CHARTER VAN COLLECTIEVE RECHTEN EN PLICHTEN MULTIFUNCTIONEEL CENTRUM (MFC) KONINKLIJK INSTITUUT WOLUWE Georges Henrilaan 278 1200 Brussel Beheerder: V.Z.W. Provincialaat der Broeders van Liefde Maatschappelijke zetel: Stropstraat 119 - 9000 Gent Als MFC erkend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap voor onbepaalde duur met ingang van 18/09/2012. 1. Missie, visie/kernwaarden, doelstellingen 1.1. Missie Met een hart voor kinderen en jongeren, op een respectvolle, zingevende en professionele manier, hun welbevinden bevorderen en zorg bieden in aansluiting op hun noden en hun individuele vraag zodat zij tot een maximale zelfontplooiing komen, hierbij maximaal rekening houdend met de familiale en maatschappelijke context. 1.2. Visie/kernwaarden Wat zijn de tijdsloze principes die ons leiden, die betekenisvol zijn en inspiratie bieden aan de mensen in de organisatie? Bij ons staat het kind, de jongere centraal. We willen luisteren naar zijn vraag om samen met hem een realistisch toekomstperspectief op te bouwen die tot maximale zelfontplooiing leidt. Dit willen we realiseren in dialoog met de ouders en familieleden maar ook in dialoog met de bredere samenleving. We willen een gemeenschap vormen waarin kinderen, jongeren, ouders en personeel tot zinvolle en zingevende relaties kunnen komen, waar respect is voor elkaar en voor de regels. We willen dit bekomen door de betrokkenheid van allen hoog te houden. Met de nodige schaalgrootte voorzien we een flexibel zorgaanbod binnen elk van de specifieke doelgroepen. Door jarenlang met kinderen en jongeren om te gaan heeft ons personeel heel wat kennis en ervaring opgebouwd omtrent gehoor- en taalspraakstoornissen, autismespectrumstoornissen, gezichtsstoornissen, en gedrags- en emotionele stoornissen. Deze kennis en ervaring, deze expertise willen we waarborgen door de nodige vorming, ondersteuning en waardering van het personeel. Maar bovenal willen we deze kennis en ervaring uitdragen en delen met ouders, familieleden, sympathisanten en professionals in het domein.
1.3. Doelstellingen en jaarlijks beleidsplan Met al het personeel van de organisatie beloven we de kinderen aandacht, tijd en veiligheid te bieden. We beloven de dialoog met kinderen en jongeren verder uit te bouwen. Dit betekent dat we hen de mogelijkheid bieden vragen te stellen, dat we naar iedereen luisteren. Dit luisteren is een actief luisteren en observeren om de vraag van het kind of de jongere te kunnen herkennen en detecteren. We geven onvoorwaardelijk een antwoord op elke vraag. Antwoorden betekent daarom niet instemmen met elke vraag maar wel dat we telkens opnieuw in dialoog gaan met het kind of de jongere. Om ons bewust te blijven van deze expliciete keuze voor dialoog willen we de wijze waarop de dialoog verloopt continu evalueren. Als organisatie beloven we de jongeren maximaal wegwijs te maken in de complexe maatschappij van vandaag. Hierbij laten we ons leiden door de wensen en keuzes die de jongere maakt of wil maken. We streven hierbij naar maximale integratie maar dit op maat en wens van de jongere. Met al het personeel van de organisatie beloven we dat we de ouders, als volwaardige partner willen erkennen. De ouders blijven de eerste verantwoordelijke voor de opvoeding van hun kind of jongere. We willen de ouders ondersteunen bij hun opvoedingstaak en hen maximaal betrekken bij de opvoeding van hun kind of jongere in de mate dat zij steeds handelen in het belang van het kind of de jongere. Als directieteam en staf beloven we het personeel te koesteren die zich op een onvoorwaardelijke manier, met een positief ingestelde uitstraling naar de kinderen toe opstellen, respectvol naar eigenheid, cultuur en geloof en dit met het hart op de juiste plaats. Als directieteam beloven we ook een multidisciplinair kader voor elke specifieke handicap te scheppen, waar in een collegiale sfeer elke discipline aan het woord komt. Waar zowel de dokterspecialist, de therapeut, de verpleegkundige, de orthopedagoog, de opvoeder en de maatschappelijk assistent(e) van het MFC, de school of het revalidatiecentrum zijn inbreng heeft. Opdat iedereen een inhoudelijk gedegen inbreng zou kunnen hebben willen we het personeel inhoudelijk ondersteunen via individuele coaching. Een coaching die gepaard gaat met de nodige zelfreflectie over het eigen handelen als leermoment naar de toekomst. Als organisatie beloven we ons kritisch af te stemmen op de hedendaagse maatschappelijke tendensen. Dit betekent dat we de veranderingen in de maatschappij op de voet volgen en evalueren in welke mate wij aansluiting kunnen en willen vinden met deze veranderingen. Deze missie is verder uitgeschreven op maat van de eigen voorziening in een “lokale identiteitsverklaring” – zie website. 1.4. Zelfevaluatie De organisatie en gebruikersgerichte processen worden in een 5-jarencyclus opgenomen. Jaar 1: Gegevens verzamelen o.a. op basis van de tevredenheidsenquêtes bij gebruikers en medewerkers en evalueren van de strategische en operationele doelstellingen uit het verleden. Jaar 2: Strategische doelstellingen kiezen en een operationeel stappenplan opmaken Jaar 3: Uitvoering van het stappenplan Jaar 4: Uitvoering van het stappenplan Jaar 5: Uitvoering van het stappenplan Tijdens de uitvoering van het operationeel stappenplan (jaar 3 tot 5) worden, in lijn met de operationele doelen, de verschillende gebruiksgerichte en organisatiegerichte processen geëvalueerd en bijgestuurd.
Charter 16 02 2015
2/15
2. Voorwaarden van de dienstverlening 2.1. Het Multifunctioneel Centrum (MFC) Koninklijk Instituut Woluwe is erkend voor de begeleiding van: kinderen en jongeren met gehoorproblemen vanaf 2,5 jaar tot 14 jaar. kinderen en jongeren met taal- en spraakproblemen vanaf 2,5 jaar tot 14 jaar. kinderen en jongeren met autismespectrumstoornissen vanaf 2,5 jaar tot 21 jaar. kinderen en jongeren met gezichtsproblemen vanaf 11 jaar tot 21 jaar. kinderen en jongeren met psychosociale problemen vanaf 6 jaar tot 21 jaar. De kinderen en jongeren zijn normaal tot zwak begaafd. 2.2. Voorwaarden tot opname In het centrum zijn zowel jongens als meisjes welkom. Op datum van opname mag de leeftijd van 21 jaar nog niet bereikt zijn. Een definitieve opname is enkel mogelijk wanneer de gebruiker beschikt over een passend integratieprotocol (indicatiestelling en toewijzing) van de integrale toegangspoort. Een voorlopige opname is enkel mogelijk: - nadat de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers een schriftelijke aanvraag tot opname ingediend hebben bij de integrale toegangspoort, en dit via een daartoe Erkende Dienst. - indien de opnameaanvraag gunstig wordt beoordeeld door een opnameteam, dat bestaat uit een maatschappelijk assistent(e), een orthopedago(o)g(e) en een opvoedergroepschef. We volgen het non-discriminatieprincipe, dat steunt op de overtuiging dat iedereen gelijkwaardig is. Dit houdt in dat we cliënten of hun systemen niet uitsluiten omwille van ras, huidskleur, geslacht, nationaliteit, taal, godsdienst, politieke overtuiging,…
3. Overzicht van het dienstverleningsaanbod In het kader van Multifunctionele Centra wordt het dienstverleningsaanbod van de voorziening zo flexibel mogelijk ingezet om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de ondersteuningsnoden en - behoeften van de jongeren en hun gezin of familiale context. We bieden verschillende mogelijkheden van trajecten aan gebaseerd op verblijf, dagbesteding, dagopvang en mobiele begeleiding. De trajecten met beschrijving van de modules, start en einddatum, combinaties van modules,… worden vastgelegd in het Protocol van verblijf, behandeling of begeleiding. 3.1. Stelsels Verblijf: wordt de dag- en nachtopvang in een residentiële context bedoeld, met inbegrip van de noodzakelijke permanentie, begeleiding en behandeling, dus ook therapeutische Interventies. Dagopvang: een aantal uren opvang overdag, zonder schoolvervangend karakter. Het gaat dus om de opvang buiten de schooluren, met inbegrip van de noodzakelijke permanentie, begeleiding en behandeling, en ook therapeutische interventies. Ambulante/mobiele begeleiding: de ondersteuning van de context (thuissituatie) en het secundaire opvoedingsmilieu, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen enerzijds psychosociale en pedagogische ondersteuning en anderzijds de assistentie binnen de context (in de thuissituatie) of het secundaire opvoedingsmilieu. Dagbesteding: het aanbieden van schoolvervangende activiteiten. Het gaat dus om opvang binnen de schooluren, waarbij er een alternatief programma wordt aangeboden. Deze opvang dient aangeboden te worden in samenwerking en in afstemming met een onderwijsinstelling. Deze functies kunnen aangeboden worden in verschillende frequenties en met verschillende duur. Het MFC bepaalt in samenspraak met het cliëntensysteem welke functie op welk moment voor welke periode kan ingezet worden. Charter 16 02 2015
3/15
Opm.: bij jongeren geplaatst via bijzondere jeugdzorg, dienen de nodige afspraken gemaakt te worden met de plaatsende instanties (Jeugdrechter, Comité). 3.2. Afdelingen Het MFC-Koninklijk Instituut Woluwe omvat drie grote afdelingen: Ri4 = Schelp, Waterval en Zeepbel - Kinderen (basisonderwijs), max. 14 jaar Schelp: dove of slechthorende kinderen Waterval: kinderen met een spraak- en/of taalontwikkelingsstoornis Zeepbel: kinderen met een autismespectrumstoornis Horizon - Jongeren (middelbaar onderwijs), max. 21 jaar Blinde of slechtziende jongeren Jongeren met een autismespectrumstoornis en/of met gedragsemotionele stoornissen (eventueel gepaard gaand met een licht mentale handicap).
3.3. Ortho(ped)agogische begeleiding Voor elke gebruiker worden de doelstellingen en de inhoud van deze begeleiding en behandeling na een multidisciplinaire beeldvormingsbespreking vastgelegd in een individuele dienstverleningsovereenkomst. In het MFC noemen we dit het “individueel handelingsplan” of IHP. Dit handelingsplan wordt minimum tweemaal geëvalueerd en werkafspraken worden geformuleerd. Ouders/wettelijke vertegenwoordigers worden formeel minimum eenmaal per jaar uitgenodigd op de IHP-bespreking. De eerste IHP-bespreking vindt binnen de 6 maanden plaats. Het IHP wordt bewaakt en gecoördineerd door de orthopedagoog. Men kan te allen tijde bij deze persoon voor informatie terecht. Het centrum staat in voor de begeleiding, ondersteuning en behandeling van elke cliënt op alle levensdomeinen en op de ontwikkeling van zijn totale persoon (d.w.z. zowel op verstandelijk, sociaal, lichamelijk als gevoelsmatig domein). De cliënten verblijven in een leefgroep waar het ortho(ped)agogisch leefklimaat zo goed mogelijk aansluit bij hun zorgvraag. Elke verschuiving naar een andere leefgroep zal gemotiveerd worden. Redenen hiervoor kunnen liggen op medisch, pedagogisch, sociaal en organisatorisch vlak. Van elke verandering wordt de gebruiker en/of zijn/haar vertegenwoordiger, voorafgaand verwittigd. Voor de specifieke accenten in de werking van de verschillende afdelingen verwijzen we naar de betreffende afdelingsbrochures die in bijlage aan dit Charter aan de gebruiker overhandigd worden. Het centrum staat naast deze pedagogische begeleiding ook in voor de medische, paramedische en verpleegkundige begeleiding en behandeling van de cliënten. Medische dienstverlening: Er kan een beroep gedaan worden op een huisarts en/of een oogarts en/of een geneesheerspecialist en/of de kinderpsychiater en de verpleegkundigen van het centrum. Wanneer een onderzoek of behandeling verricht wordt door een arts verbonden aan het centrum, zal dit aan de ouders gemeld worden. Medische handelingen verlopen in overleg met ouders en hun eigen gekozen behandelende artsen. De gebruiker en/of zijn vertegenwoordiger kan kiezen voor een andere arts dan voorgesteld door het centrum. In dat geval is de gebruiker en/of zijn vertegenwoordiger zelf verantwoordelijk voor de organisatie van deze consultaties. Bovendien is de gebruiker en/of zijn vertegenwoordiger tevens verantwoordelijk voor een correcte en voldoende informatieoverdracht aan de medische dienst, de huisarts en het betrokken begeleidingsteam van het MFC. Charter 16 02 2015
4/15
Het centrum behoudt het recht voor om steeds haar eigen geneesheren in te schakelen wanneer zich een dringende situatie voordoet. Voor hospitalisatie wordt voorafgaandelijk toestemming gevraagd aan de ouders of vertegenwoordigers, tenzij bij een spoedopname. In dit laatste geval worden de ouders of vertegenwoordigers zo spoedig mogelijk verwittigd. Paramedische dienstverlening: met name de behandeling en begeleiding wordt na onderzoek en overleg uitgevoerd door een team van: - kinesitherapeuten - logopedisten - ergotherapeuten Psychologische dienstverlening: De voorziening beschikt over een team van psychotherapeuten (van het MFC, van de school of doet beroep op een psycholoog van het revalidatiecentrum) die samen met het multidisciplinair begeleidingsteam een antwoord zoeken op specifieke psychische problemen of gedragsproblemen. Voor de begeleiding kan, na onderling overleg, ook samengewerkt worden met of verwezen worden naar een centrum geestelijke gezondheidszorg, een gezinsbegeleidingscentrum of externe psychologen of kinderpsychiaters. Sociale dienstverlening: Elke gebruiker of zijn wettelijk vertegenwoordiger kan beroep doen op een medewerker van de sociale dienst (maatschappelijk assistent(e)). De medewerker van de sociale dienst heeft als kernopdracht een optimale samenwerkingsrelatie tot stand te brengen tussen het persoonlijk netwerk van de gebruiker en de begeleiders. De maatschappelijk assistenten van elke afdeling hebben een brugfunctie tussen de voorziening en de gebruiker, zijn vertegenwoordiger of zijn vertrouwensperso(o)n(en). De begeleiding kan variëren van het verstrekken van allerlei informatie, hulp bij administratieve verplichtingen tot het verlenen van opvoedingsbijstand. Een goede samenwerking tussen de voorziening en ouders/of de wettelijke vertegenwoordiger is voor de voorziening, maar ook voor het gezin of het eerste opvoedingsmilieu van het grootste belang. 3.4. Materiële dienstverlening Individuele hulpmiddelen Vanuit het MFC wordt een adviserende dienstverlening voorzien naar individuele hulpmiddelen. Voeding Bij het opstellen van de menu's wordt er gestreefd naar een gezonde en evenwichtige voeding. De cliënten ontvangen minstens één warme maaltijd per dag. Er wordt aan de gebruiker een vegetarische schotel aangeboden, indien hij hiervoor zijn keuze heeft uitgebracht. Als alternatief voor varkensvlees zal ofwel een vegetarische schotel ofwel kip die halal bereid is, worden aangeboden afhankelijk van het aanbod. Het menu wordt wekelijks in elke afdeling aangeplakt. Aangepaste voeding of dieet kan op medisch voorschrift verstrekt worden. De gebruiker of zijn/haar vertegenwoordiger kan tevens, om nader te bepalen redenen, bij de directie een afwijking van het normale menu aanvragen. Deze afwijking zal worden opgenomen in het Protocol. Aan de kinderen en jongeren worden dagelijks de volgende maaltijden aangeboden: - In verblijf: ontbijt, middagmaal, vieruurtje en avondmaal; - In dagopvang: middagmaal en vieruurtje.
Charter 16 02 2015
5/15
Was en kledij In principe staan de ouders of de wettelijke vertegenwoordigers in voor de kledij en het bedlinnen van het kind, alsook voor de was ervan. Bij uitzondering kan het centrum hierbij ondersteuning bieden door het ter beschikking stellen of het wassen van kledij en bedlinnen. In dit geval dienen de ouders alle kledij te naamtekenen. Bijzondere locatie voor de weekend- en vakantiebegeleiding De kinderen en jongeren die tijdens weekends en vakanties in de voorziening blijven, kunnen opgevangen worden in een speciaal daarvoor voorziene leefgroep. Vervoer Om beroep te kunnen doen op gratis leerlingenvervoer georganiseerd door de scholen op het terrein van het Centrum, is men gebonden aan de toepassing van de reglementering ter zake. Huisvesting De gebruiker beschikken over een éénpersoonskamer. De inrichting van de kamer gebeurt in overleg tussen de gebruiker en het centrum. Per leefgroep is een leefruimte met sanitair voorzien. 4. Rechten en verplichtingen van de cliënt 4.1. Algemeen Dit Charter waarborgt de gebruikers de eerbiediging van hun ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, hun vrijheid en privacy, hun veiligheid en hun gezondheid, voor zover de werking van de voorziening en de integriteit van de medegebruikers en personeel niet in het gedrang komen. Het MFC-Koninklijk Instituut Woluwe is een christelijke voorziening. De gebruiker en zijn vertegenwoordiger zullen dit in hun gedrag tegenover de voorziening, de medebewoners en familieleden respecteren. 4.2. Het verstrekken van informatie De gebruiker en/of zijn vertegenwoordiger zal zo nauwkeurig en tijdig mogelijk geïnformeerd worden omtrent alle aangelegenheden in verband met de opvang, begeleiding en behandeling die hem rechtstreeks en persoonlijk aanbelangen. Dit geldt ook voor de informatie omtrent zijn psycho(para)medisch, pedagogisch en sociaal dossier, onder voorbehoud van het medisch beroepsgeheim. 4.3. Recht op bijstand De minderjarige kan zich naast zijn ouders of wettelijike vertegenwoodiger in elk contact met het centrum laten bijstaan door een bijstandspersoon die hij vertrouwt. Deze bijstandspersoon mag niet rechtstreeks betrokken zijn met de aangeboden zorg. 4.4. Dossier en inzagerecht Teneinde een optimale begeleiding te kunnen garanderen en volgens de toepasselijke wettelijke bepalingen legt het centrum voor iedere gebruiker een dossier aan, waarin de nodige psychologische, (ped)agogische, (para)medische en sociale gegevens worden opgenomen. Het dossier is strikt vertrouwelijk en derden hebben er geen inzage in. Enkel de leden van het multidisciplinaire team van het MFC en het campusnetwerk waarin het centrum functioneert, hebben toegang tot het dossier voor zover het voor hen relevante informatie betreft en rekening houdend met de wet op de patiëntenrechten en de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Charter 16 02 2015
6/15
Regering van 4/2/2011. Al deze personen zijn door het beroepsgeheim of ambtsgeheim gebonden en dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de zorg of het onderwijs. Het administratieve personeel heeft toegang tot het administratieve dossier. De leden van het campusnetwerk bestaan uit medewerkers van volgende organisaties: Het Multi Functioneel Centrum, Georges Henrilaan 278, 1200 Brussel Het Buitengewoon Basis Onderwijs, Georges Henrilaan 278, 1200 Brussel Het Buitengewoon Secundair Onderwijs, Georges Henrilaan 278, 1200 Brussel Het centrum voor ambulante revalidatie voor Sensorieel Gehandicapten, Zeplin CAR, Georges Henrilaan 278, 1200 Brussel De Thuisbegeleidingsdienst Woluwe, Linthoutbosstraat 41, 1200 Brussel De gebruiker of zijn wettelijke vertegenwoordiger geeft expliciete toestemming aan de leden van dit campusnetwerk om volgens deze beschreven regels informatie met elkaar uit te wisselen. De gegevens worden verwerkt door en onder de verantwoordelijkheid van de diensten van de voorziening. Deze gegevens worden enkel bewaard voor gebruik binnen de voorziening en het campusnetwerk. De gebruiker of zijn wettelijke vertegenwoordiger mag de bovenvermelde dossiers inzien, wat zijn gegevens betreft, en heeft het recht om onjuiste gegevens te doen verbeteren of te doen verwijderen. 4.5. Overleg Individueel overleg Behoudens in geval van overmacht of hoogdringendheid, wordt er tussen het centrum en de gebruiker of zijn vertegenwoordiger voorafgaandelijk overleg gepleegd inzake: wijzigingen aan het dienstverleningsaanbod, het individueel hulpverleningsplan; te treffen maatregelen omwille van de evolutie van de fysieke en geestelijke toestand; wijzigingen in de individuele woon- en leefsituatie, (waarbij rekening wordt gehouden met de feiten en omstandigheden die tot deze wijziging hebben geleid). Het initiatief voor dit overleg wordt genomen door de partij die een wijziging of een maatregel wenst door te voeren.
Collectief overleg Overleg met de gebruikers (cliënten) of hun vertegenwoordiging over thema’s die de individuele dienstverlening overschrijden vindt in het MFC plaats op twee niveau’s: - met kinderen en jongeren vindt dit overleg plaats tijdens de bewonersvergaderingen; - met de gebruikers (ouders of +18-jarige jongeren): in de zgn. “gebruikersraad” (zie deel 9 van dit Charter).
4.6. Wet op de bescherming van de persoonlijke gegevens Aan de gebruikers worden een aantal persoonsgegevens opgevraagd die noodzakelijk zijn binnen het kader van de goede werking. Teneinde een optimale opvoeding en begeleiding te kunnen garanderen en volgens de toepasselijke wettelijke bepalingen is de voorziening verplicht om voor iedere gebruiker een dossier aan te leggen, waarin de nodige administratieve, psycho-pedagogische, medische en sociale gegevens worden opgenomen. De wet op de verwerking van persoonsgegevens (van 8 december 1992, zoals gewijzigd door de wet van 11 december 1998) is van toepassing op de verzameling en verwerking van deze gegevens. Het dossier is strikt vertrouwelijk en derden hebben er geen inzage in. Enkel leden van Charter 16 02 2015
7/15
het multidisciplinair team van het MFC en het campusnetwerk (zie 4.4.) waarin het centrum functioneert, hebben toegang tot het dossier. Al deze personen zijn door het gedeeld beroepsgeheim gebonden. Administratief personeel heeft toegang tot het administratief dossier. De gegevens worden verwerkt door en onder de verantwoordelijkheid van de diensten van de voorziening. Deze gegevens kunnen mits vrijwillige toestemming van de gebruiker of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden doorgegeven aan: - ouders, voogden en/of derden die instaan voor de betaling van facturen; - verwijzende instanties of instanties waarnaar gebruikers verwezen worden; - het VAPH. Wat de medische gegevens betreft kan de gebruiker, zijn/haar ouder of wettelijke vertegenwoordiger, mits een schriftelijk mandaat, een arts van zijn keuze aanduiden om de inhoud van zijn/haar dossier na te gaan. Uiteraard kan hij/zij steeds de behandelende arts consulteren om toelichting te krijgen omtrent de inhoud van zijn/haar dossier. 4.7. Mogelijkheid tot weigering van publicatie van foto’s en filmopnames Er kunnen regelmatig foto’s of filmopnames gemaakt worden in functie van intern (vorming,…),en extern gebruik (public relations). In het Protocol kan hiertegen bezwaar aangetekend worden. 4.8. Gedragsregels van het MFC Elke gebruiker wordt in kennis gebracht van de leefgroepsregels van het centrum en wordt geacht deze te respecteren. Indien dit niet gebeurt, zal door de begeleiding op gepaste wijze gehandeld worden. Ook kunnen er vrijheidsbeperkende maatregelen worden opgelegd. 4.9. Inzage in het kwaliteitshandboek Elke voorziening, gesubsidieerd door het VAPH, is verplicht zijn organisatorische werking te beschrijven in een kwaliteitshandboek. Dit document kan ten allen tijde digitaal geraadpleegd worden na een vraag aan de maatschappelijk assistent(e) of orthopedago(o)g(e). 5. De persoonlijke bijdrage in de kosten van de dienstverlening 5.1. Vaststelling van de persoonlijke bijdrage in de dagprijs De gebruiker of zijn/haar vertegenwoordiger zal de voorziening alle nodige gegevens omtrent de inkomsten van de gebruiker verschaffen teneinde een correcte vaststelling van de persoonlijke bijdrage in de dagprijs toe te laten. Deze gegevens worden in het Protocol opgenomen. De gebruiker of zijn/haar vertegenwoordiger zal de voorziening onmiddellijk van elke wijziging betreffende deze gegevens op de hoogte brengen. 5.2. De persoonlijke bijdrage De gebruiker moet een persoonlijke bijdrage betalen aan de voorziening. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bepaalt de grootte van die bijdrage. Deze bijdragen zijn gekoppeld aan de index en kunnen veranderen. Bij gebruik van de functie “verblijf” wordt de kas voor Kinderbijslag verwittigd. Vanaf de opname wordt dan een bedrag van 2/3 kinderbijslag rechtstreeks aan de voorziening gestort. Dit bedrag wordt beschouwd als een voorschot. De eventueel teveel betaalde kinderbijslag (storting van de kas voor kinderbijslag) verminderd met de bijdrage en extra kosten wordt teruggestort de eerste week van de maand die volgt op de facturatie. Bij een openstaande schuld t.o.v. de voorziening zal het tegoed vooreerst aangewend worden voor de aflossing hiervan. De bijdrage voor een dag in de functie “verblijf” (=overnachting en ontbijt) varieert tussen minimum € 4,89 en maximum € 11,41 (indexering 1/1/2013). De bijdrage voor een dag in de functie “dagopvang” bedraagt € 5,25 (indexering 1/1/2013). Charter 16 02 2015
8/15
De maximum bijdrage voor “verblijf” + “dagopvang” bedraagt € 16,66. Voor de momenten dat een gebruiker beroep doet op de functie “mobiele begeleiding” kan voor elke begeleiding buiten de campus een bijdrage worden gevraagd van € 5 (index 1/1/2013). Voor gebruikers die de leeftijd van 21 jaar bereiken wordt de bijdrage berekend volgens hun inkomsten (kinderbijslag, inkomensvervangende tegemoetkoming,...) met een maximale bijdrage van € 33,35 per dag voor verblijf, € 9,52 per dag voor dagopvang en € 5 voor een mobiele of ambulante begeleiding (indexering 1/1/2013). Uitzonderingen hierop komen voor onder punt 5.4. 5.3. Een afzonderlijke vergoeding zal gevraagd worden voor niet subsidieerbare kosten Volgende elementen zijn niet gedekt door de persoonlijke bijdrage in de dagprijs en geven aanleiding tot een afzonderlijke vergoeding : - zakgeld - kledij en schoeisel - vervoerskosten voor consultaties, ziekenhuisvervoer, ... - kosten voor individueel toewijsbare hulpmiddelen zoals witte stok, hoorapparaat, brillen, beugels tanden, computermateriaal,… - bijdrage voor vakanties, externe vorming en/of vrije tijdsbesteding - lidgelden verenigingen, abonnementen, … - incontinentiemateriaal (pampers) - niet recupereerbare kosten inzake medische, paramedische en farmaceutische begeleiding - remgeld op prestaties van een geneesheer, tandarts, therapeut, verpleegkundige die niet aan de voorziening verbonden is - opzettelijk aangerichte schade - andere, … Deze lijst is niet limitatief en kan steeds individueel en/of collectief aangepast worden. De individuele aanpassingen kunnen in de bijzondere voorwaarden van het Protocol vermeld worden. 5.4. De betalingsvoorwaarden De facturatie van deze kosten gebeurt maandelijks voor verblijf, dagopvang, dagbesteding en mobiele begeleiding. Op de factuur komt één of meerdere van volgende mogelijkheden voor: - Het bedrag van 2/3 kinderbijslag. (Indien het kind/de jongere minstens 6 dagen thuis verbleef en het bedrag van de 3/3 kinderbijslag verminderd met het aantal dagen thuis x €5,95, hoger ligt dan de 2/3 kinderbijslag en hoger dan de minimum bijdrage per maand); - Het bedrag van de 3/3 kinderbijslag verminderd met € 5,95/dag dat het kind thuis verbleef. (Indien dit bedrag lager ligt dan 2/3 kinderbijslag en hoger ligt dan de minimum bijdrage per maand); - De minimumbijdrage van € 4,89/aanwezigheidsdag bij verblijf; De maximumbijdrage van € 16,66/aanwezigheidsdag bij verblijf en dagopvang logeerfunctie en meestal bij verhoogde kinderbijslag; De maximumbijdrage van € 33,35/aanwezigheidsdag bij 21-jarigen; - Dagopvang aan € 5,25; Dagopvang bij 21-jarigen aan € 9,52. - Ambulante of mobiele begeleiding aan € 5/bezoek
De betalingen dienen uiterlijk te geschieden binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de factuurdatum. Vanaf dan zijn er van rechtswege en zonder voorafgaande aanmaning nalatigheidsinteresten verschuldigd ten belope van de wettelijke rentevoet.
Charter 16 02 2015
9/15
Indien er geen betaling volgt binnen de 14 dagen na ingebrekestelling, zal er bovendien een schadevergoeding verschuldigd zijn die overeenstemt met 10% van het verschuldigde bedrag met een minimum van € 12,50 aangerekend worden. Bij gebeurlijke geschillen zijn alleen de rechtbanken van de zetel van de vzw bevoegd. M.a.w. Indien de niet-betaling van de factuur aanleiding geeft tot gerechtelijke acties zijn de gerechtskosten bovenop de schadevergoeding.
6. Persoonlijke gelden en goederen Voor de gebruiker is er geen reden om duurzame persoonlijke goederen het MFC binnen te brengen, gezien de voorziening alle noodzakelijke middelen ter beschikking stelt (bv. meubilair/keukenuitrusting/…). Wenst een gebruiker dergelijke zaken toch mee te brengen, dan blijft hij hiervoor zelf verantwoordelijk. Van deze zaken wordt geen inventaris aangelegd. 7. Verzekeringen Het centrum heeft de nodige verzekeringen afgesloten in het belang van de werking en van de gebruikers De gebruiker of zijn wettelijk vertegenwoordiger kan steeds op eenvoudige vraag bij de logistiek directeur inzicht krijgen in de afgesloten verzekeringspolissen. - Verzekering arbeidsongevallen personeel: o polisnummer: 98.557.024 Verzekering Rechtsbijstand voertuigen vloot: o polisnummer: 988.626 Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en ongevallen permanente vrijwilligers: o FCI polisnummer 99.065.409 Verzekering Gemeen recht Sporadische vrijwilligers: o polisnummer: 822.206 Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid Uitbating en ongevallen: o polisnummer 99.577.177 Verzekering objectieve aansprakelijkheid gebouwen: o polisnummer: 99.551.777/074 Brandverzekering gebouwen en inboedel: o Verzekeringen: polisnummer A.275.252/008 Omniumverzekering Auto beroepsopdrachten: o polisnummer 28.967.379 Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en ongevallen: o polisnummer 99.505.850 Verzekering Beroepsaansprakelijkheid Geneesheer: o polisnummer 99.557.139 Verzekering af te sluiten door gebruiker Het centrum deelt mee aan de gebruiker dat het raadzaam is om de volgende verzekeringen af te sluiten: - Burgerlijke aansprakelijkheid gezin (voor weekends thuis, vakanties,…) - Hospitalisatie - Familiale verzekeringspolis Deze verzekering zal opzettelijk toegebrachte schade niet vergoeden, gezien zij dit enkel doet t.a.v. “derden”, wat het MFC niet is. Charter 16 02 2015
10/15
Nota: Beschadiging, verlies of diefstal van kostbare bezittingen van de gebruiker worden niet vergoed vanuit de verzekering van het MFC. Indien dit is gewenst dient de gebruiker hier dus zelf een verzekering voor af te sluiten. De gebruiker zal een kopie van deze polissen aan het MFC bezorgen en elke wijziging ervan meedelen. 8. Het Protocol van verblijf, behandeling of begeleiding Er wordt tussen de ouder of wettelijke vertegenwoordiger en de directie van de voorziening een “Protocol van verblijf, behandeling of begeleiding” opgemaakt (hierna "het Protocol" genoemd). Dit Protocol wordt gesloten vooraleer de voorziening de opvang, behandeling en/of begeleiding van het kind of de jongere start. In geval van dringende opvang wordt dit Protocol binnen de vijf dagen na de opname opgemaakt. Het algemene principe is dat er geen opname kan plaatsvinden zonder handtekening van de wettelijke vertegenwoordiger. Indien de vertegenwoordiger van kinderen/jongeren die door de jeugdrechter zijn geplaatst of door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg zijn verwezen weigert het Protocol te ondertekenen, zal de voorziening dit met opgave van de redenen opnemen in een register dat ter inzage is door het VAPH. De proefperiode Bij de aanvang van elke opname kan een proefperiode van maximum 6 maanden ingebouwd worden. De duur van de proefperiode wordt opgenomen in het Protocol. De beëindiging van de dienstverlening tijdens de proefperiode is aan volgende voorwaarden gebonden: - de opzegtermijn wordt in onderling overleg tussen de gebruiker en het centrum bepaald. - bij eenzijdige verbreking zonder gegronde reden is een opzegvergoeding van maximaal 7 keer het verschil tussen de wettelijk bepaalde volledige dagprijs en de verminderde dagprijs verschuldigd. - de opzeg kan gegeven worden om volgende redenen: o in geval van overmacht; o als de gebruiker niet meer beantwoordt aan de opnamevoorwaarden zoals bepaald in dit Charter; o als de lichamelijke of geestelijke toestand van de gebruiker dermate is dat het zorgaanbod van het centrum niet kan beantwoorden aan de noden en zorgvragen van de gebruiker; o als de gebruiker of zijn vertegenwoordiger de verplichtingen opgenomen in het Protocol en Charter niet nakomt. Beëindiging van de dienstverlening na de proefperiode De partijen kunnen schriftelijk de dienstverlening beëindigen o.a.: - bij onderling akkoord tussen het centrum en de gebruiker; - in geval van overmacht; - om redenen voortvloeiend uit een nieuwe beslissing tot tenlasteneming door de provinciale afdeling van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, op basis van het door dat Agentschap afgeleverde integratieprotocol of met betrekking tot de erkenning van het centrum; - wanneer het centrum niet meer kan beantwoorden aan de noden en zorgvragen van gebruiker ten gevolge van zijn/haar lichamelijke en/of geestelijke toestand of de wijziging ervan; Charter 16 02 2015
11/15
-
-
-
bij het niet nakomen door de gebruiker of zijn vertegenwoordiger van de verplichtingen die in dit Protocol en/of in het Charter zijn opgenomen ; wanneer de gebruiker niet ingaat op een dienstverleningsaanbod in de eigen dienstverleningsregio; wanneer geen consensus meer kan gevonden worden met betrekking tot de inhoud van de dienstverlening (zoals o.a. omschreven in het dienstverleningsplan); bij fundamentele verschillen in visie tussen de gebruiker of zijn vertegenwoordiger en het centrum met betrekking tot de missie en/of referentiekaders, visies en waarden waarbinnen de begeleiding gekaderd is; als de gebruiker of zijn vertegenwoordiger bedrieglijke gegevens heeft verstrekt over de verklaring op erewoord (vergoeding voor hulp van derden of ondersteuning door een voorziening); als de gebruiker of zijn vertegenwoordiger geen overeenkomst sluit met het agentschap als hij een vergoeding voor hulp van derden of ondersteuning door een voorziening heeft ontvangen, om die vergoeding voor de ondersteuning aan te wenden of de verplichtingen van die overeenkomst niet nakomt.
Het centrum motiveert schriftelijk het eenzijdig ontslag of beëindiging van de dienstverlening. Bij eenzijdige beëindiging van het Protocol door één van beide partijen, moet een opzeggingstermijn van drie maanden gerespecteerd worden, tenzij op dat ogenblik anders wordt overeengekomen. Als de gebruiker of het centrum de vastgelegde of overeengekomen opzegtermijn niet nakomt is een verbrekingsvergoeding verschuldigd die maximum 30 keer het verschil tussen de wettelijk bepaalde volledige dagprijs en de verminderde dagprijs kan bedragen. Wanneer de beëindiging uitgaat van de voorziening, zal de voorziening meewerken bij het zoeken naar een andere aangepaste voorziening, zonder daarom een andere oplossing te garanderen. 9. De organisatie van de collectieve inspraak van de gebruiker 9.1. Het lokaal adviescomité Voor het overleg in verband met de praktische bestuursaangelegenheden op het niveau van het tehuis en de dagdagelijkse problemen van de bewoners, wordt een lokaal adviescomité opgericht. Samenstelling Het lokaal adviescomité is als volgt samengesteld: - De directie van het MFC. - Eén of meerdere afgevaardigden van de gebruikersraad in het MFC.
Bevoegdheden - Een adviserende bevoegdheid m.b.t. plaatselijke bestuursaangelegenheden van het centrum. - Een adviserende bevoegdheid m.b.t. de behandeling van praktische aangelegenheden en individuele problemen van de gebruikers.
Praktische werking De praktische werking van het lokaal adviescomité omvat o.a. de volgende punten: - Het lokaal adviescomité vergadert in principe eenmaal per trimester. - De vergaderingen worden voorgezeten door de algemeen directeur of diens afgevaardigde. - Van elke vergadering wordt een verslag gemaakt.
9.2. De gebruikersraad Charter 16 02 2015
12/15
De oprichting Binnen het MFC wordt er één gebruikersraad opgericht. De gebruikersraad telt minimum drie leden.
Samenstelling - De leden van de gebruikersraad worden gekozen uit en door de gebruikers of hun vertegenwoordigers. (niet voorlopig bewindvoerder). - Het centrum staat in voor de organisatie van de verkiezingen, waarbij zij er inzonderheid over waakt dat elke stemgerechtigde verwittigd wordt en zich kandidaat kan stellen. - Het centrum organiseert de verkiezing in samenwerking met de uittredende gebruikersraad. - Elk lid wordt gekozen voor een hernieuwbare termijn van vier jaar. - De gebruikersraad duidt onder zijn leden een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris, een afgevaardigde voor de interne klachtencommissie en een afgevaardigde voor het centraal adviescomité aan.
Bevoegdheden Het centrum zal voorafgaand overleg plegen met de gebruikersraad inzake : - wijzigingen aan het Charter; - belangrijke wijzigingen in de algemene woon- en leefsituatie; - wijzigingen in het concept van het centrum. Het huishoudelijk reglement van de gebruikersraad werd als bijlage aan dit Charter toegevoegd en maakt er onlosmakelijk deel van uit.
10. De klachtenprocedure Definitie klacht Onder “klacht” verstaan we elke uiting van ernstig ongenoegen of ontevredenheid van een gebruiker of een persoon die namens hem/haar kan optreden over de dienstverlening, hetzij over een inhoudelijk aspect, hetzij betreffende de manier waarop de dienstverlening gebeurt. Dit ongenoegen kan schriftelijk of mondeling geuit worden en wordt als klacht geïnterpreteerd wanneer het ongenoegen voortvloeit uit een tekort in de organisatie of in de werking en niet uit een eenmalig voorval.
Werkwijze - De gebruiker wordt via het Charter op de hoogte gebracht van de wijze waarop klachten geformuleerd kunnen worden en afgehandeld worden. - Klachten kunnen ofwel mondeling waaronder we verstaan per telefoon, via direct contact of per e-mail, ofwel schriftelijk geformuleerd worden. - Iedere medewerker, directie en betrokkene van het MFC kan een klacht ontvangen. - Bij een mondelinge klacht zullen de klachten omtrent de dienstverlening bij voorkeur eerst besproken worden met de rechtstreeks betrokkenen om zo tot een oplossing trachten te komen. De verdere procedure betreffende een mondelinge klacht wordt uitgelegd in het stroomdiagram (cfr infra). Wordt een mondelinge klacht onmiddellijk afgehandeld, dan wordt deze niet geregistreerd. Wordt een mondelinge klacht doorgegeven aan de staf of is een onderzoek nodig dan wordt dit genoteerd en geregistreerd op een klachtenformulier. - Indien men er niet in slaagt tot een oplossing te komen of indien men de klacht niet met de rechtstreeks betrokkene kan/wenst te bespreken, wordt de klacht schriftelijk via een brief of via een bijlage bij een e-mail aan de algemeen directeur van het MFC geformuleerd. De verdere procedure betreffende een schriftelijke klacht wordt uitgelegd in het stroomdiagram (cfr infra).
Charter 16 02 2015
13/15
- Bij ontvangst van een schriftelijke klacht maakt de directie hiervan onmiddellijk melding in een daartoe bestemd klachtenregister. De directie zal, binnen de dertig dagen na het indienen van de klacht, aan de indiener schriftelijk meedelen welk gevolg aan de klacht wordt gegeven. - De klacht kan steeds ingetrokken worden. - Elke geregistreerde klacht (zowel mondeling als schriftelijk) wordt binnen de 30 dagen beantwoord. In geval van een schriftelijke klacht gebeurt de respons schriftelijk door de directie. - Indien dit antwoord de indiener geen voldoening schenkt, kan deze zich schriftelijk wenden tot de interne klachtencommissie, die bestaat uit: o een persoon aangeduid door de gebruikersraad of, bij ontstentenis, door de cliënten of hun vertegenwoordigers, mevrouw Griet Pitteljon, als vertegenwoordiger van de Inrichtende Macht. o Bij betwistingen over het ontslag van de gebruiker of het einde van de dienstverlening wordt de klachtencommissie uitgebreid met een onafhankelijke derde. De kostprijs van de bemiddeling middels deze derde zal door beide partijen voor de helft worden gedragen (voorziening en cliënt). - De onafhankelijke derde is een bemiddelaar, aangeduid voor 4 jaar in overleg met de gebruikers. Sinds 12/06/12 is de onafhankelijke derde Agnes Verbruggen, Scheldeweg 57, 9090 Melle (www.bemiddelingvzw.be). - Wordt deze bemiddelaar door één van beide partijen niet aanvaard, dan kan in overleg een andere bemiddelaar worden aangesteld. - De klachtencommissie behandelt de klacht, na alle betrokken partijen gehoord te hebben, en deelt, binnen de dertig dagen nadat zij gevat werd, haar oordeel over de gegrondheid van de klacht schriftelijk mee aan de indiener en aan de directie. Indien beide leden van de klachtencommissie het niet eens zijn over het uit te brengen oordeel, worden beide standpunten meegedeeld. - Indien de klachtencommissie de klacht gegrond verklaart, moet de directie binnen de dertig dagen na de melding hiervan, aan de indiener schriftelijk meedelen welk gevolg aan de klacht werd gegeven. - Indien de afhandeling van de klacht de indiener nog steeds geen voldoening schenkt, kan deze zich schriftelijk wenden tot de leidende ambtenaar van het Vlaams Agentschap, die nagaat of het internaat de reglementering naleeft. - Adres interne klachtencommissie Provincialaat der Broeders van Liefde TAV Interne klachtencommissie van het Koninklijk Instituut Woluwe - MFC Stropstraat 119 9000 Gent 11.
Wijziging van het Charter
Het centrum behoudt zich het recht voor dit Charter op elk ogenblik te kunnen wijzigen, wanneer zich hiervoor redenen aanbieden. De directie van het MFC maakt daartoe haar voorstel tot wijziging, eventueel met verklarend commentaar, over aan de voorzitter van de Gebruikersraad, met het verzoek dit te agenderen op de eerstvolgende vergadering van de Gebruikersraad om een advies te formuleren. Het advies van de gebruikersraad is niet bindend. Na voorlegging en advisering van de gebruikersraad bezorgt het centrum een aangepast exemplaar aan elke bewoner of zijn ouder/vertegenwoordiger. Deze wijzigingen hebben uitwerking ten vroegste 30 dagen na verzending ervan. Charter 16 02 2015
14/15
De volledige tekst van het gewijzigd Charter kan worden geraadpleegd op de website www.kiwoluwe.org.
Aldus opgemaakt te ........................................................ op ...... / ...... / ......, waarvan de gebruiker erkent één exemplaar ontvangen te hebben en het centrum beschikt over een bevestiging van ontvangst van en akkoord met het Charter.
(Voor) de gebruiker
Voor het MFC
Naam ouder of wettelijk vertegenwoordiger(s)
Algemeen directeur Piet Ketele
Handtekening minderjarige (+12j.): …………………………………………….…………………………………………………………………………………………………………………….
Charter 16 02 2015
15/15
