college van burgemeester en schepenen Zitting van 1 april 2015

beraadslaging/proces verbaal Kopie

Zitting van 1 april 2015

college van burgemeester en schepenen Besluit A-punten

GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen

Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester De heer Koen Kennis, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; de heer Claude Marinower, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Rob Van de Velde, schepen; mevrouw Nabilla Ait Daoud, schepen; de heer Fons Duchateau, schepen De heer Roel Verhaert, stadssecretaris

Iedereen aanwezig

HD 2

2015_CBS_02877

Aanvraag stedenbouwkundige vergunning. Reguliere procedure - 20142878 - district Antwerpen - Jan Van Rijswijcklaan 174-188, Ryckmansstraat 24-30 - Goedkeuring

Motivering Aanleiding en context Aanvragers: Delen Private Bank De aanvraag omvat: verbouwen en uitbreiden van kantoorgebouwen en het rooien van bomen Dossiernummer: AN8/B/20142878 Dit besluit werd verdaagd in de zittingen van 20 en 27 maart 2015 (jaarnummer 2158). Juridische grond De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten. Regelgeving: bevoegdheid Artikel 4.7.12. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat het college bevoegd is om de beslissing te nemen over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Openbaar onderzoek Ja Argumentatie Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Besluit Artikel 1 Het college sluit zich integraal aan bij: 1 / 17

Grote Markt 1 - 2000 Antwerpen [email protected]

de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het bijgevoegd verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt; het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie. Artikel 2 Het college beslist de stedenbouwkundige vergunning goed te keuren en af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is: 1. de voorschriften uit het aangehecht advies van de brandweer strikt na te leven; 2. minimaal 2 hoogstammige, inheemse bomen aan te planten op het perceel in het eerst volgend plantseizoen; 3. tijdens de bouwwerken de bomen tot buiten de kroonprojectie met een vast hekwerk af te schermen; 4. alle eventuele beschadigingen aan de bomen onmiddellijk vakkundig te behandelen, om infectie van de wonden tot een minimum te beperken; 5. onder de bomen geen materialen te stapelen of werfwagens te plaatsen; 6. geen grond aan te vullen of af te graven binnen de kroonprojectie; 7. het uitgieten van spoelwater met cementresten enz. te vermijden; 8. de klimaatbeheersingstoestellen op het pand Rijckmansstraat 30 niet zichtbaar vanaf de openbare ruimte te plaatsen; 9. het groendak te voorzien van een waterbufferend vermogen van minstens 35 liter per m2; 10. de rioolhuisaansluiting op de openbare riolering in overleg met rioolbeheerder Riolink en overeenkomstig de aansluitvoorwaarden van Riolink (tel 078.35.35.09 / [email protected]) uit te voeren; 11. de ondergrondse bouwlagen grondwaterdicht uit te voeren, zodat permanente drainage van grondwater niet van toepassing is; 12. het dakterras achteraan het pand nummer 174 op de eerste verdieping en het dakterras achteraan het pand nummer 176 en 178 op de derde verdieping te beperken zoals in rood aangeduid op de plannen; 13. de helling van de fietsers en auto´s fysiek van elkaar te scheiden door een opstandje (niet enkel een geschilderde lijn); 14. een plat stuk vloer te voorzien voor de deur tussen de inrit en de eigenlijke fietsenstalling zodat de fiets geplaatst kan worden om een badge te pakken en de deur automatisch te laten openen bij het scannen van de badge; 15. de vooropgestelde mobiliteitsmaatregelen (milderende maatregelen uit mobiliteitstoets) om het autogebruik te beperken en het gebruik van de overige modi te stimuleren minstens uit te voeren; 16. te voldoen aan artikel 43 van de bouwcode; 17. bij inname van de openbare weg, na het bekomen van de stedenbouwkundige vergunning, voor coördinatie en signalisatie van de werken minstens 6 werkdagen voor de aanvang ervan zich aanbieden bij de lokale politie Antwerpen, dienst tijdelijke signalisatie op het Kievitplein 20, 8ste verdieping te 2018 Antwerpen (Tel. 03 338 12 11); 18. de geplande werken te laten voorafgaan door een archeologische prospectie met ingreep in de bodem, conform de Bijzondere Voorwaarden; 19. bij het Agentschap Onroerend Erfgoed de Bijzondere Voorwaarden op te vragen waaraan een archeologische prospectie met ingreep in de bodem dient te voldoen; 20. de voorwaarden uit het aangehecht advies van het agentschap Onroerend Erfgoed strikt op te volgen; 21. ASTRID-indoorradiodekking te voorzien in het gebouw en de technische specificaties daarover op te vragen via FOD Binnenlandse Zaken ASTRID-veiligheidscommissie,

2 / 17


21. Leuvenseweg 1, 1000 Brussel, 02/5006789; Artikel 3 Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen 1. Bijlage bij dit besluit:20142878.pdf

3 / 17


Verslag van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar Voorgeschiedenis In toepassing van artikel 4.7.18 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het college de beslissing te nemen binnen 75 dagen na de ontvankelijkheids- en volledigheidsverklaring. Voor de aanvragen waarvoor een openbaar onderzoek vereist is neemt het college een beslissing binnen 105 dagen.

Feiten en context Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning reguliere procedure. Aanvragers: mijnheer Paul De Winter namens Delen Private Bank nv, Jan Van Rijswijcklaan 184, 2020 Antwerpen Ligging van het perceel: Jan Van Rijswijcklaan 174, 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 176, 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 180, 2018 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 182, 2018 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 184, 2018 Antwerpen en Jan Van Rijswijcklaan 186, 2018 Antwerpen. Kadastrale gegevens: (afd. 9) sectie I 2105 A6, (afd. 9) sectie I 2105 D5, (afd. 9) sectie I 2140 F3, (afd. 9) sectie I 2140 B4, (afd. 9) sectie I 2140 A4 en (afd. 9) sectie I 2140 D4. De aanvraag omvat: verbouwen en uitbreiden van kantoorgebouwen en het rooien van bomen. Ontvangst aanvraag: 14 november 2014. Dossiernummer: 20142878.

Fasering Procedurestap Ontvangst aanvraag Ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs Opening openbaar onderzoek Afsluiten openbaar onderzoek

Datum 14 november 2014 18 december 2014 24 december 2014 23 januari 2015

Juridische grond De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing. Het ministerieel besluit van 19 juni 2008 waarbij werd vastgesteld dat de stad Antwerpen voldoet aan de vijf voorwaarden van artikel 193, §1 van het decreet van 18 mei 1999. Dit besluit werd op 8 juli 2008 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

4 / 17


Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Gemeentelijke verordeningen De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014, goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014 en van kracht sinds 25 oktober 2014. Watertoets Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) dient het ontwerp onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Gewestelijke verordeningen Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Toegankelijkheid van gebouwen Het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2010 houdende vaststelling van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. Mer-screening Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

Andere voorschriften Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 augustus 1997.

Advies Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten advies uit op 29 januari 2015 met referentie BW/SVDB/2015/G.00010.A2.0010. 5 / 17


Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan ondernemen en stadsmarketing/economische ontwikkeling. Zij brachten advies uit op 9 januari 2015 met referentie Os/Wne/2015. Het advies is gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ waterbeheer. Zij brachten advies uit op 13 januari 2015 met referentie SWOU2015WA_JanvRijswijckln_2878. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg (SW/OE/M). Zij brachten advies uit op 22 januari 2015 met referentie SW/MON/20159467. Het advies is gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie (SW/OE/A). Zij brachten advies uit op 15 januari 2015 met referentie AA1050. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan stadsbeheer/groen en begraafplaatsen (SB/GB). Zij brachten advies uit op 24 december 2014 met referentie SB/GB/JY/20142878. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan stadsontwikkeling/mobiliteit (SW/MOB). Zij brachten advies uit op 13 januari 2015 met referentie 1401075. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan Vlaams gewest, Agentschap Onroerend Erfgoed Antwerpen - Archeologie. Zij brachten advies uit op 19 januari 2015 met referentie 4.002/11002/9920121.958. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan Vlaams gewest, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Mobiliteit en Verkeersveiligheid Antwerpen. Het advies werd niet uitgebracht binnen een termijn van 30 kalenderdagen waardoor aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan FOD Binnenlandse Zaken - ASTRIDveiligheidscommissie. Zij brachten advies uit op 6 januari 2015 met referentie 133 - 2015010008. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Op 18 december 2014 werd advies gevraagd aan lokale politie/verkeerspolitie (LP/VK/SE). Zij brachten advies uit op 26 januari 2015 met referentie LP/VK – 14 2574/EC/VVA/Z/nm. Het advies is voorwaardelijk gunstig. 6 / 17


Argumentatie Openbaar onderzoek Wettelijke bepalingen afhankelijk van de aanvraag Overeenkomstig het besluit van 5 mei 2000 van de Vlaamse regering, zoals gewijzigd, betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsaanvragen, moet de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning openbaar gemaakt worden als de werken en/of handelingen betrekking hebben op: artikel 3, § 3, 4°: het oprichten van gebouwen of constructies met een bruto volume van meer dan 2000 kubieke meter; het verbouwen van kleinere gebouwen en constructies waardoor deze hetzelfde volume bereiken, het uitbreiden van gebouwen of constructies met meer dan 2000 kubieke meters. Deze verplichting geldt niet in een industriegebied in de ruime zin, gebied voor ambachtelijke en kleine en middelgrote ondernemingen, regionaal bedrijventerrein of lokaal bedrijventerrein. De aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning werd openbaar gemaakt van 24 december 2014 tot 23 januari 2015 overeenkomstig de bepalingen van voornoemd besluit inzake de openbaarmaking. Het proces-verbaal van openbaar onderzoek werd opgesteld op datum van 29 januari 2015. Inventaris van de bezwaarschriften Er werden 13 bezwaren ontvangen. De bezwaren kunnen als volgt worden samengevat: 1. De 2 hoogstammige bomen (kastanjeboom en esdoorn) zijn beeldbepalend voor de omgeving, ze dragen bij tot het parkkarakter en de woonkwaliteit in deze omgeving en dienen daarom behouden te blijven. De aanleg van een vijver en een tuinpad wegen niet op tegen de hierboven omschreven kwaliteiten van de bomen; 2. Er kunnen mogelijks ook andere bomen op de site verloren gaan tijdens de uitvoering van de werken; 3. Het is niet duidelijk of er nog meer bomen op het perceel gerooid worden voor het nieuwe bouwvolume en de garage, welke nieuwe bomen er geplant worden en of er een voldoende dikke grondlaag is om deze bomen te planten; 4. Het is niet duidelijk of de decibels of de frequentie van het geluid van de computerinstallatie in de Rijckmansstraat voldoet aan de wettelijke normen. De installatie zal geluidsoverlast genereren en is visueel hinderlijk; 5. De voorgestelde werken zullen een aanzienlijke impact hebben op de waterhuishouding in de omgeving en bijgevolg op de beplanting van de aanpalende erven; 6. De voorziene functie hoort niet thuis een de residentiële omgeving; 7. De negatieve impact van Antwerp Expo is al zwaar genoeg voor de omgeving; 8. De omvang van de werken is overdreven en grootschalig. Het voorgestelde bouwvolume is qua schaal niet inpasbaar in de omgeving en overschrijdt hierdoor de grens van de gewone ongemakken uit nabuurschap; 9. De woonkwaliteit in de omgeving wordt verstoord; 10. Er zal bijkomende verkeerslast gegenereerd worden en de parkeergelegenheid in de buurt zal verminderen; 11. Er wordt bijkomende geluidslast gecreëerd binnen het bouwblok; 7 / 17


12. De binnenmuren tussen de tuinen van de door Bank Delen verworven eigendommen worden gesloopt waardoor er één groot geheel ontstaat, dit heeft weg van een stad in een stad. De tuinmuren zijn karakteristiek voor de verkavelde tentoonstellingswijk met overwegende smalle stadstuinen, bovendien komt een toekomstige reconversie naar burgerwoningen hierdoor in het gedrang; 13. Er gaat veel groen verloren en de bezwaarindiener uit zijn bezorgdheid omtrent de kwaliteit van de groenaanleg boven de garages; 14. In de tuin wordt een diep volume geplaatst onder de grond met een dieselopslag van 10000 liter, een hoogspanningscabine en een noodgenerator. Dit genereert mogelijks overlast zoals trillen, geur, rookafvoer, geluid, etc. 15. De werken gaan jaren in beslag nemen, dit is zeer belastend voor de omgeving, er dienen zeker voldoende maatregelen genomen te worden om de overlast maximaal te beperken; 16. Door de nieuwe verbindingen tussen de panden wordt de residentiële typologie van individuele burgerwoningen aangetast en zet men de poort open naar buitenschalige nieuwbouwprojecten; 17. De nieuwe achterbouw lijkt een amalgaam van eerder banale, weinig proportionele bouwvolumes in disharmonie met de aansluitende kleinschalige stadstuintjes; 18. De panden Rijckmansstraat 14 en 16 zijn niet vermeld op de plannen, wat zal er hiermee gebeuren; 19. De nieuwe bouwvolumes gaan de beeldkwaliteit (het groen karakter) teniet doen; 20. De nieuwe tuinpaviljoenen worden te diep ingeplant; 21. Een kwalitatieve plaatsbeschrijving van de panden in de buurt is aangewezen; 22. Volgens de oorspronkelijke aankoopakten van alle panden in de Tentoonstellingswijk is het ten eeuwigen dage verboden handels- of nijverheidsinstellingen te vestigen of autobergplaatsen te voorzien die groter zijn dan een individuele parkeerplaats. Bespreking van de bezwaarschriften De bezwaren kunnen als volgt besproken worden: 1. De groendienst van de stad Antwerpen verleende een voorwaardelijk gunstig advies voor de vergunningsplichtige werken van het ontwerp. Het klopt echter dat de bomen beeldbepalend zijn en bijdragen tot het parkkarakter en woonkwaliteit van het bouwblok. Om de beeldkwaliteit en het parkkarakter van het bouwblok te blijven garanderen wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat minimaal 2 hoogstammige en inheemse bomen dienen aangeplant te worden op het perceel. Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond. 2. De groendienst van de stad Antwerpen verleende een voorwaardelijk gunstig advies voor de vergunningsplichtige werken van het ontwerp. Hierin wordt onder andere vermeld dat de bestaande te behouden bomen voldoende beschermd dienen te worden tijdens de werken. Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond. 3. Een eventuele vergunning wordt verleend voor de aangevraagde werken, handelingen en wijzigingen. Indien de bijkomende te kappen bomen vergunningplichtig zijn dient men hiervoor steeds een stedenbouwkundige vergunning te bekomen. De aanvraag is eenduidig in de nieuw aan te planten bomen en de voorgestelde gronddekking voldoet aan de voorschriften van de bouwcode. Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond. 4. De vrees naar geluidsoverlast van een computerinstallatie betreft geen stedenbouwkundige aangelegenheid, maar handelt over burgerrechtelijke, uitvoeringstechnische en/of een milieutechnische aangelegenheden die losstaan van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend dossier. Deze is trouwens louter hypothetisch. Klimaatbeheersingstoestellen dienen te voldoen aan de bouwcode. Artikel 16 §2 4° bepaalt dat de geluidssterkte van het toestel niet meer dan 43 dB (A) mag bedragen aan de perceelsgrens. 8 / 17


Deze volumes komen slechts een 60 centimeter boven de kroonlijst uit en liggen 2 meter van de kroonlijst af waardoor deze weinig maar toch zichtbaar kunnen zijn vanaf de openbare ruimte. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond. 5. De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke verordening hemelwater indien de groendaken een waterbufferend vermogen hebben van minstens 35 liter per m2. Echter indien een permanente drainage wordt toegepast, zal dit inderdaad een aanzienlijke impact hebben op de waterhuishouding. Als voorwaarde zal dan ook worden opgenomen dat een permanente drainage niet toegepast kan worden. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond. 6. De percelen zijn volgens het gewestplan gelegen in woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Een bankkantoor is aanvaardbaar en verenigbaar met de onmiddellijke omgeving aangezien de woonfunctie binnen het bouwblok nog hoofdzakelijk aanwezig is en deze woonfunctie niet in het gedrang komt. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 7. Antwerp Expo is geen onderdeel van de aanvraag. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 8. De voorgestelde uitbreidingen aan de zijde van de Jan Van Rijswijcklaan zijn niet kenmerkend groter dan de kenmerkende volumes in de omgeving en zijn van die aard dat er nog voldoende open ruimte behouden wordt op de percelen waardoor de draagkracht van het perceel niet overschreden wordt. De voorgestelde volumes genereren geen hinder voor de aanpalende percelen. Enkel het dakterras op de eerste verdieping van het pand nummer 174 en op de derde verdieping van de panden met nummer 176 en 178 maken inkijk op het perceel van de aanpalende mogelijk en genereren privacy-hinder. Het voorgestelde bouwvolume van het nieuwe pand langs de Rijckmansstraat is in harmonie met het straatbeeld. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond. 9. Idem bovenstaande punt 1 en 8. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond. 10. Het klopt dat er bijkomend verkeer zal plaatsvinden. De lasten hiervan worden echter tot een minimum herleid daar de werkelijke parkeerbehoefte voor de aangevraagde (uitbreiding) functie(s) wordt vastgelegd op 120 parkeerplaatsen en de plannen voorzien in 132 bijkomende nuttige autostalen autoparkeerplaatsen op het eigen terrein. Als voorwaarde zal wel worden opgenomen de vooropgestelde mobiliteitsmaatregelen (milderende maatregelen uit mobiliteitstoets) om het autogebruik te beperken en het gebruik van de overige modi te stimuleren uit te voeren. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond. 11. Het bezwaar aangaande geluidoverlast is hypothetisch en kan niet meegenomen worden bij de stedenbouwkundige afweging van voorliggend dossier. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 12. Het verwijderen van tuinmuren heeft geen invloed op een eventuele reconversie naar burgerwoningen. Daarenboven zijn reconversie en tuinafsluitingen in de vorm van muren niet verplicht. Tuinen moeten niet worden afgesloten en dit kan ook gebeuren door bijvoorbeeld groene hagen. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 13. De gerealiseerde groene buitenruimte is voldoende groot en de verhouding tussen de bebouwde ruimte en de open ruimte is kenmerkend en dus aanvaardbaar. Daarnaast wordt als 9 / 17


voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat de te kappen hoogstammige kastanje en esdoorn dienen te worden gecompenseerd. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond. 14. Het bezwaar aangaande overlast is hypothetisch en kan niet meegenomen worden bij de stedenbouwkundige afweging van voorliggend dossier. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 15. De werktijd van de aannemers betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van het beoordelen van een project door de vergunningverlenende overheid. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 16. Het klopt dat er een verbinding wordt gemaakt tussen de panden met nummer 184 en 186. Wat echter niet kan gezegd worden is dat de residentiële typologie wordt aangetast daar de panden in hun verschijningsvorm naar het publieke domein gelijk blijven uitgezonderd op een glazen verbindingsvolume. Doordat de verbinding naar achter wordt uitgevoerd blijft de kleinschaligheid van af de straat gevrijwaard. De uitdrukking van de residentiële typologie blijft dus bewaard. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond; 17. De kenmerkende tuinen van dit bouwblok kunnen bezwaarlijk kleine stadstuintjes worden genoemd en de nieuwe volumes aan de achterzijde zijn niet kenmerkend groter dan de kenmerkende volumes in de omgeving. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond; 18. De panden Rijckmansstraat 14 en 16 maken geen deel uit van de aanvraag. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 19. Idem punt 1 en punt 8. Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond. 20. De nieuwe volumes aan de achterzijde zijn niet kenmerkend groter dan de kenmerkende volumes in de omgeving. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 21. De opmaak van een plaatsbeschrijving betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van het beoordelen van een project door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond. 22. Het bezwaar met betrekking tot bouwrecht staat los van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag. Men moet immers geen bouwrecht hebben op een perceel om een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in te dienen. Het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning geeft geen bouwrecht aan de aanvrager. Het bezwaar is dus niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ontvankelijk maar ongegrond.

Toetsing aan de wettelijke en reglementaire voorschriften De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan zoals hoger omschreven. De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de bouwcode. Het ontwerp wijkt af op de volgende punten: “Artikel 16 Technische uitsprongen 1. Alle technische installaties worden bij voorkeur inwendig in het gebouw ondergebracht. Indien dit onmogelijk is kunnen ze uitwendig aan het gebouw worden aangebracht en dit enkel op het hoogst gelegen dak en op voorwaarde dat deze technische zone, inclusief alle onderdelen, niet hoger is dan: 1. 2,50 meter ten opzichte van de kroonlijst en; 2. binnen een verticale hoek van 45° ten opzichte van alle gevelvlakken 10 / 17


vertrekkend vanaf de bovenkant van de kroonlijst en; 3. binnen het toegelaten bouwvolume. 2. Klimaatbeheersingstoestellen en alle bijbehorende leidingen dienen volgens onderstaande regels geplaatst te worden: 1. ze mogen niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, 2. ze mogen niet uitwendig tegen voor- of zijgevels geplaatst worden, 3. ze dienen op minstens 2 meter van de perceelgrenzen geplaatst te worden, 4. de geluidssterkte van het klimaatbeheersingstoestel mag niet meer dan 43dB (A) bedragen aan de perceelsgrens. (…)”

De klimaatbeheersingstoestellen op het pand Rijckmansstraat 30 zijn niet inwendig in het gebouw ondergebracht en dus mogelijk zichtbaar vanaf de openbare ruimte.

“Artikel 43 Septische putten 1. Het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. De verplichting tot het voorzien van een septische put vervalt voor volgende gebouwen: 1. gebouwen gelegen in de zone “individueel te optimaliseren buitengebied” 2. gebouwen die geen toilet bevatten

2. Voor de dimensionering van septische putten gelden per gebouwcategorie volgende gebruikersequivalenten: Functie Wonen Kantoren Handel of diensten Bedrijvigheid, industrie of ambacht Reca Logies Gemeenschapsfuncties

Gebruiksequivalent (GE) 1 GE / slaapkamer + 1 extra GE 1 GE / 20m² BVO* 1 GE / 150m² BVO* 1 GE / 150m² BVO* 1 plaats / 30m² BVO* 2 GE / slaapkamer 2GE / toilet (*BVO = bruto-vloeroppervlakte)

3. Voor gebouwen in het centraal gebied en het collectief geoptimaliseerd buitengebied moet de septische put voldoen aan volgende specifieke eigenschappen: 1. Alleen het zwart water moet naar de septische put afgevoerd worden ter voorbehandeling. 2. De afvoer van grijs water en de overloop van de septische put worden afwaarts van de septische put, op het perceel, aan elkaar gekoppeld op de DWA-leiding. 3. Voor gebouwen met enkel een woonfunctie bedraagt de minimale inhoud : i. tot en met 5 gebruikersequivalenten: 2000 liter ii. vanaf het 6de gebruikersequivalent: bijkomend 300 liter per 11 / 17


gebruikersequivalent iii. vanaf het 11de gebruikersequivalent: bijkomend 225 liter aanvullend volume per gebruikersequivalent. 4. Voor gebouwen met een andere functie bedraagt de minimale inhoud: . tot en met 3.000 liter voor de eerste 5 gebruikersequivalenten, met een minimum van 2.000 liter; i. Vanaf het 6de gebruikersequivalent: bijkomend 600 liter per gebruikersequivalent; ii. Vanaf het 11de gebruikersequivalent: bijkomend 450 liter per gebruikersequivalent. 4. Voor gebouwen in het collectief te optimaliseren buitengebied moet de septische put voldoen aan volgende specifieke eigenschappen: 1. Zowel het zwart water als het grijs water moeten naar de septische put afgevoerd worden ter voorbehandeling. 2. Hemelwater mag niet worden afgevoerd via de septische put. 3. Op het moment dat de openbare straatriolering is aangelegd, wordt het grijze afvalwater niet langer op de septisch put aangesloten, maar rechtstreeks op de uitgaande DWA-leiding. 4. De minimale inhoud van de septische put bedraagt: . tot en met 5 gebruiksequivalenten: 3000 liter i. vanaf het 6de gebruiksequivalent: bijkomend 600 liter per gebruiksequivalent ii. vanaf het 11de gebruiksequivalent: bijkomend 450 liter per gebruiksequivalent.”

Uit de geleverde plannen valt niet duidelijk op te maken of de aanvraag voldoet aan artikel 43 van de bouwcode. Het voorliggende project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. De aanvraag is tevens in overeenstemming met de gewestelijke hemelwaterverordening. De aanvraag is in overeenstemming met de regelgeving betreffende de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een verminderde beweeglijkheid. Mobiliteitsparagraaf Op grond van artikel 30 van de bouwcode wordt de werkelijke parkeerbehoefte voor de aangevraagde functies vastgelegd op 120 parkeerplaatsen. De plannen voorzien in 132 nuttige autostalen autoparkeerplaatsen op het eigen terrein. Dit aantal is toereikend. - De helling van de fietsers en auto´s fysiek van elkaar scheiden door een opstandje (niet enkel een geschilderde lijn). - De toegang tot de fietsenstalling heeft een deur tussen de inrit en de eigenlijke stalling. Voor de deur moet een stuk plat zijn om fiets te zetten en badge te pakken. De deur moet automatisch openen bij scannen van de badge.

12 / 17


- De vooropgestelde mobiliteitsmaatregelen (milderende maatregelen uit mobiliteitstoets) om het autogebruik te beperken en het gebruik van de overige modi te stimuleren moeten minstens worden uitgevoerd.) Beoordeling De stedenbouwkundige aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een bestaand kantoorgebouw met bijkomende ontvangstruimten en kantoren, een ondergrondse parkeerplaats en een IT infrastructuur, plus het rooien van 2 hoogstammige bomen. Het gebouwencomplex gelegen op de Jan Van Rijswijcklaan 174-192 en Ryckmansstraat 2430 bestaat uit statige, beeldbepalende burgerhuizen in halfopen en gesloten bebouwing en omvat de hoofdzetel van Bank Delen. Het voorliggende ontwerp schakelt de panden aan de Jan Van Rijswijcklaan nummer 174 tot en met nummer188. De panden 174-180 worden intern verbouwd en ingericht als kantoren. Daarnaast voorziet men een uitbreiding met 1 bouwlaag achter het bestaande bebouwing. Dit nieuwe volume doet dienst als inrit voor de ondergrondse garage en wordt ingericht met een eetruimte voor personeel. De nieuwbouw wordt afgewerkt met een gevelbekleding in witte natuursteen met buitenschrijnwerk in zwart staal. Het plat dak wordt deels als groendak en deels als dakterras aangelegd. De bestaande verbinding op de eerste verdieping tussen de panden 180 en 182, boven de inrit naar de parking wordt vernieuwd. De panden 184 en 186 worden verbonden via een nieuw inkomsas, dit inkomsas geeft eveneens toegang tot nieuw gelijkvloerse uitbreiding, tuinpaviljoen, gelegen achter pand 186188. Het gelijkvloers van de panden 182-188 en de gelijkvloerse achterbouw wordt ingericht met een centrale balie, een ontvangstruimte die ook dienst zal doen als expositieruimte en verschillende kleinere ontvangstruimtes. De verdiepingen doen dienst als ontvangstruimtes en kantoren. Het ‘tuinpaviljoen’ wordt afgewerkt met grote glaspartijen in zwart, stalen buitenschrijnwerk. De raamindeling in de achtergevel van de panden 182 en 184 worden gewijzigd met behoud van het wit geschilderd buitenschrijnwerk. De panden 190-192 blijven ongewijzigd. Alle voorgevels langs de Jan Van Rijswijcklaan blijven eveneens ongewijzigd. De bestaande parking in het binnengebied blijft behouden maar verschuift naar rechts. De bestaande doorrit naar die parking geeft ook toegang tot de nieuwe ondergrondse parking. Daar worden op 2 niveaus in totaal 133 parkeerplaatsen gerealiseerd. Op niveau -2 worden ook enkele technische ruimtes en een drukkerij ingericht. De fietsenberging wordt deels ondergronds en deels in het binnengebied voorzien. Links achteraan de ondergrondse parking, achter het pand Jan Van Rijswijcklaan 192, wordt een nooduitgang voorzien die uitgeeft in een technisch volume van 1 bouwlaag. Hierin wordt een noodgenerator en een hoogspanningsinstallatie geplaatst. Dit gebouw met plat dak wordt afgewerkt in witte natuursteen met zwart buitenschrijnwerk in staal. In functie van de uitbreiding en het inrichten van het binnengebied worden de bestaande tuinmuren en de garages van de panden 186 tot en met 190 gesloopt en worden 2 hoogstammige bomen achteraan geveld. Er wordt een volledige nieuwe binnentuin aangelegd waarbij verscheidene bomen verplant worden. De parking in het binnengebied blijft behouden maar wordt omringd met massieve groenbuffers. Achter het tuinpaviljoen wordt een waterpartij aangelegd.

13 / 17


Ook in de Rijckmansstraat zijn werken gepland. Het pand nr. 30 met 3 bouwlagen onder plat dak wordt afgebroken en volledig heropgebouwd. Het gelijkvloers wordt als kantoorruimte met vergaderzaal ingericht. Op de 2 bovenliggende verdiepingen wordt de volledige IT infrastructuur voor de centrale computer voorzien. Hiertoe plaatst men coolunits op het dak. De gelijkvloerse voorgevel wordt afgewerkt met donkergrijze lamellen en buitenschrijnwerk. Bovenliggend bestaat de gevel uit lichtgrijs/bruin gevelmetselwerk en de dakverdieping wordt afgewerkt met zinken platen. De stedenbouwkundige geschiktheid van het ontwerp dient aan de hand van de geldende en verordenende voorschriften te worden beoordeeld. Zo is het niet eenduidig afleesbaar of de voorgestelde klimaatbeheersingstoestellen op het dak van het nieuwbouwvolume langs de Rijckmansstraat voldoen aan de voorschriften van de bouwcode, artikel 16. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning worden opgelegd. Daarnaast dient men septische putten te voorzien zoals voorgeschreven in artikel 43 van de bouwcode. Bij het beoordelen van de aanvraag behoort het tevens tot de autonome bevoegdheid van de vergunningverlenende overheid te oordelen of een bouwwerk verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De functie bankkantoor van deze schaal is aanvaardbaar en verenigbaar met de onmiddellijke omgeving aangezien de woonfunctie binnen het bouwblok nog hoofdzakelijk aanwezig is en deze woonfunctie niet in het gedrang komt. De residentiële typologie wordt niet aangetast daar de panden in hun verschijningsvorm naar het publieke domein gelijk blijven uitgezonderd op een glazen verbindingsvolume tussen de panden Jan Van Rijswijcklaan 184 en 186. Doordat deze verbinding naar achter wordt uitgevoerd, blijft de kleinschaligheid van af de straat gevrijwaard. De uitdrukking van de residentiële typologie blijft dus bewaard. De voorgestelde uitbreidingen aan de achterzijde van de panden aan de Jan Van Rijswijcklaan zijn niet kenmerkend groter dan de kenmerkende volumes in de omgeving en zijn van die aard dat er nog voldoende open ruimte behouden wordt op de percelen waardoor de draagkracht van het perceel niet overschreden wordt. Gezien de mogelijke impact op het verkeer werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst mobiliteit en de lokale politie. Deze adviezen zijn voorwaardelijk gunstig. Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit luidt als volgt: ‘Voor de verbouwings- en uitbreidingswerken heeft de aanvragen een mobiliteitsnota opgemaakt bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Volgens de bouwcode zou voor het totale project (15.000m²) moeten worden voorzien in 233 parkeerplaatsen voor auto´s en 188 parkeerplaatsen voor fietsen. Wanneer we enkel kijken naar de uitbreiding in dit project, zijnde 7740m² moeten er 120 autoparkeerplaatsen en 97 stallingen voor zien worden. In het project worden het aantal autoparkeerplaatsen uitgebreid met 132 plaatsen (van 20 naar 152 pp). Voor fietsers worden er 48 plaatsen voorzien, waarvan 12 bovengronds en 36 ondergronds. De ondergrondse stallingen voldoen mits enkele aanpassingen (zie voorwaarden). In de mobiliteitsnota toont het bedrijf aan dat het aantal fietsenstallingen minder is dan volgens de bouwcode gevraagd, maar ruim voldoende om een groot percentage van het personeel hun fiets veilig te laten stallen. Mobiliteitsparagraaf:

14 / 17


De werkelijke parkeerbehoefte voor de aangevraagde (uitbreiding) functie(s) wordt vastgelegd op 120 parkeerplaatsen. De plannen voorzien in 132 bijkomende nuttige autostalen autoparkeerplaatsen op het eigen terrein. Voor mobiliteit is dit voorstel gunstig (mits enkele voorwaarden). De voorwaarden uit deze adviezen zullen worden opgelegd in de vergunning. De voorgestelde volumes genereren geen hinder voor de aanpalende percelen. Enkel het dakterras op de eerste verdieping van het pand nummer 174 en op de derde verdieping van de panden met nummer 176 en 178 maken inkijk op het perceel van de aanpalende mogelijk en genereren privacy-hinder. Er worden 11 bomen gerooid waarvan 4 vergunningsplichtig (straal 15 meter). Deze zijn voor de helft laagstammige bomen en/of fruitboom (sierappel). In het nieuwe ontwerp worden er talrijke nieuwe bomen en beplanting voorzien alsook enkele groendaken. Het verloren groenvolume wordt hiermee ruimschoots gecompenseerd. De bestaande te behouden bomen dienen wel voldoende beschermd te worden tijdens de werken. Om de beeldkwaliteit en het parkkarakter van het bouwblok te blijven garanderen wordt ook als voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat minimaal 2 hoogstammige en inheemse bomen dienen aangeplant te worden op het perceel. Het voorgestelde bouwvolume en kroonlijsthoogte van het nieuwe pand langs de Rijckmansstraat is niet kenmerkend groter dan de kenmerkende volumes in de omgeving is daardoor in harmonie met het straatbeeld. Gezien sommige van de in de aanvraag betrokken constructies zijn opgenomen in de inventaris van het cultuurbezit in België moet de impact van de aanvraag op de erfgoedwaarde van het gebouw en zijn omgeving beoordeeld worden en staat de wenselijkheid van behoud voorop. In dat kader wordt een gunstig advies verleend door de stedelijke dienst monumentenzorg. Gezien de omvang van de ingreep in de bodem werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Archeologie en het Agentschap Onroerend Erfgoed. Deze adviezen zijn voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden zullen worden opgelegd in de vergunning. Gezien de mogelijke impact op de riolering werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst ontwerp en uitvoering/waterbeheer. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt: ‘(…) Delen van het dak zijn voorzien als een groendak. Dit groendak dient een waterbufferend vermogen te hebben van minstens 35 liter per m2; maar dat staat nergens vermeld. (…) Rioolhuisaansluitingen op de openbare riolering dient te gebeuren in overleg met rioolbeheerder Riolink. Bouwheer dient Riolink te contacteren. (…) Ondergrondse bouwlagen dienen grondwaterdicht uitgevoerd te zijn, zodat drainage van grondwater overbodig is.’ De voorwaarden uit dit advies zullen worden opgelegd in de vergunning. Gezien de het publieke karakter van het project en de aanwezigheid van een ondergrondse parking werd advies gevraagd aan de ASTRID-veiligheidscommissie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden zullen worden opgelegd in de vergunning.

15 / 17


Gelet op het voorgaande is de aanvraag stedenbouwkundig aanvaardbaar en aldus vatbaar voor vergunning. Conclusie De stedenbouwkundige vergunning kan verleend worden aan de aanvrager die ertoe gehouden is: - de voorschriften uit het aangehecht advies van de brandweer strikt na te leven; - minimaal 2 hoogstammige, inheemse bomen aan te planten op het perceel in het eerst volgend plantseizoen; - tijdens de bouwwerken de bomen tot buiten de kroonprojectie met een vast hekwerk af te schermen; - alle eventuele beschadigingen aan de bomen onmiddellijk vakkundig te behandelen, om infectie van de wonden tot een minimum te beperken; - onder de bomen geen materialen te stapelen of werfwagens te plaatsen; - geen grond aan te vullen of af te graven binnen de kroonprojectie; - het uitgieten van spoelwater met cementresten enz. te vermijden; - de klimaatbeheersingstoestellen op het pand Rijckmansstraat 30 niet zichtbaar vanaf de openbare ruimte te plaatsen; - het groendak te voorzien van een waterbufferend vermogen van minstens 35 liter per m2; - de rioolhuisaansluiting op de openbare riolering in overleg met rioolbeheerder Riolink en overeenkomstig de aansluitvoorwaarden van Riolink (tel 078.35.35.09 / [email protected]) uit te voeren; - de ondergrondse bouwlagen grondwaterdicht uit te voeren, zodat permanente drainage van grondwater niet van toepassing is; - het dakterras achteraan het pand nummer 174 op de eerste verdieping en het dakterras achteraan het pand nummer 176 en 178 op de derde verdieping te beperken zoals in rood aangeduid op de plannen; - de helling van de fietsers en auto´s fysiek van elkaar te scheiden door een opstandje (niet enkel een geschilderde lijn); - een plat stuk vloer te voorzien voor de deur tussen de inrit en de eigenlijke fietsenstalling zodat de fiets geplaatst kan worden om een badge te pakken en de deur automatisch te laten openen bij het scannen van de badge; - de vooropgestelde mobiliteitsmaatregelen (milderende maatregelen uit mobiliteitstoets) om het autogebruik te beperken en het gebruik van de overige modi te stimuleren minstens uit te voeren; - te voldoen aan artikel 43 van de bouwcode; - bij inname van de openbare weg, na het bekomen van de stedenbouwkundige vergunning, voor coördinatie en signalisatie van de werken minstens 6 werkdagen voor de aanvang ervan zich aanbieden bij de lokale politie Antwerpen, dienst tijdelijke signalisatie op het Kievitplein 20, 8ste verdieping te 2018 Antwerpen (Tel. 03 338 12 11); - de geplande werken te laten voorafgaan door een archeologische prospectie met ingreep in de bodem, conform de Bijzondere Voorwaarden; - bij het Agentschap Onroerend Erfgoed de Bijzondere Voorwaarden op te vragen waaraan een archeologische prospectie met ingreep in de bodem dient te voldoen; - de voorwaarden uit het aangehecht advies van het agentschap Onroerend Erfgoed strikt op te volgen; - ASTRID-indoorradiodekking te voorzien in het gebouw en de technische specificaties daarover op te vragen via FOD Binnenlandse Zaken ASTRID-veiligheidscommissie, Leuvenseweg 1, 1000 Brussel, 02/5006789;

16 / 17


Datum:

Geert De Grave Wim Van Roosendael Maryse Gys Sarah Lagrillière gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar

17 / 17

Evy Liefsoens architect


college van burgemeester en schepenen Zitting van 1 april 2015

Recommend Documents