Pabo-symposium TAALent, 27 maart 2013 Centrale inleiding Taalvaardigheid, taalbeleid, taakgericht werken: modewoorden of krachtige daden? door Kris Van den Branden Hoe bevorder je in het primair onderwijs het best de taalverwerving van jonge kinderen? Wat werkt echt in het taalonderwijs? En hebben we wel taalonderwijs nodig? Hoe stimuleren we de tweedetaalverwerving van jonge niet-Nederlandstalige kinderen het best? Hoe evalueren we taalontwikkeling en volgen we ze op? En hoe maken we rond al deze vragen een gezamenlijk taalbeleid in onze school? Een antwoord aan de hand van veel concrete voorbeelden en veel (Vlaamse) onderzoeksexpertise. Kris Van den Branden is professor taalkunde en lerarenopleider aan de Faculteit Letteren van de KU Leuven. Aan diezelfde universiteit is hij de directeur van het Centrum voor Taal en Onderwijs.
Centrale lezing Een kennisbasis Nederlandse taal voor de pabo door Bart van der Leeuw In de kwaliteitsagenda voor lerarenopleidingen 2008-2011 (Krachtig Meesterschap) heeft de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de lerarenopleidingen gevraagd om het eindniveau (de kennisbasis) van de lerarenopleidingenopleidingen vast te leggen. Tevens is destijds bepaald dat hiervoor toetsen ontwikkeld zouden moeten worden. Dit werk aan kwaliteit was een ambitieus project waarmee de vakinhoudelijke en vakdidactische kwaliteit van de pabo’s in kaart gebracht kon worden. Daarnaast was het de ambitie om te borgen dat aanstaande leraren over voldoende vakkennis beschikken. Het is de bedoeling dat in de loop van 2013 alle pabostudenten getoetst worden op hun kennis en inzichten op het gebied van Nederlandse taal en rekenenwiskunde. Bart van der Leeuw was projectleider van de kennisbasis Nederlandse taal voor de pabo. In zijn presentatie zal hij ingaan op de achtergronden en uitgangspunten. Hij schetst op welke wijze een uitgebreid domein als de Nederlandse taal in kaart is gebracht. Ook gaat hij in op de gebruiksmogelijkheden van de kennisbasis voor studenten, opleidingsdocenten, het primair onderwijs en de samenleving. Bart van der Leeuw studeerde Nederlands en Algemene Taalwetenschap aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Momenteel is hij werkzaam bij het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) te Enschede. Van der Leeuw is tevens werkzaam geweest als docent Nederlands en taaldidactiek aan de pabo’s in Eindhoven en Den Bosch. In 2006 promoveerde hij aan de Universiteit van Utrecht op een onderzoek naar de rol van schrijftaken in de lerarenopleiding.
Workshops Pabo-symposium, 27 maart 2013
TAALent Workshop 1: Taal & hoogbegaafdheid Uitvoering: Kim Bongers, leerkracht Leonardoklas van Markant Onderwijs Breda en Suzan van Brussel, pabodocent Nederlands Kim Bongers en Suzan van Brussel lichten in deze workshop toe hoe de taalontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen op de basisschool verloopt en welke materialen en methodes er zijn om verdieping te bieden aan deze groep kinderen. Ook krijg je inzicht in de manier waarop je als leerkracht hoogbegaafde kinderen kunt leren leren en motiveren zich te verdiepen in de lesstof. Tot slot wordt een taalopdracht aangeboden en gemaakt die deze inzichten combineert en goed toepasbaar is in de praktijk. Het doel van deze workshop is om meer inzicht te krijgen in de taalontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen op de basisschool.
Workshop 2: Filosoferen met kinderen en taalontwikkeling Uitvoering: Willie Hilverda en Patrick van Lommel, pabodocenten godsdienst / levensbeschouwing In deze workshop onderzoeken we welke invloed het filosoferen met kinderen kan hebben op de ontwikkeling van taal. Na een eerste verkenning van wat filosoferen met kinderen inhoudt, en de betekenis hiervan voor taal en talentontwikkeling, gaan we oefenen met filosofische gesprekken met als startpunt een gedicht en een prentenboek. In de reflectie hierop proberen we de betekenis van deze gesprekken te koppelen aan de ontwikkeling van taal op verschillende gebieden, en de mogelijkheid om eigen talenten op het spoor te komen door deze werkvormen. Ook is er aandacht voor materialen die er zijn om ideeën op te doen om filosofische gesprekken en activiteiten met kinderen te starten.
Workshop 3: Stelonderwijs in de bovenbouw van de basisschool Uitvoering: Monica Koster, onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht op het gebied van de verbetering van de schrijfvaardigheid in de bovenbouw en Theo Pullens, pabodocent Nederlands, is vorig jaar gepromoveerd aan dezelfde universiteit op het gebied van schrijfdidactiek met behulp van de computer. In 2010 heeft de inspectie de noodklok geluid over het stelonderwijs op de basisschool. Leerlingen zouden aan het eind van de basisschool bij alle aspecten van schrijfvaardigheid minder dan de
gewenste resultaten laten zien. Er werd zelfs vastgesteld dat er tussen groep 5 en groep 8 op bepaalde aspecten geen enkele vooruitgang was te constateren. Enige tijd later (2012) is de brochure ‘Focus op schrijven’ verschenen waarin de inspectie de stand van zaken heeft geschetst en suggesties heeft gegeven ter verbetering van het schrijfonderwijs. Maar leerkrachten zijn niet gebaat bij het verschijnen van zo’n brochure alleen. De concrete vertaling in de richting van de aanpak tijdens stellessen en relevante onderwerpen zou veel meer handvatten moeten bieden voor de verbetering van deze taalvaardigheid. In deze workshop wordt onder meer op basis van de referentieniveaus (1F en 1S) verkend welke didactische ingrepen kunnen leiden naar een succesvolle schrijfdidactiek. Aan de orde komen onder meer: prewriting activiteiten, steun tijdens het schrijven, postwriting activiteiten en het bepalen en bespreken van de tekstkwaliteit. Er wordt tevens verslag gedaan van enkele deelprojecten die met de hulp van bovenbouwleraren uit deze regio worden uitgevoerd.
Workshop 4: Music is in the air! Uitvoering: Kitty van Gulick, pabodocent muziek, Margriet Veenbrink, pabodocent Engels en Carla Nijlunsing, pabodocent drama Al drie jaar wordt door drie pabodocenten muziek, drama en Engels een “Intensive Programme” aangeboden aan een selecte groep Nederlandse en buitenlandse studenten (uit Zweden, Slovenië, Groot Brittannië en Turkije). De deelnemende studenten gaan hierdoor geïnspireerd buitenlandse basisschoolkinderen Engels aanleren d.m.v. muziek en drama. In deze workshop willen Kitty, Carla en Margriet jullie laten kennismaken met deze in de praktijk beproefde combinatie van muziek, drama en Engels. Vooral de link tussen Engels en muziek zal centraal staan in deze actieve TAALent verhogende workshop. Niet alleen liedjes en raps, maar ook sfeermuziek en dans dragen bij aan het beleven en leren van deze ‘vreemde taal’. Als deelnemer ga je gegarandeerd zingend naar huis!!
Workshop 5: Taal in de rekenles Uitvoering: Hans van ’t Zelfde, pabodocent rekenen/wiskunde, projectleider KPO rekenlab Een plus een is twee: is dit rekenen of is dit taal? In dit geval lijkt het om een puur rekenkundige uitspraak te gaan, maar we gebruiken woorden om ons uit te drukken. De scheiding tussen taal en rekenen is niet zo duidelijk als het lijkt. De prestaties van Japanse kinderen bij eenvoudige rekentests is stukken beter dan die van Engelstalige kinderen. Het eerste probleem is het maken van de CITOtoets die soms veel taliger is dan de toets van de methode. Het tweede probleem is het feit dat we termen gebruiken in de rekenles die we niet allemaal op dezelfde manier gebruiken en die door de kinderen daarnaast ook nog eens anders worden begrepen. Een voorbeeld is het woord afronden. Kinderen geven bijvoorbeeld als verklaring voor het woord afronden één van volgende antwoorden:
• • • • • • •
“ Snel afmaken. 99 + 200 + 499 is 800. Ongeveer of kleiner maken. Ander woord voor schatten. Dan maak je het even makkelijker bijvoorbeeld 31 is 30. Stoppen met werken. Ik kap er mee.. 49 voor 50 aanzien. “
In deze workshop gaan we in op deze twee problemen waarbij een eerste aanzet wordt gemaakt voor een lijst met begrippen die gebruikt kan worden bij het rekenonderwijs. Vanuit het ERWD protocol en de vertaalcirkel wordt ingegaan op de manier waarop de leerkracht het oplossen van talige rekenproblemen kan bevorderen. De workshop is deels een herhaling van de workshop die gehouden is op de conferentie: “Rekenen en Taal: een haat-liefdeverhouding? “ die op 29/02/2012 georganiseerd is door de HS Avans.
Workshop 6: Jeugdliteratuur en aardrijkskunde – De ‘Glazen Globe’ geeft enige richting Uitvoering: Guus Bergevoet, pabodocent Nederlands, schrijven en aardrijkskunde Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap ( KNAG ) bekroond iedere twee jaar een boek uit de Nederlandse jeugdliteratuur met de ' Glazen Globe ' , indien het werk een pakkende bijdrage levert aan het ontwikkelen van geografisch besef bij kinderen. in deze workshop wordt ingegaan op enkele van deze bekroningen en op manieren om met deze boeken om te gaan op de basisschool.
Workshop 7: Can you wise me the way…?? Uitvoering: Mirjam Wolff, docent drama en Engels in het VMBO en docent Early Bird, Engels op de basisschool. Vind jij ook dat jouw Engels wel eens opgepoetst zou moeten worden? En vooral, vind je het eigenlijk best Eng om Engels te spreken? Als je een uurtje vrijmaakt, belooft Mirjam Wolff dat je geïnspireerd en vrolijk de workshop verlaat en ideeën hebt voor de eerstkomende 10 lessen! Na 10 jaar basisschool staat Mirjam nu alweer 6 jaar voor het VMBO en combineert drama en Engels op zo’n manier dat jouw kinderen en jij elke week uitzien naar de Engelse les. Kom meedoen en zorg dat deze TAALentdag jou iets meegeeft voor de komende tijd!
Workshop 8: De praktijk van een kwaliteitsimpuls voor VVE: de doorgaande lijn
Uitvoering: Jack Musters, beleidsmedewerker KPO Roosendaal en coördinator Onderwijsachterstandenbeleid Gemeente Roosendaal en leerkracht groep 1-2, clustermanager peutergroep en pedagogisch medewerkster
Hoog op de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) van de gemeente Roosendaal staat het voorkomen en bestrijden van taalachterstand. Er zijn daartoe verschillende projecten onder basisscholen en peutergroepen uitgezet. Binnen één van deze projecten wordt de taalcoördinator van de school gefaciliteerd om in samenwerking met de clustermanager van de peutergroep het taalbeleidsplan voor de voor- en vroegschool (VVE) vorm te geven en een impuls te geven aan het taalonderwijs. In deze workshop leggen medewerkers van een basisschool en peuterspeelzaal uit hoe het project is verlopen, hoe de doorgaande lijn tot stand is gekomen en hoe deze lijn wordt geborgd; een ‘good practice’ uit het veld. Er wordt ingegaan op datgene wat het project tot-nu-toe concreet heeft opgeleverd, waar de mensen in de praktijk tegenaan zijn gelopen etc. De deelnemers aan de workshop worden TIP ’s en TOP ’s gegeven voor als zij zelf met dit onderwerp aan de slag willen gaan.
Workshop 9: Mondelinge taalvaardigheden in de praktijk Uitvoering: Annika Eikenaar, lid kenniskring ‘De innovatieve opleidingsschool’ en basisschoolleekracht LPS Bergen op Zoom In deze workshop wordt op interactieve wijze het belang van goede mondelinge taalvaardigheden besproken. Uit literatuurstudie is gebleken dat "interactie" het sleutelwoord is om de taalproductie van kinderen te stimuleren. Deze stimulans heeft een positief effect op de mondelinge taalvaardigheden van kinderen. In deze workshop komt een aantal specifieke leerkrachtvaardigheden aan bod die de interactie vergroten, en zodoende ook de taalproductie en denkontwikkeling van kinderen positief stimuleren.
Workshop 10: 'Leren begint bij lezen', Bibliotheek op school bevordert taalontwikkeling Uitvoering: Mariëlle Heesters, Taal-en leescoördinator KBS De Wegwijzer INOS, en Jan Verbart, leesconsulent van de Openbare bibliotheek Breda Bibliotheek op school bevordert taalontwikkeling Kinderen leren lezen op de basisschool. Leren begint met lezen, want wie kan lezen en teksten kan begrijpen kan kennis verwerven. Taal is de basis van alle onderwijs. Veel lezen is goed voor de taalontwikkeling van kinderen.
In de workshop zullen we kort ingaan op Bibliotheek op School, een landelijk project waarbij scholen en bibliotheken structureel samenwerken. De bibliotheek stelt haar collectie beschikbaar, fysiek en digitaal. De leescoach van de bibliotheek leert leerlingen zoeken naar en beoordelen van informatie, natuurlijk ook op internet. Bovendien stimuleert de leescoach het leesplezier van kinderen. Een school en de bibliotheek doen samen mee aan de landelijke leesmonitor. Voor de taalleescoördinator van een school onmisbare informatie. Leesbeleving thuis en op school komen zo goed in beeld. De leesmonitor geeft een goede aanvulling op het leerlingvolgsysteem van een school. In de workshop gaan we in op de ervaringen in de praktijk van Bibliotheek op School, bij kbs de Wegwijzer, te Teteringen. Ook zullen we de leesmonitor bespreken en hoe we de gegevens betrekken bij de gegevens van het leerlingvolgsysteem. Tevens gaan we praktisch aan de slag met kinder-en jeugdliteratuur in een aantal coöperatieve werkvormen.