Checklist trainingen ‘het gesprek’ in de Wmo en het gehele sociale domein VOOR GEMEENTEN DIE TRAININGSBUREAUS SELECTEREN
Checklist trainingen ‘het gesprek’ in de Wmo en het gehele sociale domein Voor gemeenten die trainingsbureaus selecteren
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Colofon Deze publicatie is ontstaan in samenwerking met Movisie en uitgegeven door de VNG in het kader van project De Kanteling, maart 2014. Vereniging van Nederlandse Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag
Tekst Frauke van Iperen
Met dank aan: Gemeente Barneveld, Argonaut Advies BV, Bureau Ben Venneman, van Brederode, Factum Advies, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht, Centrum voor Social Work, Mouris Projecten Bureau, Opleidingen van Stichting MO-zaak, SCIO Consult, Stichting Vraagwijzer Nederland, TriviumPlus, Trompetter & Van Eeden en VraagKracht.
Opmaak Chris Koning (VNG)
Druk SMG, Hasselt Copyright 2014, Den Haag Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Voorwoord De uitdaging van nieuwe wetten zoals de Wmo is om inwoners te helpen zich beter te redden en daarbij ook de omgeving te betrekken. Dat lukt alleen als er ruimte is voor het verhaal van de burger, om zo te kunnen begrijpen wat de vraag precies is. In een gekanteld gesprek stimuleert de gespreksvoerder de inwoner om zijn eigen oplossingen te formuleren voor de beperkingen die hij ervaart. Het voeren van een gekanteld gesprek is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Centraal stellen van de vraag is een heel andere insteek dan beoordelen of er recht is op een voorziening. De afgelopen tijd zijn veel Wmo-gespreksvoerders getraind in het voeren van ‘het gekantelde gesprek’. Gemeenten maken verschillende keuzen bij het selecteren van trainingen en bureaus. Regelmatig vragen gemeenten de VNG advies over aanpak en inhoud van trainingsaanbod. Met deze checklist ondersteunen we gemeenten bij het maken van een keuze voor een training en trainingsbureau. Samen met Movisie, 12 ervaren trainers van verschillende trainingsbureaus en een medewerker van de gemeente Barneveld zijn we bij elkaar gekomen om met elkaar een ‘programma van eisen’ te formuleren. Deze checklist is het Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3
resultaat. We hopen dat we u met deze checklist een praktisch instrument bieden. Een instrument dat bijdraagt aan het maken van keuzes voor die ondersteuning die het best bij uw vraag en uw gemeente past. Suzanne Konijnendijk Projectleider VNG-project De Kanteling
4
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Aandachtspunten voor gemeenten De checklist onderscheidt vijf algemene aandachtspunten die een gemeente bij het uitschrijven van een offerteverzoek mee kan nemen: 1 De eigen gemeentelijke visie en vertaling naar de praktijk 2 Visie van de trainingsbureaus en vertaling van kantelingsprincipes naar de praktijk 3 Inhoud van de training 4 Aanpak 5 Borging Per aandachtspunt geeft de checklist met een korte omschrijving aan waar gemeenten rekening mee kunnen houden. De elementen zelf zijn vet gedrukt.
1 De eigen gemeentelijke visie en vertaling naar de praktijk Het kantelen van ‘de toegang’ tot voorzieningen binnen het sociale domein kan alleen als de gemeentelijke en andere betrokken organisaties mee kantelen. Trainingsbureaus geven aan dat het voor een succesvolle training van belang is om niet alleen zicht op de achtergrond van de deelnemers te hebVereniging van Nederlandse Gemeenten
5
ben, maar ook zicht op de mate waarin een gemeente gekanteld is. Welke
gemeentelijke beleidsuitgangspunten vormen de basis? Hoe worden deze vertaald naar de praktijk? Wat is de route van de burger? Hoe staat het met de kennis van de doelgroepen en de sociale kaart? Wat is de achtergrond
van de deelnemers aan de training? In hoeverre zijn de gemeentelijke visie en uitgangspunten bij de deelnemers bekend? Wat is hun opdracht? Gemeenten die hier in hun offerteverzoek helder over zijn, stellen trainingsbureaus in staat om met een offerte op maat te komen die past bij de gemeentelijke situatie.
2 Visie van de trainingsbureaus en vertaling van kantelingsprincipes naar de praktijk Trainingsbureaus geven op verschillende manieren invulling aan de prin-
cipes van de Kanteling. In een offerteverzoek kunnen gemeenten vragen opnemen als: “Wat is de visie op de Kanteling? Hoe vertalen jullie deze visie en de kantelingsprincipes naar de praktijk? Welke concrete aanpak past hierbij?” Gemeenten kunnen de verschillende benaderingen en concrete aanpakken vergelijken en kiezen voor het trainingsbureau dat het best bij de eigen gemeentelijke situatie en uitgangspunten past.
3 Inhoud van de training Wat heeft de training ‘het gesprek’ als minimale inhoud? Voor gespreksvoerders is het vooral van belang dat ze actief gespreksvaardigheden en een faciliterende houding aanleren die aansluiten bij het gekantelde gesprek. Gespreksvaardigheden alleen is echter niet voldoende. Hoe vertaal je de visie en uitgangspunten naar de praktijk? Hoe krijg je de vraag achter de vraag boven water? Hoe boor je de eigen kracht aan en hoe breng je het netwerk in beeld? Trainingsbureaus geven aan dat de volgende zes onderdelen in een training horen terug te komen:
6
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
1 Historische en wettelijke context van de Kanteling en de vertaling naar de praktijk binnen de eigen gemeente1 2 Doel van het gesprek 3 Gespreksvaardigheden 4 Rol van de attitude en overtuigingen van de gespreksvoerder tijdens een gesprek 5 Rol van de attitude, overtuigingen, gedrag en vaardigheden van de inwoner tijdens een gesprek 6 Verkenning van de doelgroep; wie krijgt de gespreksvoerder aan de keukentafel Deze zes onderdelen komen in het gesprek bij elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Het is daarom raadzaam dat een training aan alle zes de elementen aandacht besteedt.
4 Aanpak Een trainingsbureau vertaalt de inhoud in een aanpak. Wat zijn elementen in de aanpak waarop gemeenten kunnen toetsen? Een goede aanpak begint met een goede voorbereiding door het trainingsbureau met gemeente
en deelnemers. Is er helderheid over de gemeentelijke visie en vertaling naar de praktijk? Zijn de verwachtingen van de gemeente, deelnemers en trainers over de training op elkaar afgestemd? Sluit de training aan bij de
deelnemer als persoon en past deze bij zijn professionele rol? De trainer is zich bewust van zijn eigen voorbeeldfunctie. Dit betekent dat de werkwijze van de trainer in attitude, gedrag, vorm en inhoud overeen komt met de werkwijze die hij verwacht van de deelnemers. De training zelf is vooral actief en praktijkgericht waarbij veel geoefend wordt met (eigen) casuïstiek. Trainingsbureaus hanteren diverse werkvor-
men die aansluiten bij verschillende leerstijlen. Rollenspelen zijn effec1 Het is afhankelijk van de voorbereiding door de gemeente of en hoeveel aandacht hieraan in de training gegeven moet worden. Gemeenten kunnen ervoor kiezen dit onderdeel zelf te verzorgen.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7
tieve werkvormen waarbij ook veel ruimte om te spiegelen is. Het kan een keus zijn om hierbij ook een acteur in te zetten. Sommige bureaus werken ook met ervaringsdeskundigen en inwoners die tot de doelgroep behoren. Zij kunnen aangeven hoe zij het gekantelde gesprek ervaren en de gespreksvoerders adviseren over bijvoorbeeld de bejegening.
5 Borging Een training is pas effectief als het geleerde in de praktijk geborgd kan worden. Voorafgaande aan de training dient duidelijk te zijn hoe de gemeente en de deelnemers het geleerde gaan borgen: organisatie-breed en individueel. De verantwoordelijkheid voor deze borging ligt, net als bij de voorbereiding, voor een groot deel bij de gemeente. Past de manier waarop de mensen getraind worden bij de organisatie? En andersom, past de organisatie bij datgene wat de deelnemers leren? Is er ruimte binnen de gemeente voor het gekantelde gesprek en onorthodoxe oplossingen die hieruit voort kunnen komen? Krijgt en neemt de gespreksvoerder de professionele ruimte die hij nodig heeft? Het gesprek staat niet op zichzelf. Organisatie-breed dient men zich bewust te zijn van de principes van de kanteling. Sluiten de opdrachten, werkprocessen en taken hierop aan? De training is het startpunt van het leerproces van de individuele deelnemer. In de praktijk gaat hij zich als gespreksvoerder pas echt ontwikkelen en zal hij tegen diverse vraagstukken aan lopen en ontstaan er nieuwe leervragen. Trainingsbureaus kunnen hierbij ondersteuning bieden. Intervisie, coaching
on the job en permanente ruimte voor evaluatie: voor, tijdens en na de training, zijn instrumenten die een meerwaarde hebben bij de voortdurende ontwikkeling van de gespreksvoerder. Gemeenten kunnen de deskundigheid meenemen in de functionerings-
gesprekken en vragen wat iemand nodig heeft om zich beter te kunnen bekwamen in het voeren van ‘het gesprek’. 8
Vereniging van Nederlandse Gemeenten