chemie bacheloropleiding
2013 2013
uantwerpen.be
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
De opleiding chemie
6
Hoe begin je eraan?
8
Het studieprogramma
9
Opleidingsonderdelen jaar 1
14
Opleidingsonderdelen jaar 2
21
Opleidingsonderdelen jaar 3
28
De masteropleiding
39
Diploma op zak, wat nu?
41
Nuttige info bij de start van je studietraject
43
Studie- en studentenbegeleiding
47
Studeren in het buitenland
50
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen?
52
Infomomenten 54 Nuttige contactgegevens
55
|1
2|
Welkom “Nooit meer leren, ik ga studeren!” Maar wat? Zo begint de zoektocht van veel schoolverlaters naar informatie. Over opleidingen. Over universiteiten en hogescholen. Over beroepen. Jouw zoektocht is begonnen: je hebt dit boekje voor je neus. Hopelijk helpt het jou een stap vooruit in je keuzeproces. Een studiekeuze is nooit gemakkelijk. Het opleidingsaanbod is immens groot. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit of hogeschool van je keuze. En dat je je binnen enkele jaren goed voelt met je diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van je opleiding op topniveau te houden. Nieuwe uitdagingen, nieuwe ervaringen, nieuwe vrienden. Een nieuwe stad? De stap naar het hoger onderwijs markeert het begin van een nieuwe periode in je leven. Aan de Universiteit Antwerpen studeren zo’n 15 000 studenten in de meest uiteenlopende vakgebieden. In heel Antwerpen zijn er dat nog veel meer. Daarom werken we nauw samen met de Antwerpse hogescholen binnen de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen. Als je naar een van onze infomomenten komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. Onze medewerkers en studenten zullen je er graag over vertellen. We kijken uit naar de kennismaking!
Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|3
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Prof en student staan dicht bij elkaar De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen. Dat maakt een vlotte interactie met je proffen mogelijk: je kan rechtstreeks bij hen terecht met vragen en problemen. De communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. De Universiteit Antwerpen is bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning. Je staat er dus nooit alleen voor. We spelen zo veel mogelijk in op jouw individuele noden. Bovendien nodigen we jou uit om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn onze studenten vertegenwoordigd.
Academische opleidingen op topniveau De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Tijdens je opleiding aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar bouw je kennis en vaardigheden op die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Daardoor kunnen we voortdurend inspelen op maatschappelijke uitdagingen. Door nieuwe opleidingen in te voeren en door keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen te verruimen.
Een moderne leeromgeving We omringen jou met de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste lesen computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. Momenteel heeft de universiteit vier campussen. Eentje in hartje Antwerpen, drie in de zuidelijke stadsrand. Met de komst van een aantal nieuwe opleidingen, die vanaf volgend academiejaar integreren in de Universiteit Antwerpen, komen er nog locaties bij. Waar jij straks terecht komt ontdek je verder in dit boekje.
4|
Om het toenemend aantal studenten op te vangen en jou een aangename leeromgeving te bieden, investeren we op grote schaal in nieuwe gebouwen. Enkele staan er al. Voor andere liggen de plannen op tafel.
Meer dan een opleiding We willen jou niet alleen een opleiding, maar ook een brede vorming aanbieden: jou helpen opgroeien tot een professional met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s.
Antwerpen Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten zich thuisvoelen.
|5
De opleiding chemie Wat is chemie? Chemie is de wetenschap die de materie bestudeert op het niveau van atomen en moleculen, d.w.z. hoe atomen zich verbinden tot moleculen, hoe moleculen onderling reageren tot nieuwe moleculen of hoe moleculen samen supramoleculaire structuren opbouwen. Het domein van de chemie is zeer uitgebreid en ook steeds in beweging. Daardoor zijn er subdisciplines ontstaan zoals organische chemie, anorganische chemie, analytische chemie, etc. Ook is de chemie verweven met andere wetenschappen, zodat specialiteiten ontstaan zoals fysicochemie, biochemie, geochemie, kristalchemie, kosmochemie en vele andere.Soms groeien disciplines ook weer naar elkaar toe zoals in de organometaalchemie. Je kan daarom zonder overdrijven stellen dat chemie overal tegenwoordig is en daardoor vind je chemici op de meest diverse plaatsen. Zo dragen chemici bijvoorbeeld hun steentje bij tot het oplossen van vele milieuproblemen, door o.a. het bedenken van milieuvriendelijkere syntheseprocessen, meer energie besparende ontwikkelingen, productie van beter recycleerbare materialen, etc.
Waarom chemie studeren? Wie chemie begrijpt, begrijpt ook het gedrag en de eigenschappen van mate rialen en stoffen. Zo kan je ook het gedrag en de eigenschappen van materialen optimaal gebruiken om er nuttige dingen mee te doen: geneesmiddelen maken, betere en meer milieuvriendelijke producten, katalysatoren voor rookgaszuivering, biomaterialen, etc. Slechts als we betere producten maken met behoud - en niet ten koste van - energie, grondstoffen en milieu komen we tot duurzame ontwikkeling. De eenvoudige technologische verbeteringen zijn al gebeurd. Er is nu creativiteit en expertise van chemici nodig om nieuwe wegen in te slaan ...
Waarom chemie studeren in Antwerpen? De Universiteit Antwerpen is een jonge en dynamische gemeenschap waar de drempel tussen studenten en lesgevers erg klein is: docenten leiden jonge mensen op om als toekomstige collega’s samen aan een betere wereld te werken. De Universiteit Antwerpen heeft zich in haar korte bestaan opgewerkt tot een wereldspeler op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Studenten krijgen niet alleen een opleiding maar komen in contact met de meest vooruitstrevende aspecten van de vooruitgang. Antwerpen is bovendien de tweede grootste (petro)chemische cluster ter wereld, na Houston in de USA. In de opleiding chemie aan de Universiteit Antwerpen 6|
hebben we verschillende lesgevers die werkzaam zijn in de chemische industrie. De tewerkstelling voor onze afgestudeerde chemici is dan ook bijzonder goed, niet alleen in de diverse sectoren van de chemische industrie (basischemie, voeding, farmacie,...), maar ook in labo’s voor forensisch onderzoek, milieuadviesbureaus, het onderwijs, wetenschappelijk onderzoek,... Er is immers een groot tekort aan chemici.
Bachelor in de chemie Het bachelorprogramma chemie biedt een algemene wetenschappelijke vorming en een grondige inleiding in de chemische, fysische en wiskundige basisdiciplines, zowel theoretisch als praktijkgericht. De basiscursussen algemene en organische chemie zijn erop gericht het chemisch denken te stimuleren. Het totale aantal contacturen bedraagt ong. 600 uur per studiejaar. Zowel theorie als practica komen aan bod. Oefeningen en toepassingen worden in kleine groepen doorgenomen om het inzicht in de stof te verhogen. Ter voorbereiding van de verschillende keuzemogelijkheden in de masteropleiding wordt een eerste reeks keuzeopleidingsonderdelen voorzien. Studenten die in het eerste of tweede bachelorjaar geslaagd zijn, kunnen onder bepaalde voorwaarden nog overschakelen naar een andere studierichting in de wetenschappen.
Master in de chemie In de masteropleiding wordt de chemie met zijn vele deeldisciplines verder theoretisch uitgediept en worden geavanceerde experimentele technieken aangeleerd. Het betreft hier de anorganische en de organische chemie, de fysische en theoretische chemie, de analytische chemie en de industriële chemie. Er wordt een enkele afstudeerrichting aangeboden, met als opties ‘Onderzoek en Ontwikkeling’, ‘Onderwijs’ en ‘Bedrijf en Maatschappij’. Het masterprogramma bestaat enerzijds uit een aantal verplichte opleidingsonderdelen en anderzijds uit keuzeopleidingsonderdelen die de student samenvoegt tot een pakket. De keuzeopleidingsonderdelen sluiten nauw aan bij het onderwerp van de eindverhandeling. Zowel in de keuzeopleidingsonderdelen als in het wetenschappelijk onderzoek komt de zorg voor het milieu sterk aan bod.
|7
Hoe begin je eraan? Toelatingsvoorwaarden Om toegelaten te worden tot een universitaire studierichting, moet je beschikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs. Een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus geeft eveneens toegang tot het universitair onderwijs. Buitenlandse studenten en studenten met een buitenlands diploma nemen best contact op met de studentenadministratie.
Voorkennis Interesse en aanleg voor chemie, maar ook voor andere exacte wetenschappen, zijn de belangrijkste vereisten. Een zekere handigheid en nauwkeurig kunnen werken komen goed van pas, zeker bij werk in het laboratorium. Besef dat het aantal uren dat je in een laboratorium doorbrengt een groot deel van je studietijd zal innemen. Overweeg of je ook wel fysiek geschikt bent voor deze studie. Voor de cursussen scheikunde is er geen directe voorkennis vereist. De cursussen starten vanaf nul; de leerstof begint met een herhaling van wat in het secundair onderwijs reeds gegeven werd, maar de benadering gebeurt vanuit een ander oogpunt: begrijpen, opbouwen en toepassen is belangrijker dan iets ‘kennen’. Een chemicus maakt dikwijls gebruik van parate kennis, een goed geheugen helpt hierbij. Zoals voor alle universitaire studies is doorzettingsvermogen, wilskracht en regelmatige werklust een absolute vereiste.
Gaten in je voorkennis? Je kan er iets aan doen! Vrees je een tekort in je voorkennis voor wiskunde, dan kan je in de maand september speciale overbruggingslessen volgen. Hierover lees je verder meer. Algemeen mag je stellen dat studenten die in hun vooropleiding in de laatste twee jaren van het secundair onderwijs ten minste zes uren wiskunde per week kregen, geen grote problemen ondervinden met deze studierichting.
Heb je keuzemoeilijkheden? Misschien heb je nog geen antwoord op al je vragen of twijfel je nog tussen bepaalde richtingen. Wordt het chemie of misschien toch die andere richting die zo interessant lijkt? Welke studierichting is meer theoretisch en welke biedt meer toepassingen en is meer praktisch gericht? Op de open campusdagen in de maanden maart en april kom je er meer over te weten. Je kan ook steeds een afspraak maken met iemand van het Studenteninformatiepunt (STIP).
8|
Het studieprogramma Studiepunten De studieomvang van je opleiding en van alle opleidingsonderdelen wordt uitgedrukt in studiepunten (sp.). Dat zie je in de tabellen op de volgende bladzijden. Studiepunten geven een goed beeld van de tijd die je zal besteden aan je opleiding en aan de verschillende opleidingsonderdelen. Elk studiepunt komt namelijk overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Een voltijds academiejaar telt 60 studiepunten. De totale studietijd voor een voltijds academiejaar varieert dus tussen 1 500 en 1 800 uren studie. Deze tijd besteed je aan het bijwonen van hoor- en werkcolleges, het voor bereiden van lessen, het studeren voor examens en het maken van oefeningen, papers of andere opdrachten. Het aantal studiepunten van een opleidings onderdeel zegt dus meer over je totale tijdsinvestering dan het aantal uren dat je les hebt. Je bacheloropleiding omvat 180 studiepunten. Als je voltijds studeert en voldoende vlot slaagt voor je examens, behaal je je bachelordiploma dus na 3 jaar studeren. Het systeem met de studiepunten vloeit voort uit het Europees ECTS-project (European Credit Transfer and Accumulation System). Meer info vind je op www.ua.ac.be/studiepunten.
Collegeroosters Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters. Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters
|9
Jaar 1
Th.
Pr.
Sp.
Algemene chemie I Algemene chemie II, incl. practicum Organische chemie I Chemie in het dagelijkse leven, incl. practicum Wiskunde I Wiskunde II Fysica I Duurzaamheid, veiligheid en milieu Celbiologie
26 45 45 25 24 15 34 20 45
26 70 10 40 36 15 54 4 20
6 9 6 6 6 3 9 3 6
Computervaardigheden en statistische verwerking van meetgegevens
25
35
6
304
310
Totaal
10 |
60
Jaar 2 Verplichte opleidingsonderdelen Organische chemie II Practica organische chemie Spectroscopische methoden Materiaalkunde Analytische chemie, incl. practicum Thermodynamica Kinetiek van gassen en chemische reacties Molecular modeling Milieuchemie en duurzame ontwikkeling Fysica II
Th.
Pr.
Sp.
45
10 120 30
6 6 6 6 6 6 3 3 3 9
30 50 25 35 20 20 25 36
40 15 10 10 5 52
Optionele ruimte (2 opleidingsonderdelen te kiezen uit lijst) Wiskundige modellen in de chemie Scheidingsmethoden Fysische electrochemie en colloïdchemie Totaal
20 30 40 321
10 25 317
3 5 4 60
| 11
Jaar 3 Algemene opleidingsonderdelen Polymeerchemie Compexchemie Instrumentele analyse Scheidingsmethoden Practicum instrumentele methoden Toegepaste statistiek Geïntegreerd practicum Levensbeschouwing Projectwerk, incl. wetenschappelijk rapporteren Optionele ruimte (9 sp te kiezen uit onderstaande lijst) Heterocyclische chemie, incl. practicum Kwantumchemie Fysische elektrochemie en colloïdchemie Symmetrie en dynamica van moleculen Forensische chemie
Th.
30 28 20 15
Pr.
10 15 40
25 40 30 25 30 15 25 30 25
160 45 15 5 5
Sp.
3 3 3 3 3 3 3 3 15 6 3 3 3 3
Profileringsruimte (12 sp. te kiezen uit onderstaande lijst met keuzeopleidingsonderdelen of aanbod Universiteit Antwerpen) Scientific English
20
3
Capita selecta: organische milieuchemie en duurzame ontwikkeling
20
3
Moleculaire structuurbepaling
15
Computationele chemie: rekenen aan moleculen en vaste stoffen
20
Molecular modeling: spectra Plasmatechnologie Wetenschappelijke rekenomgevingen Nucleaire chemie en radioprotectie Inleiding tot de massaspectometrie Disconnectiebenadering Structuur van de vaste stof Inleiding tot programmeren
20 20 16 20 20 20 30 30
30 30
3 3 3 3 3 3 6 6
ca. 310
ca. 310
60
Totaal
12 |
15
3 3
10 4
| 13
Opleidingsonderdelen jaar 1 In deze brochure vind je de inhoud van de opleidingsonderdelen van de bachelor chemie. Op www.ua.ac.be/wetenschappen staat meer uitgebreide informatie over de begin- en eindtermen, inhoud, werk- en evaluatievormen en het noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
Algemene chemie I In dit opleidingsonderdeel komen twee topics aan bod, nl. de atoom- en molecuulstructuur, en een eerste gedeelte van de fysische scheikunde. Na een historisch overzicht van de ontwikkeling van de atoomtheorie, worden in de topic atoom- en molecuulstructuur, de structuur van het waterstofatoom en de opbouw, en de relatie hiervan met de fysische eigenschappen, van meerelektronatomen besproken. Deze begrippen worden aangewend om de verschillende soorten chemische bindingen te bespreken. Tevens worden enkele gevorderde begrippen, zoals hybridisatie en molecuulorbitaaltheorie, beschreven. Deze topic wordt afgerond met de bespreking van de relatie tussen molecuulstructuur en de intermoleculaire interacties. In de topic fysische scheikunde worden vooreerst de toestandsvergelijkingen van gassen besproken. In het volgende hoofdstuk worden deze gebruikt om de hoofdwetten van de thermodynamica te behandelen. De toepassingen van de thermodynamica in de scheikunde, speciaal met betrekking tot het chemisch evenwicht, komen aan bod in de thermochemie.
Algemene chemie II, incl. practicum Het opleidingsonderdeel algemene chemie II is het vervolg op het opleidingsonderdeel algemene chemie I. In dit deel worden fundamentele begrippen in de fysische chemie bijgebracht. Vooreerst worden de evenwichtsgedragingen van oplossingen, met o.m. ionisatie-evenwichten, zuur-basegedrag, complexvorming en oplosbaarheid van zouten bestudeerd. In een volgend hoofdstuk komen een aantal aspecten van de kinetiek van chemische reacties aan bod, en uiteindelijk worden in het hoofdstuk elektrochemie, na een studie van elektroden en elektrodepotentialen, toepassingen zoals batterijen en brandstofcellen besproken, terwijl eveneens een aantal elektrochemische kenmerken van corrosie beschreven worden. Tijdens de oefeningensessies wordt getracht het inzicht in de theoretische wetmatigheden te verhogen en de nodige vaardigheden te ontwikkelen voor het oplossen van fysisch-chemische vraagstukken. Tijdens het labo/practicum is het de bedoeling om basisvaardigheden aan te leren, telkens met een link naar wetmatigheden aangereikt tijdens de theorielessen.
14 |
Organische chemie I In deze introductiecursus organische chemie worden de verschillende klassen van organische verbindingen en hun functionele groepen (inclusief naamgeving) systematisch behandeld. Belangrijke basisbegrippen zoals isomeren, rotameren, conformeren, tautomeren, resonantie en aromaticiteit zullen aan de hand van voorbeelden en oefeningen verklaard worden. Tevens zal de basis gelegd worden voor de reactiviteit door de termen “nucleofiel” en “elektrofiel” te introduceren en het gebruik van verschillende kinetische en thermodynamische begrippen. Na deze grondige inleiding volgt de bespreking van de verschillende reactiviteitsklasssen en hun toepassingen in de synthese: alkenen en alkynen (electrofiele additie), halogeenalkanen (nucleofiele substitutie en eliminatie), alcoholen.
Chemie in het dagelijks leven, incl. practicum In deze cursus proberen we de studenten bewust te maken van de impact van chemie, en dus van de chemicus, op de samenleving. Heel ons leven is, dag in dag uit, verweven met chemie. Dit creëert een enorm boeiend pallet aan mogelijkheden voor de chemicus, maar verwacht tegelijk van hem of haar een zeker gevoel van verantwoordelijkheid. In een eerste deel van de theorielessen wordt dieper ingegaan op de grote impact van chemie op ons leven, waarbij toepassingen van chemie bekeken worden in o.a. de voeding, de geneeskunde, cosmetica, textiel, kunststoffen, forensisch (criminologisch) onderzoek, technologische ontwikkelingen, verliefdheid, enz. Hierbij zullen de studenten de opdracht krijgen om ook zelf opzoekingen te doen, en een toepassing van chemie uit te leggen aan hun medestudenten. In het tweede deel worden enkele van deze aspecten meer in detail uitgediept. Er komen enkele gastsprekers meer in detail vertellen over de rol van chemie in forensisch onderzoek, de voeding, geneesmiddelenonderzoek, de kunst en de nanotechnologie (micro-elektronica). In het laatste deel laten we de studenten kennis maken met de chemische industrie, in al zijn aspecten, vermits dit het latere beroepsleven vormt voor de meeste afgestudeerde chemici. Er zal een overzicht gegeven worden van de verschillende chemische sectoren en producten, tewerkstelling, verschillende taken van chemici (productie, onderzoek en ontwikkeling, analyse, milieu en veiligheid, patenten, kwaliteitszorg,...), regelgeving naar milieu, veiligheid en kwaliteit,... Dit deel zal verzorgd worden door een gastspreker uit de industrie, waarbij de nadruk ligt op ervaringsuitwisseling, eerder dan op het produceren van getallen. In het practicum zullen de studenten proeven uitvoeren, met concrete toepassingen van chemie in het dagelijks leven, zoals besproken in de theorielessen. De nadruk ligt hier op het aanleren van de basisvaardigheden in het labo, en de bewustmaking dat ons leven verweven is met chemie.
| 15
Wiskunde I I. Complexe getallen: basisbewerkingen, machtsverheffen en worteltrekken, poolvormen, complexe veeltermvergelijkingen II. Limieten en continuïteit: functies, continuïteit, cyclometrische functies, verschillende soorten limieten in R en rekenregels, exponentiële en logaritmische functies, hyperbolisch-goniometrische functies, het O-symbool van Landau III. Afgeleiden: rekenregels, hogere afgeleiden, extremaonderzoek, middelwaardestellingen, convexiteit, asymptoten, functieonderzoek, methode van NewtonRaphson IV. Primitieven: rekenregels, partiële integratie, substitutie, splitsen in partieelbreuken, regel van Fuss, onbepaalde integralen van de tweede en derde klasse, recursie V. Bepaalde integralen: boven- onder- en Riemann-sommen, oneigenlijke integratie, numerieke integratiemethoden, berekenen van oppervlakken volumes booglengtes en complanaties
Wiskunde II VI. Differentiaalvergelijkingen: algemeenheden, singuliere oplossingen, para meterfamilies oplossingen, scheiding van veranderlijken, homogene differentiaalvergelijkingen, DV met lineaire coëfficiënten, exacte differentiaalvergelijkingen, integrerende factoren, lineaire differentiaalvergelijkingen van de eerste orde, vergelijkingen van Bernouilli en Ricatti, homogene lineaire differentiaalvergelijkingen van hogere orde, Eulervergelijingen, methode van de onbepaalde coëfficienten en variatie van de parameters, ordereductie, de Laplace-transformatie en de inverse Laplace-transformatie VII. Rijen en reeksen: rekenkundige en meetkundige rijen en hun sommatie, convergentie, limsup en liminf, reeksen in R, convergentiecriteria, Taylor- en Maclaurinreeksen
Fysica I In deze cursus wordt de klassieke mechanica (Newton) behandeld en de toepassing hiervan op de beweging van starre lichamen, vloeistoffen en gassen. Daar waar mogelijk wordt het verband met de kwantummechanica gelegd. De theorie wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden en eenvoudige experimenten. De nodige wiskundige technieken worden geïntroduceerd tijdens de hoorcolleges. Tijdens de oefeningensessies kunnen de studenten de leerstof toepassen bij het oplossen van eenvoudige problemen. Tijdens de practica voeren de studenten op zelfstandige wijze eenvoudige proeven uit en leren ze een correcte nauwkeurigheidsanalyse uit te voeren op de gemeten grootheden. Volgende onderwerpen komen aan bod:
16 |
• • • • • • • • • •
kinematica in 1,2 en 3 dimensies dynamica: wetten van Newton, beweging van puntmassa’sarbeid, energie, wet van behoud van energie behoud van impuls, botsingen van deeltjes rotatiebeweging van starre lichamen, traagheidsmoment, behoud van impulsmoment, rollen zonder glijden statica gravitatiewet van Newton hydrostatica en hydrodynamica: eigenschappen van vloeistoffen in rust en in beweging inclusief oppervlaktespanning trillingen: harmonische trilling, gedempte trilling, gedwongen trilling, resonantiefenomeen golven: golfvergelijking, harmonische golven, lopende en staande golven, geluidsgolven, Dopplereffect warmteleer: definitie begrip temperatuur, ideale gaswet, kinetische gastheorie, Maxwell verdeling, Van der Waalsgas
Duurzaamheid, veiligheid en milieu De cursus milieu, duurzaamheid en veiligheid wordt de nadruk gelegd op inleiding tot milieu, duurzaamheid en veiligheid met een link naar technologie en disciplines/vakgebieden en een attitude om continu te verbeteren. Er wordt besproken hoe milieu, duurzaamheid en veiligheid wordt bepaald en beïnvloed door verschillende factoren, wat er aan de basis ligt en hoe men dit moet interpreteren en gebruiken. Daarnaast wordt de invloed op en door de maatschappij (actoren: beleid, organisaties, sectoren, normen enz.) besproken. Bij zowel milieu, duurzaamheid als veiligheid wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van de juiste attitudes naar milieubewust, duurzaam en veilig omgaan met chemicaliën tijdens de opleiding, in het later beroepsleven en in de maatschappij. De verschillen en de gelijkenissen evenals de multi-en interdisciplinariteit van milieu, duurzaamheid en veiligheid onderling worden aangeleerd.
Deel 1: Milieu Tijdens de eerste les worden basisbegrippen en de belangrijkste algemene aspecten in milieuchemie aangeleerd. In de daarop volgende lessen worden de belangrijkste luchtpolluenten besproken specifiek naar hun antropogene en natuurlijke bronnen, verdere interacties na uitstoot en verspreiding, bezinking en oplossingen/preventie. De invloed van polluenten op milieu, gezondheid, maatschappij enz. wordt kort aangehaald. De polluenten welke aangehaald worden zijn o.a. NOx, SOx, ozon, organische polluenten algemeen zonder verder op te delen en aerosolen. De nodige inzichten in het multi- en interdisciplinair karakter van pollutie worden aangeleerd. Waterpollutie wordt eveneens algemeen besproken. Er wordt enkel een opdeling gemaakt in type pollutie (chemische, | 17
thermisch, sedimentair) zonder in veel detail in te gaan op de verschillende chemicaliën. Dit gedeelte is inleidend zodat inzicht verkregen wordt in het algemene beeld en de verschillende actoren en factoren die millieuchemie beïnvloeden. Tevens wordt de nadruk gelegd op de verschillende maatschappelijke impact (bv. Energie, transport, chemische productie, enz.) en de rol van verschillende actoren zoals beleid op verschillende niveaus, wetgeving, eigen attitude en de rol van de chemicus in dit geheel.
Deel 2: Veiligheid Veiligheid wordt terecht steeds meer benadrukt en het werkveld en de maatschappij verwacht hierin een grote verantwoordelijkheid vanuit chemisten en ingenieurs. De verschillende aspecten van veiligheid met betrekking tot chemie zullen worden toegelicht. De perceptie van veiligheid in de maatschappij en in chemische bedrijven en de rol van de chemicus hierin zullen worden aangekaart. Volgende leerinhoud zal worden gedoceerd: • chemiekaarten, BIG, MSDS en andere naslagwerken. De begrippen hierin en de interpretatie ervan naar preventie en schadebeperking bij incidenten • pictogrammen, CLP/GHS, afvalstoffen, ogiefen, gevarenklassen en gevinummers • belang en inzicht in persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen • fysische gevaren en chemische gevaren van chemicaliën. Ook het leren interpreteren en inschatten van deze gevaren. Linken zullen gelegd worden naar basisbegrippen van algemene chemie zoals fasendiagrammen, nomogrammen, vriespuntverlaging enz. wat betreft fysische gevaren. • compatibiliteit van chemicaliën • invloed van omgeving, sectoren, hoeveelheden enz. op veiligheid. Er zal onder andere geschetst worden hoe veilig werken in een laboratorium gelijkt of verschilt van veilig werken in een industriële omgeving en in verschillende sectoren. • preventie en incident beperking
Deel 3: Duurzaamheid De verschillende begrippen en varianten van duurzaamheid worden toegelicht (green chemistry, duurzaamheid, cleantech, cradle-to-cradle enz.). Ook hier wordt aandacht gegeven aan de impact van chemie evenals de verschillende factoren en actoren die hierbij betrokken zijn en elkaar beïnvloeden. Er zal gewerkt worden met voorbeelden uit de chemie uit verschillende sectoren (fijnchemie, petrochemie, voedingsindustrie, batterijen, synthetische bouwmaterialen, textiel enz.). Anderzijds wordt net als bij milieu de relatie met de maatschappij besproken.
18 |
Celbiologie De benadering van de materie is die van de gekende handboeken. Een Nederlandstalige syllabus staat ter beschikking; waar mogelijk volgt deze naar inhoud en niveau één of enkele gedegen handboeken. In wat volgt wordt een overzicht gegeven van de voorziene hoofdstukken en belangrijkste onderdelen : • inleiding (met o.a. ‘biota versus abiota’ en ontstaan van het leven) • moleculen van het leven (eiwitten, suikers, nucleïnezuren, vetten) • universele structuren en functies in de cel (sequentie transcriptie-translatieeiwit modificatie als rode draad, prokaryote (+ overzicht) en eukaryote cellen) • specifieke functies en structuren bij eukaryoten (ademhaling, fotosynthese, organellen, endomembranen, secretie, verwijzing naar de symbionttheorie) • mobiliteit in de cel en van de cel (cytoskelet en motor-eiwitten) • celcyclus (DNA duplicatie, mitose, meiose) • controle op de celcyclus • ééncellige organismen (voorbeelden) • signalisatie naar en in de cel • meercelligheid • differentiatie • dedifferentiatie • weefselvorming in plant en dier (principes van organisatie, geen “histologie”)
Computervaardigheden en statistische verwerking van meetgegevens Het experiment is één van de pijlers van het wetenschappelijk onderzoek. Het correct en efficiënt verwerken van experimentele gegevens is dan ook een essentiële vaardigheid die wetenschappers moeten beheersen. In het theoretische luik gaan we nader in op het belang van experimentele gegevens als onderdeel van de wetenschappelijke methode en via een aantal voorbeelden illustreren we de begrippen systematische en toevallige fouten. Vervolgens ontwikkelen we op intuïtieve wijze het concept waarschijnlijkheidsverdelingen. We bespreken de uniforme en de normaalverdeling, de centrale limietstelling en de propagatie van fouten. Met deze kennis behandelen we het opstellen van een betrouwbaarheidsinterval voor een groot aantal observaties (z-statistiek) en voor een klein aantal observaties (t-statistiek). In het deel statistische tests gebruiken we de z- en t-statistiek om experimentele gegevens te vergelijken onder verschillende omstandigheden. We gebruiken de F-test om de precisie van meetresultaten te vergelijken en de Q-test om afwijkende gegevens te elimineren. Vervolgens tonen we aan hoe de methode van de kleinste kwadraten kan gebruikt worden om ijklijnen voor chemische metingen op te stellen, ze te evalueren en te gebruiken. In het meer praktijkgericht deel introduceren we het gebruik van software, meer bepaald rekenbladen zoals Excel of OpenOffice en rekenomgevingen zoals Matlab of Octave voor het verwerken van gegevens.
| 19
Na een uiteenzetting van het basisconcept en de mogelijkheden van deze programma’s behandelen we: • het invoeren en uitvoeren van gegevens • het maken van verschillende soorten grafieken • het bewerken van numerieke en alfanumerieke gegevens • het gebruik van logische en statistische functies • het programmeren van eigen functies. De in het theoretische deel geziene materiaal wordt uitvoerig geïllustreerd en toegepast in het praktische deel.
20 |
Opleidingsonderdelen jaar 2 Organische chemie II In deze cursus worden als vervolg op Organische Chemie I de andere belangrijkste organische reacties behandeld die de verschillende klassen van organische verbindingen kunnen ondergaan of waarlangs ze gevormd worden. De IUPAC naamgeving wordt verder uitgebreid naar moleculen met meer dan één functionele groep. De interconversie van functionele groepen zal steeds vanuit mechanistisch standpunt worden benaderd. Eveneens zal de vorming en reactiviteit van radicalen besproken worden. Doorheen de cursus zal aan de hand van voorbeelden en oefeningen het creatief gebruik van deze reacties voor de synthese van concrete doelmoleculen worden geïllustreerd. Tevens wordt er impliciet retrosynthetisch denken (disconnectie) aangeleerd. Wegens het grote belang van organische moleculen in onze maatschappij zullen verscheidene illustraties gegeven worden vanuit de farmaceutische en agrochemische industrie. Inhoud: • Carbonylverbindingen: nucleofiele additie en enolaatreacties, Wittig reactie, organometalen • Reacties met aromaten: electrofiele aromatische substitutie en andere • Reducties en oxidaties • Alkanen (radicalaire substitutie) • Bijzondere reacties: omleggingen, dienen, Diels-Alder • Meerstapssynthesen: retrosynthese • Verschillende klassen van natuurproducten worden besproken. Biomoleculen: structureel en reactiviteit (suikers & polysacchariden, vetten, aminozuren & peptiden, alkaloiden, terpenen)
Practica organische chemie Aan de hand van Nederlandstalige opdrachten worden eenvoudige synthesen met gradueel toenemende complexiteit uitgevoerd. Specifieke synthesevaardigheden worden aangeleerd. Aangezien de student geen eenvoudige uitvoerder van een synthese-opdracht mag zijn/worden maar blijk moet geven van theoretisch inzicht in het uitgevoerde werk, is er telkens een extra aandachtspunt in de synthese-oefening ingebouwd: substitutie van een tertiair versus een primair alcohol, nitrering van een geactiveerde versus een gedesactiveerde aromatische ring, een stereochemisch probleem, een natuurproductisolatie/derivatisatie, spectroscopische vragen, enz. Ten slotte wordt de student vertrouwd gemaakt met de wetenschappelijke, in het bijzonder de chemische literatuur met hieraan gekoppeld een literatuuropdracht en een posterpresentatie.
| 21
Spectroscopische methoden Deze cursus geeft een inleiding tot en behandelt de toepassing en combinatie van fysische methoden in de structuurbepaling van (an)organische moleculen. De nadruk in deze cursus ligt op het gebruik van de spectroscopische technieken en de interpretatie van spectra. Na een algemene inleiding over moleculaire structuur worden achtereenvolgens UV-vis spectroscopie, vibratiespectroscopie (IR en Raman), nucleaire magnetische resonantie spectroscopie (NMR) en massaspectrometrie (MS) behandeld. Het onderdeel over NMR spectroscopie behandelt zowel 1H-NMR als 13C-NMR (inclusief de ontkoppelingstechnieken en de methoden om de multipliciteit te bepalen). De cursus wordt afgesloten met een uitgebreide reeks geïntegreerde oefeningen, waarin de vier technieken worden gecombineerd.
Materiaalkunde • • • • • •
•
•
Silicaten: bespreking poreuze materialen zoals zeolieten, kleien, silica materialen, synthesemethoden en eigenschappen Keramieken (zowel traditionele als neokeramieken zoals nitrides, borides,…) Metalen en kristalroosters (begrippen zoals kristalgeometrie, rooster defecten, diffusie in metaalroosters, …) + X-straal diffractietechniek ter karakterisering Legeringen (ijzer en staal, non-ferrometalen) Geleiders-halfgeleiders-isolatoren Bepalen van materiaaleigenschappen volgens verschillende technieken, zowel destructief als niet-destructief (o.a. porositeitsanalyse techniek ahv gas adsorptie, materialenleer zoals hardheid, brosheid en taaiheid, tribologische metingen, spannings-rek diagram) Beschrijvende chemie: groep van alkalimetalen (Li, Na, K); groep van aardalkalimetalen (Be, Mg, Ca, Ba); boorgroep (B, boorzuur, boriden, boranen, Al); stikstofgroep (N, P); zuurstofgroep (O, S en verbindingen); halogenen; metalen + bereiden van metalen uit ertsen Fase diagrammen voor mengsels van vaste stoffen
Analytische chemie, incl. practicum Na een inleiding over de relevantie van analytische chemie in het wetenschappelijk onderzoek en in de maatschappij behandelen we in deel 2 uitgebreid het chemisch evenwicht vertrekkend van ideale oplossingen, over niet-ideale oplossingen en ten slotte reële, complexe systemen. In deel 3 bestuderen we de toepassing van deze tegenwichten zoals ze gebruikt worden in de klassieke analysemethodes: de gravimetrie, de neerslagtitraties, de zuur-base titraties en de complexometrische titraties. Vanaf deel 4 worden de eenvoudige instrumentele analysetechnieken aangebracht, beginnende met enkele elektrochemische analysemethodes gebaseerd op het meten van de elektrodepotentiaal (redox en 22 |
potentiometrische titraties). In deel 5 wordt spectrofotometrie bestudeerd als voorbeeld van een spectrometrische analysemethode. In het practicum worden een 7-tal reële analysemethodes die aansluiten bij de verschillende hoofdstukken in de cursus aangeleerd en toegepast.
Thermodynamica In het eerste deel van de cursus worden de hoofdwetten, waarmee de student reeds in de eerste bachelor in contact kwam, herhaald en uitgediept. Nadruk hierbij ligt vooral op het plausibel maken van de Tweede en de Derde hoofdwet van de Thermodynamica. Eenvoudige toepassingen van de Hoofdwetten in de chemie (Wet van Hess, Wet van Kirchoff, het begrip, en het gebruik van, vormingsreacties) worden besproken. In het gedeelte Thermochemie wordt vooral ingegaan op het gebruik van de Gibbs energie en van chemische potentialen bij de beschrijving van fasen- en chemische evenwichten. Dit gedeelte wordt afgesloten met de wiskundige afleiding van de formules voor enkele colligatieve eigenschappen van oplossingen. Aflsuitend wordt in een korte inleiding ingegaan op de basiselementen, zoals het begrip ensemble in de thermodynamica, de Vergelijking van Boltzmann en de berekening van de voornaamste toestandsfuncties van gasvormige systemen, van de statistische thermo dynamica.
Kinetiek van gassen en chemische reacties Deze cursus bestaat uit twee delen. In het deel “kinetiek van gassen” trachten we kwantitatieve verbanden te leggen tussen macroscopische eigenschappen van gassen enerzijds, en microscopische eigenschappen van de moleculen/ atomen anderzijds. Dit doen we aan de hand van het model van de “kinetische gastheorie”. We bekijken o.a. moleculaire beweging in gassen, de Maxwell snelheids- en energieverdeling, botsingen tussen moleculen en met een wand, en transportverschijnselen in gassen (diffusie, viscositeit, warmtegeleiding). Ook bespreken we de verschillen tussen “ideale” en “reele” gassen. In het tweede gedeelte wordt de kinetiek van chemische reacties besproken. Eerst worden de basisprincipes van chemische reactiekinetiek behandeld: o.a., definities van reactiesnelheid, snelheidsconstanten en reactieorde, reactiesnelheidswetten voor verschillende soorten reacties (eerste en tweede orde, reacties nabij hun evenwicht,…), de Arrhenius vergelijking, elementaire reacties, de zgn. “steadystate” benadering, … Vervolgens worden deze basisprincipes gebruikt voor de beschrijving van meer complexe reacties, zoals kettingreacties, polymerizatie, katalyse, oscillerende reacties en fotochemie. In het laatste deel gaan we dieper in op de betekenis van de reactiesnelheidsconstanten, en we proberen ze in verband te brengen met eigenschappen van de reagerende moleculen. We maken hierbij gebruik van de botsingstheorie (voor gasfase reacties, zie deel 1), de diffusievergelijking (voor reacties in oplossing), de theorie van het geactiveerd | 23
complex (Eyring vergelijking en thermodynamische benadering) en moleculaire reactie dynamica. Naast de theoretische basis wordt ook veel aandacht besteed aan het kunnen toepassen van de theorie, via numerieke voorbeelden en het oplossen van eenvoudige wetenschappelijke problemen. De numerieke voorbeelden worden meestal klassikaal opgelost. De oefeningen op het einde van elk hoofdstuk maken de studenten individueel en worden verzameld in een soort portfoliosysteem.
Molecular modelling Na een introductie van de noodzakelijke wiskundige basisbegrippen (eerder a mathematical Aide- Mémoire) worden verschillende basisbegrippen noodzakelijk bij Molecular Modelling studies beschreven. Belangrijke onderpen die hierbij aan bod komen zijn o.a. elektrische ladingen en hun eigenschappen, intermoleculaire krachten, moleculaire mechanica, potentiële energie oppervlakken, een quick guide to conformationele analyses en statistische thermodynamica, Molecular Dynamics en Monte Carlo simulaties. Aansluitend worden verschillende semi-empirische methoden, ab initio en Density Functional Theory methoden geïntroduceerd, en worden, via diverse hands-on sessies waarbij o.a. molecular modelling software wordt gebruikt, toepassingen van deze methoden in o.a. organische chemie toegelicht. Toepassingen van molecular modelling in computational drug design, protein folding and unfolding, QSAR en andere chemoinformatische technieken worden geïntroduceerd via een geïllustreerd door een (inter)nationale gastspreker.
Milieuchemie en duurzame ontwikkeling De cursus geeft een overzicht van de lucht-, water- en bodemverontreiniging door organische verbindingen en leert zo het verband te zien tussen pollutie, energieverbruik, materiaalverbruik en afval. Hierop wordt aangesloten met inleidende begrippen van duurzame ontwikkeling. Het eerste deel gaat in op de basisfenomenen en vormingsprocessen, waardoor organische polluenten ontstaan en in het milieu komen. De impact op de gezondheid van de mens en de (metabolische) afweermechanismen komen aan bod. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de beschikbare methoden voor bemonstering en analyse. Er wordt ingegaan op de atmosferische polluentbelasting door aerosolen, de waterzuivering en de chemie van de microbacteriële processen bij aërobe en anaërobe afbraak. Tenslotte komt ook de verwerking van vast restafval aan bod. Dit alles legt het verband tussen milieu enerzijds en gebruik van energie en materialen anderzijds, of tussen milieu en duurzame ontwikkeling. Het tweede deel gaat op de noodzaak van duurzame ontwikkeling. Het economische groeimodel en de limieten ervan worden besproken. Er wordt vanuit het standpunt van de 24 |
toekomstige chemicus in een bedrijf nagegaan hoe en wat er gedaan kan worden. De kwantisering van een product of procesverbetering in termen van duurzame ontwikkeling wordt besproken en geïllustreerd met verschillende concrete voorbeelden en test cases. Tijdens de hoorcolleges wordt interactieve discussie gestimuleerd.
Fysica II Deze cursus geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten van het elektromagnetisme. De behandeling is klassiek i.e. niet kwantummechanisch. Daar waar mogelijk wordt wel de link met de kwantummechanica gemaakt. Een belangrijk deel van de cursus wordt besteed aan de eigenschappen van licht. Daarnaast komen ook enkele onderwerpen uit de “moderne fysica” aan bod zoals de speciale relativiteitstheorie, de kernfysica en de kwantummechanica. De theorie wordt steeds geillustreerd aan de hand van voorbeelden en eenvoudige experimenten. Tijdens de oefeningensessies kunnen de studenten de leerstof toepassen bij het oplossen van eenvoudige problemen. Tijdens de practica voeren de studenten op zelfstandige wijze eenvoudige proeven uit voorzien van een nauwkeurigheidsanalyse op de gemeten grootheden. De volgende onderwerpen komen aan bod : • • • • • • • • • • •
Speciale relativiteitstheorie: Lorentztransformatie, tijdsdilatatie, Lorentzcontractie, gelijktijdigheid, relativistische impuls, equivalentie van massa en energie. Elektrisch veld, elektrische potentiaal, capaciteit van condensatoren, Wet van Coulomb, Wet van Gauss. Gelijkstroom: wet van Ohm, analyse van eenvoudige weerstandsnetwerken. Magnetisme: bronnen van magnetisme, Lorentzkracht, Wet van Ampere, Wet van Biot-Savart, para-, dia- en ferromagnetisme. Inductiewet van Faraday. Maxwellvergelijkingen, Elektromagnetische golven. Wisselstromen: impedanties, versterkers, filters. Geometrische optica: lenzen, spiegels. Golfoptica: diffractie en interferentie, polarisatie. Radioactiviteit: radioactief verval, alfa-, beta- en gammastraling, kernfissie en kernfusie Begrippen uit de kwantummechanica: straling zwart lichaam, foto-elektrisch effect, Schroedingervergelijking, tunneleffect, elektronenmicroscoop, LASER
| 25
Wiskundige modellen in de chemie Toepassingen van wiskundige basistechnieken gebaseerd op vectoren, matrices, determinanten, fourier reeksen en fourier transformaties worden geïllustreerd aan de hand van diverse chemische en fysische voorbeelden. De diverse technieken worden ingeoefend via het uitwerken van diverse chemisch relevante probleemstellingen. Uitwerking van de noodzakelijke wiskundige manipulaties wordt vereenvoudigd via integratie van het softwarepakket Maple.
Biochemie The course Biochemistry builds on the knowledge and insights of the course “Celbiologie en genetica” (Ba1), which focuses on cellular structures and compartments, biochemical functions and reactions and how physical and chemical principles underlie the molecular processes of life. The course Biochemistry focuses on the key molecules which are involved in biological processes, such as peptides and proteins, oligonucleotides and DNA/RNA, sugars (glycans) and lipids/fatty acids, and on the 3D structures they usually adopt. It will put these molecules into the context of their functions, and how they work together to effect important processes in the cell. It will also connect this knowledge with timely aspects of biochemistry such as disease, aging and human manipulation of life (e.g. genetic engineering, biotechnology industry), and aim at giving a basic understanding of these important societal issues. The course also introduces briefly and compares biophysical methods, which are specifically used to understand the composition (sequence), structure and interactions of biomolecules, such as X-ray crystallography, NMR spectroscopy, electron microscopy, CD spectroscopy, isothermal calorimetry, surface plasmon resonance, analytical ultracentrifugation and others. For this it will build on the knowledge the students have of these methods from other courses (Physical Chemistry, Organic Synthesis) and highlight the specific applications in the context of biochemical questions. In this way the students will connect their chemical knowledge with complex but ultimately also physico-chemical processes in the living cell, and obtain a basic knowledge of molecular processes in the field of Life Sciences in which many Chemists nowadays work.
26 |
Principes van de bedrijfseconomie Eerst worden de principes van de algemene en industriële boekhouding behandeld, gevolgd door de analyse de financiële structuur en financiering van een onderneming. Vervolgens wordt ingegaan op studie van de kostprijssystemen , de budgettereing en kasplanning. De cursus geeft verder inzicht in de financiële en economische technieken van de investeringen. Daarbij aansluitend worden de basistechnieken besproken die aangewend worden bij de opvolging en planning van activiteiten in de uitvoering van een project. (bandbreedte, resolutie, selectiviteit) en de manier waarop deze geoptimaliseerd worden. Vervolgens worden de belangrijkste vormen van chromatografie besproken, vnl.. gaschromatografie, vloeistofchromatografie, affiniteitschromatografie, size exclusion chromatografie, ionenchromatografie en capillaire electroforese. Er wordt aandacht besteed aan de scheiding van zowel laag moleculaire verbindingen, polymeren en biomoleculen. In elk hoofdstuk wordt kort de instrumentatie behandeld en de praktische optimalisatie van een scheiding. Ongeveer 40 % van de tijd wordt voorbehouden aan geleide oefeningen en toepassingen. In het practicum werkt de student met de verschillende (instrumentele) scheidingsmethoden
| 27
Opleidingsonderdelen jaar 3 Polymeerchemie Polymeerchemie is een multidisciplinair opleidingsonderdeel waarin verschillende aspecten uit de organische chemie, analytische chemie, natuurkunde en reaktiekinetiek gecombineerd worden. In tegenstelling tot de klassieke organische chemie, waarbij het product meestal bestaat uit zuivere stof met een laag moleculair gewicht, wordt er in de polymeerchemie vrijwel altijd een mengsel gemaakt van moleculen van verschillende (hoge) moleculaire gewichten en vaak van verschillende samenstellingen of architecturen. Deze verdelingen bepalen ook de uiteindelijke materiaaleigenschappen en slechts kleine veranderingen in de synthese kunnen leiden tot heel verschillende materialen. Het sturen van de materiaaleigenschappen gebeurt daarom door de juiste combinatie van de reactanten en polymerisatiemechanisme (organische chemie) en de reactiecondities (kinetiek). De belangrijkste typen polymeren en hun toepassingen zullen in dit college aan bod komen en de volgende polymerisatiemechanismen, met de bijbehorende reactiekinetiek en resulterende molecuulgewichtsverdelingen, zullen worden bestudeerd: polycondensaties, radikaalpolymerisatie (met extra aandacht voor copolymerisaties, emulsiepolymerisatie en levende radikaalpolymerisatie), ionische polymersaties en katalytische polymerisaties (bestaande uit coördinatiepolymerisatie, ringopening polymerisatie, ROMP en enzymatische polymerisatie). Aangezien de structuur van een polymeer sterk de eigenschappen bepaalt, zal er tijdens het college ook aandacht worden besteed aan de karakterisatie van polymeren, met de meeste nadruk op het bepalen van de gemiddelde molecuulgewichten en de molecuulgewichtsverdeling. Hiertoe zal er een inleiding worden gegeven over het gedrag van polymeren in oplossingen, viscosimetrie, lichtverstrooingstechnieken en “size-exclusion chromatography”. De betekenis en bepaling van een aantal belangrijke mechanische en thermische eigenschappen van polymere materialen zullen ook kort aan bod komen.
Complexchemie Een eerste hoofdstuk van de cursus omvat een bespreking van de klassieke theorieën uit de complexchemie (ligand veld theorie, M.O. theorie). Tevens worden de belangrijkste eigenschappen van complexen besproken zoals reactiviteit, stabiliteit en kleur van complexen. Deze theoriën worden uitgebreid toegepast in oefeningen. In een tweede hoofdstuk worden een aantal typische analysemethoden besproken die belangrijk zijn voor het karakteriseren en bestuderen van complexen, afgezet op anorganisch dragermateriaal. In dit gedeelte komen vaste stof spectroscopie (FT-IR, FT-Raman and UV-VIS-DR) technieken aan bod. Een laatste hoofdstuk bestrijkt het uitgebreide domein van de mechanismen van anorganische complexreacties. Er wordt een overzicht gegeven van verschillende soorten anorganische reacties waaronder: 28 |
• • •
het indelen van de globale reactie in zijn individuele stappen en een beschrijving van hun evenwicht; de karakterisatie der intermediaire vormen en een schatting van hun bestaansperiode; de bestudering van de ‘overgangstoestand’ voor elk der reactiestappen in de termen van samenstelling, geometrie, solvatatie, energie
Instrumentele analyse De volgende groepen van analytische methoden worden behandeld: (1) optische spectro(foto)metrie: moleculaire absorptie, fluorescentie en fosforescentie en (2) atomaire spectrometrie: atomaire absorptie, fluorescentie en emissie, X-straal fluorescentieTevens bevat de cursus een hoofdstuk waarin de karakteristieken van analytische methoden worden behandeld (zoals gevoeligheid, detectie limieten, lineair en dynamisch bereik, robuustheid, specificiteit).
Scheidingsmethoden Er wordt ingegaan op de fysica van het discrete en continue verdelingsproces als basis voor het chromatografische proces en de analytische scheidingsparameters (bandbreedte, resolutie, selectiviteit) en de manier waarop deze geoptimaliseerd worden. Vervolgens worden de belangrijkste vormen van chromatografie besproken, vnl.. gaschromatografie, vloeistofchromatografie, affiniteitschromatografie, size exclusion chromatografie, ionenchromatografie en capillaire electroforese. Er wordt aandacht besteed aan de scheiding van zowel laagmoleculaire verbindingen, polymeren en biomoleculen. In elk hoofdstuk wordt kort de instrumentatie behandeld en de praktische optimalisatie van een scheiding. Uiteraard worden ook de meer klassieke methoden voor (voor) scheiding aan bod. Er wordt ruim tijd besteed aan geleide oefeningen en toepassingen. De student werkt met de verschillende (instrumentele) scheidings methoden in het practicum instrumentele analyse.
Practicum instrumentele methoden Ter illustratie van en het opdoen van praktisch ervaring met het gebruik van instrumentele analysemethoden worden in dit practicum proeven uitgevoerd ivm: (1) optische spectro(foto)metrie: moleculaire absorptie, fluorescentie en fosforescentie en (2) atomaire spectrometrie: atomaire absorptie, fluorescentie en emissie, X-straal fluorescentie en (3) (instrumentele) scheidingsmethoden.
Toegepaste statistiek Deze cursus geeft een uitdieping en een aanvulling op de cursus “Computervaardigheden en statistische verwerking van meetgegevens” van Ba1 waarbij de
| 29
nadruk ligt op de meer theoretische onderbouw en meer geavanceerde toepassingen. Achtereenvolgens komen aan bod: • waarschijnlijkheid en toevalsveranderlijken • beschrijvende statistiek • waarschijnlijkheidsverdeling van discrete en continue variabelen • statistische schatting en hypothese testen • niet-parametrische testen • statistische proefopzetting (design of experiments) • variantie-analyse • correlatie • regressie • simulatie De nadruk ligt op toepassingen eerder dan op rigoureuze mathematische behandeling.
Geïntegreerd practicum In dit practicum worden de verschillende aspecten van de fysicochemie binnen de fysische, organische en anorganische chemie, en de materiaalwetenschappen in de praktijk gebracht. Onderwerpen als kinetiek, adsorptie, colligatieve eigenschappen, de verschillende vormen van spectroscopie en spectrometrie, computationele chemie, ... die al dan niet in vorige opleidingsonderdelen aan bod kwamen worden geïntroduceerd of verder uitgediept a.d.h.v. een hands-on aanpak. Het Geïntegreerd Practicum biedt de studenten de mogelijkheid om een aantal van deze experimenten uit te voeren in de laboratoria van de onderzoeksgroepen van het departement. Hierdoor krijgen ze de kans om te werken met apparatuur die in de laboratoria van de practica niet aanwezig is.
Levensbeschouwing Levensbeschouwelijke diversiteit is in de hedendaagse samenleving een feit en dit weerspiegelt zich ook aan de universiteit. Om met deze diversiteit om te gaan kiest de Universiteit Antwerpen voor actief pluralisme. Actief pluralisme wil recht doen aan het belang van levensbeschouwelijke ideeën en aan de plaats die ze in de openbare ruimte kunnen innemen. Levensbeschouwelijke ideeën blijven immers een belangrijke rol spelen in het morele bewustzijn en in het dagelijks oordelen en handelen van mensen, organisaties en samenlevingen. Actief pluralisme is zelf geen levensbeschouwing, maar een houding ten aanzien van (de eigen en andere) levensbeschouwingen. Het insisteert op een inhoudelijke dialoog binnen en tussen levensbeschouwingen en op een concreet engagement dat levensbeschouwingen als fenomeen, als overtuiging én als praktijk, ernstig wil nemen. In dat verband richt het Centrum Pieter Gillis een cursus levensbeschouwing in (30 uur - 3 studiepunten) voor alle studenten van het derde 30 |
bachelorjaar. De Universiteit Antwerpen wil haar studenten hiermee uitnodigen om levensbeschouwelijke zaken bespreekbaar te maken en erover na te denken. Omgaan met levensbeschouwelijke verschillen en conflicten is echter vaak niet vanzelfsprekend. Veelal ontbreekt het aan een elementaire levensbeschouwelijke geletterdheid. Het opleidingsonderdeel heeft dan ook niet de bedoeling mensen tot één of andere levensbeschouwing te bekeren, maar is vormend van opzet. Om de cursus boeiend te maken voor een zeer breed spectrum, qua opleiding en belangstelling van zo vele studenten werd geopteerd voor een breed aanbod met keuzemogelijkheden. De cursus is opgesplitst in drie onderdelen: een inleidende A module, een verdiepende B module waarin men kan kiezen tussen lessenreeksen over verschillende levensbeschouwingen, en een verbredende C module waarin onder meer de relatie wetenschap/recht/maatschappij/cultuur-levensbeschouwing aan bod kunnen komen.
Projectwerk, incl. wetenschappelijk rapporteren De student voert 2 maal gedurende 4 weken praktisch werk uit in een onderzoeksgroep (nooit 2 maal in dezelfde onderzoeksgroep), maakt hiervan telkens een kleine scriptie (maximaal 25 bladzijden) en presenteert het werk met een powerpoint presentatie voor docenten en medestudenten. De inhoud is zeer verschillend van onderzoeksgroep tot onderzoeksgroep en van jaar tot jaar. Het partim ‘wetenschappelijk rapporteren’ is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden, enerzijds met betrekking tot het schrijven van een wetenschappelijke tekst voor verschillende soorten publiek, en anderzijds met betrekking tot het overtuigend mondeling presenteren van deze informatie. Hiervoor worden een vijftal schrijfopdrachten uitgevoerd. Door het analyseren van gespecialiseerde wetenschappelijke literatuur (analyseopdracht) krijgen de studenten inzicht in het wordingsproces van een artikel. De vaardigheden die vereist zijn om overtuigend mondeling presentaties te geven worden aangeleerd m.b.v. een peerreview systeem waarin de studenten elkaar evalueren (presentatie-opdracht). Een belangrijk aandachtspunt bij dit alles is de ontwikkeling van een aangepast taalgebruik.
Heterocyclische chemie, incl. practicum In het theoriegedeelte van dit opleidingsonderdeel wordt een zeer grondige inleiding tot de heterocyclische chemie gegeven. De chemie van pyridine, furaan, thiofeen en pyrrool komt uitvoerig aan bod. Pyridine is een modelsysteem voor een elektronenarm en furaan, thiofeen en pyrrool zijn modelsystemen voor elektronenrijke heteroaromatische verbindingen. Daarnaast wordt er voor pyridine tevens naar de benzo geanneleerde systemen gekeken (chinoline en isochinoline). Voor elk van deze skeletten wordt de reactiviteit t.o.v. nucleofielen, elektrofielen en radicalen uitvoerig bestudeerd. Tevens wordt aandacht besteed aan mogelijke tautomere vormen wanneer amino en hydroxyl groepen ingeplant | 31
zijn op de genoemde heteroaromatische skeletten. Ook de belangrijkste synthesemethoden voor pyridine, chinoline, isochinoline, furaan, thiofeen en pyrrool via ringopbouw komen aan bod. Hierbij aansluitend worden de Baldwin regels geïntroduceerd. Gezien het belang van heterocyclische verbindingen in het dagelijkse leven worden er aan het einde van elk hoofdstuk steeds enkele synthesen van commerciële geneesmiddelen en agrochemicaliën gebaseerd op de respectievelijke ‘scaffold’ van het hoofdstuk, besproken. In het practicum gedeelte worden de in Bachelor 2 reeds verworven synthesevaardigheden verder ontwikkeld. Technisch moeilijkere en meerstapssynthesen worden uitgevoerd aan de hand van Engelstalige recepten met een nadruk op de synthese en functionalisering van heterocyclische verbindingen. Om een kritische houding ten opzichte van literatuurgegevens aan te kweken worden de studenten aangespoord de syntheserecepten niet alleen letterlijk uit te voeren, maar ook weloverwogen variaties te suggereren met de bedoeling de synthese te vereenvoudigen, de reactieomstandigheden te verbeteren, het rendement te verhogen, enz. Tevens dient de student de reactiemechanismen van de uitgevoerde reacties te achterhalen o.a. via de handboeken die ter beschikking gesteld worden. Ook het grote belang/ gebruik van courante karakteriserings- en analysetechnieken (o.a. NMR, MS, IR) in de organische synthesechemie komt ruimschoots aan bod. Dit in vele gevallen aan de hand van spectra opgenomen van de eigen gesynthetiseerde reactie producten.
Kwantumchemie Het doel van de cursus is de studenten een inleiding tot de kwantumchemie te geven. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de toepassingen van het formalisme (operatoren, eigenwaarden en eigenfuncties) op eenvoudige modelsystemen de harmonische oscillator en het H-atoom. Tijdens de oefeningen-sessies worden naast oefeningen die het formalisme verduidelijken ook afleidingen doorgewerkt die tijdens het hoorcollege minder aan bod kwamen. Na een inleidend hoofdstuk, wordt in een hoofdstuk ‘Formalisme en Postulaten’ een aantal begrippen ingevoerd waaronder: Schroedinger vergelijking, hermitische operatoren, eigenwaarden en eigenvectoren, onzekerheidsrelaties. Vervolgens worden deze begrippen toegepast voor een aantal exact op te lossen systemen : de harmonische oscillator, het hoekmoment L, het waterstofatoom, de spin van het electron. Vervolgens wordt in een volgend hoofdstuk methoden behandeld voor niet-exact op te lossen systemen. In dit hoofdstuk worden benaderingsmethoden behandeld, dit zowel voor tijdsafhankelijke als tijdonafhankelijke storingsrekening. Volgende begrippen worden eveneens besproken en uiteengezet : ontaarding, selectieregels, variatiemethode.
32 |
Fysische elektrochemie en colloïdchemie In deze cursus trachten we kwantitatieve verbanden te leggen tussen macroscopische eigenschappen van de materie enerzijds, en microscopische eigenschappen van de moleculen/atomen anderzijds. Dit doen we aan de hand van een aantal modellen, die verschillend zijn naargelang het systeem. In het deel “fysische elektrochemie” starten we met de belangrijkste macroscopische aspecten van elektrochemie. Vervolgens kijken we naar de microscopische aspecten van elektrochemie, meerbepaald van ionaire oplossingen. We bekijken o.a. ion-solvent en ion-ion interactie, en we leggen het verband tussen het gedrag van opgeloste ionen en de activiteitscoëfficiënt van een oplossing, via het Debije-Hückel model. We bespreken ook het transport van ionen in oplossing (diffusie en migratie). Tenslotte bekijken we het gedrag van elektroden (metallische oppervlakken) in een oplossing, met name de vorming van een elektrische dubbellaag, wat de kern is van elektrochemie. Aansluitend hierbij beschrijven we in het tweede deel (“colloïdchemie”) het gedrag van colloïdale systemen: nl. (analoge) opbouw van een elektrische dubbellaag, die de stabiliteit van colloïdale systemen bepaalt, aantrekking en afstoting, coagulatie, zeta-potentiaal, elektrokinetische verschijnselen, ... Naast de theoretische basis wordt ook de nodige aandacht besteed aan het kunnen toepassen van de theorie, via numerieke voorbeelden. De studenten bereiden ook een schriftelijk werkstuk en een mondelinge presentatie voor, over een toepassing van colloïdchemie (in o.a. de voeding, geneesmiddelen, detergenten en cosmetica, papier, verf en inkt, fotografie,...) of elektrochemie (in o.a. batterijen, corrosie, elektrolyse).
Symmetrie en dynamica van moleculen De cursus begint met een inleidend hoofdstuk over de postulaten van de kwantummechanica. Vervolgens wordt de molecuulgolffunctie geïntroduceerd, en wordt de scheiding ervan in een elektronisch en een kerngedeelte besproken aan de hand van de Born-Oppenheimer benadering. Vervolgens wordt de scheiding van de variabelen verder gezet, door de kerngolffunctie op te splitsen in een translatie-, een rotatie- en een vibratiefactor, en deze laatste binnen de harmonische benadering in een product van normaaltrillingen. De drie types van kernbewegingen worden dan toegelicht aan de hand van eenvoudige modelsystemen: het Deeltje in de Doos als model voor de translaties van moleculen, de Diatomische Rotor als illustratie van de rotaties van moleculen, en de Harmonische Oscillator als model voor de vibraties van moleculen. Voor deze laatste word het verband gelegd met de spectroscopie, waarbij begrippen zoals overgangswaarschijnlijkheden en selectieregels toegelicht worden. Vervolgens worden symmetrie-elementen en symmetrie-operaties die voor moleculen van belang zijn geïntroduceerd, en deze laatste worden geplaatst in het kader van de representatietheorie. Het begrip irreducibele representatie wordt aangeleerd, en het associëren van irreducibele representaties met de kwantumtoestanden van | 33
moleculen wordt ingeoefend aan de hand van elektronische golffuncties en van de vibratorische normaalcoördinaten van moleculen.
Forensische chemie In de cursus “Forensische Chemie” komen de basisprincipes van de criminalistiek en de rol van de chemist in het forensische landschap aan bod. Verschillende forensische disciplines en reële cases worden als insteek gebruikt om kennis te maken met monstervoorbereidingstechnieken, indicatieve en bevestigende analysemethodes en de interpretatie van resultaten. Het belang van de traceerbaarheid en kwaliteitsaspecten (ISO17025) lopen als een rode draad door de cursus. Volgende onderwerpen komen aan bod: drugsonderzoek, toxicologisch onderzoek, brandonderzoek, vezelonderzoek, kruitrestanalyse en kwaliteits aspecten.
Capita selecta: organische milieuchemie en duurzame ontwikkeling Deze cursus bouwt verder op het onderdeel Duurzame ontwikkeling en milieu uit de vaste stam met de uitwerking van een aantal capita selecta. Er wordt ingegaan op de fotochemische processen die leiden tot de afbraak van polluenten in de atmosferische gasfase en tot smog. Verder wordt de problematiek van zepen bekeken vanuit het oogpunt van milieubelasting en wat er aan kan gedaan worden in het kader van duurzame ontwikkeling. Er wordt ingegaan op de vele aspecten van het problematiek door vluchtige organische verbindingen met aandacht voor de anthropogene en biogene bijdragen. Aansluitend wordt de VOC emissie in een bedrijf en de solventbalans in een productieproces behandeld als illustratief voorbeeld voor de link tussen pollutie en duurzame industriële activiteiten. Er wordt ingegaan op de problematiek van energie en vervoer : mogelijke reductie van pollutie, alternatieven zoals biobrandstoffen, etc. Tenslotte wordt de problematiek van persistente organische verbindingen behandeld. Tijdens de hoorcolleges worden interactieve discussies gestimuleerd. Er is een bedrijfsbezoek.
Moleculaire structuurbepaling Als vervolg op Spectroscopische Methoden, waarin het achterhalen van de connectiviteit centraal staat, gaat deze cursus dieper op de fysische technieken die de structuurchemicus ter beschikking staan voor het bepalen van de moleculaire geometrie van (an)organische verbindingen. Hiermee wordt de volledige set interatomaire afstanden en valentie- en torsiehoeken bedoeld, waarin de drie dimensionale structuur van de molecule tot uiting komt en aan de hand waarvan moleculaire eigenschappen zoals reactiviteit kunnen verklaard worden. De nadruk ligt vooral op de diffractiemethoden (GED en XRD) maar spectroscopische methoden als rotatiespectroscopie en LC-NMR komen ook aan bod. Tot slot 34 |
worden de mogelijkheden van de computationele chemie en nucleaire technieken zoals NQR en Mössbauerspectroscopie behandeld.
Computationele chemie: rekenen aan moleculen en vaste stoffen Voortbouwend op een inleidende cursus kwantummechanica, wordt in dit opleidingsonderdeel de basis gelegd voor de studie van meer-deeltjes systemen. De cursus richt zich zowel naar studenten die zich later willen verdiepen in het ontwikkelen van methoden voor de studie van meer-deeltjes systemen als naar diegenen die (commerciele) software willen gebruiken ter ondersteuning van hun onderzoek, zowel academisch als in de industrie. De cursus omvat volgende onderwerpen: Studie van atomen en moleculen, Systemen van identiek deeltjes, Het Heliumatoom, H2+, Koppeling van hoekmomenten, Slaterdeterminant, het Viriaal theorema en de chemische binding, Hartree-Fock en post-Hartree-Fock methoden, de LCAO-ontwikkeling, de Roothaan-Hall vergelijkingen, Studie van eigenschappen van moleculaire kristallen.
Molecular Modelling: spectra Na een introductie van de noodzakelijke basisbegrippen waarbij o.a. het gebruik van matrices in kwantumchemie en het gebruik van reeksontwikkelingen in storingsrekenen wordt behandeld, worden de diverse methoden gebruikt voor het voorspellen van spectrale eigenschappen van moleculen toegelicht en ingeoefend. Naast de meer klassieke spectroscopische technieken zoals rotatiespectroscopie (microgolf), vibratiespectroscopie (infrarood en Raman), NMR spectroscopie en UV-vis spectroscopie wordt ook ingegaan op de diverse chiroptische methoden zoals Vibrationeel Circulair Dichroisme, Raman Optische Activiteit, Electronic Circulair Dichroism en Optircal Rotatroy Dispersion, en worden aandacht besteed aan de zgn. Kramers-Kronig tramsformaties die de relaties tussen de verschillende methodes beschrijven. Naast meer klassieke toepassingen waarbij het modelleren van spectrale eigenschappen met behulp van molecular modelling pakketten centraal staan, worden ook enkele toepassingen toepassingen in drug design, protein folding and unfolding studies, ... geïntroduceerd door een (inter)nationale gastspreker.
Plasmatechnologie Plasma is de vierde aggregatietoestand van materie, naast gas, vloeistof en vaste stof. Een plasma is een (geheel of gedeeltelijk) geïoniseerd gas. Het bestaat dus naast neutrale atomen of moleculen, ook uit ionen en elektronen, alsook uit geëxciteerde deeltjes, fotonen, en radicalen. Meer dan 99% van het zichtbare heelal is in plasma-toestand (bv. de zon, sterren, nebulae, zonnecorona,…). Naast deze natuurlijke plasma’s worden plasma’s ook opgewekt door de mens, nl. voor fusie-onderzoek, en ook voor vele industriële toepassingen. In dit keuzeopleidingsonderdeel wordt de student allereerst vertrouwd gemaakt met plasma | 35
in al zijn facetten en bestaansvormen (natuurlijke astro-plasma’s, fusie-plasma’s, gasontladingen). Ook de vele toepassingen van plasma’s (o.a., materiaaltechnologie, micro-elektronica, lampen, lasers, plasma-TV’s, analytische chemie, milieu- en biotechnologische toepassingen,…) worden toegelicht. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de speciale fysica en chemie van plasma’s (met speciale aandacht voor gasontladingen), o.a. hoe wordt het plasma opgewekt in de verschillende vormen van gasontladingen, elektrische eigenschappen van plasma’s, soorten deeltjes in het plasma en hun botsingen, transport van deeltjes in plasma, chemische reacties in het plasma,… Ook de manier waarop deze fysica en chemie kan beschreven worden aan de hand van computersimulaties enerzijds en plasmadiagnostiek anderzijds, komt aan bod. Om de toepasingen van plasma’s aanschouwelijker voor te stellen, worden er twee bedrijfsbezoeken georganiseerd, naar IMEC (Interuniversitair Microelectronica Centrum, Leuven) en VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, Mol). Ook wordt er een gastlezing voorzien, door een specialist plasmafusie, om de laatste ontwikkelingen op gebied van kernfusie toe te lichten. Tenslotte krijgen de studenten de opdracht om een paper te schrijven over een toepassing van plasmatechnologie, gebaseerd op wetenschappelijke publicaties (keuze onderwerp in overleg tussen student en docent).
Wetenschappelijke rekenomgevingen Aangezien er voor wetenschappelijk onderzoek vaak beroep wordt gedaan op varianten van het Unix besturingssysteem, willen we in deze cursus een aantal (basis)vaardigheden aanleren. Een goed inzicht in de theoretische principes van besturingssystemen is hiervoor essentieel, aangevuld met noties van bestandssystemen. Volgend op die theoretische basis, zal er concreet aandacht worden besteed aan Linux, i.h.b. shell-scripting, commando’s en processen, reguliere expressies en werken met tekstbestanden. We bekijken ook volwaardige wetenschappelijke rekenomgevingen zoals Matlab. Hierbij is het zeer belangrijk numerieke resultaten correct te kunnen interpreteren. Daarom gaan we ook dieper in op betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van berekeningen. Ten slotte geven we een inleiding op het gebruik van de beschikbare HPC infrastructuur. Met deze bagage moet de student in staat zijn om computationele problemen in de chemie aan te vatten, zowel op kleine als grote schaal.
Nucleaire chemie en radioprotectie Deze cursus geeft een overzicht van theoretische en praktische aspecten van radioactiviteit. Na een inleiding over de ontdekking van de verschillende soorten radioactiviteit, volgt een hoofdstuk waarin de structuur en de eigenschappen van atoomkernen (zowel radioactieve als stabiele) worden besproken met nadruk op de gelijkenis en de verschillen met de elektronische structuur van het atoom. Daarna worden de verschillende vormen van radioactief verval (alfa, beta en 36 |
gamma-verval) besproken, alsook de kinetiek en wordt er nader ingegaan op de manier waarop de verschillende soorten straling interageert met materie. In een volgende hoofdstuk worden enkele nucleaire reacties besproken en hun gebruik bij de productie van radioisotopen en komen de twee belangrijke nucleaire processen, kernfissie en kernfusie aan bod met hun relatie tot energieopwekking in nucleaire reactoren. Vervolgens worden een aantal toepassingen van radio activiteit behandeld die belangrijk zijn vanuit chemisch oogpunt, zoals activeringsanalyse en “tracer” methoden. Het laatste hoofdstuk tenslotte richt zich vooral op veiligheidsaspecten.
Inleiding tot de massaspectrometrie De student leert een kritische analyse te maken van de verschillende methoden en instrumentele configuraties in de massaspectrometrie. Dit laat toe te anticiperen welke specificieke informatie in welk experiment kan worden bekomen. De cursus behandelt zowel de organische als anorganische massaspectrometrie. In een eerste deel wordt een overzicht gegeven van de inlaatsystemen, ionenbronnen, massa-analysers, detectiesystemen en vacuumapparatuur. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de ionenvorming en fragmentatie. De student leert het verband spectrum-structuur ook voor de meer recente (Soms nog experimentele) vormen van massaspectrometrie. De methoden voor deductieve identificatie van zowel organische als anorganische analieten in klassieke en vaste stof ionisatiemethoden worden ingeleid. Hoorcolleges worden aangevuld met geleide oefeningsessies. Er is een uitgebreide collectie van instrument-onderdelen als illustratief materiaal.
Disconnectiebenadering Syntheseplanning van organische verbindingen volgens de principes van de disconnectiebenadering worden aangeleerd en ingeoefend.
Structuur van de vaste stof Het opleidingsonderdeel structuur van de vaste stof beoogt de studenten een inleiding te geven tot het beschrijven en bepalen van de structuur van kristallijne stoffen. Worden in de cursus behandeld: de beschrijving van kristallijne stoffen in reële en reciproke ruimte, geometrische kristalkunde, symmetrie, puntgroepen en roostertypes, ruimtegroepen, chemische kristalkunde (coördinatie, dichte bolstapeling, verband straal-structuur,...) en fysische kristalkunde (belang van symmetrie voor de eigenschappen van een materiaal). Aansluitend wordt een inleiding tot diffractie gegeven. Tijdens de oefeningensessies worden de concepten toegepast op materialen die technologisch interessant zijn, terugkomen in andere cursussen, of behoren tot de verwachte algemene basiskennis. Er wordt ook een praktische sessie aan de X-stralendiffractometer voorzien. | 37
Inleiding tot programmeren Dit is een inleidende cursus programmeren specifiek gericht op studenten van de Faculteit Wetenschappen voor wie programmeren een middel is en niet een studieobject op zich. Deze cursus verzorgt een inleiding op de programmeertaal C++ inclusief de basisconcepten voor object-georiënteerd programmeren, en met aandacht voor de binaire voorstellingen van gehele en reële getallen. Er wordt aandacht besteed aan het gebruik van de C++ Standard Library en van een third-party grafische library. In de praktijksessies van de cursus wordt door de studenten de C++ concepten toegepast via de opmaak van kleine programma’s, en dit om inzicht in vorm en werking van de syntax te verwerven. Ten slotte maakt de student een programmeerproject met wetenschappelijke inslag.
38 |
De masteropleiding De masteropleiding chemie is als volgt gestructureerd:
Semester
Optie onderzoek en ontwikkeling
Optie onderwijs
Optie bedrijf en maatschappij
1
vaste stam
vaste stam / lerarenopleiding
vaste stam
2
profileringsruimte
profileringsruimte / lerarenopleiding
profileringsruimte
3
chemie en maatschappij
chemie en maatschappij / lerarenopleiding
chemie en maatschappij
4
masterproef in het departement chemie
masterproef in het departement chemie
masterproef met industriële finaliteit
De doelgroep van de optie onderzoek en ontwikkeling zijn studenten die via een doctoraat hun loopbaan beginnen, veelal in de R&D afdeling van een bedrijf. Met het behalen van hun doctoraat hebben zij aangetoond een origineel wetenschappelijk project over middellange termijn te kunnen uitvoeren en beschikken zij over de competenties om als onderzoeksleider een team te kunnen coördineren. In tegenstelling tot de traditionele visie, waarbij een opleiding tot doctor sterk gericht wordt op het doctoraatsonderzoek, vernieuwt de Universiteit Antwerpen met dubbele visie. Het aspect onderzoek wordt grondig uitgediept via de profileringsruimte, waarbij een ruim gamma aan keuzeopleidingsonderdelen wordt aangeboden, en een uitgebreide masterproef, die de studenten actief betrekt bij het onderzoek. Tegelijkertijd blijft de link naar de ultieme finaliteit, nl. een loopbaan in een bedrijfsomgeving, sterk aanwezig. In het tweede jaar van de masteropleiding worden specifieke inzichten en vaardigheden verworven in de module ‘Chemie en maatschappij’, zodat studenten na hun doctoraat de taak van onderzoeksleider in een bedrijf efficiënt kunnen aanvatten. De wetenschappelijke en economisch verantwoorde leiding van een team in een onderzoeks- of bedrijfsomgeving is dan ook een geïntegreerde com petentie van elke doctor die aan de Universiteit Antwerpen wordt gevormd. De doelgroep van de optie onderwijs zijn studenten die hun wetenschappelijk inzicht en hun kennis maatschappelijk willen valoriseren door deze naar jonge | 39
generaties over te brengen. De noodzakelijke vaardigheden op het gebied van onderwijskunde worden aangebracht vanuit de (vak)didactische expertise aanwezig in het Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen (IOIW). De doelgroep voor de optie bedrijf en maatschappij zijn studenten die zich in het bedrijfsleven of in overheidsdiensten willen inzetten. Om met een master diploma aan de slag te gaan is zowel veelzijdigheid (d.w.z. een multi-inzetbaarheid door een grondige beheersing van de vele chemische subdisciplines) als vertrouwdheid met de structuur, de randvoorwaarden en het management van een bedrijf of overheidsdienst vereist. Om de nodige competenties aan te leren is er tijdens de opleiding een langdurige stage en een masterproef in de chemische industrie voorzien. De gelegde klemtonen zijn uniek voor Vlaanderen en voegen een effectieve meerwaarde toe aan de masters t.o.v. de vroegere licentiaten. Meer informatie vind je in de brochure ‘Chemie - masteropleiding’ of op de website www.ua.ac.be/studiekiezer.
40 |
Diploma op zak, wat nu? Alhoewel je eventueel reeds na het behalen van je academische bachelor op de arbeidsmarkt terecht kunt, wellicht in eerder uitvoerende functies, is het toch aangewezen minstens verder te studeren voor een masterdiploma. Meer dan de helft van de afgestudeerden blijven een aantal jaren actief in het wetenschappelijk onderzoek om een doctoraat in de scheikunde te behalen. Voor uitgesproken leidinggevende en kaderfunctie is het doctoraatsdiploma een vereiste.
Beroepsmogelijkheden •
• • •
Bedrijven, van K.M.O.’s tot multinationals, die actief zijn op zeer diverse domeinen zoals petrochemie, metallurgie, fotochemie, farmaceutische chemie en vele andere die sterk vertegenwoordigd zijn in het Antwerpse havengebied en in de regio Antwerpen-Mechelen-Brussel. Zowat alle bedrijfstakken hebben met chemie te maken. Ze hebben chemici nodig voor de productie, de kwaliteitsbeheersing, de productverbetering, de verkoop, maar ook voor de afvalwaterverwerking en het milieubeleid. Het onderwijs, zowel middelbaar (technisch en algemeen vormend) als hoger onderwijs (universitair en niet-universitair). Fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek: aan de univer siteiten, onderzoeks- en ontwikkelingscentra, klinische, private of openbare laboratoria. Federale en Vlaamse overheidsinstanties belast met controle van voedsel en drinkwater, onderzoek naar de kwaliteit van lucht, water en bodem. Gezien de steeds strengere normen inzake arbeidsveiligheid en milieu zijn ook scheikundigen werkzaam als veiligheidscoördinator en milieucoördinator waarvoor de Universiteit Antwerpen reeds vele jaren opleidingen organiseert.
Uit een bevraging bij onze afgestudeerden blijkt dat ongeveer de helft van de scheikundigen die de enquête beantwoordden, tewerkgesteld zijn in multinationale ondernemingen of KMO’s, 22 % in het onderwijs, 14% in het onderzoek, en 14 % bij de overheid en dienstensector. Er is een zeer grote nood aan chemici op de arbeidsmarkt. De chemische sector heeft tegen 2020 in Vlaanderen 16 000 nieuwe jonge mensen nodig om de uitstroom van oudere werknemers op te vangen (Persbericht Essenscia, mei 2011). Afgestudeerde chemici vinden daarom meestal bijna onmiddellijk werk.
| 41
42 |
Nuttige info bij de start van je studietraject Hoe verlopen de lessen? Aan de Universiteit Antwerpen word je competentiegericht opgeleid. Tijdens je opleiding verwerf je geleidelijk competenties door opdrachten en casussen te maken. Daarvoor heb je relevante kennis, vaardigheden en attitudes nodig. Tijdens de lessen stimuleren docenten je om actief mee te werken. Zo ben jij verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Je maakt kennis met verschillende onderwijsvormen zoals hoorcolleges, oefeningensessies, seminaries, werkcolleges, practica, responsiecolleges, … Docenten geven je ook opdrachten of casussen die je alleen of in groep moet uitwerken. Door deze mix van onderwijsvormen krijg je de kans om kennis en vaardigheden te verwerven die je later nodig hebt in je beroepsleven. De elektronische leeromgeving Blackboard helpt je om gestructureerd alle informatie terug te vinden. Je vindt er niet alleen aanvullingen op je cursussen, maar ook webmail, informatie over financiering van je studies, huisvesting, studentenjobs, cultuur, ... Docenten geven via dit medium ook opdrachten door. Je kan hen te allen tijde om feedback vragen. Het contact met je professoren en assistenten is even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs. Ze laten je allerminst aan je lot over. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, doen zij hun best om je te helpen met al je vragen en problemen.
Studieprogramma en creditbewijzen Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen studiejaren meer. Wel stellen we modeltrajecten voor. Als je voor een modeltraject kiest, rond je een bacheloropleiding (180 studiepunten) af in 3 jaar tijd: 60 studiepunten per jaar. Ook in de modeltrajecten heb je als student meer keuzemogelijkheden, waardoor je eigen accenten kan leggen in je studieprogramma. Het academiejaar is opgedeeld in twee semesters. Aan het eind van elk semester leg je examens af van de opleidingsonderdelen die op dat moment afgewerkt zijn. De examens van het eerste en het tweede semester vormen samen de eerste zittijd. Als je niet voor alle opleidingsonderdelen een creditbewijs hebt behaald in de eerste zittijd, krijg je nog een kans tijdens de tweede zittijd op het einde van augustus en in het begin van september. Om te slagen voor het examen van een opleidingsonderdeel moet je ten minste 10 op 20 behalen. Als dat lukt krijg je een creditbewijs: een erkenning van het feit dat je de studiepunten verbonden aan dat opleidingsonderdeel verworven hebt. | 43
Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen behaalt voor alle opleidingsonderdelen. Als je niet alle creditbewijzen van je studieprogramma behaalt, kan je (soms) toch verder met je studie. Je komt dan in een geïndividualiseerd traject terecht. Bij het samenstellen van dit traject moet je rekening houden met voorwaarden die de volgorde waarin je kan inschrijven voor opleidingsonderdelen bepalen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je faculteit moet het geïndividualiseerd traject bovendien goedkeuren. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma. Het is belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet. Je faculteit volgt je studieprestaties en legt je bindende voorwaarden op wanneer je niet de helft van de creditbewijzen van het goedgekeurde studieprogramma hebt behaald. Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Het leerkrediet werd in het leven geroepen om je te stimuleren om een doordachte studiekeuze te maken. Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociale statuut als student. Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn. Meer informatie vind je ook op www.ua.ac.be/studiepunten.
Hoe werkt het leerkrediet? Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving aan de universiteit. Als je inschrijft voor een opleidingsonderdeel vermindert je leerkrediet met het overeenkomstige aantal studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Studiepunten waarvoor je gedelibereerd wordt - dit wil zeggen: geslaagd verklaard hoewel je er geen creditbewijs voor behaalde - komen niet terug bij je leerkrediet. Dit kan in je nadeel zijn wanneer je een bijkomende master wil behalen. De overgang van secundair naar hoger onderwijs loopt niet altijd even vlot. De overheid heeft een maatregel om hieraan tegemoet te komen. Zo krijg je de eerste 60 studiepunten die je verwerft dubbel terug.
44 |
Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijven met een diplomacontract voor een bachelor- of masteropleiding en voor alle inschrijvingen met een creditcontract.
Verkeerde keuze gemaakt? Als je voor de eerste keer in Vlaanderen voor een bacheloropleiding bent ingeschreven en je van opleiding wenst te veranderen, voorzien de overheid en de universiteit maatregelen om het verlies van leerkrediet te beperken. Deze zijn afhankelijk van de data van uit- en inschrijving. Informeer je tijdig.
Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Is je studietraject perfect verlopen, dan heb je nog 60 studiepunten over.
Onvoldoende leerkrediet? Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de universiteit je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de universiteit je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk en zorgt ervoor dat je kan verder studeren.
Ombudspersoon Tijdens de examens kan je met problemen terecht bij de ombudspersoon van je opleiding. Bijvoorbeeld in verband met de examenregeling, uitstel van een examen, onderbreking of stopzetting van examens of een conflict met een docent. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het onderwijs- en examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. Hij of zij is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je zaak bepleiten. Je kan de gegevens van jouw ombudspersoon terugvinden op Blackboard. De centrale ombudspersoon is prof. Patrick Cras. Hij treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen studenten en personeelsleden die het niveau van de faculteit overschrijden. De contactgegevens van de centrale ombudspersoon kan je ook terugvinden op Blackboard.
| 45
46 |
Studie- en studentenbegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Aan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf en voor je studieproject. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is niet altijd eenvoudig. Je staat immers tegelijkertijd voor een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van het netwerk studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Bij hen kan je het hele academiejaar terecht voor studiebegeleiding.
Studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma in handen krijgt. •
Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Stel ons al je vragen over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet, … Voor specifieke vragen over je individuele programma en het aanvragen van vrijstellingen kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Ook voor vakinhoudelijke begeleiding kan je terecht in je faculteit.
•
Inschrijven zonder diploma secundair onderwijs Als je geen diploma secundair onderwijs bezit en minimum 25 jaar bent, kan je bij ons toch een aanvraag tot inschrijving aan de Universiteit Antwerpen indienen.
•
Erkenning van eerder verworven competenties (EVC) Contacteer de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer info vind je op www.ua.ac.be/evc.
•
Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfel over je studierichting Weten wat je wilt is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen jou hierbij helpen.
| 47
•
Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden. Hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof? Hoe maak je een schema? Hoe maak je goede nota’s? We helpen je ook realistische planningen te maken en doen oefeningen om uitstelgedrag tegen te gaan.
•
Psychologische begeleiding en psychotherapie Ook wanneer je kampt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken.
•
Begeleiding van studenten met een functiebeperking Heb je een functiebeperking zoals een fysieke handicap, chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem? Ook dan kan je bij ons terecht voor begeleiding. Als je beschikt over een geldig attest kan je ook bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Dien je aanvraag tijdig in via www.ua.ac.be/functiebeperking. Meer info vind je ook in de folder ‘Studeren met een functiebeperking’.
•
Begeleiding van studenten met een topsport- of kunstbeoefening Beoefen je sport of kunst op een hoog niveau, dan kan je eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. De Sportcommissie beoordeelt aanvragen van topsporters, de Commissie Cultuur die van kunstbeoefenaars. Meer info vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst of in de folder ‘Studeren met een topsport- of kunstbeoefening’.
•
Afstudeerbegeleiding Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies, …
Tijdens een eerste gesprek gaan we na wat jouw vragen, noden en wensen zijn. Daarna kan je een training, kortere begeleiding of zo nodig een langere psychotherapie volgen. Het volledig aanbod en alle info over onze trainingen kan je terugvinden in de brochure ‘Trainingen’, die je kan downloaden via www.ua.ac.be/trainingen. Ook inschrijven voor trainingen kan via deze website.
48 |
Informatie en afspraken verlopen verder steeds via het Studenteninformatiepunt (STIP): • info: T +32 3 265 48 72 of stip.ua.ac.be • afspraken: enkel telefonisch: T +32 3 265 48 72 Neem ook een kijkje op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma, vrijstellingen en andere kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Zijn of haar contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/contactpersonenslb.
Vakspecifieke begeleiding Met vragen over of problemen met één van je cursussen kan je steeds terecht bij de professor die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent. Gewoon even langslopen of een e-mail schrijven: je zal merken dat je snel geholpen wordt. Voor bepaalde opleidingsonderdelen organiseren zij extra groepssessies, om de besproken theorie uit hoorcolleges toe te lichten en in oefeningen toe te passen. Bij deze sessies is vooral de wisselwerking tussen jou en je begeleider belangrijk: je kan hulp vragen waar je vastloopt, je begeleider houdt rekening met de gekende knelpunten van de cursus en je krijgt nuttige tips voor de studie van de leerstof.
Taalbegeleiding: academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor specifieke taalbehoeften organiseren ze contactmomenten in kleine groep. Je kan er je eigen werkstukken en studiemateriaal bespreken. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.
| 49
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmus-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info: www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking)
50 |
| 51
Hoe bereik je gemakkelijk onze campussen? Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar onze campussen terugvinden.
Met de fiets Onze campussen zijn gemakkelijk te bereiken met de fiets. Meer en meer studenten kiezen voor dit transportmiddel. Je kan je op deze manier immers snel verplaatsen. Op elke campus staan verschillende fietsparkings ter beschikking van de studenten.
Met de bus of de tram Voor informatie over dienstregelingen en algemene inlichtingen kan je bellen naar De Lijn Info: 070 220 200. Voor informatie over abonnementen kan je in Antwerpen terecht op: +32 3 218 14 11. De website van De Lijn beschikt over een routeplanner die voor jou je reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt: www.delijn.be.
Met de trein Voor informatie over reiswegen, dienstregelingen en vertrek- en aankomsttijden kan je terecht op www.b-rail.be.
Met de auto Parkeren in Antwerpen is niet altijd gemakkelijk. Enkel de campussen Groenenborger, Drie Eiken en Middelheim beschikken over ruime parkings. Wil je toch graag met de auto komen? Meer informatie vind je op www.parkereninantwerpen.be.
Waar situeert zich jouw campus?
De opleiding chemie wordt georganiseerd op Campus Groenenborger, Groenenborgerlaan 171, 2020 Antwerpen.
52 |
Campus Merksem
Merksem
Eilandje
Park Spoor Noord
MAS
Dam
Linkeroever
Borgerhout
F. Rooseveltpl.
Stadscampus Stadscentrum
Centraal Station
Zuid
Campus Zuid
Zurenborg
ANTWERPEN
Berchem Station
Berchem Kiel Nachtegalen park
Campus Middelheim
Hoboken Campus Groenenborger
Campus Hoboken
MORTSEL
Wilrijk
Campus Drie Eiken
EDEGEM
| 53
Infomomenten Heb je nog vragen die je graag in levende lijve wil stellen? Of wil je de universiteit wel eens van dichtbij meemaken? Kom dan kennismaken tijdens de vele info momenten in 2013.
Studie-informatiedagen Jaarlijks vindt in elke Vlaamse provincie een studie-informatiedag (SID-in) plaats. Je maakt er kennis met de brede waaier aan studie- en beroepsmogelijkheden na het secundair onderwijs. De Universiteit Antwerpen is natuurlijk telkens van de partij: breng een leerrijk bezoekje aan onze infostand. → www.ond.vlaanderen.be/sidin
Open lesdagen Onze campussen verkennen? Proffen en studenten ontmoeten? En hier en daar een les meepikken? Dat kan tijdens de open lesdagen in de krokusvakantie (van 11 tot en met 15 februari). Speciaal voor leerlingen van het secundair onderwijs richten we proeflessen in. Maar je mag ook simpelweg aansluiten bij de studenten van de eerste bachelorjaren. Schrijf je in op de website! → www.ua.ac.be/openlesdagen
Open campusdagen Op 23 maart en 27 april ben je welkom op onze open campusdagen. Dé gelegenheid om alle informatie uit de eerste hand te krijgen. Babbel met proffen, studenten en studentenbegeleiders. Bezoek bib, aula en labo. Kortom: snuif de sfeer van het campusleven op. → www.ua.ac.be/opencampusdagen
Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze? Of wil je graag bevestiging van je keuze? Kom dan naar de infomarkt op 4 september: alle infostanden van alle opleidingen op één plaats. Laatste kans om vragen te stellen, cursussen te doorbladeren en brochures mee naar huis te nemen. → www.ua.ac.be/infomarkt
54 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Wetenschappen - Decanaat Campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171, Gebouw T 2020 Wilrijk (Antwerpen) T +32 3 265 33 07
[email protected]
Departement Chemie Campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171, Gebouw V 2020 Wilrijk (Antwerpen) T +32 3 265 36 83 Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, Gebouwen B en C 2610 Wilrijk (Antwerpen) T +32 3 265 23 40
Studietrajectbegeleider Pieter Caris T +32 3 265 32 20
[email protected]
Wil je ook de brochure van een andere opleiding inkijken? Of wil je alvast de masteropleiding beter leren kennen? Vraag dan een brochure aan via www.ua.ac.be/brochures of bij het Studenteninformatiepunt (STIP).
| 55
56 |