CARTOONS IN DE GESCHIEDENISLES (I) HET MOSLIMFUNDAMENTALISME: BEELDVORMING VANUIT WESTERS STANDPUNT EN TEGENBEELD Charlotte Beckers, Sofie De Vlaminck, Sofie Teugels en Roel Van Acker, in samenwerking met Koen De Landtsheer (redactie)
In het kader van een module binnen de vroegere AILOopleiding aan de Gentse universiteit, werkten enkele studenten rond het thema ‘cartoons en moslim-fundamentalisme’ met het oog op lesimplementatie. Het werd een werkstuk met veel bruikbaar lesmateriaal voor de leerkracht. In onderstaande, aangepaste bijdrage een samenvatting van hun resultaten. In volgende afleveringen van Hermes hopen we bijdragen met andere thema’s te kunnen presenteren.
islamitische wereld. Maar ook binnen beide werelden zijn vaak tegenstrijdige visies terug te vinden. Een discussie rond persvrijheid en vrije meningsuiting past zeker binnen deze context, maar werd in deze bijdrage niet verder uitgediept.
2. Een lesvoorbeeld Hieronder kort een mogelijke, niet verder uitgebouwde lesopbouw (groepswerk); de eigenlijke focus valt op de presentatie en analyse van de cartoons zelf (zie 3).
1. Cartoons en bruikbaarheid voor de geschiedenisles Dat cartoons dankbaar lesmateriaal zijn hoeft geen betoog. Het zijn eigentijdse bronnen, waar tussen de ‘regels’ door heel wat valt uit af te leiden, steeds met de nodige vorm van humor, en zeker geschikt voor een generatie die in kranten, weekbladen of waar dan ook met het medium wordt geconfronteerd. Een grondiger analyse dan enkel ‘kijken naar’ dringt zich echter op, temeer daar het vaak thema’s betreft die niet meer binnen de leefwereld van de leerlingen zijn in te passen. Dat cartoons met betrekking tot voorliggend onderwerp brandend actueel zijn bewees de hetze rond de Mohammed-cartoons van 2006. Het gebruik van dergelijk visueel bronnenmateriaal vraagt een behoorlijke begeleiding door de leerkracht. Leerlingen moeten leren kijken (zgn. translatie), zien wat er te zien valt en in een volgend stadium volgt de interpretatie, de vertaling, het lezen tussen de regels door. Cartoons vormen tegelijk ideaal bronnenmateriaal voor klasgebruik naar beeldvorming toe. Onderstaande bijdrage probeert zich ook juist hier op te focussen: lln moeten al vlug de vaardigheid onder de knie krijgen of het om westerse dan wel om cartoons gaat uit de
Doelstellingen: * De lln zien in dat de grens tussen geloofsovertuiging en fundamentalisme zeer vaag is. * De lln kunnen verbanden leggen tussen het christelijke fundamentalisme tijdens de kruistochten en het huidige islamfundamentalisme. * De lln kennen de oorzaken van de extreme gevoeligheid van moslims (onder andere ten opzichte van cartoons). * De lln kunnen op een kritische manier cartoons interpreteren. Lesfasen: * instap: een artikel uit ‘De Morgen’, 31 januari 2007 “Studie: Europese terreurcellen hebben geen band met Al Qaida” (Jürgen Gevaert). Aan de hand van een vraaggesprek worden de leerlingen getest op hun kennis over dit onderwerp, of ze de islam eraan linken, hoe ze denken over deze godsdienst, over islamisme, fundamentalisme en de daaraan gelinkte (internationale) terreur.
89 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
* lesstructuur (OLG): het ontstaan van de islam en de leer; godsdienstfundamentalisme; de islam in onze westerse samenleving en binnen de islamitische samenleving. * groepswerk: hoofddoel is om van elk thema de beide visies te illustreren, zowel de westerse als de islamitische visie rond vijf thema’s (zie verder).
Probleemstelling: ‘Verlaat de islam het pad van de godsdienst?’. Onze keuze moet dan ook in deze optiek gezien worden. Verlaat de islam het pad van godsdienst, en wordt ze meer en meer een ideologie? Als vanzelfsprekend is dit geen probleemstelling die zo maar eventjes kan opgehelderd worden. Hiervoor dienen de leerlingen over voldoende achtergrondinformatie te beschikken. Deze informatie wordt hen tijdens de les verduidelijkt onder meer aan de hand van cartoons. Maar wat betekent deze probleemstelling nu? Wat verstaat men onder godsdienst? Wat is een ideologie? Vooraleer de probleemstelling aan te pakken, dient men een eensluidend beeld te vormen van de componenten waaruit de probleemstelling bestaat. Ten eerste het begrip ‘godsdienst’. Volgens Van Dale betekent ‘godsdienst’: ’verering, aanbidding van God / geheel van plechtigheden en leerstellingen waarin het godsgeloof van een volk of kerkgenootschap wordt uitgedrukt. Concreet komt dit er op neer dat de islam als godsdienst Allah als enige God ziet, diegene die alle vroegere godsdiensten verenigt onder één noemer. Bovendien zijn aan deze godsdienst een aantal verplichtingen verbonden waaraan de gelovige zich dient te houden. De basis voor het geloof in de islam en de bron voor alle wijsheid volgens de islam vindt men in de Koran. Hierin ligt de belangrijkste moeilijkheid: de interpretatie van deze schrift. Het gevolg is een grote diversiteit in intensiteit voor wat betreft geloofsopvattingen. De een stelt zich al wat radicaler op dan de ander, afhankelijk van hoe men de Koran interpreteert. De ene neemt voldoening met wat er zwart op wit geschreven staat, de ander leest wat er tussen de regels staat geschreven. De stap naar een ideologie is dan niet meer veraf.
Wat is een ideologie? Volgens Van Dale is een ideologie het geheel van ideeën dat ten grondslag ligt aan een wijsgerig stelsel met betrekking tot hun maatschappelijke of politieke strekking. Een hele mond vol, maar binnen de islam lopen godsdienst en ideologie naadloos in elkaar over. Als je een gelovige van Allah bent, dan leef je volgens zijn regels en wetten. Meer concreet, zoals we in sommige landen van het MiddenOosten kunnen zien, leef je als moslim in een moslimstaat die de sharia als wetgeving kent. Zowel economisch, cultureel, politiek, sociaal als religieus staat alles in het teken van de islam. Dit betekent de facto dat een scheiding der machten onbestaande is. Turkije vormt hier een ‘mooie ‘uitzondering op de regel. Als vanzelfsprekend kan men het voorgaande niet generaliseren voor de moslimgemeenschap. Naast gewone gelovigen, zijn er ook gematigden en echte hardliners. Maar om terug te komen op onze probleemstelling: verlaat de islam het pad van de godsdienst? Wordt de islam meer en meer een ideologie? Om op deze vraag een antwoord te kunnen formuleren worden de leerlingen geconfronteerd met een aantal cartoons van zowel westerse als oosterse zijde. Aan de hand hiervan proberen we op het einde van de les tot een vergelijk te komen d.m.v. een klasdiscussie. De leerstof die in deze les aan bod komt, kan aangevuld worden met de leerstof uit andere vakgebieden. Een samenwerking op schoolniveau is hierbij aangewezen. Zo is het mogelijk om de islam als godsdienst aan bod te laten komen in het vak niet-confessionele zedenleer of godsdienst, de taal die in de cartoons aan bod komt kan onder de loep worden genomen in het vak Engels, de meer technische aspecten van de cartoon kunnen in het vak esthetica besproken worden. In het vak geschiedenis wordt dan een meer historische kijk gegeven op de cartoons, weliswaar in relatie tot de actualiteit. Op het gebied van de VOET’en is dit een uitstekende oefening, bovendien wordt de takenlast gespreid terwijl toch voldaan wordt aan de leerplannen. De lessen worden in het tweede jaar van de derde graad gegeven.
90 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
3. Groepswerk / Leidraad voor de analyse van cartoons Vijf thema’s worden behandeld: nine eleven, zelfmoordaanslagen, de islam, belangrijke religieuze figuren en de persoon van Osama Bin Laden. Het opzet is om de klas onder te verdelen in vijf groepen. Iedere groep krijgt twee cartoons omtrent één bepaald thema en krijgt vijf minuten om de antwoorden te vinden op de daarbij gevoegde vragenlijst (zie fiche in kadertekst). Hierna wordt klassikaal per groepje overlopen wat hun bevindingen zijn en volgt er nog een kleine klassikale discussie. Zo kunnen de leerlingen ook nieuwe inzichten verwerven. In onderstaand overzicht worden ter illustratie meer dan twee cartoons per thema gegeven.
In de reflectie van de ogen van het Vrijheidsbeeld zien we als ‘ooggetuigen’ het tweede vliegtuig op de WTCtorens afstevenen. Het is een momentopname. De vrouw huilt, als metafoor voor de VSA, of voor de Verlichting? De cartoon toont de aantasting van het meest fundamentele vrijheidsrecht, zoals opgetekend in de Declaration of Independance die het beeld in zijn rechterhand houdt. De vrijheid van de VSA wordt vanaf 9/11 aan banden gelegd. Strenge controles en angst nemen het vrijheidsgevoel van de Amerikanen weg. De aanslag wordt door de cartoonist emotioneel vertaald.
Cartoon 2 Using September 11 to invade the world, Arab News, 9/12/05. http://www.aljazeerah.info/Cartoons/2005%20cartoons/September/12s5c.htm Amjad Rasmi, werkt meestal vanuit het Verenigd Koninkrijk.
3.1. Nine eleven Cartoon 1 Mike Luckovich, Amerikaans cartoonist bij de Atlanta Journal-Constitution, won de Pulitzer prijs in 1995 (zie ook) http://www.journalismjobs.com/interview_luckovich.cfm http://www.ajc.com/opinion/content/opinion/mikecontest2007_table.html) http://www.nyc-architecture.com/LM/LM-Statue of Liberty_1.jpg
Op de cartoon worden de twee WTC-torens afgebeeld die zijn neergevallen i.p.v. ingestort, een interpretatie van de cartoonist. Het tweede deel van de cartoon toont een tank die de WTC-torens als brug gebruikt om het tegenover liggende gebied binnen te vallen. De begeleidende tekst onder de cartoon “Using September 11 to invade the world” spreekt voor zich. Hier speelt het politieke-militaire effect veel meer, niet het emotionele aspect zoals in de vorige cartoon. Slechts een grondige klasanalyse maakt een diepgaande interpretatie mogelijk. Een mooi voorbeeld van een soort van ‘cartoon in strip’, die een nieuwe interpretatieve dimensie aan het medium verleent. Deze cartoon geeft duidelijk een Arabisch of antiAmerikaans standpunt weer over de aanslagen. De Twin Towers worden na de aanslag als brug gebruikt om de Trans-Atlantische regio, meer bepaald het Midden-Oosten (Afghanistan, Irak…) militair binnen te vallen. De aanslagen als legitimatie voor het Amerikaanse imperialisme van de 21ste eeuw, als wettiging om de Amerikaanse economische belangen te verdedigen en uit te breiden.
91 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
Beide cartoons geven de situatie weer terwijl de aanslag aan het gebeuren is. De cartoon vanuit de westerse optiek is waarheidsgetrouwer in die zin dat de vliegtuigen beide torens doorboren. De tweede cartoon legt meer het accent op de nasleep van de aanslagen (hoewel op het linkse beeld de torens ook nog maar ‘net’ zijn gevallen (niet ingestort).moet het helemaal hebben van een diepgaande interpretatie In beide cartoons is er een slachtofferrol: enerzijds de VSA, slachtoffer van een gigantische terroristische aanslag, anderzijds landen uit de Arabische wereld, slachtoffer van de Amerikaanse economische imperialistische politiek.
Cartoon 3 Using September 11 to milk the world (in kleur), Almostaqbal, 9/12/05 http://www.aljazeerah.info/Cartoons/2005%20cartoons/September/12s5c.htm Hassan Bleibel, vooral aan het werk in Beiroet, Libanon. Zijn cartoons verschijnen regelmatig in Libanese en Arabische kranten en tijdschriften.
Cartoon 4 http://www.tomgrossmedia.com/ArabCartoons.htm verschenen in de “Al-Watan” krant van Qatar op 23 juni 2003. De site waarop we deze cartoon vonden is echter niet van Arabische makelij. De eigenaar ervan is Tom Gross, een ex-correspondent vanuit Jeruzalem voor de “Sunday Telegraph” uit London en het “New York Daily News”. Daarnaast heeft hij nog artikels, nieuwsverslagen en reviews geschreven voor een breed aantal andere kranten en tijdschriften (VSA, Groot-Brittannië, Canada, Israël, Italië…). Deze cartoon stond in een rij van 10 cartoons uit de Arabische wereld die door Tom Gross geselecteerd werden. Deze cartoon toont Ariël Sharon die van op de zijlijn toekijkt hoe een Israëlisch vliegtuig in het WTC gebouw binnendringt. De Arabische woorden links van het gebouw betekenen met de linkse ‘l’ “vrede”, met de rechtse ‘l’ erbij ‘islam’ of onderwerping. Interpretatie is niet voor de hand liggend.
Op de cartoon wordt Bush voorgesteld in een bloedbad. Hij melkt d.m.v. II september (de uiers als datum!) de wereld uit, maar verzuipt misschien zelf onder het ‘gewicht’ en het bloed van de wereld. De cartoon deelt dus dezelfde mening met de vorige cartoon en is vanuit dezelfde visie gecreëerd. Alleen ligt hier meer de nadruk op de menselijke ellende die de nasleep van nine eleven heeft veroorzaakt of zal teweegbrengen.
92 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
Deze cartoon zou eventueel kunnen verwijzen naar de eerste reacties die de Palestijnen verantwoordelijk achtten voor de aanslagen, wat Israël toeliet zijn strijd tegen moslims in het Midden-Oosten kracht bij te zetten en te verrechtvaardigen. Sharon heeft handig gebruik gemaakt van de aanslagen om al zijn militaire vergeldingen ten opzichte van de Palestijnen te verantwoorden. In ieder geval een voorbeeld dat cartoons niet altijd zo voor de hand liggend zijn voor precieze interpretatie.
Cartoon 5 Washington, The Seattle Post-Intelligence, 8 September 2002http://cagle.msnbc.com/news/9 11Anniversary2003/6.asp David Horsey (http://seattlepi.nwsource.com/horsey/), won in 1999 de Pulitzer Award, werkt voor de Seatlle Post-Intelligence, een Amerikaanse nieuwsbron, momenteel voorzitter van “the Association of American Editorial Cartoonists”
vlakken. Het optimisme en geloof in eigen kunnen bij de Amerikanen vergroot nog wanneer enkele jaren later de Sovjet-Unie als enige uitdagende wereldmacht implodeert. Het kapitalisme (Wall Street!) als overwinnaar van de Koude Oorlog. Door de aanslagen wordt en blijft de Amerikaanse hemel door rook verduisterd. Het enige ‘lichtpuntje’ is enkel dat nog van de maan, of is het een sip kijkende zon (of Bush?)? Op het middendeel zien we de gebeurtenis van 11 september met de twee rokende Twin Towers. Tussen deze gebouwen zien we Uncle Sam, letterlijk op zijn knieën gekregen, verontwaardigd of verbaasd kijkt bij het zien van deze gebeurtenis (hij komt zoals de vliegtuigen ‘figuurlijk’ uit de lucht gevallen…). Dit gevoel wordt dan ook nog eens passend geïllustreerd met de woorden : “why do they hate us”. Rechts tot slot zit op een tak van een dode boom een aasgier met het hoofd van Bin Laden, die grijnzend neerkijkt op Uncle Sam. Hierop aansluitend kunnen we het als vergelijking met de leerlingen vluchtig hebben over de Middeleeuwse stigma’s van joden als honden. Op de achtergrond rechts tot slot worden enkele vliegtuigpassagiers aan strenge veiligheidscontroles onderworpen, het gevolg van de verstrengde veiligheidscontroles. De cartoonist heeft een duidelijke breuk willen weergeven tussen de periode voor 9/11 en die erna. Volgens hem gaat die wereld nooit meer dezelfde zijn, trekt de rook nooit op. Het optimisme is verdwenen bij de mensen en de big-brothersamenleving is niet meer weg te slaan. Vooral die laatste bemerking, kenmerkt het gevoel dat ten tijde van de publicatie van deze cartoon bij het volk speelde.
Deze cartoon laat zich alweer als een stripverhaal lezen, een triptiek als het ware. Het linker gedeelte baadt in het zonlicht: het optimisme van de Amerikanen na de afloop van de Koude Oorlog. De Amerikaanse samenleving boomt op bijna alle
93 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
Cartoon 6
moslims zal duidelijk geschetst worden. Toch kan het thema “zelfmoordaanslagen” niet ontbreken in een studie rond cartoons over moslimfundamentalisme.
http://www.postroad.com/9-11/ Carison
Cartoon 7 http://www.boreme.com/boreme/x /terroristschool.gif Dit is een Amerikaanse site die zich helemaal niet op de studie van het moslimfundamentalisme toespitst, maar eerder een databank is van leuke spelen, grappige video’s en foto’s.
Deze cartoon wil aantonen dat aanslagen de Amerikanen niet klein krijgen. In plaats van zich verslagen te voelen, vinden ze juist opnieuw kracht om verder te gaan en alles opnieuw op te bouwen. De cartoon toont aan dat de moslimextremisten de Amerikanen niet kunnen raken. Ze laten zich niet klein krijgen door een stelletje vliegtuigkapers. En ze laten zich niet doen, want “retaliate” wil zeggen “wraak nemen”. De cartoon maakt dat, in de directe nasleep van de aanslagen duidelijk dat er vergeldingsacties zullen volgen.
We zien een ‘meester-terrorist’ die aan drie leerlingen toont hoe ze zichzelf moeten opblazen. De eerste ‘leerling’ volgt de ‘meester’ zeer geconcentreerd en lijkt overtuigd te zijn dat hij ooit zichzelf zal kunnen opblazen omwille van zijn geloof. De tweede ‘leerling’ kijkt grijnzend toe en lijkt zich echt te amuseren in zijn rol als terrorist. De ‘leerling’ die meest rechts staat komt een beetje slungelachtig over en lijkt geen idee te hebben hoe of waarom er een zelfmoordaanslag gepleegd moet worden, maar ziet tegelijk de humor van de cartoonist in. Verwijzing naar Afghanistan, eventuele verwijzing naar ‘Aloo, Aloo’. En waar zit nu eigenlijk die humor? Het is duidelijk een cartoon die het algemene beeld van de Amerikaanse/Westerse maatschappij tegenover moslimterroristen weergeeft.
De New Yorkse brandweermannen werden al vlug de ‘heroes’, denk maar aan de ontelbare foto’s, of aan een film zoals Oliver Stone’s World Trade Center van 2006. Cartoon 8 3.2. Zelfmoordaanslagen De moslims die zelfmoordaanslagen plegen zijn zeer gerespecteerde martelaren in de ogen van de conservatieve moslimwereld. Met deze personen mag niet gelachen worden, ze mogen bijgevolg niet afgebeeld worden in cartoons. Hoe gevoelig deze zaak ligt bij de
‘Toen Rashid het uiteindelijk aandurfde stond er helaas niemand op de bus te wachten. De Standaard, 09.04.2002. Zaza, pseudoniem van Klaas Storme, Vlaams cartoonist voor onder meer De Standaard, NRC Handelsblad en Net-Magazine, sinds 1999 huistekenaar van De Standaard. Een bushalte, een verzengende woestijnzon, een zenuwachtig type, aftellend, terwijl
94 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
er ergens iets blijkt te tikken. Nog drie tellen te gaan, maar helaas geen potentiële slachtoffers, behalve Rashid zelf.
Cartoon 9 Mars 2004 Vadot (http://www.nicolasvadot.com/Vadot_FR/Dessins_Pr esse/Semaine.htm), politiek cartoonist voor Le Vif / L’Express De leerlingen herkennen de vlag van Spanje en het cijfer “11”. De associatie met een ontploffing is vlug gemaakt door de rookw o l k e n , bloed druppelt uit treinstellen. De terreurgolf heeft Spanje in zijn ‘greep’. Ze zien dat het gaat om de zelfmoordaanslagen op treinen in Madrid op 11 maart 2004. De link met nine eleven is vlug gelegd. Achtergrondinformatie i.v.m. de aanstaande verkiezingen op dat moment is noodzakelijk (niet de ETA zoals door het kabinet Aznar werd beweerd, maar wel degelijk Al Qaeda zat achter de aanslag en kostte Aznar de verkiezingsoverwinning de zondag daarop).
Danziger (www.danzigercartoons.com), politiek cartoonist en auteur. Over het algemeen wordt hij beschouwd als een linkse tegenkracht, een aanhanger van het credo “Bush loog”, momenteel werkzaam als cartoonist op de redactie van de New York Times. Hij werd door Bernard Goldberg in zijn lijstje opgenomen: “100 People Who Are Screwing Up America”, voor Danziger een eer… Een cartoon die opnieuw heel wat analyse vraagt. Al snel zal het woord ‘koranschool’ volgen. Dit begrip dient enige (objectieve) uitleg door de leerkracht. Zo ook het begrip Taliban (vs koran).
De westerse fundamentalistische beeldvorming over de indoctrinerende werking van de islam op leergierige jongeren ( jongens!) staat hier centraal. De Koran als dekmantel. Enkele voorbeelden: de jihad als kruistochtbegrip tegen christenen, joden, tegen alles wat niet moslim is, de houding t.a.v. vrouwen, het martelaarschap, de leer van de eeuwige waarheid die niet kritisch in vraag wordt gesteld. Bemerk ook de cartoontitel en niet in het minst belangrijk: de datum links onderaan… De islam wordt dus gelijkgeschakeld aan datgene wat de Afghaanse Taliban er van maakten; religie wordt ideologie.
3.3. De islam Cartoon 10
Cartoon 11
Infection, New York Times, 07.10.2001 http://www.danzigercartoons.com/archive/cmp/2001 /danziger1106.html
http://muhammadcartoons.com/Coppermine/displayimage.php?album=random&cat=0&pos=-87
95 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
De auteur van deze cartoon is een nobele onbekende. De catoon werd gevonden op een website volledig gewijd aan ‘moslimcartoons’. Zowel de cartoons, als de reacties erop, worden ter beschikking gesteld. De cartoon verwijst op een weinig subtiele manier naar het tijdperk van het Derde Rijk. De Hitlergroet staat hiervoor symbool. De vergelijking tussen Hitler en Allah kan als weinig smaakvol beschouwd worden, maar op deze manier is de boodschap wel heel duidelijk. Eén van de fundamenten van de islamitische godsdienst wordt op deze manier onderuit gehaald. Deze cartoon brengt de probleemstelling in beeld “Verlaat de islam het pad van de godsdienst en wordt de islam steeds meer een ideologie”. De groet verwijst naar het fascisme, een ideologie. De woorden die ze spreken, zijn “Hail Allah”, wat verwijst naar “Heil Hitler”. De islam wordt vanuit dit westers standpunt verbonden aan een ideologie, het fascisme, gekenmerkt door onverdraagzaamheid en indoctrinair autoritarisme, en dus logischerwijs worden ook extreme opvattingen verbonden aan die godsdienst.
Cartoon 12 h t t p : / / w w w. n i c h o l s o n c a r t o o n s . co m . a u /c a r toon_3882.html Nicholson, werkzaam bij de ‘Australian’, een Australische krant. Deze cartoon toont de eigenlijke koran met daaronder de koran zoals die door moslimfundamentalisten wordt gebruikt of misbruikt.
Let vooral op de ‘bek’ met scherpe tanden, als verwijzing naar het agressieve karakter van het moslimfundamentalisme. De beeldvorming is overduidelijk…
Cartoon 13 http://politicalhumor.about.com/library/images/bltal ibanbarbie.htm Dit beeld verwijst naar de verplichte klederdracht van moslimvrouwen in sommige landen. Het is een contradictie, omdat barbie’s typisch westers speelgoed zijn. In vele moslimlanden zijn deze poppen verboden, wegens te uitdagend. Een mooi voorbeeld van een dubbele verpakking!
Cartoon 14 http://www.aljazeerah.info arabist.net/archives/category/religion/ European press hypocrisy, 12/12/06. Khalil Bendib, www.bendib.com , 2/10/06), momenteel woonachtig in Berkeley, maar groeide op in Marokko en in Algerije. Op twintigjarige leeftijd verhuisde hij naar California nadat hij zijn studies in Algerije had beëindigd. Naast zijn activiteiten als politiek cartoonist, is hij ook werkzaam als beeldhouwer (zie http://www.birwaz.org/bendib.htm).
96 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
Deze cartoon is een reactie op het liberale en democratische principe van de vrijheid van meningsuiting. De rel met de Mohammed-cartoons ligt vers in het geheugen. Let op het vogeltje in de linker benedenhoek; het uit kritiek op de staat Denemarken, het land van oorsprong van de beledigende Mohammed-cartoons (zie cartoon 17). De cartoon wijst op de hypocrisie van de Europese media. Enerzijds draagt men vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel; de in de ogen van de moslim-wereld beledigende cartoons van Mohammed worden dan ook niet als dusdanig beschouwd. Anderzijds is die vrijheid van meningsuiting beperkt; het ontkennen van de holocaust is strafbaar. Het is net deze hypocrisie die de auteur op deze manier wil aanklagen. Een discussie rond het Iraanse negationisme als reactie hierop kan de cartoon alleen maar ‘kleur’ geven. De connotatie met ‘rechterhand’ is misschien wel bedoeld. Bemerk ook de kruisvaardersidee, of toch een pauselijke associatie, en de pen als symbool van de persvrijheid, maar tegelijk de lans als wapen.
Een mooi staaltje van godsdienstridiculisering. De Dag des Oordeels is een thema binnen de katholieke godsdienst; op deze dag wordt ieder mens op zijn daden beoordeeld. Het gevolg kan dan de hel of de hemel zijn, afhankelijk van je levensstijl. In de cartoon wordt de aankondiging van deze dag voorafgegaan door een filmische intro, typisch voor de tekenstijl van deze cartoonist. De apocalyptische paarden die tevoorschijn komen zijn Little Pony’s, het gekende kinderspeelgoed. Door gebruik te maken van aspecten uit de filmwereld en de speelgoedsector ridiculiseert hij de Dag des Oordeels. Vooral in de kapitalistische, westerse wereld zijn zowel film als speelgoed een belangrijke bron van inkomsten. Door ze op deze manier te integreren wordt de zogezegde ‘American way of life’ voor een stuk belachelijk gemaakt. De gotische letter is ook niet toevallig.
Cartoon 16 http://www.bendib.com/newones/2006/november/s mall/11-26-Vatican-Veils.jpg Khalil Bendib, zie cartoon 12 Het onderwerp van deze cartoon is de controverse rond de burka. Moslima’s hebben een eigen kledingsstijl die ingegeven is door hun religie (lange gewaden, een sluier en/of een hoofddoek). Sommige vrouwen gaan nog een stap verder en bedekken zowel hun hoofd en lichaam met een kleed (burka).
Cartoon 15 Doomsday, 22.06.2006 http://www.sinfest.net/archive_page.php?comicID=2 208 Tatsuya Ishida, was een tijdje werkzaam als tekenaar bij Dark Horse Comics en werkte er aan de stripreeksen van Godzilla en G.I. Joe, momenteel auteur van de cartoon website Sinfest.
97 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
In een aantal Europese landen werd deze kledingsstijl, specifiek het dragen van de hoofddoek, plots een politiek agendapunt, ook in België (Antwerpen, Gent, Lier…). Dat de overheid zich bemoeit met de godsdienstig geïnspireerde kledingsstijl van de moslima’s stuitte op heel wat protest vanuit islamitische hoek. De cartoon kaatst hierbij de bal terug. Opnieuw wordt hier de hypocrisie van het Vaticaan en het westers denken aan de kaak gesteld. De paus en zijn entourage kunnen zelf geen moderne garderobe worden verweten. In de cartoon zien we bewakers van de Zwitserse garde, paus Benedictus XVI, en kardinaal Renato Martino, het hoofd van het departement voor recht en vrede van het Vaticaan, met wie het allemaal begon. Hun kledingsstijl en -voorschriften stellen hen niet in de positie kritiek te uiten op de islamitische vrouwen. De cat walk-scène uit Fellini’s Roma (1972) zou hier niet misstaan. Hijad staat voor hoofddoek, niqab voor sluier. Het onderscheid is voor lln. niet zo evident. Deze cartoon vormt een echte clash tussen twee godsdiensten, twee opvattingen die elkaar niet begrijpen. Het betreft tradities die hier met elkaar in aanvaring komen. De Arabische cartoons zijn minder geschikt om onze probleemstelling aan te duiden. Natuurlijk gaan westerse cartoons over de islam vaker over het moslim-fundamentalisme dan over de gematigde, doorsnee moslim. We kunnen uiteindelijk aan de leerlingen stellen dat onze probleemstelling wel kan beantwoord worden, maar we moeten zeker nuanceren dat niet elke moslim bij de Taliban hoort! Arabische cartoons over de islam zullen niet geneig zijn het extremisme langs eigen kant te tonen, dan wel t.a.v. het Westen. Hun positieve standpunten staan centraal en ‘onze’ negatieve kanten vergroten ze uit, zoals ook wij proberen doen met onze cartoons. Maar is dat niet juist de bedoeling van dit medium? Om de cartoon binnen zijn concrete context van 2006 te plaatsen citeren we nog: ‘Vaticaan keurt dragen hoofddoek af’ ROME - Het Vaticaan heeft zich voor het eerst kritisch uitgelaten over het gebruik van de islamitische hoofddoek in Europa. Volgens kardinaal Renato Martino moeten immigranten de tradities, cultuur en religie van hun nieuwe thuisland respecteren. Op die manier wordt de integratie van migranten vergemakkelijkt, aldus Martino dinsdag op een persconferentie. Hij is een van de topkardinaals van de rooms-katholieke kerk en belast met migratiekwesties. Met de kritiek op de hoofddoek voegt het Vaticaan zich in de groeiende rij
politieke en religieuze leiders in Europa die hun bezorgdheid uitten over de hoofddoeken bij islamitische immigranten. Zij vrezen dat hoofddoekjes de integratie belemmeren.’ (http://www.site.kifkif.be/forum/showthread.php?t= 4893)
3.4. politiek-religieuze figuren Cartoon 17 http://hodja.files.wordpress.com/2006/09/jyllandsposten_muhammad_drawings.jpg Westergaard, vaste cartoonist bij het Deense dagblad Jyllands-Posten. http://www.zombietime.com/mohammed_image_ar chive/ met interessante afbeeldingen van Mohammed met verborgen gezicht Begin 2006 ontstond er wereldwijd ophef over een serie satirische cartoons, waarvan enkele van de profeet Mohammed, die op 30 september 2005 in het Deense dagblad Jyllands-Postenwaren afgedrukt. Aanleiding was het feit dat de schrijver Kaare Bluitgen tevergeefs had gezocht naar een illustrator voor zijn kinderboek over Mohammed. De krant richtte hierdoor een verzoek aan 40 tekenaars om een karikatuur van Mohammed te maken als illustratie bij een artikel over zelfcensuur en vrijheid van meningsuiting. De prent laat ‘Mohammed’ zien met op zijn hoofd een muts in de vorm van een bom met aangestoken lont. Westergaard, de tekenaar van deze cartoon, is naar eigen zeggen geïnspireerd door het internationale terrorisme, dat volgens hem zijn geestelijke munitie uit de islam haalt. Zijn cartoon was een protest tegen het hanteren van een dubbele standaard met betrekking tot de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. De cartoon legt, net als de andere, een verband tussen Mohammed en het kwaad dat sommige van zijn volgelingen aanrichten. Hieruit spreekt duidelijk een
98 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
westerse visie op de feiten. Dit stuit bij veel moslims op verzet, aangezien dit afbreuk doet aan hun beeld van Mohammed als heilige en vredestichter. Bovendien getuigt het van geen respect voor de islam aangezien de profeet binnen de eigen godsdienst niet wordt afgebeeld.
Cartoon 18 http://religiousfreaks.com/ John Cole, tekent voor “The Times Tribune” in Scranton, Pennsylvania; heeft een eigen webstek: http://emedia.thetimestribune.com/JohnColeCartoons/tabid/40 7/Default.aspx, waarop je heel wat meer informatie over hem terugvindt, in 2004 de “John Fischetti Editorial Cartoon Competition”. Op de site van deze Amerikaanse tekenaar vind je ook een column die hij schreef naar aanleiding van de “Mohammed-cartoons”. Hij was er niet mee akkoord dat deze cartoons enkel zouden worden gepubliceerd om te choqueren en te vernederen. Op die manier zijn ze niet beter dan elke andere ‘racistische’ cartoon. Maar de vrije meningsuiting is ook voor hem zeer belangrijk.
aantreft. Ook vanuit westerse hoek kreeg de paus veel kritiek op zijn uitspraken over de islam in zijn toespraak van 14 september 2006. De paus wordt in de cartoon gedwongen om zijn excuses te maken. In de context van de cartoon wordt dit hilarisch: “Hij excuseert zich voor het suggereren dat sommige moslims gewelddadig, lichtontvlambaar en onredelijk zijn”. Deze cartoon, bedoeld voor een westers mediabewust publiek, getuigt overduidelijk van een westerse, kritische visie op de problematiek. De islam wordt hier alweer geassocieerd met ‘licht ontvlambaar’ geweld (kromzwaard, geweer, molotovcocktail).
Cartoon 19 http://religiousfreaks.com/
Op deze cartoon zie je een wilde bende woedende en gewapende moslims een zwaar gehavende paus Benedictus XVI omhoog houden en aanvallen. De paus heeft al een blauw oog en zijn staf is gebroken. Hulpeloos kijkt hij “in de camera”. Ook een woedende, wreed uitziende moslim kijkt onze kant uit, daagt de kijker uit. De moslims willen wraak nemen op de paus omwille van de weinig flatterende woorden die hij over de islam sprak. Tussen de moslims (afgebeeld met hoofddeksel) zien we echter ook een westerse man de paus omhoog duwen. Vermoedelijk een knipoog van de cartoonist dat je dezelfde reacties ook in het westen
Deze cartoon werd gevonden op de site van “Religious Freaks”, een site ontworpen door een man met het pseudoniem “Gasmonso”. De auteur zelf is niet gelovig. Zijn bedoeling is met deze site een toegankelijk forum te openen voor religieuze dialoog. Soms echter vinden we op de site verhitte religieuze ruzies en debatten terug tussen fundamentalistische christenen en moslims. Deze cartoon behoorde tot een reeks om een discussie te openen over het onderwerp van de paus en de controverse die hij startte door zijn toespraak op 14 september 2006, waarin hij suggereerde dat de islamitische godsdienst aanzet tot geweld (zie cartoon 18). Dit bracht een wereldwijde controverse teweeg. Deze cartoon valt weer als een stripverhaal te lezen. In de eerste drie delen gaat het telkens om het typischwesters beeld van een moslim, die uitbarst in woede
99 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
om respectievelijk de uitspraken van de paus, de cartoons en uiteindelijk de hele moderne wereld (gesymboliseerd met een i-pod). In het 4de beeld krijgen we een moslim te zien die een bruispil in een glas water doet en een zucht slaakt. Als tekst krijgen we er dan bij dat moslims (zelf) “last krijgen van een milde indigestie door bomauto’s, onthoofdingen, gedumpte lichamen enz.” De kritiek zit hem er hier in dat om zaken die wij in het westen als totaal onschadelijk beschouwen, de moslims woedend zouden worden, terwijl ze door het onmenselijke geweld enkel wat zouden lijden aan milde stressverschijnselen. Deze karikaturale voorstelling van ‘de moslim’ vind je ook in heel wat stripverhalen terug. Een suggestie!
Lectrr dergelijke situeringsbord ook in de lege woestijn van Pakistan. Eén niveau van humor. Het tweede échelon zit hem natuurlijk in het feit dat Bin Laden aan het bord een andere betekenis geeft, Bin Laden voelt zich gepakt op zijn nest. Bovendien is zijn woordgebruik niet bepaald orthodox te noemen voor een moslim. Zeker wordt ook de spot gedreven met het intellectuele niveau. Het lijkt alsof hij voor hen nooit onzichtbaar zal zijn. Tegelijkertijd suggereert de cartoonist dat Bin Laden zich wel degelijk schuilhield in Pakistan. De tekenaar maakte deze cartoon naar aanleiding van de heisa in de pers over het feit dat in 2002 Bin Laden in Pakistan zou zijn ondergedoken en daar door leden van de geheime dienst in bescherming zou genomen worden.
3.5. Osama Bin Laden Cartoon 21 Cartoon 20 http://www.planet.nl Lectrr (http://www.lectrr.be/), Belgische tekenaar, die tweemaal per week een cartoon maakt voor Planet Internet
John Deering, Arkansas Democrat-Gazette”, VS, 2001 http://politicalhumor.about.com/library/images/bltal ibanwomen.htm
Lectrr persifleert in zijn cartoons soms politiekmaatschappelijke (mis)toestanden. Een schrale troost voor moslims is wellicht dat iedere vorm van geloof het in de cartoons te verduren krijgt.
We herkennen Bin Laden in de Pakistaanse woestijn direct. Hij bekijkt een bord dat hem zogezegd aangeeft waar hij zich precies in de lege woestijn bevindt. Waar wij onze plaats vinden in de stad via kaartborden die je op iedere hoek terugvindt, plaats
Hier zien we een aantal mannen van de Taliban die een brief lezen waarop een dreigement staat vanwege vermoedelijk de VS: “Geef ons Osama Bin Laden of wij zenden jullie vrouwen naar school”. De mannen reageren met ontzetting om dit idee alleen al. Dit is duidelijk een cartoon die spot met de ideeën en het geloof van de Taliban, zelfs met de extreme islam in het algemeen. Hij werd getekend vanuit een westers standpunt. De minderwaardige positie van de vrouwen wordt hier bekritiseerd, onderwijs is in Afghanistan immers alleen voor mannen weggelegd.
100 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
Cartoon 22 http://politicalhumor.about.com/ De auteur van deze cartoon heeft zijn werk getekend, maar de naam is moeilijk te ontcijferen. Het is wel duidelijk een cartoon met een westerse visie op de feiten. Wellicht komt de tekenaar uit de VS.
Links zien we “Uncle Sam” van de VS die op zoek is naar Bin Laden en daarvoor te rade gaat bij de Taliban, dus Afghanistan. Twee mannen beweren met ogen vol onschuld dat zij Bin Laden helemaal niet gezien hebben. We zien echter achter de mannen een viertal Taliban-vrouwen staan, volledig bedekt door hun burka, uitgezonderd één “vrouw”. De cartoon suggereert dat Bin laden zich hier onder een te korte burka wegstopt. Zijn fel behaarde benen, grote voeten en geweer verraden echter dat hij het is. Er wordt gespot met het feit dat deze mannen beweren hem niet gezien te hebben, maar eigenlijk ook met het feit dat “Uncle Sam” hem niet herkent. De cartoon werd gevonden op een site met politieke cartoons uit de Verenigde Staten. Zo weten we ook onmiddellijk op welk publiek ermee gemikt wordt.
Cartoon 23 Bin Laden: An early voter in US elections (Jihad Awartani, Ad Dustour, 10/31/04). http://www.aljazeerah.info/ Jihad Awartani, cartoonist voor de “Ad Dustour”, een Arabische krant uit Jordanië die dagelijks algemeen nieuws brengt. Awartani bekritiseert maatschappelijke gebeurtenissen op een ludieke manier.
Op 30 oktober 2004, kort voor de verkiezingen in de VS (2/11/2004), zond Al Jazeerah een videoboodschap uit waarin Bin Laden opnieuw dreigde met aanvallen tegen de VS. Zowel Bush als Kerry reageerden als rivalen in de verkiezingsstrijd kordaat op de boodschap en beloofden weerstand te bieden tegen de dreiging. In de boodschap zei Bin Laden dat Bush sinds 11 september het volk nog meer belogen en misleid heeft en dat de redenen voor een aanval dus nog altijd bestaan. Bush zou ook incompetent zijn en zijn volk in crisis in de steek gelaten hebben. Maar het volk zou ook niet veilig zijn in Kerry’s handen. Ieder draagt daar zijn eigen verantwoordelijkheid. De video heeft in de rest van de presidentiële campagne een grote rol gespeeld. Media beweerden na de verkiezingen zelfs dat Bush hierdoor weer gewonnen zou hebben. Voor wie stemt Bin Laden volgens de cartoonist?
Cartoon 24 Bin Laden’s Tapes have helped the Bush administration to violate personal freedoms and spy on Americans. Nihad Awartani, Ad Dustour, 1/23/06, werkt voor dezelfde krant als Jihad (cartoon 21). Ook zijn cartoons verschijnen op de site van Al Jazeerah en zijn politiek getint. Eind januari 2006 is er in de media een hele heisa rond de ongeoorloofde afluistering van privé-gesprekken van burgers van de VS door de regering van Bush. Als reden geeft Bush op dat dit nodig is om het terrorisme te bestrijden. Maar nu blijkt dat hij hiervoor al toestemming zou gegeven hebben vóór 9/11!
101 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
Alsmaar meer schandalen over regeringspraktijken raken bekend bij het volk. Maar net dan verschijnt er opnieuw een videotape van Bin Laden waarin deze een nieuwe dreiging uit. Dit komt Bush wel net goed uit. Te goed, volgens sommigen, net als vlak voor de verkiezingen in 2004. Zit Bush er zelf voor iets achter? Alleszins uit de cartoonist hier kritiek op het feit dat Bush de tapes gebruikt om zijn “duistere” praktijken goed te praten en dat het Amerikaanse volk dit toelaat. Anderzijds kan dit ook als een stuk kritiek beschouwd worden op Bin Laden zelf, omdat hij Bush enkel een stap verder lijkt te helpen.
4. Besluit Het nut en de waarde van het gebruik van cartoons tijdens de les is hierbij wellicht voldoende geïllustreerd. Cartoons zijn voor de geschiedenislessen een zeer dankbaar medium, omdat ze bijna altijd bedoeld zijn als maatschappijkritiek. Als leerkracht moet je er wel op toezien dat de leerlingen beseffen dat ze hier te maken hebben met een zeer subjectief medium. De visie, het standpunt van de tekenaar is zeer belangrijk en maakt het gebruik van cartoons ook juist interessant. Daarom dat we hier voor cartoons vanuit tegengestelde perspectieven opteerden en deze tegenover elkaar stelden. Leerlingen leren zo dat meningen sterk kunnen verschillen. Ze leren zich even te verplaatsen in de visie van een andere cultuur of er toch tenminste voor open te staan. Aangezien onze cartoons gaan over een actueel onderwerp dat ook behoort tot hun eigen leefwereld, zullen de leerlingen zich aangesproken voelen. Daarbij werken de cartoons an sich ook aanstekelijk, door de humor en de aard van het medium, namelijk getekend beeld. Door het gebruik van deze cartoons in de klas leren de leerlingen kritisch een beelddocument analyseren. Ze leren dat ze ook bij een beeld tussen de lijntjes kunnen lezen en zo leren ze de ware boodschap van een tekenaar distilleren uit zijn product.
5. Bibliografie DE LANDTSHEER K., Syllabus Media in het gechiedenisonderwijs, 2007 (Minerva) MILBOWER L., Cartoons for trainers: seventy-five cartoons to use or adapt for transitions, activities, discussion
points, ice breakers, and more. Carttons by Doris Yager. 2002. Pers in Prent, 2001; 2002; 2003; 2004 - Met tientallen tekeningen van een twintigtal cartoonisten in 20 kranten en tijdschriften biedt PERS IN PRENT een ongewoon, maar altijd boeiend overzicht van twaalf maanden actualiteit in binnen- en buitenland. De jury van de PCB (PRESS CARTOON BELGIUM) kiest ze uit duizenden cartoons die in de Belgische pers zijn verschenen. RANDALL P. H.,The cartoon, communication to the quick. Beverly Hills (Calif.) : Sage publications, 1981. [000293805] VERFAILLIE M., Analyse van de cartoons in de Vlaamse pers. Diss. lic. communicatiewetenschappen 1996. [000396582] WAGENTONK K. en AARTS P., Muiderberg: Coutinho, 1986. [000119525] (islamitisch fundamentalisme) WILSCHUT A., Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent., 2004, pp. 154-156. Websites: http://histoforum.digischool.nl/bibliotheek/spotprenten.htm (REGTOP C., Analyse van spotprenten) http://www.spartacus.schoolnet.co.uk/cartoons.htm http://histoforum.digischool.nl/bibliotheek/spotprenten.htm http://www.cartoonstock.com/directory/l/low.asp http://www.digischool.nl/gs/community/histoforum/ic t/spotprenten.htm http://www.harpweek.com:80/09Cartoon/BrowseByTh eme.asp (originele, Amerikaanse cartoons uit alle soorten media, te vinden via items, personen of plaatsen) http://library.kent.ac.uk/cartoons/about/aims.php#arc hive (Groot-Brittannië) http://www.tomgrossmedia.com/ArabCartoons.htm (Arabische cartoons) http://www.postroad.com/9-11/ http://www.planet.nl http://politicalhumor.about.com/library/images/bltalibanwomen.htm http://www.aljazeerah.info/ http://closedcafeteria.blogspot.com/2006/09/aljazeera-cartoon-on-pope.html http://www.zombietime.com http://www.wikipedia.org http://religiousfreaks.com/ http://3mpub.com http://caglecartoons.com http://nl.novopress.info/?p=247 http://www.wittyworld.com/editorialpolitical.html
102 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
a. Personen • Welke figuren/personages zie je? Beschrijf hun uiterlijk. Stap niet te makkelijk over dit punt heen. Personages op een cartoon zijn niet altijd wie ze lijken. Beschrijf ze dus eerst! • Wie stellen deze figuren/personages voor? Een figuur kan een persoon zijn die daadwerkelijk heeft bestaan (zoals Hitler, Stalin of Kennedy), maar kan ook een symbool zijn dat betrekking heeft op een land of op een bepaalde groep mensen (zoals een leeuw (Nederland), een beer (Rusland) of de Amerikaanse Uncle Sam). Let bij deze stap ook op tekst of symbolen op hun lichamen! • Zijn ze positief of negatief afgebeeld, complimenteus, overdreven of kritisch? Een cartoonist legt altijd kritiek, ironie of humor in zijn tekening. Vaak wordt minstens één van de hoofdfiguren belachelijk gemaakt. Wanneer één personage negatief is afgebeeld, de ander positief, dan zal de tekenaar partij voor één van beiden hebben gekozen. Zijn alle personages negatief afgebeeld, dan vindt de cartoonist waarschijnlijk het afgebeelde thema als geheel bespottelijk. Er wordt altijd wel iets bespot! • Wat doen de hoofdfiguren? Wie of wat is het slachtoffer? De op een cartoon afgebeelde figuren doen altijd wel iets (zelfs als ze niets doen, is dat opvallend genoeg) en vaak doen ze elkaar of iets wat aan. Kijk bij dit punt ook of de personages iets (tegen elkaar?) zeggen! b. Objecten • Welke objecten zie je verder op de cartoon? Benoem ze allemaal. • Wat stellen deze objecten voor? Let op symbolen op de afgebeelde objecten en let op de symbolische betekenis van bepaalde objecten (zoals donkere lucht = dreiging, treurwilg = treurnis, Christuskruis = dood, schedel = dood). Maak bij dit punt onderscheid tussen objecten die ter opvulling zijn, en objecten die iets duidelijk proberen te maken. • Zijn ze positief of negatief afgebeeld, complimenteus, overdreven of kritisch? Voor uitleg zie ‘Personen 3’. • Heeft de cartoon een onderschrift of een titel? Een onderschrift of titel zegt veel over een cartoon. De tekst kan samenvattend zijn of de bedoeling hebben een (grappige) boodschap duidelijk te maken. Het is belangrijk hier goed bij stil te staan. c. Taal: zie boven d. Thema • Op welke historische gebeurtenis heeft de cartoon betrekking? Op basis van de vorige stappen moet je nu kunnen zien naar welke historische gebeurtenis de cartoon verwijst. Vraag jezelf af welke historische situatie plaats heeft gehad waarbij de door jou geïdentificeerde personen en objecten een rol speelden. Bedenk daarbij dat een cartoon niets anders is dan een (kritisch/humorvol/ironisch) stripverhaal van een historische gebeurtenis. • Welke boodschap heeft de tekenaar over dit thema? Vraag je af wat de mening van de tekenaar over het door hem afgebeelde thema is. Kijk daarbij wie of wat op de cartoon belachelijk wordt gemaakt. Zie ‘Personen 3’ en ‘Objecten 3 en 4’. Let bij deze stap ook op extra informatie. Staat de naam van de tekenaar aangegeven? Zijn nationaliteit? Het jaar wanneer de cartoon is gemaakt (is de cartoon getekend ten tijde van de gebeurtenis of veel later?)? Waarin is de cartoon gepubliceerd? Wat weet je van dat blad? • Klopt de cartoon met wat jij over dit thema weet? Je weet welke historische gebeurtenis het onderwerp van de cartoon is. Vergelijk nu of dat wat afgebeeld is, overeenkomt met dat wat jij er van weet. Geeft de tekenaar hetzelfde beeld, of wijkt zijn versie van het verhaal af? e. • • • •
Mogelijke opdrachten waar zit nu precies de humor? vat de cartoon samen in een verhaal bedenk zelf een originele ondertitel wat zou aan de cartoon kunnen voorafgaan/wat zou er kunnen op volgen? (naar Cedric Regtop, http://histoforum.digischool.nl/bibliotheek/spotprenten.htm)
103 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008
bezoek ons onze website
www.vvlg.be
in geval van problemen met lidmaatschap en/of abonnement, contacteer rechtstreeks
ludo smeulders
104 Hermes | Jaargang 12 | nr. 43 | maart 2008