1
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
‘LES CORONS D’AUCHEL 1975 - 1980’ ‘AUCHEL REVISITED 2002 - 2004’
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
2
‘LES CORONS D’AUCHEL 1975 - 1980’ AUCHEL: EEN TERUGBLIK Les Corons d’Auchel. Privé terrein, waar nog steeds een “maison de garde” is, mét bewakers. Les Corons, grauw en dof, in de schaduw van terrils en veelal met de stank van een eeuwig brandend stort. Een stort als bron van plezier voor de kinderen, als scharrelplaats en bijverdienste voor volwassenen. Pierre, Bruno, Didier, Jean-Luc, Daniël, René, Jean-Claude, Anita, Noëlla, Martine, Patricia: kinderen uit één gezin., Kinderen uit les Corons. Ze leven er op straat omdat er binnen geen; plaats is; omdat er binnen niets mag en buiten alles kan. Een gezin waar men om nu en dan vlees te kunnen eten kippen’, konijnen, duiven en eenden kweekt op een binnenkoertje. Drie honden, kort geketend, bewaken er met scherpe tanden het hele zootje. Een gezin, waar apathie en lusteloosheid meegroeien met de kinderen. Waar men evolueert van niets naar niets. En toch valt er een vleugje geluk te bespeuren: misschien betekent het niets iets voor hen. Ik ben blij dat ik er zolang ben blijven “hangen”. Carl Uytterhaegen
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
3
AUCHEL VERWENSING KAMP GETTO VERBIJSTERENDE DOCUMENTAIRE VAN CARL UYTTERHAEGEN Ik heb de foto’s van het Noordfranse koolmijndorp Auchel teruggezien. Dit is het kamp, het getto. De foto’s zijn gemaakt met een zo grote gevoeligheid achter een strakke objectiviteit, dat je er niet over kunt schrijven zonder de schaamte en het respect dat ellende oproept. Het is een beeld van verschrikking met nog enkele zeldzame herinneringen aan mooie en echte dingen, een glimlachend kind, een bloem, ravottende jongens, een jonge vrouw. Maar die geven juist aan dat Auchel is als een schunnige verwensing. De foto’s bij dit artikel zijn een zeer beperkte keuze uit enkele duizenden opnamen die Carl Uytterhaegen, fotograaf en leraar fotografie aan de Kon. Academie voor Schone Kunsten te Gent, gemaakt heeft van 1975 tot ‘80 in Auchel (département du Pas de Calais). Op terugreis van een vakantie in Zuid-Frankrijk ontdekt hij dit verbijsterend decor. Hij zal er 5 jaar blijven fotograferen en is er intussen in alle seizoenen meer dan 50 keer geweest, geobsedeerd door een verwoest landschap waarin mensen zijn blijven leven. Deze selectie geeft wel een goed beeld van de kwaliteit van deze fotografie. Je denkt aan de foto’s van oorlogsinvaliden, zigeuners, bedelaars die Sander heeft gemaakt en waarin je ziet hoe Sander deze mensen heeft ontmoet en hoe hij ze heeft aangesproken. In deze reeks van Uytterhaegen heb je dezelfde indruk: Auchel is gezien met deemoed en mededogen. Dit is het portret van les Corons d’Auchel (les Corons is het complex van straten met arbeiderswoningen, gebouwd door de mijnexploitatiemaatschappij; alleen mijncités worden zo genoemd), waar de mijnontginning werd stilgelegd na WO 2. Maar de terrils en de crassiers, de heuvelhoge hopen aarde en steen die uit de mijnschatten werden opgehaald, en de cités van mijnwerkershuizen zijn er nog altijd zoals ze er in 1920 waren. Er is na de mijnsluiting weinig veranderd aan het uitzicht van de streek, maar er is wel meer armoede gekomen, want behalve de mijnen was er geen industrie. De mannen die nieuw werk gevonden hebben zijn pendelaars die ‘s nachts om 3.45 uur thuis vertrekken om 7 uur op hun job te zijn. De werkloosheidscijfers zijn zeer hoog. Auchel leeft ineen sfeer van apathie onder de zwavelstank die geregeld aanwaait. De kinderen spelen op de terrils tussen het afval, jonge kerels hangen in de kroegjes of zitten op de stoep te kaarten voor geld, de vrouwen zitten thuis, tv kijken en voor de familie zorgen met 66n keer per week vlees op tafel. Naast materiële en culturele armoede, ook veel fysiek en mentaal gehandicapten. Mensen die dicht tegen elkaar aan leven, een sterk solidariteitsgevoel in alle misère, in een decor van rommel, aangebouwde houten hokken, fietsen, karretjes, opgelapte moto’s, kapot speelgoed, honden en katten, kippen en eenden, graffiti op de muren, et CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
4
cetera, et cetera. En kinderen, soms met een bloemetje, een knuffeldiertje in de armen voor de warmte, pathetische gezichtjes, zondagse pakjes en jurkjes die het nog erger maken. Toch ook een jongetje met een ballonnetje (weet je nog: le ballon rouge?). Er is ook een zeldzame boom. Hoe verdien je dat om daar geboren te worden? Deze kostbare portfolio (die voor elke buitenlandse uitgever direct een prestigieus fotoboekproject zou worden) is een voorbeeld van wat documentaire fotografie is in tegenstelling tot reportage. De traditionele reportage is immers fotografie van (meestal gloeiend actuele) gebeurtenissen, van situaties die de gebeurtenissen samenvatten en (als het kan, dat hangt van de fotograaf af) ze ook verklaren, iets aanduiden van de achtergronden of van de draagwijdte van de gebeurtenissen. Documentaire fotografie is veeleer een illustratieve fotografie in die zin dat ze met een wetenschappelijke zorgvuldigheid is voorbereid, of alleszins een onderwerp grondig en uitvoerig behandelt in al zijn verschillende facetten met een streven naar objectiviteit; meestal sociologische thema’s, zoals ook hier bij Carl Uytterhaegen het geval is. Dit omvangrijke werk over Auchel beantwoordt perfect aan de eisen van de documentaire fotografie. Alleen is voorstudie ook nog aangevuld door grondige kennis van het onderwerp: een leefgemeenschap van mensen die je alleen na talrijke ontmoetingen echt persoonlijk kunt benaderen zoals Uytterhaegen dat met vriendelijk geduld en aandacht heeft gedaan. (De historische schets van de ontwikkeling van Auchel van agrarisch dorp tot mijnstad, is samengevat uit een Histoire de la Ville d’Auchel uit de jaren 30, waarvan de bibliografie ontbreekt). In de loop van de 5 jaar waarin aan het project door Uytterhaegen gewerkt werd, is er een systematiek ontstaan in de behandeling van het onderwerp. 1. Het landschap met zijn terrils aan de horizon en de ritmische herhaling van de citéhuisjes situeren het stadje in zijn geheel. 2. Het totaalbeeld van de straten van de cité met links en rechts een toekijkend, spelend of weglopend figuurtje. Het algemeen aspect van het milieu. 3. Groepjes stoeiende kinderen in het landschap die de verhouding aangeven van de mensen in dit decor. 4. Mensen in de straat, groepjes die tonen welk type van mensen hier woont (sociologisch), subs. aangeven hoe deze mensen zich vervelen, ook een sterk samenhorigheidsgevoel hebben. 5. Personen voor het decor van hun dagelijks leven, een koertje. een achterhuis; vereenzaamde mensen met om zich heen symbolisch werkend afval. Individualisering van de sociale problematiek. 6. Geposeerde portretten van (meestal jonge) mensen aan wie Uytterhaegen gevraagd heeft even in de camera te kijken; pathetische gezichten van mensen die met overwonnen wantrouwen constateren dat er vriendelijke belangstelling voor hen bestaat. Een vorm van intiem contact met de buitenwereld, de andere wereld. Dat CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
5
deze fotografie uitsluitend zwart-wit fotografie is, is evident. Hetzelfde kun je zeggen van de kleinbeeldfotografie waarbij we wel onderstrepen dat deze foto’s uitsluitend volledig afgedrukte negatieven zijn. Er zijn enkele elementen van vormgeving die Uytterhaegen hier met duidelijke voorkeur hanteert. 1. Vooreerst het licht, dat grijs blijft en slechts zeer uitzonderlijk echt zonnig wordt. 2. De horizontlijn ligt meestal buiten het beeld, maar als ze zichtbaar wordt, ligt ze hoog in de rechthoek, wat een gesloten landschapsbeeld oplevert. 3. Vele buitenopnamen tussen de terrils zijn gemaakt en plongée (van boven naar onderen) wat hetzelfde effect van geslotenheid heeft. 4. Als er poserende personen vooraan in het beeld zijn, komen die met deze opstelling sterk naar voren, dichter naar de kijker toe met achter zich het landschap dat alles beheerst. 5. Het haaks rechte camerastandpunt in het straatbeeld accentueert de eentonigheid van het decor. 6. Er is altijd een duidelijke relatie tussen de personen en de achtergrond waarvoor ze geplaatst zijn. 7. Vele staande personen zijn zo in de rechthoek geplaatst dat ze ter hoogte van de knieën afgesneden zijn, waardoor ze prominent in beeld komen; een portret tenvoeten uit maar zonder de minder expressieve elementen. Inderdaad, een zeer efficiënt opgebouwde fotografie die met grote intuïtieve trefzekerheid en technisch raffinement beheerst wordt. ‘Een thema dat altijd opnieuw terugkeert in gesprekken met Vlaamse fotografen is het thema van de teleurstelling, ontmoediging, (soms) woede over het gebrek aan mogelijkheden in België. Het heeft te maken met het feit dat we geen jaarboeken hebben, geen markt voor artistieke fotografie, geen uitgeverijen die actuele fotografie (als fotografie) publiceren, geen grote magazines of revues die van kwaliteitsfotografie moeten leven en er dus geld voor over hebben. Dan krijg je jonge fotografen die met hun plannen rondlopen, dan een tijd lang met beloften en die tenslotte de ervaring opdoen dat het niet volstaat ideeën te hebben en goed werk te kunnen leveren. Je moet ze ook nog kunnen verkopen. En dat lukt zelden. Meestal is het zo dat daarover de oorzaak niet dient te worden gezocht bij puur mercantilisme, kortzichtigheid of een reactionaire mentaliteit, maar dat we inderdaad in een klein taalgebied leven met alle beperkingen die daar aan vastzitten. Als je ziet wat er in de States of de Bondsrepubliek aan fotografie besteed wordt, onvergelijkelijk. Het blijft een frustrerende zaak voor Vlaamse fotografen die al heel blij zijn als ze eens een reportage bijv. in Avenue krijgen. Wellicht hebben ze hun heil te verwachten van een verdere culturele intergratie van het hele Nederlandse taalgebied met tegelijkertijd een verdere ontwikkeling van vormen van commerciële samenwerking. Carl Uytterhaegen behoort tot die fotografen met de negatieve ervaring van te veel nooit gepubliceerd CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
6
werk. (Hij signaleert ons voor het ter perse gaan dat zijn Auchelfoto’s in juni te Cardiff (Wales, UK) tentoongesteld worden. Uit deze algemeen verspreide skepsis ten aanzien van de fotografiecultuur in België is te Gent het Centrum voor Creatieve Fotografie ontstaan (Uytterhaegen met Walter De Mulder en Johan Valcke), in de hoop ergens een doorbraak op gang te brengen. Ik heb er wel behoefte aan iets toe te voegen aan het curriculum vitae van Carl Uytterhaegen in de box in dit artikel, om aan deze foto’s En aan het profiel van de fotograaf iets meer achtergrond te geven. Uytterhaegen komt uit een groot gezin, studeerde na zijn humaniora pedagogie, Frans en geschiedenis, maar zwenkte vrij snel af naar de fotografie waarin hij zichzelf herkende ‘ Fotografeerde zigeuners, jazzmusici, maakte conceptuele reeksen, soms ook in samenwerking met plastische kunstenaars, landschappen, een erg boeiende reeks landschappen met verkeersspiegels (waarover hijzelf spitse teksten schreef), een reeks Olijfbomen van San Donato, de mijnstreek van Wales, ook straatportretten die hij contactportretten genoemd heeft. Uytterhaegen is een man die zeer geëngageerd is in alles wat hij doet, zijn werk, zijn leraarschap, de restauratie van zijn huis, zijn wijk, zijn stad. Hij is actief in een buurtcomité en zeer betrokken bij de problemen van stadsvernieuwing en milieubescherming. Hij vindt Vietnam en Cambodja schrijnende dingen maar te geruststellend ver weg. Zijn activiteit in het buurtcomité is voortgevloeid uit de restauratie van een pand dat hij was gaan betrekken in het oude Begijnhof te Gent, meteen in de kern van de hele woon en leefproblematiek van deze prachtige historische stad. Als je bij Carl Uytterhaegen binnenloopt, dan weetje dat dit een zeer persoonlijk decor is voor een zeer persoonlijk artiest. Trappen en niveaus, kunst aan de wanden, mooi licht, veel natuursteen en hout, speels en geordend, een fraai interieur om zichzelf te zijn, En een ongelooflijke stilte in het hart van een stad. Een stilte die nazindert, ook als je weg bent, denkend aan les Corona d’Auchel en de mensen die veroordeeld zijn er met hun kinderen te overleven. Stukje historisch panorama van Auchel Door Europa loopt van west naar oost een koolmijnengebied van meer dan 450 km lengte, van Hamm (Bondsrepubliek) tot FléchinelIe (Frankrijk) over Dortmund, Essen, Aken, Luik, Charleroi, Mons, Valenciennes, Douai, Lens en Auchel. In 1720 wordt de eerste steenkool gedolven te Fresnes, meer dan een eeuw later in 1851 ook in Auchel, waar de exploitatie in handen was van twee maatschappijen. De eerste put werd in 1853 geboord, in 1855 werd een concessie voor bijna 1000 ha verkregen. Rond 1860 was het rendement van de mijn slecht. Door fusie ontstaat een nieuwe maatschappij, die na de Frans-Duitse oorlog van 1870 in een diepe crisis terecht komt en geliquideerd wordt in 1880, Een nieuwe maatschappij wordt opgericht om te moderniseren en de concessie weer op gang te brengen. Januari 1884: CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
7
gasontploffing die ook een dynamietexplosie veroorzaakt, 17 doden en 23 andere slachtoffers. 1893: werkloosheid na verzakking van de gangen. 1900: de financiële toestand is niet schitterend. Er komt een opleving in de oorlog 1914’18 tot in 1925 gefusioneerd wordt met een andere maatschappij die een concessie had van 2900 ha waartoe o.a. grondgebied van Auchel behoorde, In 1866 zou deze andere maatschappij de eerste mijn in Auchel in ontginning nemen, Het is in de jaren 1870 dat de Corona van Auchel gebouwd worden, ze zijn de oudste van Frankrijk en nog steeds in het bezit van de mijnmaatschappij. 1876 zijn er in Auchel drie putten. Rond 1890 komt er weer een nieuwe fase van expansie met vernieuwing van de technologie en het aantrekken van Belgische arbeiders. Een trots historicus van voor een halve eeuw: het onooglijke Dorp uit het verleden is een Stad geworden van meer dan 12,000 inwoners. Massale stakingen in 1889, 1891 en 1893 die de arbeidsvoorwaarden menselijker maken. Van die tijd dateren de terrils en de crassiers in het landschap. De expansie gaat door, er worden nieuwe putten geboord. Er wordt weinig geleden onder de oorlog’14’18, waarna een nieuwe expansiegolf volgt met elektrificeren en installatie van twee centrales, te Choques en te Auchel, die samen 50 miljoen kWh leveren. In 1920 worden 6000 Poolse arbeiders met hun familie aangevoerd, die zich o.a. in Auchel vestigen. De periode 1920’30 is er een van economische bloei: 3 miljoen ton kolen per jaar, 18.500 arbeiders, 6800 huizen van de mijn. De volgende 5 jaar zijn minder bloeiend, hoewel de elektrificering doorgaat en de cokesindustrie expandeert. De crisis staat toe, de lonen gaan omlaag en de Poolse gezinnen worden rond 1935 gerepatrieerd. Als de oorlog over Europa losbreekt is Auchel de hoofdstad van de concessie (zegt de historicus) met 10 putten op zijn grondgebied. Het moet in de jaren vijftig geweest zijn dat de mijn gesloten werd. KARELVAN DEUREN ARTIKEL VERSCHENEN IN HET NEDERLANDSE FOTOTIJDSCHRIFT “FOTO” 08/1981-blz 52-59
8
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
9
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
“Carl Uytterhaegen : Auchel, les corons” In de Arnold’s Art, Gallery (Kraanlei 3) te Gent loopt tot 4 februari de tentoonstelling “Auchel, les corons, fotoessay”, een ensemble van documentaire fotografie, gerealiseerd door Carl Uytterhaegen. Deze te Gent wonende kunstfotograaf, waar hij fotografie doceert aan de academie, heeft aan dit thema vijf Jaar gewerkt. Auchel, een Noordfrans mijnwerkersdorp, in het departement van de Pas de Calais, heeft hij in 1975 zeer toevallig leren kennen en het vervallen “spookachtige” karakter sprak hem onmiddellijk aan. Hij is er in de loop der vijf volgende jaren ontelbare keren teruggekeerd, gewapend met zijn fototoestellen. Auchel, een der oudste steenkolenmijnen van Frankrijk wordt sinds lang niet meer ontgonnen, maar de corons, dit zijn de arbeiderscité gebouwd door de mijnexploitanten, zijn nog steeds - hoe vervallen en troosteloos ze er ook bij staan- nog bewoond. Die unheimliche »landschap”, samengesteld uit terrils, grijze, vuile straten met allemaal eendere, onaantrekkelijke kleine woningen, slechte bestrating, verwaarloosde terreinen, is het decor waarin nog mensen leven. Waarin jeugd opgroeit en het is blijkbaar dit laatste dat Carl Uytterhaegen vooral getroffen heeft. In zijn gewild harde foto grafie, gewild grijs gehouden, confronteert hij voortdurend jonge mensen en kinderen ‘met hun desolatie omgeving. Het is documentaire fotografie op haar best, minder objectief dan men van dit genre zou verwachten, de fotograaf heeft in elk document zijn meeleven gelegd, zoals ook uit dit geheel blijkt hoezeer hij dit onderwerp dat hem jaren bezig hield,heeft uitgediept. Rik Clément ‘Spectator’ 23/1/1982
10
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Carl Uytterhaegen fotografeerde het Noordfranse koolmijndorp Auchel Zwarte miserie uit ‘75-’79 GENT - Terwijl in het Antwerps Fiimhuis (Lange Brilstraat 12) nog tot 31 ]anuari zijn “Spiegelprojekt” is te zien, maakt de Gentse fotograaf Carl Uytterhaegen al vandaag zijn opwachting met een nieuwe tentoonstelling in Arnold’s Art Gallery, Kraanlei 3. Tot 4 februari (alhoewel gesloten op maandag en dinsdag, liggen daar 150 foto’s in acht fotoboeken ter inzage onder de noemer “Auchel. een foto-essay .. . Auchel is een Noordfrans koolmijndorp, nog een restant van de industriële revolutie maar vandaag een toonbeeld van zwarte miserie. Carl Uytterhaegen passeerde er toevallig op terugreis van een vakantie en kon de beelden niet meer vergeten. Hij ging er daarom terug naartoe in ‘75 en sindsdien een paar keer per jaar. En elke keer fotografeerde hij er de mensen - een archief van dui zenden negatieven waaruit bij er nu 150 heeft geselekteerd. Carl Uytterhaegen: ‘Ik geloof niet dat het vaak gebeurt dat fotografen zo intens evolutief werken over eenzelfde tema. Ik heb op die manier de veranderingen in Auchel meegemaakt, en het zijn niet alleen de mensen die er ouder worden, je merkt ook hoe het landschap er voortdurend anders wordt. Maar her blijft deprimerend, Armoede, zo dicht bij huis, je houdt het niet voor mogelijk.’ ‘Ik werd ginder altijd ontvangen door dezelfde familie; die woonde in het laatste huisje van een cité - letterlijk ook het einde van die wijk. Het is een gezin van elf kinderen met een gehandicapte vader. Het duurde twee jaar vooraleer ik de vader mocht fotograferen. In de foto’s zie je de kinderen ouder worden, maar kansarm blijven ze’ Ik heb de foto’s niet aan de muur willen ophangen maar ze integendeel in fotoboeken te kijk gelegd, omdat het geheel toch niet in één keer kan worden geabsorbeerd maar integendeel dwingt tot bladeren en terugbladeren. Ideaal zou zijn om de reeks in boekvorm te prezenteren, maar dat is een financieel probleem waarvoor ik nog geen uitgever heb gevonden die zich geroepen voelt. Daarom leg ik mijn persoonlijk eksemplaar ter inzage in een galerie, om mijn ervaring van die wereld rondom
mij te delen.’
(dd) ‘De Gentenaar’ 8. 1. 1982
11
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
DE FOTOGRAAF VERRAADT ZICH Carl Uytterhaegen is een fotograaf met een moeilijk karakter. Hij is mager, heeft een spitse baard en een smal brilletje. Daar kijkt bij voortdurend door. Als hij zich in een onderwerp vastbijt doet bij dat hard en lang. In 1975 op terugtocht van een vakantie in Zuid-Frankrijk gaat hij een brood kopen in een gehucht bij een koolmijn in het franse departement Pas de Calais. Het dorp heet Auchel, de mijncité: «les Corons». Wat hij daar ziet is verbijsterend. Grijze dode terrils met daarnaast uniforme rijen huizen, eigendom van de mijn, en daarin waarachtig: mensen. Het is te lelijk om waar te zijn. Carl Uytterhaegen bijt toe. Seizoen na seizoen, jaar na jaar komt hij terug om te kijken en geobsedeerd te fotograferen. Vijf jaar lang. Hij volgt het leven van families en een paar kinderen in het bijzonder. Het beeld vanuit de terrils verandert voortdurend, kleine kinderen worden groot, meisjes worden vrouw, de werkloosheid spookt. Het resultaat is iets meer dan duizend opnamen. Daaruit werd een selektie van honderd tweeënveertig foto’s vergroot. Deze worden tentoongesteld in acht grijze plastic-mappen. In een art-gallery is dat vreemd, maar het inkaderen van de foto’s is volgens Uytterhaegen niet in overeenstemming met het onderwerp. De foto’s zijn technisch perfekt. Ze werden opgenomen met een Leica en 35mm lens. Deze brandpuntsafstand geeft een interessante beeldhoek, iets ruimer dan we gewend zijn, zonder het opvallende groothoek effekt. Alle foto’s zijn even groot, het komplete negatiefformaat, en opgenomen in de breedte. Dominant Maar er is meer. Carl Uytterhaegen met zijn brilletje en baard past niet in dat Franse dorp. Hijzelf woont in een fraai huis en heeft fijne handen. In Les Corons zijn de huizen tochtig en de mensen ruiken er naar zweet en mazout. De aanwezigheid van die vreemde fotograaf is op elke foto zichtbaar. Je ziet de mensen naar hem kijken, of het landschap wordt zo ingekaderd dat de beroepsfotograaf zich verraadt. Carl Uytterhaegen kan zichzelf niet onopvallend maken, op elke foto is er iets dat verwijst naar die dominante fotograaf. Tussen deze foto’s zien we over vijf jaar de evolutie van een jongetje dat scheel kijkt. Zijn moeder droomt van een oogoperatie, maar het komt er niet van. De foto’s zijn zo scherp dat we bijna de privacy van de jongen schenden. We kijken naar die foto’s en hebben misschien bewondering voor de technische kwaliteiten van die fotograaf. Maar wie betaalt de operatie? Kan het einddoel van deze reeks foto’s een artgallery zijn in Gent? Johan De Vos ‘De Morgen’ 13/1/1982
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
12
Voor Carl Uytterhaegen is het volkomen onbelangrijk of fotografie nu als kunst kan worden beschouwd of niet. Desnoods zal hij berusten in het feit dat het een kunstvonn moet zijn, maar wel is. fotografie, voor hem, iets watt hij diep heeft beleefd, aangevoeld,en ervaren te bundelen in een beeld. Hij doet dit op zo’n perfecte wijze dat anderen daar weer een beleving kunnen van maken, dezelfde ervaring gewaar worden, of nog verder kunnen aanvoelen. Nu Arnold’s Art Gallery aan de Kraanlei, tegen het Gravensteen te. Gent binnenstappen is zo ‘n enorme ervaring meemaken. Zeven fotoboeken liggen er tentoon, ook al erg ongewoon, want gewoonlijk hangen foto’s aan de muren. Maar mensen hang je niet aan muren, hoewel ze dat in zijn fotoboeken wel doen, terwijl ze zelf die keuze hebben gemaakt. Hun leven is een muur waar ze niet overheen kunnen, een muur van materiële en culturele armoede, niet in de derde Wereld, maar heel dicht bij ons, niet verder dan de streek van Artois: Auchel. Les Corons, of typische mijnwerkershuisjes, ontstaan uit de miserie van de arbeiders van vorige eeuw toen de koolmijnen bloeiden. Vroeger nog een uiting van welvaart, nu een monument van miserie, het landschap is grauw, eentonig, de lucht grijs -zelden zie je de zon op zijn foto’s- de mensen treuren alleen de kinderen lachen. Troosteloze straten die je naar de keel, grijpen als lopen door een doolhof, waar je de-weg-terug niet herkent omdat alles hetzelfde lijkt. Kapotte fietsen op straat, het stort als aanvullende broodwinning voor schooiers en snuffelaars, planken die rond de terrils slingeren, waar de kinderen zich mee amuseren, bloemen van wilde aardbeien plukken, stukken behangpapier die hun plezier plots vergroten... of dat ene moment van mysterieus ongrijpbaar ademloos geluk, het jongetje dat tussen de muren, in het schijnsel van een onwerkelijke zon in zo’n decor opduikt met een ballon. Carl Uytterhaegen heeft zijn expositie een foto-essay genoemd, maar het is meer dan dat. Het heeft eigenlijk niets van doen met koele epiek, met nuchtere beschrijving, met wetenschappelijke vaststellingen, hoewel ook dat alles niet ongebruikt is gelaten. Het is eigenlijk een kunstwerk, omdat door het essay heen, ook de kunstenaar zijn deel in het werk heeft achtergelaten. Dat doe je niet met de vinger op de ontspanknop, dat doe je met je verstand, je hart, je gevoelens, je ziel. Les Corons dAuchel is een geweldige ervaring, kunstzinnig neergetekend door de artistieke vaardigheden van het fotomateriaal, zoals we dat bij andere gelegenheden van Carl Uytterhaegen gewoon waren. Op een ontspanner drukken kan iedereen, een ervaring OP fotopapier krijgen is kunstwerk. Daarvoor moet je artiest zijn, sommigen doen dat mét olieverf, anderen met houtskool, weer anderen met zilvernitraat op fotopapier. De olieverf maakt u niet tot artiest, maar wat in uw hersens, uw maag en uw vingers, uw ziel, omgaat. De expositie is met uiterste zorgvuldigheid voorbereid een fortuin aan werk ligt hier verzameld. Meer dan vijftig bezoeken aan Auchel, meer dan vijf jaar gesprekken, kinderspelletjes, lachen en tranen tot hij als een van de hunnen beschouwd werd, tot hun leefwereld, openging, een wereld waar een treinbestuurder als professor van het dorp wordt beschouwd. De kinderen kwamen naar hem toegelopen als hij opdook. Een wereld die hij niet geschonden heeft, maar discreet, voorzichtig en teer beschrijft, nergens chokeert. Nergens zie je een opdringerige fotograaf die de wet dicteert, nergens een spoor van Candid camera waar de mensen voor vluchten. Carl Uytterhaegen is binnengeraakt in het “huis clos” een gesloten cirkel die van nergens naar niets voert, een doelloos leven van paria’s die het willen blijven. Achter de mooie, soms frele, soms harde beelden zit een hele diep menselijke, ellendige geschiedenis, die slechts langzaam aan de oppervlakte kan gepuurd worden, soms magisch en nysterieus blijft en daardoor zijn bekoorlijkheid nooit verliest. CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
13
Wat Les Corons d’Auchel zo anders maakt dan een reportage, een essay, is dat gevoel dat niets geschonden werd, hun leefwereld werd gaaf gehouden. Carl Uytterhaegen heeft zich niet opgedrongen, heeft hun privacy niet geschonden. Zijn werk heeft niets verwijtends, niets belerends, niets aanmatigends. Het is een ervaring gebleven, een boeiende. Zeven fotoboeken zijn samengesteld uit meer dan 1500 negatieven, waarvan er 142 overbleven. Het hele negatief werd compleet afgedrukt, vandaar de zwarte randen, een techniek die hem op tentoonstellingen in Amerika de bijnaam bezorgde van “mister Black Border”. De expositie is meer dan, één bezoek waard: Arnold’s Gallelery, Kraanlei, tot 4 februari, van woensdag tot vrijdag van 13.30 tot 19 u Zaterdag van 10 tot 12.30 u. en van 14 tot 18 u. Jef Nijs ‘Het Volk’, 18/1/1982
14
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Carl UYTTERHAEGEN (B, °1944) Uit de reeks: ‘Les Corons d’Auchel’, 1978/80. Uytterhaegen is voortdurend bezig niet het fotograferen van wat rondom hem gebeurt, en tracht dat zo direct mogelijk te benaderen, of het nu een landschap of een portret is. Hij zelf zegt over zijn foto’s: ‘Voor mij is fotografie een samenbundelen van eelt beleven in een beeld, niet als open mogelijkheid voor anderen er een beleven in lei-lig te vinden of te projecteren. Kunst of geen kunst, liet belangrijkste is dat er goede foto’s zijn, en als het kunst moet zijn wil ik foto’s als dusdanig aanvaarden, gewoon als een berusten in het moeten. Is liet niet zo, dat de kunsthistorici ons uit traditie kunnen opdringen wat kunst moet zijn of worden? En ook nog: ‘Of iemand overtuigend met fotografie bezig is, is recht evenredig titel hoe intens overtuigend hij leeft. Of iemand zijn fotografie overtuigend is, is recht evenredig met hoe intens overtuigend hij die beleeft., ‘De paradox van de fotografie’ Johan M. Swinnen, 1992, p.269.
15
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Photo : des corons du Nord à Gand Le caractère documentaire de la photo est primordial chez le photographe Carl Uytterhaegen, professeur à l’Académie des Beaux-Arts de Gand, sa ville natale, et qui expose actuellement un portfolio intéressant sur les corons d’une ancienne localité minière, Auchel, dans le département du Pas-de-Calais en France. Il y a quelques années, Uytterhaegen c’est arrêté à Auchel, par hasard. Bouleversé par les conditions de vie de ses habitants, il décida de leur apporter une certaine reconnaissance par le biais de son objectif. Il choisit de s’interesser à une famille de onze enfants. Il prit des milliers de clichés sur place à épisodes réguliers, pendant cinq an, de 1975 à 1980. Le résultat est saisissant. Il est, si l’on veut «atroce», mais fort. Très révélateur, tant au niveau de la sensibilité du voleur d’images qu’au niveau de la perception artistique. Un art anti-élitiste, anti-beau. Un art de surprendre des questions dans les jeux bigles du petit Pierre ou dans la main protectrice de Bruno. Un art de débusquer la petite fleur sur les immondices, le jeu sur les terrils, la frileuse musique personnelle d’un mariage triste. L’art de saisir l’apathie de toute une famille qui ne mange à sa faim qu’une fois par semaine. Aux Etats-Unis, au Canada, en Allemagne ou ailleurs, ce documentaire, composé d’une sélection de cent cinquante photos, trouverait sans doute sans encombre un éditeur. En Belgique, ce n’est pas si simple... mais il faut espérer que Carl Uytterhaegen trouvera des échos propices gráce à cette exposition. M.S ‘La Libre belgique’ 15/1/1982 (Arnold’s Art Gallery, Kraanlei à Gand, jusqu’au 4.2)
16
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
DOWNSTAIRS: “Welsh Mining Communities” by Carl Uytterhaegen Many of you will have seen the unique exhibition-in-book-form on the table in the downstairs space at the Gallery, the document ‘Les Corons d’Auchel: 19751980’ by the Flemish photographer Carl Uytterhaegen. We intend to keep this work on the table as long as possible during a presentation on the walls of other photographs made in similar communities in Wales by the same photographer, if appropriate. This work was brought over with the photographer when he conducted his seminar on “Documentary Photography” in the Gallery, Monday, 22 June, sponsored by the Faculty of Art and Design, South Glamorgan Institute of Higher Education at Howard Gardens, Cardiff. Both exhibitions will continue through Saturday, 1 August. (The Photographic Gallery, Cardiff, information sheet, July 1981)
17
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
18
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
19
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
20
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
21
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
22
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
23
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
CITÉ3 ‘AUCHEL REVISITED 2002 - 2004’
24
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Grande Rue 1978
Grande Rue 2003
25
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
26
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
AUCHEL REVISITED De tijd heeft het beeld van Auchel nooit uit mijn hersenen kunnen wissen en daar ben ik uiterst blij om. De tijd heeft me terug gedreven naar Auchel en daar wachtte me een ongekende warmte. Het huis en de linkse helft van de straat waar de Lecointe’s woonden werd met de grond gelijk gemaakt. Waarom hun huis? Coïncidentie? Toeval? Wie zal het zeggen? Eglantine, de moeder, woont nu in cité 5 en Pierre, Gerard en Daniël,drie zonen, wonen nog in Alcholisme slaat er met perioden toe. Arthur,de vader, is gestorven. Didier woont een paar huizen verder, mensenschuw. René is terug op vrije voeten. Jean-Claude woont nu een paar straten verder (eindelijk) en broer René heeft er onderdak. Patricia, al grootmoeder, en haar familie besloten terug naar cité 3 te komen wonen, naast zus Noella. Martine en Bruno wonen in de cités van Marles, naast Auchel. Jean-Luc staat onder tutelle. Arthur junior heb ik nog niet terug gezien. Carl Uytterhaegen, 2004 (‘Cité3, catalogus, 2005 ISBN 90 775 8205 3)
CARL UYTTERHÆGEN
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
B-9000
27
www.mydream.be •
[email protected]
SONNET POUR UN TERRIL Quand nous aurons fini de pleurer le passé, Sera-t-il là présent, pour nous écouter rire? Lui qui, malgré les vents, n’a point cessé d’écrire Sur ce plateau crayeux, d’un crayon mine usé. Il a vu à ses pieds succomber la cité, Aux martyrs de ses frères, assisté sans mots dire. Farouche, il reste encor, comme ultime navire De l’immense armada, quand tout aura coulé...... Souvent, à son égard, des gestes de colère Comme mauvais sujet symbole involontaire Noir capteur des idées qui bouchent l’horizon. Pourtant il fut un jour, où , le voyant verdir, Des hommes crurent en lui et reprirent raison. La patience tenace est source d’avenir. Pierre DELANNOY
28
(‘Cité3, catalogus, 2005 ISBN 90 775 8205 3)
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
woord VOORAF — Eric Ubben Over Carl Uytterhaegen-de-fotograaf zijn al talloze essays en artikels geschreven. In dit kort voorwoord voor de publicatie ‘Auchel revisited’ wil ik dan ook graag stilstaan bij een onderbelicht aspect van Carl Uytterhaegen, namelijk de docent fotografie aan de Koninklijke Academie van de Hogeschool Gent. Niet mijmerend terugblikken uiteraard, want daarmee bewijs je een geëngageerde, actieve kunstenaar geen dienst. Hulde smaakt immers dikwijls naar tragiek, alsof iets definitief wordt afgesloten. Een eerbetoon bij iemand die vrijwillig (of onvrijwillig) een facet van zijn leven afsluit en dit is in deze context gelukkig niet van toepassing. Ja, het is een feit, Carl Uytterhaegen heeft één hoofdstuk in 2000 afgerond, namelijk het lesgeven en bezielen van zijn fotoatelier in de Academiestraat. Wel stel ik mezelf voor dat hij ‘no hard feelings’ koestert tegenover de Academie. Afgaand op zijn hoge graad van aanwezigheid op onze manifestaties, voel ik dat de K.A.S.K. nog steeds mag rekenen op zijn steun en sympathie. Het doet me uiteraard plezier dat hij net als Julien Vandevelde, Marc Van Gysegem en Armand Verspeeten, bijzonder bedrijvig blijft in zijn kunstpraktijk. Maar we gingen het over Carl Uytterhaegen-de-pedagoog hebben en misschien terloops toch ook nog even de magie van de Gentse school betrekken in dit verhaal. De uitstraling van die Gentse fotoschool is immers ook voor een groot deel zijn verdienste. Samen met Armand Verspeeten, Julien Vandevelde, Marc Van Gysegem, Jef Ost en Carl Uytterhaegen kan je hem als één van de founding fathers van de optie fotografie bestempelen. Fotografen met een sterke persoonlijkheid en een unieke background. Tussen de onrustige, verbale einzelgänger Julien Vandevelde, de beschouwende diplomatische Marc Van Gysegem, Armand Verspeetens solide metier, het technisch vernuft van Jef Ost, bevindt zich Carl Uytterhaegen in het brandpunt van die kwaliteiten. Uiterst erudiet en belezen, rustig/nerveus in zijn artistieke zoektocht, compromisloos in zijn fotografische keuzes en uiterst veeleisend op vlak van zijn studenten. Van de vijf, was/is hij wellicht de meest documentair geprofileerde fotograaf en heeft daarmee expliciet een stempel gedrukt op de veelgeprezen fotojournalistieke poot van de afdeling. In de prille jaren zeventig, lang voordat internationalisering ‘fashionable’ werd in onderwijsmiddens, trok Carl met zijn studenten naar Duitsland om er o.a. de subjectieve en apparatieve fotografie te bestuderen. Hij initieerde en stuurde bovendien verschillende artistieke projecten, steeds met een duidelijke maatschappelijke dialoog in het achterhoofd. Over de resultaten van die afdeling bestaat eigenlijk al lang geen twijfel en de galerij van alumni staat als een spreekwoordelijk huis; Carl De Keyzer, Dirk Braeckman, Michiel Hendryckx, Lieve Blancquaert, Patrick DeSpiegelaere, Freya Maes, Lucas Jodogne, Priscilla Bistoen, Sebastiaan Schutyser,... en last but not least, het (quasi) voltallig docentencorps in de vakgroep fotografie. In mijn titel verwees ik naar de notie revisited, een beetje zoals Carl Uytterhaegen terugkeert naar Auchel, kijk ik terug naar één van de boeiendste en markantste docenten uit bijna vijfendertig jaar fotografie aan de KASK. Sta me toe, ‘hic et nunc’ een bescheiden hulde te brengen aan de tweede ‘ere-docent’ van de Gentse Academie die in ‘De Zaal’ tentoonstelt, namelijk Carl Uytterhaegen. — Eric Ubben (departementshoofd academie)
(‘Cité3, catalogus, 2005 ISBN 90 775 8205 3)
29
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Niemand kan zich vandaag inbeelden wat de cité 3 van Auchel was toen er vijftig jaar geleden nog volop gewerkt werd in de koolmijnen en ik er een gelukkige jeugd kende. Als men er de schoorstenen zag roken, een teken van geluk niettegenstaande alles wat men ervan kon zeggen, niettegenstaande de pijn die de koolontginning met zich meebracht (veroorzaakte). Zowel lichamelijk als geestelijk, kortom met mijn gehele zijn heb ik deze tijd, een ‘gezegende tijd’ zoals men zegt, beleefd. En waarom niet, als we, alles welbeschouwd, het paternalisme, privé of van staatswege, als een ‘goede oplosssing’ beschouwen. Het leven scheerde hoge toppen, de mensen schenen gelukkig te zijn. Bij de ouderen, de overlevenden blijft de nostaligie van deze leefwereld levendig. Ik heb deze wereld zien ten ondergaan maar ik deserteerde. Met de familiale zegen heb ik de navelstreng die iedereen aan de cité bindt doorgeknipt. Ik heb gestudeerd, ik behoorde niet echt meer tot ‘hun’. Nochtans bleef ik dichtbij bij mijn cité. Ik heb er ten dienste van gestaan door mijn beroep als leraar aan het lyceum van Auchel en mijn militant vrijwilligerswerk. Maar er was de grens: de straat die het lyceum van de cité scheidde. eens ‘Wij’ die grens overschreden noemde ‘Zij’ mij ‘Monsieur’. Ik heb de situatie stilaan zien verslechteren. Ik heb de cité zien doodbloeden en zijn aard verliezen. Naarmate de ouderen met mondjesmaat vertrokken en met hun de inkomsten van hun pensioen verzonk de cité in werkeloosheid, hulpverlening, miserie, alcoholisme. De jongeren, de suggerste of moedigste, trokken weg naar ergens anders, op zoek naar ‘fortuin’, simpelweg op zoek naar werk. Moeders tranen vloeiden, vaders vuisten balden zich. Vensters werden dicht gemetst. De geesten doofden. Zij die bleven verkommerden, vergrijsden en verbitterden, zelfs de kinderen. De tuintjes werden verwaarloosd, de wereld van mijn jeugd heb ik zien zien verleppen …zonder dat er maar iemand aan denkt er het verleden in te erkennen. Uitgezonderd een ‘vreemdeling’, er per toeval langskomend, heeft die grote magere man, discreet maar goedlachs zijn ‘blik’ laten vallen op dit ‘einde van de wereld’. De doodsstrijd van een gemeenschap, door sommige beschouwd als een quasi indianenreservaat, een voorraad aan stemmen en aan stembrieven. Carl Uytterhaegen heeft de keerzijde van de spiegel, voor de eeuwigheid, ontsluierd. Natuurlijk zijn er beelden die choqueren, maar voor hen die niet weten, voor hen die de ogen sluiten, voor hen die zichzelf overtuigen dat zo iets niet meer kan noch moet blijven bestaan. Nochtans heb ik er mijn ‘pijnen’ terug gevonden. …Het kleine jongentje met de ballon oplichtend vol hoop, waarvan ik meteen wist dat ze veroordeeld zou zijn niets te zijn noch te worden. Het jonge meisje in de fleur van haar leven, een toekomstige kniezerige matrone of een manwijf van een volkje wanhopigen. De Don Juan van de cité die er door de alcohol onderuit gehaald zal worden. En al die andere angsten. Alles wat er nog rest en wat de luisterloze afbraak slechts naar ergens anders kan verkassen. Het trauma van deze doodsstrijd en van deze verstoting komt bovenop het trauma van ‘de verbanning’ en accentueert de fysieke en geestelijke ontwrichting van het individu die het moet stellen zonder steun van de gemeenschap. De weinige warmte die er er nog is verwarmt enkel nog de huizen, graven of belachelijke urnes geworden. Nochtans, indien de schemerige schijnsels de film doordrenkt hebben, heeft het leven in al zijn facetten de hoop van het licht behouden. Onder elke mist schuilt een zon. In elke somberheid licht een vonkje op. Op elke plaats van miserie schittert en kostbaar moment. In elke degeneratie ligt een bron van wedergeboorte. Als een wereld afsterft is een andere in wording. Er zijn hatelijke blikken maar de kinderen lachen. Er zijn de gebaren van provocateurs, het gedrag van paria’s, mensen die twijfelen en beven, maar hun kinderen spelen met niets, met de wind, met hun dromen… De vrouwen verouderen maar hun blikken blijven een uitdaging die uitnodigt tot strijd, tot hoop. Vandaag groeien tussen de lijkenhoop van bakstenen en dakpannen ijzeren staven …waaruit nieuwe huizen groeien 30 die men met kleur uniformiseert … de angst blijft … De oude baas van het terrein, de terril, waakt. Men dicht hem steriliteit toe maar hij dekt zich toe met groen, de hoop keert terug. Vandaag, in een wereld waar media oppermachtig zijn, zou geen enkel menselijk milieu mogen verdwijnen zonder dat er een spoor van achter blijft. Ieder wezen, begaafd met geweten en verstand, die ontdekt dat een stukje menselijkheid aan het verdwijnen is , zou moeten getuigen. Carl Uytterhaegen heeft omdat hij zich bewust is van de waardigheid van de mensen, getuigenis afgelegd. In alle bescheidenheid en nederig, in naam van zij die mijn verleden waren, van mijn kindertijd en van zij die mijn toekomst zijn, dank ik hem. Pierre DELANNOY janvier 2005 (Rosati d’Artois) (‘Cité3, catalogus, 2005 ISBN 90 775 8205 3)
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Bruno, het jongetje met de ballon, is de schakel tussen het begin en het einde van het verhaal, een nooit eindigend verhaal. Een schakel tussen verleden en heden, heden en toekomst, droom en werkelijkheid. De foto’s van Cité 3 hebben een diepe gelaagdheid die je niet zomaar kan laten verdwijnen met een speldenprik. Carl schetst, situeert en maakt beelden die beklijven, beelden met een levend weefsel. De fotograaf en het decor zijn één. Als je door de catalogus bladert of door de tentoonstelling wandelt ga je met hem mee, alsof je “op visite” gaat. Je krijgt een rustig, ongegeneerd gevoel, er is geen haast, de tijd raast voorbij en wanneer je afscheid neemt, het decor uitstapt, weet je dat er niets zal veranderd zijn, of toch?… het decor is veranderd, de essentie is gebleven. Het verhaal wekt gemengde gevoelens op. Je kan niet ontkennen dat er een zekere poëzie van het leven verborgen zit in deze documentaire beelden, maar toch zijn de foto’s een directe en eerlijke weergave uit het monotone leven van een familie. Het is een voortdurend aftasten, een zoeken naar het juiste evenwicht tussen verborgenheid en geborgenheid, tussen tonen en suggestie. Ieder beeld is tegelijk teder, kwetsbaar, eerlijk en rauw. Dit beeldverhaal is zo fragiel als een jongetje met een ballon.
Christine Deboosere curator van Cité3 (‘Cité3, catalogus, 2005 ISBN 90 775 8205 3)
31
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
32
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
33
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
34
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
35
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Pierre 1975 - 2003
36
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Martine 1975 - 2003
37
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Uytterhaegen is een man die zeer geëngageerd is in alles wat hij doet, zijn werk, zijn leraarschap, de restauratie van zijn huis, zijn wijk, zijn stad. Hij is, actief in een buurtcomité en zeer betrokken bij de problemen van stadsvernieuwing en milieubescherming. Hij vindt Vetarm en Cambodja schrijnende dingen maar te geruststellend ver weg. Zijn activiteit in het buurtcornité is voortgevloeid uit de restauratie van een pand dat hij was gaan betrekken in het oude Begijnhof te Gent,. Meteen in de kern van de hele woon- en leefproblematiek van deze prachtige historische stad. Als je bij Carl Uytterhaegen binnenloopt, dan weet je dat dit een zeer persoonlijk decor is voor een zeer persoonlijk artiest. Trappen en niveaus, kunst aan,de wanden mooi licht, veel natuursteen en hout, speels en geordend, een fraai interieur om zichzelf te zijn. En een ongelooflijke stilte in het hart van een stad.
Karel Van Deuren (“FOTO” 8/81; NL)
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
38
Carl Uytterhaegen In de voetsporen van Eugene Smith Tien jaar geleden, op, 15 oktober 1978, overleed W. Eugene Smith. Gedurende de grote bloeiperiode van de documentaire fotografie, de jaren net voor, tijdens en na de tweede wereldoorlog, verschenen zijn foto’s in het legendarische weekblad Life, dat een spiegel wilde zijn van belangrijke en ingrijpende gebeurtenissen; een rol die nu door de nieuwsuitzendingen van de televisiestations grotendeels is overgenomen. Smith richtte zijn hele handel en wandel naar de idee dat men met foto’shet aanschijn van de wereld kon veranderen. Hij bracht met luide, krachtige stem verslag uit van mistoestanden en onrechtvaardigheden, zodat zijn foto’s een duidelijk geformuleerde aanklacht werden. Bij voorkeur gebruikte hij niet het enkelvoudige beeld; hij beet zich vast in zijn onderwerp en maakte een beeldenreeks, een fotografisch essay. Bekend zijn: Spanish Village, Nurse Midwife, Country Doctor, A Man of Mercy (over Dokter Albert Schweitzer) en zijn levenswerk “Death Flow from a Pipe”, Met dit laatste richtte hij de aandacht van de hele wereld op het kleine Japanse Minamata. Een grote fabriek loosde er haar kwikhoudende afval via een pijpleiding in een baai waar duizenden mensen door de visvangst van leefden. Nergens ooit had de mensheid zo liet eigen leefmilieu aangetast en zelfs gevaarlijk voor zichzelf gemaakt. Nu is het, oneerbiedig uitgedrukt, haast dagelijkse “kost” geworden: Tsjernobil, Bopal, zure regen, kernafval waar men geen blijf mee weet, zeeën waaruit stilaan al het leven verdwijnt. Eugene Smith bleef in Minamata rondhangen. Het moest veranderen. Verbeten fotografeerde hij. Allerlei tegenkantingen, zelfs aanslagen op zijn leven, konden hem niet tegenhouden. Hij leefde intens mee. Het verdriet van de mensen werd het zijne. Uiteindelijk werden er stappen genomen om de fabriek te sluiten. Het kwaad was nochtans geschied: duizenden mensen waren vergiftigd door het kwikafval die ze jaren naeen hadden ingenomen door het eten van de vis uit de baai van Minamata, ze werden ongeneeslijk ziek, hun kinderen kwamen gehandicapt ter wereld. Gentenaar Carl Uytterhaegen, leraar fotografie en zelf documentair fotograaf, is door het werk van Smith sterk beïnvloed. Hij ook fotografeert bij voorkeur in reeksen, legt zich toe op het sociale aspect; zijn beelden van het Noordfranse mijnstadje Auchel behoren tot het beste, tot het meest doorleefde wat er op dat gebied in België gepresteerd is (zie FOTO 8/81). Uytterhaegen ontmoette Smith tijdens de fotohoogdagen van 1975 in Arles. Nu nog spreekt hij met ontroering in zijn stem over hoe Smith met betraande ogen de wereldberoemde foto van Tomoka en haar moed in het bad liet zien. Het kon niet uitblijven. Uytterhaegen wilde in de voetsporen van Eugene Smith lopen? Hij trok naar Japan. Hij ging op zoek naar Minaniata. Maar ik zal hem zelf aan het woord laten, hem laten vertellen wat hij er zag en ervaren heeft. ‘Toen ik naar Japan ging, wilde ik ten alle prijze Minamata zien. Maar ja, ik wist niet waar dat gelegen is. 39 Ginder hebben ze me verteld dat het in het zuidelijkste eiland van de Japanse archipel, in Kitishu, gelegen is. Ik nam er de trein naartoe. Daar kwam ik dan in het station aan. Niemand niemand die daar Engels sprak. Er was een soort inlichtingenkantoor. Toen begon de babelse spraakverwarring tussen de loketbediende en mij pas voorgoed. Uiteindelijk moet de man gedacht hebben dat ik wilde gaan vissen, want hij stopte me een folder in de hand waarop niet tekst met uitleg beschreven stond hoe je in Minaniata een sportvisvakantie kon meemaken. Hij kwam zelfs vanachter zijn loket en ging niet mij mee om te wijzen waar ik de bus moest nemen. Ik heb die mens met veel gebarentaal vriendelijk bedankt en ben op een bankje voor het busstation gaan zitten. Recht tegenover me zag ik de bewuste fabriek... Het was toen net de vooravond van Hiroshima. E kwarnen vier vrouwen die een spandoek met een Japanse tekst erop ontvouwden. Ik, sprak hen aan. Een van de vrouwen sprak een mondje Engels. Ik legde baar uit waarom ik naar Minamata gekomen was, dat ik vooral wilde zien waar Eugene Smith had gefotografeerd. ‘Wacht”, zegde ze, ‘ik zal mijn man opbellen, die spreekt beter Engels, die zal je alles wel uitleggen.” Hij is gekomen. Helaas had hij geen tijd. Ondertussen had bij iemand gecontacteerd die me zou rondvoeren: een gehandicapte, indertijd had hij eveneens die kwikvergiftiging opgelopen. CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Ik, voelde me de koning te rijk. Ik zat er midden in. Ik stond eindelijk in de voetsporen van Smith. Dat werd me een ervaring! Die man sprak geen woord Engels, ik ken geen Japans Hij gaf heel de tijd uitleg, in het Japans Ik antwoorde in het Nederlands. Toch is me veel duidelijk geworden, want we behielpen ons met gebaren en geluiden e.d. De fabriek staat er nog. Ze maken er nu iets heel anders. In de plaats van de bewuste pijp is er een soort betonnen geul in de richting van de zee aangelegd. Daar loopt nog lozingswater door, maar gezuiverd nu. Eigenlijk is Minamata één grote baai niet verscheidene kleinere baaien, een erg ingekerfd kustgebied. Voor de baai liggen eilanden die als het ware een soort afsluitdijk vormen. Als er kwikhoudende afval geloosd werd dan bleef die sterk geconcentreerd ronddrijven, zodat het niet anders mogelijk was of heel de vispopulatie was aangetast. De man lootste me ook langs boekenwinkels. Later heb ik over heel Japan dezelfde kanjers van boekwerken over deze milieuramp zien liggen: beschrijvingen, juridische rapporten, getuigenissen. Maar allemaal uitsluitend in het Japans. Jammer, want die informatie zou ik graag doornemen. De vrouw die haar man had opgebeld, had me eveneens het adres van Aileen Smith gegeven, de Japanse vrouw met wie hij getrouwd was. Ze woont in Kyoto. Ik heb ze opgebeld. Jammer genoeg had ik zo’n tijdgebrek. Ik heb geprobeerd en geprobeerd om met een latere trein naar Tokyo terug te keren, wat uiteindelijk onmogelijk bleek; alles zat vol. Een uur heb ik niet haar kunnen spreken: over Smith, over zijn fotografie. Dat was fantastisch! Dat vergeet ik mijn hele leven niet!” Xavier Rombouts
‘Foto’(NL) jan/feb. 1989
40
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
…Met de documentaire fotografie van Carl Uytterhaegen 1944) hebben we kennisgemaakt op de kind-tentoonstelling van Walter De Mulder in het Groot Begijnhof te Gent(1978). Een indrukwekkende reeks van 200 foto’s is het geworden over een mijnwerkerscité Les Corons te Auchel (Noord-Frankrijk), die in 1870 gebouwd werd. Wat oorspronkelijk een wijk was van sociale woningen is nu een bidonville geworden. Uytterhaegen heeft 5 jaar aan deze documentaire g ewerkt die hij heeft opgebouwd rond het verhaal van een bepaald gezin van een gehandicapte vader en 11 kinderen. De tentoonstelling die hij voorbereidt zal eruitzien als een boek dat van nabij gelezen kan worden. Even opkijken voor hen die van Carl Uytterhaegen alleen zijn artistiek werk kennen.… ‘De Fotografie in België 1940-1980’ Deurne 1980
41
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
Indien men mij wil katalogeren als dokumentair fotograaf past dit waarschijnlijk het best bij wie ik ben... Vanuit een warm, nostalgisch gevoel heb ik scherpe herinneringen van toen omgezet in scherpe beelden van nu... geeft Carl Uytterhaegen als ondertitel aan zijn ‘Ora pro nobis’, een werk over ommegangen, goedevrijdagprocessies in Spanje, pardons in Bretagne, sakramentsprocessies in Vlaanderen. Uytterhaegen voelt aan dat er een ‘wederoproep’ is van de massa’s binnen de kerkelijke struktuur. De vergelijking met de jaren dertig wordt aangevoeld, waar in iedere processie die in een geïllustreerd tijdschrift terechtkwam, met een paar foto’s de ‘macht’ van een organisatie afstraalde. Wie meedoet, kan niets overkomen. Dit zinnetje spookt een hele tijd door het hoofd wanneer je de motivatie begrijpt die deze ascetische beeldenfilosoof bezielt bij het op pad gaan met het fototoestel. Als het ware gegroeid uit de stilte van de kontemplatie, zijn de fotobeelden van Uytterhaegen een neerslag van onze Westerse manier van leven, een manier van leven die gegroeid is uit de kristelijke achtergronden die in onze gewesten heel zwaar doorwegen. Uytterhaegen formuleert, naast de stilten van het evenwichtige beeld met de gulden snede en koele observatie, een aanklacht over absurditeiten die hij als scherpe waarnemer opmerkt. Hij doet het subtiel, afstandelijk... Zijn fotografie is een heldere en klare taal, zonder de gekompliceerdheid van ‘kunstige’ ingrepen. Daardoor funktioneert het werk van deze fotograaf als een katalysator om een aantal mentale processen aan te drijven waardoor een ruimere bewustwording van natuurlijke, maatschappelijke en kulturele processen ontstaat. Dit geldt niet alleen uitdrukkelijk voor de sociaal-dokumentaire reportage over ‘Les Corons d’Auchel’, maar ook, zij het minder expliciet, voor de op het eerste gezicht meer afstandelijke en vrijblijvende opnamen die soms toevallig, maar dikwijls planmatig ontstonden... . In de fotografie van Uytterhaegen is onmiskenbaar het werk over Auchel het verschrikkelijkste wat ik ooit heb gezien: de beeldkracht van deze ‘komparatieve’ sociaal-dokumentaire is zo sterk door het uitzichtloze dat op de kijker afkomt en honderdvoudig versterkt wordt door de portretten met een aantal jaren tijdsverschil ertussen: achter de ogenschijnlijk vormelijke, strakke objektiviteit van zijn fotografie, een gegeven dat door de kijker eerst wordt ervaren als afstandelijk, groeit het besef meer en meer bij een tweede blik op dit dokumentair drama, dat de fotograaf zodanig getroffen werd dat dit onherroepelijk moet geleid hebben tot identifikatie met de mensen die veroordeeld zijn om er met hun kinderen te overleven: De foto’s zijn gemaakt met zo een grote gevoeligheid dat je er niet kunt over schrijven zonder de schaamte en het respekt dat ellende oproept. Het is een beeld van verschrikking met nog enkel zeldzame herinneringen aan mooie en echte dingen, een glimlachend kind, een bloem, ravottende jongens, een jonge vrouw. Maar die geven juist aan, dat Auchel is als een schunnige verwensing.. . “ ” De obsessie van Uytterhaegens afkeer bijt zich vast in het leven van een paar families die hij volgt, waarmee hij bevriend geraakt, waarin hij zijn interessevelden: leven, liefde, dood, in die vijf jaar de vorm van beelden ziet aannemen. Een imagerie van aftakeling: de eerste stap naar de dood. De aantrekkingskracht die kerkhoven op deze fotograaf uitoefenen, afgetakelde muurtjes zonder cement, een olijfbomenveld, het schele jongetje waarvoor geen geld is om de oogoperatie te betalen en het meisje dat vrouw wordt en op een paar jaar tijd volledig is afgetakeld in Auchel, 42 zijn bij Uytterhaegen exponenten van een meditatieve instelling, een engagement dat fotografisch tussen twee uitersten vorm krijgt: leven betekent vrijheid, de dood het niet te ontkomen einde.” Het werk van Uytterhaegen is altijd een werk van lange adem: ieder onderwerp, of het nu zijn graffitti ‘All You Need Is Love’ of zijn ‘Kerkhoven in de wereld’ of ‘Auchel’ betreft, het worden, na jaren intens zoeken, volledige essays. Fotografie is voor mij eigenlijk het steeds opnieuw herkauwen van existentiële problemen, universele problemen. Ik kan geen foto’s maken over gevoelens waar ik innerlijk niet mee bezig ben. Ik denk dat de kracht van beelden juist komt uit de eerlijkheid en betrokkenheid waarmee ze gemaakt zijn. Mijn eigen ‘problematiek’, om het zo te stellen, is steeds mijn vertrekpunt voor het maken van werk. Indien men mij wil katalogeren als ‘dokumentair fotograaf past dit wellicht het best bij wie ik ben. Doorheen zijn werk geeft men zichzelf totaal bloot. Via het medium fotografie wil ik voor de komende generaties tradities, gewoonten, kultuuruitingen en dergelijke ‘bewaren’, vanuit mijn standpunt gezien natuurlijk. Vanuit dat standpunt ben ik een dokumentarist. Boek ‘Fotografie in Oost-Vlaanderen’, (D/1991/0914/4); Mark Van Gysegem, Gent 1992; p. 101-104 CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
CARL UYTTERHAEGEN Voor hem lijkt de fotografie wel het onmisbaar middel om zijn persoonlijke relatie met al wat des mensen is een meer geloofwaardige basis te geven, of juister: een zinniger inhoud dan enkel die van de existentie. Zo groeit bv. stilaan wat hij noemt een “sociaal geëngageerde reportage” in een Noordfrans mijnwerkersplaatsje. Maar die beelden kregen een dubbele betekenis: een louter pikturale, het beeld om het beeld, en een uitgesproken sociale: de aandacht vestigen niet enkel op de materiële nood, zoals men het gewoon is, maar vooral op de geestelijke achterstand van de mensnaast-de-deur. De materiële nood werd voor een goed deel weggewerkt, maar de geestelijke ontplooiïng volgde niet zoals het moet. Sociaal engagement is een veel misbruikte slogan die voor veel misbruiken doof en stom blijft, maar Uytterhaegen is gevoelig voor de mens in de meest sociale zin: de mens is evenmens, ongeacht zijn welvaart of armoe, zijn gaven aan hersens, spieren, charme of schoonheid. De mens is altijd mooi, vooral boeiend, en bestaat niet uit “sociale gevallen” alleen. Natuurlijk is de één schilderachtiger dan de andere. Hij lokt ze voor zijn lens op zijn tochten door het land. Er is een overvloed aan beeldmateriaal in de mensenwereld. Deze tak van zijn fotografie noemt hij “kontakt-portretten”. Het kontakt van de toeschouwer met hen gebeurt via deze vorm van fotoreportage. De armsten, de nederigsten, maar ook zelfbewuste of groteske eksemplaren, zij allen kijken recht in het objektief. Dit is voorwaarde. Zij kijken naar jou via hun beeltenis, via hun eigen bewuste aanwezigheid in hun eigen omgeving van huisjes en kamertjes, stegen en tuintjes, natuur en onnatuur. “Omdat zij lief zijn, angstig zijn, eigenaardig zijn, zelfbewust zijn, aanstellerig zijn, alledaags zijn, triestig zijn, hard zijn... gewoon omdat zij zijn wie zij zijn of willen zijn, fotografeer ik ze, isoleer ik ze omdat je - niet wetend wie ze zijn - er je kan in projecteren, ze zien zoals je ze wilt zien... Voor mij zijn die statische “kontakt”-portretten een sterke bron van dynamiek.” Na Latijns-Griekse humaniora studeerde hij één jaar opvoedkunde aan de Rijksuniversiteit te Gent. Volgde gedurende twee jaar kursussen aan de “Ecole supérieure des techniques de publicité” te Brussel. Op fotografisch gebied autodidakt. Sinds 1965 zelfstandig fotograaf te Gent, thans ook professor aan het Hoger Sint-Lukasinstituut te Brussel, Dank zij de ruggesteun van zijn vrouw moest hij zich nooit zodanig binden dat zijn vrije fotografie er zou onder lijden, wat inderdaad niet zo makkelijk is voor iemand die met het medium aan de kost moet komen. Zijn grondprincipes zijn: 1) Zonder solide technische basis sta je nergens. Het is als een gereedschapskist vol kennis. Vooral de jongere generatie toont zich onwennig tegenover het begrip “vakmanschap”, dat zo verregaand in tegenspraak is met de verleidelijke ideeën van een vrije kunstuiting, van onbelemmerde persoonlijkheid, enz. 2) Het negatief is heilig: daar knip je niet aan. De bladschikking wordt in de zoeker gemaakt, niet door het verknippen van je negatiefbeeld. Dit is een erezaak voor Uytterhaegen en tevens een bron van min of meer grote spanningen bij de opname, vooral wanneer beweeglijke objekten als mensen het beeld vormen. Om zulke spanningen even te ontlopen zoekt hij rust 43 in de natuur: “Een landschapsfoto is voor mij een statisch beeld van een fragment uit een mij omringende natuurwereld (vertrouwd of vreemd). Het is een reductie van het weidse tot een segment zonder kleur noch klank... een landschapsfoto is - naast andere mogelijkheden - een overdracht van begrippen zoals rust, romantiek, dreiging, verwondering, eenzaamheid, harmonie e.a. Het is voor mij een droombeeld, door de realiteit omringd.” Tot deze kontemplatiefotografie behoren ook zijn “vensterlandschappen”: achter ramen leven mensen. In hun ramen wordt hun liefde weerspiegeld voor de kleine betekenisarme dingen van het leven. Hun liefde voor porseleinen honden, voor plastieken dozen en kaktussen, voor honderd andere tedere waardeloze of smakeloze voorwerpen. Getuigenissen van hun eenvoudige kultuur. Maar het raam is ook een oog op de wereld, op de straat.” En onze straten en landschappen worden bovendien bewaakt door een ander oog: de verkeersspiegel. “Nergens vind je er zoveel als in ons land. Maar zij hebben mij geïnspireerd.” De verkeersspiegels kijken toe, hun iris vervormt met het doel de wereld in één enkele blik te vangen. Maar kijken wij, mensen, niet door een vervormend oog naar de wereld en wordt de wereld niet gedeformeerd door woorden, gewoonten, wetten ?
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]
“De deformatie die je in verkeersspiegels te zien krijgt is de reflektie van de maatschappij. De maatschappij zelf is vervormd. Wij krijgen haar nooit te zien zoals zij is, maar wel zoals zij zich voordoet.” Maar het fotograferen in zulke spiegel ligt toch dicht bij de subjektiviteit? Ik heb niets tegen subjektieve fotografie. Vroeger heb ikzelf geëxperimenteerd met grafische film enz. Subjektieve fotografie loopt langs zijtakken die evenwaardig kunnen zijn, maar het medium in kwestie soms zodanig uit het oog verliezen dat alle relaties feitelijk verbroken worden.” In dit experimenteren gaat vaak een onbezonnen jacht op andere schatten schuil: op de genialiteit in jezelf. Experimenteren om een baanbreker te zijn. Maar je mag al heel blij zijn als je een kunstenaar met een eerlijk hart opgraaft uit het onbekende van je ego. Uytterhaegens ego ontdekt zoveel in de fotografie. Want naast de reeds genoemde kontakt-portretten en landschappen maakt hij ook “geposeerde” portretten, die van de andere verschillen enkel door het feit dat dan de mens naar hem komt, komt om te poseren in een hem vreemd milieu. Hij ook kijkt in de lens, hij ook is behept met menselijke defektjes, en menselijke kostbaarheden sieren ook deze man of vrouw. Filip Tas
‘Kunstambachten in Oost-Vlaanderen’ Gent, 1977
- pag. 100-105
44
CARL UYTTERHÆGEN B-9000
FOTOGRAAF 3
(oud begijnhof )
GENT
09 225 28 46
provenierstersstraat
www.mydream.be •
[email protected]