1. Agora Centrale doelstelling
Doel is om de kennis en praktijkervaring van de coördinatoren vrijwilligers, die lokaal werkzaam zijn, inzichtelijk te maken. Het beroep van de coördinator vrijwilligerswerk maakt de laatste jaren, door de transitie in de zorg en welzijn, een ongekende ontwikkeling door. De veranderingen in de zorg op lokaal niveau blijven niet zonder gevolgen voor de werkzaamheden van de coördinatoren; in plaats van alleen binnen de eigen instelling aan het werk te zijn, zijn de coördinatoren steeds vaker ook buiten de eigen instelling aan het werk. Zij vormen in hun instellingen (V&V, VGZ, GGZ, Thuiszorg en Jeugdorganisaties) schakels tussen hun eigen organisaties en de wereld om de cliënt heen, om de zorg voor de cliënt zo optimaal mogelijk te organiseren en vrijwillige inzet te mobiliseren. Niet langer meer alleen vanuit de eigen organisatie maar juist ook door coalities te sluiten met lokale partijen in de informele en formele zorg.
Activiteiten
Zeven zorgorganisaties verspreid over Nederland, variërend in grootte, ligging in Nederland en doelgroep (V&V, GGZ, VGZ, Thuiszorg en Jeugd) worden geselecteerd op basis van de resultaten van een enquête die in januari 2016 onder 250 leden van Agora door de Erasmus Universiteit wordt uitgezet.
Deze zeven praktijken worden nader onderzocht en beschreven.
De resultaten van het onderzoek worden gebundeld en gedeeld met de partners in het LOVZ netwerk. Tevens worden de uitkomsten gepresenteerd op een door Agora te organiseren landelijke bijeenkomst.
(Tussentijdse) resultaten worden op de coalitie website www.lokaalsamenwerken gepresenteerd.
Resultaten en maatschappelijk effect
De praktijkbeschrijvingen geven zicht op hoe vrijwilligers te organiseren en te mobiliseren in de veranderende wereld van de zorg en welzijn. Hoe daar mee om te gaan (vrijwilligers toerusten) en hoe daar op in te spelen (capaciteitsvraag en behoefte aan nieuwe vrijwilligersprofielen) en waar het niet meer past of wringt (grenzen aan vrijwillige inzet).
De praktijkbeschrijvingen beschrijven verschillende modellen van lokale coalitievorming tussen de formele en informele zorg, en bieden ons zicht op hoe het samenspel verloopt. Deze modellen worden met de partners binnen het LOVZ netwerk verder uitgewerkt.
De praktijkbeschrijvingen geven zicht op de transformatie van de functie coördinator vrijwilligerswerk in zorg en welzijn: van maatwerk leveren bij het inschakelen van vrijwillige inzet binnen de instelling naar verbindingen leggen met de wereld rondom de cliënt (netwerkondersteuners). Tegelijkertijd verbreden zij hun netwerkrol naar meer verschillende typen vrijwilligers.
Maliebaan 71g 3581 CG Utrecht
T 030 230 71 95
[email protected] www.nov.nl
Twitter: @VerenigingNOV LinkedIn: Vrijwilligerswerk
KvK Utrecht 30126706 Rabobank 36.92.73.141
2. Humanitas Centrale doelstelling
Toename deskundigheid/competenties van de uitvoerende vrijwilligers én van de lokale besturen. Een efficiënt aanbod aan deskundigheid en een duurzame impuls voor lokale continuïteit
Activiteiten Toegankelijk, efficiënt en interactief maken van het trainingsaanbod door een innovatieve aanpak. Maken van een digitale leeromgeving die eenvoudig grote aantallen vrijwilligers en trainingen kan verwerken. Investeren in een grotere capaciteit voor de lokale ondersteuning bij de organisatie en uitvoering van scholing. Resultaten en maatschappelijk effect
Trainingen voor vrijwillige bestuurders, trainers, coördinatoren en uitvoerende vrijwilligers zijn verbeterd en omgezet in blended learning voor elk van de zes maatschappelijke thema’s.
Humanitas beschikt over een laagdrempelige, technisch solide en interactieve digitale leeromgeving met toegang voor alle vrijwilligers in een duurzaam en haalbaar financieringsmodel. Algemeen relevante trainingen van Humanitas zijn openbaar beschikbaar voor álle vrijwilligers in Nederland. Driekwart van de afdelingen stuurt actief aan op goede scholing van alle vrijwilligers. Alle afdelingen zijn ondersteund in de organisatie van deskundigheidsbevordering op lokaal niveau. Er zijn minimaal 80 geschoolde vrijwillige trainers aan de slag in het hele land.
Maatschappelijk effect: De hulpvragers kunnen rekenen op goed voorbereide en begeleide vrijwilligers.
Humanitas kan beantwoorden aan de toenemende vraag uit de samenleving naar hoogwaardig vrijwilligerswerk met toegeruste vrijwilligers. Hiermee blijft Humanitas een goede partner van lokale overheid en zorg en worden de meer dan 60.000 deelnemers per jaar adequaat ondersteund. Best practices van lokale samenwerking zijn verzamelen uit haar afdelingen en gedeeld binnen en buiten de organisatie om succesvolle lokale samenwerking ook elders gevolg te geven.
3. Mezzo Centrale doelstelling
Betere en meer efficiënte ondersteuning door vrijwilligers aan mantelzorgers door een netwerk van ervaringsdeskundigen uit de Mezzo achterban op maat coaching bieden.
Organisaties in de informele zorg weten hun positie te bepalen en in te nemen in de veranderende zorg- en steunnetwerk van zorgvragers en hun mantelzorgers door regionale kennisdeling in informele zorg-werkplaatsen en netwerken.
Toename capaciteit van informele zorg met de middelen en behoud in kwaliteit.
Activiteiten Mezzo kiest voor veranderen door maatwerk ondersteuning:
Start met een scan waarmee de organisaties samen met het veld de uitdagingen en thema’s in beeld brengen en prioriteiten vaststellen voor de vier regio’s. Op basis van deze scan en tussentijdse evaluatie (oktober 2016) worden de thema’s en detaillering van de activiteiten bepaald.
2
Inzet van een pool van innovatiemakelaars die aanvullend en aansluitend op de al beschikbare materialen en de huidige dienstverlening van de Mezzo-regioadviseurs werken aan o.a. de dienstverlening en de ondersteuning van hulpvragers en hun mantelzorgers in zorg-intensieve situatie of een ontbrekend netwerk.
Organiseren van werkplaatsen over lokaal samenspel en over de mogelijkheden en grenzen van informele zorg.
Ontwikkeling van e-learning modulen “Versterken sociale netwerken” en verdiepingsmodulen voor “Complexe zorgvragen”.
E-coaching en Webinars voor coördinatoren en professionals in de informele zorg rond onder andere het thema “Werken met vrijwillige coördinatoren”. Mede op basis van samenwerking met andere organisaties in dit programma.
Resultaten en maatschappelijk effect Organisaties in de vrijwilligerszorg sluiten in hun dienstverlening aan bij de veranderende ondersteuningsvraag van mensen in een kwetsbare positie en hun mantelzorger(s). Zij zijn leidend in de lokale samenwerking met (zorg)organisaties, waarin de formele zorg aansluit op de informele zorg. De kwaliteit van de organisaties is door het programma in dienstverlening en bedrijfsvoering sterk toegenomen.
4. Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) Centrale doelstelling
Versterken van de lokale structuur en lokale vrijwilligers, waardoor zij positie gaan innemen in het lokale speelveld. Waarbij nieuwe samenwerking gezocht wordt met andere lokale organisaties.
Bevorderen van de deskundigheid van de vrijwilligers.
Vernieuwing van de lokale activiteiten waarmee inclusief aantrekkingskracht op en binding met nieuwe vrijwilligers tot stand komt.
Het beoogde totaaleffect is, dat meer mensen uit onze vrijwilligersachterban, dus de christelijke wereld, zich in willen gaan zetten voor alle Nederlanders, dat ze daarin goed geschoold kunnen worden op een manier en tijd die bij hen past, en dat ze ondersteund worden door een deskundige en efficiënt georganiseerde lokale organisatie, die daartoe samenwerkt met andere formele en informele zorgaanbieders. In deze eerste opzet maken we daartoe een Ondersteuningsprogramma “Vrijwillig dichtbij” Programma uitwerking landelijke organisatie ‘Vrijwillig Dichtbij” 4 aantal stappen. Welke stappen meer nodig zijn, zullen we gaandeweg ontdekken. Activiteiten
Transformatiegespreken met de afdelingen om op deze wijze de transformatie met hen in te zetten en de veranderagenda te bepalen.
Uitbreiding deskundigheidsbevordering voor de (potentiële)vrijwilligers. Waaronder het ondersteunen van lokaal samenwerken. De samenwerking op landelijk niveau biedt kader en doorzet op het lokale.
Stimuleren van digitalisering.
Het ontwikkelen van een communicatieplatform/portaal.
Resultaten en maatschappelijk effect Het beoogde totaaleffect is, dat meer mensen uit de vrijwilligersachterban van NPV; de christelijke wereld, zich inzet voor alle Nederlanders, dat ze daarin goed geschoold zijn op een manier en tijd die bij hen
3
aansluit en past. Daartoe ondersteund door een deskundige en efficiënt georganiseerde lokale organisatie, die samenwerkt met andere formele en informele zorgaanbieders.
5. Nederlandse Rode Kruis Centrale doelstelling Doel van het implementatietraject is dat afdelingen kunnen inspelen op nieuwe vragen van (nieuwe) hulpvragers in relatie met het thema zelfredzaamheid. Onze vrijwilligers weten hoe ze de doelgroep ‘minder zelfredzamen’ vinden (met behulp van de contacten en kennis van andere partijen) en spelen in op hun behoeften door zelf en met lokale partners passende activiteiten aan te bieden. Meer afdelingen zullen op deze manier werken aan zelfredzaamheid, zij zullen hiertoe nieuwe vrijwilligers aantrekken en weten te binden. Activiteiten
Trainingsprogramma’s voor bestuurders, coördinatoren en uitvoerend vrijwilligers, regionaal op maat.
Ondersteuning op maat voor afdelingen door professionals en andere afdelingen (ambassadeurs): training on the job voor 40 afdelingen.
Best practices online beschikbaar met de ontwikkelde materialen.
Competentieprofielen beschikbaar voor diverse activiteiten (op basis waarvan opleiding en werving gebeurt.
Resultaten en maatschappelijke effecten: De opbrengst zit in het bereiken van die mensen die zichzelf nu niet kunnen redden in het geval van nood op grote en kleine schaal. En daarbij in het bereik dat we hebben gerealiseerd in hulpbereidheid van anderen naar (tijdelijk) minder zelfredzamen. Op lokaal/buurtniveau is er een netwerk opgebouwd en werken vrijwilligers samen waar mogelijk en waar nuttig om een krachtig aanbod in het kader van zelfredzaamheid te realiseren. Alle 25 districten en 80 % van de lokale afdelingen is bekend met het vraaggericht werken. Effecten
Meer mensen zijn zelfredzaam geworden m.b.t. noodsituaties.
Aansluitend bij de vraag zijn activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd die er aan bijdragen dat mensen langer veilig thuis kunnen wonen.
Meer mensen zijn hulpvaardig naar anderen toe.
De “buurtredzaamheid” is gestegen: mensen kunnen zichzelf beter redden (in relatie tot noodsituaties) en letten meer op de mensen om hen heen. De omgeving als geheel is redzamer geworden!
Op lokaal niveau zijn er voldoende en goed getrainde vrijwilligers actief, er is een netwerk opgebouwd met andere partijen en werken vrijwilligers samen om een kracht aanbod aansluitend op de vraag te realiseren in het kader van zelfredzaamheid.
Op lokaal niveau weten vrijwilligers van het Rode Kruis andere (vrijwilligers)organisaties te vinden en wordt samengewerkt.
De conclusies van de lokale trajecten zijn vertaald in een bruikbare handleiding en tools (bijvoorbeeld een scan) die de afdelingen gebruiken. Deze zijn online beschikbaar. Best practices worden gedeeld met andere partijen.
4
6. PKN Kerken in Actie Centrale doelstelling Het doel van het project ‘Zorgzame Kerk’ is een beweging op gang te brengen die de lokale kerken versterkt en voedt, door:
Te ondersteunen bij het verrichten van zorgzaamheid in diverse vormen, afhankelijk van de lokale context, volgens ‘kerkeigen’ criteria en kwaliteitsnormen, en in gang zetten van lokale innovatie op dit gebied; Eén van deze zwaarwegende criteria is ‘wederkerigheid’, van belang om ‘zelfredzaamheid’ en ‘eigen kracht’ waar mogelijk, te stimuleren en in visie en beleid van lokale kerken (nog meer) te verankeren.
Specifieke, innovatieve projecten landelijk te initiëren en lokaal te implementeren afhankelijk van de behoeften in de lokale context; bijvoorbeeld ‘zorgmaatje’, nieuwe vormen van diaconaat en de inzet van het kerkgebouw als multifunctionele, laagdrempelige ontmoetingsplek, denk aan ‘dagbesteding in de kerk’;
Te ondersteunen bij het expliciteren van de eigen rol en relevantie van de kerk in de lokale context;
Te faciliteren bij het tot stand brengen van nieuwe samenwerkingsverbanden; Naast contacten met zorgorganisaties en overheid gaat het hier ook nadrukkelijk om de samenwerking met vrijwilligersorganisaties. Hierbij wordt geen institutionele samenwerking beoogd maar vormen die passen bij een netwerk samenleving.
Het initiëren van regionale en landelijke uitwisseling van ‘best practices’ en vorming van een netwerk.
Activiteiten
In tenminste 50-100 gemeenten een presentatie en startmodule als handreiking voor oriëntatie op een eigen lokaal project met het thema Zorgzame Kerk,
In tenminste 25-50 gemeenten een advies- en begeleidingstraject om een lokaal traject Zorgzame Kerk te realiseren.
Nazorg in continuïteit borgen en de pilotfase omzetten in een duurzame lokale zorgzame kerk.
Werken met een O meting per lokaal traject en eindmeting waarin naast kwantitatieve indicatoren ook de effecten op terrein van groei in lokale samenwerking met andere organisaties en overheid en competentie ontwikkeling van betrokken vrijwilligers in beeld komt.
Resultaten en maatschappelijke effecten Het resultaat is een herpositionering van de lokale kerk binnen de vernieuwde context van de zorg, waarbij mensen die zorgafhankelijk zijn en niet beschikken over een sociaal netwerk (of een te beperkt netwerk) aanvullende zorg en aandacht krijgen, dit in samenwerking met andere lokale organisaties en overheid:
Toename deskundigheid / competenties van uitvoerende vrijwilligers én van de lokale besturen binnen een duurzaam lokaal-landelijk verband.
Een toename van het aantal actieve vrijwilligers op het terrein van kerk en zorg.
Het verwachte maatschappelijk effect is dat er een hechte lokale zorgstructuur ontstaat, waarin diverse partners uit de formele en informele zorg elkaar aanvullen en versterken en samen oog hebben voor de kwaliteit van leven van mensen, met inachtneming van hun autonomie, mate van zelfredzaamheid en mogelijkheid voor wederkerigheid. Daarbij behoort niet de eigen positionering van de kerk, zorg- of vrijwilligersorganisatie leidend te zijn, maar zijn de partners dienstbaar te zijn aan de lokale samenleving.
5
7. Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) Nederland, Centrale doelstelling Lokale VPTZ-organisaties zijn zodanig ingericht dat zij:
Kunnen voldoen aan de toegenomen vraag en de toenemende complexiteit van de Zorgvragen.
Op een constructieve manier samenwerken met lokale en regionale partners in de informele en formele zorg en de gemeentes, waardoor de cliënt continuïteit en kwaliteit van de zorg ervaart.
Deze doelstellingen worden nagestreefd middels versterking van de competenties van lidorganisaties om proactief op de transities in te spelen. Activiteiten
Quick-scan: In het eerste jaar wordt een Quick-scan ontwikkeld, die VPTZ-leden (en VPTZ Nederland) inzicht geeft in de kwaliteit van bestuur en organisatie in relatie tot de drie uitdagingen die de transities bieden.
Transitie-coaching regionaal in alle 22 regio’s.
Regionale intervisie in de 22 VPTZ-regio’s waarin de voortgang van de organisatie-ontwikkeling is gedeeld, dilemma’s worden besproken en samenwerkingsmogelijkheden zijn verkend.
E-learning en Kennisbank modules ontwikkeld voor de toerusting van het bestuur van VPTZorganisaties rond de transities.
Resultaten en maatschappelijk effect De beoogde output is dat lokale VPTZ-organisaties zijn toegerust om op verantwoorde wijze in te spelen op de gevolgen van de transities: goed vormgeven van het samenspel met informele en formele zorgpartners, inspelen op complexere zorgvragen, bewaking van grenzen, toename van de capaciteit (van zo’n 10.500 naar zo’n 15.000 vrijwilligers in 2020). Het maatschappelijk effect is vierledig:
Maakt sterven op de door de cliënt gewenste plaats mede mogelijk, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Mede vormgeven van een zorgzame samenleving.
Voorkomt verdere medicalisering van ‘doodgaan’.
Deze specifieke vorm van mantelzorgondersteuning voorkomt uitputting en werkuitval van de naasten.
8. Nationale Vereniging de Zonnebloem Centrale doelstelling
Toename deskundigheid/competenties van de uitvoerende vrijwilligers die op een goede manier signalen opvangen en uitvragen, ook de vragen die buiten de Zonnebloem liggen.
Alle vrijwilligers van De Zonnebloem toegang bieden tot het deskundigheidsbevorderingsprogramma.
Exploreren van mogelijkheden van alternatieve samenwerkingsvormen tussen de formele en informele zorg en andere lokale actoren waarmee de doelgroep van alle organisaties gebruik kan maken van het aanwezige hulpaanbod.
Actieve samenwerking bij het opvangen van doorverwijzingen m.b.v. een sociale kaart.
6
Activiteiten
Ontwikkelen van de workshop ‘Meer dan bezoek’, getest en opgenomen in het reguliere deskundigheidsprogramma en in 2016 een 30 keer ingezet.
Aanpassing van de workshop ‘Intake’ en in 2016 een 70 keer ingezet.
Pro-actieve samenwerking met de LOVZ partners in de ontwikkeling en verbetering van de workshops
Aanpassing workshop ‘Lokale Samenwerking’ gericht op vertegenwoordigers van alle hulpaanbieders op lokaal niveau o In 2016 wordt de workshop Lokale Samenwerking 40 keer ingezet.
Resultaten en maatschappelijk effect
De hulpvragers kunnen rekenen op goed getrainde vrijwilligers waardoor zij een goede doorverwijzing krijgen én door samenwerking ook een goed vervolg bij de collega-organisatie.
De inhoud, opzet en methodologie van de workshops zijn beschikbaar voor ieder andere organisatie.
9. Stichting Present Nederland Centrale doelstelling
Versterken verbinding formele met informele zorg; de lokale stichtingen met de zorg- en welzijnsorganisaties, sociale wijkteams en collega vrijwilligersorganisaties.
Begeleiden van innovaties van de lokale stichtingen, deskundigheid van de vrijwilligers, transformatie van vrijwillige inzet bij de hulpverleners.
Ontwikkelen competenties vrijwilligers. Zowel gericht op eigen organisatie en gedeeld of verkregen van andere organisaties.
Activiteiten
Versterken verbinding formele met informele zorg (versterken capaciteit en lokaal samenwerken) Aangaan van partnerschappen met andere om hulpverleners te informeren over en te motiveren voor inzet van vrijwilligers in een hulpverleningstraject.
Begeleiden van innovaties op de aspecten van capaciteit en competentie. a. Vrijwilligerswerk als oefenplaats voor burgerschapsvorming. b. Van project naar traject voor de vrijwilligersgroepen. c. Van hulp bieden naar samen doen; participatie van ‘ontvangers’ van hulp. d. Vrijwillige groepsgewijze respijtzorg. e. Inzet van de vrijwillige groepsklus als katalysator van eigen kracht conferenties en familiegroepsplannen.
Ontwikkelen competenties vrijwilligers (competenties).
Resultaten en maatschappelijk effect
Lokale en landelijke partnerovereenkomsten zijn gesloten tussen Present met zorgaanbieders over samenwerking, participatie van cliënten, financiële aspecten en innovatie.
70 lokale Present stichtingen – besturen en coördinatoren – zijn ondersteunen in hun multi-level functioneren (strategisch, tactisch, operationeel) en werken samen met lokale zorg- en welzijnsorganisaties. Ze zijn gepositioneerd richting wijk- en buurtteams, andere vrijwilligersorganisaties en de gemeente.
7
Het centrale aanbod aan deskundigheidsbevordering is gekanteld naar regionaal georganiseerde opleidingscentra, waartoe naast de coördinatoren er een direct aanbod is voor de vrijwilligers.
Hulpvragers participeren en integreren in de samenleving door de unieke kracht van vrijwillige inzet.
Hulpverleners hebben beter zicht in het betrekken van vrijwilligers, met name bij cliënten die zelfstandig wonen.
Innovatieve concepten zijn beschreven en krijgen toepassing in rol van vrijwilligers in complexe zorg; vormen van burgerschap, vormen van netwerken rondom voor isolement kwetsbare doelgroepen, verbindingen informeel en institutioneel niveau, verlichting van mantelzorgers.
Lokale stichtingen hebben voldoende capaciteit en competenties en slaan een brug tussen mensen die iets hebben te bieden en mensen die daarmee geholpen kunnen worden.
10
Stichting Vier het Leven
Centrale doelstelling
Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers ten aanzien van herkennen van dementie en zorgbehoefte.
Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers ten aanzien van communicatievaardigheden met doelgroep kwetsbare ouderen.
Vaardigheidstraining van vrijwilligers ten aanzien fysieke beperkingen van ouderen; tillen/rolstoel/in en uit auto; EHBO zodat de kwetsbare groep nog langer deel kan blijven nemen aan de activiteiten van Vier het Leven.
Lokale samenwerking met andere initiatieven delen van kennis en kunde; in lokale overleggen kennis ontwikkelen over doorverwijs mogelijkheden en uitwisselen van kennis en informatie t.b.v. betere samenwerking tussen zorg en welzijn.
Activiteiten Om werk goed en deskundig uit te kunnen voeren moeten de vrijwilligers worden getraind en opgeleid. Het plan ziet er als volgt uit:
De trainingen opdelen in een modulair aanbod.
Uitvoering van trainingen aan de lokale 1500 gastvrouwen/gastheren door de locatie coördinatoren trainers in de 65 programmagebieden.
Ontwikkelen en uitgeven van E-learning ondersteunend aan de trainingen; blended learning.
Organisatie van themabijeenkomsten, waar mogelijk samen met andere organisaties verbonden aan het netwerk van NOV.
Opbouw van de signalering en netwerkvorming lokaal. Samenwerking vinden tussen formele en informele zorg. Daartoe te verbanden leggen op landelijk, regionaal en lokaal niveau.
Opbouw van de signalering en netwerkvorming lokaal. Samenwerking vinden tussen formele en informele zorg. Daartoe te verbanden leggen op landelijk, regionaal en lokaal niveau.
Resultaten en maatschappelijk effect
De lokale programmagebieden kunnen de groei van het aantal ouderen welke deelnemen aan de activiteiten van Vier het Leven opnemen.
Deze lokale organisaties en de vrijwilligers zijn toegerust om met de ouderen met een toenemende zorgvraag; fysieke zorg en psychische zorg, in te spelen met de keuze en aard van de activiteiten.
Vier het leven is gepositioneerd in het lokale beleid gericht op langer thuis wonen en de betere inzet van informele zorg door vrijwilligers en mantelzorg
8
Met de activiteiten van Vier het Leven nemen de vrijwilligers iets van de druk op mantelzorg/informele weg.
11 TijdVoorActie Centrale doelstelling
Versterken deskundigheidsbevordering en begeleiding van lokale vrijwillige coördinatoren en besturen die te maken krijgen met complexe problematiek.
Transformatie van de landelijke organisatie Stichting TijdVoorActie naar de lokale organisaties met voldoende capaciteit en competenties.
De nieuwe generatie jongeren inzetten middels nieuwe vormen en een passende aansluiting met traditionele vormen van vrijwilligerswerk.
Bijdrage leveren aan de wervingskracht van bestaande vrijwilligersorganisaties in het bereik en de inzet van jongeren. Samenwerkingen en participatie van scholen, studentenverenigingen, kerken e.a. een extra meerwaarde doen creëren.
Delen, overdragen en beschikbaar maken van kennis en ervaring op het gebied van lokale samenwerking tussen jongerenvrijwilligersnetwerken en vrijwilligersorganisaties. Daarmee het verbeteren en slagkracht bieden van vrijwillige inzet door jongeren.
Voor jongeren en allochtonen die zich minder aangetrokken voelen tot traditionele vormen van vrijwillige inzet, verleiden tot vrijwillig inzet via een grotere variëteit aan vormen.
Activiteiten
Trainingen voor de coördinatoren en besturen van lokale netwerken voor vrijwilligers rondom complexe problematiek. Hiervoor wordt op het niveau van de doelgroep jongeren een laagdrempelige, aansprekende en hybride online module met training ontwikkeld in samenwerking met LOVZ partners.
Met de kennis en ervaring die landelijk en lokaal is opgebouwd jongeren inspireren, helpen, begeleiden, ondersteunen en coachen bij de ontwikkeling van lokale jongerennetwerken.
De (door)ontwikkeling en start van lokale jongeren vrijwilligersnetwerken die op een vernieuwende wijze aansluiten bij wat er lokaal aanwezig is.
Resultaten en maatschappelijk effect In de programma periode zijn 32 lokale vormen van jongeren vrijwilligersnetwerken tot stand gebracht. Daarvan zijn 12 lokale (structurele) jongeren vrijwilligersnetwerken of andere vrijwilligersvormen opgezet in samenwerking/partnership met bestaande lokale vrijwilligersorganisaties (waaronder LOVZ-partners). De andere 20 jongeren vrijwilligersnetwerken hebben op basis van co-financieringsinzet uitvoering gekregen. Maatschappelijk effect
Jongeren bieden lokaal op hulp en netwerk aan kwetsbare mensen.
Participatiesamenleving krijgt vorm door nieuwe generatie.
Verbinding en aansluiting tussen jongeren vrijwilligersnetwerken/jongereninitiatieven en bestaande (meer traditionele) vrijwilligersorganisaties en zorg- en welzijnsinstellingen.
Lokale zorg- en welzijnsinstellingen zijn toegankelijker geworden voor jonge vrijwilligers.
Jongeren geven op jonge leeftijd het samenleven invulling en nemen deel aan vormingstrajecten gericht op vrijwilligerswerk en participatie.
9
Generaties zijn verbonden doordat jongeren zich inzetten voor bijv. ouderen (vergrijzing).
Mensen ontvangen passende vrijwillige hulp door deskundige lokale. besturen/coördinatoren van vrijwilligersnetwerken.
12. Unie KBO Centrale doelstelling Unie Kbo richt zich in het programma op de volgende doelen:
Toename van de deskundigheid/competenties van de uitvoerende vrijwilligers en lokale besturen.
Een efficiënt aanbod aan deskundigheid in een duurzame impuls voor lokale continuïteit.
Verbinding en samenwerking tussen formele en informele zorg en lokale actoren.
Toename van het aantal vrijwilligers.
Activiteiten Aanbod aan eenheidstrainingen per lokale afdeling en ouderenadviseurs worden op maat gemaakt en krijgen uitwerken in hoe daarin en met wie er op welke manier co-creatie mogelijk is. Uitwerken en verbreden van het trainingsaanbod, ook in samenwerking met andere organisaties voor de vrijwilligers. Uitwerken van de werving van nieuwe vrijwilligers op duidelijke profielen Resultaten en maatschappelijk effect
Resultaat is dat de trainingen voor vrijwillige ouderenadviseurs en bestuursleden van een afdeling zijn verbeterd en omgezet in blended learning.
De Unie KBO beschikt over een breed aanbod aan allerlei vormen van deskundigheidsbevordering (inclusief intervisie, coaching, training on the job en e-learning) waarmee vrijwilligers hun kennis en vaardigheden hebben vergroot. Deels is dat aanbod van de KBO zelf, deels is het aanbod gedeeld met andere organisaties. Daarnaast is een duurzaam model voor lokale deskundigheidsbevordering ontwikkeld.
Binnen lokale samenwerkingsverbanden in een groot aantal verschillend settings (steden, dorpen, wijken, met en zonder formele zorg) is duidelijk:
welke positie de vrijwillige ouderenadviseur het beste innemen;
welke vragen door vrijwilligers beantwoord worden en wanneer doorverwijzing naar beroepskrachten is gegeven;
hoe de lokale besturen op een efficiënte manier samenwerken met andere vrijwilligersorganisaties in het kader van de lokale belangenbehartiging.
Nieuwe vrijwilligers in de afdelingen zijn geworven om ouderen individueel en collectief te ondersteunen. De werving van deze vrijwilligers is zowel binnen als buiten de KBO uitgezet. Een viertal profielen (de ouderenadviseur, de aanjager, de lobbyist/belangenbehartiger en de inhoudelijke deskundige) voor deze vrijwilligers zijn ontwikkeld.
De maatschappelijk effecten van deze resultaten zijn dat ouderen en andere burgers in kwetsbare posities:
Op een laagdrempelige en gelijkwaardige manier informatie, advies en ondersteuning ontvangen van goed opgeleide vrijwillige adviseurs.
Erop kunnen vertrouwen dat er lokaal een goede afstemming is tussen formele en informele zorg.
Erop kunnen vertrouwen dat vrijwillige adviseurs hun signalen doorspelen naar lokale belangenbehartigers.
Erop kunnen vertrouwen dat de lokale belangenbehartiging uitgevoerd wordt door vrijwilligers met een
10
adequate expertise.
13 Unie Van Vrijwilligers Nederland Centrale doelstelling
Verbeteren onderlinge samenwerking tussen de betaalde werkers, vrijwilligers en de lokale gemeente in de rol van belangrijke aanjager en samen brenger.
Deskundigheidsbevordering in de eigen organisatie ontwikkeling van besturen en coördinatoren.
Verhogen van de instroom van –vooral- jongere vrijwilligers. Kortlopende projectmatige activiteiten die goed zijn voor hun CV (bijv. medische studenten die opteren voor werk bij de afdeling spoedeisende hulp). Daartoe goede en aansprekende producten voor wervingsacties.
Activiteiten Het plan van UVV Nederland is opgebouwd uit deelplannen van hun lokale organisaties met doorzet en verbreding in de loop van de uitvoering van het programma. De trajecten laten een mooie diversiteit zien van ontwikkelrichtingen in lokaal samenspel. UVV Hoorn gaat nieuwe samenwerking aan met Omring Thuiszorg gericht op het ontlasten van mantelzorgers van cliënten van de Thuiszorgorganisatie. Men gaat in duo’s werken waarbij een dagdeel per week de mantelzorger vrij kan nemen. Gericht op het ontzorgen van de mantelzorger. UVV Tilburg richt zich op de aanvullende nazorg thuis na ontslag uit o.a. het ziekenhuis, verpleeghuizen en revalidatiecentra etc. in Tilburg e.o. waardoor patiënten in de thuissituatie beter geholpen kunnen worden. Werving en scholing van een groep van 25 extra vrijwilligers. UVV Ede richt zich voornamelijk op het aantrekken van meer vrijwilligers die kunnen worden ingezet in het ziekenhuis en bij maatjesprojecten in de toenemende vraag van ontslagen patiënten in de transfer naar thuissituatie. UVV Enschede richt zich op de verschuiving van vrijwilligersinzet van intramuraal naar extramuraal in het bredere beleid van ‘Langer thuis wonen’. In een groeiscenario wordt gestart bij de bestaande UVV samenwerkingsverbanden. Daarna verbreden naar andere instellingen en organisaties in de regio Enschede. UVV Zoetermeer richt zich op de thuiszorg met ook een jongere doelgroep van vrijwilligers. Resultaten en maatschappelijk effecten
Lokaal samenspel is tot stand gebracht en vanuit dialoog wordt gebruik gemaakt van elkanders sterke kanten. Vrijwilligersorganisaties én beroepsorganisaties trekken samen op in het belang van alle kwetsbaren mensen.
De deelnemende besturen van UVV zijn zich meer bewust van de komst van de participatiesamenleving, de gevolgen die dat heeft voor vrijwilligersorganisaties in het algemeen en hebben dat concreet gemaakt in de verandering van inzet en activiteiten voor hun eigen afdeling.
Maatschappelijk effect is dat er meer jongeren bij de UVV komen in een korte “vrijwilligersloopbaan” met mogelijk ook enthousiasme voor later.
11