CGJO Jaarthema 2014-2015
Inhoudsopgave Inleiding
2
Introductie thema KOM BIJ EEN
3
Ochtenddienst: Feest Exegese Ideeën voor de preek en de kerkdienst
4 10
Middag-/avonddienst: OMDENKEN Exegese Ideeën voor de preek en de kerkdienst
12 14
Liederen bij het thema KOM BIJ EEN
17
Gemeente brede activiteiten gericht op ontmoeting
18
Kleurplaten voor de jongste kinderen Kleurplaat ochtenddienst Kleurplaat middagdienst
21 22
Avonden voor tienerclubs en jongerengroepen Thema 1: KOM BIJ EEN Thema 2: OMDENKEN Thema 3: STYLE
24 25 25 25
CGJO Jaarthema 2014-2015
1
Inleiding Voor u ligt het complete pakket voor de startzondag op 14 september 2014. Net als vorig jaar bevat de map materiaal dat u kunt gebruiken in het voorbereiden van de twee kerkdiensten voor de startzondag en de activiteiten eromheen. In deze map vindt u, naast materiaal voor de inhoud van de diensten, enkele extra’s: twee kleurplaten om na de diensten mee te geven aan de kinderen. De platen zijn speciaal ontwikkeld voor deze themamap en verbeelden de bijbelteksten die centraal staan materiaal voor drie JV-avonden over het thema KOM BIJ EEN: OMDENKEN. De jongeren gaan verder met de praktische toepassing van het thema van de tweede dienst. Een lijst met tips voor gemeentebrede activiteiten Op onze website www.cgjo.nl kunt u het logo en de flyer downloaden. Ook de digitale versie van deze startmap is daar te vinden.
Vragen m.b.t. deze startmap kunt u stellen via
[email protected], of via het contactformulier op de website. We wensen u veel zegen toe bij de voorbereiding van deze zondag!
André van der Galiën Marjan Rozema Reinier Sanders Janneke Versluis
CGJO Jaarthema 2014-2015
2
Introductie thema KOM BIJ EEN Het thema voor de startzondag is KOM BIJ EEN. We zijn welkom bij de ene God. Door het geloof in Jezus Christus zijn we ook broers en zussen geworden. In het thema ‘KOM BIJ EEN’ belichten we beide aspecten: we KOMEN BIJ de ENE, namelijk GOD, en we doen dat samen want we komen BIJEEN. Hoe verschillend wij (jong en oud) ook zijn, onze God is dezelfde. Hij spreekt tot ons door één en dezelfde Bijbel. Als gelovige heb je een heel persoonlijke relatie met God. Tegelijk verbindt geloven je ook aan de christenen om je heen. We krijgen elkaar cadeau van God! Startzondag: veel activiteiten beginnen weer na deze zondag. Iedereen is terug van vakantie, het gewone leven vangt weer aan. Agenda’s lopen vol met kerkenraadsvergaderingen, catechisaties, clubs, cursussen. Aan het begin van al die activiteiten vieren we dat we bij God mogen komen en leren we elkaar te waarderen als geschenken die God ons geeft op onze geloofsweg. Het thema ‘KOM BIJ EEN’ is uitgewerkt in twee erediensten, waarbij de eerste wat meer gericht is op de kinderen en de tweede wat meer op de jongeren: Ochtenddienst Bijbeltekst: Handelingen 20:7-12 Thema: FEEST De gelovigen namen de tijd om bijeen te komen voor geloofsopbouw en om samen te eten. Het ging er anders aan toe dan bij onze kerkdiensten. Wat kunnen wij vandaag de dag leren van die eerste gemeenten? Middag-/avonddienst Bijbeltekst: 1 Timoteüs 4:12 Thema: OMDENKEN Paulus coacht de jonge kerkleider Timoteüs, die ondanks zijn leeftijd voor vol wordt aangezien. Hij krijgt tips voor zijn functioneren in de gemeente. Hoe kijkt de kerk tegenwoordig tegen jou als jongere aan? Hoe ziet God je?
KOM BIJ EEN: laten we naar elkaar kijken als cadeaus die we van onze Hemelse Vader hebben gekregen. Laten we echt contact met elkaar maken door ons leven en ons geloof met elkaar te delen. Laten we, jong en oud, eensgezind samenkomen rond het Woord (Handelingen 2:46!) en, toegerust door God en elkaar, licht verspreiden in deze wereld. Geloven in EEN God doe je SAMEN!
CGJO Jaarthema 2014-2015
3
Ochtenddienst: FEEST Exegese Handelingen 20:7-12 Hieronder vindt u exegetische opmerkingen bij het bijbelgedeelte voor de ochtenddienst. Eerst lopen we het gedeelte vers voor vers langs, daarna zijn er nog enkele opmerkingen over het gedeelte als geheel. Handelingen 20:7 Op de eerste dag van de week kwamen we bijeen voor het breken van het brood. Paulus, die van plan was om de volgende dag verder te reizen, hield een toespraak voor de leerlingen die tot midden in de nacht duurde. Troas (vers 6): . Troas is een havenstad in Mysië (Noord-West-Turkije), zo’n 200 km ten noorden van Efeze. Het 1 ligt aan de Egeïsche Zee. Paulus was hier al twee keer eerder geweest, op de heen- en terugreis van de zendingsreis naar Macedonië (16:6-11) en hier is blijkbaar een gemeente ontstaan We: Paulus is samen met enkele van zijn medewerkers (20:4-5). Eén van hen is Timoteüs (introductie in 16:13), die in de middagdienst centraal staat. Dit is de derde zendingsreis. Het doel is Jeruzalem, waar ze de opbrengst van de collecte zullen aanbieden. Vanwege de veiligheid moeten ze wel met meerdere mensen reizen. De eerste dag: Lucas volgt de Romeinse manier van dag en nacht benoemen, vgl: Hand. 2:15b het is immers pas het derde uur na zonsopgang. Hand. 3:1 Op een dag gingen Petrus en Johannes zoals gewoonlijk omstreeks het negende uur naar de tempel voor het namiddaggebed. Dan betreft het hier dus de zondagavond (op maandag) en niet de joodse telling (zaterdagavond op zondag). Zondag als eerste dag van de week: de dag na de sabbat, de dag des Heren, dwz de dag van de Opstanding, vgl: Mc 16:2 Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Mt 28:1 Na de sabbat, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, (…) Opb 1:10a Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering. De samenkomsten waren vóór of na werktijd. In dit geval dus op de avond. Dit is de eerste keer dat er sprake is van een dergelijke bijeenkomst op een zondag. Breken van het brood: dit is het doel van de samenkomst, de maaltijd van de Heer. Later in dit gedeelte (vers 11) wordt ook een gewone, gezamenlijke maaltijd genoemd. Zie ook: Hand. 2:42 Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed. Hand. 2:46 Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. 1Kor. 10:16 Maakt de beker waarvoor wij God loven en danken ons niet één met het bloed van Christus? Maakt het brood dat wij breken ons niet één met het lichaam van Christus? 1 Kor. 11:24 sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ Toespraak: ook te vertalen met ‘gesprek.’ Het was in ieder geval niet alleen een monoloog (preek) van Paulus maar meer een gesprek met opmerkingen en vragen van de leerlingen. De brieven aan de Galaten en 1 Korintiërs laten een schriftelijke variant van zo’n gesprek zien. Vragen worden beantwoord en Paulus gaat in op wat aan hem is geschreven. Vanwege het vertrek van Paulus neemt dit gesprek rond het Woord ongewoon veel tijd in beslag. Paulus kán ook vlotter afscheid nemen, zie Hand. 20:17-35. Hij is zo vol van het evangelie en wordt wellicht ook overstelpt met vragen van de gelovigen, dat de uren voorbij vliegen. Ook in Hand. 28:23 neemt hij de tijd voor het gesprek over het evangelie. Jezus zelf hield soms lange redes:
1
Kaart van alle zendingsreizen: http://scriptures.lds.org/nl/biblemaps/map13.jpg
CGJO Jaarthema 2014-2015
4
Mt. 15:32 Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij me en ze hebben niets meer te eten. Dit laat zien hoeveel kracht er in de woorden van Jezus en Paulus was, hoezeer Gods Geest de woorden zegende en tot de harten van de aanwezigen doordrong. Als de Heilige Geest niet aan het werk was door die woorden heen, zouden de mensen allang weggelopen of massaal in slaap gevallen zijn. Maar ze blijven want ze willen alles horen wat hier van God verkondigd wordt: woorden van Leven. De leerlingen: dit zijn niet alleen de mannen die met Paulus onderweg waren, maar de gemeenteleden die bijeen waren, gelovigen. Handelingen 20:8 We waren bijeengekomen in een bovenvertrek, waar veel olielampen brandden. We: Lucas als ooggetuige Bovenvertrek, olielampen: Hand. 1:13-14 Toen ze in de stad waren aangekomen, gingen ze naar het bovenvertrek waar ze verblijf hielden (…) 14 Vurig en eensgezind wijdden ze zich aan het gebed. Een bovenvertrek in een grote privéwoning of in een ander groot gebouw. Eigen kerkgebouwen waren nog niet voorhanden. Propvol mensen, wellicht de reden dat de jongeman in het venster zat. Door de vele olielampen zal de temperatuur hoog zijn geworden en de lucht niet al te fris meer. In slaap vallen in zo’n atmosfeer is dan niet zo raar, zeker na een lange werkdag. Men verdacht christenen wel van obscure praktijken tijdens hun bijeenkomsten. Wellicht dat er daarom zoveel lampen brandden, om geen praatjes te krijgen over (ook letterlijk) duistere praktijken. Handelingen 20:9 Een jongeman die Eutychus heette, zat in het venster en werd door slaap overmand toen Paulus maar doorging met zijn toespraak. Diep in slaap verzonken viel hij van de derde verdieping naar beneden; toen men hem optilde bleek hij dood te zijn. Jongeman: ‘pais’ betekent eigenlijk ‘kind.’ Zijn naam wordt genoemd, wat bijna nooit gebeurt bij wonderen. ‘Eutychus’ betekent gelukkige, fortuinlijke. Leeftijd: waarschijnlijk zo rond de 10-14 jaar al zijn er uitleggers die voor 18 kiezen. ‘Pais’ wordt ook wel voor ’slaaf’ gebruikt, maar of Eutychus een slaaf was, is niet met zekerheid zeggen. Wellicht heeft de jongen er een werkdag op zitten, gezien het feit dat hij in slaap valt. Dan zou hij inderdaad een slaaf kunnen zijn. Door slaap overmand: hij komt om te luisteren naar Paulus maar hij is zo moe dat hij in slaap valt. Als hij diep in slaap is, valt hij. Tussendoor heeft niemand hem wakker geschud om hem tot de orde te roepen. In slaap vallen werd blijkbaar geaccepteerd door de andere aanwezigen. Door de omstandigheden (tijdstip, warmte, lengte van de toespraak, gedane werkzaamheden) wint de slaap. Venster: een gat in de muur, breed genoeg om te zitten (goed om voor de zekerheid in de preek te benoemen zodat niemand aan een hedendaags raam met glas denkt…) Het ongeluk: Lucas vertelt zakelijk wat er gebeurde. Oorzaak van het in slaap vallen: lange gesprek van Paulus. Het ongeluk wordt alleen verteld vanwege het wonder wat erna komt. Nam die jongen geen enorm risico door in het venster te gaan zitten? Was er elders geen plek meer misschien? Die vragen blijven onbeantwoord. Lucas, die arts was, constateert dat de jongen dood is. e
Derde verdieping: begane grond is de eerste. Wij noemen dit dus 2 verdieping.
CGJO Jaarthema 2014-2015
5
Handelingen 20:10 Paulus ging naar beneden, ging op hem liggen, sloeg zijn armen om hem heen en zei: ‘Houd op met dat misbaar, want hij leeft!’ Paulus: doet denken aan wat Elia (1 Kon. 17:21vv) en Elisa (2 Kon. 4:34vv) doen. Paulus gaat ook op het dode lichaam liggen. Hij komt in daden gelijk te staan aan deze grote profeten. Zijn geloof in God die wonderen doet, is zo groot dat hij ervan overtuigd is dat ook deze jongen weer levend zal worden. Jezus wekte ook tot leven: Lc 7:11-15 (weduwe van Naïn); Lc 8:49-56 (Jaïrus’ dochter); Joh 11:38-44 (Lazarus). Petrus: Hand. 9:36-41 (Dorcas). Degenen die tot leven gewekt worden, zijn allen gelovigen. ‘Houd op’: vgl Jezus (‘Huil niet’) Lc 8:52 / Mc 5:39 Hij leeft: nadat Paulus heeft gehandeld, is de jongeman door een wonder weer tot leven gewekt. Paulus deelt dat wonder mee aan de omstanders. Letterlijk: zijn ziel is in hem. Dit is het laatste wonder dat van Paulus wordt doorgegeven. God heeft macht over leven en dood. De jongen is echt dood geweest, maar is weer teruggeroepen naar het aardse leven. Handelingen 20:11 Hij ging weer naar boven, brak het brood en at. Daarna onderhield hij zich nog lange tijd met de leerlingen, tot het aanbreken van de ochtend. Toen vertrok hij. Naar boven: Paulus gaat door waar hij mee bezig was (het gesprek bij de maaltijd) en vertrekt ’s ochtends zonder geslapen te hebben. Paulus richt de aandacht niet op zichzelf vanwege het wonder dat is gebeurd. Vgl 3:12 Toen Petrus dat zag, richtte hij het woord tot het volk: ‘Israëlieten, waarom bent u zo verbaasd en waarom staart u ons aan alsof het aan onze eigen kracht of vroomheid te danken is dat deze man weer kan lopen?’ Brak het brood: hier komen ze dus pas na middernacht aan toe. De rijken brengen genoeg voedsel mee om met z’n allen van te kunnen eten. De gelovigen komen samen rond het Woord en delen hun leven en hun eten met elkaar. Van de eerste gemeenten straalde eensgezindheid af, zodanig dat het de ongelovigen nieuwsgierig maakte. Ze deelden en droegen zorg voor elkaar in een samenleving waar dat niet normaal was. Tot het aanbreken van de ochtend: Paulus is zo begaan met de gemeente dat hij alle tijd die hij heeft, besteedt aan het bespreken van de boodschap van Jezus Christus. Hij vertrok: Paulus gaat alleen te voet naar het schip. Daar zal het reisgezelschap zich weer bij hem voegen. Een reden voor deze solowandeling wordt niet gegeven. Vgl 20:13 Handelingen 20:12 De leerlingen namen de jongeman, die weer tot leven was gekomen, met zich mee en voelden zich gesterkt door wat er was gebeurd. ‘ze voelden zich gesterkt.’ Het wonder gebeurt ter wille van het geloof van de aanwezigen. Letterlijk: niet een klein beetje gesterkt (litotes), dwz heel erg gesterkt. Namen de jongeman met zich mee: als God een wonder doet in je leven, verandert je leven drastisch. Hij gaat mee met het gevolg van Paulus, net als Timoteüs als jonge jongen al mee op reis ging om later zelfstandig de gemeentes te kunnen leiden. Opmerkingen bij de pericoop als geheel 1. In de evangeliën hebben de wonderverhalen meestal dit vaste verloop: situatieschets, bevelswoord, helingbrengende actie, de genezing, reactie van aanwezigen. In Handelingen neemt Lucas meer vrijheid in het weergeven (3:1-4:31 en 20:7-12) dan in zijn evangelie (waar hij meer aansluit bij de schrijf-/verteltraditie): wonder als aanleiding voor redevoering, reactie van aanwezigen. Hij maakt er meer een doorlopend verhaal van, waarbij hij eigen accenten legt: concrete samenkomst van de gemeente, de jongeman heeft een naam, de toedracht van het ongeluk wordt uitgelegd. Zo concreet en uitgebreid worden de wonderverhalen in de evangeliën niet weergegeven.
CGJO Jaarthema 2014-2015
6
2.
3.
Aansluiting bij wonderverhalen uit het Oude Testament om Paulus zo in de traditie van Israël te plaatsen. Deze geschiedenis biedt ons één van de vroegste getuigenissen over een christelijke viering op de zondag. Het Woord van God staat centraal, men viert het avondmaal en houdt een maaltijd met elkaar. Andere teksten spreken ook van gebeden, zingen, geld/goed inzamelen. Maaltijden – hier gaan we wat uitgebreider op in In dit gedeelte wordt het brood gebroken en los daarvan wordt een gezamenlijke maaltijd gehouden. Het breken van het brood – het avondmaal – is het doel van de bijeenkomst. Dat er ook gezamenlijk wordt gegeten, is natuurlijk heel praktisch. In het NT komen we dat veel vaker tegen. Elkaar ontmoeten bij een maaltijd is een bijzondere manier van het leven delen. De gezamenlijke maaltijd met de gemeente zijn we een beetje kwijtgeraakt. Omdat het ook voor ons in de gemeente een mooie manier van ontmoeting kan zijn, lichten we dit onderwerp er nog extra uit.
De gemeenten bestonden uit rijken, armen, vrijen, slaven, mannen, vrouwen, kinderen. Samen delen ging niet altijd goed. 1 Kor. 11: Paulus vermaant de gemeente dat zij de maaltijd van de HEER niet vieren. Ieder at wat hij zelf had meegebracht en zo werd wel heel duidelijk wie de armen waren. Blijkbaar is samen eten wel iets positiefs zolang er gedeeld wordt. Ieder neemt iets mee en van al het meegebracht mag iedereen eten. Betekenis van de bijbelse maaltijden - een wederkerige relatie van vriendschap of genegenheid. Zie Opb 3:20 “Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen en wij zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.” - een vriendschapsverbond sluiten. Bij de instelling van het Avondmaal zegt Jezus: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.’ Lucas 22:20 - men speelde op safe met wie er gast aan tafel mocht zijn: alleen familie, vrienden en mensen die een goede naam hadden. Nodigde je de verkeerde mensen uit dan bestond de kans dat er niemand kwam opdagen en je gezichtsverlies leed. Luc 14:15-24. - Een geslaagd etentje organiseren gaf de gastheer aanzien bij zijn vrienden en buurtgenoten. Het leven speelde zich veel meer op straat af, deuren stonden open, zodat iedereen kon zien wie de gasten waren. Jezus trekt zich niets aan van de ongeschreven wetten van de Israëlitische eetcultuur. Als Hij een keer uitgenodigd wordt voor een etentje door een vooraanstaande Farizeeër, neemt Hij tegenover zijn gastheer geen blad voor de mond: Lucas 14:12 ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden of uw rijke buren, in de verwachting dat zij u op hun beurt zullen uitnodigen om iets terug te doen. Wanneer u mensen ontvangt, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden.’ Door zijn optreden en zijn woorden viel Jezus in de toenmalige maaltijdcultuur helemaal uit de toon. Wat staat er in de bijbel over de maaltijden waarbij Jezus in het middelpunt staat? Hij at met tollenaars en zondaars In de evangeliën lezen we over verschillende maaltijden waar Jezus aanwezig was. Hij at met mensen die niet in tel waren, uitschot, zondaars, tolbeambten en hoeren. De vrome Joden namen aanstoot aan zijn gedrag: ‘die Nazarener ontvangt zondaars en eet met hen’ (Luc.15:2), ‘wat een veelvraat, wat een dronkaard, een vriend van tollenaars en zondaars’ (Mat.11:19). Als reactie hierop vertelt Jezus de gelijkenis van de verloren zoon. Door zijn etentjes en door zijn optreden en door zijn woorden wil Jezus laten zien wie God is als hemelse Vader. Hij at met zijn leerlingen het Pesachmaal en stelde het Heilig Avondmaal in Een uniek moment was de Pesachmaaltijd die Jezus met zijn leerlingen gebruikte. Dit was zijn afscheidsmaal. Als een gezinsvader nam Hij bij het begin van die maaltijd een brood, sprak er een dankgebed over uit, brak het en deelde het uit aan zijn leerlingen. Jezus zei: “Neemt, eet, dit is mijn lichaam.” Het totaal nieuwe voor de leerlingen was dat Jezus deze woorden over brood en wijn op zichzelf betrok. Het brood dat gebroken werd en de wijn die geschonken werd, dat is Hij
CGJO Jaarthema 2014-2015
7
zelf. Brood blijft brood en wijn blijft wijn. Maar Jezus is zelf daarin toch aanwezig in de Geest. Zo komt het Pesachmaal in het werk van Jezus tot zijn werkelijke betekenis. De Opgestane at met zijn leerlingen die van Hem als de opgestane zouden getuigen In de 40 dagen tussen de opstanding en de hemelvaart lezen we het volgende: De leerlingen raken overtuigd van de lichamelijke opstanding van de Heer: Lucas 24:30-31 Tijdens het breken van het brood en de zegenbede worden de ogen van de mannen uit Emmaüs geopend en herkennen zij Jezus Lucas 24:40-41 Jezus eet om zo de leerlingen te laten zien dat Hij echt lichamelijk is opgestaan en geen geestverschijning is De leerlingen worden voorbereid op hun getuigende taak als apostelen. Johannes 21:12-13 Jezus heeft vis en brood voor de leerlingen klaargemaakt. Eerst herkennen ze Hem niet. Tijdens het eten vertelt Hij hen over de taak die hen wacht. Ze moesten doorgeven: “Wij hebben met Hem gegeten en gedronken”. Willen jullie het nu nog niet geloven? (Hand.10:41). Dit zegt alles over onze toekomst. Hij is de Eersteling die verrezen is uit het dodenrijk en wij zullen delen in zijn hemelse lichamelijkheid. (Hand 26:23; 1 Kor 15:20) Als Bruidegom nodigt Hij ons uit voor het bruiloftsmaal Zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam (Openb.19:9). Ook aan deze maaltijd is Jezus de Gastheer. Maar nu is Hij de Bruidegom en wij zijn de bruidsgemeente. De dag van de bruiloft is nog niet aangebroken. Het wordt feest.
CGJO Jaarthema 2014-2015
8
Ideeën voor de preek en de kerkdienst Boodschap voor de morgendienst Voor deze startzondag ligt de focus op het bijeenzijn met de gelovigen. De essentie van gemeentezijn is dat God je aan elkaar gegeven heeft om samen Hem te volgen en te dienen. Aan het begin van het nieuwe seizoen is het goed om te beseffen hoe waardevol het is om met elkaar op weg te zijn, om eens met Gods ogen naar elkaar te kijken en om na te denken hoe we de contacten binnen de gemeente kunnen verdiepen. Het is een FEEST om elkaar te hebben, om er als gelovige niet alleen voor te staan. God geeft veel. Samen ontvangen we op de zondag toerusting voor het leven in deze seculieren maatschappij. We hebben elkaar nodig, omdat God dat zo bedacht heeft voor ons. De kerkdienst met als thema FEEST vindt ’s morgens op onze vrije zondag plaats. In de gelezen tekst komen de gelovigen op de zondagavond bijeen in een bovenvertrek waar het erg warm wordt en waar niet iedereen wakker kan blijven na zo’n lange werkdag. Ondanks deze niet ideale omstandigheden is het afgeladen vol. Paulus neemt heel veel tijd om over de evangelieboodschap te spreken met de gelovigen in Troas. Tijdens dit samenzijn vieren ze het avondmaal en gebruiken ze een gezamenlijke maaltijd. Geen leespreek U vindt hier geen leespreek, maar handvatten voor in het voorbereidingsproces. Ieder heeft een persoonlijke preekstijl en een specifieke gemeente voor zich. U kunt zelf het beste de vertaalslag maken naar de mensen uit uw kerk. Deze dienst is speciaal op kinderen gericht. Daarom is het goed om de boodschap te ondersteunen door zichtbaar te maken dat het feest is. Enkele ideeën: de kerkzaal kan versierd worden de zondag vóór startzondag kunt u vrolijke uitnodigingen uitdelen (gebruik hiervoor de flyer die voor dit thema gemaakt is. Downloadbaar op cgjo.nl) kleurplaat (die in deze map zit) na de dienst uitdelen. Oprollen, lintje eromheen, evt kaartje met bijbeltekst / ‘fijn dat je op het feest was’ aan het lintje doen plaatjes bij liederen en preek op de beamer laten zien liederen zingen die de kinderen goed kennen kinderen vragen om mee te helpen in de dienst: bijbellezen, collecteren, cadeaus uitpakken kinderen voorin laten zitten tijdens (een deel van) de dienst (evt zelf bij de kinderen gaan zitten) iets lekkers uitdelen tijdens de dienst of na de dienst kinderen vragen voor muzikale begeleiding cadeaus voorin de kerk leggen (zie preekschets) Filmpje bij Handelingen 2:39 Op Youtube staat een video die gemaakt is voor de conferentie ‘Rondom het kind.’ Zoek op de conferentietitel of op ‘Timotheus Uitpakken.’ Dit filmpje is bruikbaar tijdens de preek of op een ander moment in de dienst te vertonen, wel met enige toelichting. Hierin zijn spelende kinderen te zien terwijl er hoog op een stelling cadeaus liggen. Pas met de hulp van volwassenen zijn deze cadeaus voor de kinderen bereikbaar. ‘Want voor u is de belofte en voor uw kinderen.’ Handelingen 2:39. In dit filmpje zijn het duidelijk niet alleen maar ouders van kleine kinderen, maar allerlei volwassenen die helpen om de cadeaus (belofte) te pakken. Dit sluit aan bij het thema van deze dienst: juist samen vier je het feest van Gods genade. Kinderen zullen de boodschap niet uit dit filmpje kunnen halen. Combineer het filmpje met de cadeaus voorin de kerk of bied hen de boodschap op een andere manier op hun niveau aan.
CGJO Jaarthema 2014-2015
9
Mogelijke opbouw van de preek 1. Intro 2. Cadeau uitpakken: bijbel 3. Bijbelgedeelte lezen en uitleggen 4. Cadeau uitpakken – slinger met poppetjes 5. Toepassing naar eigen gemeente 6. Cadeau uitpakken – bv hartjessnoepjes
Preekschets 1. Intro In de inleiding wordt duidelijk waarom het feest is vandaag: samenkomen rondom de bijbel. Een voorbeeld voor een inleiding staat hieronder: Welkom op het feest! Wat fijn dat jullie allemaal gekomen zijn. Als het feest is, dan vieren we altijd iets. Als je jarig bent, is het feest. Als er twee mensen trouwen geven ze een feest. In de kerk vieren we Kerstfeest, Paasfeest en Pinksterfeest. Maar wat vieren we vandaag dan? Waarom is het vandaag feest? Hier voor in de kerk liggen een paar grote cadeaus. Zullen we die eens openmaken? Misschien ontdekken we dan waarom het feest is. Wie wil mij helpen met de cadeautjes openmaken? Cadeaus Kinderen zijn ermee geholpen om iets zichtbaar, tastbaar te hebben bij de boodschap van de dienst. Grote cadeaus voorin de kerk maakt nieuwsgierig, waardoor er aandachtig geluisterd wordt. Ook is het fijn als de preek in enkele kleinere delen opgedeeld is, dan is de kans groter dat de kinderen ‘bij de les’ blijven met hun gedachten. Neem een paar grote dozen, beplak ze met cadeaupapier, doe er een grote strik omheen van mooi lint. Cadeau 1: Bijbel. God houdt van je Cadeau 2: Slinger met poppetjes. Je hoeft niet alleen te geloven. Kijk maar om je heen in de kerk, al die mensen horen ook bij Mij! Cadeau 3: iets om uit te delen, hartjessnoepjes bijvoorbeeld 2. Uitpakken eerste cadeau In dit cadeau zit een grote bijbel. In die bijbel een grote kaart met erop: ‘God houdt van jou.’ (bewust ‘jou’ en niet ‘jullie’) Eerst wordt de persoonlijke relatie met God benadrukt. Jij gelooft in God, en dat je kunt geloven is een groot cadeau. Maar als je nou een heel mooi cadeau hebt gekregen, en je wilt het helemaal voor jezelf alleen houden, dan is dat helemaal niet gezellig. Dan voel je je wel erg alleen, hoe mooi het cadeau ook is. Dan is het toch niet echt feest. Als je jarig bent en je krijgt een voetbal, een spel of knutselspullen, ga je dan de rest van de dag in je eentje op je kamer zitten met je cadeau? Of vraag je je vriendjes en familie om met jou mee te spelen met je cadeau? Uit deze bijbel mag nu de tekst gelezen worden. Voor de preek: de bijbel is door God aan ons als cadeau gegeven. Door erin te lezen, leren we God kennen. We komen naar de kerk om te zingen voor God en om over Hem te leren. We zitten met heel veel mensen bij elkaar, jonge mensen en oude mensen, die allemaal dezelfde Vader hebben. Dat is de Here God in de hemel. Dus of je nou 85 bent of 5, je hebt dezelfde Vader. En als je dezelfde Vader hebt, dan ben je broertjes en zusjes. 3. Bijbelgedeelte uitleggen Christen-zijn doe je samen, want God geeft broers en zussen. In Handelingen 20 komen de christenen op zondagavond bij elkaar. Ze luisteren naar de uitleg die Paulus geeft over Jezus Christus. Ze vieren samen avondmaal en ze eten met elkaar. Er staat niet bij of ze zongen, collecteerden of beden, maar dat waren ook dingen die wel gebeurden als christenen bijeen waren. Ze deelden het leven omdat ze aangeraakt waren door dezelfde God. In dit stuk van de preek kunt u dicht bij de tekst blijven en voor de kinderen de geschiedenis beeldend te vertellen. Voor deze dienst ligt de nadruk vooral op het feit dat de gemeente eensgezind bijeen
CGJO Jaarthema 2014-2015
10
kwam, de tijd nam, samen at, gezegend werd toen er een vreselijk ongeluk gebeurde, de kracht die zij ontvangen, de vreugde omdat Paulus zoveel kan vertellen van Jezus Christus. Opvallend dat Paulus na het wonder niet zegt: ‘nou is er zoveel gebeurd, en het is al zo laat, ga allemaal maar lekker naar huis.’ Juist door wat er in hun midden is gebeurd, willen ze nog meer van God horen. Gods Geest werkte krachtig in Paulus én in de toehoorders. 4. Uitpakken tweede cadeau Dit cadeau verbeeldt de gemeente. Bijvoorbeeld een slinger met poppetjes. God heeft ons elkaar gegeven, zodat we niet in ons eentje hoeven te geloven, maar samen kerk zijn. De slinger kan voorin de kerk opgehangen worden. Een andere mogelijkheid is een gemeentegids in de doos stoppen, en na het uitpakken de gids opendoen en wat namen/verjaardagen oplezen zodat het voor de kinderen duidelijk is wat die gids is. Uitleggen dat God bedacht heeft dat christenen op zondag bij elkaar komen en niet allemaal thuis hun bijbeltje gaan lezen. 5. Toepassing naar eigen gemeente Ten eerste geeft God je de bijbel zodat je kunt geloven, en ten tweede geeft Hij veel mensen om je heen die ook geloven. Je kunt elkaar helpen: als je dingen niet snapt van God, of voor elkaar bidden als je verdrietig bent of ziek, je kunt elkaar ook helpen door te vertellen hoeveel je van God houdt en wat Hij voor jou heeft gedaan. Je kunt elkaar ook terechtwijzen. Als je ziet dat iemand die wel gelooft, toch dingen doet die niet passen bij God, dan heb je de opdracht om daar met diegene over te praten. In deze maatschappij zijn christenen in de minderheid. De meeste kinderen en jongeren zullen op school niet veel medechristenen ontmoeten. Wat waardevol is het dan dat je de gemeente hebt. God heeft het zo bedacht. Hoe kunnen wij elkaar helpen met geloven? Hoe kunnen we elkaar beter leren kennen? Hoe kan het in deze specifieke gemeente steeds meer een feest worden om samen te komen? Hier kunt u benoemen wat er voor mooie dingen gebeuren. Misschien kunnen enkele gemeenteleden vertellen wat ze fijn vinden aan het gemeenteleven, hoe ze ervaren dat God de gemeente bouwt. Ook is het goed om aandacht te hebben voor dingen die niet goed gaan. Hoe kunnen oud en jong elkaar meer gaan ontmoeten en waarderen? Wat is ervoor nodig om een goed geestelijk klimaat in de gemeente te hebben en niet te verzanden in gemopper over kleine dingen? Wat zou er moeten veranderen voordat mensen van buitenaf nieuwsgierig worden naar de God die deze mensen zo heeft aangeraakt? Als er na de dienst koffiedrinken is, kunt u enkele gespreksvragen op de beamer laten zien. Die vragen kunnen dan tijdens het koffiedrinken een starter zijn om door te praten over deze dienst. 6. Uitpakken derde cadeau Hierin zitten mandjes/bakjes met hartvormige snoepjes. Deze snoepjes kunnen hier aan het eind van de preek of bij de uitgang van de kerk worden uitgedeeld. Dit verbeeldt dat God ons liefde geeft die wij ook weer door mogen geven, aan elkaar en aan mensen buiten de gemeente. Laat kinderen deze snoepjes uitdelen. Als iemand een feest geeft, neem je cadeaus mee. Nu komen we bij God op het feest, de eredienst, en geeft Hij ons zoveel. Daarom is het goed om de kinderen in ieder geval iets tastbaars in handen te geven om te benadrukken dat God de gever is.
CGJO Jaarthema 2014-2015
11
Middagdienst: OMDENKEN Exegetische opmerkingen bij 1 Timoteüs 4:12-14 Bruikbaar bij de voorbereiding van de middag-/avonddienst en de JV-avonden 1 Timoteüs 4:6-16 als bijbellezing in de dienst 1 Timoteüs 4:12 Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. Jeugdige leeftijd: Timoteüs is ambtsdrager, was waarschijnlijk tussen de 30 en 35 jaar, wat als erg jong werd gezien om als leraar op te treden. 1 Kor. 16:10-11a Timoteüs mag niet toestaan dat zijn leeftijd invloed heeft op zijn leidinggevend functioneren in de gemeente. Ook al zal er kritiek op zijn leeftijd zijn geweest, Timoteüs moet in leer en leven voor de gelovigen een voorbeeld zijn om hen zo voor zich en dus voor de boodschap te winnen. Blijkbaar vindt hij zichzelf ook erg jong voor zijn taak, aangezien Paulus dit zo benadrukt. Hij krijgt daarbij een serieuze opdracht mee. Paulus zegt niet: ze mogen niet zeuren over je leeftijd, punt. De kritiek van anderen is ongegrond, maar hij mag zich zelf ook niet verschuilen achter zijn leeftijd. Paulus ziet Timoteüs voor vol aan en behandelt hem ook zo. Als hij in praktijk brengt wat hij anderen leert, krijgen zijn woorden gezag. In wat je zegt: de prediking en vermaning; 2 Tim. 1:9-10 2 Tim. 3:14-17 2 Tim. 4:2-3
In levenswijze: 1 Tim. 4:8 1 Tim. 5:24-25 2 Tim. 2:5 2 Tim. 3:2-5
in liefde: het welzijn van de gemeente voorop, 1 Kor. 8:1 1 Tim 2:1 1 Tim 5:1-2 1 Tim. 3
in geloof: geloofskracht en geloofswerken; 1 Tim 1:14-15 en 17 2 Tim. 1: 2 Tim. 3:14-15 2 Tim. 1:7-8
in zuiverheid: zuiverheid van gedrag. 1 Tim. 1:5 1 Tim. 6:11-12 2 Tim. 2:22-26 1 Timoteüs 4:13 In afwachting van mijn komst moet je je toeleggen op het voorlezen uit de Schrift, op de prediking en het onderricht. Voorlezen: tijdens de samenkomst van de gemeente voorlezen uit het OT en de delen van het NT die al in omloop waren. De verantwoordelijkheid voor het voorlezen uit de Schrift en het leren ligt bij Timoteüs. Luc. 4:20-21 Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. 21 Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’ Hand. 13:15 Na de voorlezing uit de Wet en de Profeten werd hun namens de leiders van de synagoge gezegd: ‘Broeders, als u voor de mensen een bemoedigend woord hebt, ga dan uw gang.’ 2 Kor 3:14 Hun denken verstarde, en dezelfde sluier ligt tot op de dag van vandaag over het oude verbond wanneer het voorgelezen wordt. Hij wordt alleen in Christus weggenomen.
CGJO Jaarthema 2014-2015
12
Ook apostolische teksten: 1 Tess. 5:27 In de naam van de Heer verzoek ik u dringend deze brief voor te lezen aan alle broeders en zusters. Opb. 1:3 Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat hier gezegd wordt. Want de tijd is nabij. Prediking: niet puur de tekst uitleggen maar alles wat tot opbouw kon dienen, praktischer. Het uitleggen met het oog op Christus en de toepassing daarvan op het heden, vgl. - Rom. 15:4 Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen.; - 2 Tim. 3:16-17 Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, 17 zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust. - Onderricht: Luc 4:20vv aansluitend bij de lezing in de synagoge. Hard nodig tegen de dwaalleer. 1 Timoteüs 4:14 Veronachtzaam de genade die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken. Genade: genadegave, charisma, gave van de Heilige Geest Timoteüs moet zich ervan bewust zijn, dat God hem de Heilige Geest heeft gegeven om zijn taak uit te kunnen voeren. Zo ontvangt hij de geestelijke toerusting die hij nodig heeft om zelf geestelijk leiding te kunnen geven. ‘Genade’ wordt hier niet verder uitgewerkt, Paulus noemt geen specifieke genadegave, het algemene werk van de Geest. Door hem heen is God aan het werk, en in God moet hij vertrouwen hebben en dus in zijn eigen functioneren. Wie gaven bezit, kan door de gemeente geroepen worden tot het ambt. Profetische woorden: het aanwijzen voor een bepaalde dienst, hier door middel van de gemeente. Niet puur een persoonlijk roepingsbesef maar een spreken van de gemeente. Vgl: Hand. 1:23-24 Daarna baden ze als volgt: ‘U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze beide mannen degene aan die u gekozen hebt 25 om als apostel zijn dienende taak te verrichten en de plaats in te nemen van Judas, die zijn ondergang tegemoet is gegaan.’ Hand. 6:3 Kies daarom, broeders en zusters, uit uw midden zeven wijze mannen die goed bekendstaan en vervuld zijn van de heilige Geest. 1 Tim. 1:18 Timoteüs, mijn kind, ik vertrouw je deze opdracht toe op grond van de profetische woorden die destijds over jou zijn uitgesproken. Laten die je tot steun zijn in de goede strijd die je, 19 toegerust met geloof en een zuiver geweten, moet voeren. Handoplegging: Toen Paulus vertrok, wilde de gemeente Timoteüs blijkbaar houden, en is hij d.m.v. gezamenlijke handoplegging door de oudsten aangesteld als ambtsdrager. Welke functie wordt niet genoemd, aan de taken te zien is hij voorganger. Paulus was erbij, vgl. 2 Tim 1:6. Het was een teken van de belofte van de Geest. Dat was een plechtig, zichtbaar moment van de door God verleende volmacht. Voor de uitoefening van zijn dienst mag hij delen in de door Christus aan de gemeente toegezegde geestelijke gaven. Handoplegging kwam voor bij ziekengenezing (Mc 5:23), kinderzegening (Mt 19:13vv), gave van de Geest na de doop (Hand 8:17vv), aanvang van het ambtswerk (Hand 6:6; 13:2; 2 Tim 1:6; 1 Tim 5:22). Wie de handen opleggen, zijn vertegenwoordigers van de door Christus met zijn gaven begiftigde gemeente (Rom 12:1; 1 Kor 12; Ef 4).
CGJO Jaarthema 2014-2015
13
Ideeën voor de preek en de kerkdienst Preekschets en ideeën voor de kerkdienst Hieronder vindt u materiaal, tips, ideeën en stukjes voorbeeldpreek die bruikbaar zijn bij het voorbereiden van gehele jeugddienst op startzondag. Gebruik de elementen die passen bij uw gemeente en bij uw manier van preken. Een hippe dienst voor jongeren ontwikkelen, is geen doel op zich. Het doel van deze jeugddienst is het verbinden van de verschillende generaties gelovigen rond het woord van God. Voor jongeren is het fijn als de vormen in de dienst wat meer bij hun belevingswereld aansluiten dan gebruikelijk. Maar als de ouderen dan vertwijfeld de kerk verlaten na de dienst, is de gemeente als geheel niet opgebouwd. Omdat we in dit startthema het belang van het gemeente-zijn onderstrepen, vindt u in het materiaal hieronder ook ideeën om juist de oudere leden bij deze jeugddienst en de voorbereiding ervan te betrekken. Het thema van deze dienst is ‘OMDENKEN.’ Omdenken: een probleem als een mogelijkheid gaan zien, iets totaal anders gaan benaderen dan ‘normaal,’ verrassend anders tegen de werkelijkheid aankijken, ‘ja-en’ ipv ‘ja-maar’, out of the box-denken. De term ‘omdenken’ past goed bij de tekst 1 Timoteüs 4:12. Paulus zegt iets heel verrassends over de jongere: ‘men moet jou serieus nemen, jijzelf voorop. Wees een voorbeeld!’ Wij zouden eerder verwachten dat hij zei: houd je maar een beetje koest, jouw tijd komt later nog wel. Voorbereiding Vraag gemeenteleden, zowel jong als oud, om mee te werken aan de voorbereiding van deze dienst. Zo ontstaat er alvast een voorgesprek over dit onderwerp. Werkvormen voor in de dienst: een paar ideeën Stel een paar vragen en laat steeds enkele gemeenteleden hun antwoord geven. Doel: iedereen scherp krijgen voor de boodschap. Mag dus best prikkelend zijn. Waarom heb je een gemeente nodig? Hoe zou u/jij deze gemeente in één woord typeren? Hebt u in de dienst wel eens last van jongeren? Zo ja, waarvan dan? (mobieltjes, gefluister, niet stil kunnen zitten, dat ze andere liederen/band willen, te laat komen) Wat vindt u positief aan de jongeren in deze gemeente? Wat vind jij positief in de oudere mensen in deze gemeente? I.p.v. gewone schriftlezing: oudere man (‘Paulus’) aan een tafeltje laten zitten, al schrijvend en voorlezend wat hij schrijft. Evt. wat in eigen bewoordingen of hier en daar wat toegelicht wat hij schrijft Deze zinnen laten afmaken, mondeling of op een papiertje (kan na de morgendienst worden uitgedeeld om bij e de 2 dienst weer mee te nemen: ‘Als ik aan de jongeren in deze gemeente denk, denk ik aan …’ en ‘Als ik aan de ouderen in deze gemeente denk, denk ik aan …’ Antwoorden op de beamer laten verschijnen (er zijn vast jongeren die dit ter plekke willen uittypen) Vraag enkele jongeren om voorafgaand aan deze dienst bij een oudere uit de gemeente op bezoek te gaan en een gesprek te hebben over hun geloof en hoe dat in hun leven ontwikkeld is. Bedoeling is dat de jongeren leren van de ouderen. Geef een verslag van deze gesprekken een plaats in de dienst (of evt. in het contactblad). Wanneer er veel Opwekkingsliederen worden gezongen, kies dan bewust ook een lied uit Johan de Heer of een Psalm OB erbij. We are one. Zoek naar liederen uit verschillende genres maar met dezelfde boodschap (bv een psalm: OB en uit Opwekking) doel: illustreren dat we dezelfde God aanbidden, ook al hebben we verschillende muzieksmaken. Voorbeeld: Psalm 51 = Opw 624, Psalm 84 = Opw 715, Psalm 96/97 = Opw 586 of 661 , Psalm 104 = Opw 671, Psalm 121 = Opw 542, 634 of 640, Psalm 131 = Opw 641,Psalm 145 = Opw 684 Vraag een oudere en een jongere om een deel van het gebed voor hun rekening te houden. Laat de jongere danken en bidden voor de ouderen en de oudere voor de jongeren. Hieronder staan 3 anekdotes. Een groepje jongeren kan een filmpje van één daarvan maken met 2 verschillende uitkomsten: degene hieronder volgens het ‘gewone denken’ en die waar de oudere ‘omdenkt’ en totaal anders reageert.
CGJO Jaarthema 2014-2015
14
Jongerendienst, middag/avond: Timoteüs Vraag n.a.v. de schriftlezing: wanneer tel je als jongere helemaal mee in de gemeente? Als je je behoorlijk gedraagt? Braaf naar catechisatie/JV gaat? Belijdenis hebt gedaan? Twee keer naar de kerk gaat? Enkele (waargebeurde) anekdotes bij deze vraag: Een meisje van 16 deed belijdenis en gaf een getuigenis van wat God in haar leven had gedaan. Opmerking van 70-+’er bij het uitgaan van de kerk: ik vind het niet goed dat ze nu al belijdenis mag doen. In mijn tijd deed je dat met 18. Geen jaar eerder of later(!). Wat weet dat kind nou helemaal? Ze is nog niet eens volwassen. Muziekgroep speelt de liederen nog een keer voorfgaand aan de dienst. Een oudere vrouw komt binnen en roept: ‘Wat een vreselijke herrie! Jullie moeten je schamen dat je dit in de kerk ten gehore durft te brengen!’ (ooit een jongere dat tegen de organist horen zeggen of tegen de dominee die de liederen had gekozen ?) ‘Die jongen van familie X zie je ook nooit meer in de kerk! Studeren en hup, afgehaakt hoor. Ik heb altijd al gedacht dat het niks werd met hem.’ (jongen is vanwege relatie en christelijke studentenvereniging maar 2 zondagen per maand in zijn thuisgemeente) Hierboven gaat het vooral om de houding van anderen tegenover jongeren. Wat vinden zij van de jeugd? Het antwoord dat Paulus geef, is: ‘wees een voorbeeld.’ Dus niet: anderen mogen niet zo stom doen, maar: zorg dat jij je zo gedraagt, dat je een voorbeeld bent en anderen daarmee dient. Niet: ‘zij moeten mij serieus nemen,’ wel: ‘ik neem mezelf serieus’ ‘Zondag 53’ (deze ‘zondag’ kan op kaartjes geprint worden om na de dienst uit te delen) Vraag: wat vraagt God van een jongere in de gemeente? Antwoord: dat hij zichzelf serieus neemt, dat hij niemand toestaat gering van hem te denken, maar dat hij een voorbeeld is voor anderen in geloof, liefde, levenswijze, in wat hij zegt en in zuiverheid. Preekschets Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt Een stok om ouderen mee te slaan? Niemand mag op je neerkijken omdat je jong bent. Echt zo’n tekst waar anderen (ouderen) eens even bij bepaald moeten worden. Hoezo zijn wij jongeren irritant? Je mag niet op ons neerkijken hoor! Zo, even dat je het weet. Maar gaat het over in deze tekst? Paulus schrijft dit aan Timoteüs. Toen Timoteüs ongeveer 15 was, heeft Paulus hem mee op zendingsreis genomen. Hij woonde nog bij zijn ouders, het viel op dat hij serieus geloofde en hij is met Paulus de toen bekende wereld over gereisd om te vertellen van Jezus. Hij heeft zelfs even gevangen gezeten. Blijkbaar was zijn geloof Timoteüs veel waard. Hij had thuis kunnen blijven, een opleiding doen, carrière maken, een gezin stichten. Heel gewoon en gelukkig volwassen worden. In plaats van de gemakkelijke weg, kiest Timoteüs voor onzekerheid, een hoop pijn en een hoop stress. Na ongeveer een jaar of 15/20 wordt Timoteüs leider van de gemeente in Efeze. Het was een bekende stad waar veel wegen en dus veel handelaars bij elkaar kwamen. Je zou het kunnen vergelijken met bijvoorbeeld Utrecht. Niet de allergrootste stad, maar wel één van de belangrijkste. Hij is ongeveer 30, voor een kerkelijk leider nog steeds behoorlijk jong. Dat vonden de gemeenteleden en dat vond Timoteüs zelf eigenlijk ook wel. En al die meningen over de leeftijd van Timoteüs maakten zijn werk er niet makkelijker op. Hij wist niet goed hoe hij leiding moest geven aan de oudere, wijze mensen in zijn kerk die hem maar een broekie vonden. En die ouderen waren er ook niet heel goed in om de leiding van zo’n jonkie te accepteren. En dan schrijft Paulus hem. Paulus houdt van Timoteüs zoals hij van een eigen zoon zou houden. Hij noemt hem ook zijn ‘kind in het geloof.’ Ze kennen elkaar door en door, na al die jaren samen in de zending. Paulus weet dat Timoteüs met God leeft en Jezus dient in alles in zijn leven. En als geestelijk vader schrijft hij de jonge voorganger twee brieven.
CGJO Jaarthema 2014-2015
15
De brieven Paulus gaat meteen de diepte in. Hij spreekt Timoteüs aan als zijn “waarachtig kind in het geloof.” Hij kent Timoteüs door en door, heeft hem zien groeien van tiener tot man. Je merkt gewoon dat hij als een vader om hem geeft. Het zijn persoonlijke brieven met veel tips en aanwijzingen die voor ons nog net zo bruikbaar zijn als toen voor Timoteüs. Als je de bijbel soms vaag en saai vindt, lees dan deze twee brieven eens. Als je van de week een keer de tijd hebt, lees ze dan eens. Paulus schrijft over dingen die op dat moment spelen in de gemeente van Timoteüs. Tussendoor voorziet hij Timoteüs, en dus ons ook, van praktische adviezen. Zo krijgen we via Timoteüs de tip om ons geloof te trainen, zodat het steeds beter wordt. Sporten en je lichaam goed houden is prima, maar je geloof en je geest gezond houden is veel belangrijker. ‘Timoteüs, sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt.’ Durf maar, jongen, je hebt de gaven om je taak goed uit te voeren. God is met je, Hij leidt je en heeft je op deze plek neergezet. Voer je taak uit vanuit de kracht van God. En ga met de hulp van God je gemeente tegemoet. Ook als er soms lastige mensen bij zitten. Leef met God, en geef zijn boodschap door. Praat mensen niet naar de mond maar wees authentiek in wie je bent en in wat je van God getuigt. En nu jij, hier in de kerk. Voel jij je volwaardig lid van deze gemeente? Hoor je er echt bij, vind je? Hoe denken de ouderen uit de gemeente over jou? Zijn ze blij om je te zien op zondag? En hoe kijk je zelf naar de oudere leden van de gemeente eigenlijk? Wat hebben jullie met elkaar? Niks? Paulus schrijft niet aan Timoteüs: Jongen, de jeugd heeft de toekomst, de ouderen moet je lekker laten kletsen, in hun sop gaar laten koken, en ga gewoon je eigen gang want jij bent hip en jong. Nee, hij gaat de diepte in. Het gaat namelijk niet om die leeftijd. Dat is niet van doorslaggevend belang voor de taak, voor de plek die iemand in de gemeente kan hebben. Heb jij een taak in de kerk? Je zult geen voorganger zijn. Maar wat wel? En wat wil je doen in de kerk? Wil je wel iets doen? Paulus vergelijkt de gemeente met een lichaam. Ieder gemeentelid is een lichaamsdeel. Alle delen hebben een taak, en samen zorgen ze ervoor dat het lichaam goed werkt. Is de één belangrijker dan de ander? De taken zijn wel verschillend, maar zou je de schoonmakers willen missen? Of de kinderoppas? En wat te denken van de koffieschenkers? Sommige taken lijken simpel, maar ze moeten wel gebeuren! Heb je nog geen taak? Wat kan je doen, wat wil je doen? Jij bent ook onderdeel van de gemeente, als je jezelf voor vol aanziet, dan neem je toch een taak op je? Niemand is voor alles geschikt, maar iedereen is voor iets geschikt. God geeft namelijk gaven. Hij heeft je geschapen en Hij wil dat je groeit in geloof, en heeft je daarom ook een familie gegeven: je broers en zussen in geloof. Zoals Paulus de geestelijk vader van Timoteüs was, zo zijn wij elkaars geestelijke familie. Maar Was het nou maar bij dat eerste zinnetje gebleven, nee, de tekst gaat verder. MAAR… Je kunt niet gewoon maar naar anderen wijzen, maar je krijgt zelf een opdracht. Wees voor de gelovigen een voorbeeld Nu wordt het serieus. JIJ wordt serieus genomen. Jij moet een voorbeeld zijn. Ook voor de andere gelovigen. Een voorbeeld voor mensen die ouder zijn, hoe zou je dat kunnen doen? Waarin ben jij beter dan oudere mensen? Je bent misschien sportiever, vindt jezelf beter gekleed, staat met beide benen in de maatschappij. Waarin zou je nog meer een voorbeeld kunnen zijn voor de oudere mensen? Dat je goed voor je jonge lichaam zorgt? Je kapsel perfect in orde? De allernieuwste mobiel? Je zult vast beter met computers en internet overweg kunnen. Je oma vraagt jou vast om de DVD-speler en de radio goed in te stellen. Er zijn best wat dingen waar jij als jongere de oudere mensen kan helpen, maar hier gaat het vooral om het geloof. Je moet anderen wel reden geven om jou serieus te nemen. Je gedrag, je levenswijze moet passen bij je geloof. Of je nu 15 of 75 bent, God is dezelfde en spreekt door dezelfde bijbel tot je. Hij neemt jou serieus, dus kun je niet met smoesjes aankomen dat je nog maar jong bent en later je leven wel zult beteren. Hij geeft je lessen voor je leven omdat Hij weet wat het beste voor je is. Natuurlijk krijg je de tijd om te leren geloven, en om te groeien in geloof. Maar je mag nooit je leeftijd als smoesje gebruiken! Jezus zei: laat de kinderen tot Mij komen. Dan ga jij toch niet zeggen: ik ben jong, ik ga God wel serieus volgen als ik straks 30 ben of zo? Als er dan oudere gemeenteleden op je mopperen, hebben ze groot gelijk. Er is geen beter leven dan dicht bij God. Dat ontzeg je jezelf toch niet? Daar maak je toch werk van, of je nou 12 bent of 80?
CGJO Jaarthema 2014-2015
16
e
Als God Timoteüs op zijn 15 bij zijn ouders wegplukt om evangelist te worden, waarom zou hij jou dan niet willen gebruiken? God wil iedereen inschakelen in Zijn Koninkrijk. Je mag vandaag al getuige zijn van Zijn liefde. Het vraagt lef als jij er voor kiest om Gods wil te doen. Lang niet iedereen in je omgeving zal dit snappen. Waarschijnlijk moet je je geloof vaak verdedigen. Hoe meer je er voor uitkomt, hoe meer lastige vragen je om je oren krijgt. Uitwerking van de 5 velden waarop je een voorbeeld moet zijn. Deze velden kunnen op de JV concreet behandeld worden. Het is wel goed om er in ieder geval kort aandacht aan te besteden in deze dienst. In wat je zegt Voorbeeld in wat je zegt: hoe doe je dat? Zie ook de teksten bij de exegese (geldt ook voor de punten hieronder). Daarnaast kunnen er gedeelten uit Jakobus gebruikt worden om dit punt te concretiseren. In je levenswijze Wees voor de gelovigen een voorbeeld. In de manier waarop je in het leven staat, oftewel: Laat zien dat je christen bent. Je levenswijze. Wees steeds de minste. In liefde Geloof Je kunt als je dat echt wilt je leven lang in je comfortzone blijven. Niet de confrontatie zoeken over je geloof en rustig je dagen slijten. Je hoeft niemand te vertellen dat je christen bent. Dan stellen ze ook geen lastige vragen, maar is dat het doel van je leven? Word je daar gelukkig van? En zuiverheid Voor de ouderen Timoteüs had het geloof via zijn moeder er oma gekregen. Dat wordt expliciet genoemd. Een opdracht en bemoediging voor wie zelf kinderen en kleinkinderen heeft. Pak eens een keer de gemeentegids en zoek enkele jongeren op voor wie u die week speciaal wilt bidden. Weet u wie er dit schooljaar examen gaan doen? Vraag het evt. aan iemand die het wel weet en bid voor die jongeren, ook wanneer ze een studiekeuze moeten maken. Maar bid vooral dat ze dicht bij God zullen leven. Samen! Iedereen heeft hulp nodig. In je eentje geloven is praktisch onmogelijk. Leren hoe je je geloof handen en voeten moet geven gaat gewoon niet zonder hulp. En daarom is het fijn dat er ook veel volwassenen in de kerk zijn. Jullie zijn ouders, bidders, leiders op allerlei functies in de gemeente en hebben er al een langere geloofsweg met God op zitten. Trek met de jongeren op die nog minder ver of aarzelend op die weg zijn, neem hen wel serieus als kinderen van God. Op hun beurt zullen zij eens de ouders en leiders zijn die de generatie na hen bijstaat op de weg met God.
CGJO Jaarthema 2014-2015
17
Liederen bij het thema KOM BIJ EEN Ochtenddienst
Middagdienst
Opwekking
25 Laat ons met elkander 167 Samen in de naam van Jezus 228 Wij zijn hier bijeen 249 Heer, wat een voorrecht 378 Ik wil jou van harte dienen 507 ’t Is goed om U te ontmoeten 601 Deel door ons Uw liefde uit 705 Aan de maaltijd 710 Zegen mij / zegen ons 715 Wat hou ik van Uw huis
427 Maak mij rein voor U 445 Bron van levend water 520 Wees mijn verlangen 582 Jezus, alles geef ik U 598 Machtige Heer, grote verlosser 640 Ik hef mijn ogen 648 U roept ons, Vader 687 Heer, wijs mij Uw weg 717 Stil, mijn ziel, wees stil
Gezangen uit Liedboek
21, 75, 169, 170, 182, 284, 303 314, 320, 460, 473, 477, 481
CGJO Jaarthema 2014-2015
18
Gemeentebrede activiteiten gericht op ontmoeting Hierbij wat tips voor activiteiten binnen de gemeente. Wanneer er activiteiten moeten worden georganiseerd, vraag je al snel mensen uit het actiefste deel van de gemeente. In veel gemeenten geldt dat 80% van de taken door 20% van de mensen gedaan wordt… Veel van de minder actieve leden zijn best te porren voor het organiseren van eenmalige activiteiten. Dit geldt ook voor jongeren die af dreigen te haken. Wanneer zij verantwoordelijkheid krijgen voor een activiteit, biedt dat hen ook weer een mogelijkheid om gemakkelijk een volwaardige plek in de gemeente in te nemen. Deze positieve ervaring vertaalt zich wellicht door naar een trouwer bezoek aan andere activiteiten én de erediensten van de gemeente. Ook zijn er gemeenteleden die het moeilijk vinden om hun geloof te delen en daarom voor veel taken niet in te zetten zijn, of die misschien getrouwd zijn met een gelovige maar zelf twijfelen / niet geloven. Zij tellen ook mee en kunnen zo’n neutrale taak prima uitvoeren. Dus, pak de gemeentegids en zoek naar mensen van wie je verwacht dat ‘nee’ zeggen als je ze vraagt voor een taak. Nee heb je, ja kun je krijgen. Gast aan tafel In het kerkgebouw komt (een deel van) de gemeente eten. Eén wijk kookt, dekt tafels, wast af, ruimt op. De andere wijken komen gewoon eten. Tijd voor gesprek, evt. een verhaal/filmpje/lied oid. Vast bedrag p.p. waarvan evt. een goed doel gesteund wordt Volgende keer kookt andere wijk Ook buren/vrienden zijn welkom Sponsoractiviteiten Sponsorloop Verloting (tijdens gemeentedag) Oliebollen bakken Gavenveiling Gemeenteleden bieden hun gaven aan, anderen kunnen erop bieden. Opbrengst voor het goede doel (bijv: taart bakken, autowassen, belastingpapieren invullen, oppassen, bijles, diner organiseren, weekend caravan lenen, noten leren lezen, hulp bij kinderfeestje, creatieve workshop, wandeling maken, vogels spotten etc., etc.) Levende stenen 1 Petrus 1-10 7 stenen die van hand tot hand gaan binnen de gemeente Iemand met een steen gaat op bezoek bij een gemeentelid van min. 20 jaar jonger of ouder (minimumleeftijd 12 jaar), die hij/zij niet (zo goed) kent. De steen blijft bij diegene, die op zijn/haar beurt weer bij een ander op bezoek gaat. Iedere eerste zondag van de maand nemen de stenenbezitters de stenen mee naar de dienst en vullen op een lijst in wie er bezoek hebben gehad. Doel: meer inzicht, meer begrip voor elkaars mening en geloofsbeleving om zo de vreugde van het samenkomen in de erediensten te vergroten. Tip: laat een verslagje van een gesprek in het contactblad verschijnen. Overige tips: Sporttoernooi Rommelmarkt, ook op de buurt gericht Kaartenactie Paasontbijt Koffiedrinken voor/na kerktijd (geef een jongere de eindverantwoordelijkheid) Gezamenlijke maaltijd voorafgaand aan dienst op dankdag Gezamenlijke maaltijd voorafgaand aan gemeentevergadering Picknick aansluitend aan dienst op Hemelvaartdag Bowlen Facebookpagina van de gemeente
CGJO Jaarthema 2014-2015
19
Website goed bijhouden BBQ aan eind van seizoen Musical instuderen Koor voor bij de feestdagen Crea-club, workshops laten organiseren, bloemschikken, schilderen Schaatsen Kamp organiseren voor de kinderen/jongeren (dit kan door de jaren heen groeien tot iets groots waar veel gemeenteleden hun steentje aan bijdragen) ‘Wie is de mol’ organiseren Klussen voor Present/HiP doen met de gemeente (dus niet met een al bestaande bijbelgroep of JV, maar iedereen kan zich aanmelden voor de klus) Activiteiten die jongeren zelfstandig kunnen organiseren binnen de gemeente Autowassen Oppascentrale Workshop computer- en internetgebruik Open catecheseavond voor alle gemeenteleden Attentie bij ouderen/zieken/buurtbewoners brengen rond Kerst Zip your lip / Nacht zonder dak Quiz voor oudere gemeenteleden over hedendaags taalgebruik, internet, hun leefwereld etc (bruids)modeshow organiseren Koken voor bv de kerkenraad Diversen Stagelopen in de gemeente Laat jongeren die belijdenis hebben gedaan, stagelopen op een serieuze plek in de gemeente. Bijv: mee met ouderenbezoekwerk, kindernevendienst/zondagsschool leiden, laat ze een kerkenraadsvergadering bijwonen (behalve comitézaken zijn die toch open voor gemeenteleden), betrek ze bij het voorbereiden van speciale diensten, redactie van het kerkblad, kostertaken etc etc. Kijk naar de gaven die zij hebben en zoek samen naar een taak die hen uitdaagt. Variant: laat een jongere aan verschillende taken ‘snuffelen,’ en stel dit verplicht voor iemand die net belijdenis heeft gedaan. Nieuwe leden Bied nieuwe leden ook een soort ‘startpakket:’ een info-avond waarin iets van de recente geschiedenis en de bijzonderheden van deze gemeente worden gedeeld. Bied een ‘vraagbaak’ aan, een gemeentelid van ongeveer dezelfde leeftijd die de eerste tijd wat meer contact onderhoudt met het nieuwe lid. Cursus volgen Er zijn vele cursussen en projecten die je in de gemeente kunt aanbieden. Enkele voorbeelden: Feest van Genade Getuigende Gemeente 50 dagen met God Cursus duurzame kerk Evangelie en moslims Marriage Course Pre-marriage Course Samen één Een boek dat goed aansluit bij het thema van deze startzondag is ‘Samen één. Omgaan met verschillen in de kerk.’ Dit is een praktisch bezinningsboek onder redactie van Dorine Heij. (ISBN 978 90 5560 486 9) Dit boek kan persoonlijk maar ook op gespreksgroepen gebruikt worden (6 bijeenkomsten).
CGJO Jaarthema 2014-2015
20
Wanneer u dit boek in uw gemeente aanbiedt voor gespreksgroepen, is het mooi dit in het begin van het seizoen te doen, volgend op de startzondag. ‘De verscheidenheid in de kerk is toegenomen. Onze meningen, voorkeuren en inzichten lopen soms flink uiteen en gemeenteleden zijn niet automatisch mensen die je liggen. Hoe kunnen we ondanks deze verschillen toch één zijn als kerkelijk gemeente? Samen één geeft aan de hand van zes thema's richting aan het omgaan met die onderlinge verschillen. Aan bod komen de liefdestalen, verschillen tussen generaties en in het beleven van het geloof, de diversiteit in taken, rollen en talenten, en ons toekomstbeeld van de gemeente. Dit 40-dagenproject biedt voor elke dag een bijbeltekst en een bijpassende dagtekst. Aan het eind van elk hoofdstuk staan verwerkingsvragen voor gezamenlijke bespreking.’
CGJO Jaarthema 2014-2015
21
Handelingen 20:7-12
CGJO Jaarthema 2014-2015
22
1 Timoteüs 4:12
CGJO Jaarthema 2014-2015
23
Avonden voor de tienerclubs en jongerengroepen Speciaal voor jongerengroepen hebben we binnen de CGJO de jongerenbeweging Refolution. Zij ondersteunen jongeren en jonge besturen. Om deze groepen op weg te helpen in het nieuwe seizoen hebben we extra materialen bij het jaarthema KOM BIJ EEN geschreven. Met dit materiaal kun je 3 avonden vullen. De jeugddienst bij het jaarthema ging over ‘OMDENKEN.’ In die dienst stond een tekst centraal die Paulus aan de jonge voorganger Timoteüs schreef. Timoteüs was al vanaf zijn tienerjaren met Paulus mee geweest op de zendingsreizen. Wat een lef voor zo’n jonge gast. Hij zal heel wat afwijzing, vijandigheid en zelfs gevangenschap hebben meegemaakt. Zijn geloof was sterk genoeg om dit te kunnen doorstaan. Inmiddels is hij voorganger in een gemeente geworden. Hoewel hij van jongs af aan al serieus gelooft, is het nu toch moeilijk om die taak goed uit te voeren. Hij denkt te klein van zichzelf en staat anderen ook toe om hem als ‘jonkie’ te behandelen. Beide houdingen dragen niet bij aan het functioneren van deze voorganger. Op deze manier komt de boodschap van Jezus Christus niet tot zijn recht. Als je iemand als persoon niet serieus neemt, neem je zijn woorden ook niet zomaar aan. Paulus ziet dat Timoteüs in een lastige situatie verkeert en besluit hem brieven te schrijven om hem op die manier te coachen. Er zijn niet veel Bijbelboeken die zo praktisch, persoonlijk en zo gemakkelijk naar je eigen leven te vertalen zijn! Wat denk jij bij geloven en bij de kerk? Ben jij gelovig? Voel jij je een volwaardig lid van je kerkelijke gemeente? Zomaar vragen waar je snel over heen kunt lezen, maar waar een dieper antwoord wel wenselijk is. Hoe kun jij je plaats innemen in de gemeente op een manier die past bij God en bij jou? Begin bij jezelf en leer om Jezus te volgen, ook in de omgang binnen je eigen gemeente. Christenen zijn net mensen, accepteer dat en verwacht niet dat anderen zich als heiligen gedragen, dat doe je zelf toch ook niet? Dit materiaal KOM BIJ EEN wil jou en je jongerengroep laten OMDENKEN. Niet in onmogelijkheden, maar juist in mogelijkheden. In 3 Jongerenavonden gaan we door de brieven aan Timoteüs heen. We gebruiken de tekst uit de jeugddienst als ‘kapstok.’ “Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid.”
CGJO Jaarthema 2014-2015
24
Thema 1 KOM BIJ EEN Doel: Als groep kom je in dit seizoen opnieuw samen. Je maakt met elkaar een nieuwe start. Er zijn afgelopen seizoen jongeren vertrokken en er zijn weer nieuwe bijgekomen. Dit betekent ook weer aan elkaar wennen. Met het thema KOM BIJ EEN kun je heel bewust een samen opnieuw starten. Wat zijn de verwachtingen? Waarom komen jullie eigenlijk samen? Hoe vaak komen jullie samen? En waar wil je het dit seizoen wel en niet over hebben? Deze avond wil jouw jongerengroep helpen met een goede start. Thema 2 OMDENKEN Doel: Als jongerengroep heb je een gezamenlijk doel en misschien al wel een hele jaarplanning. Een planning die, in vergelijking met het vorige seizoen, misschien wel alleen op datums veranderd is. Het is namelijk altijd al zo gegaan. “Lekker makkelijk”. Maar heb je je wel eens afgevraagd waarom het eigenlijk allemaal zo gaat? OMDENKEN: een probleem als een mogelijkheid gaan zien, iets totaal anders gaan benaderen dan ‘normaal,’ verrassend anders tegen de werkelijkheid aankijken, ‘ja-en’ ipv ‘ja-maar’, out of the box-denken. De term ‘omdenken’ past goed bij de tekst 1 Timoteüs 4:12. Paulus zegt iets heel verrassends over de jongere: ‘men moet jou serieus nemen, jijzelf voorop. Wees een voorbeeld!’ Wat veranderd er dan aan jullie planning en wat veranderd er dan aan de inhoudt? Thema 3 STYLE Doel: Welke STYLE heb jij? Hoe ben jij gekleed? Hoe gedraag jij je? Hoe spreek jij? Misschien haak je nu af en denk je daar gaan ze weer. Ze gaan me weer vertellen hoe ik gekleed moet gaan….. enz. Juist met dit startthema willen we met elkaar nadenken aan de hand van Timoteüs. Hij wijst ons juist vanuit de bijbel op onze STYLE. Hij daagt ons uit om na te denken over wat je zegt, je levenswijze, hoe je handelt in liefde, in geloof en in zuiverheid. Hoe ben jij christen in 2015 en wat is jou STYLE?
De materialen die horen bij de diverse thema`s kun je downloaden van onze websites www.cgjo.nl en www.refolution.nl
CGJO Jaarthema 2014-2015
25