieve en betrokken leden met passie voor de vereniging. De kracht van SSR-W is dat we hierin niet doorslaan naar het dichtgetikte niveau van onze vrienden aan de overkant. Gelukkig is het niet meer aan mij om hier besluiten over te nemen, maar ik hoop wel dat ik heb met mijn activiteiten op de kroeg hieraan heb bijgedragen.
Column: Wikipedia
Door: Wouter Lubberts (1999) Het is maar dat je het even weet; tot 1954 heeft er in het centrum van het Gelderse dorpje Groessen een waterpomp gestaan. Omdat er in dat jaar een waterleiding is aangelegd, heeft de pomp haar functie verloren en is men op den duur maar overgegaan tot het weghalen van de pomp. Op de wikipedia pagina die ons over deze gebeurtenis informeert, staat verder nog geschreven dat er in 1990 een replica van de pomp is aangeboden en geplaatst door de lokale carnavalsvereniging.
Tegenwoordig zie ik Sela vooral tijdens het hardlopen, waar ik afgelopen weken aangenaam verast werd door de verbeteringen aan de voorgevel. Mijn complimenten aan verantwoordelijken hiervoor. Zulke mooie initiatieven geven me vertrouwen dat de vereniging in goede handen is bij de huidige en komende generaties leden en dat ik met een gerust hart afscheid kan nemen. Bij dezen verzoek ik het parlement dan ook om me tot reünist te benoemen. Dan hoop ik de uitnodiging voor de reünie snel te mogen ontvangen.
De opsteller van deze Wikipedia pagina is Gijs. Een goede kennis van me en tevens, zo kwam ik daar laatst achter, één van de vele anonieme mensen die bijdraagt aan het opleveren van informatie die onder de vlag van wikipedia gratis en voor iedereen toegankelijk wordt aangeboden. Gijs heeft zijn research gedaan. In zijn vrije weekend is hij naar de bibliotheek in Groessen gegaan, bij mensen langs geweest en heeft ook nog de moeite genomen om de bewuste pomp te fotograferen. Toen Gijs bij zijn afbeelding koos voor het onderschrift ‘dorpspomp Groessen’, begonnen binnen een half uur verschillende wikipedianen zich te roeren. Door zijn onderschrift zou men kunnen denken dat hier de originele dorpspomp van Groessen stond afgebeeld, terwijl het feitelijk om de replica ging. Deze anonieme meedenkers zijn mensen die Gijs niet kent, niet sec geïnteresseerd zijn in dorpspompen of in het dorpje Groessen, en niet betaald of aangesteld zijn voor hun ongevraagde peer
Met amicale groet, Hans Roelofsen
pagina
15
Voorjaar 2012
Wouter Lubberts
reviews. Het is één van de vele manieren waarop mensen zich inzetten voor Wikipedia. Anderen hebben zichzelf toegelegd op het ongedaan maken van acties van zgn. trolls, i.e. mensen die plezier halen uit het verwijderen van,- of aanbrengen van foutieve wijzigingen in Wikipedia pagina’s. Door het ontwikkelen van bepaalde applicaties kunnen deze wijzigingen of verwijderingen binnen mum van tijd opgespoord en ongedaan gemaakt worden. Wederom zijn deze ontwikkelaars mensen die hier niet betaald voor worden of gevraagd zijn dit werk te verrichten.
heid gelijkwaardig is aan de Britse Encyclopedie Brittanica. Dat een dergelijke hoogwaardige dienst gebaseerd is op de vrijblijvende en vrijwillige inzet van mensen die ongestuurd en ongeorganiseerd met elkaar samenwerken, zou volgens heersende economische en bedrijfsorganisatorische paradigma’s gedoemd zijn te mislukken. Wikipedia is daarmee ook een hoopgevend antwoord op het toenemende cynisme over de slag- en daadkracht van de mens binnen het huidige economische systeem. Grote woorden en grote conclusies die even in sneltreinvaart gemaakt worden. Gemaakt ‘moeten’ worden. Mijn column had ik namelijk gisteren al bij de redactie van de reünistenbrief in moeten dienen. Hoewel ik een hekel heb aan het woord ‘passie’ vanwege het gemak waarmee mensen zich met die term bedienen, dekt het toch het beste de lading als ik mijn gevoel ten aanzien van schrijven zou moeten duiden. De afgelopen twee jaar is echter gebleken dat het mij minder goed ligt om die passie op afroep te uiten. Dit zal dan ook mijn laatste column zijn en ik verzoek eenieder die zich geroepen voelt om het stokje over te nemen en zich belangeloos in te zetten voor ons collectief goed: de reünistenbrief.
Wat de beweegredenen van wikipedianen dan wel zijn om zich zo belangeloos in te zetten voor een collectief goed als informatie is me nog steeds niet helemaal duidelijk. Credits zijn er namelijk niet te vergeven op Wikipedia. Nadat je in je vrije avonden je best hebt gedaan een goed, op feiten gebaseerd, stukje tekst te plaatsen over één of ander onderwerp, is het niet mogelijk je naam en foto bij de betreffende pagina te plaatsen. En ook verschaft je inzet geen bepaalde intellectuele autoriteit op een bepaald onderwerp. Zo heeft de directeur van het rijksmuseum evenveel te zeggen over de inhoud van de Wikipedia pagina over Vincent van Gogh als ieder ander. Daarmee is Wikipedia niet alleen een bijzonder fenomeen maar ook een bron van inspiratie. Wikipedia wordt gelezen door 365 miljoen mensen, en een studie van het Wetenschappelijk Tijdschrift Nature heeft aangetoond dat de inhoud van Wikipedia pagina’s qua betrouwbaarpagina
Wouter Lubberts
16
Voorjaar 2012
Jeremy van Baalen
Even iets anders
Toen ik dus opgebeld werd door die eerstejaars (die dus iets nodig had) zag ik op mijn display een foto van de desbetreffende eerstejaars. Ze deed alsof ze aan het bellen was. Ik heb namelijk van bijna al mijn contacten een foto waarop ze aan het bellen zijn, zodat als ik opneem ik ze ook echt zie bellen. Eén van de schier oneindige mogelijkheden van een smartphone. Ja, uiteraard een iPhone. Voor minder doe ik het echt niet. Jeetje wat een prachtig spul maakt Apple toch! Een paar weken geleden voor het eerst in de Applestore geweest in Amsterdam. Prachtig. Wat een spul. Wat een technologie. Wat een hebbedingetjes. (schrijf je dat zo?)
Door: Jeremy van Baalen, (2007) Vandaag werd ik opgebeld door een eerstejaars. Over de aard van het gesprek zal ik niet veel prijsgeven. De meeste telefoongesprekken die ik dit jaar als bestuurder voer, gaan eigenlijk vooral over leden die iets nodig hebben. Of natuurlijk als ik iets nodig heb van leden. Gek eigenlijk, hoe afhankelijk mensen zijn van andere mensen. En als ze te veel hulp vragen is het ook niet goed. En als ze alles zelf willen doen is het ook niet goed. En als ze nooit iets terug doen is het ook niet goed. Jeetje, ik dwaal al af na de eerste zin.
Dus, toen ik die foto zag schoot direct de bij mijn dispuut (De Zwevelpin) eerder gevoerde discussie over smartphones door mijn hoofd. Er was niet echt een duidelijk antwoord of het nou een goede of een slechte technologie is, maar het was wel duidelijk dat de frustratie over het beestje ontstaat door de manier waarop mensen ermee omgaan. Van in het midden van een gesprek een sms’je checken tot aan de bar Wordfeut, Whatsapp, Temple Run of de nieuwe hype Draw Something spelen; walgelijk. Maar goed, het is wel fijn om in de trein de snelste weg naar huis op te zoeken als blijkt dat er een aansluiting niet meer rijdt vanwege een storing. Of één van de 1000 mogelijkheden benutten om snel een berichtje te sturen dat je wat later bent naar iemand die met smart op je ligt te wachten. Of snel even op Wikipedia een moeilijk woord opzoeken dat opgedreund wordt door een veel te ijverige en haastige docent microbiologie. pagina
17
Voorjaar 2012
Therese Gasser
Dus, ik pakte mijn telefoon op en stond op het punt om op te nemen. Toen dacht ik terug aan die allereerste keer dat ik mijn vader zag bellen met een mobiele telefoon. Een gigantisch apparaat, inclusief uitschuifantenne en nog een extra klepje aan de onderkant dat ook uitgeklapt moest worden voordat er iets kon gebeuren met het toestel. En dan zo’n beschermhoesje er rond, half van stof, half van doorzichtig plastic en half van elastiek. Al met al kostte het beestje 100 gulden (of waren er al euro’s?). En daar stond hij, midden in de keuken, te bellen met een mobieltje. Zonder snoer! Het eerste wat hij vertelde aan de persoon aan de andere kant van de lijn was dat hij aan het bellen was met een mobiele telefoon. Mijn moeder riep nog “hang op joh! Dat is veel te duur!”. Ik herinner me de tegenstand die de mobiele telefoon in het begin had nog wel. Het was een verandering. Tegenwoordig is een wereld zonder mobiele telefoons bijna ondenkbaar. Sterker nog, de ‘gewone’ mobiele telefoon wordt ook steeds minder gebruikt. T9 wordt ingewisseld voor Swype, sms’jes worden steeds minder verstuurd en hebben plaatsgemaakt voor onboard messengers (veel ‘goedkoper’! {Goedkoper staat tussen haakjes, omdat de abonnementen steeds duurder worden en niemand 45 euro per maand uit KAN geven met een 3310}) en de sociale media zoals facebook en twitter krijgen steeds frequenter een bezoekje; ze passen immers in je broekzak.
Waar Wageningers al niet terecht komen Door: Therese Gasser (1977)
Augustus 1977, mijn eerste kennismaking met SSR-W en met Wageningen. Het begin van 7 veelbewogen jaren! De basis voor een interessante carrière en een grote ommezwaai. De introductietijd bij SSR was een aaneenschakeling van intensieve dagen en lange nachten… het begin van vriendschappen die nog steeds bestaan (met een deel van het jaar 1977 hebben we nog elk jaar een “vriendjesweekend”... inmiddels de jaargenoten natuurlijk aangevuld met aanhang en kinderen). Op “de kroeg” brachten we vele uren door: herinneringen aan legendarische Berenburg-estaffettes, maar ook aan intensieve discussies over of SSR een studentenvereniging moest blijven of een jongerenvereniging moest worden? En wat moest je als jong meisje vinden van de natuurfilms die gedraaid werden op Koninginnedag/ nacht? Van barhulp via barcommissaris naar bargilde, lid van de introductiecommissie Rotor, van Projonsa, en altijd in voor een feest! Pieter (toen mijn vriendje, nu mijn man) was bestuurslid, een goede reden om vaak op SSR te zijn. De tuin liep nog tot aan de Veerstraat, Pieter is er nog steeds trots op dat hij degene is geweest die het achterste deel van de tuin heeft verkocht. Voor een goede prijs, beweert hij…
Ik neem de telefoon op.
pagina
18
Voorjaar 2012
Therese Gasser
Inmiddels studeert onze middelste dochter Marion ook in Wageningen, en is… ook lid van SSR! Is er nou veel veranderd? Ja en nee, natuurlijk. Nee, omdat de verhalen over het leven op Sela ons nog erg bekend voor komen. En ja, want er is natuurlijk toch veel anders geworden.
en in elk geval op langere termijn ook bruikbaarder. Bij mijn afstuderen in 1984 was de werkloosheid groot. Veel sollicitatiebrieven hebben uiteindelijk geleid tot een baan bij de Raad van State, vervolgens bij een adviesbureau in de ruimtelijke ordening en daarna – via het Wageningen-circuit – het ministerie van Landbouw. Het grootste deel van mijn werkzame leven heb ik daar met ontzettend veel plezier gewerkt, als beleidsmedewerker, projectleider en manager op heel verschillende afdelingen.
“Vroeger” hadden we gewoon meneer Berning die kookte, hij draaide gewoon zomaar 240 maaltijden elke dag tijdens de introductietijd! Vroeger waren we uren bezig met brieven en boekjes maken op de stencilmachine. Oei, die lak, dat felle roze, als je fouten had gemaakt. Of de vellen die scheurden als je teveel “kopietjes” wilde maken. Overigens: het woord “stencil” wordt gewoon nog gebruikt op middelbare scholen, geen puber die weet wat een stencil is, maar toch…. En: hoe deden we dat toch zonder internet?
En die lijn had gewoon door kunnen lopen, ware het niet, dat het altijd al heeft “gekriebeld”: als we op vakantie waren en een mooi gebouw zagen, hadden we meteen ideeën hoe we het konden exploiteren. Of als je op cursus was en het was maar zozo qua locatie, dan jeukten mijn handen. En soms waren er natuurlijk inspirerende en prachtige voorbeelden: “wow, zo kan het ook!”
Wat we geleerd hebben in die jaren op de kroeg heeft ons volgens mij ver gebracht; samenwerken, voor jezelf opkomen, nadenken over hoe het met de wereld moet, sponsors organiseren, vergaderen, mensen de deur uitzetten, je grenzen leren kennen, enzenz. Mijns inziens meer dan wat ik in de collegebanken heb geleerd…
Toen we in de 40 waren hebben we tegen elkaar gezegd: “als we echt nog een stap willen maken en iets heel anders willen gaan doen, dan moeten we nu aan de slag gaan”. We hadden het allebei pagina
19
Voorjaar 2012
Therese Gasser
nog erg naar onze zin in onze banen, maar er komt natuurlijk wel een moment dat je denkt: deze reorganisatie, dat heb ik al eerder meegemaakt. Zou ik daar met evenveel enthousiasme in stappen als een paar jaar geleden? Of zou ik een ouwe zeur worden? En waar krijg ik nou echt energie van?
Maar je krijgt er ook zoveel voor terug: veel vrijheid (als het mooi weer is pakken we de ski’s en gaan even voor een paar uurtjes), ontzettend veel interessante en lieve mensen die als gast bij ons komen. Daar krijgen we echt energie van: zien hoe intens mensen genieten van hun vakantie bij ons, zorgen dat ze zich thuis voelen, dat ze echt kunnen ontspannen, heerlijk.
We hebben eerst goed nagedacht over wat we wilden, we hebben met veel mensen gepraat. En in ons gezin (toen 3 pubermeiden) intensieve discussies gevoerd. Het heeft zeker 5 jaar geduurd eer we een plan hadden: naar Frankrijk, een eigen bedrijf beginnen in de horeca.
Ik ben nu afwisselend voorzitter van de Raad van bestuur van mijn eigen bedrijf, werkgever, schoonmaakster, gastvrouw, kok en PR-medewerker. Switchen van rol doen we elk half uur! En wat te denken van: even tussendoor een uurtje vrij, lekker een goed boek lezen op mijn balkon met uitzicht op de bergen en het stuwmeer, in de zon, als anderen in een suffe vergadering zitten onder de TL balken in een vergaderzaal.... (lukt niet elke dag, hoor).
En, na veel zoeken, omzwervingen en teleurstellingen hebben we ons plekje gevonden: een prachtig groot chalet in de Franse Alpen, waarin we chambres d’hotes (bed and breakfast) en appartementen hebben; in totaal kunnen we 28 gasten herbergen. In de winter skiërs, in voor-, najaar en ‘s zomers fietsers, wandelaars en motorrijders, die allemaal genieten van de prachtige bergomgeving en alle bekende Alpencols (Alpe d’Huez ligt om de hoek, evenals Glandon en Galibier). Chalet Solneige, Vaujany, France! Zie de website www.solneige.com.
Natuurlijk loopt er geen recht verband tussen de tijd in Wageningen/SSR en ons huidige leven. Maar het leren kijken naar mogelijkheden, zelf initiatieven nemen, en ondernemen, heeft zich ongetwijfeld ontwikkeld in onze studententijd!
En ja, daar zitten we dan, 2 Wageningse ingenieurs. Het leven is er een stuk spannender en onzekerder door geworden. Soms verzuchten we wel eens “wat hadden we het rustig hè in Nederland?”. We moeten echt keihard werken, en de zekerheid die we hadden met vaste banen is echt weg. Dat is soms wel beangstigend. pagina
Therese Gasser Chalet Solneige, www.solneige.com 38114 Vaujany, France
20
Huizencommissie
Voorjaar 2012
GEZOCHT: VASTGOEDEIGENAREN EN
INVESTEERDERS
DE
HUIZENCOMMISSIE
VAN
SSR-W
IS
OP
ZOEK
NAAR
GEÏNTERESSEERDE REÜNISTEN WELKE DE VERENIGING OP EEN NIEUWE MANIER WILLEN STEUNEN EN EEN BIJDRAGE AAN HET VERENIGINGSLEVEN WILLEN GEVEN .
BENT U EIGENAAR VAN EEN LEEGSTAAND PAND OF HEEFT U DE FINANCIËLE MIDDELEN VOOR EEN DERGELIJKE AANSCHAF ? DAN KUNT U IN SAMENWERKING MET DE HUIZENCOMMISSIE NIEUWE VERENIGINGSHUIZEN REALISEREN EN ZO DE LEDEN VAN
SSR-W
HUN INTREE LATEN MAKEN IN EEN NIEUW VERENIGINGSHUIS!
NEEM GERUST CONTACT MET ONS OP:
[email protected] www.ssr-w.nl/huizen
pagina
21
Voorjaar 2012
“De draak St. Joris”
St. Joris
steken
met
Op pagina 135 van de eerste almanak van SSR-W staat een artikel over onderstaande foto. Hierin wordt geschreven dat SSR-novieten een kunstwerk van St. Joris naast de plastic Plantendraak bij het Scheikundecomplex hebben gebouwd. Verder staan er in dit stukje niet veel details en wij zijn eigenlijk vooral benieuwd naar het verhaal achter deze actie.
pagina
Dus: was jij erbij toen deze kunstzinnige St. Joris gebouwd werd? Laat dit aan ons weten via
[email protected] en misschien verover je een plekje in de volgende reünistenbrief!Home sweet home
22
Voorjaar 2012
Antoon Kanis
Home sweet home
Een fantastische uitdaging om hier dit jaar mee aan de slag te gaan. Nadat er in de afgelopen twintig jaar verschillende leden van KSV en Ceres in het LKvV bestuur hebben gezeten, heb ik dit jaar de eer om SSR-W vanuit Wageningen te vertegenwoordigen. Voor mij persoonlijk betekende deze stap ook verhuizen naar Utrecht, waar ons kantoor staat. Een jaar weg uit Wageningen, een jaar weg van SSR-W.
Door: Antoon Kanis (2008) Het zijn woelige tijden in Hoger onderwijsland. Staatssecretaris Halbe Zijlstra maakt het de studenten niet makkelijk met zijn nieuwe beleid. Afschaffen van de studiefinanciering in de Masterfase en het verkorten van het aantal jaren dat studenten gebruik kunnen maken van hun OV jaarkaart hakt er hard in bij de studentenpopulatie. Voor de actieve student die zich wil inzetten voor zijn of haar vereniging, door het doen van grote commissies of een bestuursjaar, komt de Langstudeerboete pas echt als een klap in het gezicht.
Als organisatie doet de LKvV natuurlijk meer dan alleen politiek bedrijven. Tijdens congressen helpen professionals uit het bedrijfsleven de besturen van de verenigingen met de nieuwste ontwikkelingen uiteenlopende onderwerpen waar verenigingen mee te maken hebben. Van
Blijft fulltime besturen in de toekomst nog wel mogelijk? Hoe ziet het verenigingsleven er uit onder de steeds hoger wordende studiedruk? Dat zijn slechts twee van de vele vragen die mij vorig jaar hebben doen besluiten te solliciteren naar een bestuursfunctie bij de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV). Als overkoepelend orgaan kan je in Den Haag meepraten op het hoogste niveau, om zo de studentenverenigingen te vertegenwoordigen. Niet alleen het beïnvloeden van de Haagse Hoger Onderwijs agenda, maar ook bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet, die van grote invloed kan zijn op het verenigingsleven.
pagina
23
Voorjaar 2012
Familie Struijs
financiën tot de introductieperioden en van acquisitie tot sociëteitsbeleid. Daarnaast biedt dit platform een goede mogelijkheid om informatie tussen verenigingen uit te wisselen. Hiermee zorgen de verenigingen dat ze samen sterker zijn dan de som der delen.
Zo vader en moeder, zo dochter Door: Mees, Bea en Karin Struijs
In de zomer van 1996 gaat Karin Struijs studeren in Wageningen. Zij is in 1978 geboren uit huwelijk tussen SSR-er Mees Struijs (1967) en SSR-er Bea van Schellen (1967). Thuis heeft dochter Karin al veel gehoord over die gezellige stad aan de Rijn en kijkt dus uit naar haar studententijd. Van haar ouders krijgt ze toch wel het advies om lid te worden van een studentenvereniging, want dat is zo leuk en je leert er veel mensen kennen. In 1996 is het echter helemaal niet zo vanzelfsprekend om lid te worden, slechts 20% van de studenten wordt lid van een vereniging. Maar goed, dochter Karin geeft toe, ze wil wel lid worden, maar liever niet van SSRW, want daar hebben haar ouders elkaar ontmoet en ze wil niet allemaal dezelfde keuzes maken als haar ouders. Tijdens de AID (Algemene Introductie Dagen) komt dochter Karin er stapje bij beetje achter waarom haar ouders 29 jaar eerder lid geworden zijn bij SSR-W. Het was gewoon de leukste vereniging van Wageningen. En tja, als op die plek de vlam tussen je ouders is overgeslagen, kan het geen slechte keuze zijn. De keuze voor SSR-W was voor dochter Karin een echte keuze, maar voor vader Mees Struijs en moeder Bea van Schellen was dat toch wel iets anders. Vader Mees had twee oudere broers die al een paar jaar eerder zijn gaan studeren. Zijn ouders kennen dan ook de waarde van een studentenvereniging en moedigen Mees aan om lid te worden. In die tijd (1967)
Zoals het studentenverenigingen betaamt, hoort er bij een bestuursjaar natuurlijk ook veel borrelen. Kleine alternatieve verenigingen, maar ook de grote corpora geven een kijkje achter de voordeur. De meest bijzondere studentenrituelen passeren de revue. Je krijgt inzichten in de eindeloze verplichtingen voor eerstejaars en de meest belachelijke vormen van hiërarchie. Hoewel dit heel interessant is, is dit ook het moment dat ik blij ben volgend jaar weer terug te kunnen keren. Terug naar Wageningen, terug naar wat de afgelopen jaren mijn thuis is geworden, terug naar de mooiste vereniging van Nederland: SSR-W, home sweet home!
pagina
24
Voorjaar 2012
Familie Struijs
werd bijna iedereen lid van een studentenvereniging (90%) en aangezien de familie Struijs Nederlands Hervormd was, werd Mees lid van de protestant christelijke vereniging SSR. Voor moeder Bea (ook van Hervormde huize ) was ook het protestant christelijke karakter van de vereniging de doorslaggevende factor om lid te worden van SSR. Overigens moesten alle meisjes in die tijd ook lid worden van de WVSV (Wageningse Vrouwelijke Studenten Vereniging). In die wilde jaren 60 en 70 stond de R nog hoog in het vaandel: dagelijks Bijbellezen in de mensa, avondwijding op de woensdagavond met dominees (Nijssen en de Jong) en toen al enkele keren aarzelend een pastoor, zondag na kerktijd koffiedrinken op de sociëteit met ‘gevulde
(midden), Elly Scheps (links) en Margreet Snel (rechts)). Het was dan ook niet de bedoeling dat de meisjes te lang in de kroeg bleven hangen. Als de mannen vonden dat ze naar huis moesten (meestal rond 23.00 uur), werd het “Good-bye Ladies” ingezet en werden de meisjes naar huis gebracht. Helaas was in de tijd van dochter Karin deze traditie verdwenen. Er waren drie redenen voor. Als eerste kwamen de meeste leden pas na het studeren of sporten naar de kroeg toe en was er om 23.00 uur nog niemand om naar huis te brengen. Daarnaast was het aantal meisjes sterk gegroeid (ongeveer de helft van de leden is vrouw) dus zou er niemand meer in de kroeg over blijven. En ten derde hadden de meisjes een stem gekregen. Dus ze lieten zich niet meer de kroeg uit zingen. De generatie van moeder Bea heeft dat dan toch maar mooi voor elkaar gekregen! Moeder Bea hield echter wel van de voorrechten die juist alleen aan de meisjes voorbehouden waren. Bij bestuurswisselingen was het gebruikelijk dat de oudste amica “circumpendulatrix” was. Dat is moeder Bea een aantal keren geweest (zie foto; Bea van Schellen circumpendulatrix bij kroegbestuurswisseling ‘70 ‘71 aflossing Jan Braaksma (L) door Jaap Dekker (R)). De circumpendulatrix bestaat nog steeds, maar is nu aangevuld met een circumpendulator, om ook de vrouwen in het bestuur hun pleziertje te gunnen. Deze functies worden overigens niet meer uitgevoerd door de oudste amica/amice. Die meisjes in de jaren 60 en 70 kregen ook steeds meer invloed in de commissies. Zo zat moeder Bea in de redactie van de Libra en heeft ze, samen met haar
koeken’ van Hendrik. In diezelfde jaren, wist men op SSR-W eigenlijk nog niet zo goed was men met die meisjes aan moest. Vooral de novitiaatscommissie (de huidige IC en TC samen) wist zich niet zo goed raad met die meisjes, want je kon ze moeilijk kaalscheren (zie foto; meisjes novieten met jaarband verbonden met de kale jongens. Op foto duidelijk de meisjes Bea van Schellen pagina
25
Familie Struijs
Voorjaar 2012
moesten bedienen), voorzitter Sociëteitsbestuur ‘69/’70 (toen kende SSR-W nog een tweetal besturen: het Algemeen Bestuur en het Sociëteitsbestuur (= kroegbestuur)), bestuur Toebacksuijgers, diverse feestcommissies , jury jaarredes disputen (lullepotten genoemd)(zie foto; links boven: vader Mees, onder: Ineke Knoppers en Maarten Koornneef) , etc. Ook dochter Karin heeft een hele reeks commissies gedaan. Als eerstejaars koffiehulp en later koffiegilde achter de bar. In tegenstelling tot vader Mees vond dochter Karin de mensa wel interessant en werd ze schepper (eerstejaars), eet-cie
vriendinnen, KwasiR opgericht. Meisjes waren in die tijd alleen op woensdag welkom in de kroegzaal. Moeder Bea en haar vriendinnen wilden ook graag een plek om, zeker in het weekend, een gezellige plek te hebben. Dochter Karin is overigens zeer verbaasd als ze dit verhaal voor de eerste keer hoort, want het KwasiR van rond de millenniumwisseling is juist een groep waar je voornamelijk de vrouwen met ballen vindt. Ook was KwasiR in de beginjaren een plek waar muziek gedraaid werd. Dit in tegenstelling tot de kroegzaal waar vader Mees met zijn vrienden zat en waar de heren zelf al genoeg geluid produceerden. Ook daar is in de loop van de jaren verandering in gekomen. Als dochter Karin als eerste de kroeg in kwam, was het eerste wat ze deed een muziekje aanzetten (oke, na het licht, want anders was de aan/uit knop niet te vinden). Vader Mees heeft een hele reeks aan activiteiten op zijn naam staan. Het begon in de groentijd (introductietijd) al beginnend als Jeeves - naast James één van de twee klooien die de persoonlijke dienaren waren van de novitiaatscommissie, schenker in de barcommissie (vond vader Mees interessanter dan liftbediende te zijn, dit waren tweedejaars die in de mensa pagina
(tweedejaars), en Mensacol. Ook moeder Bea was regelmatig te vinden in de keuken van Huize Torck. Dochter Karin heeft verder een jaar Tante Sjaan gedaan (activiteiten-commissie) en zal een jaar in het Parlement van SSR-W. Toen het jaar Schaamteloos aan de beurt was om het bestuur van de SSR-W te vormen, zag ook dochter Karin dit wel zitten. Omdat een bestuursjaar in hield dat je een jaar geheel of gedeeltelijk stopt met studeren en er dus een financieel aspect om de hoek kwam kijken, twijfelden veel mensen over een bestuursjaar. Dochter Karin had echter geen problemen om haar ouders
26
Voorjaar 2012
Familie Struijs
te overtuigen. Vader Mees wist wat een goede ervaring dit was en onder het motto “als vader Mees het bestuur in gegaan is, dan mag ik het ook” duldde dochter Karin geen tegenspraak (maar die was er ook niet). Dus je kan in dit geval wel zeggen dat het hebben van ouders met ervaring het geheel wel gemakkelijker gemaakt heeft voor dochter Karin. En ook hier geldt zo vader zo dochter, beiden maakten deel uit van het kroegbestuur. (zie foto; Bestuur ‘99/’00 der SSR-W o.d.z Bestuur Met Wendy (of iets anders wat je van de afkorting BMW kan maken) op het BMW-platje v.l.n.r. Harrie Kools , HarmPeter van Velzen, Susan Hakvoort, Wendy de Leng, Gijsjaap Pruis, Nol Witte en Karin Struijs (Commissaris Mensa). Zowel moeder, vader als dochter zijn lid geweest van een dispuut (wat natuurlijk niet mogelijk is, want er is maar één Dispuut, BRAND!!!). De disputen laten duidelijk zien dat moeder Bea, vader Mees en dochter Karin toch wel een eigen karakter hebben. Vader Mees was lid van de Toebacksuijgers. Het is dochter Karin nooit gelukt om te achterhalen wat MAJA wel zou betekenen. Moeder Bea was lid van Misostre, het meisjes dispuut, want in de jaren 60/70 lieten de andere disputen geen meisjes toe. Gelukkig is daar in de loop
van de jaren ‘70 verandering in gekomen, want anders had dochter Karin nooit lid kunnen worden van De Zwevelpin. Zo vader zo dochter, beiden maakten deel uit van het bestuur van hun dispuut. Met de integratie van vrouwen in de traditionele disputen verdween het meisjesdispuut Misostre. De andere disputen bestaan nog wel, elk met hun eigen karakter. Wat wel veranderd is, is de rol van de disputen binnen de vereniging. Eind van de twintigste eeuw vonden de dispuutsactiviteiten bij voorkeur niet op Sela plaats. Alleen het jaarlijkse Oranjebal was een feestje georganiseerd door de Toebacksuijgers voor de hele vereniging (en zelfs voor heel Wageningen). In het begin van de eenentwintigste eeuw vond het bestuur van SSR-W dat er meer activiteiten op de kroeg moesten komen en zo kwamen de feestjes georganiseerd door de disputen weer voorzichtig terug . Want in 1973, dus in die tijd dat net de nieuwe sociëteit (na de brand van Huize Torck) in gebruik werd genomen, waren er de zo genaamde kroegweekenden. Eenmaal per maand moest er door een dispuut een activiteit in een weekend worden georganiseerd. Vader Mees vertelt: “Het gebeurde dat mijn dispuut de Toebacksuijgers dat een keer volledig vergeten was. Enkele dagen ervoor werden ze erop attent gemaakt en het was onze eer te na niets te doen. Al snel kwam er een programma dat er niet om loog: 1) Pijprookwedstrijd (eenvoudig te organiseren voor Toebacksuijgers), 2) Schaaksimultaan tegen Kick Langeweg (Kick Langeweg, zo heette een bekend Nederlands schaakmeester- tweede op Ned. Kampioenschappen). Iemand van
pagina
27
Familie Struijs
Voorjaar 2012 ons kende toevallig ook een man in Ede met dezelfde naam en deze wilde wel met de grap meedoen, alleen hij had vrijwel nog nooit geschaakt-wist ternauwernood hoe de stukken te zetten en 3) aansluitend een Wijnbal. Alles bij elkaar op de woensdag voor het weekend toch een mooi affiche. De avond was daar. Er zaten zo’n dertig leden schakers om de tafel en daar kwam Kick Langeweg binnen (wij, als organisatie, vonden het al merkwaardig dat geen van de schakers argwaan kreeg, want hij (de Edenaar) leek helemaal niet op de bekende schaker) en zette zijn eerste zetten. Direct waren er een paar schakers ontzet. Zulke merkwaardige openingszetten hadden ze nog nooit meegemaakt. Na 5-10 minuten kwam de eerste al naar beneden (wij zaten onder aan de trap te luisteren wat er zou gebeuren) ons ‘waarschuwen’ dat de schaakmeester dronken was, want hij deed zo raar etc. Om kort te gaan na 20 minuten kreeg onze gastschaker het zo benauwd dat hij even een korte pauze inlaste en nooit meer gezien is, ook door ons niet. Grote verontwaardiging natuurlijk bij de schakers. En zeker toen ze erachter kwamen dat ze wel tegen Kick Langeweg geschaakt hadden maar niet tegen DE Kick Langeweg, zijn ook de organisatoren voor hun eigen veiligheid maar een blokje omgegaan. Ook het aangekondigde wijnbal na afloop bleek niet helemaal aan de verwachtingen van de leden te voldoen.. De wijnballen van Jamin hebben we geloof ik nog wel zelf durven uitdelen.” Waar dochter Karin haar vader Mees en moeder Bea nooit over gehoord heeft zijn de jaarclubs. Jaarclubs zijn horizontale pagina
verbanden binnen de vereniging. Eind van de twintigste eeuw kwamen de jaarclubs in opkomst. Dochter Karin maakt deel uit van Iucunditas…kent geen tijd. Een jaarclub wordt pas officieel erkend als deze een activiteit heeft georganiseerd voor de andere jaarclubs. Echter, Iucunditas was een beetje lui en vond het wel best. Maar een maand voordat de eerste Iucunditasser afstudeerde hebben ze toch de officiële status van jaarclub bereikt door het organiseren van het grote hans-en-grietjes-huisjes-bouw-spel. Hiervoor is nog per trein naar Almelo gereisd om enkele dozen gesponsorde taai-taai popjes op te halen. Het bij de officiële erkenning behorende jaarclubbordje werd in de kroegzaal opgehangen de dag voor het afstuderen van Ferdinand Kiestra. Kortom, we kunnen wel zeggen dat SSR-W in de jaren veranderingen heeft ondergaan, met helaas als dieptepunt de gedwongen verhuizing van Huize Torck (precies 40 jaar geleden afgebrand) naar het huidige Sela, dat al weer langer in gebruik is als Sociëteit van SSR-W dan Huize Torck is geweest, maar de sfeer op de vereniging is nog altijd hetzelfde. SELA!
28