Cases hoofdstuk 7: Werkkapitaalbeheer
Case 1 'BikeA', een fietsenzaak in Amsterdam, heeft een afzet van 12.000 fietsen per jaar. De afzet is regelmatig verdeeld over de 300 dagen in het jaar dat het bedrijf open is. De bestelkosten bedragen €170 per bestelling, onafhankelijk van de bestelde hoeveelheid. De voorraadkosten (opslag, verzekeringen, etc.) bedragen 2,5% van de inkoopprijs per jaar. De verkoopprijs ligt op gemiddeld € 250 per fiets. De brutowinstmarge bedraagt 30%. De tijd die verstrijkt vanaf de bestelling tot aan het moment van levering is altijd precies 12 dagen. Bereken op basis van deze gegevens het bestelniveau.
1
Case 2 Apotheek ‘De Pil’ is 290 dagen per jaar open. Van geneesmiddel 'Paracil' wordt zeer veel verkocht, gemiddeld 30 per dag. Probleem is dat de aanschafwaarde hoog ligt (€ 60 per pakje) en dat de levertijd lang is, gemiddeld 25 dagen, met mogelijke afwijkingen van 6 dagen naar boven of naar beneden. Ook zijn er dagen dat weinig verkocht wordt (toch altijd nog minimaal 20 pakjes) en dagen dat veel verkocht wordt (maximaal 35 pakjes). De bestelkosten liggen ook vrij hoog: op € 90 per bestelling, onafhankelijk van het aantal. De variabele voorraadkosten bedragen € 1 per pakje per jaar. Bereken het noodzakelijke bestelniveau voor de pakjes 'Paracil'.
2
Case 3 'Rienstra en Zn', een zaak in dure brillen, had altijd een stabiele afzet en de levertijd door leveranciers was ook altijd hetzelfde. De jaarlijkse afzet ligt op 4.230 brillen. De zaak is 282 dagen in het jaar open. De levertijd bedroeg standaard 15 dagen. Per bestelling rekenen de leveranciers € 150, onafhankelijk van het aantal brillen. De voorraadkosten zijn voor 'Rienstra en Zn' € 12 per bril per jaar. Het afgelopen kwartaal kwam er verandering in alle zekerheden. De dagafzet begon te schommelen tussen de tien en de twintig brillen per dag terwijl de leveranciers nu eens binnen 9 dagen en dan weer pas na 21 dagen bezorgden. Bereken de kostenstijging die hiervan voor 'Rienstra en Zn' het gevolg is.
3
Case 4 ‘Klijnsoon en Zn’ is een groothandelaar in ski-artikelen. Hij heeft voor al zijn afnemers een krediettermijn vastgesteld van één maand. Bij betaling binnen vier dagen mag 1% korting op het factuurbedrag in mindering worden gebracht. ‘Klijnsoon en Zn’ heeft een jaaromzet van € 2.400.000. Daarvan wordt 15% binnen vier dagen betaald. Van de rest wordt 3% nooit ontvangen. De afnemers zonder korting betalen gemiddeld na twee maanden. Bij dit gemiddelde zijn ook de vorderingen begrepen die na zes maanden als oninbaar worden afgeboekt. Bereken het gemiddeld debiteurensaldo van ‘Klijnsoon en Zn’.
4
Case 5 ‘Seubring en dochters’ vervaardigt diverse soorten golfartikelen. De jaaromzet bedraagt € 18.000.000. Om concurrerend te zijn staat het bedrijf afnemers een krediettermijn toe van 2 maanden. Betaling binnen 8 dagen levert afnemers een korting op van 1% van het factuurbedrag. Voor veertig procent van de omzet wordt gebruik gemaakt van de korting. De overige omzet doet er gemiddeld drie en een halve maand over om binnen te komen. Vorderingen die na zes maanden nog niet betaald zijn, worden als oninbaar beschouwd. Dit geldt voor 2% van de jaaromzet en is meegenomen bij de berekening van de gemiddelde krediettermijn. ‘Seubring en dochters’ werkt met een rentevoet van 1% op maandbasis. Bereken voor ‘Seubring en dochters’ de kosten wegens wanbetaling.
5
Case 6 'De Bierton' handelt in aanverwante producten voor de biertap (glazen, viltjes, etc.). De jaaromzet is € 4.300.000. Aan klanten wordt een krediettermijn toegestaan van anderhalve maand. Betaling binnen vijf dagen levert een korting op van 2% op het factuurbedrag. Van de omzet wordt 35% binnen vijf dagen betaald. De rest van de omzet wordt gemiddeld na vier maanden betaald. Daarbij is ook rekening gehouden met 4% van de omzet op krediet die helaas na acht maanden als oninbaar wordt afgeschreven. Bereken voor 'De Bierton' de kosten die gepaard gaan met de oninbaarheid van vorderingen.
6