Checklist “Werven & Behouden Vrijwilligers” Project: Ontwikkeling Nieuwe Werkwijzen Vrijwilligerscentrales Projectaanvragers: Vrijwilligerscentrale Beverwijk - Heemskerk Steunpunt Vrijwilligerswerk Heemstede Vrijwilligerscentrale Amsterdam Vrijwilligerscentrale Haarlem Subsidieverstrekker: Provincie Noord-Holland Uitvoeringsregeling Stimulering Maatschappelijke Ontwikkeling Kenmerk 2010 – 10976 Projectuitvoering: Lennert de Jongh (MSc) & Dr. Edwin Boezeman (Tel. direct: 0628481049) Onderzoeksprogramma Vrijwilligersmanagement Vrije Universiteit Amsterdam Afdeling Sociale & Organisatiepsychologie Faculteit der Psychologie en Pedagogiek Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam
Inleiding Hoe vrijwillige inzet te bevorderen en onderhouden? Die vraag was het startpunt van het samenwerkingsproject tussen de Vrijwilligerscentrales m.m.v. de Provincie Noord-Holland en de VU Amsterdam (Onderzoeksprogramma Vrijwilligersmanagement). Een van de kerntaken van de vrijwilligerscentrales/steunpunten vrijwilligerswerk is het ondersteunen van de eigen lokale maatschappelijke organisaties op het gebied van het vrijwilligerswerk. Deze checklist “Werven & Behouden Vrijwilligers” sluit daarbij aan met wetenschappelijke inzichten. Ter ondersteuning van de eigen lokale maatschappelijke organisaties, kunnen de vrijwilligerscentrales deze checklist inzetten via de eigen consulenten/adviseurs dan wel de checklist direct beschikbaar stellen aan de eigen maatschappelijke organisaties. De checklist behandeld aspecten van het vrijwilligerswerk en de vrijwilligersorganisatie welke positieve invloed hebben op de beleving van het vrijwilligerswerk onder (mogelijke) vrijwilligers. Het is de bedoeling om de checklist stapsgewijs verder uit te breiden.
Dr. Edwin Boezeman Onderzoeksprogramma Vrijwilligersmanagement VU Amsterdam
Onderwerp
Datum: 17/03/2011
Begeleidende Vraag Wetenschappelijke Onderbouwing
Uitgangspunten
Relevantie Illustratie
Wetenschappelijke Literatuur
Checks/ Aandachtspunten
Erkenning & Dringende behoefte aan vrijwilligers
“Maakt de organisatie duidelijk dat ze dringend behoefte heeft aan vrijwilligers? Wordt het duidelijk gemaakt dat de mensen die komen helpen als vrijwilliger, ook in het zonnetje (zullen) worden gezet?”
Uitgangspunten
Wetenschappelijke onderbouwing
Mensen doen sneller vrijwilligerswerk, wanneer het ze duidelijk is dat de er dringend behoefte is aan nieuwe vrijwilligers en ze openlijke erkenning zullen genieten voor het doen van het vrijwilligerswerk - (Fisher & Ackerman., 1998).
Studenten die kenbaar werden gemaakt dat de fondsenwervingscampagne van hun school weinig succesvol was, en die verwachtten dat extra vrijwillige inzet t.b.v. de fondsenwervingscampagne extra op prijs zou worden gesteld door hun school (in de vorm van een speciaal type dankcertificaat welk bij het afstuderen zou worden uitgereikt), waren het meest voornemens om extra uren in het vrijwilligerswerk voor hun school te investeren (Fisher & Ackerman, 1998).
Om vrijwilligers te werven, is het belangrijk dat er kenbaar wordt gemaakt dat er dringend behoefte is aan nieuwe vrijwilligers. Daarbij is het belangrijk dat er een openlijke blijk van erkenning wordt verbonden aan het vrijwilligerswerk (anders hebben mensen niet het idee dat het zichtbaar is – voor de mensen voor wie ze het doen - dat ze iets goeds doen)
Ouders (van kinderen op een sportclub) die kenbaar werden gemaakt dat de sportclub dringend behoefte had aan extra vrijwilligers, en die te horen kregen dat de ouders die zouden komen helpen daarvoor erkenning zouden krijgen (in de vorm van een speciaal T-shirt met ‘Ik ben een vrijwilliger voor de club’) gaven vaker aan dat ze wel vrijwilliger bij de sportclub wilden worden (Fisher & Ackerman, 1998).
De potentiele vrijwilligers verwachtten hierbij bijvoorbeeld*:
Relevant omdat:
Check:
Als ik
zou helpen als vrijwilliger, dan zou men dat ook opmerken
Het mensen die al in verbinding staan met de organisatie activeert voor het doen van vrijwilligerswerk bij de organisatie
Welke mensen (niet-vrijwilligers) hebben een verbintenis met de organisatie? En kan daar een beroep op worden gedaan om vrijwilligerswerk te komen doen?
Als ik zou helpen als vrijwilliger, dan zouden de mensen bij mij daar erkentelijk voor zijn Als ik zou helpen als vrijwilliger, dan zouden de mensen bij dat op prijs stellen
Kan de organisatie deze mensen bijvoorbeeld een flyer geven, met de gecombineerde boodschappen: “We komen vrijwilligers tekort, en hebben dringend je hulp nodig” En:
* ontleend aan Fisher en Ackerman (1998)
“We zullen de mensen die komen helpen als vrijwilliger ook openlijk in het zonnetje zetten, door…”
Relevante Literatuur: Fisher, R. J., & Ackerman, D. (1998). The effects of recognition and group need on volunteerism: A social norm perspective. Journal of Consumer Research, 25, 262–275.
Trots op het Vrijwilligerschap bij de Organisatie
“Geeft de organisatie haar vrijwilligers reden om trots te kunnen zijn op het “vrijwilliger zijn” bij de organisatie?
Uitgangspunten
Wetenschappelijke onderbouwing
Wanneer mensen trots zijn op de organisatie waartoe zij behoren, dan geeft dit mensen een goed gevoel over zichzelf, en vervolgens reden om zich in te (blijven) zetten voor de organisatie - (Tyler & Blader, 2000).
Vragenlijstonderzoek (Boezeman & Ellemers, 2007, 2008) gehouden onder vrijwilligers werkzaam bij verschillende goede doelen toonde dat de vrijwilligers die er trots op zijn dat zij vrijwilliger zijn bij de organisatie, ook meer betrokken zijn bij de organisatie. Deze vrijwilligers bleken ook meer het voornemen te hebben om vrijwilliger bij de organisatie te blijven. Vrijwilligers bleken met name trots te zijn op hun vrijwilligerschap bij de organisatie, als gevolg van de overtuiging dat het vrijwilligerswerk de doelgroep van de organisatie vooruit helpt.
Om vrijwilligers te behouden, is het belangrijk dat de vrijwilligers trots zijn op hun vrijwilligerschap bij de organisatie
Vrijwilligers geven hierbij bijvoorbeeld aan*:
Relevant omdat:
Check:
Ik ben er trots op dat ik als vrijwilliger deel uitmaak van
Vrijwilligers reden hebben om er trots op te zijn dat zij vrijwilliger zijn, omdat zij met hun vrijwilligerswerk positief bijdragen aan de maatschappij en/of het welzijn van andere mensen
Wordt het de vrijwilligers duidelijk (gemaakt) hoe hun bijdrage nuttig is voor de doelgroep van de organisatie en/of in het kader van het nastreven van de maatschappelijke missie van de organisatie?
Ik vind het iets om trots op te zijn om deel uit te maken van een organisatie met een maatschappelijk doel Het voelt goed wanneer men mij kenschetst als een vrijwilliger van Ik voel mij trots als ik anderen vertel dat ik deel uitmaak van * ontleend aan Boezeman en Ellemers (2007)
Wordt het de vrijwilligers duidelijk (gemaakt) dat zij “iets moois” doen voor andere mensen en/of de samenleving?
Relevante Literatuur:
Boezeman, E. J., & Ellemers, N. (2007). Volunteering for charity: Pride, respect, and the commitment of volunteers. Journal of Applied Psychology, 92, 771-785. Boezeman, E. J., & Ellemers, N. (2008a). Pride and respect in volunteers’organizational commitment. European Journal of Social Psychology, 38, 159- 172. Tyler, T. R., & Blader, S. L. (2000). Cooperation in groups: Procedural justice, social identity, and behavioral engagement. Philadelphia: Psychology Press.
Waardering (Respect)
“Geeft de organisatie haar vrijwilligers reden om zich gewaardeerd te voelen?”
Uitgangspunten
Wetenschappelijke onderbouwing
Wanneer mensen zich gewaardeerd voelen als deelnemer aan de organisatie, dan geeft dit mensen een goed gevoel over zichzelf, en vervolgens reden om zich in te (blijven) zetten voor de organisatie - (Tyler & Blader, 2000).
Vragenlijstonderzoek (Boezeman & Ellemers, 2007, 2008), gehouden onder vrijwilligers werkzaam bij verschillende goede doelen, toonde dat de vrijwilligers die zich gewaardeerd voelen door hun organisatie, ook meer betrokken zijn bij de organisatie. Deze vrijwilligers bleken ook meer het voornemen te hebben om bij de organisatie vrijwilliger te blijven. Vrijwilligers bleken vooral gevoelens van waardering te ontlenen aan de ervaring dat de organisatie ook aandacht voor hen heeft, en zich ook voor hen inzet middels ondersteuning bij het vrijwilligerswerk. Aanvullend onderzoek (Boezeman, Ellemers, & Duijnhoven, 2008c) toonde dat vrijwilligers ook tevredenheid met het vrijwilligerswerk ervaren, wanneer zij zich gewaardeerd voelen door de doelgroep van de maatschappelijke (vrijwilligers)organisatie
Om vrijwilligers te behouden, is het belangrijk dat de vrijwilligers zich gewaardeerd voelen als vrijwilliger
Vrijwilligers geven hierbij bijvoorbeeld aan*:
Check:
Als vrijwilliger voel ik me gewaardeerd door
Heeft de organisatie aandacht, en toont de organisatie inzet, voor de vrijwilligers? Vb.
waardeert mijn inzet als vrijwilliger Als vrijwilliger voel ik me gewaardeerd door <doelgroep organisatie> De doelgroep van de organisatie waardeert mijn inzet als vrijwilliger * ontleend aan Boezeman en Ellemers (2007); Boezeman, Ellemers, & Duijnhoven (2008c)
Kunnen de vrijwilligers bij iemand terecht, als zij taakgerichte problemen ervaren in het vrijwilligerswerk (vb. kunnen vrijwilligers iets vragen als ze niet weten hoe ze iets moeten doen?) Kunnen de vrijwilligers bij iemand terecht, als zij sociaalemotionele problemen ervaren door het vrijwilligerswerk (vb. kunnen vrijwilligers het bij iemand van zich af praten als ze iets vervelends hebben meegemaakt of ze iets dwars zit in het vrijwilligerswerk?)
Relevant omdat: Vrijwilligers mogen gewaardeerd worden voor hun inzet, omdat zij met hun vrijwilligerswerk positief bijdragen aan het leven van andere mensen en de maatschappij
Brengt de organisatie het aan de vrijwilligers over dat de doelgroep van de organisatie de inzet van de vrijwilligers op prijs stelt (en is dat zo, en zoja, waar blijkt dat uit)? Verzorgt de organisatie contacten tussen de doelgroep van de organisatie en de vrijwilligers, waardoor de vrijwilligers zelf kunnen ervaren (i.e., zien, horen) dat hun inzet positief toegevoegde waarde heeft voor de doelgroep van de organisatie?
Relevante Literatuur: Boezeman, E. J., & Ellemers, N. (2007). Volunteering for charity: Pride, respect, and the commitment of volunteers. Journal of Applied Psychology, 92, 771-785. Boezeman, E. J., & Ellemers, N. (2008a). Pride and respect in volunteers’organizational commitment. European Journal of Social Psychology, 38, 159- 172. Boezeman, E. J., Ellemers, N., & Duijnhoven, P. H. M. (2008c). Satisfaction with the volunteer job and its predictors: The relevance (and irrelevance) of status evaluations concerning the volunteer organization and being a volunteer within the volunteer organization to the work satisfaction of volunteers. Paper WAOP Congres 2008 Open Universiteit Heerlen
Model van Geplande Episodische Vrijwilligersactiviteit “Hoe kijken de vrijwilligers tegen het vrijwilligerswerk aan?” Uitgangspunten
Wetenschappelijke onderbouwing
Of mensen (nog) van plan zijn het vrijwilligerswerk te (blijven) doen, hangt af van 4 factoren, namelijk: In hoeverre men (nog) graag het vrijwilligerswerk doet In hoeverre men denkt dat andere mensen (vb. medevrijwilligers) erop rekenen dat men het vrijwilligerswerk zal komen doen In hoeverre men het voor zichzelf (nog) mogelijk ziet om het vrijwilligerswerk te doen
Het onderzoek van Harrison (1995), gehouden onder vrijwilligers werkzaam voor een daklozenopvang, toonde allereerst dat het voornemen om het vrijwilligerswerk te (blijven) doen positief verband houdt met het ook daadwerkelijk doen van het vrijwilligerswerk. Het voornemen om thuis te blijven en het vrijwilligerswerk niet te doen, hield zoals verwacht negatief verband met het niet doen van het vrijwilligerswerk (“wie thuis wil blijven, komt niet opdagen als vrijwilliger”). Het voornemen om het vrijwilligerswerk te (blijven) doen bleek af te hangen van 4 factoren, met elk eigen toegevoegde waarde.
en In hoeverre men er (nog) van overtuigd is dat het vrijwilligerswerk doen ook een goede zaak is - (Harrison, 1995).
Vrijwilligers vragen zich af*:
Wil ik het vrijwilligerswerk (nog wel) doen? Verwachten anderen dat ik het vrijwilligerswerk zal doen? Is het voor mij mogelijk en gemakkelijk om het vrijwilligerswerk te doen? Is het doen van het vrijwilligerswerk echt een goede zaak? * ontleend aan Harrison (1995)
In hoeverre men graag het vrijwilligerswerk doet, in hoeverre men denkt dat andere mensen (medevrijwilligers) erop rekenen dat men het vrijwilligerswerk zal doen, in hoeverre men het voor zichzelf (nog) mogelijk ziet om het vrijwilligerswerk te (blijven) doen, en in hoeverre men ervan overtuigd is dat het vrijwilligerswerk doen een goede zaak is, bevorderen alle 4 het voornemen van vrijwilligers om het vrijwilligerswerk te doen Relevant omdat:
Check:
De vrijwilligersmotivatie vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd. De eigen mening, de verwachte mening van andere mensen, de eigen mogelijkheden, en de eigen overtuiging, worden allemaal meegenomen bij het voorspellen van de motivatie van vrijwilligers
Wordt het vrijwilligerswerk leuk en aantrekkelijk gemaakt voor de vrijwilligers? Zonee, hoe te doen? Wordt het de vrijwilligers duidelijk gemaakt dat er op hen wordt gerekend? Zonee, hoe te doen? Wordt het de vrijwilligers gemakkelijk gemaakt om het vrijwilligerswerk te doen? Zonee, wat te doen? Wordt het benadrukt dat het vrijwilligerswerk doen een goede zaak is? Zonee, hoe te doen?
Relevante Literatuur: Harrison, D. A. (1995). Volunteer motivation and attendance decisions: Competitive theory testing in multiple samples from a homeless shelter. Journal of Applied Psychology, 80, 371 – 385.
Psychologisch Eigenaarschap
“Geeft de maatschappelijke organisatie haar vrijwilligers het gevoel dat de organisatie (ook) van hen als vrijwilliger is?”
Uitgangspunten
Wetenschappelijke onderbouwing
Mensen zijn meer begaan met, en beschermend t.o.v., de groepen en organisaties die zij als van zichzelf beschouwen - (Pierce et al., 2001).
Vragenlijstonderzoek (Van der Hoeven, 2011) toonde dat vrijwilligers die de organisatie meer als van zichzelf zien, ook meer tevreden zijn met het vrijwilligerswerk. Deze vrijwilligers gaven ook aan meer bereid te zijn om de organisatie extra te helpen indien nodig, en meer bereid te zijn om het vrijwilligerswerk aan te raden aan bekenden
Om vrijwilligers te behouden, is het belangrijk dat de vrijwilligers het gevoel hebben dat de organisatie ook van hen als vrijwilliger is Vrijwilligers die meer ervaren dat de organisatie (ook) van hen als vrijwilliger is, zijn meer bereid om mensen te vragen ook vrijwilliger bij de organisatie te worden (werving)
De resultaten toonden verder dat vrijwilligers meer het gevoel krijgen dat de organisatie (ook) van hen is, als gevolg van adequate informatievoorziening en de ervaring dat het vrijwilligerswerk dat zij doen belangrijk en nuttig is voor de organisatie Aanvullende experimenten (o.a. Boele et al., ter perse) en vragenlijststudies onder vrijwilligers (in bewerking) tonen vergelijkbare resultaten
Vrijwilligers geven hierbij bijvoorbeeld aan*:
Relevant omdat:
Check:
Ik zie als van mij als vrijwilliger
Bij veel organisaties die met vrijwilligers werken zijn vrijwilligers ook de grondleggers van de organisatie (geweest)
Worden vrijwilligers voldoende op de hoogte gehouden? Gaat er (voldoende) informatie over de organisatie en activiteiten, ontwikkelingen en successen richting de vrijwilligers?
is echt mijn organisatie Voor de meeste vrijwilligers geldt wel dat zij het gevoel hebben dat van ons als vrijwilligers is Als vrijwilliger voel in hoge mate dat van mij als vrijwilliger is Ik heb het gevoel dat een beetje van mij als vrijwilliger is Ik heb het gevoel dat echt onze organisatie is
* ontleend aan Van Dyne en Pierce (2004)
Vrijwilligers kunnen eerder het idee hebben dat zij vóór de organisatie werken, i.p.v. dat zij zien dat juist zij de activiteiten van de organisatie mogelijk maken en essentieel zijn voor het voortbestaan van de organisatie
Wordt het de vrijwilligers duidelijk (gemaakt), bv. vanuit het vrijwilligerswerk hoe hun bijdrage nuttig is voor de organisatie? Gaat er een boodschap uit dat het juist de vrijwilligers zijn die het mogelijk maken dat de organisatie haar werk kan (blijven) doen? Als er extra vrijwilligers nodig zijn, wordt het de bestaande vrijwilligers dan gezegd dat er hoognodig extra vrijwilligers nodig zijn?
Relevante Literatuur: Boele, F., Heater, S., & Boezeman, E.J. (Ter perse). Psychologisch Eigenaarschap van de Groep en Vrijwillige Inzet. ASPO Jaarboek 2010. Groningen: ASPO Pers Pierce, J.L., Kostova, T., & Dirks, K.T. (2001). Toward a theory of psychological ownership in organizations. Academy of Management Review, 26, 298 – 310 Van Dyne, L., & Pierce, J.L. (2004). Psychological ownership and feelings of possession: Three field studies predicting employee attitudes and organizational citizenship behavior. Journal of Organizational Behavior, 25, 439 – 459. Van der Hoeven, L. (2011). Het binden en motiveren van Vrijwilligers: Het effect van psychologisch eigenaarschap. Afstudeerscriptie VU Amsterdam.
De Inhoud van het Vrijwilligerswerk I
“Geeft het vrijwilligerswerk de vrijwilligers zelfbepaling en verbondenheid met anderen in het vrijwilligerswerk?”
Uitgangspunten Mensen hebben behoefte aan zelfbepaling en verbondenheid met anderen, en aansluiting bij deze behoeften werkt positief op de werkmotivatie (terwijl het beperken ervan averechts werkt) - (Deci & Ryan, 2000). Om de werkmotivatie van vrijwilligers te onderhouden en bevorderen, is het belangrijk de vrijwilligers zelf invulling te laten geven aan de wijze waarop zij het vrijwilligerswerk doen
Wetenschappelijke onderbouwing Vragenlijstonderzoek (Boezeman & Ellemers, 2009), gehouden onder vrijwilligers werkzaam bij een goed doel – een organisatie die vrijetijdsactiviteiten organiseert voor verstandelijk gehandicapten -, toonde dat de vrijwilligers die zelfbepaling en verbondenheid met anderen ervaren in het vrijwilligerswerk, meer tevreden zijn met het vrijwilligerswerk. Deze vrijwilligers bleken ook meer het voornemen te hebben om vrijwilliger bij de organisatie te blijven
Om de werkmotivatie van vrijwilligers te onderhouden en bevorderen, is het belangrijk dat de vrijwilligers in het vrijwilligerswerk verbondenheid ervaren, en in positief contact staan, met andere mensen
Vrijwilligers geven hierbij bijvoorbeeld aan*:
Check:
Ik heb het gevoel dat ik veel inbreng heb in hoe ik mijn vrijwilligerswerk uitvoer
Wordt er rekening gehouden met hoe de vrijwilligers het werk zelf het liefst willen uitvoeren? Als er bijvoorbeeld nieuwe ideeën en/of werkwijzen worden voorgesteld door vrijwilligers, wordt daar dan serieus naar geluisterd en eventueel gehoor aan gegeven? Wordt er naar gevraagd? Hoe? Wordt er rekening gehouden met wanneer vrijwilligers het liefst ingeroosterd worden? Etc.
In mijn werksituatie zijn er veel mogelijkheden voor mij om zelf te beslissen hoe ik het vrijwilligerswerk doe Ik kan goed opschieten met de mensen bij mijn vrijwilligerswerk De mensen bij mijn vrijwilligerswerk zijn vriendelijk tegen mij
Maken de organisatie en coördinatoren duidelijk dat zij er vertrouwen in hebben dat de vrijwilligers hun werk goed doen?
* ontleend aan Boezeman en Ellemers (2009)
Relevant omdat: De inhoud van het vrijwilligerswerk mede van invloed is op de wijze waarop de vrijwilligers het vrijwilligerswerk ervaren
Is de sfeer met de mensen waar de vrijwilligers mee te maken hebben gemoedelijk en is er kameraadschap? Zonee, hoe te bevorderen? Zijn er positieve contactmomenten tussen de vrijwilligers en de mensen waar zij mee te maken hebben (staf van de organisatie, doelgroep van de organisatie, etc.)? Zonee, hoe te bevorderen?
Relevante Literatuur: Boezeman, E. J. & Ellemers, N. (2009). Intrinsic need satisfaction and the job attitudes of volunteers versus paid employees working in a charitable volunteer organization. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 82, 897-914 Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The ‘what’ and ‘why’ of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behaviour. Psychological Inquiry, 11, 227–268. Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55, 68–78.
De Inhoud van het Vrijwilligerswerk II Uitgangspunten Vrijwilligerswerk heeft mensen veel te bieden*. Dit kan voor mensen motiverend werken om vrijwilligerswerk te gaan en blijven doen. - (Clary et al., 1998). Om de werktevredenheid van vrijwilligers te onderhouden en bevorderen, is het belangrijk dat de vrijwilligers een voor hen waardevolle vrijwilligerswerkervaring hebben Om nieuwe vrijwilligers te werven, is het belangrijk dat het vrijwilligerswerk aansprekend is in de zin dat het aansluit bij hetgeen waar de potentiële vrijwilligers waarde aan hechten * Clary et al. (1998): Vrijwilligerswerk kan mensen de gelegenheid geven om onder de mensen te zijn en nieuwe vriendschappen op te doen, het kan mensen een goed gevoel over zichzelf geven of juist een prettige afleiding van de eigen dagelijkse beslommeringen bieden, mensen een leerzame ervaring geven evenals carrièreperspectieven, en het kan mensen de gelegenheid geven om uiting te geven aan wat zij belangrijk vinden (waarden).
“Wat heeft het vrijwilligerswerk mensen te bieden?”
Wetenschappelijke onderbouwing Een vergelijkend onderzoek onder ziekenhuisvrijwilligers (Clary et al., 1998, Studie 5) toonde dat de meest tevreden vrijwilligers ook de vrijwilligers waren die een voor hen waardevolle vrijwilligerswerkervaring hadden Een vergelijkend onderzoek onder studenten in een maatschappelijke stage (Clary et al., 1998, Studie 6) toonde dat de studenten die een voor hen waardevolle stage-ervaring hadden ook meer tevreden waren met de stage, en meer het voornemen hadden om na de stage vrijwilligerswerk te gaan doen Een experimenteel onderzoek waarbij psychologiestudenten verschillende vrijwilligerstaken voorgelegd kregen, toonde dat de vrijwilligerstaak van voorkeur (op basis van hetgeen dat de vrijwilligerstaak voor het individu aantrekkelijk maakt) ook als het meest aantrekkelijk om te verrichten werd verkozen (zie Houle, Sagarin, & Kaplan, 2005)
(Mogelijke) Vrijwilligers geven hierbij bijvoorbeeld aan*:
Relevant omdat:
Check:
Via het vrijwilligerswerk kan ik uitdragen dat ik dat ik het belangrijk vind om andere mensen te helpen
De inhoud van het werk mede van invloed is op de wijze waarop de vrijwilligers het vrijwilligerswerk ervaren
Kan er bepaald worden wat het vrijwilligerswerk te bieden heeft? Word dit bij de mogelijk meest geïnteresseerde mensen onder de aandacht gebracht? (Vb. vrijwilligerswerk dat een aanvulling op het cv zou zijn aanbieden aan studenten)
Via het vrijwilligerswerk leer ik nieuwe dingen Het vrijwilligerswerk zorgt ervoor dat ik mij goed voel over mezelf Het vrijwilligerswerk is een prettige afleiding van mijn eigen problemen Mijn vrijwilligerswerk staat goed op mijn cv Mijn vrienden doen vrijwilligerswerk * ontleend aan de VFI (Clary et al., 1998; zie ook Bekkers & Boezeman, 2009, ter perse)
Is er een “profiel” van de vrijwilligersklussen en kunnen de bestaande vrijwilligers klussen doen waarvan zij op voorhand aangeven dat ze aansprekend voor hen zijn?
Relevante Literatuur: Bekkers, R. & Boezeman, E. J. (2009). Geven van tijd: Vrijwilligerswerk. In Th.N.M Schuyt, R. Bekkers, P. Wiepking, B., (Eds.). Geven in Nederland 2009: Giften, Legaten, Sponsoring en Vrijwilligerswerk (pp. 88-101). ‘s-Gravenhage: Elsevier Overheid. Clary, E. G., Snyder, M., Ridge, R. D., Copeland, J., Stukas, A. A., Haugen, J. H., & Miene, P. (1998). Understanding and assessing the motivations of volunteers: A functional approach. Journal of Personality and Social Psychology, 74, 1516–1530. Houle, B. J., Sagarin, B. J., & Kaplan, M. F. (2005). A functional approach to volunteerism: Do volunteer motives predict task preference? Basic and Applied Social Psychology, 27, 337-344.