- begrip voor religiekritiek vanuit filosofisch en theologisch gezichtspunt.
Studieprogramma bacheloropleiding Algemene doelstellingen De bacheloropleiding omvat drie studiejaren 180 sp (= studiepunten, ofwel ECTS-eenheden). Zij beoogt een evenwichtige basisopleiding in de theologie waarin de student: a) het vermogeno n t wi k k e l to mt h e ma ’ sme tb e t r e k k i ngt o tg e l o o f ,r e l i g i e ,k e r ke n samenleving kritisch en geïntegreerd te bestuderen, te doordenken en te communiceren in het kader van algemeen wetenschappelijke denkwijzen; b) zich de basiscompetenties van de verschillende vakgebieden verwerft die behoren bij het theologiseren op algemeen aanvaardbaar theologisch niveau; c) voldoende kennis, inzicht en vaardigheden opbouwt om toegang te krijgen tot de masteropleiding theologie en daarin tot een verantwoorde keuze kan komen van een meer gespecialiseerd theologisch studiegebied. Geformuleerd in eindtermen houdt dit in dat de student(e) heeft verworven: kennis van en inzicht in basisbegrippen en onderzoeksmethoden van de verschillende theologische vakgebieden; het vermogen, theologische vakkennis en inzichten op verantwoorde wijze te verbinden met actuele thema ’ sv a ng e l o o f , k e r ke ns a me n l e v i n g ; het zelfstandig kunnen opzoeken, vergelijken, beoordelen en verwerken van relevante informatie met het oog op theologische vraagstukken in hun maatschappelijke context; t h e o l o g i s c h et h e ma ’ si ne e ns a me n h a n g e n dv e r b a n dv a nv a k g e b i e d e nk u n n e n doordenken; het kunnen communiceren, zowel mondeling als schriftelijk, van theologische t h e ma ’ so pa c a d e mi s c hn i v e a u ,u i t l o p e n do ph e tontwerpen, schrijven en presenteren van een eindscriptie met een integrerend karakter; een theoretisch verantwoorde onderzoekshouding, die ingezet kan worden voor verdergaande theologisch studie. Deze algemene doelstellingen worden nader toegepast in de vakgebieden van de bacheloropleiding: Godsdienstwetenschap, Oude Testament, Judaïca, Nieuwe Testament, Patristiek, Kerkgeschiedenis, Systematische Theologie en Praktische Theologie. Godsdienstwetenschap Het onderwijs in dit vakgebied beoogt de student(e) te brengen tot: - beginnende historische en vergelijkende kennis van de wereldgodsdiensten; - begrip voor het verschijnsel godsdienst in zijn eindeloze detail en variëteit als onderdeel van de menselijke cultuur; 13
Oude Testament Het onderwijs beoogt de student(e) vertrouwd te maken met het Oude Testament (de Hebreeuwse Bijbel) in zijn oorspronkelijke taal, zijn literaire en theologische bijzonderheden en zijn historische context. Dit omvat de volgende competenties: - kennis van het bijbels Hebreeuws; - basiskennis van het Oude Testament als literair document in zijn historische context en theologische betekenis; - inzicht in de receptiegeschiedenis van het Oude Testament; - kennis van verschillende exegetische en hermeneutische benaderingen, met bijzondere aandacht voor literatuurwetenschappelijke methoden. - het vermogen om in het gesprek tussen bestaande exegesemethoden een eigen benadering te ontwikkelen aan de hand van concrete teksten. Judaïca Het onderwijs op dit vakgebied beoogt de student(e) te brengen tot: - een beginnende vertrouwdheid met de wereld van het vroege jodendom en zijn geschriften, alsmede met de theologische denktrant van de rabbijnse traditie; - inzicht in de joodse context van het Oude Testament als canoniek geheel; - inzicht in de joodse ontstaanscontext van de vroeg-christelijke geschriften; - het vermogen om zulke verbanden in de eigen theologische reflectie te laten doorklinken. Nieuwe Testament Het onderwijs op dit vakgebied beoogt de student(e) te brengen tot vertrouwdheid met de geschriften van het Nieuwe Testament in hun oorspronkelijke taal, hun historische context en literaire eigenaard, hun doorwerking in de geschiedenis van christendom en jodendom, en hun betekenis voor lezers van nu. Dit omvat de volgende competenties: - kennis van het nieuwtestamentisch Grieks, de beginselen van de tekstkritiek en de problematiek van het vertalen; - kennis van de wereld van het Nieuwe Testament en van de aard en wording van zijn geschriften; - het vermogen om in het gesprek tussen bestaande exegesemethoden een eigen benadering te ontwikkelen aan de hand van concrete teksten; - het vermogen om theologische inzichten in taal en geschriften van het Nieuwe Testament in heldere taal weer te geven; - het vermogen om een rationeel-wetenschappelijke benadering van het Nieuwe Testament te beoefenen als complement van een gelovig-kerkelijke. Patristiek Het onderwijs op dit vakgebied beoogt de student(e) te brengen tot:
14
- vertrouwdheid met de geschriften en de denkwereld van kerkelijke auteurs uit de eerste eeuwen - inzicht in de doorwerking daarvan in het latere christelijke denken; - het vermogen om kritische verbanden te leggen tussen patristische geschriften en denkbeelden en het Nieuwe Testament. Kerkgeschiedenis Uitgaande van concrete situaties en documenten beoogt het onderwijs de student(e) vertrouwd te maken met de grote bewegingen in de geschiedenis van de christelijke kerken, in het bijzonder van het protestantisme in België. Dit vereist de volgende competenties: - kennis van de grote lijnen van de kerkgeschiedenis in oudheid, middeleeuwen en moderne tijd; - inzicht in de mechanismen van de geschiedenis, in het bijzonder voorzover deze zich voordoen in de geschiedenis van de kerk; - inzicht in het specifieke belang van de zestiende eeuw voor de geschiedenis van de christelijke cultuur en het westerse denken; - kennis van de specifieke plaats en inhoud van het Belgisch protestantisme.
van de contemporaine samenleving. Het onderwijs beoogt de student(e) in staat te stellen om op een elementair niveau praktisch-theologische processen te beschrijven, te analyseren en daarop te reflecteren. Dit vereist de volgende competenties: - kennis en begrip van wetenschapstheoretische en methodologische aspecten van de praktische theologie; - kennis en begrip van relevante aspecten van de godsdienstsociologie, -psychologie en -pedagogiek; - het vermogen om op systematische wijze praktisch-theologische situaties te beschrijven, analyseren en bereflecteren; - kennis en begrip van de theorie van de deelgebieden homiletiek, liturgiek, spiritualiteit, pastorale theologie, gemeentepedagogiek (incl. godsdienstdidactiek), diaconaat en gemeenteopbouw; - het vermogen om praktisch-theologisch te analyseren en te reflecteren op thema ’ sv a nd eo n d e r scheiden deelgebieden.
Systematische Theologie Systematische theologie doordenkt geloofsinhouden in verbondenheid met de kerkelijke verkondiging maar onder voorwaarde van rationaliteit en kritische onafhankelijkheid, en in de creatieve spanning tussen verleden en toekomst, tussen traditie en vernieuwing. In de dogmatiek beoefent zij deze discipline aan de hand van de traditionele leerstellingen en hun diverse interpretaties; in de ethiek en (godsdienst)filosofie doet zij dat uitgaande van belangrijke filosofische bewegingen en stromingen, personen en perioden. Voor de Dogmatiek impliceert dit de volgende competenties: - inzicht in het christelijk geloof en de theologie door de eeuwen heen - begrip van de grote dogmatische twisten van de geschiedenis; - creatief kunnen reflecteren op de voornaamste stromingen in de theologie wereldwijd. Voor de Ethiek, godsdienstfilosofie, en hermeneutiek vergt het: - vertrouwdheid met het ethisch-wetenschappelijk discours met zijn onderscheid tussen feit en norm, tussen ideaal en praktijk, zowel op het domein van de christelijke als de wijsgerige ethiek; - ‘ d u r v e nd e n k e n ’( Ka nt ) , e nk r i t i s c hk u n ne nr e f l e c t e r e no pd er e l a t i et us s e nd e God van Abraham, Isaak en Jakob en de god van de filosofen; - bekwaamheid in het zien en horen, het invoelen en verstaan, het interpreteren en representeren van alle mogelijke cultuuruitingen en daarover helder en beknopt kunnen communiceren. Praktische Theologie Praktische theologie is een empirisch georiënteerde, theologische handelingswetenschap die de bemiddeling van het christelijk geloof bestudeert in de context 15
16
B104 Vroege kerkgeschiedenis
6
4
B103c Wereld en geschriften NT
4
B108 Inleiding in de theologie en het hermeneutisch vraagstuk
6
3
4
B111 Godsdienstpedagogiek
3
B105 Studie- en onderzoeksvaardigheden 3 Totaal 30 sp Ba 2
B201 Hebreeuws 2
4
B202 Cursorische lectuur NT
4
B211 Gesch. der godsdiensten (VUB)
6
B213 Reformatie en wederdopers 6 B2/304 Diaconaal en pastoraal handelen
6
B205 Studievaardigheden en interdisciplinair werk
4
Totaal 30 sp
omschrijving
B206 Exegese OT (narratieve/wetsteksten)
6
B207 Inleiding exegese NT (Matt)
6
B212 Dogmengeschiedenis
6
B2/309 Dogmatische verkenningen a.d. hand van het Onze Vader
6
B210 Leren geloven, leerprocessen en groepsdynamica
6
Totaal 30 sp
Totaal 30 sp Ba 3
B301 Exegese OT (poëtische/profetische teksten)
B303 Exegese NT (1Kor)
6
B317 Inleiding Rabbijnse theologie
3
B314 Kerkvadergeschriften
4
B308 Theologie van het NT
4
B312 Moderne kerkgeschiedenis
3
B305 Oecumenica en missiologie
4
B315 Christelijke Ethiek
6
B2/306 Spiritualiteit, liturgie en het Woord
B2/309 Christologische verkenningen id ontmoeting met de Islam
6
6
B311 Filosofie en kritiek van de religie (VUB)
4
B313 Bachelorproef
Hebreeuws 1 (B101) Wereld en de geschriften OT (B103a) Gesch. en literatuur vroeg Jodendom (B103b) Wereld en de geschriften NT (B103c) Gemeenteopbouw en gemeenteverkenning (B110) Inleiding in de westerse filosofie (B106) Studie- en onderzoeksvaardigheden (B105)
8 4 4 4 3 4 3
28 24 --24 24 12 8
46 4 24 ----12 4
150 84 88 88 60 88 72
224 112 112 112 84 112 84
0,66 0,33 0,33 0,33 0,25 0,33 0,25
8 3 6 6 4 3
----30 18 24 18
96 24 ---------
128 60 138 150 88 68
Bachelor Jaar 1 Semester 2
B307 Theologie en religiegeschiedenis vh OT 4
Totaal 29 sp
Schematisch overzicht Bachelor Jaar 1 Semester 1
4
6 Totaal 31 sp
omschrijving NT Grieks (B102) Latijn (B112) Het vroege christendom (B104) Inl. id. theologie en hermeneut. vraagst. (B108) Praktische theol., mens en samenleving (B109) Godsdienstpedagogiek (B111)
224 84 168 168 112 84
wegingscoëfficiënt
B110 Gemeenteopbouw en gemeenteverkenning
B109 Praktische theologie, mens en Samenleving
wegingscoëfficiënt
B103b Geschiedenis en literatuur van het vroege Jodendom
omvang uren
3
overige studietijd
8
B112 Latijn
werkcollege
B102 NT Grieks
4
overige studietijd omvang uren
8
B103a Wereld en geschriften OT
werkcollege
B101 Hebreeuws 1
Modulebeschrijving –eerste jaar bacheloropleiding In het eerste jaar van de studie ligt voor wat de bijbelvakken betreft een belangrijk accent op het aanleren van het Hebreeuws en, vanaf het tweede semester, het Grieks. De modulen kennen in dit jaar vooral een inleidend, verkennend en oefenend karakter. In het eerste semester wordt afzonderlijk aandacht besteed aan ‘ l e r e ns t ud e r e n ’e na a no n d e r z o e k s v a a r d i gh e d e n . Totd i el a a t s t eh o or to o ke e n beperkte veldverkenning bij de praktisch-t h e o l o g i s c h emo d ul e‘ Ge me e n t e o p b o uw en gemeentev e r k e n n i n g’ .
hoorcollege
Ba 1
B106 Inleiding id westerse filosofie 4
sp
hoorcollege
sp Semester 2
omvang sp
Bachelor Semester 1
omvang sp
Overzicht bacheloropleiding in studiejaren
0,66 0,25 0,5 0,5 0,33 0,25
Module: Hebreeuws 1 B101 Docente: Prof. dr. Dorothea Erbele-Küster / repetitor drs. Hanna Tervanotko Doelstelling: De student(e) kan gevocaliseerde teksten in het Bijbels Hebreeuws voorlezen. De student(e) heeft basiskennis van het Hebreeuws en 17
18
Inhoud: Vorm: Literatuur:
Toetsing:
Omvang:
van de woordenschat en is in staat eenvoudig verhalend proza te vertalen in het Nederlands en grammaticaal te analyseren met gebruik van grammatica. Hebreeuwse grammatica met nadruk op de vormleer. Lezen en vertalen van eerste Hebreeuwse prozateksten. Lezen en vertalen van tenminste een vijftal Hebreeuwse prozateksten. Werkcolleges, zelfstudie, en repetitie. - Biblia Hebraica Stuttgartensia - A.J.C.Verheij, Basisgrammatica van Het Bijbels Hebreeuws, Delft, Eburon, 2002 - Verheij/Folmer, Basisgrammatica van het Bijbels Hebreeuws. Oefenboek, Delft, Eburon, 2004 Na afloop van het eerste onderdeel is er een eerste toets (20%). Schriftelijk examen aan het einde: vertalen van een gedeelte uit de gelezen capita en grammaticale verklaring van enkele vormen daaruit (70%). De beoordeling van de participatie en leesvaardigheden tijdens de colleges geldt mede als toets (10%). 8 sp
Module: Nieuwtestamentisch Grieks B102 Docent: Drs. E. Delen Doelstelling: De student(e) heeft kennis gemaakt met de grammatica, vocabulaire en syntaxis van het Nieuwtestamentisch Grieks (koinè) en oefent zich in het lezen, vertalen en begrijpen van capita selecta uit het Nieuwe Testament. Inhoud: Aanleren van alfabet, nomina, verba en basisvocabulaire; bestendigen en vermeerderen van de grammaticale en syntactische kennis en lezen van capita selecta. Vorm: Werkcollege. Literatuur: Reimund Bieringer, Inleiding tot het Grieks van het Nieuwe Testament, Peeters, Leuven, 1998 Toetsing: Participatie in colleges; schriftelijk en mondeling examen. Omvang: 8 sp. De wereld en de geschriften van de bijbel De hieronder modules B103a-c vormen samen één inleiding in de wereld van de bijbel. Kennis van het vroege jodendom is hierbij nodig omdat het de bedding van het Oude Testament en de ontstaanswereld van het Nieuwe Testament vormde. Module: Docente:
19
De wereld en geschriften van het Oude Testament prof. dr. D. Erbele-Küster
B103a
Doelstelling: De student(e) verwerft zich basiskennis over het karakter, het ontstaan en inhoud van het Oude Testament en de historische, religieuze en sociale context van het Oude Testament. Inhoud: Overzicht van de opbouw en ontstaansgeschiedenis van het Oude Testament/de Hebreeuwse Bijbel. Religieuze en historische achtergrond van het Oude Testament (tot de Perzische tijd) Vorm: Hoorcolleges, zelfstudie. Presentatie van een werkstuk met aansluitend discussie. Excursie naar een museum. Literatuur: - Het Oude Testament in vertaling. - Gedeelten uit: Grundinformationen Altes Testament: Eine Einführung in Literatur, Religion und Geschichte des Alten Testaments, Vandenhoeck & Ruprecht (UTB 2745) 2006 - Hans Ausloos, Oud maar niet verouderd. Een inleiding tot de studie van het Oude Testament, Leuven/Voorburg 2006. Toetsing: Twee gelijkwaardige gedeelten: beoordeling van de mondelinge presentatie aan het eind van de module, en schriftelijk examen aan het eind. Omvang: 4 ETCS Module: Geschiedenis en literatuur van het vroege Jodendom B103b Docente: Prof. dr. D. Lambers-Petry Doelstelling: De student(e) maakt kennis met de geschiedenis en de geschriften van het Jodendom in de Perzische, de Hellenistische en de vroegRomeinse periode. Inhoud: Overzicht van de politieke en culturele veranderingen in de joodse samenleving en hun neerslag in de literatuur. Vorm: werkcollege, lezen en bespreken van teksten. Literatuur: - Teksten uit Apokriefen, Pseudepigrafen, Qumran en Josephus in vertaling - J.C. VanderKam, An Introduction to Early Judaism, Grand Rapids 2001 L.R. Helyer, Exploring Jewish Literature of the Second Temple Period, Downers Grove 2002 Toetsing: Mondelinge presentatie van twee onderwerpen, waarvan een wordt uitgewerkt in een scriptie, bespreking. Omvang: 4 ETCS Module: De wereld en geschriften van het Nieuwe Testament B103c Docent: Prof. dr. P.J. Tomson Doelstelling: De student(e) heeft kennis van de eigen aard en de geschiedenis van de geschriften van het NT in de context van het Jodendom. Inhoud: Overzicht van de Perzische, hellenistische en Romeinse periode; de boeken van het Nieuwe Testament; canon en hermeneutiek. 20
Vorm: Literatuur:
Toetsing: Omvang:
Wekelijkse hoorcolleges aan de hand van syllabus; zelfstudie van de syllabus en literatuur; scriptie (5000 w.). - syllabus docent: Inleiding in de geschriften van het NT - P.J. Tomson, ‘ Al sd i tu i td eh e me li s ’ ;J e z u se nd es c h r i j v e r sv a n het Nieuwe Testament in hun verhouding tot het jodendom, 4e dr. Zoetermeer / Hilversum, Boekencentrum / Folkertsma Stichting, 2001, hst. 1 en 2 - R.E. Brown, An Introduction to the New Testament, (Anchor Bible Reference Library) New York, Doubleday, 1997. Scriptie met bespreking. 4 sp.
Module: Vroege kerkgeschiedenis tot de kruistochten B104 Docente: Prof. dr. D. Lambers-Petry. Doelstelling: De student(e) heeft kennis van en inzicht in de inleidingsvragen van de kerkgeschiedenis en van de kerkhistorisch-cartografische methode. De student(e) heeft kennis van de vroege kerkgeschiedenis. Inhoud: Overzicht van ontwikkelingen in dogma en ambt, christenvervolgingen, erkenning door de staat, consolidering van het christendom als rijksreligie, uitbreiding binnen Europa en confrontatie met de Islam. Vorm: Hoorcolleges; zelfstudie en een historiografische opdracht. Literatuur: - P. Brown, Divergent Christendoms: The Emergence of a Christian Europe, 200-1000 AD, Oxford UP 1995 (of Duitse vertaling: Die Entstehung des christlichen Europa, München, Beck, 1996,) af te spreken gedeelte. - E. Dassmann, Kirchengeschichte I und II, Stuttgart, Kohlhammer, 2000. Toetsing: Mondelingen presentatie van twee onderwerpen, waarvan een wordt uitgewerkt in een scriptie, bespreking. Omvang: 6 sp.
Vorm:
Hoor- en werkcolleges; bezoek bibliotheek; bezoek Prodoc; deelname jaarlijks theologisch seminar FPG; het schrijven van een essay. Literatuur: - W. Oosterbaan, Een leesbare scriptie. Gids voor het schrijven van scripties, essays en papers, Amsterdam, Prometheus / Rotterdam, NRC Handelsblad, 2004 - E. Haag, J. Dirven, Schrijven in stappen. Handboek voor de verslaglegging van literatuuronderzoek, Utrecht, Uitg. Lemma BV, 2004 - E. Brungs, Zinvol zoeken, stijlvol schrijven. Handleiding voor het schrijven van wetenschappelijke teksten in de Sociale Wetenschappen, Leuven / Voorburg, Acco, 2005 Toetsing: Studenten schrijven een essay naar aanleiding van het thema van het theologisch seminar. Omvang: 3 sp. Bijzonderh.: Het seminar wordt gepland in oktober 2008. Module: Docent: Leerdoel:
Inhoud:
Vorm: Module: Studie- en onderzoeksvaardigheden B105 Docent: Prof. dr. J.J. de Lange Doelstelling: De student(e) leert studie- en onderzoeksvaardigheden aan. De student(e) onderkent hoe verschillende theologische disciplines vanuit hun eigen optiek een bijdrage leveren aan een centraal thema. De student(e) is in staat een opzet voor een essay te maken en deze uit te werken. Inhoud: Methodieken voor studie en onderzoek; raadplegen van bibliotheekcatalogi; gebruik van computer en internet; thema theologisch seminar FPG. 21
Literatuur:
Toetsing: Omvang.
Inleiding in de westerse filosofie B106 Drs. Johan Temmerman De studenten verwerven een overzicht van de belangrijkste personen, perioden en kernvragen van de westerse filosofiegeschiedenis. Zij leren verbanden te leggen door kennis van de bredere context, het ontstaan en het gebruik van filosofische begrippen. 1. Van de oudheid tot de middeleeuwen : over de antieke Griekse mythologie, kosmogonie, natuurfilosofie en metafysica, de symbiose tussen Athene en Jeruzalem, het neo-platonisme en het christelijke middeleeuwse denken. 2. Van renaissance tot postmodernisme : over het ontstaan van het moderne denken en de Verlichting, van rationalisme tot existentialisme en de deconstructie van het postmoderne wereldbeeld. Ho o r c o l l e g e sd o ord ed o c e n to v e rd ev o o r n a a ms t et h e ma ’ se n stromingen van elke periode. De student onderzoekt tenminste één sleuteltekst, schrijft een paper en presenteert zijn bevindingen in het werkcollege-gedeelte. - Robert C. Solomon & Kathleen M. Higgins, Een andere geschiedenis van de filosofie (vertaald door Ben Schomakers), Amsterdam/Kapellen, Wereldbibliotheek/Pelckmans, 1999 - Karl Jaspers, Kleine Schule des Philosophischen Denkens, München, Piper & Co Verlag, 1965 Schriftelijk examen. 4 sp.
22
Module
Inleiding in de theologie en het hermeneutisch vraagstuk: over leren, leven, lezen en geloven B108 Docente: Prof. dr. A.M. Reijnen Doelstelling: De student(e) heeft inzicht in de fundamentele vragen rond geloof en rede, ervaring en openbaring, interpreteren en vertalen. De student(e) heeft het terrein van de theologische wetenschap verkend; hij/zij heeft een encyclopedisch idee van het vakgebied verkregen. De student(e) heeft inzicht in de bijbelse hermeneutiek en heeft kennis van de algemene theorie van het begrijpen/interpreteren van teksten en andere cultuuruitingen. Inhoud: Encyclopedische aspecten van de studie van de theologie. Enkele k l a s s i e k e‘ p r o l e g o me n a ’ ,z o a l s algemene en bijzondere openbaring, natuur en genade, geloof en religie. Methoden en vraagstellingen van het hermeneutisch onderzoek in de theologie en andere geesteswetenschappen. Vorm: Hoorcolleges, zelfstudie en het schrijven van een essay over de aangegeven literatuur of naar aanleiding van een hermeneutische opdracht. Literatuur: - David Ford, Theology. A Very Short Introduction, Oxford, Oxford University Press, 1999 - Justo L. González en Zaida Maldonado Pérez, Introduction to Christian Theology, Abingdon Press, 2005 - Dorothee Sölle, Gott Denken. Einführung in die Theologie, Stuttgart, Kreuz, 1990 - H.W. de Knijff, Sleutel en Slot. Beknopte geschiedenis van de bijbelse hermeneutiek, Kampen, Kok, 1991 - Robert Hensen, Teksten van Paul Tillich (Gekozen, vertaald en ingeleid), Zoetermeer, Meinema, 1998 - A.A. Spijkerboer, Wat is evangelische theologie? De zwanenzang van Karl Barth, Kampen, Kok, 1999 (vertaling van K. Barth, Einführung in die evangelische Theologie, 1962) - Willem van Asselt e.a. (red.), Wat is theologie? Oriëntatie op een discipline, Zoetermeer, Meinema, 2001 Toetsing: Een essay van 5000 w. Omvang: 6 sp. Module:
23
Praktische theologie, mens en samenleving B109 De module biedt een inleiding in de Praktische Theologie als zelfstandige theologische discipline en in samenhang daarmee op twee deelgebieden van de sociale wetenschappen, te weten: godsdienstsociologie en godsdienstpsychologie. Waar mogelijk worden
tijdens de colleges verbindingen gelegd tussen de onderscheiden deelgebieden om samenhangen te verduidelijken. Docent: Prof. dr.J.J. de Lange Doelstelling: De student(e) heeft weet van het ontstaan, de historische ontwikkelingen, de achtergronden en de handelingsvelden van Praktische Theologie als zelfstandige theologische discipline. De student(e) heeft kennis van en inzicht in enkele deelgebieden van de sociale wetenschappen in relatie tot de praktische theologie. Daartoe verwerft de student(e) zich: - kennis van godsdienstsociologische begrippen en uitgangspunten; het vermogen verschillende godsdienstsociologische benaderingen te onderscheiden; kennis van actuele godsdienstsociologische ontwikkelingen. - kennis van en inzicht in enkele godsdienstpsychologische stromingen, begrippen en benaderingen. Inhoud: Ontstaan en ontwikkeling van het vak Praktische Theologie; inleiding in wetenschapsbegrip; visies op en methoden van praktisch-theologisch onderzoek, verkenning van de wetenschappelijke benadering van vraagstellingen binnen de praktisch-theologische handelingsvelden. Met betrekking tot de onderscheiden deelgebieden: - godsdienstsociologie: een introductie in de godsdienstsociologie en verkenning van enkele Vlaamse onderzoeken. - godsdienstpsychologie: geloofsbegrippen in godsdienstpsychologisch perspectief; saillante psychologische stromingen/scholen en hun vertegenwoordigers in relatie tot geloven en (pastorale) hulpverlening. Vorm: Hoorcolleges en zelfstudie. Literatuur:
(1) Inleiding Praktische Theologie: - G.D.J. Dingemans, Manieren van doen. Inleiding tot de studie van de Praktische Theologie, Kampen, Kok, 1996,13-79. - G. Heitink, Praktische Theologie. Geschiedenis, theorie, handelingsvelden (Handboek Praktische Theologie), Kampen, Kok, 2e dr. 2000 (t/m hoofdstuk 16). (2) Godsdienstsociologie: - G. Dekker/H.C. Stoffels, Godsdienst en samenleving. Een introductie in de godsdienstsociologie, Kampen, Kok, 6e dr. 2005 - K. Do b b e l a e r e ,‘ Ov e rg o d s d i e n s te nd eKe r ki nVl a a nd e r e ni n 2 0 0 0 ’i nR. La e r ma n s( r e d . ) , Over godsdienst en kerk in een geseculariseerde samenleving, Leuven 1998, 205-228 - A. v a nMe e r b e e c k , ‘ Do p e n :wa a r o mn i e t ?Ee ns o c i o l o gi s c h e v e r k e n n i n gva nd eb e t e k e n i sv a nd o p e ni nVl a a n d e r e n ’ , in 24
L.Leijsen e.a. (red.), Geboorte en doopsel (serie: Levensrituelen; Kadoc-studies 20), Leuven, Universitaire Pers, 1996, 199-216 - K. Do b b e l a e r ee nL.Vo y é , ‘ Ov e rd ed u b b e l ef u n c t i ev a nh e t kerkelijk huwelijk: een sociologische analyse van recente onderz o e k i n g e n ’ , in R. Burggraeve e.a. (red.), Het huwelijk (serie: Levensrituelen; Kadoc-studies 24), Leuven, Universitaire Pers, 2000, 141-153
Toetsing: Omvang:
(3) Godsdienstpsychologie: - R. Nauta, Ik geloof het wel. Godsdienstpsychologische studies over mens en religie, Assen, Van Gorcum, 1995 - G. Heitink, Pastorale zorg. Theologie, differentiatie, praktijk (Handboek Praktische Theologie), Kampen, Kok, 2e dr. 2000, 86107 Schriftelijk examen. 4 sp.
Module: Gemeenteopbouw en gemeenteverkenning B110 Docent: Prof. dr.J.J. de Lange Doelstelling: De student(e) heeft kennis van en inzicht in praktisch-theologische ecclesiologie. De student(e) heeft kennis van en inzicht in de vraagstelling en methode van gemeenteopbouw en heeft kennis van een praktijktheorie van gemeenteopbouw. Student(e) oefent zich in het beschrijven van een concrete geloofsgemeenschap, verwerft inzicht in de organisatie en opbouw van een geloofsgemeenschap en kan daarop vanuit een gemeenteopbouwkundige theorie reflecteren. Inhoud: De module kent twee spitsen: theoretische kennisverwerving en praktijkverkenning. Zo wordt de inhoud gekenmerkt door: inleiding in de theorie van het vak gemeenteopbouw; kennis en verkenning van gemeenteopbouwkundige structuurelementen; contact leggen met een kerkelijke gemeente; maken van een zogenaamde kerkelijke kaart; verzorgen van een presentatie. Vorm: Hoorcolleges; zelfstudie; veldonderzoek; presentatie. Literatuur: - Schriftelijke instructie voor gemeenteverkenning (bij docent) - J. Hendriks, Een vitale en aantrekkelijke gemeente. Model en methode van gemeenteopbouw, Kampen, Kok, 1999, (t/m hst 9). - G. L.Go e d h a r t ,‘ Ge me e n t e o p b o u we np o s t mo de r n et i j d .Ee n innerl i j k et e g e n s t r i j di g h e i d ’ ,Praktische Theologie 25(1998)65-84. - S.St o pp e l s , ‘ Deg e me e n t e o p bo u wt he o r i ev a nJ a nHe n d r i k si n d i s c u s s i e ’ , Praktische Theologie 31(2004)237-258. - J.B.G. Jonkers, Kerk in kaart. Aanwijzingen voor het maken van een kerkelijke kaart, Zoetermeer, Boekencentrum, 1992. 25
Toetsing: Omvang:
De toetsing bestaat uit twee delen: Schriftelijk examen over literatuur, alsmede beoordeling kerkelijke kaart en presentatie tijdens college. 3 sp.
Module Godsdienstpedagogiek B111 Docent: Prof. dr.J.J. de Lange Doelstelling: De student(e) heeft kennis van de heersende stromingen in de pedagogiek en godsdienstpedagogiek en kunnen die tegen elkaar afwegen. Hij/Zij kent enkele basisbegrippen en -t h e ma ’ su i td e (godsdienst-)pedagogiek en heeft inzicht in de betekenis ervan voor het godsdienstpedagogisch handelen. Inhoud: Ui t g a ng s p u nt e nv a ne nb e l a n g r i j ket h e ma ’ s en begrippen in heersende stromingen in pedagogiek en godsdienstpedagogiek, zowel theoretisch als ook betrokken op de praxis van het godsdienstpedagogisch handelen. Vorm: Hoorcolleges en zelfstudie. Literatuur: - A.K. Ploeger, Inleiding in de godsdienstpedagogiek, Kampen 5e dr. 2001, hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 6 en 7 - Wilna A.J. Meijer, Perspectieven op mens en opvoeding, (Pedagogische inleidingen) Baarn 6e dr. 2003 -J . J . d eLa n g e , ‘ Ge l o o f s ov e r d r a c h te ng e l o o f s i n h o u d ’ ,Analecta Bruxellensia 4 (1999) 7-21 Toetsing: Schriftelijk examen. Omvang: 4 sp. Module Latijn B112 Docente: Prof. dr. D. Lambers-Petry Doelstelling: De student(e) kan eenvoudige teksten uit de Vulgaat en aanverwante teksten vertalen met behulp van een woordenboek en een grammatica. Inhoud: Elementen van grammatica, syntaxis. Oefeningen om met behulp van zoekstrategieën (het analyseren van woorden en zinnen) eenvoudige teksten uit de Vulgata en van Augustinus te vertalen. Vorm: Hoor- en werkcolleges; zelfstudie. Literatuur: Vivat Roma. Taal en cultuur van de Romeinen. Tekstboek en Taalboek, Lunteren, Hermaion, 2006 Toetsing: Schriftelijk examen. Omvang: 3 sp.
26
Tweede jaar bacheloropleiding In het tweede en derde studiejaar worden enkele modulen aangeboden voor beide jaren samen: - B2/304, ‘ Spi r i t u a l i t e i t ,l i t u r gi ee nh e tWo o r d ’r o u l e e r tme t‘ Di aconaal en p a s t or a a lh a n d e l e n ’ :i ndi ts t ud i e j a a r‘ Sp i r i t ua l i t e i t ’ ; - B2/309, ‘ Christologische verkenningen in de ontmoetingme td eI s l a m’rouleert met ‘ Dogmatische verkenning aan de hand van Het Onze Va d e r ’ : in dit studiejaar ‘ Christologische verkenningen i nd eo n t mo e t i n gme td eI s l a m’ ; - Exegese Oude Testament: dit jaar wordt B301 aangeboden (in het 2e deelnamejaar krijgt men een extra literatuurpakket). Schematisch overzicht Bachelor Jaar 2 Semester 1
12 --24 30 20 12
12 18 ---4 ---
88 96 144 138 144 100
112 112 168 168 168 112
wegingcoëfficiënt
overige studietijd studieomvang
4 4 6 6 6 4
werkcollege
Hebreeuws 2 (B201) Cursorische lectuur NT (B202) Geschiedenis der godsdiensten (B211) Reformatie en wederdopers (B213) Diaconaal en pastoraal handelen (B2/304) Studievaardigheden en interdiscipl. werk (B205)
0,33 0,33 0,5 0,5 0,5 0,33
36 16 24 15 4
132 144 114 123 144
168 168 168 168 168
wegingcoëfficiënt
hoorcollege
--8 30 30 20
overige studietijd studieomvang
6 6 6 6 6
werkcollege
Exegese Oude Testament (B206) Inleiding exegese NT (B207) Dogmengeschiedenis (B212) Christol. verkenn. id ontm. md. Islam (B2/309) Leren geloven, leerproc. en groepsdyn. (B210)
studieptn
Bachelor Jaar 2 Semester 2 omschrijving
0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
Module: Hebreeuws 2 B201 Docente: Prof. dr. D. Erbele-Küster Doelstelling: Voortbouwend op de eerste module Hebreeuws verdiept de student zijn kennis van de grammatica en woordenschat van het Bijbels 27
Vorm: Literatuur:
Toetsing: omvang sp hoorcollege
omschrijving
Inhoud:
Omvang:
Hebreeuws. De student(e) is in staat Hebreeuwse teksten van verschillende genres vertalen. Hij/zij kan goed gebruik maken van woordenboeken. Hebreeuwse grammatica met nadruk op de syntaxis. Lezen en vertalen van Hebreeuwse prozateksten, zoals poëtische en profetische teksten. Vertaalkundige en praktische kwesties bij het vertalen van het Hebreeuws naar het Nederlands (het Frans, Duits of Engels). Werkcolleges; zelfstudie. - Biblia Hebraica Stuttgartensia - A.J.C.Verheij, Basisgrammatica van Het Bijbels Hebreeuws, Eburon Delft 2002 - Woordenboeken Schriftelijk examen over een gedeelte uit de gelezen capita: vertalen en grammaticale vormen verklaren zonder gebruik van grammatica en woordenboek (40%). En vertaling van een niet eerder gelezen eenvoudig stuk met gebruik van woordenboek (40%). De beoordeling van de participatie tijdens de colleges geldt mede als toets (20%). 4 sp.
Module: Diaconaal en pastoraal handelen B2/304 Docent: Prof. dr. J.J. de Lange Doelstelling: De student(e) heeft kennis van en inzicht in achtergronden, stromingen en ontwikkelingen op het gebied van pastoraal handelen. De student(e) heeft kennis van bijbelse achtergronden van het diaconaat, van ontwikkelingen, achtergronden en vormen van diaconaal handelen en kan deze kennis verbinden met diaconale situaties. De student(e) is in staat een sociaal-maatschappelijke situatie te beschrijven tegen de achtergrond van diaconale begrippen en inzichten en kan daarover reflecteren. Inhoud: Achtergronden en stromingen in het pastoraat; individueel pastoraat; gemeentepastoraat en andere pastorale handelingsvelden. Ten aanzien van het diaconaal handelen zijn er twee aspecten: theoretische kennisverwerving en praktijkverkenning. Vandaar dat de inhoud van dit onderdeel gekenmerkt wordt door: bijbelstheologische achtergronden; historische ontwikkelingen; gemeentediaconaat; kennisnemen van onderscheiden diaconale mogelijkheden in hun context en een praktijkgerichte observatiestage met presentatie. Vorm: Hoorcolleges; observatiestage met een presentatie; zelfstudie
28
Literatuur:
- Handreiking observatiestage sociaal-maatschappelijke problematiek (bij docent) - H. Crijns e.a. (red.), Barmhartigheid en gerechtigheid. Handboek diaconiewetenschap, Kampen, Kok, 2e dr. 2005 - G. Heitink, Pastorale zorg. Theologie, differentiatie, praktijk, Kampen, Kok 2e dr. 2000 (t/m p. 249) - D. Tieleman, Geloofscrisis als gezichtsbedrog. Spiritualiteit en pastoraat in een postmoderne cultuur, Kampen, Kok 2e dr. 1995 - S.Gä r t n e r , ‘ He tg e e s t e l i j kei nd ep o s t mo d e r n es a me n l e v i n g’ , Praktische Theologie 3 (2003) 345-361. Toetsing: Schriftelijk examen over literatuur en beoordeling verslag observatiestage met presentatie. Omvang: 6 sp. Bijzonderh.: De module rouleert om h e tj a a rme t‘ Sp i r i t u a l i t e i t ,l i t u r g i ee nh e t Wo o r d ’( B2 / 3 0 7 ) . De hier beschreven module wordt volgend jaar gegeven. Module: Studievaardigheden en interdisciplinair werk B205 Docent: Prof. dr. P.J. Tomson Doelstelling: De student(e) heeft studie- en onderzoeksvaardigheden aangeleerd. De student(e) onderkent hoe verschillende theologische disciplines vanuit hun eigen optiek een bijdrage kunnen leveren aan een centraal thema. De student(e) heeft vanuit een centrale thematiek relaties leren ontdekken tussen verschillende theologische disciplines en kan die relaties verdiepen en in samenhang met elkaar brengen. Inhoud: Studie- en onderzoeksvaardigheden; interdisciplinair werken; theologische thematiek, aangereikt door theologisch seminar FPG. Vorm: Hoor- en werkcolleges; theologisch seminar. Literatuur: P.J.M. Verschuren, De probleemstelling voor een onderzoek, Utrecht, Het Spectrum, 8e dr. 2002 Toetsing Schriftelijke opdracht met bespreking: aan de hand van het thema van het theologisch seminar maakt de student(e) een beargumenteerde, geïntegreerde probleemstelling voor een onderzoek. Omvang: 4 sp. Module: Exegese Oude Testament B206 Docente: prof. dr. Dorothea Erbele-Küster Doelstelling: De student(e) is vertrouwd met het instrumentarium voor de bijbeluitleg en kan deze op narratieve teksten en wetsteksten toepassen. De student(e) wordt aangemoedigd, zijn/haar historische, taalkundige en theologische kennis toe toepassen op de uitleg van bijbelse teksten in de hedendaagse context. 29
Inhoud:
Kennismaking met verschillende exegetische benaderingen aan de hand van narratieve teksten en wetsteksten. Vorm: Werkcolleges en exegeseopdracht onder begeleiding. Beknopte instuuropdrachten. Studiedag (met andere binnen- of buitenlandse instellingen). Literatuur: Gedeelten uit: Bob Becking/Klaas Smelik (red.) Een Patriarchale Leugen. Het verhaal in Gen 12 verschillend belicht, Ten Have / Baarn 1989. Nadere literatuur tijdens het college. Toetsing: (Exegese-) opdrachten, die tijdens het college met alle studenten besproken worden. De student(e) schrijft in de tweede helft van de module een exegetisch werkstuk over een narratieve tekst of een wetstekst. Omvang: 6 sp Bijzonderh.: De module wordt voor het 2e en 3e jaar samen aangeboden en rouleert met de module B301NL. In het studiejaar 2008-2009 wordt B301 aangeboden. Als men de module in het 2e jaar volgt, zit er een extra literatuuropracht van 2 sp aan vast. Module: Docent: Doel: Inhoud:
Vorm: Literatuur:
Inleiding exegese Nieuwe Testament B207 Prof. dr. P.J. Tomson De student(e) is vertrouwd met het Grieks van de evangeliën. De student(e) heeft inzicht in en enige ervaring met diachrone en synchrone exegesemethoden. Gezamenlijk lezen en taalkundig verhelderen van passages uit Matteüs; zelfstudie van 4 af te spreken passages uit de evangeliën. Bestuderen van presentaties van diachrone en synchrone exegesemethoden en van de inleiding van Luz, Matthäus. Exegetiseren van gedeelten uit Mattheüs. Hoor- en werkcolleges, zelfstudie, werkstuk. - F.H. Breukelman, Bijbelse Theologie III/2: De Koning als Richter [titelblad: De theologie van de evangelist Mattheüs, afl. 2], Kampen, Kok, 1996, gedeelten - C. A.Ev a n s , ‘ So ur c e , Fo r ma n dRe d a c t i o nCr i t i c i s m:Th e“ Tr a d i t i o n a l ”Me t h o d so fSy no p t i cI n t e r p r e t a t i o n ’ ,i n :S. E.Po r t e r/ D. Tombs (red.), Approaches to New Testament Study (JSNT Sup Ser 120), Sheffield, Sheffield Academic Press, 1995, 17-45 - S. E.Po r t e r ,‘ Li t e r a r yAp p r o a c h e st ot h eNe wTe s t a me n t :Fr om Formalism to Deconstru c t i o na n db a c k ’ , i b i d e m7 7 -128 - B.W.R. Pe a r s o n ,‘ Ne wTe s t a me n tLi t e r a r yCr i t i c i s m’ ,i nS. E. Porter (red.), Handbook to Exegesis of the New Testament, Leiden, Brill, 1997, 242-266
30
Toetsing: Omvang:
- U. Luz, Das Evangelium nach Matthäus, (Evang.-Kath. Komm. z. NT) dl. 1, Zürich / Neukirchen, Benzinger / Neukirchener Verlag, (1985) 5e dr. 2002, 21-39 en 244-255 Mondeling Grieks lezen en verklaren; exegesewerkstuk; mondeling examen. 6 sp.
Christologische verkenningen id ontmoeting met de Islam B2/309 Docente: Prof. dr. A.M. Reijnen Doelstelling: De student(e) heeft inzicht in de manier waarop door andersgelovigen het christelijk geloof wordt ervaren, in het bijzonder door kennis te maken met de opvattingen binnen de Islam over Jezus van Na z a r e t h ,d o o rc h r i s t e ne nb e l e d e na l sd e‘ Ch r i s t u s ’ . Inhoud: Del e i d r a a dv a nd e z emo d u l ez i j nd e‘ J e z u s mot i e v e n ’i nd eKo r a n en in de islamitische overlevering. Er zal aandacht worden geboden aan Jezus als profeet en aan het struikelblok van de incarnatie en het verlossend/verzoenend werk van Jezus als de Christus. De problematiek wordt geplaatst tegen de bredere achtergrond van de hardnekkige misverstanden tussen het Westen en de Islam, zoals bijvoorb e e l db l i j ktu i tRo s e n z we i g ’ sStern der Erlösung. Vorm: Hoor- en werkcolleges; zelfstudie en ontmoetingen met gelovige Moslims. Literatuur: - Emilio Platti o.p., Islam, van nature een vijand?, Averbode, 2003. -I d e m,‘ J e z usCh r i s t u se nd eI s l a m’ , i nJ . Ha e r t se nT.Me r r i g a n (eds.), Christus in veelvoud. Pluraliteit en de vraag naar eenheid in de hedendaagse christologie, Leuven, Peeters, 1999. - Michel Hayek, LeCh r i s td el ’ I s l am, Paris, Seuil, 1959. Toetsing: De toetsing bestaat uit twee gedeelten: tijdens college presentatie van een individuele onderzoeksopdracht en schriftelijk examen over de collegestof. Omvang: 6 sp. Bijzonderh.: Deze module wordt dit jaar aangeboden voor Ba2 en Ba3 samen; zij alterneert met de in het derde Bachelorjaar beschreven module ‘ Dogmatische verkenningen adhv. het Onze Vader’ .
Inhoud:
Vorm: Literatuur:
Module:
Module: Reformatie en wederdopers B213 Docenten: Dr. M. Blok Doelstelling: De student(e) heeft kennis van en inzicht in de periode van de reformatie en bewegingen, die daaruit voortgekomen zijn. De student(e) heeft kennis van en inzicht in de ontstaansgeschiedenis van het anabaptisme en van de denkbeelden van vooraanstaande personen in de Lage Landen. 31
Toetsing: Omvang:
De student(e) is vertrouwd met het werken met secundaire bronnen. Th e ma ’ sa l sr e f o r ma t i e , c o n t r a -reformatie en nadere reformatie; teksten van martelaren uit de Zuidelijke Nederlanden, met een vergelijkende studie met laat-middeleeuwse moralistische en didactische literatuur. Hoorcolleges; zelfstudie. Karl Heussi, Kompendium der Kirchengeschichte, Tübingen, J.C.B. Mohr, 14e dr. 1976. J.N. Bakhuizen van den Brink en J. Lindeboom, Handboek der Kerkgeschiedenis (4 dln.), Leeuwarden, De Tille, 1979-1985. L. Praamsma, De kerk van alle tijden. Verkenning in het landschap van de kerkgeschiedenis (2 dln.), Franeker, Van Wijnen, 3e dr. 1989. Johan Decavele, De eerste protestanten in de Lage Landen. Geloof en heldenmoed, Leuven, Davidsfonds, 2004. S. Zijlstra, Om de ware gemeente en de oude gronden. Geschiedenis van de dopersen in de Nederlanden 1531-1675, Leeuwarden, Fryske Akademy, 2000. Mondeling examen of scriptie. 6 sp.
Module: Leren geloven, leerprocessen en groepsdynamica B210 Docent: Prof. dr. J.J. de Lange Doelstelling: De student(e) heeft inzicht in achtergronden, stromingen en ontwikkelingen op het gebied van het leren in de gemeente. De student(e) heeft kennis van en inzicht in levensbeschouwelijk leren en het ontwerpen van onderwijsleerprocessen. De student(e) heeft kennis van en inzicht in een didactiek gericht op werken met de bijbel. De student(e) heeft kennis van en inzicht in de theorie en praktijk van groepswerk. Inhoud: Ontwikkeling, visies, methoden en achtergrond van gemeentepedagogiek; aandacht voor leren van kinderen, jongeren en volwassenen binnen de gemeente; een catechetisch werkplan; intergeneratief leren; begeleiding van huiscatecheten en andere leerkringbegeleiders in de gemeente. Inleiding godsdienstdidactiek gericht op het zelf kunnen ontwerpen van een onderwijsleereenheid van vijf bijeenkomsten (voor kinderen, jongeren of volwassenen); analyse van een leergang; bijbel in levensbeschouwelijk onderwijs; aspecten van groepsdynamisch werken. Vorm: Hoor- en werkcolleges; individuele opdrachten; zelfstudie. Literatuur: - Handreiking Godsdienstdidactiek. Structuurelementen in het godsdienstdidactisch leerproces (bij docent) 32
Toetsing
Omvang:
- G.D.J. Dingemans, In de leerschool van het geloof. Mathetiek en vakdidactiek voorcatechese en kerkelijk vormingswerk (serie: Handboek Praktische Theologie), Kampen, Kok, 4e dr. 2000 - E.R. Jonker, Aan het Woord komen. Hoe gemeenteleden van 17 jaar en ouder in gesprek raken met de Bijbel. Bouwstenen en gebruiksmateriaal, Zoetermeer, Boekencentrum, 2e dr. 1999 - J. van Ark en H. de Roest (red.), De weg van de groep. Leidinggeven aan groepen in gemeente en parochie, Zoetermeer, Boekencentrum, 2004. Voor de afstudeervariant godsdienstwetenschap doet men in plaats daarvan: J. Remmerswaal, Begeleiden van groepen. Groepsdynamica in praktijk, Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 2001. - J.J. de Lange, Vrijwilligers in de jongerencatechese. Een praktisch-theologisch onderzoek naar aspecten van hun begeleiding, Kampen, Kok, 1993, 16-50 -J . J . d eLa n g e , ‘ Ge l o o f s i n h o ude ng e l o o f s o v e r d r a c ht ’i nAnalecta Bruxellensia 4 (1999) 7-21 - A.K. Ploeger, Inleiding in de godsdienstpedagogiek, Kampen, Kok, 5e dr. 2001, hoofdstuk 9 of, idem, De gemeente en haar verlangen. Van praktische theologie naar de geloofspraktijk van de gemeenteleden, Kampen, Kok, 2001, § 46 De toetsing is uit verschillende onderdelen samengesteld: een schriftelijk examen over literatuurstudie; een studieopdracht met het oog op het zelfstandig ontwerpen van een onderwijsleereenheid; een verwerkingsopdracht bij het boek van Jonker. 6 sp.
Vorm: Literatuur: Toetsing:
Omvang:
Hoorcolleges. Voor studenten ingeschreven aan de FPG komt hier een literatuurpakket zelfstudie bij ter groote van 2 sp. Elk jaar wordt een aangepaste reader met tekstmateriaal ter beschikking gesteld. Mondeling. Voorbeelden van examenvragen: 1) Welke zijn de belangrijkste teksten waarop de hindoeïstische traditie steunt? 2) Situeer en beschrijf de drie belangrijkste richtingen binnen het boeddhisme. 3) Schets de historische oorsprong van de huidige vorm van de joodse religie. 4) Wat is het belang van de IVde eeuw in de ontwikkeling van het christendom. 5) Verklaar het onderscheid tussen soennieten en sjiieten. 6 sp.
Module: Dogmengeschiedenis en geloofsuitspraken B212 Docent: Vacature Doelstelling: De student(e) heeft kennis van en inzicht in de ontwikkeling van algemeen christelijke en (inter-)kerkelijke geloofsuitspraken en geloofsbelijdenissen in dogmenhistorisch perspectief. Inhoud: Dogmengeschiedenis. Vorm: Hoorcolleges; zelfstudie. Literatuur: Nog mee te delen. Toetsing: Scriptie. Omvang; 6 sp.
Module:
Geschiedenis der godsdiensten B211 De module wordt gegeven aan de VUB, campus Etterbeek (Pleinlaan 2, 1050 Brussel), zaal D.0.07, woensdag 11-13u. Docent: Prof. dr. Karl Verstrynge. Doelstelling: Inzicht verwerven in de specificiteit van de belangrijkste religieuze tradities en hun historische evolutie. Inhoud: In de cursus wordt de historische ontwikkeling behandeld van het hindoeïsme, het boeddhisme, het judaïsme, het christendom en de islam. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de verschillende vormen die deze tradities hebben aangenomen, aangepast aan een veranderlijke context. En schets van de historische ontwikkeling van elk van deze religies is de beste methode om hun wezenlijke kenmerken aan het licht te brengen.Ook wordt op die manier de relativiteit van de verschillende vormen van religieuze beleving duidelijk en de manier waarop ze door tijd en plaats worden geconditioneerd. 33
34
Derde jaar bacheloropleiding Zie vooropmerking bij tweede jaar bachelor over het rouleren van modules tussen het 2e en 3e jaar. In het 2e semester van dit studiejaar is er ruimte voor het eindwerkstuk.
12 ----12 24 24
werkcollege
12 24 14 -------
wegingscoefficiënt
4 6 4 3 6 6
overige studietijd omvang uren
Theologie en religiegeschiedenis OT (B307) Exegese NT (B303) Kerkvadergeschriften (B314) Moderne kerkgeschiedenis (B312) Christelijke ethiek (B315) Spiritualiteit, liturgie en het Woord (B2/306)
hoorcollege
omschrijving
omvang sp
Schematisch overzicht Bachelor Jaar 3 Semester 1
88 144 98 72 144 144
0,33 0,5 0,33 0,25 0,5 0,5
112 168 112 84 168 168
Exegese Oude Testament (B301) Inleiding Rabbijnse theologie (B317) Theologie van het Nieuwe Testament (B308) Oecumenica en missiologie (B305) Dogmatische verkenning a.d.h.v. Onze Vader (B2/308) Filosofie en kritiek van de religie (B311) Eindwerkstuk (B313)
112 84 112 112 168
wegingscoefficiënt
overige studietijd omvang uren
werkcollege
hoorcollege
omschrijving
omvang sp
Bachelor Jaar 3 Semester 2
4 3 4 4 6
--24 24 12 30
24 88 --- 60 24 64 12 88 15 123
0,33 0,25 0,33 0,33 0,5
4 6
24 ---
--- 88 112 0,33 --- 168 168 0,5
Module Exegese Oude Testament B301 Docente: Prof. dr. Dorothea Erbele-Küster Doelstelling: De student(e) is vertrouwd met het instrumentarium voor de bijbeluitleg en kan dit toepassen op poëtische en profetische teksten. De student(e) wordt aangemoedigd, zijn/haar historische, taalkundige en theologische kennis toe toepassen op de uitleg van bijbelse teksten in de hedendaagse context. 35
Inhoud:
Poëtische en profetische teksten staan centraal. Literaire benaderingen ontvangen bijzondere aandacht. Vorm: Werkcolleges en exegeseopdracht. Toetsing: (Exegese-)opdrachten, die tijdens het college met de studenten besproken worden. De student(e) schrijft in de tweede helft van de module een exegetisch werkstuk over een poëtische of profetische tekst. Literatuur: gedeelten uit: Jan Fokkelman en Wim Weren (red.), De Bijbel Literair, Zoetermeer 2003 Omvang: 4 sp Bijzonderh.: De module wordt voor het 2e en 3e jaar samen aangeboden en rouleert met B206. In 2008-2009 wordt B301 aangeboden. Module: Exegese Nieuwe Testament B303 Docent: Prof. dr. P.J. Tomson Doelstelling: De student(e) is vertrouwd met het Grieks van de brieven van Paulus en met de elementen van de tekstkritiek. De student(e) kent het belang van retorische en halachische analyse voor de exegese van 1 Korintiërs. De student(e) is enigszins in staat licht te werpen op de betekenis van Nieuwtestamentische teksten voor onze tijd. Inhoud: Bestuderen van capita uit 1 Korintiërs. Vorm: Werkcolleges en zelfstudie. Literatuur: - E. Nestle / K. Aland, Novum Testamentum graece, Stuttgart, Deutsche Bibelstiftung, 26e dr. 1979 of latere dr. - B.M. Metzger, The Text of the New Testament; Its Transmission, Corruption, and Restauration, New York/Oxford, Oxford UP, 3e dr. 1992 (pp. 3-35, 186-240 bestuderen, rest doorlezen) - Mitchell, M.M., Paul and the Rhetoric of Reconciliation: An Exegetical Investigation of the Language and Composition of 1 Corinthians, (HUT 28) Tübingen, Mohr Siebeck, 1991, repr. Louisville, Westminster John Knox z.j. (gedeelten) - P.J. Tomson, Paul and the Jewish Law; Halakha in the Letters of the Apostle to the Gentiles, (CRINT III/1) Van Gorcum –Fortress, Assen/Maastricht –Minneapolis 1990 (gedeelten) Toetsing: Mondeling Grieks lezen en verklaren; presentatie exegesewerkstuk; ingeleverd exegesewerkstuk; evaluerend eindgesprek. Omvang: 6 sp. Module: Docent:
Oecumenica en missiologie B305 De module heeft twee kernen, oecumenica en missiologie, die afzonderlijk en in hun samenhang aan bod komen. Drs. H. Vogelaar 36
Doelstelling: De student(e) heeft kennis van en inzicht in de interacties tussen de diverse christelijke tradities. De student(e) heeft kennis van en inzicht in contextuele en interculturele theologie. Inhoud: a) De historische en actuele oecumenische processen in het perspectief van de eenheid en de vernieuwing van kerk en wereld. Thema's: hoofdlijnen van de geschiedenis van de oecumenische beweging in de 20e eeuw; christologie in de oecumene; interkerkelijke dialoog en samenwerking binnen de context van theologische en maatschappelijke vragen als: nieuwe vormen van ecclesiologie en de betekenis van het christen zijn in de hedendaagse mondiale context. b) De communicatie van het evangelie in de zes continenten en de interactie van ervaringen en visies van kerken in de verschillende delen van de wereld. Er wordt gefocust op theologie uit het Zuiden, in het bijzonder op door vrouwen ontwikkelde vormen van theologis e r e n . Th e ma ’ s :d er e l a t i et u s s e ng o d s d i e n s t e ne nc u l t u r e n ;i n h e e ms e spiritualiteit; christelijke identiteit; de hoofdlijnen van de geschiedenis van de westerse zending en de dialoog tussen de wereldreligies. Vorm: Hoor- en werkcolleges, zelfstudie, practicum Europese oecumenische organisaties in Brussel of practicum Urban Mission in Antwerpen of Brussel. Literatuur: - Reader Oecumenica en lijst met aanbevolen literatuur (verkrijgbaar bij de docent). - B. Hoedemaker, A. Houtepen, T. Witvliet, Oecumene als leerproces. Inleiding in de oecumenica, Zoetermeer, IIMO, 2005. - R. Michiels, De Wereldraad van Kerken en de oecumenische beweging, Averbode, Altiora, 1999. - M.E. Brinkman, Verandering van geloofsinzicht, Zoetermeer, Meinema, 2000. - F.L. Bakker, Rethinking Ecumenism. Strategies for the 21st Century, Zoetermeer, Meinema, 2004. - A. Houtepen, Geloven in gerechtigheid. Bijdragen tot een oecumenische sociale ethiek, Zoetermeer, Meinema, 2004. - Reader Interculturele theologie en lijst met aanbevolen literatuur (verkrijgbaar bij de docent). - L.A. Hoedemaker (red.), Theologiseren in context, Kampen, Kok, 1997. - T. Witvliet, Gebroken traditie, christelijke religie in het spanningsveld van pluraliteit en identiteit, oecumenische terreinverkenningen, Baarn/Antwerpen, Ten Have, 1999. Enkele artikelen uit: - Wereld en Zending. Tijdschrift voor interculturele theologie, Kampen, Kok. 37
Toetsing: Omvang:
- Exchange. Journal of Missiological and Ecumenical Research, Leiden, Brill. Schriftelijk examen en presentatie van een of twee werkstukken. 4 sp.
Module:
Spiritualiteit, liturgie en het Woord B2/306 De module kent drie studieonderdelen: spiritualiteit, liturgiek en homiletiek, die afzonderlijk en in hun samenhang aan bod komen. Docent: Prof. dr. J.J. de Lange Doelstelling: De student(e) verwerft zich inzicht in de betekenis van spiritualiteit in de huidige maatschappelijke context. De student(e) heeft kennis van en inzicht in de liturgische uitgangspunten, ontwikkelingen en begrippen en is in staat op basis daarvan over een liturgische praktijksituatie te reflecteren. De student(e) heeft kennis van en inzicht in homiletische uitgangspunten en ontwikkelingen. Inhoud: Verschillende aspecten van spiritualiteit: pastor en spiritualiteit, enkele spirituele bewegingen, als ook mogelijkheden van werken met spiritualiteit . Inleiding liturgiek; liturgische ontwikkelingen en achtergronden; liturgische jaarorde; liturgische elementen van de kerkdienst. Verdieping van homiletische praktijktheorie en homiletische vragen door verwerking van homiletische uitgangspunten en achtergronden o.a. door preekanalyse. Vorm: Hoorcolleges; praktijkopdracht liturgie, waarvoor een nauw omschreven opdracht wordt verstrekt; observatiestage met een presentatie; zelfstandig werken aan een essay; zelfstudie. Literatuur: K. Bouwman en K. Bras (red.), Werken met spiritualiteit, Baarn, Ten Have, 2001; aangevuld met tijdens de module genoemde literatuur. P. Oskamp en N. Schuman (eindred.), De weg van de liturgie. Tradities, achtergronden en praktijk, 3e dr. Zoetermeer, Meinema, 2001 Dienstboek. Een proeve. Schrift, maaltijd, gebed, (serie: Proeven voor de eredienst 4 en 5), Zoetermeer, Boekencentrum, 1998. G.D.J. Dingemans, Als hoorder tussen de hoorders, Een hermeneutische homiletiek (Handboek Praktische Theologie), Kampen, Kok, 1991. J . H. v a nd e rLa a n , ‘ Le e s r o o s t e r sv o o rd ez o n d a g s ev i e r i n g:e e n i n f o r ma t i e fo v e r z i c h t ’ ,Praktische Theologie 4(1995)4-30. Toetsing: De toetsing kent drie delen: a) gesprek over een door de student(e) geschreven essay (7 tot 8 blz. A4) over een spiritueel thema, een spirituele beweging of een vertegenwoordiger van een bepaalde 38
spiritualiteit. b) studieopdracht: liturgische beschrijving van een ‘ Di e n s tv a ns c h r i f te nt a f e l ’( e e ng e d e t a i l l e e r d eo p d r acht wordt aan het begin van de module verstrekt). c) schriftelijk examen over homiletische literatuur en een deel van de liturgische literatuur. Omvang: 6 sp. Bijzonderh.: De module wordt voor het 2e en 3e jaar samen aangeboden en rouleert met de module‘ Di a c o n a a le np a s t o r a a lh a nd e l e n ’( B2/ 3 04 ) , die wordt aangeboden in 2009-2010 (modulebeschrijving bij 2e jaar). Module: Theologie en religiegeschiedenis van het Oude Testament B307 Docente: Prof. dr. D. Erbele-Küster Doelstelling: De student(e) verwerft zich voldoende achtergrondkennis om het Oude Testament te kunnen verstaan binnen zijn historische en religieuze context. Inzicht in de vraagstellingen, die rond religiegeschiedenis en theologie van het Oude Testament spelen. Inhoud: Aan de hand van het thema geboorte/schepping inzicht in de godsdienst van het Oude Israël en zijn wereld. Theologie van het Oude Testament met behulp van het theologische thema schepping. Vorm: Hoorcolleges. Zelfstudie. Presentaties door studenten. Excursie naar musea. Literatuur: Gedeelten uit: - Marten Stol, Zwangerschap en geboorte bij de Babyloniërs en in de Bijbel, Leiden 1983 (herziene engelse editie) - Detlev Dieckmann/Dorothea Erbele-Kü s t e r( r e d . ) ,‘ Du hast mich aus meiner Mutter Leib gezogen’ . Beiträge zur Geburt im Alten Testament, Neukirchen-Vluyn, Neukirchener Verlag, 2006 - P. Hanson und B. Janowski e.a. (red.), Biblische Theologie (Altes Testament und Moderne Bd.14), Münster/Hamburg/London 2005 Toetsing: Schriftelijk examen en presentatie ter voorbereiding van de excursie. Omvang: 4 sp. Module: Theologie van het Nieuwe Testament B308 Docent: Prof. dr. P.J. Tomson Doelstelling: De student(e) heeft kennis van en inzicht in de achtergrond van Nieuwtestamentische kernwoorden in het Oude Testament, de Septuaginta, het vroege Jodendom en de Hellenistische wereld. De student(e) heeft inzicht in de problemen omtrent de methode en de structuur van de theologie van het Nieuwe Testament en kent enkele belangrijke benaderingen. Inhoud: Verheldering van Nieuwtestamentische kernwoorden vanuit hun achtergrond in het Grieks, Hebreeuws en Aramees van het vroege 39
Vorm: Literatuur:
Toetsing: Omvang:
Jodendom; analyse van methode en structuur van enkele dominante theologieën van het Nieuwe Testament. Hoor- en werkcolleges; zelfstudie. (1) - Uit te delen fotokopieën, syllabus; - D. Flusser, Tussen oorsprong en schisma; artikelen over Jezus, het Jodendom, en het vroege christendom, Hilversum, Folkertsma Stichting, 1984. (2) Bestuderen van methode en structuur van één van de volgende ‘ t h e ol o gi e ë n ’ : - R. Bultmann, Theologie des Neuen Testaments, Tübingen, Mohr Siebeck, 5e dr. 1965. - J. Jeremias, Neutestamentliche Theologie, dl. 1, Die Verkündigung Jesu, Gütersloh, Mohn, 1973. - F. Hahn, Theologie des Neuen Testaments, dl 1-2, Tübingen, Mohr Siebeck, 2002. (3) Eén van de volgende twee monografieën: - U. Luz, The Theology of the Gospel of Matthew, (New Testament Theology) Cambridge University Press, 1995; - K. Haacker, Th eTh e o l o g yo fPa u l ’ sLe t t e rt ot h eRo man s , (New Testament Theology) Cambridge University Press, 2003. Sc r i pt i eo v e r2a ft es p r e k e nt h e ma ’ s . 4 sp.
Module: Dogmatische verkenning a.d. hand v.h. Onze Vader B2/308 Docente: Prof. dr. A.M. Reijnen Doelstelling: De student(e) heeft inzicht in de manier waarop de verwachting van de eindtijd vele uiteenlopende heeft aangenomen in de christelijke theologie, van het reikhalzend ongeduld van de eerste decennia tot d ec o n c e n t r a t i eo ph e te s c h a t o l o gi s c h‘ h i e re nn u ’wa a r v a nd e liturgie al het onderpand is. Inhoud: Deze module is een verkenning van de geschiedenis van de uitleg v a nh e t‘ On z ev a d e r , ’me e rb e p a a l dd et we e d ee nd ed e r d eb e d e , d i e aansluiten bij de verwachtingen van de joodse geloofsgenoten van Jezus. Is het Rijk slechts nad e r b i jge k o me no fi sh e tr e e d s‘ a a n g e k o me n’ ?Wa tz i j nd ek e n me r k e nv a nd eme s s i a a n s ee i n d t i j d ?Wi e d o e to fl a a td eg o d de l i j k ewi l‘ g e s c h i e d e n ’ ?Enk e l el a t e r ec h r i s t e l i j k e‘ u t o pi s c h e ’a vo n t u r e nwo r d e nb e s t u d e e r d , o n d e rme e ri nh e t Puritanisme. Gezien door het prisma van de eschatologie moge het universele appèl van het joods-c h r i s t e l i j k‘ ge b e dd e sHe r e n ’ opnieuw duidelijk worden. Vorm: Hoor- en werkcolleges.
40
Literatuur:
-J o h a n n e sCa l v i j n , ‘ Ov e rh e tg e b e d ’ , i nInstitutie of Onderwijzing in de christelijke godsdienst, Boek III, vert. A. Sizoo, delft, Meinema, s.d., cap. XX. - Richard Bauckham, God Will Be All in All, Minneapolis, Fortress Press, 2001. - Jakob Petuchowski en Michael Brocke (eds), Das Vaterunser. Gemeinsames im Beten von Juden und Christen, Freiburg, Herder, 1974. - Marc Philonenko, Le Notre Père. De la prière de Jésus à la prière des disciples, Paris, Gallimard, 2001. - Pa u lTi l l i c h ,‘ Hi s t or ya n dt h et h eKi n gd o mo fGo d ’ , Systematic Theology vol. III, University of Chicago Press, 1963. Toetsing: De toetsing bestaat uit twee gedeelten: tijdens college presentatie van een individuele onderzoeksopdracht, gevolgd door het schriftelijk examen over de collegestof. Omvang: 6 sp. Bijzonderh.: Deze module wordt volgend jaar voor Ba2 en Ba3 gezamenlijk aangeboden; zij alterneert met de in het tweede Bachelorjaar beschreven mo du l e‘ Christologische verkenningen in de ontmoeting met de Islam’ . Module Docent: Leerdoel: Inhoud:
41
Filosofie en kritiek van de religie B311 (= VUB, LW-FILO-4633) Prof.dr. J. Van Bellingen (VUB) Het is de bedoeling het persoonlijk kritisch denken over het fenomeen van de religie te stimuleren. Hiertoe worden verschillende denkwijzen vanuit de filosofische traditie aangereikt. In deze cursus wordt vooreerst een poging ondernomen om 'religie' in zijn verschillende varianten (polytheïstisch, monotheïstisch, niettheïstisch, atheïstisch) fenomenologisch te beschrijven. Dit moet een inzicht geven in de veelvormigheid van het fenomeen. Vervolgens wordt de eigenheid van de wijsgerige methode toegelicht. Vanuit dit perspectief wordt dan de zinvolheid van de religieuze praktijk, haar ontologische en ethische aanspraken, kritisch geanalyseerd. Het is duidelijk dat de veelheid en de verscheidenheid aan problemen die zich aandienen nopen tot een keuze. De gekozen thema's kunnen elk jaar variëren: de verhouding religiewetenschap en rationeel denken, religie en politiek, religie en ethische vraagstukken, sectarisme, de zin van rituelen, het godsbestaan, de betekenis van esoterische tradities... Hierbij wordt telkens gepoogd de grote denkers van de wijsgerige traditie en hun visie op religie toegankelijk te maken en de actuele relevantie van hun inzichten aan te tonen.
Vorm: Literatuur:
Hoorcollege Elk jaar wordt een aangepaste reader met tekstmateriaal en/of een wijsgerig werk over de filosofie van de religie aan de studenten beschikbaar gesteld. Toetsing: Mondeling examen. Enkele voorbeelden van examenvragen: 1) Wat is voor Feuerbach de essentie van de religie? 2) Geef een kosmologisch godsbewijs met kritische bespreking. 3)Verduidelijk aan de hand van een tekst van Vivekananda het begrip 'maya'. 4) Geef de basiskenmerken van een fundamentalistische opvatting van religie. Omvang: 4 sp. Bijzonderh.: De module wordt gegeven op de VUB, campus Etterbeek. Module: Moderne Kerkgeschiedenis B312 Docent: Dr. G. Liagre Doelstelling: De student(e) heeft het vermogen om godsdienst en geloof in hun verhouding tot de samenleving in de 18de en 19de eeuw kritisch en geïntegreerd te bestuderen en te doordenken. Hij/zij leert het belang inzien van het opkomend genootschapsleven voor kerk en maatschappij. Hij/zij leert de samenhang inzien van kerkhistorische ontwikkelingen met gelijktijdige maatschappelijke evoluties. Inhoud: Drie grote godsdienstige strekkingen (jodendom, katholiscisme en protestantisme) worden bestudeerd tegen de achtergrond van hun bijzondere karakteristieken. Nadruk ligt op antiklerikalisme, verlichting, romantiek, restauratie en liberalisme. Vrijmetselarij als vehikel van het verlichtingsdenken krijgt hierbij aparte aandacht. Parallellen en breuklijnen tussen godsdienstige en maatschappelijke evoluties worden met concrete (Belgische en West-Europese) voorbeelden toegelicht. Vorm: Hoorcolleges; zelfstudie. Literatuur: - M. Rapoport (red.), Culture et religion en Europe –XIX siècle, Neuilly, Atlande, 2002 - J.O. Boudon, J.Cl. Caron, J.Cl. Yon, Religion et culture en Europe au 19e siècle, Paris, Armand Collin, 2001 - A. van de Sande, Vrijmetselarij in de Lage Landen, een mysterieuze broederschap zonder geheimen, Walburgpers 2006 Toetsing: scriptie van beperkte omvang, examen. Omvang: 3 sp. Eindwerkstuk B313 Ter afsluiting van de bacheloropleiding maakt de student(e) een eindwerkstuk. Het thema van dit werkstuk zal ingekaderd zijn in één van de onderzoeksgebieden van de faculteit. 42
De student(e) kan zelf een voorstel doen aan een hoogleraar, die hij/zij als hoofdbegeleider ziet. Daarbij moet bedacht worden, dat het eindwerkstuk een integrerend karakter dient te hebben, zodat minstens een tweede discipline van de theologie bij het thema betrokken moet worden. Na overleg met de betreffende hoogleraar dient de student(e) vóór de aanvang van het tweede semester een voorstel in bij de docentenvergadering. Voor deze en overige aanwijzingen zie het studiegidsonderdeel ‘ I n s t r u c t i e sen regels we r k s t u kk e n ’ . Omvang: 6 sp. Module: Docente: Doel: Inhoud: Vorm: Literatuur:
Toetsing: Omvang: Module Docent: Leerdoel: Inhoud: Vorm: Literatuur: Toetsing: Omvang:
Kerkvadergeschriften B314 Prof. dr. D. Lambers-Petry De student(e) heeft kennis gemaakt met de studie van oud-christelijke auteurs en hun verhouding tot de joden. Studie van patristische teksten en van inleidende literatuur. Hoor- en werkcolleges met voorbereiding, zelfstudie. - H. Chadwick, The Early Church (The Pelican History of the Church 1), Penguin Books, 1967 en herdr., 84-236. - S. Döpp/ W. Geerlings, Lexikon der antiken christlichen Literatur, 2. Auflage Freiburg (Herder) 1999 (enkele artikelen). - Robert L. Wilken, Judaism and the Early Christian Mind; A Study o fCy r i lo fAl e x a n d r i a ’ sEx e ge s i sa n dTh e o l o g y , New Haven / London, Yale University Press, 1971, 9-3 8 ,‘ J e wi s h -Christian Relat i o n si nt h eRo ma nEmpi r e ’ . Scriptie (5000 woorden) over een thema uit de Patristiek. 4 sp.
Literatuur:
Toetsing: Omvang:
1. Door docent uit te delen teksten in fotocopie; 2. Gedeelten uit: - D.J. van der Sluis e.a., Elke morgen nieuw; inleiding in de joodse gedachtenwereld aan de hand van het Achttiengebed, Hilversum, Folkertsma Stichting, 1978 en herdr.; - S. Schechter, Aspects of Rabbinic Theology: Major Concepts of the Talmud, (1e dr. Macmillan Company 1909, herdr. Schocken Books 1961) herdr. Jewish Lights Publications, 1999; - M. Kadushin, The Rabbinic Mind, 3rd ed New York, Bloch Publishing Company, 1972; - idem, Worship and Ethics, Northwestern University Press, 1964 3. Uit te delen kopieën van rabbijnse teksten. Schriftelijk examen over de bestudeerde literatuur, met vragen betreffende de gelezen teksten. 3 sp.
Eindbeoordeling De eindbeoordeling van de bacheloropleiding wordt bepaald door het gemiddelde van de behaalde cijfers van het derde cursusjaar. Voor de criteria zie het s t u di e g i d s o n de r d e e l‘ I n s t r u c t i e se nr e ge l swe r k s t uk k e n ’ . De gemiddelden van de voorgaande jaren wegen mee bij de afronding van het cijfer. Het beoordelingscijfer van het eindwerkstuk wordt apart vermeld in de bijlage bij het diploma.
Christelijke ethiek B315 Vacature De student(e) heeft over belangrijke ethische grondvragen leren nadenken in de licht van het evangelie. Opgave door docent. Hoor- en werkcolleges. Opgave door docent. Te bepalen door docent. 6 sp.
Module: Inleiding Rabbijnse Theologie B317 Docent: prof. dr. P.J. Tomson Doelstelling: De student(e) heeft inzicht in de werking van het rabbijnse theologische denken. Inhoud: Kennismaking met de klassiek-rabbijnse literatuur en denkwijze. Vorm: Hoorcolleges en zelfstudie. 43
44