Chapter �
Nederlandse Samenva�ing
109
Chapter � Het immuunsysteem is het natuurlijke verdedigingsmechanisme van het menselijk lichaam en draagt onder andere zorg voor de afweer tegen infecties door lichaamsvreemde organismen zoals virussen en bacteriën. Wanneer het immuunsysteem in actie komt tegen een infectie wordt een ontstekingsreactie in gang gezet. Hoewel dit proces essentieel is voor de bescherming van het lichaam, kan deze ontstekingsreactie zelf ook schadelijk zijn en het omringende normale weefsel beschadigen. Om te voorkomen dat door een ontstekingsreactie de normale functie van vitale structuren zoals de hersenen, het oog en de testis (teelballen) in gevaar komt, is in deze structuren de immuunreactie onderdrukt. Dit zijn zogenaamde ‘immune-privileged sites’. Hetzelfde mechanisme zorgt ervoor dat tijdens de zwangerschap de foetus, die beschouwd kan worden als een lichaamsvreemd organisme, niet wordt aangevallen door het immuunsysteem. Naast de afweer tegen infecties speelt het immuunsysteem ook een grote rol bij kanker. Kanker ontstaat wanneer een normale, lichaamseigen cel ontregeld raakt en ongecontroleerd begint te groeien en te delen, waardoor een tumor wordt gevormd. Tijdens dit proces verandert het erfelijk materiaal in de tumorcellen en produceren de tumorcellen eiwi�en die de oorspronkelijke normale cel niet produceerde. Uiteindelijk zijn de tumorcellen zo sterk veranderd ten opzichte van de normale cel dat ze door het immuunsysteem als lichaamsvreemd worden gezien en een anti-tumor immuunreactie in gang wordt gezet. Tumorcellen kunnen zodanig ontregeld zijn dat ze continu blijven veranderen, ona�ankelijk van elkaar, zodat er binnen een tumor kleine verschillen ontstaan tussen de tumorcellen. De meeste van deze veranderingen zullen geen gevolgen hebben voor de anti-tumor immuunreactie en daarom zal het merendeel van de tumorcellen worden vernietigd door het immuunsysteem. Echter sommige veranderingen zullen ervoor zorgen dat de tumorcellen niet meer herkend of vernietigd kunnen worden door het immuunsysteem, of dat de tumorcellen op hun beurt stoffen produceren die de immuuncellen kunnen vernietigen. Deze veranderingen noemen we ‘immune escape’ mechanismen. Het kleine aantal tumorcellen dat deze veranderingen hebben ondergaan kan verder blijven groeien en delen, wat resulteert in een tumor die resistent is geworden tegen het immuunsysteem. Dit proces waarbij een tumor door interactie met het immuunsysteem ‘evolueert’ wordt ‘immunoediting’ genoemd. De tumoren die in dit proefschri� zijn onderzocht zijn ‘diffuus grootcellige B-cel lymfomen’ (DLBCL). Lymfomen zijn tumoren die zijn ontstaan uit ontregelde immuuncellen. Onder de noemer DLBCL valt een heterogene (gevarieerde) groep lymfomen, met onderling veel verschil in klinische aspecten zoals lokalisatie, patroon van uitzaaiing en prognose. De meeste bevinden zich in de lymfeklieren, dit zijn de nodale lymfomen. Anderen bevinden zich buiten de lymfeklieren, dit zijn de extranodale lymfomen. Deze komen voor op plaatsen als de huid, bo�en, longen, maag, hersenen en testis. De hersenen en testis zijn immune-privileged sites, en daarom worden DLBCL die hier voorkomen ook ‘immune-privileged site-geassocieerde’ lymfomen (IP-DLBCL) genoemd. Deze IP-DLBCL van de hersenen en testis hebben een aantal
110
Nederlandse Samenva�ing
HLA
De HLA ober Het HLA systeem is de ‘keuringsdienst van waren’ voor het menselijk lichaam. De HLA eiwitten fungeren hierbij als ‘obers’. Eiwitten (vissen) die zich in de cel (de keuken) bevinden worden door specifieke mechanismen (de koks) verwerkt tot kleinere fragmenten (vissticks). Vervolgens worden deze fragmenten gekoppeld aan een speciale groeve (het dienblad) in de HLA eiwitten (de obers). Deze HLA eiwitten gaan naar het oppervlak van de cel (de keuken uit) en presenteren de fragmenten aan de immuuncellen (de keuringsdienst) die zich in de omgeving (het restaurant) van de cel bevinden. Wanneer de fragmenten worden herkend als lichaamseigen (lekkere vissticks) zullen de immuuncellen geen actie ondernemen (een goede review). Wanneer er een bacterie of virus aanwezig is in de cel of wanneer een lymfoomcel een veranderd eiwit produceert (een rotte vis) wordt deze op dezelfde manier tot fragmenten verwerkt. De immuuncellen herkennen deze fragmenten als lichaamsvreemd (bedorven vissticks) en zullen vervolgens de geïnfecteerde cel of tumorcel vernietigen (de keuken sluiten), evenals de bacteriën die zich eventueel buiten de cel bevinden.
eigenschappen gemeen en onderscheiden zich hiermee van de overige DLBCL. Ze hebben een relatief slechte prognose terwijl uitzaaiingen zich vaak beperken tot de immune-privileged sites. Zo zaait een primair lymfoom van de testis vaak uit naar de hersenen. Een andere, zeer karakteristieke eigenschap van IP-DLBCL is het verlies van de productie van de human leukocyte antigen (HLA) eiwi�en, wat is geassocieerd met deleties (het verlies van chromosomaal materiaal) van chromosoom �p��.�. Dit is veel zeldzamer in de overige DLBCL. Het HLA systeem fungeert als de ‘keuringsdienst van waren’ van het lichaam, waarbij de HLA eiwi�en de ‘obers’ zijn (zie ‘De HLA ober’), die de veranderde, lichaamsvreemde eiwi�en uit de lymfoomcel presenteren aan het immuunsysteem zodat het immuunsysteem weet dat de cel moet worden vernietigd. Wanneer deze HLA eiwi�en niet meer door het lymfoom worden geproduceerd kunnen de vreemde eiwi�en ook niet meer aan het immuunsysteem worden gepresenteerd waardoor het lymfoom onopgemerkt blij�. Dit zou dus een immune escape mechanisme kunnen zijn voor IP-DLBCL. Chromosoom �p��.� is het gebied op chromosoom � waar de HLA genen liggen. Aangezien deze genen de ‘blauwdrukken’ voor de productie van de HLA eiwi�en vormen is de deletie van deze genen dus een mogelijke oorzaak voor het verlies van de eiwitproductie. Met het huidige onderzoek is geprobeerd meer opheldering te krijgen over de moleculaire achtergrond voor het specifieke biologische gedrag van IP-DLBCL. Ten eerste werd onderzocht welke rol het immuunsysteem speelt en wat het effect van HLA verlies hierop is. Dit is ook van belang voor de ontwikkeling van nieuwe therapieën. Een vaak gebruikte therapeu-
111
Chapter � tische strategie is om de anti-tumor immuunreactie op te wekken met medicijnen. Dit kan via verschillende routes en het is daarom van groot belang om te weten via welke routes het lymfoom de immuunreactie ontwijkt of remt, zodat de juiste route voor therapie gekozen kan worden. Ook werd gezocht naar verdere eigenschappen waarop IP-DLBCL zich onderscheidt van overige DLBCL. IP-DLBCL vallen in de huidige lymfoomclassificatie nog onder de grote groep DLBCL en worden ook in grote lijnen op dezelfde manier behandeld. Als er genoeg aanwijzingen zijn dat IP-DLBCL een aparte groep vormt zou ervoor gekozen kunnen worden om IP-DLBCL als aparte ziekte in de classificatie van lymfomen op te nemen. Dit zou vervolgens de weg kunnen vrijmaken voor een aangepaste behandelmethode die beter past bij het biologische karakter van IP-DLBCL en daardoor ook beter zou kunnen werken. In het onderzoek dat is beschreven in ��������� � werd de rol van de immuunreactie bij het gedrag van IP-DLBCL bestudeerd. Er is aangetoond dat de interactie tussen het lymfoom en het immuunsysteem inderdaad erg belangrijk is in DLBCL. Verlies van HLA productie in IP-DLBCL was geassocieerd met verlaagde productie van talloze andere moleculen met een functie in de immuunreactie. Bovendien was het aantal aanwezige immuuncellen lager bij de lymfomen met verlies van HLA productie. Samen duidt dit erop dat verlies van HLA productie een belangrijk immune escape mechanisme is in IP-DLBCL. Ook de veel voorkomende chromosomale afwijkingen (verlies van chromosomaal materiaal of de aanwezigheid van extra chromosomaal materiaal) hadden effect op moleculen die betrokken zijn bij de immuunreactie en bij de celdood (��������� �). Dit is opnieuw een aanwijzing dat regulatie van de anti-tumor immuunreactie erg belangrijk is in DLBCL. H�������� � rapporteert over een patiënt met een IP-DLBCL van de hersenen dat � jaar later uitsluitend is uitgezaaid naar de testis. Door de mutaties (veranderingen) in het IgH gen in de individuele lymfoomcellen te volgen werd duidelijk dat één van de lymfoomcellen van het DLBCL van de hersenen zich had losgemaakt en naar de testis was gemigreerd, waar deze was uitgegroeid tot het DLBCL van de testis. Bovendien liet het lymfoom progressief verlies van HLA productie zien. Naast de studie naar de rol van de immuunreactie werd ook onderzocht of er additionele karakteristieke eigenschappen bestaan die IP-DLBCL kunnen onderscheiden van de overige DLBCL. In een poging de heterogeniteit van DLBCL te verkleinen, zijn in de recente literatuur een aantal manieren onderzocht om DLBCL in subgroepen in te delen. In één van de belangrijkste onderzoeken worden DLBCL in twee subgroepen ingedeeld: ABC DLBCL en GCB DLBCL. Deze subgroepen zijn gebaseerd op de overeenkomst tussen de lymfoomcellen en verschillende soorten normale B cellen (geactiveerde B cellen, Activated B Cells en follikel centrum B cellen, Germinal Center B cells). Ze verschillen in moleculaire karakteristieken en de productie van specifieke eiwi�en. Ze hebben ook elk hun eigen karakteristieke chromosomale afwijkingen. Uit veel studies komt bovendien naar voren dat de prognose van ABC DLBCL slechter is dan die van GCB DLBCL. In ��������� � werd aangetoond dat IP-DLBCL
112
Nederlandse Samenva�ing van de testis bijna allemaal tot de ABC DLBCL behoren. Hiermee onderscheiden ze zich van de overige DLBCL, die ongeveer gelijk zijn verdeeld over de twee subgroepen. In hetzelfde hoofdstuk is beschreven dat het aantal mutaties in het IgH gen van IP-DLBCL veel hoger is dan het aantal dat bekend is in overige DLBCL. In ��������� � werd onderzocht of er voor IP-DLBCL ook karakteristieke chromosomale afwijkingen bestaan, zoals zijn beschreven voor ABC- en GCB DLBCL. Er werden een aantal afwijkingen gevonden die karakteristiek waren voor IP-DLBCL en voor nodale DLBCL, wat erop duidt dat IP-DLBCL zich onderscheiden van overige DLBCL. De vondst van afwijkingen die karakteristiek waren voor alleen IP-DLBCL van de hersenen en voor alleen IP-DLBCL van de testis betekent dat er toch nog enige heterogeniteit binnen IP-DLBCL bestaat. In de algemene discussie van het onderzoek (��������� �) werd voorgesteld om, op basis van de hiervoor besproken resultaten, IP-DLBCL de status van aparte subgroep binnen de DLBCL toe te kennen. Ook werd een model besproken dat probeert te verklaren hoe IP-DLBCL ontstaan en wat de rol van het immuunsysteem daarbij is. Dit model gaat uit van de observatie dat in IP-DLBCL zeer veel mutaties in het IgH gen gegenereerd worden, meer dan in andere DLBCL. De mutaties zorgen ervoor dat het geproduceerde eiwit door het immuunsysteem als lichaamsvreemd kan worden gezien en een anti-tumor (‘anti-idiotype’) immuunreactie kan veroorzaken. Daarom wordt dit eiwit ‘immunogeen’ genoemd. Hoe meer mutaties, hoe meer immunogeen het eiwit en hoe hoger de kans op een anti-tumor immuunreactie. Omdat IP-DLBCL zo veel mutaties hebben, worden ze zeer snel aangevallen door het immuunsysteem. De enige overlevingskans voor deze lymfomen is daarom in de immuneprivileged sites, waar het immuunsysteem is onderdrukt. Hierdoor kunnen deze lymfomen ongehinderd doorgroeien. Deze groei hee� echter na verloop van tijd een zodanig grote impact op de omgeving van het lymfoom dat de wankele balans die de onderdrukking van het immuunsysteem in stand houdt wordt verstoord. Hierdoor komt toch een immuunreactie op gang. Op dat moment begint het proces van immunoediting. Er zal een balans zijn tussen het immuunsysteem dat het lymfoom probeert op te ruimen en het lymfoom dat mechanismen aanwendt om te ontsnappen aan het immuunsysteem (zoals verlies van HLA productie). Lymfoomcellen die hier succesvol in zijn, zullen zo ongecontroleerd kunnen groeien en delen, met uiteindelijk als resultaat een lymfoom dat niet meer opgeruimd kan worden door het immuunsysteem. Concluderend toont dit onderzoek aan dat IP-DLBCL beschikken over specifieke moleculaire eigenschappen die waarschijnlijk aan de basis liggen van hun specifieke lokalisatie en biologisch gedrag. De interactie tussen het lymfoom en zijn omgeving is van grote invloed op de uiteindelijke karakteristieken van het IP-DLBCL. Deze bevindingen ondersteunen de classificatie van IP-DLBCL als aparte subgroep binnen de DLBCL.
113
114