Hoofdstuk 7
De Knie (1)
hoofdstuk 7 - De Knie
De Knie Het kniegewricht is het grootste gewricht van het menselijk lichaam. In verband met de grote belasting zal het gewricht een grote mate van stabiliteit moeten bieden, aan de andere kant zal het gewricht ook een grote mate van bewegelijkheid, mobiliteit, moeten bieden om te kunnen lopen, knielen of hurken. De ‘knie’ wordt gevormd door het femur, tibia en de patella. Er zijn anatomisch 2 gewrichten: De verbinding tussen tibia en femur De verbinding tussen femur en patella Tussen de eerste verbinding bevinden zich de mediale en laterale meniscus Binnenin de knie bevinden zich de voorste en achterste kruisbanden, aanhechtend op de tibia en het femur. Aan de mediale zijde bevindt zich het mediale ligament als verdikking van het kapsel. Lateraal is het ligamentum collaterale laterale een ‘gescheiden’ band van het kapsel. Op het tibiaplateau bevinden zich de mediale en laterale menisci. Beide bestaan uit een voor- en achterhoorn met daartussen een arcus. Beide menisci zijn via ligamenten verbonden met het kapsel, de laterale meniscus is losser verbonden dan de mediale en heeft daardoor een grotere bewegingsmogelijkheid.
Lateraal aanzicht van de rechterknie
Mediale aanzicht van de rechterknie
1. Fibulaire insertie biceps femoris 2. Tibiale insertie biceps femoris 3. Insertie aan de laterale meniscus 4. Ligamentum collaterale laterale 5. Laterale meniscus
1. Ligamentum collaterale mediale posterius 2. Ligamentum collaterale mediale, 1 en 2 normaal vast met elkaar verbonden 3. Mediale kapselband, bestaande uit ligamentum meniscotibiale mediale en ligamentum meniscofemorale mediale 4. M. Semimembranosis 5. M. Sartorius 6. M. Gracilis 7. M. Semitendinosus 8. M. Gastrocnemius, caput mediale 9. M. Popliteus 10. Patella 11. Ligamentum patella 12. Mediale meniscus 13. M. Vastus medialis 14. M. Vastus medialis obliquus 15. Pees van de adductor magnus Dos Winkel
Dos Winkel
2
kracht- en stabilite it st ra ining
hoofdstuk 7 - De Knie
Knie De volgende letsels zullen worden behandeld: 1. (Partiële) Menisectomie mediaal/lateraal 2. Mediaal/Lateraal bandletsel 1. Tijdens roteren, flecteren, extenderen en combinaties van deze bewegingen kan de meniscus tussen de tibia en femur geklemd raken. Veelal gaat dit gepaard met een scheur, klein of groot. Wanneer deze inklemming niet meer op een natuurlijke manier kan worden opgeheven volgt een operatie. Hierbij zal te allen tijde worden getracht zoveel mogelijk van de meniscus intact te laten en zal er dus zo min mogelijk meniscus worden verwijderd. Zeker de laterale meniscus heeft een belangrijke functie voor de stabiliteit in combinatie met de M. popliteus. Indien de scheur in de meniscus zich bevindt in het gevasculariseerde gedeelte zal getracht worden de meniscus te hechten. Dit is een sparende techniek voor de structuren maar betekent een langdurige revalidatie. De revalidatie na een partiele menisectomie van een laterale meniscus zal meer tijd in beslag nemen dan dezelfde ingreep aan de mediale zijde. Dit komt o.a. door de langere periode van rust die genomen wordt na de operatie aan de laterale zijde.
kracht- en stabilite it st ra ining
3
hoofdstuk 7 - De Knie
Knie - (Partiele) mediale/laterale menisectomie, status na operatie - Revalidatieperiode Mediaal ongeveer 4/5 weken Lateraal ongeveer 6/7 weken - Volleyballer Partiële mediale menisectomie Fase 0: Ontstekingsfase Therapie
Volleybal 0-3 dagen na trauma Training
Immobilisatie Buikspieren Bovenbouw programma
Mediale meniscus: 1 week rust, geen actieve oefentherapie geopereerde been Laterale meniscus; 2 weken rust, geen actieve oefentherapie geopereerde been Partiële mediale/laterale menisectomie Fase 1: Proliferatiefase UHV
Volleybal 1-3 dagen – 21 dagen na trauma
Kracht
1
Krachtuithoudingsvermogen benen Start na 7 dagen mediaal Start na 14 dagen lateraal
2
Hypertrofie
3 4
Loop ABC, Coördinatie Aerobe capaciteit (duursport) Aëroob vermogen (spelsport/duursport)
5 6 7
4
Snelheid
Maximale kracht Lactische capaciteit Snelkracht
kracht- en stabilite it st ra ining
hoofdstuk 7 - De Knie
Partiële mediale/laterale menisectomie Fase 2: Remodelleringsfase UHV 8
22 dagen – einde revalidatie Kracht
9
Sprong ABC
10
Explosief kracht
11
Specifieke kracht
12 13
Snelheid
Alactische capaciteit
Acyclisch/cyclisch Alactisch vermogen
14
Plyometrie
15
Complex
16
Lactisch vermogen
17
Agility
kracht- en stabilite it st ra ining
5
hoofdstuk 7 - De Knie
1. Krachtuithoudingsvermogen Fietsen over het algemeen nog niet mogelijk, flexie knie nodig voor fietsen >90º is in veel gevallen niet haalbaar. Krachtuithoudingsvermogen duur/spelsporter Oefening
Herh
Series
Pauze
Leg press tot 90º
15
3
1
KG
Bijz
Good morning
15
3
1
Squat, halve squat
15
3
1
Step up
15
2
1
l/r
Squat lunge
15
2
1
l/r
Calf raise
15
3
1
Dead lift
15
3
1
Voorslaan/Clean
15
3
1
Oefening
Herh
Series
Pauze
Leg press
12
4
1
Good morning
12
4
1
Squat
12
4
1
2. Hypertrofie Hypertrofie spelsporter
6
KG
Bijz
Step up
12
2
1
l/r
Squat lunge
12
2
1
l/r
Calf raise
20
2
1
l/r
Dead lift
12
4
1
Voorslaan/Clean
12
4
1
Nordic hamstring excentrisch-concentrisch
10
3
1
kracht- en stabilite it st ra ining
hoofdstuk 7 - De Knie
3. Loop ABC Starten in wandel maar zo snel mogelijk uitbouwen naar dribbel en looppas Tevens starten met vriendelijke richtingsveranderingen voor- achter en zijwaarts.
4. Aëroob vermogen Volleybal is een sport waarbij het aëroob vermogen relatief geen grote rol speelt, deze vorm éénmalig uitvoeren als ‘try out’. Training bijvoorbeeld 4 x 4 min. 90-95% VO2 max, lopen
5. Maximaal kracht Bij een optimaal lopende revalidatie is het rond deze periode mogelijk pijnvrij te fietsen Maximaalkracht spelsporter Oefening
Herh
Fietsen
10’
Series
Pauze
Leg press, warming up Good morning
12/10/8
1
1
6
3
2
Squat
4
5
2
Step up
6
3
2
l/r
Squat lunge
6
3
2
l/r
Calf raise
20
3
1
l/r
Dead lift
3
6
2
Voorslaan/Clean
6
3
2
kracht- en stabilite it st ra ining
KG
Bijz
7
hoofdstuk 7 - De Knie
6. Lactische capaciteit Snelheid 80-85% max. snelheid Ook deze vorm komt in volleybal nauwelijks voor, uitvoeren als testtraining Warming up
3’ inlopen
Loopscholing Rekken Balvormen
Op de plaats bal aangooien, speler speelt bal vanuit de lucht terug. Bldz boek verwOp 2 benen of moeilijker op 1 been. - Bovenhands - Onder hands - Met zijwaartse verplaatsing
Lactische capaciteit
5 x (8 x 20m) Richttijd:40’’
Uitfietsen
Pauze: 1’
15’
7. Snelkracht Snelkracht spelsporter
8
Oefening
Herh
Fietsen
10’
Series
Pauze
Leg press, warming up Good morning
12/10/8/6
5
2
10’’ 10 hh
5
2
Squat
10’’ 10 hh
5
2
Step up
10 hh zo snel mglk
3
2
l/r
Lunge
10’’ 10 hh
3
2
l/r
Calf raise
10’’ 15 hh
3
2
l/r
Dead lift
10’’ 10 hh
5
2
Voorslaan/Clean
10’’ zo snel mglk
5
2
kracht- en stabilite it st ra ining
KG
Bijz
hoofdstuk 7 - De Knie
8. Alactische capaciteit Warming up
3’ inlopen
Loopscholing
Speedladder
Rekken Overspelen bal 2 tal, in beweging 3 meter>6 meter, li/re
1x raken 2x raken
Toniserende sprongetjes 2 benig op de plaats Versnellingsloopjes als warming up 5 (7 x 15m)
Richttijd: 20’’ Hp: 2’ SP: 5’
5 (10 x 10m)
Richttijd: 17’’ Hp: 2’ SP: 5’
2 rondes uitlopen
9. Sprong ABC Een belangrijke stap in de revalidatie van een volleybalspeler. Deze vorm maximaal aan bod laten komen en veelvuldig herhalen tijdens de rest van de revalidatie periode. 1
2-benig
Verticaal
2
2-benig
Horizontaal
3
1-benig
Verticaal
4
1-benig
Horizontaal
5
1-benig
Zijwaarts
kracht- en stabilite it st ra ining
9
hoofdstuk 7 - De Knie
Opbouw stopsprongen en voorreksprongen Van:
Naar:
Algemene kracht Geen plyometrie Tweebenig Slow motion Cyclisch (rustig) Zwaar Zonder rotatie Lokaal Ogen open Geen materiaal Geen aanloop Stilstaand Stabiel steunvlak Laag bij de grond Één functie Groot steunvlak
Specifieke kracht Plyometrie Éénbenig Explosief Acyclisch Licht Met rotatie Complex Ogen dicht Materiaal (horden, hekjes) Aanloop Met voorbeweging/inveren Labiel steunvlak Naar hoge sprongen Meerdere functies Klein steunvlak
Verzwaringprincipes, willekeurige volgorde, bij sprong ABC
Sprongtype
Uitvoeringswijze
Stopsprong Voorreksprong Kaatssprong Voetsprong Side sprong Kikkersprong Touwtjespringen Loopsprong Hinken li/re Sprongen overgaand in loop Hinken overgaand in loop Variatie sprongen Bodemsprongen Lange sprongen Korte sprongen Prestretch/plyometrie
Afstand Hoogte Snelheid Contacttijd/moment Explosiviteit Ondergrond Richting Frequentie 2- of 1 benig Schaatsvormen Tijd Op commando Voorrek
Variaties bij sprong ABC
10
kracht- en stabilite it st ra ining
hoofdstuk 7 - De Knie
10. Explosief kracht Explosiefkracht volleybal Oefening
Herh
Fietsen, warming up
10’
Series
Touwtje springen
1’
3
Leg press, sprongen
10
4
Pauze
Squat
5’’ 7hh
5
2
Step up advanced
7 hh zo snel mogelijk
3
2
Dead lift
5’’ 7hh
5
2
KG
Bijz
l/r
Voorslaan/clean
7 hh zo snel mogelijk
5
2
Lunge
7 hh zo snel mogelijk
3
2
l/r
Calf raise 1 been
7 hh zo snel mogelijk
3
1
l/r
Fietsen, cooling down
5’
Bovenbouwprogramma Buikspierprogramma
300
11. Specifieke kracht Warming up
3’ inlopen
Loopscholing
hordes
Rekken Korte versnellingsloopjes 10m Toniserende kaatssprongen vanuit de enkels
1 en 2 benig
- Maximaal hoog springen met bal aantippen, vanuit stand
10 x 3 series, HP:10’’ SP:2’
- Maximaal hoog springen met bal aantippen, met aanloop - Maximaal hoog springen met bal aantippen, met aanloop, na landing direct in verdedigingsstand 2 meter achterwaarts lopen
10 x 3 series, HP:10’’ SP:2’ 10 x 3 series, HP:10’’ SP:2’
10 rondes uitlopen/loopband 5’
kracht- en stabilite it st ra ining
11
hoofdstuk 7 - De Knie
12. Acyclisch/cyclisch Warming up Loopscholing
Loop abc met richtingsveranderingen
Rekken Verlengde passen
Hoedjes 1 voet, 1 ½ voet, 2 voet enz van elkaar, tot aan 5 of 6 voet. Speler 1 x raken looppas, met verlengende pas
Balvormen
- Bal wandelend hoog houden
- 2 tal overspelen elkaar moeilijk maken - Bal mag 1x stuiten, direct terugspelen
Training Acyclisch: - Staan, sprint rechtuit 10 m - Zig zag sprint 4 x 5m - Sprint met keerpunten 180º, 4 x 5m - Sprint met opdracht trainer voor/achter/zij 10’’ Training Cyclisch (dit is een aparte training van a-cyclisch!!): 1 x 40m 1 x 50m 1 x 60m 1 x 70m 1 x 80m
10x 10x 10x 10x
HP; 15’’ HP; 15’’ HP; 15’’ HP; 15’’
SP; 2’ SP; 2’ SP; 2’ SP; 2’
HP: 2’
2;2 volleybal spel 10 rondes uitlopen
Vanaf dit moment mag de speler gedeeltelijk meetrainen met de groep. Niet direct de volledige training meespelen, de speler moet in gedeeltes ingepast worden. Starten met warming up, in een aantal trainingen uitbouwen naar het meespelen van partijen
12
kracht- en stabilite it st ra ining
hoofdstuk 7 - De Knie
13. Alactisch vermogen Warming up
3’ inlopen
Loopscholing
Pilonnen met versnellen
Rekken Passen/spelen met de groep Partijspel met de groep, zonder sprongen 10 x 5m wenden keren
Maximale snelheid Klokken 5 series, SP; 3’
14. Plyometrie Warming up
3’ inlopen
Loopscholing
Pilonnen met versnellen
Rekken Passen met de groep Partij met de groep Hoogtesprongen over een hekje
- Maximale hoogte, 2 benen, voorwaarts, direct gevolgd door achterwaarts terug 5 sets sprongen, 3 series - Maximale hoogte, 1 been, zijwaarts en terug 5 sets sprongen, 3 series linkerbeen/3 series rechterbeen
15. Complex Warming up Loopscholing Rekken Meespelen technisch tactisch groep Meespelen kleine partijen groep Toniserende sprongen Sprongen - sprint
- 5 horden sprongen, 2 voet afstand van elkaar, 10 m sprint, 5x - 3 aanvalssprongen, zigzag sprint, 4 x 6m, 5x
- Loopsprongen 10 stuks, 5x5m sprint met wenden keren, 5x Deze 3 vormen 2 series 4 x 10 verdedigende ballen verwerken 10 rondes uitlopen/loopband 5’
kracht- en stabilite it st ra ining
13
hoofdstuk 7 - De Knie
16. Lactisch vermogen Deze vorm komt niet tot nauwelijks voor in het volleybalspel 1x uitvoeren eventueel als try out Warming up Loopscholing Rekken Training groep 18m lengte volleybalveld
2x heen terug 14’’, rust 14’’ 4x heen en terug in 28’’, rust 28’’ 2x heen terug 14’’, rust 14’’ 4x heen en terug in 28’’, rust 28’’ SP: 4’ Deze serie 2x
10 rondes uitlopen
17. Agility Warming up Loopscholing Rekken Training groep Wenden keren met blokken en afwerken Zo snel mogelijk om pilonnen heen, met gezicht richting het net.
Achter waarts
Smash Blok
5 herhalingen HP; 90’’ 5 series SP; 4’ 10 rondes uitlopen/loopband 5’
14
kracht- en stabilite it st ra ining