Centrum voor ouderenpsychiatrie Regio Apeldoorn 2009
HONOS 65+ Maart 2009 Gerda Rötert
Doelstelling:
Het doel is het evalueren van het effect van de behandeling of begeleiding zowel op individueel- als op groepsniveau.
Inleiding
De (geestelijke) gezondheidszorg moet de laatste jaren in toenemende mate verantwoording afleggen aan de zorgverzekeraars, de overheid en patiëntenbewegingen over doelmatigheid, doeltreffendheid en patiëntvriendelijkheid van de geboden zorg. Aan de hand van herhaalde metingen valt het effect van de behandeling af te lezen. Daarnaast geeft het een beeld van de nog openstaande zorgbehoefte welke in het MDO richting kunnen geven aan het opstellen van het behandelplan en verpleegplan. De uitkomst van de HONOS geeft weer hoe het lichamelijk, geestelijk en sociaal functioneren van een patiënt op een bepaald ogenblik is.
Resultaat:
Het effect van de individuele behandeling kan worden gevolgd. De effecten van behandeling van bepaalde groepen cliënten zijn te vergelijken. Van alle cliënten kan het resultaat van de behandeling kort en bondig gekwantificeerd worden De database kan gebruikt worden om trends en ontwikkelingen binnen de ouderenpopulatie helder te krijgen.
HONOS als hulpmiddel.
Bij het invullen van het opnamerapport. Het maken van een behandelplan. Het maken van een verpleegplan. Als evaluatie en voortgang voor een MDO. Als evaluatie hoe de behandeling is verlopen tijdens de opname.
Hoe vaak een HONOS invullen?
Bij ieder nieuw opgenomen cliënt wordt een HONOS ingevuld door de verpleegkundige die de opname verzorgd. Voor ieder MDO. Bij ontslag een HONOS invullen.
Indeling schalen:
1 = gedragsstoornissen. 2 = opzettelijke zelfverwonding. 3 = problemen met alcohol, drugs of medicatie. 4 = cognitieve problemen. 5 = problemen die verband houden met lichamelijk ziekte of handicap. 6 = problemen die gepaard gaan met hallucinaties en/of wanen. 7 = problemen met depressieve symptomen. 8 = andere geestelijk en gedragsproblemen (kiezen uit a t/m j) 9 = problemen met sociale of ondersteunende relaties. 10 = problemen met ADL activiteiten. 11 = algemene problemen met woonomstandigheden. 12 = problemen met werk en vrijetijdsbesteding (kwaliteit van daginvulling).
De score.
De score heeft alleen betrekking op de laatste 2 weken voor invullen van de scorelijst. Gebruik alle beschikbare informatie. Baseer de score op het probleem, NIET op de diagnose. Begin bij item 1 en scoor in volgorde om het probleem maar één keer te scoren en zodoende overlap te vermijden. Gebruik het klinisch oordeel om de score vast te stellen. Scoor het meest ernstige punt/symptoom of probleem tijdens de betreffende periode.
Samenvatting score:
0 = geen probleem 1 = gering probleem (vereist geen actie) 2 = licht probleem (duidelijk aanwezig en vereist aandacht). 3 = matig probleem (vereist aandacht en actie). 4 = ernstig probleem (vereist onmiddelijk actie). 9 = geen gegevens (zo snel mogelijk achterhalen).
Risico’s
Weerstanden tegen de invoering van ‘weer een vragenlijst’ waarbij directe belasting bij de verpleegkundigen komt te liggen. Uitkomsten worden niet goed verwerkt. En daarmee onvoldoende rendement van de verzamelde data. Onvoldoende continuïteit in consequentie afname van de vragenlijst.
Indeling schalen:
Gedragsproblemen; schaal 1: gedragsstoornissen schaal 2: opzettelijke zelfverwonding schaal 3: problemen met alcohol/drugs/medicatie of gokverslaving
Beperkingen;
schaal 4: cognitieve problemen schaal 5: problemen met lichamelijke ziekten/handicaps
Psychiatrische symptomen:
schaal 6; problemen hallucinaties/wanen schaal 7; problemen met depressieve symptomen schaal 8; andere geestelijke en gedrtagsproblemen
Sociale problemen:
Schaal 9; problemen sociale/ondersteunende relaties Schaal 10; problemen met de ADL activiteiten Schaal 11; algemene problemen met woonomstandigheden Schaal 12; problemen vrijetijdsbesteding/daginvulling
Scoreformulier:
Schaal Schaal Schaal Schaal
1: 2: 3: 4:
Gedragsstoornissen Opzettelijke zelfverwonding Problemen met alcohol- of drugsgebruik Cognitieve problemen
Schaal 5: Problemen met lichamelijke ziekten/handicap Schaal 6: Problemen hallucinaties / wanen Schaal 7: Problemen met depressieve symptomen Schaal 8: Andere geestelijke en gedragsproblemen Letter: (Hier altijd een letter invullen!) Schaal 9: Problemen sociale/ondersteunende relaties Schaal 10: Problemen met ADL-activiteiten Schaal 11: Alg. problemen met woonomstandigheden Schaal 12: Problemen vrijetijdsbesteding/daginvulling