er veel partijen op lokaal, regionaal en provinciaal niveau die vasthouden aan langetermijnambities en daar ook nu naar handelen. Juist nu. Want Climate change targets are coming under fire. Fortunately, there are
CO2 TODAY
Klimaatdoelen liggen onder vuur. Gelukkig zijn
energie, klimaat en economische kansen zijn sterk met elkaar verbonden.
many local, regional and provincial parties that are maintaining long-term ambitions and are operating today in a way that will achieve those ambitions. This is the ideal time to act, because energy, climate change and economic opportunities are closely linked.
This book presents 12 concrete energy and climate initiatives developed by the authorities in close
Dit boek toont 12 concrete energie- en klimaatinitiatieven van overheden, in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven,
CO2 TODAY
kennisinstellingen en burgers. Variërend van duurzaam bouwen tot het decentraal opwekken van energie en met impact op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Het zijn inspirerende projecten die laten zien dat het kán.
collaboration with the business community, knowledge institutes and the public. Ranging from sustainable
Heidy van Beurden, Auteur Author
Inspirerende energie- en klimaatinitiatieven
construction to decentralised energy generation, and making an impact
Inspiring energy and climate initiatives
locally, nationally and internationally, these inspiring projects prove that the targets really can be achieved.
2010 | 2011
2010 | 2011
2010 | 2011
CO2 TODAY Inspirerende energie- en klimaatinitiatieven Inspiring energy and climate initiatives Almere Apeldoorn Den Haag Hamburg Heerhugowaard Hillerød Provincie Noord-Holland Provincie utrecht Rotterdam Stadsregio Arnhem Nijmegen waterschappen Zaanstad CO2 TODAY
voorwoord Foreword
Hans van der Vlist Voormalig Secretaris-Generaal bij het ministerie van VROM Former Secretary-General at the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment
2
‘Het moet anders en het kán ook anders’
‘Things must – and can – be done differently’ Klimaatverandering is een vaak besproken onderwerp. Niet zo vreemd, want het is iets dat iedereen raakt en waar iedereen mee te maken krijgt. De mooie kant van het verhaal is dat ook iedereen op zijn eigen manier een steentje kan bijdragen om de gevolgen zo beperkt mogelijk te houden. Een belangrijke boodschap: we moeten het samen doen! In Nederland is een sterke drive op gang gekomen om op lokaal niveau met energie en klimaat aan de slag te zijn. 325 gemeenten voeren energie- en klimaatbeleid uit, wat neerkomt op meer dan 80% van de Nederlandse bevolking. Uit de recente collegeakkoorden blijkt bovendien dat in 95% van de gemeenten duurzaamheid sterk verankerd is. Het gaat in het bijzonder om energiebesparing in de bouw en decentrale duurzame energie. De gestelde nationale doelstellingen zijn ambitieus, maar haalbaar, mits we nu een volgende stap voorwaarts maken. Dat vraagt om een grote inzet van alle partijen. Het moet anders en het kán ook anders. Dat is de boodschap als het gaat om de energietransitie die in Nederland gaande is. >>
Climate change is a frequently discussed topic, which is not surprising because it’s a subject that affects everyone and that everyone has to deal with. Fortunately, everyone can also do their bit to minimise the consequences. The important thing is we have to work together! In the Netherlands there is now a huge drive underway to tackle energy-related problems and climate-change issues at local level. A total of 325 local municipal authorities are implementing energy and climate policies, therefore affecting more than 80% of the Dutch population. The recent agreements concluded by municipal executives also show that sustainability is firmly embedded in 95% of all municipalities. The main issues covered by the agreements are energy savings in construction and decentralised sustainable energy supplies. The national objectives are ambitious but achievable, provided that we take the next step now. This will require a major commitment from all parties. Things must – and can – be done differently. That’s the message when it comes to the energy transition that is currently underway in the Netherlands. I would like to give a special mention to those who take the initiative at the local level to save energy in existing buildings. >>
CO2 TODAY
3
<< This is an area where we want to accelerate progress in the years to come. I can also see interesting developments in area-based energy policies. An increasing number of municipal authorities aim to complete area development projects with high energy ambitions by 2020. We can see that the link between energy and spatial development needs to be strengthened even more. There are already many excellent examples of how things can be done differently. Municipal authorities, provincial authorities and water boards have already declared that they accept the challenge by committing to climate-change agreements with the national government. The situations and opportunities described in this book are a magnificent example of how different parties can work together to improve the climate and our response to climate change. The examples highlighted show just how much is possible and as a result inspire others to take part as well, therefore taking our combined efforts to a higher and broader level. I wish you every success and all of the inspiration necessary en route to climate neutrality. Hans van der Vlist
4
<< Ik vraag in het bijzonder aandacht voor lokale initiatiefnemers bij energiebesparing in de bestaande bouw. Daar willen wij de komende jaren tot een versnelling komen. Daarnaast zie ik interessante ontwikkelingen bij gebiedsgericht energiebeleid. Een steeds groter aantal gemeenten wil gebiedsontwikkelingen voor 2020 al realiseren met hoge energieambities. Vanuit de Rijksoverheid zetten wij hierbij in op het versterken van de koppeling tussen energie en ruimtelijke ontwikkeling. Er zijn al vele mooie voorbeelden van hoe het anders kan. Gemeenten, provincies, stadsregio’s en waterschappen hebben zich al uitgesproken om de uitdaging aan te gaan door zich aan afspraken te committeren in de klimaatakkoorden met het Rijk. Dit boek geeft een mooie afspiegeling van hoe verschillende partijen zich samen inzetten voor een beter klimaat. Door voorbeelden te etaleren, laten zij zien wat mogelijk is en inspireren daarmee anderen, met de gewenste opschaling tot gevolg. Ik wens u veel succes en inspiratie op weg naar klimaatneutraliteit. Hans van der Vlist
‘We gaan de koppeling tussen energie en ruimtelijke ontwikkeling versterken’ ‘The link between energy and spatial development needs to be strengthened even more’
CO2 TODAY
5
projecten projects
Zaanstad Pagina 38
Provincie noord-Holland Pagina 32
DEN HAAG Pagina 26
ROTTERDAM Pagina 8
waterschappen Pagina 50
6
Heerhugowaard Pagina 20
Apeldoorn Pagina 14
Almere Pagina 62
Provincie UTRECHT Pagina 56
Stadsregio Arnhem NIJMEGEN Pagina 44
projecten over de grens projects abroad
Hamburg, Duitsland Pagina 68
Hillerød, Denemarken Pagina 74
CO2 TODAY | contents
7
Rotterdam Rotterdam
8
Fotografie: Rotterdam Image Bank, Marc Heeman
‘Klaar voor klimaatverandering’ ‘Ready for climate change’
Als waterkennisstad wil Rotterdam zich niet alleen voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering, maar vooral laten zien wat er allemaal mogelijk is. Met duurzame concepten als exportproduct, (zoals drijvend bouwen), gaat de stad de (internationale) markt op. Home to a wealth of water management expertise, Rotterdam not only wants to prepare for the impact of climate change,
‘Zonder link naar economische groei kun je klimaatambities niet volhouden.’
it is particularly keen on demonstrating possibilities. The city is entering the national and international market with sustainable concepts as export products, such as the floating construction concept. ‘You cannot maintain your climate ambitions without a link to economic growth.’
CO2 TODAY | Rotterdam
9
Three large futuristic spheres floating in the Rijnhaven draw admiring looks from passers-by. This Floating Pavilion has been the high-profile symbol of the Rotterdam climate policy since May 2010. ‘As a city situated in a river delta, we will be the first to experience the impact of climate change, including rising sea levels,’ explains Alexandra van Huffelen, Vice Mayor Sustainability, City Center and Public Spaces. ‘That is why we’re not only looking into the causes of climate change, i.e. mitigation, but also into the consequences, i.e. adaptation. While we will work the entire world to adapt to climate change, we do not plan to wait until it is too late. We are already preparing for severe weather conditions.’ Floating construction concepts, green facades/roofs and the construction of squares designed to temporarily hold excess water from heavy showers are good examples of what the city is already doing. Floating city The Floating Pavilion is the centre of expertise of Rotterdam’s approach to climate change. This is where the municipal authority, housing corporations and knowledge institutes join forces to brainstorm and coordinate measures for sustainability. It also acts as the display window of the National Water Centre (Nationaal Watercentrum) and consequently also serves as a high-profile reminder of the Dutch water sector. The Pavilion’s construction incorporated state of the art sustainable technology. For example, the building is heated and cooled using solar power and surface water, respectively. Wastewater is purified and recycled in a self-contained system. ‘We want to use these spheres to highlight innovative possibilities,’ explains Van Huffelen. ‘It demonstrates how you can make a city change on the water. You can make an entire city float, even using sound – in terms of energy – materials. Other buildings will be able to follow suit,’ says Van Huffelen. This is already being done, for instance, with the office units on the Heijplaat. Profitable sustainability Part of the Rotterdam Climate Initiative, Rotterdam Climate Proof is closely involved with European consultations on water management. >> 10
Drie grote futuristische bollen in het water van de Rijnhaven trekken bewonderende blikken van voorbijgangers. Dit Drijvend Paviljoen is sinds mei 2010 het zichtbare symbool voor het Rotterdams klimaatbeleid. ‘Als deltastad krijgen wij eerder last van klimaatveranderingen zoals zeespiegelstijging ’, vertelt Alexandra van Huffelen, wethouder Duurzaamheid. ‘Wij kijken daarom niet alleen naar de oorzaken van klimaatverandering, mitigatie, maar ook naar de gevolgen, adaptatie. Voor klimaatadaptatie hebben we de hele wereld nodig. Maar wij willen niet wachten tot het te laat is. Wij bereiden ons alvast voor op heftige weersomstandigheden.’ Drijvend bouwen, groene gevels en daken en de aanleg van waterpleinen, met een opvangbekken voor harde regenval, zijn mooie voorbeelden van wat er in de stad al gebeurt.
Drijvende stad Het Drijvend Paviljoen is het expertisecentrum van de Rotterdamse klimaataanpak. Hier komen gemeente, woningcorporaties en kennisinstellingen samen om te brainstormen en duurzame maatregelen op elkaar af te stemmen. Ook is het de etalage van het Nationaal Watercentrum en daarmee het visitekaartje van de Nederlandse watersector. Voor de bouw van het paviljoen zijn de nieuwste duurzame technologieën gebruikt. Zo wordt het gebouw verwarmd en gekoeld met zonne-energie en oppervlaktewater. Het eigen afvalwater wordt gezuiverd en hergebruikt. ‘Met deze bollen willen we tonen wat er innovatief mogelijk is’, vertelt Van Huffelen. ‘Dit laat zien hoe je een stad kunt laten veranderen op het water. Je kunt een hele stad drijvend maken en dat ook nog eens van energetisch goed materiaal. Andere gebouwen kunnen dit voorbeeld volgen’, aldus de wethouder. Dat gebeurt bijvoorbeeld al met de kantoorunits op het werk eiland Heijplaat.
Verdienen aan duurzaamheid Rotterdam Climate Proof is, als onderdeel van Rotterdam Climate Initiative (RCI), nauw betrokken bij Europees overleg over watermanagement. Door zich als waterkennisstad te profileren, hoopt Rotterdam uiteindelijk ook concepten (internationaal) te vermarkten en daar geld mee te verdienen. De wethouder stelt resoluut dat ze Rotterdam graag ziet als de stad waar het meest wordt verdiend aan duurzaamheid. Er is natuurlijk al een lange geschiedenis met de haven en industrie en dus met economische groei. Bedrijven en overheid van het RCI hebben op tijd ingezien dat dit ook kansen biedt voor duurzaamheid en CO2-besparing. ‘Je kunt überhaupt niet meer aan het milieu werken vanuit alleen de ideologische gedachte’, meent Van Huffelen. ‘Dan beklijft het niet. Je moet het integraal aanpakken, samen met de industrie en samen met bewoners. Wij gaan pas aan de slag als we het samen kunnen doen.’
‘Je kunt een hele stad drijvend maken’ ‘You can make an entire city float’
CO2 TODAY | ROTTERDAM
11
‘Met stevige ambities trek je koplopers aan’ ‘High-flying ambitions draw frontrunners’
12
Om financieel voordeel te behalen met duurzaamheid heb je volgens de wethouder in de eerste plaats stevige ambities nodig. Het Rotterdam Climate Initiative heeft als doelen de uitstoot van CO2 in 2025 met 50% te verminderen ten opzichte van 1990 en 100% klimaatbestendig te zijn. Van Huffelen: ‘Door koploper te willen zijn, trek je ook koplopers aan.’ In het geval van het drijvend bouwen komen de beste architecten naar de stad, om te kunnen leren en innoveren. Met die kennis en kunde wordt het makkelijker het concept ook op andere plekken te gaan bouwen. Verder is het belangrijk dat je als gemeente de juiste faciliteiten biedt, zoals financieringsfondsen of een gezamenlijk warmtenet met bedrijven. ‘Zodat zij investeringen willen doen’, aldus Van Huffelen.
Infrastructuur voor CCS Op het gebied van mitigatie speelt Rotterdam een belangrijke rol bij de ontwikkeling van afvang en ondergrondse opslag van CO2 (Carbon Capture Storage), naast energie efficiëntie en duurzame energie. In deze regio is een concentratie van industrie aanwezig, die veel energie gebruikt en CO2-uitstoot. Alle benodigde partijen binnen het RCI werken samen aan een totale infrastructuur, of netwerk, voor afvang, transport en opslag van CO2. Met een flink aantal industriële bedrijven in de regio wordt al samengewerkt en zij investeren zelf ook flink in die infrastructuur. Het netwerk wordt ontwikkeld voor Rotterdam, maar in de toekomst zijn er mogelijkheden voor uitbreiding naar andere gebieden in Nederland en Noordwest Europa. Zo kunnen ook andere industriële regio’s met veel CO2-uitstoot, zoals Antwerpen en het Roergebied, er belang bij hebben. Samen met marktpartijen wordt een winstgevend kostenplaatje voor de opslag bestudeerd. Want ook voor CO2-opslag geldt dat de economische motor wel moet draaien. ‘Alleen dan kun je ambities ook volhouden’, aldus de wethouder. www.rotterdamclimateinitiative.nl
<< By presenting itself as a city with substantial water management expertise, Rotterdam is hoping to eventually market concepts (internationally) and turn a profit in the process. Van Huffelen is unequivocal when she expresses the ambition for Rotterdam to be the city that generates the most profit from sustainability. It naturally has a long history with the port and industry, and therefore with economic growth. Businesses and authorities of the Rotterdam Climate Initiative have realised in time that this also offers opportunities for sustainability and CO2 reductions. ‘Nowadays, it is completely impossible to work on preserving the environment from a purely ideological viewpoint,’ says Van Huffelen. ‘That won’t last. You must take a comprehensive approach, together with industry and local residents. We will not do anything unless we can do it together.’ According to her, you first need high-flying ambitions to generate financial profit from sustainability. The targets of the Rotterdam Climate Initiative are to reduce CO2 emissions by 50% in 2025 compared to 1990 and to be 100% climate proof. Van Huffelen: ‘By striving to be a frontrunner, you also draw frontrunners.’ As regards the floating construction concept, leading architects visit the city to learn and innovate. This knowledge and these skills make it easier to implement the concept at other locations as well. It is also important for the municipal authorities to offer the right facilities, including financing funds or a shared heat distribution network with businesses. ‘This will encourage them to invest,’ explains Van Huffelen. CCS infrastructure As regards mitigation, Rotterdam plays a key role in the development of capture and storage of CO2 (Carbon Capture and Storage), along with energy conservation and renewable energy. This region is home to a high concentration of industry that consumes a lot of energy and emits CO2. All Rotterdam Climate Initiative stakeholders work together on a comprehensive infrastructure or CO2 CCS network. Collaboration is already underway with many manufacturing businesses in the region, which also invest heavily in this infrastructure. Although the network is being developed for Rotterdam, there are future opportunities to expand to other regions in the Netherlands and North-West Europe. In this way, other industrialised regions with high CO2 emissions, such as Antwerp and the Ruhr Region, may also benefit. A profitable cost estimate for storage is being explored together with market parties, because the economic motor will still have to run for CO2 as well. ‘Only then will you be able to continue pursuing your ambitions,’ explains Van Huffelen.
CO2 TODAY | Rotterdam
13
Apeldoorn Apeldoorn
14
Fotografie: © Ben Vulkers, RAU
‘Slim combineren van wensen’ ‘Smart combinations of wishes’
Het gebouw De St@art in Apeldoorn is een icoonproject voor CO2-neutraal bouwen. Tegelijkertijd laat het zien hoe voor de belangen van meerdere partijen een gezamenlijke oplossing is gevonden. Coen de Ruiter, directeur van Stichting Apenheul, An icon of CO2-neutral construction, the De St@art building in Apeldoorn also
beschrijft het proces van die samenwerking.
demonstrates how a joint solution was found to meet the interests of several different parties. Coen de Ruiter, Director of the Apenheul Foundation, describes the cooperation process.
CO2 TODAY | Apeldoorn
15
De St@art is a striking building that has fitted in completely with the natural surroundings between the trees of Berg en Bos Park in Apeldoorn since the building was finished in June 2010. The building is made of a large amount of glass and natural materials such as native and FSC wood. From above, it looks like the giant skeleton of an animal, so it’s no surprise that animals in their natural habitat were the basis for the building’s design. The building is used for exhibitions by the Apenheul animal park, as a conference centre for regional and national businesses, and it offers the municipal authority the space needed to provide education about the environment. It is an excellent example of how different interests can produce a common result. ‘A number of issues came together,’ explains Coen de Ruiter, Director of Apenheul. ‘As a foundation we want to instil a love for nature in the general public and encourage people in a surprising way to think about sustainability in their daily lives. We also needed more office space, but we couldn’t build anything else in the park itself. We were therefore looking for a solution to build in the area. At the same time we wanted to focus on a new target group by inspiring businesses with regard to sustainability and offering a platform to bring people together, and the municipal authority wanted to increase the appeal of education about nature and the environment. So we got together to look at how we could combine all of these wishes.’ Freedom given The Thomas Rau architects agency was asked to draw up the design of the area. The project had to be iconic and an architectural, sustainable tour de force. RAU designs buildings that have minimal impact on the environment: they are CO2-neutral and the building materials are recyclable or biodegradable as much as possible. Thomas Rau’s projects also include a CO2-neutral and energy-producing school in Eindhoven and a station restaurant with an energy-producing revolving door in Driebergen-Zeist. ‘Right from the start, all of the partners were looking for an architect who was willing to listen and had an obliging attitude. The municipal authority eventually decided in favour of this building in late 2008. In uncertain times we needed that financial guarantee. The municipal authority said: ‘The uncertainty is temporary.’ >> 16
Tussen de bomen van park Berg en Bos in Apeldoorn staat sinds juni 2010 een opvallend gebouw dat helemaal past in de natuurlijke omgeving: De St@art. Het is gemaakt van veel glas en natuurlijke materialen zoals inlands en fsc-hout. Van bovenaf lijkt het gebouw op een reusachtig skelet van een dier. Dieren in hun natuurlijke omgeving zijn dan ook uitgangspunt geweest bij het ontwerp van De St@art. Het gebouw dient voor tentoonstellingen van dierenpark Apenheul, als congrescentrum voor het regionale en nationale bedrijfsleven en biedt de gemeente ruimte voor milieueducatie. Het is een prachtig voorbeeld van hoe verschillende belangen een gezamenlijke uitwerking hebben gekregen. ‘Er kwam een aantal vraagstukken samen’, vertelt Coen de Ruiter, directeur van Apenheul. ‘Als stichting willen wij liefde voor de natuur creëren en mensen op een verrassende manier over duurzaamheid in hun dagelijks leven na laten denken. Bovendien hadden we meer kantoorruimte nodig, maar konden we in het park zelf niet verder bouwen. We zochten een oplossing om in de omgeving te bouwen. Tegelijkertijd wilden we ons richten op een nieuwe doelgroep; we wilden het bedrijfsleven inspireren op het gebied van duurzaamheid en een platform bieden om mensen bij elkaar te brengen. De gemeente wilde natuur- en milieueducatie meer allure geven. We zijn bij elkaar gaan zitten om te kijken hoe we al deze wensen konden combineren.’
Vrijheid gekregen Voor het ontwerp van de ruimte werd het bureau van de architect Thomas Rau gevraagd. Het moest een icoonproject en een architectonisch, duurzaam hoogstandje worden. RAU ontwerpt gebouwen die zo min mogelijk impact hebben op het milieu; ze zijn CO2-neutraal en de bouwmaterialen zijn zo veel mogelijk herbruikbaar of biologisch afbreekbaar. Thomas Rau is ook verantwoordelijk voor onder andere een CO2-neutrale en energieleverende school in Eindhoven en een stationsrestaurant met energieleverende draaideur in Driebergen-Zeist. ‘Alle partners hebben vanaf het begin aangestuurd op een architect met open oor en een bereidwillige geest. De gemeente heeft uiteindelijk eind 2008 de doorslag gegeven voor dit gebouw. In een onzekere tijd hadden we die financiële garantie nodig. De gemeente zei: “De onzekerheid is tijdelijk.” Het was vanaf het begin duidelijk dat ze heel graag wilde dat dit gebouw er kwam. Dat wekte vertrouwen.’ De gemeente geeft op haar beurt aan hoe belangrijk het was dat een bekende Apeldoornse partij als Apenheul hierin het voortouw wilde nemen. Het past bij de strategie van de gemeente om het stokje van klimaatoplossingen over te dragen aan bedrijven en bewoners. Slim gebruik van deze ruimte zou een inspiratie voor andere bedrijven worden.
‘Partijen betrekken bij die onderdelen waar ze nodig zijn’ ‘Involving parties in the parts where they are needed’
CO2 TODAY | Apeldoorn
17
Municipality of Apeldoorn ‘Turning advice into action’ The Municipality of Apeldoorn has long had the ambition of being energy-neutral by 2020. The Municipal Executive recently adopted a new roadmap for achieving this ambition. As Olaf Prinsen, Alderman for the Environment and Sustainability, comments, ‘In recent years we have set up major projects with national and international appeal in order to put sustainability on the map. Now we need to make sure that the residents of Apeldoorn continue the good work. We have leading figures, such as a resident in the new Zuidbroek neighbourhood who built an entirely energy-neutral house for himself which he now opens to visitors. People like that are fantastic, but it’s also important to convince people who don’t have the same degree of passion.’ One of the projects aiming to convince the public as a whole is called ‘How to Really Pamper Your Home’. In this project the municipal authority wrote to 1,400 residents in the Anklaar and Sprenkelaar neighbourhoods to invite them to take part in a pilot study in which they could easily obtain Energy Performance Advice (EPA) and have the recommendations implemented. As Prinsen explains, ‘At the municipal authority, we see our role as that of a director correcting mistakes that have been made in the past. We saw that a lot of people sought advice, but they didn’t act on the advice they were given. In this project we turn the advice into action. We have signed a pact with businesses in Apeldoorn who will implement the advice given to the residents. The various businesses involved in this collective effort – ranging from window cleaners to general contractors – will also give people discount and extra guarantees.’ The provincial authority is subsidising the initiative. Another project involves resetting central-heating systems on the water side of the system. ‘A lot of systems are not set precisely enough and unnecessary heating cycles cost enormous amounts of energy,’ explains Prinsen. By changing the settings on the water side of the system, residents can immediately achieve energy savings of between 15% and 25%. ‘We will profit from the knowledge that is already available on the market,’ says the Alderman.
18
Gemeente Apeldoorn ‘Advies omzetten in daden’ Gemeente Apeldoorn heeft al lange tijd de ambitie om in 2020 energieneutraal te zijn. Onlangs stelde het college een nieuwe routekaart vast voor de weg daarnaartoe. Olaf Prinsen, wethouder Milieu en Duurzaamheid: ‘We hebben de afgelopen jaren grote projecten opgezet met nationaal en internationaal aanzien om duurzaamheid op de kaart te krijgen. Nu moeten we ervoor zorgen dat de Apeldoorner het overneemt. We hebben koplopers, zoals een bewoner in de nieuwe wijk Zuidbroek die zijn woning helemaal energieneutraal heeft gebouwd en zijn huis openstelt voor bezoek. Dat zijn pareltjes. Maar het is ook belangrijk om mensen die niet dezelfde passie hebben te overtuigen.’ Eén van de projecten waarmee dat gebeurt is ‘Uw woning in de watten’. Bewoners van 1400 woningen in de buurten Anklaar en Sprenkelaar zijn door de gemeente aangeschreven om mee te doen aan een pilot om eenvoudig Energie Prestatie Advies (EPA) in te winnen en de adviezen uit te voeren. Prinsen: ‘Wij zien onze rol van gemeente als die van regisseur daar waar het fout gaat. We zagen dat veel mensen zich wel lieten adviseren, maar dat er geen vervolg aan werd gegeven. Met dit project zetten we advies om in daden. Met Apeldoornse bedrijven hebben we een pact gesloten voor uitvoering van de adviezen. Dit collectief van betrokken partijen, van glazenwasser tot aannemer, geeft mensen bovendien korting en extra garantie.’ De provincie subsidieert het initiatief. Een ander project is het waterzijdig inregelen van CV-installaties. ‘Veel installaties zijn niet nauwkeurig afgesteld. Het onnodig aanslaan kost enorm veel energie’, verklaart Prinsen. Door het waterzijdig inregelen kunnen bewoners direct 15 tot 25% energie besparen. ‘We gaan nu rendement halen uit zaken die de markt al kent en weet’, aldus de wethouder.
Projectmatig heeft de gemeente een bescheiden rol gespeeld. Apenheul heeft alle vrijheid gekregen om met partners dit project te verwezenlijken. Goede samenwerking betekent niet dat iedereen overal bij betrokken moet zijn, vindt De Ruiter. ‘Zorg dat je partijen betrekt bij die onderdelen waar ze nodig zijn en niet bij onderdelen waar dat niet relevant is. Dan gaan ze onnodig naar een rol zoeken. Hoe meer je partijen kunt terugbrengen, des te beter.’
Open blik Opvallend aan het gebouw is dat het geen gasaansluiting heeft. Verwarming is afkomstig van zonne- en lichaamswarmte en warmte van machines zoals computers. In plaats van radiatoren of airco wordt de massa van het gebouw gebruikt om het gebouw op temperatuur te houden. Overtollige warmte en koude wordt in de grond opgeslagen. De noordkant van het gebouw is goed geïsoleerd en de zuidkant, waar de kantoren zich bevinden, heeft veel glas om zoveel mogelijk warmte binnen te laten. De LED-verlichting wordt per werkplek automatisch geregeld. Het gebouw is CO2-neutraal en de initiatiefnemers hopen in de toekomst ook energieneutraal (door zonnecellen op het dak). Het vele glas in de kantoorruimten geeft de medewerkers van Apenheul het gevoel midden in de natuur te werken. Ook deelnemers aan congressen worden geïnspireerd door de omgeving. ‘Ze krijgen letterlijk een meer open blik door de open ruimte’, vertelt De Ruiter. ‘Duurzaamheid wordt een vanzelfsprekend thema, ook wanneer het niet eens op de agenda staat.’ www.apeldoorn.nl www.apenheul.nl
<< It was clear from the start that they very much wanted this building to become a reality. That created the trust we were looking for.’ As for the municipal authority, they indicated how important it was that a well-known party from Apeldoorn such as Apenheul wanted to take the lead. That fits in with the municipality’s strategy of passing the climate-solutions baton to businesses and local residents. Smart use of this area would be an inspiration for other businesses. The municipality played a small role in the project itself. Apenheul was given total freedom to work with partners to make the project a reality. According to De Ruiter, close collaboration does not mean that everyone should be involved in everything. ‘Make sure that parties are involved in the parts where they are needed and not where they have no real role to play, otherwise they’ll only start looking for a role unnecessarily. The more you can limit the number of parties involved the better.’ Open view One especially striking aspect about the building is that it is not connected to the gas grid. Heating comes from solar and body heat and from warmth from machines such as computers. Instead of radiators or air conditioning, the mass of the building is used to maintain the building at the correct temperature. Surplus heat and cold are stored in the ground. The north side of the building is well-insulated and the south side, which is where the offices are located, has a lot of glass to let as much heat into the building as possible. The LED lighting is automatically controlled per workstation. The building is CO2-neutral and the initiators are hoping it will also be energy-neutral in the future (because of the solar cells on the roof). The large amount of glass in the office part of the building gives the Apenheul staff the feeling that they’re working in the middle of the countryside. Conference participants are also inspired by the surroundings. ‘They’re literally given a more open view because of the open space,’ explains De Ruiter. ‘Sustainability will become an automatic theme, even if it’s not explicitly on the agenda.’
CO2 TODAY | Apeldoorn
19
Heerhugowaard Heerhugowaard
20
‘In beweging blijven’ ‘Keep on moving’
Delegaties uit de hele wereld komen in Heerhugowaard kijken Delegations from all over the world are visiting Heerhugowaard to see the City of
naar Stad van de Zon. Maar de gemeente wil niet te lang op dat paradepaardje blijven leunen; er is nog zoveel meer te doen.
the Sun, but the municipal authority does not want to rely on that showpiece for too long. There is much more to be done.
CO2 TODAY | Heerhugowaard
21
According to Christiaan Kwint, Municipal Executive Member responsible for the Sustainability portfolio, Heerhugowaard’s successful City of the Sun project can also become the showpiece for surrounding municipalities. This is not only a generous offer, it – according to Kwint – is also a highly logical step. ‘We must scale up. Success will only come if you can share it and allow it to expand.’ Delegations from all over the world are visiting Heerhugowaard to see the approach the town is taking. The Municipal Executive Member recently received another article about the City of the Sun from a South Korean newspaper. ‘That is also good for the Netherlands.’ Power to achieve great things The City of the Sun, a CO2-neutral residential area incorporating 25,000 solar panels and three large wind turbines, has symbolised Heerhugowaard’s sustainability policy for years. Solar power is only one of the components of the roadmap on the way to CO2 neutrality in 2030, with locally generated sustainable energy. Kwint: ‘The most important lesson from the City of the Sun is probably that high-flying ambitions are realistic and feasible. This is all happening despite the setbacks, of which we definitely had a few. Examples include withdrawn funding or a series of solar panels that proved to be a fire hazard. When issues like these crop up, it is important to keep looking forward. We can now make meters with solar panels in rented and owner-occupied properties. It is also time to shift our focus from PV to overall sustainability, in all policy areas.’ New projects start where the City of the Sun ends, with energy-efficient and climate neutral homes with solar panels. They vary from a low-threshold YouTube competition for residents to our own 100% sustainable local government organisation. ‘Sustainability is a question of attitude,’ explains Kwint. ‘Once you start down that route, there’s no turning back.’ In early 2010, Heerhugowaard signed the European Covenant of Mayors to reduce CO2 emissions even further than the EU’s 20% guideline. ‘We want to convince other European cities that they, too, have the power to achieve great things,’ explains the Municipal Executive Member. At the local level, this means constantly challenging frontrunners and talking to residents about their roles as ambassadors. 22
Het succesvolle project Stad van de Zon in Heerhugowaard mag van Christiaan Kwint, wethouder Duurzaamheid, ook het paradepaardje van de omliggende gemeenten worden. Een genereus gebaar. Maar volgens hemzelf een heel logische stap. ‘We móeten schaalvergroten. Je bent alleen succesvol als je je successen op anderen weet over te brengen en als een olievlek kunt uitbreiden.’ Delegaties uit de hele wereld komen kijken hoe Heerhugowaard het aanpakt. Onlangs ontving de wethouder weer een artikel over Stad van de Zon uit een Zuid-Koreaanse krant. ‘Dat is ook goed voor Nederland.’
Kracht om te realiseren Stad van de Zon, een CO2-neutrale woonwijk met 25.000 geïnstalleerde zonnepanelen en drie grote windmolens, is al jarenlang hét symbool voor het duurzame beleid van Heerhugowaard. Zonne-energie is slechts één van de onderdelen van de roadmap op weg naar CO2-neutraliteit in 2030, met lokaal opgewekte duurzame energie. Kwint: ‘Misschien wel de belangrijkste les die de Stad van de Zon ons heeft geleerd, is dat hoge ambities reëel zijn en dat het kán. Ondanks de tegenslagen, want die zijn er zeker geweest. Denk aan subsidies die werden ingetrokken of een serie zonnepanelen die ineens brandgevaarlijk bleek te zijn. Dan is het belangrijk de blik naar voren te blijven houden. We kunnen nu meters maken met zonnepanelen, in huurén koopwoningen. Tegelijk is het tijd om de focus te verleggen van PV naar duurzaamheid in de volle breedte, op alle beleidsterreinen.’ Waar de Stad van de Zon eindigt, met energiezuinige en klimaatneutrale woningen met zonnepanelen, gaan nieuwe projecten verder. Die variëren van een laagdrempelige YouTube-wedstrijd voor bewoners tot een eigen 100% duurzame overheidsorganisatie. ‘Duurzaamheid is een mentaliteitskwestie’, vindt Kwint. ‘Ben je eenmaal die weg ingeslagen, dan kun je niet meer terug.’ Heerhugowaard tekende begin 2010 het Europese Covenant of Mayors, om méér CO2 te reduceren dan de richtlijn van 20% van Brussel. ‘We willen ander steden in Europa overtuigen van de kracht die je hebt om dingen te realiseren’, aldus de wethouder. Op lokaal niveau betekent dat koplopers blijven uitdagen en bewoners blijven aanspreken op hun ambassadeursfunctie.
Willie Wortelprijs Om bewoners mee te krijgen, moet je eerst in de eigen keuken kijken, meent Kwint. Te beginnen met een klimaatvriendelijk gemeentehuis, waar zelfs de burgemeester in het kader van flexwerken geen eigen kamer heeft. Het Nederlandse inkoopbeleid voor de overheid dat 75% duurzaam moet zijn, gaat Heerhugowaard niet ver genoeg. ‘Duurzaam inkopen is gewoon een kwestie van doen’, meent Ton Novotny, verantwoordelijk voor het inkoopbeleid van de gemeente. ‘Zonder doen geen verandering. Het lijkt lastig
‘Je bent alleen succesvol, als je succes kunt delen’ ‘Success comes only when you can share it’
CO2 TODAY | Heerhugowaard
23
De Draai Building with fixed scores A young town, Heerhugowaard will complete quite a few new-build projects before 2015, such as the sustainable neighbourhood De Draai. This project aims to create homes and offices that are 30% more energy efficient than the national standard. The 2700 homes will be built as energy-efficiently as possible. Heerhugowaard is already busy with preparations: if new kinds of technology are economically viable, most can be implemented without additional measures. In this way, a house can be made even more energy-efficient at a later stage. In order to build as sustainably as possible, the municipal authorities are using a special programme for De Draai: ‘GPR Gebouw’. In this system, Heerhugowaard has recorded the sustainability scores the property developers should preferably meet. They can decide for themselves how to achieve this. This leaves room for flexibility to apply (technological) developments in future building phases. Developers will then be able to respond directly. In the next few years, the area will be further developed in phases. The idea is to use this approach for all new-build projects in Heerhugowaard.
24
De Draai Bouwen met vastgelegde scores Heerhugowaard is een jonge stad en krijgt tot 2015 nog veel nieuwbouw, zoals de duurzame wijk De Draai. Hier wordt ingezet op 30% energiezuinigere woningen en kantoren dan de landelijke norm. De 2700 woningen worden zo energiezuinig mogelijk gebouwd. Heerhugowaard doet alvast voorwerk: als nieuwe technieken economisch rendabel zijn, kunnen de meeste zonder extra maatregelen worden aangebracht. Zo kan een woning op een later moment nog energiezuiniger worden gemaakt. Om zo duurzaam mogelijk te bouwen, maakt de gemeente voor De Draai gebruik van een speciaal programma: GPR Gebouw. In dit systeem heeft Heerhugowaard de gewenste duurzame scores vastgelegd, waar projectontwikkelaars aan moeten voldoen. Hoe ze dat bereiken, mogen ze zelf invullen. Op die manier blijft er flexibiliteit bestaan om (technologische) ontwikkelingen in toekomstige bouwfasen toe te passen. Ontwikkelaars kunnen daar dan direct op inspelen. Het gebied wordt de komende jaren in fasen ingevuld. De bedoeling is dit voor alle nieuwbouw in Heerhugowaard zo te doen.
omdat het geld kan kosten, maar op lange termijn verdien je dat terug. Denk bijvoorbeeld aan lagere onderhoudskosten voor het wagenpark. Ook moet je de keuze voor fsc-papier meteen combineren met biologische inkt en dubbelzijdig printen. Als je kijkt wat de mogelijkheden zijn, blijkt er heel veel te kunnen.’ Om mensen intern te prikkelen, bedacht de gemeente de Willie Wortelprijs; een podium voor creatieve ideeën. De eerste prijs ging naar een voorstel voor warmtewerend folie bij de ramen. ’Eigenlijk is het kinderlijk eenvoudig’, aldus Novotny. ‘Ik ben er trots op dat we 100% duurzaam inkopen’, zegt de wethouder. ‘Daarmee creëren we een nieuwe focus. Over twee jaar hoop ik weer trots te zijn op iets anders. Dat betekent dat we in beweging blijven.’ www.heerhugowaard.nl
Willie Wortel Award According to Kwint, you must first look at your own affairs to get residents on board. Starting with a climate-friendly town hall, in which even the Mayor does not have his own office as part of the flexible working environment. The Dutch public procurement policy, which calls for a sustainability target of 75%, is not strict enough for Heerhugowaard. ‘Sustainable procurement is simply a matter of doing it,’ explains Ton Novotny, who bears responsibility for the municipality’s procurement policy. ‘When you do nothing, nothing will change. It seems daunting because it costs money, but it will pay itself back in the long run, for instance, in the form of lower maintenance costs for the organisation’s vehicle fleet. You should also immediately combine the choice for FSC paper with organic ink and double-sided printing. If you take a close look, there are actually quite a few opportunities.’ As a means of encouraging staff, the municipal authorities came up with the Willie Wortel (i.e. the Dutch version of ‘Gyro Gearloose’) Award, designed to serve as a podium for creative ideas. First prize went to a proposal for heat-resistant film around the windows. ‘It’s basically child’s play,’ explains Novotny. ‘I am quite proud that our procurement activities are 100% sustainable,’ says the Municipal Executive Member. ‘It enables us to create a new focus. In two years’ time, I hope to be proud of something else. That would mean we are moving forward.’
Solar panels on schools
Zonnepanelen op scholen
Heerhugowaard is preparing to install solar panels on all primary schools. Schools make their roofs available to the supplier, which will not only take care of maintenance and management, but also make an educational contribution to the schools.
Heerhugowaard treft voorbereiding om op alle basisscholen zonnepanelen te installeren. Scholen stellen hun dak ter beschikking aan de leverancier. Die zorgt niet alleen voor onderhoud en beheer, maar ook voor een educatieve bijdrage op de scholen.
CO2 TODAY | Heerhugowaard
25
Den Haag The Hague
26
Fotografie: Urban Development Department of The Hague
‘Samen tot het uiterste gaan’ ‘Going the distance together’
Soms krijgen gemeenten de kans om bij te dragen aan innovatie. Die kans krijgt Den Haag met de relatief nieuwe, schone energiebron aardwarmte (geothermie). De stad aan zee is met Sometimes municipal authorities get the opportunity to contribute to innovation.
boringen gestart en gaat daarmee als eerste stad in Nederland geothermie grootschalig in de woningbouw toepassen.
The Hague has been given just such an opportunity with the relatively new, clean energy source that is geothermal energy. The city by the sea has started drilling and will be the first city in the Netherlands to implement geothermal energy for residential buildings on a large scale.
CO2 TODAY | Den haag
27
Rich mineral resources were found in the ground in The Hague as far back as the 1950s when oil was found by accident during a demonstration drilling session organised by Bataafse Petroleum Maatschappij. For a long time, however, people assumed that the heat was too deep for drilling to be profitable. Since then, seismic technology has improved dramatically to the point where geothermal energy can now be fully utilised. This development is especially important because concrete solutions to the energy transition problem are really needed at the moment. The ground in and around The Hague is highly suitable for geothermal energy because the city is located directly above an area of heat. 12,000 homes Drilling down to a depth of two kilometres started this summer. The hot groundwater pumped up to the surface is being used to heat 4,000 new and existing homes in The Hague’s Zuidwest district as well as a further 20,000 m2 of commercial space. Heat exchangers are used to make the hot water heat up cold water. After it cools down, the water is returned back into the ground. In other words, the system is closed and sustainable. The first homes are expected to be connected to the geothermal heating system in 2011. Rabin Baldewsingh, Alderman for Sustainability, says, ‘These are exciting times. We can use this project to show that it’s possible. During the process we will generate a lot of new information about geothermal energy. Geologists and people from the mining and oil industries are also involved in the project. We are expecting at least another two follow-up projects of the same scale. That will make a total of some 12,000 homes.’ Using geothermal energy to heat homes saves 70% in CO2 emissions compared to traditional heat sources. Underlining the priority Using the earth’s heat as a source of energy is part of The Hague’s climate policy to be a climate-neutral city by 2040. That ambition was recently brought forward by ten years to underline the priority for the climate. ‘This shows that we are doing everything in our power to find solutions,’ explains Baldewsingh. ‘75% of all CO2 emissions worldwide take place in cities and we know that we are contributing to this level of >>
28
Al in de jaren ‘50 werden in Den Haag de rijkdommen in de bodem ontdekt. Er werd toen bij toeval olie gevonden bij een demonstratieboring van de Bataafse Petroleum Maatschappij. Lange tijd werd er echter van uitgegaan dat de warmte te diep lag om boringen rendabel te krijgen. Sindsdien zijn de seismische technieken enorm verbeterd. Het is nu wel mogelijk om aardwarmte te benutten. En dat is belangrijk omdat juist nu concrete oplossingen voor de energietransitie hard nodig zijn. De bodem in en rondom Den Haag is heel geschikt voor geothermie; de stad ligt precies op een warmtetong.
12.000 woningen De boringen worden uitgevoerd tot twee kilometer diepte en zijn deze zomer gestart. Met het omhoog gepompte warme grondwater worden in de Haagse wijk Zuidwest 4.000 nieuwe én bestaande woningen verwarmd en ook nog eens 20.000 m2 bedrijfsruimte. Het warme water verwarmt koud water door middel van warmtewisselaars. Het afgekoelde water wordt weer terug de aarde in gebracht. Het is dus een duurzaam en gesloten systeem. De verwachting is dat in 2011 de eerste woningen op aardwarmte worden aangesloten. Rabin Baldewsingh, wethouder Duurzaamheid: ‘Het is een spannende tijd. Hiermee kunnen we laten zien dat het kán. Tijdens het proces zullen we nog veel nieuwe informatie genereren over geothermie. Er zijn geologen bij betrokken en mensen uit de mijnbouw en olieindustrie. We verwachten zeker nog twee vervolgprojecten van dezelfde omvang. Dan heb je het toch over 12.000 woningen in totaal.’ Verwarming via aardwarmte bespaart 70% CO2 ten opzichte van de traditionele warmtebronnen.
Prioriteit onderstrepen Het inzetten van aardwarmte als energiebron is onderdeel van het klimaatbeleid in Den Haag om in 2040 een klimaatneutrale stad te zijn. Die ambitie is recent tien jaar vervroegd, om de prioriteit voor het klimaat te onderstrepen. ‘Daarmee laten we zien dat we alles op alles zetten om oplossingen te vinden’, aldus Baldewsingh. ‘Van alle CO2-uitstoot wereldwijd vindt 75% plaats in steden. We zijn ons ervan bewust dat we medeveroorzaker zijn. Als wereldstad van vrede en recht, tonen we betrokkenheid bij deze wereldproblematiek. Bovendien krijgen we als stad achter de duinen zelf direct met klimaatverandering te maken.’ De boulevard van Scheveningen ondergaat al een grondige renovatie in het kader van kustversteviging.
‘Als volwaardig partner laten zien dat we geothermie écht steunen’ ‘Showing that we really support geothermal energy as a fully-fledged partner’
Fotografie: Michel Groen
CO2 TODAY | Den haag
29
Erasmusveld: A neighbourhood to invest in The Hague is encouraging partners to build the most sustainable residential neighbourhood in the Netherlands, which will be called ‘Erasmusveld’. A total of 750 new homes will be built in this neighbourhood. The neighbourhood should not only be energy-neutral, but also fully self-sufficient. All waste will be recycled and converted into energy. Geothermal energy will play a role. The area is part of the main ecological structure, which means that the greenery and the water will be preserved. Baldewsingh says, ‘It works if the municipal authority selects one project where everything comes together and you can go the distance together. Partners will then be quite willing to stick their necks out for once and, for example, talk about additional costs.’ Apart from sustainability, the structure of the organisation will also be an important lesson because there are several owners in the neighbourhood: private individuals, housing corporations and the municipality. ‘It will be a challenge to jointly organise energy management in this neighbourhood. But that doesn’t keep us from continuing,’ says The Hague’s Alderman. Construction work will start on Erasmusveld in 2012.
30
Erasmusveld: Een wijk om in te investeren Den Haag prikkelt partners om de meest duurzame woonwijk van Nederland te bouwen, het Erasmusveld. Hier komen 750 nieuwe woningen. De wijk moet niet alleen energieneutraal worden, maar ook volledig zelfvoorzienend. Alle afval wordt hergebruikt en omgezet tot energie. Ook geothermie gaat hier een rol spelen. Het gebied is deel van de ecologische hoofdstructuur, dus het groen en de waterpartijen blijven behouden. Baldewsingh: ‘Het werkt als je als gemeente één project uitzoekt waar alles samenkomt en waar je met elkaar tot het uiterste gaat. Dan zijn partners best bereid één keer hun nek uit te steken en mee te praten over bijvoorbeeld meerkosten.’ Naast duurzaamheid wordt ook de organisatorische structuur een belangrijke les. Er zijn namelijk meerdere eigenaren in de wijk; particulieren, woningbouwcorporaties en gemeente. ‘Het wordt een uitdaging om in deze wijk het energiebeheer gezamenlijk op te zetten. Maar dat weerhoudt ons er niet van door te gaan’, aldus de Haagse wethouder. In 2012 gaat in Erasmusveld de eerste paal de grond in.
CO2-vrije stad
Een stad realiseren die vrij is van CO2-uitstoot betekent onvermijdelijk een verschuiving in de energievoorziening. Aardwarmte is een belangrijk onderdeel van de nieuwe energievisie van Den Haag, waarin ‘schoon, betaalbaar en betrouwbaar’ het uitgangspunt is. ‘We zijn ons ervan bewust dat we er met alleen aardwarmte nog niet zijn. Met de huidige techniek kun je inderdaad niet de hele stad verwarmen’, vertelt Baldewsingh. ‘Daarom zetten we tegelijkertijd stevig in op warmte- en koudenetten.’
Vertrouwen Bijzonder aan het aardwarmteproject is dat gemeente Den Haag niet alleen faciliteert, maar als volwaardig partner meedoet met Eneco, E.ON Benelux en drie woningbouwcorporaties. ‘Het is nog te vroeg om geothermie alleen aan de markt over te laten’, verklaart Baldewsingh. ‘Wij zijn als gemeente risicodragende partij geworden omdat het noodzakelijk was om tot realisatie over te kunnen gaan. Bovendien geef je hiermee partners het vertrouwen dat de gemeente de ontwikkeling van geothermie écht steunt.’ Dat Den Haag het (financiële) risico durft te lopen, past bij de wens van de stad om koploper te zijn op klimaatgebied. Dat bleek al eerder met de zeewaterwarmtecentrale, waar dankzij een innovatieve techniek in de wijk Duindorp 800 woningen worden verwarmd met water uit de Noordzee. ‘We moeten stoppen met alleen praten, we moeten gewoon doen’, aldus de wethouder. Den Haag stemt lokale warmte-initiatieven op elkaar af, zodat die in de toekomst aan elkaar gekoppeld kunnen worden tot één groot regionaal warmtesysteem. Geothermie wordt onderdeel van dit netwerk. Natuurlijk zijn ook de bewoners, de eerste P van People- Planet- Prosperity, een belangrijke drijfveer in deze ontwikkeling. ‘We zoeken naar manieren waarmee bewoners goedkoper uit zijn én gezonder en schoner leven. We willen ook gewoon een prettige en gezonde stad blijven om in te wonen.’ www.denhaag.nl/klimaat www.aardwarmtedenhaag.nl
<< emissions. As a global city of peace and justice, we look to demonstrate our commitment to tackling these world issues. What’s more, as a city protected from the sea by a system of sand dunes, we have to deal directly with the effects of climate change.’ The boulevard in Scheveningen is already undergoing extensive renovation work as part of a project to reinforce coastal defences. Creating a city without CO2 emissions inevitably means a shift in energy supplies. Geothermal energy is an important part of The Hague’s new vision for energy based on the principle of ‘clean, affordable and reliable’. ‘We are aware that geothermal energy alone will not be enough. It’s true that the current level of technology is not sufficient to heat the entire city,’ explains Baldewsingh. ‘That’s why we’re also focusing on heat and cold networks at the same time.’ Confidence One notable aspect of the geothermal energy project is that the Municipality of The Hague is not only acting as facilitator but is also involved as a fully-fledged partner with Eneco, E.ON Benelux and three housing corporations. ‘It’s still too early to leave geothermal energy in the hands of the market alone,’ explains Baldewsingh. ‘As the municipality we became the risk-bearing party because actual physical development work had to begin. That also gives your partners the confidence that the municipality is genuinely supporting the development of geothermal energy.’ The fact that The Hague is willing to run the risks (including the financial risk) fits in with the city’s wish to be a frontrunner on climate issues. This wish was already demonstrated by the seawater heating installation that now uses innovative technology to heat 800 homes in the Duindorp area using water from the North Sea. ‘We need to stop just talking and get on with doing’, says the Alderman. The Hague coordinates local heat initiatives so that they can be linked together in the future to create a single large regional heating system. Geothermal energy will be part of that network. Naturally the people – the first ‘P’ in ‘people, planet and prosperity’ – are an important driving force behind this development. ‘We are looking for ways to reduce the costs for residents and to make their lives healthier and cleaner. We just want to remain a pleasant and healthy city to live in.’ CO2 TODAY | Den haag
31
Provincie Noord-Holland
Province of North Holland
32
Fotografie: Cees Bakker
‘Kansen voor een energielandschap’
‘Opportunities for an energy landscape’
In de transitie naar duurzame energie zet de provincie NoordHolland sterk in op windenergie. Het uitgangspunt is gebiedsbreed ontwerpen, met oog voor een kenniseconomie en draagvlak voor een energielandschap. The Province of North Holland is focusing heavily on wind energy in the transition to sustainable energy supplies. The basic principle is area-wide design with an eye for the knowledge economy and support for an energy landscape.
CO2 TODAY | Provincie Noord-Holland
33
A 3D model shows precisely the lines of wind turbines where they may be located in five or ten years’ time. Turbines as part of an open landscape actually appear to be more comfortable on the eye than when they are located on an industrial estate. Turbines on the existing lines of a polder landscape do not offer the continuity perceived by the brain as logical either. These are a few interesting results of a new method used to simulate the future situation at the touch of a button – including what the view will be like on a sunny or cloudy day. The Province of North Holland is using this technology to plan for the upscaling of wind energy to 430 MW by 2012 and 1000 MW by 2020. Businesses are very eager North Holland is one of the eleven focus areas in the Netherlands for the large-scale production of wind energy as part of the efforts to meet the climate objectives. ‘It’s a sparsely populated, vast area with high winds,’ explains Jacco Rodenburg, the province’s ‘Onshore Wind’ policy advisor. ‘The industry is here already, because of the onshore turbines and the many private owners. Businesses are very eager to expand.’ These benefits could make large-scale wind energy profitable and lead to the desired upscaling of operations. The province is looking at the entire northern part of North Holland for possible upscaling opportunities. ‘Upscaling at current locations is often not possible. With higher turbines, for example, you face the problem of insufficient space or an undesirable effect on what the landscape looks like,’ explains Rodenburg. ‘Furthermore, municipal authorities are receiving more and more requests from project initiators. We are therefore asking ourselves whether this is the spatial development that we want to see and whether we are making the best use of the opportunities offered by wind energy. An integrated approach is required because of the developments of scale, the supra-local impact on the landscape and the need to restructure outdated wind farms.’ At the same time, Wieringermeer Municipality, which had to process 27 individual requests, contacted the provincial authority for advice. Wieringermeer was therefore the logical choice for the first pilot for an integrated approach to wind energy in the province. In early 2010 the national government, the municipal authority and the provincial authority signed a covenant agreeing to tackle the challenges together. ‘If we succeed in Wieringermeer, we will have a driving wheel for other developments,’ says Rodenburg. [See box] 34
In een 3D-model zijn exact de lijnen te zien van de windturbines zoals ze er over vijf of tien jaar kunnen staan. Turbines in een landschap blijken eigenlijk rustiger voor het oog te zijn dan wanneer ze bij een industrieterrein staan. Ook bieden turbines op bestaande lijnen van een polderlandschap niet de continuïteit die de hersenen als logisch ervaren. Dit zijn enkele interessante resultaten van een nieuwe methode waarbij met één druk op de knop de situatie van de toekomst wordt nagebootst. Inclusief de aanblik bij zonnig of bewolkt weer. De provincie Noord-Holland gebruikt deze techniek in de planvorming voor opschaling van windenergie naar 430 MW in 2012 tot 1000 MW in 2020.
Ondernemers staan te trappelen Noord-Holland is een van de elf concentratiegebieden in Nederland voor de grootschalige productie van windenergie als bijdrage aan de klimaatdoelen. ‘Het is een dun bevolkt, uitgestrekt gebied waar het hard waait’, verklaart Jacco Rodenburg, beleidsadviseur Wind op Land bij de provincie. ‘De industrie is hier al aanwezig, vanwege de onshore turbines en de vele particuliere eigenaren. Ondernemers staan te trappelen om uit te breiden.’ Die voordelen kunnen grootschalige windenergie rendabel maken en zorgen voor de gewenste schaalsprong. De provincie neemt daarvoor mogelijkheden in de hele kop van Noord-Holland onder de loep. ‘Schaalsprong op bestaande plekken lukt vaak niet. Met hogere turbines kom je bijvoorbeeld in problemen met de ruimte. Of er ontstaat een landschappelijk beeld dat niet wenselijk is’, verklaart Rodenburg. ‘Bovendien krijgen gemeenten steeds meer aanvragen van initiatiefnemers. Daarbij vragen wij ons af; leidt dit wel tot de ruimtelijke ontwikkeling die we willen? Benut dit wel op de beste manier de kansen van windenergie? De ontwikkeling in het schaalniveau, de bovenlokale impact op het landschap en de noodzaak verouderde windopstellingen te herstructureren, vraagt om een integrale benadering.’ Tegelijkertijd klopte de gemeente Wieringermeer, die 27 individuele aanvragen moest verwerken, bij de provincie aan voor advies. Zo kwamen zaken logisch bij elkaar en Wieringermeer is nu de eerste pilot voor een integrale aanpak van windenergie in de provincie. Begin 2010 tekenden het Rijk, gemeente en provincie een convenant om de uitdagingen gezamenlijk op te pakken. ‘Lukt het in Wieringermeer, dan heb je een vliegwiel voor andere ontwikkelingen’, aldus Rodenburg. (Zie kader)
Double the power in Wieringermeer Out of all the initiatives in North Holland, the approach taken in Wieringermeer Municipality is the most innovative. It is an experiment involving spatial design, development of support and the preparation of a complex business case. The municipality already has 118 MW of wind energy (from a test farm set up by Nuon, ECN and private parties). With the wind plan that amount of power should double and the yield should quadruple to provide energy for 400,000 to 600,000 homes, thereby creating a surplus. It’s not surprising that, of all places, Wieringermeer is open to innovative spatial design, because this is where the Zuider Zee was first drained in the 1930s. ‘The proactive attitude as regards a mouldable landscape is still here,’ says Reitsma. Existing wind turbines may stand in the way of new developments, however. The challenge is to get owners to participate in the plan, even though they may sometimes have to part with the turbine on their land. The new plan has to provide sufficient prospects for them to continue their business. The studies with the 3D model gave rise to two scenarios, both of which keep the centre of the polder empty. Construction will start as soon as the authorities have chosen one of the scenarios. The first turbines are due to be finished by late 2011. The wind plan will be rolled out over the next ten years.
Verdubbeld vermogen in Wieringermeer Van alle Noord-Hollandse initiatieven is de aanpak in gemeente Wieringer meer het meest innovatief. Het is een proef met ruimtelijk ontwerp, ontwikkeling van draagvlak en het opstellen van een complexe business case. In de gemeente staat al 118 MW (van Nuon, een testpark van ECN en particulieren). Met het windplan moet dat vermogen verdubbelen en de opbrengst verviervoudigen. Het gaat energie opleveren voor 400 tot 600.000 huishoudens. Daarmee ontstaat een surplus. Dat juist Wieringermeer openstaat voor vernieuwend ruimtelijk ontwerp, is niet vreemd. Hier is in de jaren ’30 als eerste de Zuiderzee drooggelegd. ‘De ondernemende houding ten opzichte van een maakbaar landschap vind je nog steeds terug’, zegt Reitsma. Bestaande windturbines kunnen bij nieuwe ontwikkeling wel in de weg staan. Het is de uitdaging eigenaren mee te krijgen in het plan, terwijl zij soms toch afstand moeten doen van de turbine op hun land. Het nieuwe plan moet voldoende perspectief bieden om hun onderneming voort te zetten. Uit de studies met het 3D-model zijn twee scenario’s ontstaan, die ieder het midden van de polder leeg houden. Zodra de keuze bestuurlijk is bepaald, gaat de aanleg van start. Eind 2011 moeten de eerste turbines staan. Het windplan wordt de komende tien jaar uitgerold.
CO2 TODAY | Provincie Noord-Holland
35
‘Het potentieel van windenergie is veel hoger dan wat je met subsidies investeert’ ‘The potential of wind energy is much greater than the subsidies that are invested’
36
Toeristische route Het landschap en de ruimtelijke kwaliteit zijn het belangrijkste uitgangspunt in de aanpak van Noord-Holland. Daarnaast is het van belang om slimme combinaties te maken met economische pijlers. Miranda Reitsma, adviseur ruimtelijke kwaliteit bij de provincie, organiseerde Salons om met betrokkenen na te denken hoe het plan rijker te maken. ‘Den Helder verzorgt grotendeels het onderhoud van de offshore turbines. Daar ligt een grote kans voor extra werkgelegenheid bij activiteiten op land’, vertelt ze. ‘De kassen van Agriport produceren veel energie, die op het net wordt gezet. Agrariërs zien de komst van het windplan als een kans voor uitbreiding van het net. Ook kun je denken aan een toeristische route langs de molens en er zijn testfaciliteiten voor windturbines en rotorbladen. Er ontstaat een kenniseconomie.’ Rodenburg: ‘Je moet een mechanisme creëren waarmee je de opbrengst van het windplan in de lokale economie pompt en een aantal ontwikkelingen in de regio met elkaar verbindt. Het potentieel van windenergie is dan vele malen hoger dan wat je met subsidies investeert.’
Aandelen in windturbines De Nederlandse situatie voor inpassing van windenergie in de ruimtelijke omgeving is vrij specifiek. Vanwege de hoge bevolkingsdichtheid kun je niet, zoals in Canada of Spanje, een gebied aanwijzen en beginnen. ‘Er ligt geen blauwdruk’, vertelt Rodenburg. ‘We moeten samen zoeken en dat is een ingewikkeld proces.’ Het succes van gebiedsbreed ontwerpen valt of staat met draagvlak onder de bevolking. ‘Voor windenergie krijg ik altijd twee duimen in de lucht, zo lang het maar op zee is’, vertelt Reitsma. ‘Op land is er veel weerstand.’ Het visuele aspect is van essentieel belang voor acceptatie. Om bewoners te betrekken bij de plannen, is de provincie een cultureel planologisch traject gestart. Uit discussies met bewoners ontstond het idee om mensen de mogelijkheid te geven obligaties of aandelen in het windpark te nemen. Nuon heeft al ervaring met particuliere participatie. ‘Het is een extra kostenpost’, verklaart Rodenburg. ‘Maar als het project groot genoeg is, kan het toch uit. Financiële participatie werkt als een mechanisme voor draagvlak. Het geeft een gevoel van controle en creëert betrokkenheid. Het landschap is van ons allemaal.’ www.noord-holland.nl www.wieringermeer.nl
Tourist route The landscape and spatial quality are the most important principles in the approach used by North Holland. It is also important to create smart combinations with economic pillars. Miranda Reitsma, spatial quality advisor for the provincial authority, organised meetings to discuss how the plan could be enhanced with the relevant stakeholders. ‘Den Helder takes care of most of the maintenance of the offshore turbines. That creates a major opportunity for additional jobs as regards onshore work,’ she explains. ‘The Agriport greenhouses produce lots of energy that is fed into the grid. Farmers see the arrival of the wind plan as an opportunity to expand the grid. Another possibility would be a tourist route through the wind farm and there are also test facilities for wind turbines and rotor blades. All of this creates a knowledge-based economy.’ Rodenburg: ‘You have to create a mechanism that you can use to pump the benefits from the wind plan into the local economy and link together a number of developments across the region. The potential of wind energy is then much greater than the subsidies that are invested.’ Wind turbine shares The Dutch situation is quite specific to the Netherlands as regards how to incorporate wind energy into the spatial environment. Because of the high population density, you cannot simply assign an area and make a start, as you can in Canada or Spain, for example. ‘There is no blueprint,’ explains Rodenburg. ‘We have to look together and that is a complicated process.’ The success of area-wide design hinges on support from the population. ‘People always give me two thumbs up for wind energy, as long as it’s offshore,’ says Reitsma. ‘There’s a lot of resistance onshore.’ The visual aspect is crucially important where acceptance is concerned. The province has started a cultural planning process in order to involve residents in the plans. During discussions with residents, the idea was put forward of offering people the opportunity to buy bonds or shares in the wind farm. Nuon already has experience with private participation. ‘It’s an additional cost item,’ explains Rodenburg. ‘But if the project is large enough, it’s still feasible. Financial participation acts as a mechanism to create support. It provides a feeling of control and generates involvement. The landscape belongs to all of us after all.’
CO2 TODAY | Provincie Noord-Holland
37
zaanstad zaanstad
38
‘Duurzaamheid binnen handbereik’
‘Sustainability within reach’
Of het nu gaat om het nieuwe stadscentrum of een duurzaam havengebied; Zaanstad is een proeftuin voor innovatieve ontwikkelingen. Dat geldt voor elektrisch vervoer, duurzaam bouwen en de ontwikkeling van duurzame energie. De gemeente Whether it involves the new city centre or a sustainable port, Zaanstad is a testing ground for innovative developments,
initieert ook studies en samenwerking met internationale partners, het bedrijfsleven en burgers, om sneller tot resultaten te komen.
like electric transport and renewable energies. The municipal authority is also initiating studies and joint ventures with international partners, businesses and citizens, in order to achieve results more quickly.
CO2 TODAY | zaanstad
39
The Municipality of Zaanstad has given residents the opportunity to drive electric cars on the farmers’ market. This is a clever way to both give a tangible demonstration of how enjoyable sustainability can be and assert that new mobility is not part of the distant future, but is already within reach. It is in line with Zaanstad’s high ambition to be climate-neutral as early as 2020. ‘We are doing this to give people a feeling of urgency,’ explains Zaanstad Municipal Executive Member Robert Linnekamp. ‘Because it will all be done so quickly, we will really have to take action. It is also highly possible that many developments will reinforce each other, because work is being done on all fronts to achieve the same objectives. We don’t have to do things alone.’ Largest charging station Electric transport is a recurring theme in all of the municipal authority’s sustainability activities. ‘Distances in the Randstad are short,’ explains Linnekamp. ‘That makes it easier to switch to electric transport. It’s made for these distances.’ One example is its major role in the new sustainable city centre of Zaandam: Inverdan. A multi-storey car park was built here, which will be equipped with the largest charging station for electric transport in the Netherlands. A key aspect of this investment is studying how a charging station of that size works in the public space. For example, how will you pay for the electricity? It is also a challenge because electric mobility was never taken into account when developing the car park. It will, for example, require a major modification of the currently available power supply. The car park will initially get 32 charging points. Because electric transport extends beyond municipal boundaries, extensive consultations are being held with neighbouring municipalities. ‘Several years ago, everyone was developing their own system with the same urgency,’ explains Christian Verberne, Climate Programme Manager. ‘At the time, we deliberately did not sit down together to talk as a means of maintaining momentum. Eventually a better solution arose there with the same dynamics, namely an open-source system, which connects all systems. It’s all about whether you are willing to listen to each other.’ >>
40
Gemeente Zaanstad heeft op de boerenmarkt bewoners met elektrische auto’s laten rijden. Een slimme manier om heel concreet te laten zien hoe leuk duurzaamheid kan zijn en dat nieuwe mobiliteit geen toekomstmuziek is, maar nu al binnen handbereik ligt. Het past bij het vlotte streven van de gemeente Zaanstad om al in 2020 klimaatneutraal te zijn. ‘Dat doen we om mensen het gevoel van urgentie te geven’, verklaart wethouder Robert Linnekamp van de gemeente Zaanstad. ‘Als het zo snel is, moeten we wel in actie komen. Bovendien zou het goed kunnen dat veel ontwikkelingen elkaar gaan versterken, omdat er vanuit alle kanten aan dezelfde doelstellingen wordt gewerkt. We hoeven het niet alleen te doen.’
Grootste oplaadstation Elektrisch vervoer loopt als een rode draad door alle duurzame activiteiten van de gemeente heen. ‘De afstanden in de Randstad zijn kort’, vertelt Linnekamp. ‘Dat maakt het makkelijk over te stappen op elektrisch vervoer. Het is voor deze afstanden gemaakt.’ Het speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol in het nieuwe, duurzame stadscentrum van Zaandam: Inverdan. Hier is een parkeergarage gebouwd dat het grootste oplaadstation voor elektrisch vervoer van Nederland krijgt. Een belangrijk onderdeel van deze investering is te onderzoeken hoe zo’n groot oplaadpunt in de publieke ruimte werkt. Hoe reken je bijvoorbeeld elektriciteit af? Ook is het een uitdaging omdat bij de ontwikkeling van de parkeergarage nooit rekening is gehouden met elektrische mobiliteit. Er is bijvoorbeeld een aanzienlijke aanpassing van de aanwezige stroomvoorziening nodig. De garage krijgt in eerste instantie 32 laadpunten. Omdat elektrisch vervoer ook de gemeentegrenzen over gaat, is er goed overleg met buurgemeenten. ‘Een aantal jaren geleden ontwikkelde iedereen een eigen systeem met dezelfde haast’, vertelt Christian Verberne, programmamanager Klimaat. ‘We zijn toen bewust niet eindeloos om de tafel gaan zitten om zo het tempo te behouden. Uiteindelijk is daar met dezelfde dynamiek een betere oplossing uit gekomen, namelijk een open source systeem, waardoor alle systemen op elkaar kunnen worden aangesloten. Het gaat erom of je bereid bent te luisteren naar elkaar.’ Al het dienstverkeer van de gemeente wordt straks ook elektrisch en het eigen wagenpark moet geheel uit elektrische scooters en auto’s bestaan. Van ambtenaren wordt overigens verwacht dat ze niet meer met de auto naar het werk komen. Bij het nieuwe stadhuis komen ook een busstation en een grote fietsenstalling (met de mogelijkheid om elektrische dienstscooters en –fietsen op te laden).
‘De innovatie uit de Gouden Eeuw gaat door in de klimaatneutrale ambitie 2020’ ‘Golden Age innovation echoed in the climate-neutral ambition 2020’
CO2 TODAY | zaanstad
41
Robert Linnekamp
Sustainability coach In order to achieve the climate objectives, Zaanstad is using a sustainability coach for businesses. Apparent at climate conferences in the municipality, there is a tremendous need among entrepreneurs for clarity about opportunities relating to sustainability. The municipal authorities often have that knowledge. In the Triple D project, the coach starts working specifically with 15 businesses to handle transport, space, energy and raw materials more intelligently. This covers various sustainability objectives: energy conservation (in production processes), reduction of environmental hazards (noise or odour nuisance) and sustainable energy (e.g. rooftop installation of solar panels). The coach and the business together identify opportunities: how can we help each other? The coach also brings businesses and experts into contact with each other, helps to prepare business models and conveys successes on a regional and national level. The business community will also play a role in the European E-Harbours project.
42
Duurzaamheidcoach Om de klimaatdoelstellingen te bereiken, zet Zaanstad een duurzaamheidcoach in voor bedrijven. Bij klimaatconferenties in de gemeente bleken ondernemers grote behoefte te hebben aan duidelijkheid over duurzame mogelijkheden. Kennis die er vaak bij de gemeente wel is. In het Triple D project gaat de coach met vijftien bedrijven concreet aan de slag om slimmer om te gaan met vervoer, ruimte, energie en grondstoffen. Dit raakt diverse duurzaamheiddoelstellingen: energiebesparing (in productie processen), verminderen milieuhinder (geluids- of geuroverlast) en duurzame energie (zoals plaatsen van zonnepanelen op daken). De coach en het bedrijf signaleren samen kansen: hoe kunnen we elkaar helpen? Ook verbindt de coach bedrijven en experts onderling, helpt businesscases op te stellen en draagt successen op regionaal en landelijk niveau uit. Het bedrijfsleven krijgt ook een rol in het Europese project E-Harbours.
E-Harbours Liggend in een havenregio signaleerde Zaanstad dat andere Europese havenregio’s met vergelijkbare vraagstukken zitten op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing. Zaanstad heeft het initiatief genomen om met elkaar te onderzoeken hoe je deze havenregio’s kunt verduurzamen. Aan het project E-Harbours doen havensteden mee in Nederland, België, Groot Brittannië, Duitsland, Shetland Islands en Zweden. Zij hebben hiervoor gezamenlijk Europese subsidie gekregen. Het terugdringen van energie, het opwekken van duurzame energie en elektrisch vervoer staan centraal, met nadruk op elektrisch vervoer (de E staat voor electric). ‘Partijen proberen zoveel mogelijk van elkaar te leren.’ Zaanstad brengt de pilot van het nieuwe gemeentehuis in, met daarbij het grootste elektrische oplaadstation van Nederland. ‘Mobiliteit in havensteden kun je het beste elektrisch organiseren’, zegt de wethouder. De Amsterdamse haven verzorgt voor de binnenvaart walstroom, zodat vieze dieselmotoren nu schoon en stil stroom kunnen laden om in hun elektriciteit te voorzien. Voor schepen en bewoners in de buurt is dat een grote winst. Walstroom voor de binnenvaart wordt komend jaar effectief.
Gouden eeuw De klimaatprojecten vallen onder de bredere doelstelling om van Zaanstad een aantrekkelijke leefomgeving te maken, met een duurzame economie. ‘We komen van ver, als oud-industriële stad met alle milieuhinder vandien’, zegt Linnekamp eerlijk. ‘Maar juist dat omvormen naar een prettig klimaatgebied, daar gaat een heel innovatieve ontwikkeling vanuit. Dan is dit hét proefgebied.’ Verberne: ‘De historie die Zaanstad heeft met alle ontwikkelingen en innovatie in de Gouden Eeuw, zie je nu doorgaan in de ambitie om klimaatneutraal te zijn in 2020.’ www.zaanstad.nl
<< The municipality’s business travel will also go electric later, with a fleet which should consist entirely of electric scooters and cars. Incidentally, civil servants are expected to no longer use their cars to commute to work. A bus terminal and a large bicycle shelter will also be built near the new city hall (along with a charging station for official electric scooters and bicycles). E-Harbours Given its location in a port region, Zaanstad realised that other European port regions face similar questions relating to sustainability and energy conservation. Zaanstad took the initiative to investigate jointly how to make these port regions sustainable. Ports in the Netherlands, Belgium, Great Britain, Germany, the Shetland Islands and Sweden are participating in the E-Harbours project, for which they have jointly received European funding. Reducing energy consumption, sustainable energy and electric transport play a central role, with the emphasis on electric transport – the E stands for electric. ‘Parties try to learn as much as they can from each other’. Zaanstad is contributing the pilot of the new city hall, including the largest electric charging station in the Netherlands.‘You should organise mobility in harbours with electric transport’, says Linnekamp. The Port of Amsterdam provides shore power for inland shipping, enabling ships with polluting diesel engines to run on a clean and quiet power supply. Ships and residents in the area benefit greatly from this.’ Shore power for inland shipping will be introduced next year. Golden Age The climate projects are part of the wider objective to transform Zaanstad into an appealing living environment with a sustainable economy. ‘We’ve come a long way as a former industrial city with all the associated environmental issues,’ says Linnekamp honestly. ‘But that transition into a pleasant climate aware area is exactly what generates highly innovative developments. That makes this the ideal testing ground.’ Verberne: ‘The history of Zaanstad with all the developments and innovation in the Golden Age is now echoed in the ambition to be climate-neutral by 2020.’
CO2 TODAY | zaanstad
43
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Arnhem-Nijmegen Urban Region
44
Fotografie: Ingrid van Beurden (p.44) en Stadsregio
‘Samen de luchtkwaliteit verbeteren’
‘Improving air quality together’
De luchtkwaliteit verbeteren kan niemand alleen. In projecten van Stadsregio Arnhem Nijmegen staat samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid altijd centraal. Groen gas en een verbeterde doorstroom van het verkeer zijn twee voorbeelden Nobody can improve air quality on their own. In projects by the Arnhem-
op weg naar een schonere lucht in de regio.
Nijmegen Urban Region, the focus always lies on collaboration between businesses, educational institutions and the authorities. Green gas and an improved flow of traffic are two examples of how we move towards cleaner air in the region.
CO2 TODAY | Stadsregio Arnhem Nijmegen
45
Two cities in Gelderland have joined forces in the fight against CO2. They were already partners in the Arnhem-Nijmegen Urban Region in the field of housing, spatial planning and transport. Recently, energy and the environment also became a recurring theme. ‘Among other things, we want to tackle air quality issues on a regional basis,’ explains Municipal Executive Member Margreet van Gastel in Arnhem. ‘Air pollution goes beyond the municipal boundaries. Together you are much more capable of ensuring an improved flow of traffic, an environmental zone for clean road freight or an attractive, clean and sustainable public transport system. The advantage of an urban region is that like-minded parties are more likely to move in the same direction. With Arnhem and Nijmegen you already have two major cities working to reduce CO2 emissions and particulate matter.’ The two cities are also jointly involved in the development of green gas, whereby waste from the region is converted into fuel. Binnenstadservice, which offers transport services, is already using green gas. According to Van Gastel, ‘For € 0.75 you can buy a kilogram, which takes you just as far as a litre of diesel. This is nice, tangible result. And it’s so easy. We want to take on initiatives that are feasible. No high-flying dreams, even when it comes to air quality.’ Tests show that the concentration of particulate matter in the region has dropped compared to previous years. Another concrete project in the urban region is the reclamation of heat and cold from the sewers. Europe has made funding available for this initiative as part of inner city regeneration. Future Cities The climate debate is usually about global warming, whereas the urban region also feels responsible for the warming of the cities. ‘It is scientifically proven that it’s 7 degrees warmer on average in cities than outside,’ says Van Gastel. ‘This has consequences for building projects. Examples are air corridors for ventilation, hanging gardens or fountains. We want municipal authorities to become fully aware that this will really turn into a problem.’ Arnhem and Nijmegen are therefore participating in the European project Future Cities, together with Tiel and other European cities such as Rouen in France and Hastings in the UK. >>
46
Twee Gelderse steden hebben samen hun krachten gebundeld in de strijd tegen CO2. Ze waren al verenigd in Stadsregio Arnhem Nijmegen op het gebied van wonen, werken, ruimte en mobiliteit. Sinds kort is ook energie en klimaat een vast thema. ‘We willen onder andere de luchtkwaliteit regionaal aanpakken’, vertelt wethouder Margreet van Gastel in Arnhem. ‘Luchtvervuiling houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Samen kun je veel beter zorgen voor een verbeterde doorstroom van het verkeer, een milieuzone voor schoon vrachtverkeer of een aantrekkelijk, schoon en duurzaam aanbod van openbaar vervoer. Het voordeel van een stadsregio is dat je als gelijkgestemden eerder met elkaar dezelfde kant op gaat. Met Arnhem en Nijmegen heb je al twee grote steden te pakken voor terugdringing van CO2 en fijnstof.’ De twee steden zetten ook samen in op de ontwikkeling van groen gas, waarbij afval uit de regio wordt omgezet in brandstof. De binnenstadservice rijdt al op groen gas. Van Gastel: ‘Voor € 0,75 koop je een kilo waarop je even ver rijdt als op een liter diesel. Dit is een mooi, concreet resultaat. En het is zó eenvoudig. Wij willen initiatieven oppakken die haalbaar zijn. Geen luchtfietserij, ook al gaat het over luchtkwaliteit.’ Metingen laten zien dat de fijnstofconcentratie in de regio afneemt ten opzichte van voorgaande jaren. Ook zijn er initiatieven zoals gebundelde aflevering op bedrijventerreinen en meer en duurzamer vervoer over water. Een ander concreet project in de stadsregio is warmte en koude terugwinnen uit het riool. Europa heeft subsidie beschikbaar gesteld voor dit initiatief als onderdeel van binnenstedelijke vernieuwing.
Future Cities Het klimaatdebat gaat meestal over opwarming van de aarde; de stadsregio voelt zich ook verantwoordelijk voor opwarming van de steden. ‘Het is wetenschappelijk bewezen dat het in steden gemiddeld 7 graden warmer is dan daarbuiten’, vertelt Van Gastel. ‘Dat heeft gevolgen voor bouwprojecten. Je kunt bijvoorbeeld denken aan luchtcorridors voor ventilatie, hangende tuinen of fonteinen. We willen dat gemeenten ervan doordrongen raken dat dit echt een probleem gaat worden.’ Arnhem en Nijmegen werken daarom mee aan het Europese project Future Cities, samen met Tiel en andere Europese steden zoals Rouen in Frankrijk en Hastings in het Verenigd Koninkrijk. Future Cities onderzoekt hoe steden via (regen)water en groen de oververhitting van steden tegen kunnen gaan en de luchtkwaliteit kunnen verbeteren. ‘Dit is ook interessant voor kleine gemeenten. Warmtegebieden kunnen ook een overdekt winkelcentrum zijn met appartementen erboven.’
‘Initiatieven oppakken die haalbaar zijn’ ‘Taking on initiatives that are feasible’
CO2 TODAY | Stadsregio Arnhem Nijmegen
47
Industrial estate undergoing an energy transition ‘Creating crosslinks’ The businesses at Roelofshoeve industrial estate in the Municipality of Duiven will take advantage of opportunities in the field of energy, water, waste, raw materials and transport. Two years ago the municipal authorities and the businesses together launched a concept for the Duiven sustainable energy island. One of the initiatives is for a waste incineration plant on the estate to supply process heat to the sewage treatment plant. It will in turn supply biogas to the waste incinerator, which will reprocess it into green gas for transport in the region. In so doing, Roelofshoeve will strengthen its role as an energy supplier for the entire region. ‘A lot of money can be earned by creating crosslinks,’ explains Jeroen Smits, project manager for the municipal authorities. ‘Take for example opportunities for business optimisation and employment. The output of one company can be the input for another. As a municipality you cannot impose these kinds of processes; they should be created from the bottom up. Businesses, which are competitors after all, should work together and be willing to innovate. As a municipality, on the other hand, you can facilitate in matters such as the legal aspects.’ There has also been constructive collaboration with the urban region and the Province of Gelderland. Using residual heat from the waste incineration plant, district heating will also be expanded in the region. To maintain the ambition in the long term, businesses signed a covenant last year with the municipal authorities and the Province of Gelderland. ‘You should have a common vision and give each other some room. Then you will all eventually succeed,’ says Smits.
48
Energietransitie op industrieterrein
‘Dwarsverbanden leggen’ De ondernemers van bedrijventerrein Roelofshoeve in de gemeente Duiven gaan kansen verzilveren op het gebied van energie, water, afval, grondstoffen en vervoer. Twee jaar geleden heeft de gemeente samen met de ondernemers een concept gelanceerd voor het duurzame energie-eiland Duiven. Een van de initiatieven is dat een vuilverbrandingbedrijf op het terrein proceswarmte gaat leveren aan de rioolzuivering. Die gaat op zijn beurt biogas terugleveren aan de vuilverbrander, die dat weer opwekt tot groen gas voor transport in de regio. Roelofshoeve intensiveert hiermee de rol van energieleverancier aan de gehele regio. ‘Door dwarsverbanden te leggen, valt er veel geld te verdienen’, vertelt Jeroen Smits, projectleider bij de gemeente. ‘Denk aan kansen voor bedrijfsoptimalisatie en werkgelegenheid. Output van het ene bedrijf kan input voor het andere zijn. Als gemeente kun je dit soort processen niet opleggen, het moet van onderaf ontstaan. Ondernemers, die toch elkaars concurrenten zijn, moeten samenwerken en innovatief willen zijn. Als gemeente kun je wel faciliteren bij vraagstukken zoals juridische componenten.’ Ook is er constructief samengewerkt met de stadsregio en de provincie Gelderland. Met restwarmte van de vuilverbrandingsoven wordt ook stadsverwarming in de regio uitgebreid. Om de ambitie voor de lange termijn vast te houden, hebben de ondernemers vorig jaar een convenant getekend met de gemeente en provincie Gelderland. ‘Je moet samen een beeld voor ogen hebben en daarbij elkaar iets gunnen. Dan heb je uiteindelijk allemaal succes’, aldus Smits.
Ondernemers verdienen de eer Volgens Van Gastel is de tijd nu rijp voor maatregelen op het gebied van energie en klimaat. Ondanks de economische crisis. ‘In plaats van te korten op budgetten, kun je ook bezuinigen door kennis te delen’, zegt zij. ‘Ondernemers van bedrijventerrein Roelofshoeve (zie kader) hebben een intentieverklaring getekend om daadwerkelijk bij te dragen aan een duurzaam bedrijventerrein. Zij hebben nu weinig financiële reserve, maar dat kan over een paar jaar weer anders zijn. Als stadsregio blijven we die langetermijnvisie aanjagen en stimuleren. Wel vinden we dat de initiatiefnemers zoals ondernemers en onderwijsinstellingen als Hogeschool Arnhem Nijmegen de eer verdienen. Zij mogen het succes oogsten, dan gaat het naar meer smaken. Als een ondernemer op het podium een prijs voor duurzaamheid in ontvangst neemt, sta ik te glimmen’, aldus de wethouder. www.destadsregio.nl www.future-cities.eu
<< Future Cities is studying how cities can use (rain) water and vegetation to stop the overheating of cities and to improve the air quality. ‘This is also of interest for small municipalities. A warm area can also be an indoor shopping centre with apartments above it.’ Businesses deserve the credit According to Van Gastel, now is the time for energy and climate measures, despite the economic crisis. ‘Instead of budget cuts, you can also reduce costs by sharing knowledge,’ she says. ‘Businesses at the Roelofshoeve industrial estate [see box] have signed a declaration of intent to actually contribute to a sustainable industrial estate. They now have limited financial reserves, but the situation may have changed in a few years’ time. As an urban region we continue to promote and encourage that long-term vision. We do, however, believe that the initiators, such as businesses and educational institutions, such as HAN University of Applied Sciences, deserve the credit. They can reap the rewards and that only makes you hungry for more. When a business receives an award for sustainability on a stage, I beam with pride,’ says the Municipal Executive Member.
CO2 TODAY | Stadsregio Arnhem Nijmegen
49
Energieneutrale waterschappen
Energy-neutral water boards
50
‘Een haalbaar droomscenario’ ‘An achievable dream scenario’
Zou het niet prachtig zijn als alle waterschappen in Nederland energieleveranciers worden? Met die droom als uitgangspunt hebben elf waterschappen zich verenigd in de Energiefabriek, een initiatief om waterzuivering ook in te zetten voor een groenere Wouldn’t it be great if all the water boards in the Netherlands became energy suppliers? This dream prompted 11 water boards to join forces to launch the Energy Factory (Energiefabriek) initiative to
maatschappij. Door organische stoffen uit rioolwater anders te verwerken, kunnen waterzuiveringsinstallaties nu zelf aanzienlijk energie opwekken en CO2 besparen. Ook financieel is dit nieuwe ontwerp interessant.
extend sewage treatment to promote a greener society. Sewage treatment plants can already generate a significant amount of energy and substantially reduce CO2 emissions by changing the way in which they process the organic materials in sewage water. This new development area also offers significant financial advantages. CO2 TODAY | waterschappen
51
‘If it had been possible, we’d have done it a long time ago’ was one of the critical reactions to the dream scenario of transforming all water boards throughout the Netherlands into energy suppliers. ‘We’re past that stage now,’ says Ferdinand Kiestra, an innovator at Aa en Maas Water Board in Den Bosch, which was one of the initiators of the Energy Factory. ‘Innovation is all about a different mindset. The focus was always on clean water. We never looked at our processes from an energy perspective because the drive and need to do so weren’t there previously. What’s more, our expertise is more effective and we have better technical opportunities as well.’ A competition organised by the Association of Water Boards (Unie van Waterschappen) in 2008 inspired Aa en Maas to try to create a new dynamism in the sector. Three other water boards – Hollands Noorderkwartier, Waterschap Veluwe and Rivierenland – immediately joined Aa en Maas in setting up the Energy Factory. Two years later, the number of water boards in the Energy Factory has now grown to 11. The ambitions of these water boards take up the targets set in the Climate Agreement (Klimaatakkoord) signed by the Association of Water Boards and the government in April 2010. The main objectives of the Climate Agreement are to reduce energy consumption by 30% and greenhouse gas emissions also by 30% by 2020. Tried and tested technology The water boards have generated 25% of their own energy needs for years by fermenting biomass. ‘Energy is part of our area of expertise,’ says Kiestra. ‘Furthermore, the infrastructure, that is the sewer system, is already there, running right into the heart of industry, cities, towns and villages where energy consumption is highest.’ In other words, the ingredients to make the dream come true are already in place. The search was conducted far and wide in other sectors to locate the required innovative alternatives, such as new incineration methods. In order to quickly achieve progress, the group looked primarily at tried and tested technology. The sewage treatment process normally requires a great deal of energy and the biodegrading of organic material releases CO2. In the new concept, a better system is used to separate out the organic material at the start of the process. As a result, less treatment is needed and CO2 emissions are reduced. >> 52
‘Als het had gekund, hadden we het allang gedaan’. Dat was een van de kritische reacties op het droomscenario om van de waterschappen in heel Nederland energieleveranciers te maken. ‘Daar zijn we overheen gestapt’, vertelt Ferdinand Kiestra, innovator bij waterschap Aa en Maas in Den Bosch, een van de initiatiefnemers van de Energiefabriek. ‘Vernieuwing gaat om een andere mindset. Schoon water is altijd de focus geweest. Er is nooit door een energiebril naar onze processen gekeken. Die drive en noodzaak was er niet eerder. Bovendien hebben we nu andere inzichten en betere technische mogelijkheden.’ Een prijsvraag van de Unie van Waterschappen in 2008 inspireerde Aa en Maas om te zoeken naar een nieuwe dynamiek in de sector. Hollands Noorderkwartier, Waterschap Veluwe en Rivierenland sloten zich onmiddellijk aan bij de Energiefabriek. Twee jaar later doen al elf waterschappen mee. Hun ambities sluiten aan bij het Klimaatakkoord dat de Unie van Waterschappen en het Rijk in april 2010 tekenden. Doelstelling van dit akkoord is te komen tot onder andere 30% energiebesparing en 30% minder uitstoot van broeikasgassen in 2020.
Bewezen technologie De waterschappen wekken al jarenlang 25% van hun eigen energieverbruik op door biomassa te vergisten. ‘Energie past bij onze expertise’, zegt Kiestra. ‘Bovendien is de infrastructuur er al, de riolering. Die ligt ook nog eens dichtbij de kernen van industrie, steden en dorpen waar het energieverbruik het hoogst is.’ De ingrediënten voor de droom waren er dus al. Voor de gewenste vernieuwing is breed gezocht naar alternatieven buiten de eigen branche, zoals verbrandingstechnieken. Om snel stappen te kunnen maken, keek de groep vooral naar bewezen technologie. Het waterzuiveringsproces kost normaal veel energie en bij het afbreken van organisch materiaal komt CO2 vrij. In het nieuwe concept wordt het organisch materiaal aan het begin van het proces beter gescheiden. Daardoor hoeft er minder te worden gezuiverd en komt er minder CO2 vrij. Bovendien blijft aan het einde van het proces meer organische stof over om energie van te produceren. De 25% eigen energieproductie kan dan oplopen tot 200%. Door energieneutraal te werken, reduceert de branche een hoeveelheid CO2 vergelijkbaar met de uistoot van 100.000 auto’s per jaar. Het anders inrichten van het zuiveringsproces is een belangrijke winst voor de klimaataanpak in het algemeen. Samen met Duitsland, Frankrijk, Spanje en Bulgarije is in Brussel een subsidievoorstel ingediend om het concept van de Energiefabriek Europees uit te rollen en transparant te maken.
‘Vernieuwing gaat om een andere mindset’ ‘Innovation is all about a different mindset’
CO2 TODAY | waterschappen
53
Energy-neutral for less money The details are currently being worked out for the construction of the first new sewage treatment plant based on this concept in Den Bosch. The container can be 30% smaller because less organic material is biologically treated at the heart of the process. Depending on the size of the plant, the new design can soon save several hundreds of thousands of euros a year, which proves that energy-neutral construction can be profitable. The new plant is scheduled to start operating in early 2014. This development project will also appeal to industry. Waterschap Veluwe, for example, already processes residual waste flows from industry at its treatment plant in Apeldoorn and it is making a profit on its investments as a result. ‘Nowadays you’re simply not in the race if you design a treatment plant that isn’t energy neutral,’ says Kiestra.
54
Energieneutraal tegen lagere kosten Voor Den Bosch worden momenteel de plannen uitgewerkt voor de eerste nieuwbouw waterzuiveringsinstallatie volgens dit concept. Doordat er minder organisch stof naar de biologische zuivering gaat, het hart van het proces, kan die bak tot 30% kleiner zijn. Afhankelijk van de grootte van de installatie, kan het nieuwe ontwerp al snel enkele tonnen per jaar besparen. Dit bewijst dat energieneutraal bouwen geld op kan leveren. De nieuwe installatie moet begin 2014 draaien. Ook voor het bedrijfsleven is dit interessant. Waterschap Veluwe verwerkt op Apeldoorn bijvoorbeeld al reststromen uit de industrie in hun zuiveringsproces en krijgt op die manier investeringen rendabel. ‘Wie nu nog een zuivering ontwerpt die níet energieneutraal is, heeft gewoon een slecht verhaal’, aldus Kiestra.
Horizon schetsen Hoe heeft de Energiefabriek die vernieuwing concreet aangepakt? ‘De droom was het eindplaatje. Daar wilde iedereen voor gaan’, vertelt Kiestra. ‘Discussies gaan altijd over risico’s en details. Die barrières moet je in het begin overboord zetten. Begin niet meteen over de uitvoering, maar schets de horizon. Dan vind je elkaar wel. Natuurlijk moet je ook laten zien dat het realiseerbaar is, maar techniek schikt zich naar ambities.’ Aa en Maas heeft voor dit traject intern mensen vrijgemaakt. Een aparte groep mocht op een parallel spoor buiten de beheersorganisatie om naar nieuwe kansen zoeken. Dat heeft voor de noodzakelijke versnelling gezorgd. ‘We werden wel afgerekend op het eindplaatje’, vertelt Kiestra, ‘maar we hoefden niet door de stroop te rennen. Die vrijheid betekent ook dat de organisatie er echt in gelooft. Daardoor is een hechte club ontstaan die zich niet zomaar uit het veld laat slaan.’ www.energiefabriek.com
<< In addition, more organic material is left over at the end of the process from which energy can be produced. Instead of 25%, the water board can generate as much as 200% of its own energy needs. By becoming energy neutral, the sector can reduce its CO2 emissions by an amount equivalent to the emissions of 100,000 cars every year. Modifying the treatment process is a major gain in the fight against climate change as a whole. For this reason, the Netherlands, Germany, France, Spain and Bulgaria have joined forces in applying for a grant from the European Union to roll out the Energy Factory concept in a transparent manner right across Europe. Sketching the horizon What specifically did the Energy Factory do to bring about these innovations? ‘The dream was the final scene. That’s what everyone was aiming for,’ explains Kiestra. ‘Discussions are always about risks and details. These are barriers that you have to throw overboard at the very beginning. Sketch the horizon rather than getting into the details straight away. That way everyone will soon pull together. Obviously, you also have to make clear that the ultimate aim is achievable, but technology always adapts well to ambitions.’ Aa en Maas Water Board made in-house staff available to work on this project. A separate group was set up in parallel outside the management organisation and tasked with locating new opportunities. This approach made it possible to ramp up the process as necessary. ‘We were accountable for the final result,’ explains Kiestra, ‘but we didn’t have to plough through all the red tape. That freedom also means that the organisation genuinely believes in what you’re doing. As a result, a close-knit group was created that isn’t afraid of any challenge.’
CO2 TODAY | waterschappen
55
Provincie Utrecht Province of Utrecht
56
Fotografie: Linda Hilberdink (p.56 + p.60)
‘Verduurzaming van de economie’ ‘Making the economy sustainable’
Met een paar belangrijke universiteiten en kennisinstellingen in het midden van het land, draagt de provincie Utrecht in grote mate bij aan de noodzakelijke kennis en innovatie voor klimaatoplossingen. Om echt het verschil te kunnen maken, moet je With a number of major universities and knowledge institutes in the heart of the country, the Province of Utrecht contributes greatly to the knowledge and
volgens gedeputeerde Wouter de Jong echter niet alleen kijken naar interessante, vernieuwende projecten. Maatregelen over de hele breedte en in alle sectoren van de samenleving zijn nodig.
innovations that are needed to solve the problems of climate change. According to Provincial Executive member Wouter de Jong, however, you should look at more than just interesting, innovative projects if you really want to make a difference. Measures are required across the board and in all sectors of society.
CO2 TODAY | Provincie Utrecht
57
The fact that Copenhagen did not live up to expectations makes it difficult to sustain the necessary motivation to develop and implement far-reaching measures to tackle climate change at the national, provincial or municipal level. Nevertheless, Wouter de Jong, a member of the Utrecht Provincial Executive, is still optimistic. ‘There are lots of regions that keep the ambitions alive, despite the fact that international agreements are not materialising. That also applies to businesses, not because they have to, but because they themselves think it’s important. That belief is the greatest tool we have at our disposal.’ For De Jong, the reduction of CO2 emissions is only part of the story because he doesn’t believe in tackling the problems from the perspective of climate change alone. ‘We shouldn’t base our actions so much on responding to threats because we can achieve much more by also targeting the economic and innovative opportunities.’ Green gas and a roof garden Knowledge is essential in the climate debate. The heart of the Netherlands plays a major role in the development of sustainability as the region where key knowledge institutes such as Utrecht University, Utrecht University of Applied Sciences and Wageningen University are most heavily concentrated. ‘Changing the environment around you requires an innovative approach,’ explains De Jong. ‘We are therefore offering ourselves as a testing ground. As well as promoting knowledge in theory, we also want to show that the necessary innovations are possible in practice.’ As a result of the collaborative work undertaken by agricultural companies and Wageningen University, for example, energy scans now show farmers how they can save energy by modifying their equipment. In Bunschoten, there is also a recycling company working on the production of green gas for 55,000 households. ‘That’s a very specific, large-scale project,’ says De Jong. ‘At the provincial authority we’re looking for the ideal place from a spatial planning point of view where we can work with residual heat and residual water.’ Several pilot projects have also been launched in the built environment, which is responsible for 50% to 60% of CO2 emissions in the Province of Utrecht. However, renovating based on sustainable standards is difficult without damaging the historic character of listed buildings in particular. The provincial authority is seeking to promote new ideas in this area, for example by >> 58
Dat Kopenhagen niet heeft gebracht wat ervan werd verwacht, maakt het lastig om op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau de motivatie te behouden voor ingrijpende klimaatmaatregelen. Wouter de Jong, gedeputeerde bij de provincie Utrecht, is toch optimistisch. ‘Er zijn veel regio’s die de ambities overeind houden, ondanks dat internationale afspraken niet van de grond komen. Dat geldt ook voor bedrijven. Niet omdat het moet, maar omdat ze het zelf belangrijk vinden. Dat is het prachtigste instrument dat we hebben.’ Voor hem is de reductie van CO2 slechts een deel van het verhaal. Hij gelooft er niet in de problematiek alleen langs de klimaatmeetlat te leggen. ‘Dat gaat te veel uit van bedreiging. Het is veel sterker als je ook kijkt naar economische en innovatieve kansen.’
Groen gas en daktuin Kennis is essentieel in het klimaatdebat. Midden Nederland speelt een belangrijke rol als centrum van kennisinstellingen op het gebied van duurzaamheid, met onder andere de Universiteit Utrecht, Hogeschool Utrecht en Wageningen Universiteit. ‘Voor verandering van de omgeving heb je een innovatieve aanpak nodig’, vertelt De Jong. ‘Wij bieden ons aan als proeftuin. We willen kennis niet alleen stimuleren in theorie, maar ook in de praktijk laten zien dat het kan.’ Dat gebeurt bijvoorbeeld in samenwerking met agrarische bedrijven en de Wageningen Universiteit. Energiescans laten boeren zien hoe ze door het aanpassen van hun installaties energie kunnen besparen. In Bunschoten werkt een kringloopbedrijf aan de productie van groen gas voor 55.000 huishoudens. ‘Een heel concreet en grootschalig project’, vertelt De Jong. ‘Als provincie zoeken we naar een planologisch goede plek om met restwarmte en –water te werken.’ Ook zijn er diverse pilots gestart in de gebouwde omgeving; in de provincie Utrecht verantwoordelijk voor 50 tot 60% van de CO2-uitstoot. Renoveren naar duurzame maatstaven is moeilijk zonder het historische karakter van de monumentale bouw aan te tasten. De provincie wil graag aanjager zijn voor nieuwe ideeën op dit gebied, bijvoorbeeld door het organiseren van seminars en de ambitie neer te leggen bij hogescholen. Hogeschool Utrecht is in dat kader een speciaal lesprogramma gestart. Zij hebben op hun 1000 m² grote dak een daktuin ingericht voor onderzoek naar diverse toepassingen, van isolatie en waterberging tot energieopwekking en CO2-afvang.
‘Verandering moet uit de economie komen, niet uit overheidsgeld’ ‘Change must come from the economy, not from government funding’
CO2 TODAY | Provincie Utrecht
59
60
Farmers cut CO2 emissions from their fertilisers
Boeren besparen CO2 met bemesting
Our planet has vast reserves of stone meal, a raw material that does not emit CO2 but instead captures the CO2 in the ground. The Province of Utrecht, agricultural companies in Achterveld and Zegveld, Nova Saxum and Alterra are conducting research into a new, natural form of fertiliser based on stone meal. This new fertiliser has the potential to replace traditional artificial fertiliser. Farmers will not need to fertilise their land as often because they will be using slow-working fertilisers, which is also better for groundwater and surface water. ‘If this succeeds, it will have a huge impact on the sustainability of farming,’ says Wouter de Jong.
Op onze planeet is in overvloed steenmeel aanwezig, een grondstof die geen CO2 uitstoot, maar vastlegt in de grond. De provincie Utrecht, agrarische bedrijven in Achterveld en Zegveld, Nova Saxum en Alterra onderzoeken een nieuwe, natuurlijke vorm van bemesting op basis van steenmeel. Hiermee kunnen boeren de traditionele kunstmest vervangen. Ze hoeven hun land minder vaak te bemesten door gebruik te maken van langzaam werkende meststoffen. Dit is ook beter voor grond- en oppervlaktewater. ‘Als dit slaagt, heeft het enorme impact op verduurzaming van de landbouw’, aldus Wouter de Jong.
Amerikaanse energiestrateeg Utrecht heeft de ambitie om energieneutraal te zijn in 2040. Om de doelen te bereiken, wordt ingezet op een breed scala aan technieken van wind, zon en het opwekken van biomassa. De Jong: ‘Als je naar onafhankelijke energiebronnen toe wilt, ook met het oog op de steeds verder stijgende energieprijzen, dan kun je niet toe met een paar leuke projecten. Alles moet uit de kast, anders kom je er niet. Dat geldt voor verschillende technieken én voor alle sectoren in de samenleving. Het moet een totaalpakket worden.’ Dat is de reden waarom de provincie de Amerikaanse energiestrateeg Jeremy Rifkin heeft benaderd om gezamenlijk te werken aan een roadmap richting schone energie. ‘Zijn visie gaat veel verder dan alleen CO2-reductie’, verklaart De Jong. ‘Hij kijkt naar verduurzaming van de economie. Bovendien brengt hij een netwerk van internationale bedrijven met zich mee dat concrete businesscases op tafel legt. Nogmaals, verandering moet uit de economie komen, niet uit overheidsgeld.’ Rifkin, die ook voor de Europese Commissie werkt, berekende voor Utrecht de terugverdientijd van hun roadmap en toonde aan dat met de huidige aanpak na tien jaar al 30% energiebesparing bereikt kan worden.
Verder kijken dan innovatie ‘De grootste hindernis voor innovatie zit vaak in het verdienmodel’, vertelt De Jong. ‘Zelfs als een investering binnen een paar jaar terug te verdienen is, gebeurt het soms nog niet. We moeten er achter zien te komen wat die drempel precies is in de verschillende sectoren. Om echt grootschalig te werken, moet je verder kijken dan innovatieve projecten. Dan moet je zoeken naar slimme organisatorische en financiële oplossingen. In elke sector is een andere aanpak nodig. Als provincie kunnen wij daar diep induiken en bovenop zitten. We moeten niet te snel ophouden met betrokkenheid en met subsidies alleen red je het niet.’ www.utrecht2040.nl
<< organising seminars and challenging universities of applied sciences to put forward possible solutions to meet the authority’s ambitions. Utrecht University of Applied Sciences has responded by launching a special learning programme in which they have built a roof garden on their 1000 m² roof for research into various applications, from insulation and water storage to energy generation and the capture of CO2. American energy strategist Utrecht’s ambition is to be energy-neutral by 2040. To achieve the targets, the province is focusing on a wide range of technologies including wind power, solar energy and the generation of biomass energy. As De Jong explains, ‘If you want to move towards independent energy sources, not least because of the constantly increasing energy prices, a few interesting projects won’t be enough. You have to pull out all the stops, otherwise you won’t succeed. That applies to various technologies and to all sectors of society. We need the total package.’ That’s why the provincial authority contacted the American energy strategist Jeremy Rifkin so that they could work together on a roadmap to clean energy. ‘His vision goes far beyond the reduction of CO2 emissions alone,’ explains De Jong. ‘He is looking to make the economy sustainable. He also brings along a network of international companies which in turn bring concrete business cases to the table. As I said, change must come from the economy, not from government funding.’ Rifkin, who also works for the European Commission, calculated the payback period for Utrecht’s roadmap and demonstrated that energy savings of 30% can already be achieved within a decade using the current approach alone. Looking beyond innovation ‘The greatest obstacle to innovation is often the earnings model,’ says De Jong. ‘Even if an investment can in theory be recovered within a few years, it doesn’t always happen that way. There’s a threshold involved and we need to find out exactly what that threshold is in the various different sectors. To be able to work on a really large scale, you have to look beyond innovative projects to find smart organisational and financial solutions. Each sector requires a different approach. As the provincial authority we can delve into all of the details and stay on top of everything. We mustn’t stop being involved too quickly and subsidies alone will not be enough.’ CO2 TODAY | Provincie Utrecht
61
Almere Almere
62
‘Bij jezelf blijven’ ‘Focus on yourself’
De eerste woningen van Almere zijn pas in de jaren ‘70 gebouwd. Het stadscentrum is pas vijf jaar jong. Uit zee herwonnen land biedt unieke ruimtelijke mogelijkheden, maar schept ook hoge The first houses in Almere weren’t built until the 1970s and the city centre itself is as little as five years old. Land reclaimed from the sea offers unique growth opportunities, but it also creates high expectations. Furthermore, guaranteeing
verwachtingen. Bovendien is het een uitdaging om in zo’n jonge stad diversiteit voor de toekomst te waarborgen. Om duurzame principes op alle fronten te realiseren, heeft Almere het gedachtegoed van Cradle to Cradle sterk omarmd en verankerd in haar eigen Almere Principles.
diversity for the future is a real challenge in such a young city. In order to realise sustainable principles on all fronts, Almere has therefore warmly embraced the cradle-to-cradle concept and embedded the ideas from the concept in its own ‘Almere Principles’.
CO2 TODAY | Almere
63
William McDonough, one of the two originators of the cradle-to-cradle concept, modestly agreed to give his own thoughts about urban development in Almere after Alderman Adri Duivesteijn contacted him in 2007. Until then, the now world-famous vision of sustainability as a design issue had only been applied to products and hardly at all to whole cities. The sustainability vision had certainly not been implemented within the complex structure of rules in Western countries and definitely not on this scale. Linking growth to history ‘In the Netherlands the concept of ‘sustainability’ is often linked to sustainable construction and is reflected accordingly in the relevant standards. I wasn’t comfortable with that,’ explains Duivesteijn. ‘Furthermore, projects are constantly relaunched as experiments, but not enough is done on a structural basis. To me, sustainability is a much broader concept, which should also include economic and socio-cultural sustainability. The cradle-to-cradle idea provided us with a stepping stone to give much more fundamental substance to the notion of sustainability. Together with William McDonough’s design agency, we adapted the cradle-to-cradle principles according to the existing qualities of our polder city,’ says Duivesteijn. In 2006 an agreement was signed with the government to double the city’s size by 2030 in a project known as ‘the Almere Scale Jump’ (now called ‘Almere 2.0’). The project will bring an extra 60,000 homes and 100,000 jobs to Almere. According to the Alderman, however, growth in quality is more important than these figures. ‘The increase in scale should be linked to Almere’s unique history of forty years of designing, building and experiencing life. We focus on ourselves in cherishing our city and that will be the basis for enriching our lives. I see it as very positive that the cradle-to-cradle concept does not oppose progress because growth and sustainability make a good combination.’ Pioneering The seven Almere Principles include ‘continue to innovate’, ‘anticipate change’, ‘people make the city’ and ‘combine the city and the environment’. Wildlife and the countryside have always been the starting point for the design of Almere, even though that did attract criticism in the beginning. So much greenery, houses built so far apart and the lack of high-rise buildings apparently meant that Almere was an ‘anti-city’. ‘However, a physical basis for sustainability was established at that time,’ explains Alex van Oost, the Sustainability Laboratory Programme Manager for the >> 64
Bescheiden zegde William McDonough, één van de twee grondleggers van Cradle to Cradle, toe graag mee te denken over de stadsontwikkeling in Almere. Wethouder Adri Duivesteijn benaderde hem daarvoor in 2007. Tot dan was de inmiddels wereldberoemde visie van duurzaamheid als ontwerpvraagstuk slechts toegepast op producten, niet of nauwelijks op steden. En zeker niet binnen de complexe regelstructuur in het Westen en met deze schaalgrootte.
Groei verbinden met geschiedenis ‘Het begrip duurzaamheid is in Nederland vaak gekoppeld aan duurzaam bouwen en vertaald in normen. Daar voelde ik mij niet in thuis’, vertelt Duivesteijn. ‘Bovendien worden projecten steeds opnieuw gestart als experiment, maar gebeurt er te weinig structureel. Voor mij is duurzaamheid een veel breder begrip, waar ook economische en sociaal-culturele duurzaamheid bij horen. Cradle to Cradle reikte ons een kapstok aan om veel fundamenteler inhoud te geven aan duurzaamheid. Samen met het ontwerpbureau van William McDonough hebben we de principes van Cradle to Cradle toegesneden op de bestaande kwaliteiten van onze polderstad’, aldus Duivesteijn. In 2006 werd een akkoord getekend met het Rijk om de stad te verdubbelen tot aan 2030; de Schaalsprong Almere (nu Almere 2.0). Dat betekent een groei van 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen. Belangijker dan getallen vindt de wethouder groei in kwaliteit. ‘De schaalsprong moet zijn verbonden met de eigenwijze Almeerse geschiedenis van veertig jaar ontwerpen, bouwen en beleven. We blijven bij onszelf, we koesteren de stad. En vanuit dat oogpunt gaan we onszelf verrijken. Ik ervaar het als heel positief dat Cradle to Cradle zich niet verzet tegen vooruitgang. Groei en duurzaamheid zijn te combineren.’
Pionieren Enkele van de zeven Almere Principles zijn ‘Blijven innoveren’, ‘Anticiperen op verandering’, ‘Mensen maken de stad’ en ‘Combineren van stad en natuur’. Landschap en natuur zijn altijd uitgangspunt geweest bij de inrichting van Almere. Al leidde dat in het begin wel tot kritiek. Zoveel groen, zo gespreid bouwen en het ontbreken van hoogbouw; dat was een ‘antistad’. ‘Maar er is toen wel een fysieke basis gelegd voor duurzaamheid’, vertelt Alex van Oost, inhoudelijk programmaleider DuurzaamheidsLab bij de gemeente. Ook innovatie, een van de Principles, zit in de genen van de stad. ‘Het ontginnen van nieuw land vraagt om pionieren’, zegt Van Oost. ‘Mensen die hun woning op een kale zandplaat neer durven zetten; dat vraagt lef. En we hebben altijd vooruitlopend op de toekomst kunnen bouwen in energetisch opzicht, qua woontypologie en in juridische zin. Het experiment heeft hier ruim baan gekregen.’ De buurten de Fantasie (1982), de Realiteit (1985) en het toekomstige de Eenvoud, ontstaan vanuit prijsvragen, zijn hier een mooi voorbeeld van.
‘We hebben de ontwerpfilosofie van Cradle to Cradle toegesneden op onze polderstad’ ‘We have adapted the design philosophy of ‘cradle to cradle’ to suit our polder city’
CO2 TODAY | almere
65
Seeing and experiencing sustainability Integration of sustainable energy sources in city planning is the showpiece of Columbuskwartier (280 solar-powered homes and 100 so-called ‘passive’ houses). The neighbourhood was made part of the European CONCERTO project. The most striking thing is that sustainability is not only used as the starting point in construction, but also in relation to economic and socio-cultural questions. The aim is for residents to clearly experience sustainability in this neighbourhood as well: the roof of the shopping centre, for example, has been designed as a park, complete with a greenhouse and an organic restaurant. Initially, nobody at the municipal authority quite knew how to realise the substantial ambitions for the neighbourhood, which is what gave the neighbourhood its name: the Dutch use the expression ‘the egg of Columbus’ to refer to an ultimately simple solution to a difficult problem. The neighbourhood is part of the large Almere Poort project, where the aim is to implement a central energy supply system that will cut CO2 emissions by 93% compared to a conventional approach.
66
Duurzaamheid zien en ervaren Integratie van duurzame energiebronnen in city planning is het paradepaardje van de wijk Columbuskwartier (280 zonnewoningen en 100 passiefhuizen). De wijk werd onderdeel van het Europese project CONCERTO. Het meest in het oog springend is dat duurzaamheid niet alleen uitgangspunt is bij bouwkundige aspecten, maar ook in economische en sociaal-culturele zin. Bewoners moeten hier duurzaamheid ook duidelijk gaan ervaren; het dak van het winkelcentrum is bijvoorbeeld ontworpen als een park, compleet met tuinderskas en biologisch restaurant. Stevige ambities waarvan niemand in de gemeente bij aanvang wist hoe die te realiseren -niemand had het ei van Columbus- gaven de wijk zijn naam. De wijk is onderdeel van het grootschalige project Almere Poort, dat met de centrale energievoorziening 93% CO2 moet gaan besparen ten opzichte van een conventionele aanpak.
Idealen realiseren Het commitment aan duurzaamheid is met de Almere Principles publiek eigendom geworden. Duivesteijn: ‘Wij nodigen iedereen die hier woont, werkt en leeft uit om mee te doen. Als gemeente ondersteunen wij bijvoorbeeld door belemmerende maatregelen uit de weg te ruimen en met financieringsmodellen voor lagere inkomensgroepen.’ Het programma Ik bouw mijn huis in Almere is hier een voorbeeld van. In het Homeruskwartier zijn 12 kavels uitgezet waar bewoners in de prijsvraag ‘Ik bouw duurzaam’ worden uitgedaagd hun eigen duurzame woning te ontwerpen en bouwen. ‘Daarmee bewijst de stad dat idealen realiseerbaar zijn’, aldus Duivesteijn. Projectontwikkelaars en woningcorporaties worden gestimuleerd hun plannen in te dienen op basis van de Almere Principles. Zo bestond de start van de aanbesteding voor de nieuwe wijk Almere Hout Noord uit het schrijven van een essay over een sociaal duurzame wijk. Dit is het eerste project waar de Principles leidend zijn vanaf de beginfase. ‘Op die manier gaan we duurzame relaties aan met partners’, vertelt Duivesteijn. ‘Mensen die blijven, denken anders na over hoe ze om willen gaan met beheer en met de omgeving. Dat geldt juist ook voor particulieren.’ De slogan van het winnende plan van Ymere is ‘Wijk van Initiatieven’, waarmee op de ingezette lijn van particulier opdrachtgeverschap wordt voortgebouwd. Van Oost: ‘Het ontwerp zet in op klimaatneutraliteit en energieonafhankelijkheid, met onder meer windmolens voor de wijk en woninggebonden productie van zonne-energie. In samenwerking met een lokaal energiebedrijf wordt het mogelijk om op wijkniveau sturing te geven aan de hoogte van individuele energielasten. Dit stelt de bewoner in staat een grote mate van energieonafhankelijkheid te bereiken. Deze vorm van zelforganisatie voegt een nieuwe laag toe aan het Almeerse palet van particulier opdrachtgeverschap.’ De bouw van Almere Hout Noord start in 2011. Almere wordt internationaal goed in de gaten gehouden. De Europese Unie steunt bijvoorbeeld het project in het Columbuskwartier (zie kader) en het Zoneiland Almere. De gemeente en partner Nuon realiseerden in de Noorderplassen West een ovaal zonnecollectoreneiland. Opgewekte zonnewarmte gaat hier via het stadswarmtenet 2700 woningen van warmte voorzien. Met 7000 m² collectoroppervlak is het één van de vijf grootste zonthermische projecten in de wereld. ‘Het rijke palet aan innovatieve projecten geeft structureel vorm aan onze klimaatambities,’ aldus Van Oost. www.almere.nl www.ikbouwmijnhuisinalmere.nl
<< local municipal authority. Innovation, one of Almere’s Principles, runs through the city’s veins. ‘Reclaiming land is pioneering work,’ says Van Oost. ‘People who dare to build their houses on an empty sand flat have some guts. In addition, we have always been able to build in anticipation of future circumstances as regards energy supplies, forms of housing and a range of legal options. The experiment has been given considerable room for manoeuvre in all these areas.’ Realising ideals The Almere Principles have made the commitment to sustainability public property. According to Duivesteijn, ‘We’re inviting everyone with a home, job and life here to get involved. We are providing municipal authority support by eliminating restrictive measures, for example, as well as by setting up funding models for lower income groups.’ The ‘I’m building my house in Almere’ programme is a good example. Twelve plots in the Homeruskwartier area of the city have been allocated where residents are challenged to design and build their own sustainable home. ‘This programme proves that the city can realise its ideals,’ says Duivesteijn. Project developers and housing corporations are being encouraged to submit their plans based on the Almere Principles. The start of the tender for the new Almere Hout Noord neighbourhood, for example, consisted of writing an essay about a socially sustainable residential area. Hout Noord is the first project in which the Principles have been the lead factors from the start. ‘This helps us to develop long-term sustainable relationships with our partners,’ explains Duivesteijn. ‘People who stay around think differently about how they want to handle management issues and the surrounding area. That applies especially to private individuals.’ Almere is very much in the spotlight internationally. The European Union, for example, is supporting the project in the Columbuskwartier area of the city (see box) as well as the Almere Solar Island. The municipal authority and its partner Nuon have built an oval solar collector island in Noorderplassen West. The solar heat generated by the island passes through the city heat network to supply heating for 2,700 homes. Its 7000 m2 collector surface area makes the island one of the five largest solar heating projects in the world. ‘The wide range of innovative projects means that our climate ambitions are really taking shape,’ says Van Oost. CO2 TODAY | almere
67
Hamburg hamburg
68
‘Laboratorium voor metropool van de 21e eeuw’
‘Laboratory for the metropolis of the 21st century’
Met de herinrichting van het havengebied aan de Elbe legt Hamburg een innovatief concept neer voor de klimaatvriendelijke metropool van de toekomst. Drijvend bouwen, geothermie en een energieleverende bunker zijn enkele proefprojecten in het The redevelopment of the River Elbe port area in Hamburg is creating an
laboratorium van de Hansestad.
innovative concept for the climatefriendly metropolis of the future. Floating buildings, geothermal technology and an energy-producing bunker are just some of the pilot projects in the laboratory of this Hanseatic City.
CO2 TODAY | hamburg
69
In 2011, Stockholm will pass the mantle of Green Capital of Europe to Hamburg and in the run-up the German industrial and port city is busy redeveloping Wilhelmshafen to create a new residential area called HafenCity consisting in total of 5500 apartment units. HafenCity is one of the largest inner-city developments in the world and is intended to provide a new model for the climate-friendly metropolis of the 21st century. Various demonstration projects have been clustered together under the umbrella of IBA Hamburg GmbH. According to manager Uli Hellweg, it will not be enough to reduce emissions alone (the city aims to reduce CO2 emissions by 40% by 2020 and by 80% between now and 2050). Hellweg see the nice green title of ‘Green Capital of Europe’ as the ideal opportunity to develop a city with a fully renewable energy supply. Energy bunker A total of sixteen demonstration projects have been selected under the IBA umbrella, one of which is research into geothermal technology. Seismic tests are currently being conducted (smart sound) to locate the source of the hot water. An old bunker that provided shelter for 30,000 people during World War II is being converted into a power station. The bunker will contribute to the energy supply for the surrounding area on various levels. There is room for 3500 m2 of solar panels on the roof, for example. A biomass facility will also be built in the heart of the bunker and a large water tank will store heat from local industry before it is added to the heat supply for the local area as a whole. The aim of these measures is to make the supply of heat and power CO2-neutral for a large part of the surrounding area. A café with an outdoor terrace will provide a meeting place for local residents. Other IBA projects include ‘passive housing plus’ and floating buildings (see box).
70
In 2011 geeft Stockholm de titel Green Capital of Europe over aan Hamburg. In de aanloop daarnaartoe focust de Duitse haven- en industriestad sterk op de inrichting van Wilhelmshaven tot nieuw woongebied en HafenCity met 5500 appartementen. Het behoort tot de grootste innercity ontwikkelingen in de wereld en moet een nieuw model opleveren voor de klimaatvriendelijke metropool van de 21e eeuw. Voorbeeldprojecten zijn gebundeld onder de kapstok van IBA Hamburg GmbH. Alleen emissies sparen is volgens bedrijfsleider Uli Hellweg niet genoeg (de stad wil 40% CO2 besparen in 2020 en 80% in 2050.) De mooie groene titel ziet hij als de uitgelezen kans om een stad te ontwikkelen met volledig hernieuwbare energievoorziening.
Energiebunker Er zijn zestien demonstratieprojecten geselecteerd binnen IBA. Onderzoek naar geothermie is daar één van. Op dit moment worden seismische tests gedaan (smart sound) om te lokaliseren waar het warme water zich bevindt. Een oude bunker waar in de Tweede Wereldoorlog 30.000 mensen een schuilplek vonden, wordt omgebouwd tot energiecentrale. Op meerdere niveaus gaat de bunker bijdragen aan energievoorziening in de omgeving. Zo biedt het dak ruimte voor 3500 m2 zonnepanelen. In het hart van de bunker wordt een basis voor biomassa ingericht. Een grote watertank gaat dienen als opslagplaats voor warmte uit het industriegebied, voordat deze aan het warmtenet wordt toegevoegd. Met deze maatregelen moet een groot deel van het omliggende gebied op CO2-neutrale wijze in warmte en stroom voorzien. Café en terras maken de locatie ook een ontmoetingsplaats voor bewoners. Andere projecten binnen IBA zijn bijvoorbeeld bouwen volgens de methode van passiefhuizen-plus en drijvend bouwen (zie kader).
Drijvende tentoonstelling Hamburg en het havengebied worden gekenmerkt door water. Met een drijvende expositieruimte IBA Dock laat de stad zien hoe je functioneel kunt bouwen en uitbreiden bij en op het water. Het 50 bij 26 meter grote ponton is CO2-neutraal en voorziet volledig in de eigen energiebehoefte voor verwarming (ook water) en air conditioning. Om dit te bereiken combineerde het bedrijf Immosolar een thermische zonne-installatie met de temperaturen van de rivier de Elbe. Een warmtepomp gebruikt warmte uit het havenwater. Een PV-installatie zorgt voor de elektriciteit die de pomp nodig heeft. Het kleurrijke gebouw is zo ontworpen dat het bij een stijgend waterpeil mee omhoog gaat. De tentoonstelling zelf geeft uitleg over de zestien bouwprojecten van IBA Hamburg en toont onder andere een grote maquette van het havengebied van de toekomst.
Floating exhibition Water is a major feature in the port city of Hamburg. The local authority is therefore using a floating exhibition centre called ‘IBA Dock’ to show how you can build and expand with a practical purpose next to and on water. The dock is a large 50 m x 26 m pontoon which is CO2-neutral and provides all of its own energy for heating (including water) and air conditioning. The company that built the dock – Immosolar – combined a thermal solar facility with the temperatures of the River Elbe to produce the end result. A water heat pump uses heat from the water in the harbour. A PV installation provides the electricity for the heat pump. The colourful building is designed in such a way that it rises as the water level rises. The exhibition explains the details of the sixteen IBA Hamburg construction projects and includes a large model of the future port area.
CO2 TODAY | hamburg
71
Green Capital of Europe in 2011 Green Capital of Europe in 2011
72
In de toekomst kijken Er waren meerdere redenen voor de jury in Brussel om Hamburg tot Green Capital of Europe 2011 te benoemen. Bewezen resultaten (15% minder CO2-uitstoot per bewoner ten opzichte van 1990), maar ook de langetermijn strategie. Het is volgens Hellweg belangrijk om ook bewoners zo lang geïnteresseerd te houden voor iets wat nog niet tastbaar is. De sociale component is net zo belangrijk als het ecologische, vindt hij. De stad heeft daarom nu al informatiezuilen met artist impressions geplaatst op alle locaties waar straks het toonbeeld van stedelijke vernieuwing gaat verrijzen. Ook al zijn dat nu nog afgelegen paden of een troosteloos industrieterrein. Het moet bewoners en andere geïnteresseerden helpen mee te kijken in de toekomst. www.iba-hamburg.de www.europeangreencapital.eu
Looking into the future The jury in Brussels had several reasons why they chose Hamburg as the Green Capital of Europe for 2011, including not only results already achieved (a 15% reduction in CO2 emissions per resident compared to 1990) but also the long-term strategy. According to Hellweg, it is especially important to ensure that residents remain interested over such a long time frame in something that is not yet tangible. He believes that the social component of the project is just as important as the environmental aspects. This is why the local authority has already put up information columns with artist’s impressions at all of the locations where urban regeneration will soon begin, even though these locations remain no more than remote footpaths or desolate industrial areas for the time being. The idea is to give local residents and any other interested parties a glimpse of the future.
CO2 TODAY | hamburg
73
Hillerød in Denemarken Hillerød in Denmark
74
‘Een geïntegreerde aanpak’ ‘An integrated approach’
Veel Nederlandse steden werken samen met Europese partners. Ze delen ervaringen om versneld tot resultaten te komen. Een land met vergelijkbare kansen en barrières is Denemarken. Hier wordt veel geëxperimenteerd met stadsverwarming. Many Dutch cities work together with European partners, sharing experiences so that everyone achieves results more quickly. One country with similar opportunities and obstacles to the Netherlands is Denmark which is currently conducting a large number of district heating experiments.
CO2 TODAY | Hillerød
75
‘In theory these are not new developments,’ explains energy consultant Peter Weitzmann of COWI in the Danish city of Hillerød, north of Copenhagen. ‘Solar energy and district heating already exist as technologies. We started using surplus electricity production in homes back in 1903. It’s all about finding the right balance between different technologies to maximise production and minimise grid losses. An integrated approach is the key.’ One of the demonstration projects is Ullerødbyen [see box], which is part of the European SORCER project. Under this umbrella, Hillerød is working together with Apeldoorn on the development of energy-efficient homes with maximum use of renewable energy. This is an important pilot project for the Danish city en route to a 35% reduction in CO2 emissions by 2020. Ongoing process Marianne Brink Sørensen of Hillerød Municipality explains that an integrated approach is important for more than simply technology. ‘We need to change behaviour and raise awareness if we are going to reduce CO2 emissions. All aspects of society are involved, from renewable energy and green infrastructure to employment levels and the education system. We must prepare children for the challenges of the future. Participation is an ongoing process and just as important as actually building a district heating system. You need every resident on board if you’re going to turn the city green. Some people may not be as interested in the climate as we are, but if that’s the case, you have to take a different approach to recruit them as well. They may be interested in quality of life. Architecture, for example, is also part of our integrated approach.’
76
‘In theorie is er geen sprake van nieuwe ontwikkeling’, vertelt energieconsultant Peter Weitzmann van COWI in de Deense stad Hillerød, ten noorden van Kopenhagen. ‘Zonne-energie en stadsverwarming zijn bestaande technologieën. Al in 1903 gebruikten we surplus van elektriciteitsproductie voor woningen. Het gaat erom de juiste balans te vinden tussen verschillende technologieën, voor de hoogste productie en de minste verliezen in het grid. Een geïntegreerde aanpak is de sleutel.’ Eén van de voorbeeldprojecten waarbij dat gebeurt is Ullerødbyen (zie kader), onderdeel van het Europese SORCER project. Hillerød onderzoekt onder deze kapstok samen met Apeldoorn energie-efficiënte woningen met maximaal gebruik van hernieuwbare energie. Het is voor de Deense stad een belangrijke pilot op weg naar 35% CO2-reductie in 2020.
Voortdurend proces Marianne Brink Sørensen van de gemeente Hillerød legt uit dat een geïntegreerde aanpak niet alleen voor technologie geldt. ‘Voor CO2-reductie moeten we gedrag veranderen en bewustzijn bevorderen. Dat bestrijkt alle activiteiten; van hernieuwbare energie en groene infrastructuur tot werkgelegenheid en onderwijs. We moeten kinderen voorbereiden op de uitdagingen van de toekomst. Participatie is een voortdurend proces en net zo belangrijk als de concrete aanleg van stadsverwarming. Je hebt alle bewoners nodig om van je stad een groene stad te maken. Zijn zij misschien niet zo geïnteresseerd in klimaat als wij, dan zul je vanuit andere perspectieven moeten denken. Misschien zijn ze wel geïnteresseerd in leefkwaliteit. Architectuur is bijvoorbeeld óók onderdeel van onze geïntegreerde aanpak.’
‘We moeten kinderen voorbereiden op de uitdagingen van de toekomst’ ‘We must prepare children for the challenges of the future’
CO2 TODAY | Hillerød
77
Homes with 25% lower energy consumption A new area is currently under development in Ullerødbyen that will accommodate 4,500 people. Renewable energy will provide 600 homes with heating and hot water. These homes will be given a combination of 3000 m² of thermal solar energy, a biomass facility and a PV installation (20 kW). Additional heating will only be required in the winter. Measurements taken at the actual temperature levels show that the homes’ energy consumption will be 25% lower than average. At an energy conference in September in Apeldoorn, a partner city of Hillerød in the European SORCER project, the debate about whether district heating causes problems if energy consumption decreases was in full swing. Weitzmann admits that there are problems but he sees them as transitional. ‘Ullerødbyen also has a low-temperature system to reduce grid losses.’
78
Woningen met 25% lager energieverbruik In Ullerødbyen wordt een nieuw gebied ontwikkeld voor 4.500 inwoners. Hernieuwbare energie gaat 600 woningen verwarmen en van heet water voorzien. Deze huizen krijgen een combinatie van 3000 m² thermische zonne-energie, een installatie voor biomassa en een PV-installatie (20 kW). Alleen in de winter is aanvullende verwarming nodig. Uit metingen met de werkelijke temperaturen blijkt dat het energieverbruik van de woningen 25% lager uitkomt dan gemiddeld. Op een energie conferentie in september in Apeldoorn, een partnerstad van Hillerød in het Europese SORCER project, woedde de discussie dat stadsverwarming problemen oplevert wanneer het energieverbruik afneemt. Weitzmann erkent dat, maar hij beschouwt het als een transitieprobleem. ‘In Ullerødbyen hebben wij overigens een systeem met lage temperaturen, zodat de verliezen in het grid lager zijn.´
Energie in het zicht Acceptatie door en betrokkenheid van de bewoners is een van de drie hoofdthema’s in het klimaatplan van Hillerød. Het klimaat en gezondheid zijn de andere twee. Zo is de zonne-installatie van de stadsverwarming langs de hoofdweg geplaatst om inwoners er steeds aan te herinneren waar hun energie vandaan komt. Ook de gasifier is anderhalve kilometer verplaatst om beter zichtbaar te zijn. Tergelijkertijd is er land gebruikt dat niet voor andere doeleinden ingezet kon worden. Weitzmann: ‘Die generator bleek op een andere plek zelfs beter te werken. Ook was het een verbetering qua geluid en bereikbaarheid. Bij een geïntegreerde aanpak kijk je steeds naar alle opties. Je ziet dat de houding in de stad de afgelopen jaren is veranderd. Zaken waar vijf jaar geleden niemand over nadacht, komen nu in beweging. Subsidies zijn niet langer leidend, maar het besef dat het op lange termijn echt economische haalbaar is.’ Brink Sørensen: ‘Ook funding door de Europese Unie draagt eraan bij dat projecten een gezicht krijgen.’ www.hillerod.dk www.sorcer.eu
Energy in sight Acceptance by and involvement of the residents is one of the three main themes in the development strategy for Hillerød. Climate and Health are the two others. The district heating system’s solar thermal facility has been erected next to the main road, for example, as a constant reminder to residents of where their energy comes from. The gasifier has also been moved a kilometre and a half to make it more visible and useful. At the same time they are making use of land which cannot been used for anything else. Weitzmann: ‘As it turned out, the gasifier even worked better at a different location. This position was better in terms of heat supply, noise, accessibility and local regulation. (It is placed in an industrial area). You always consider every option in an integrated approach. Attitudes have clearly changed in recent years. Subjects that no one thought about five years ago are now on everyone’s minds. The lead role is no longer played by subsidies but rather by the realisation that the aims are economically viable in the long run.’ Brink Sørensen: ‘Funding from the European Union helps to give projects a face.’
CO2 TODAY | Hillerød
79
COLOFON | colophon Productie | Production: HvB Communicatie bv, Heidy van Beurden
Ontwerp | Design: NoSuchCompany
Vormgeving | Layout : Buro Eigen
Vertalingen | Translations: Overtaal
Druk | Print: Joh. Enschedé Amsterdam
Deze productie is tot stand gekomen in samenwerking met het ministerie van VROM en Agentschap NL This production was created in partnership with the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment and Agentschap NL
November 2010 www.hvbcommunications.com
www.rijksoverheid.nl www.agentschapnl.nl/gemeenten
© HvB Communicatie bv
www.duurzameoverheden.nl
CO2 TODAY
er veel partijen op lokaal, regionaal en provinciaal niveau die vasthouden aan langetermijnambities en daar ook nu naar handelen. Juist nu. Want Climate change targets are coming under fire. Fortunately, there are
CO2 TODAY
Klimaatdoelen liggen onder vuur. Gelukkig zijn
energie, klimaat en economische kansen zijn sterk met elkaar verbonden.
many local, regional and provincial parties that are maintaining long-term ambitions and are operating today in a way that will achieve those ambitions. This is the ideal time to act, because energy, climate change and economic opportunities are closely linked.
This book presents 12 concrete energy and climate initiatives developed by the authorities in close
Dit boek toont 12 concrete energie- en klimaatinitiatieven van overheden, in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven,
CO2 TODAY
kennisinstellingen en burgers. Variërend van duurzaam bouwen tot het decentraal opwekken van energie en met impact op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Het zijn inspirerende projecten die laten zien dat het kán.
collaboration with the business community, knowledge institutes and the public. Ranging from sustainable
Heidy van Beurden, Auteur Author
Inspirerende energie- en klimaatinitiatieven
construction to decentralised energy generation, and making an impact
Inspiring energy and climate initiatives
locally, nationally and internationally, these inspiring projects prove that the targets really can be achieved.
2010 | 2011
2010 | 2011