CIRIEC 29 november 2007
Unbundling in de Sector gas en elektriciteit in België : middel of objectief
Als we in België over “Unbundling” en over concurrentie spreken in de sector gas en elektriciteit, denken politieke leiders en regulatoren bijna automatisch aan het terugdringen van de maatschappij ELECTRABEL uit de elektriciteitsproductie, de gasbevoorrading en uit het transport- en distributienetbeheer. En in aanwezigheid van de erevoorzitter van Gaz de France, de heer Jacques Fournier, kan ik zeggen dat deze nodige of onnodige bezorgdheid nog fel toegenomen is na de aankondiging van de fusie SUEZ-GAZ DE FRANCE. En men kan zich terecht de vraag stellen of politieke verantwoordelijken en regulatoren de “unbundling” zien als een middel tot een betere marktwerking of als een doel op zich.
De maatschappijen Intercom, EBES en Unerg die in 1991 fuseerden tot ELECTRABEL hadden zich in de voorbije eeuw zodanig in de structuren van de gasen elektriciteitssector ingewerkt dat zij instonden voor : ± 90 % van de elektriciteitsproductie, ± 10 % van de gasbevoorrading en voor ± 80 % van de gas- en elektriciteitsdistributie, en dit laatste in samenwerking binnen de gemengde intercommunales met de Belgische gemeenten. Dit was niet alleen het gevolg van hun eigen strategie maar ook een consolidatie die in de hand werd gewerkt door het regulatiesysteem van het Controlecomité dat de tarificatie-politiek in België vastlegde van 1965-2003.
Na de Europese directieven over de liberalisering van de gas en elektriciteitsmarkten van 1996-1998 en 2003, werden deze omgezet in Belgische wetgeving op twee niveaus : de federale wetgeving en de gewestelijke decreten en ordonnanties, waarbij de “unbundling” primordiaal stond.
In het Nederlands vertaalt men “unbundling” door “ontvlechting” : dit betekent dat bvb een kabel of een koord die gevlochten werd, terug ontvlochten wordt of dat alle kleinere kabels of koorden uit mekaar worden gehaald. De verbondenheid tussen ELECTRABEL en haar dochters met de operatoren op de Belgische energiemarkt vertoont inderdaad een dergelijke “vervlochtenheid”. Deze was zeker niet negatief voor alle “stakeholders” van het systeem zoals de aandeelhouders, het personeel, de gemeenten en zelfs niet voor de uiteindelijke cliënteel, die nu op het vlak van de vermindering van de gemeentefinanciën de gevolgen ervan ondervindt.
De openbare of gemeentelijke initiatieven om meer controle te krijgen over deze leidinggebonden activiteiten kenden reeds een aanvang voor de liberalisering.
Via Intermixt kwamen de gemeentelijke bestuurders in de gemengde intercommunales geleidelijk aan tot meer zeggenschap in het beheer van de gas- en elektriciteitsdistributie
Publigas een gemeentelijke holding, werd opgericht in 1996 om 31,25 % van het kapitaal te onderschrijven van Distrigas. Distrigas werd gesplitst in 2001 tussen Fluxys, belast met het nationaal gastransportnet en Distrigas, die de commerciële contracten beheert. In het kader van de fusie SUEZ-GAZ DE FRANCE en de remedies van de Europese Commissie zijn hier wijzigingen voorzien. Publi-T, eveneens een gemeentelijke holding, werd opgericht in 2002 om 30 % van het kapitaal te onderschrijven van ELIA, maatschappij die het nationaal elektriciteitstransportnet beheert.
Electrabel wordt hier
teruggedrongen tot onder de 25 % ; de gemeentelijke partners evolueren naar ± 35% en er blijft 40 % op de beurs.
De gas- en elektriciteitsmarkt werd het eerst volledig geliberaliseerd in het Vlaams gewest vanaf 1 juli 2003.
Het dekreet voorzag dat een aantal strategische en
vertrouwelijke activiteiten in volledige onafhankelijkheid moesten geschieden van productie- en/of trading- en/of leveringsactiviteiten. Intercommunales
moest
ELECTRABEL
kapitaalsparticipatie verminderen tot 30 %.
vanaf
In de gemengde Vlaamse september
2006
haar
Ondertussen zijn vanaf 1 januari 2007 ook de Brusselse en Waalse gas- en elektriciteitsmarkt geliberaliseerd en daar ook wordt de “unbundling” progressief een feit.
In de gemengde distributie sector, dit betekent daar waar ELECTRABEL nog een kapitaalsparticipatie heeft van 30% in Brussel en Vlaanderen en onder de 50% in Wallonië wordt ook de exploitatie van de netten volledig aan ELECTRABEL onttrokken.
Door de fusie van de intercommunales : 1. In het Vlaams gewest hebben de gemengde distributienetbeheerders of intercommunales een werkmaatschappij EANDIS opgericht, die op statutaire basis in opdracht en onder controle van de Raden van Bestuur van de Intercommunales het beheer waarneemt. 2. Na de fusie van de intercommunales In Brussel heeft de intercommunale SIBELGA alle distributieactiviteiten van ELECTRABEL overgenomen en 3. In Wallonië wordt nu onderhandeld over de oprichting van eveneens een werkmaatschappij NETWAL of DISTRIWAL voor de gemengde Waalse intercommunales.
In deze drie gevallen werd of zal het personeel van ELECTRABEL overgenomen worden voor de uitvoering van de netactiviteiten. Hierbij is de computerinfrastructuur zowel op het vlak van de hardware als van de software een heel belangrijk en kostelijk probleem voor de totale unbundling of ontvlechting. Soms vergeet men dat deze functionele unbundling ontzaglijk veel geld kost.
De vroeger vertikaal geïntegreerde waardeketen wordt volledig uit mekaar
gehaald en moet op de verschillende niveaus heringericht worden.
De federale regulator de CREG en de gewestelijke regulatoren: 1. de VREG voor Vlaanderen, 2. de CWAPE voor Wallonië en 3. de BIM voor Brussel volgen deze unbundling nauwgezet op.
Om te eindigen, een persoonlijke mening over de perceptie die de eindcliënteel, en dan vooral de huishoudelijke, heeft over de liberalisering van de gas- en elektriciteitssector.
De modale burger heeft de indruk dat er een zekere chaos ontstaan is : hij begrijpt NIET of NOG NIET dat hij niet met al zijn problemen bij zijn intercommunale terecht kan.
Er ontstaat veel verwarring bij wijziging van contracten, bij verhuizingen, bij het laten uitvoeren van werken, bij het lezen van facturen, bij de behandeling van sociaal zwakkeren, enz…. Een belangrijke taak blijft dus weggelegd voor onze gemeentelijke vennoten en hun mandatarissen, die dicht bij de bevolking staan en haar problemen kennen, en, last but no least, voor onze regulatoren, die ook de kwaliteit van de dienstverlening aan een evaluatie zouden mogen onderwerpen en niet alleen de kostprijs.
Onze
gemeenten, die in het kader van de unbundling moeten investeren in deze sector, moeten een normale return krijgen op hun financiële inspanningen, maar de bevolking die ze vertegenwoordigen heeft ook recht op een kwalitatieve behandeling.
Ik dank U – Je vous remercie.