Campagne 2006 politiek dossier en actieboek
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 1 ]
Inhoud
POLITIEK DOSSIER ■
• • •
■
• • •
■
•
Voorwoord ............................ 5 Politieke basistekst: Met duurzame landbouw boert iedereen goed! ...... 7 Millenniumdoelstellingen: De tijd loopt heel erg snel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Honger en armoede Recht op voedsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De sleutel ligt bij de boeren in het Zuiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Vrouwen spelen sleutelrol in voedselzekerheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Handels-, landbouwen ontwikkelingsbeleid
•
Vrijhandel nekt boeren in het Zuiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Europees landbouwbeleid ondersteunt vooral agrobusiness en grote boeren . . . . . . 23 Focus op exportgerichte industriële landbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Voedselhulp versus voedselproductie . . . . . . 28
■
Eisenprogramma
•
11.11.11 eist recht op voedsel
• •
politiek dossier en actieboek
Inleiding
. . . . . . . . . . . . . . . . 29
ACTIEBOEK Twee voor de prijs van één!
campagne 2006
■ ■ ■
Uien: een verhaal om bij te huilen
Dit jaar bundelen we het actieboek en het politiek dossier in één boek. Zo krijg je een stevige brok achtergrondinforma-
■
voedsel’. Tegelijk maken we je wegwijs in het ac-
Wil je vlug in actie schie-
. . . . . . . . . . 36
Focus op het Zuiden: over voedselzekerheid en lokale markten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
tie over het campagnethema ‘recht op
tiemodel van dit jaar.
Bouwen op resultaten van 2005 . . . . . 34 Overzicht van de actiemomenten . . . 35 Actiemodel
■
■
Fondsenwerving: de beuk erin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Verjaardag: 40 jaar 11.11.11
. . . . . 44
ten, dan lees je het best eerst de artikels met dit symbooltje. Via deze leeswijzer krijg je snel inzicht in het thema en het daarop gebaseerde actiemodel.
BIJLAGEN • • •
10 mythes over honger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Vragen en antwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Publicaties, links en kalender . . . . . . . . . . . . . . . . 55
FOTO BERT JANSSENS
Voorwoord
politiek dossier
Laat de boeren niet op hun honger zitten!
De Millenniumdoelstellingen. Tien jaar lang gaat de Noord-Zuidbeweging op deze nagel kloppen. Telkens met verschillende hamers. Volgende twee jaar wordt het recht op voedsel de invalshoek. Het gaat dan over de eerste Millenniumdoelstelling: het halveren van de honger en armoede. Al weten jij en ik dat de Millenniumdoelstellingen nog niet ver genoeg gaan, want honger en armoede moeten de wereld uit. Beter bekend
de campagne. Na het algemene verhaal nu de focus op de eerste
In 2005 lieten we de Vlaamse bevolking kennis maken met de Mil-
doelstelling: het halveren van de honger en armoede in de wereld.
lenniumdoelstellingen. Acht doelstellingen moeten ervoor zorgen dat
[ 4 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
in 2015 de wereld er een stukje beter uitziet. Vijf jaar na de onderte-
Ongelijke middelen
kening van deze beloften was er nog niet veel van in huis gekomen.
Waarom een campagne voeren rond ‘recht op voedsel’ als er genoeg
En dit mocht de publieke opinie gerust weten! De inzet en durf van
te eten is in de wereld? Gewoon die koek eerlijk verdelen, toch?
vele vrijwilligers zorgden voor een mooi resultaat. Vóór de 11.11.11-
Maar zo eenvoudig is het niet. Bovendien zijn het vooral boeren die
campagne van vorig jaar wist amper 5 % van de Vlaamse bevolking
honger lijden. Zij hebben onvoldoende toegang tot grond, tot water
wat die Millenniumdoelstellingen waren. Daarna was dat gestegen
en tot zaaigoed om het levensnoodzakelijke voedsel te produceren.
tot 39 %.
Het is een probleem van onvoldoende inkomen om uit de armoede
De 11.11.11-campagne van vorig jaar vormde ook de start van een
te geraken. Omdat vele landen in het Zuiden geen landbouwbeleid
nieuw langlopend samenwerkingsverband. Tien jaar lang werken we
hebben. Maar ook omdat er internationaal van alles misloopt.
met de coalitie 2015 DE TIJD LOOPT rond de Millenniumdoelstel-
De liberalisering van de handel in landbouwproducten brengt kleine
lingen. Deze coalitie is de vrucht van de ambitie van de Vlaamse
boeren uit het Zuiden in rechtstreekse concurrentie met de industriële
Noord-Zuidbeweging om op permanente basis samen te werken.
landbouw. Op de eigen markt krijgen die boeren hun producten moei-
Een vijftiental ngo’s gaven de start voor een samenwerkingsverband
lijk verkocht omwille van de invoer van voornamelijk Westerse produc-
dat steeds maar aangroeit. Dit najaar starten we het tweede deel van
ten. Die zijn soms goedkoper omwille van betere productiemiddelen inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 5 ]
einde maken aan het wereldwijde hongerprobleem. Structurele oor-
Politieke basistekst
zaken vragen immers structurele oplossingen. Boeren moeten zich kunnen beschermen tegen de import van producten uit het buitenland. Alleen als landen het recht hebben om zich af te schermen, is een ontwikkeling van het lokale landbouwbeleid mogelijk en kan zij op termijn op een volwaardige manier concurreren met andere landen. Europa heeft toch ook decennia lang haar markt afgeschermd en haar boeren ondersteund om haar landbouwsector op te bouwen. Het recht op bescherming van lokale landbouwmarkten en de steun aan lokale boeren vormt één van de belangrijkste voorwaarden in de bestrijding van het wereldwijde hongerprobleem en is bijgevolg ook één van de belangrijkste eisen in de 11.11.11-campagne van dit jaar.
Samen met de milieubeweging Er moet een ander landbouwbeleid komen in Noord en Zuid, zoveel is duidelijk. Als het even kan een duurzaam landbouwbeleid. Meteen is deze eis een basis voor samenwerking tussen 2015 DE TIJD LOOPT en een aantal milieuorganisaties. Want recht op voedsel is maar een deel van het verhaal. De verdeling en de toegang tot voedsel kunnen FOTO JAN BAERT
niet aan de grillen van de vrije markt overgelaten worden. Daarvoor
Weet je nog …
hebben we een samenhangend beleid nodig, gericht op duurzame landbouw op alle niveaus. En dit eisen we dan ook graag samen met de milieuorganisaties. Twee jaar lang zullen we samen de focus leggen op deze twee thema’s: recht op voedsel en duurzame landbouw. Dat betekent ook dat niet alleen de coalitie 2015 DE TIJD LOOPT maar ook 11.11.11 twee jaar campagne zal voeren rond dit thema.
In september 2000 engageerden de regeringen van 191 lidstaten van de VN zich om acht doelstellingen te realiseren tegen 2015.
En dat biedt heel wat voordelen. Denken we maar aan de watercam-
1 2 3 4 5 6 7
Armoede en honger halveren
En … actie!
Elk kind naar de basisschool
Maar eerst gaan we de actie van vorig jaar afronden. Toen lanceer-
Gelijke kansen voor mannen en vrouwen
den we het verzoekschrift, een petitie met vijf politieke eisen gericht
De kindersterfte verminderen
aan het parlement. Het voordeel aan een verzoekschrift is dat het
De gezondheid van moeders verbeteren
parlement verplicht is dit serieus te nemen. En daar gaan we in sep-
Aids, malaria en andere ziekten wereldwijd bestrijden
tember 2006 mee aankloppen bij onze volksvertegenwoordigers.
Toegang tot water voor iedereen - actief werken aan een
Je leest het goed: we brengen opnieuw geen gemakkelijk verhaal.
duurzaam milieu
Maar wel een scherp verhaal. En net als voorgaande jaren hebben
8 Werken aan een wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling
Dit zijn de acht Millenniumdoelstellingen (Millennium Development Goals – MDG’s)
pagne in 2003 en 2004, waarvan we nog steeds de resultaten zien van twee jaar intensief campagne- en lobbywerk.
Met duurzame landbouw boert iedereen goed!
FOTO DIRK PEETERS
We staan dus niet alleen in deze nieuwe campagne. Samen met de milieubeweging hebben we een sterk gemeenschappelijk verhaal te vertellen.
we voor een goed campagnedossier gezorgd. Bovendien illustreren
Noord-Zuidbeweging en milieuorganisaties bundelen krachten Het gaat niet goed met de landbouw in de wereld. De boeren kunnen er niet meer van leven en het milieu heeft er onder te lijden. Maar het kan ook anders! Duurzame landbouw kan de wereld voeden zonder een aanslag te plegen op de draagkracht van de aarde. Daarom bundelen we vanuit de Noord-Zuidbeweging en de milieuorganisaties onze krachten en voeren we twee jaar lang een gezamenlijke campagne voor een duurzame landbouw en voor het recht op voedsel.
we het campagnethema aan de hand van een concreet verhaal over
Trop is teveel!
basisrecht verstoken. En het wordt er niet beter op door alles maar
de ajuin. Een verhaal om bij te huilen.
Van de ruim 850 miljoen mensen die wereldwijd honger lijden, is de
aan de vrije markt over te laten. Ook het milieu is er de dupe van.
En voor het actiemodel van dit jaar zitten we in de soep. Daar lees
overgrote meerderheid boeren. En dat terwijl ze juist voedsel pro-
De grootschalige en nog steeds toenemende industrialisering van de
je meer over verder in dit actie-
duceren! De boeren bevinden zich vaak in deze paradoxale situatie
landbouw weegt zwaar op het eeuwenoude evenwicht tussen mens
boek.
door een moeilijke toegang tot vruchtbare gronden, water, kredieten
en milieu. De natuur krijgt hiervan de vervuilde rekening voorgescho-
en zaden. Nationale overheden hebben maar al te vaak andere pri-
teld. Dit kan zo niet langer!
en een efficiëntere productie. Maar soms gaat het ook over minderwaardige producten die onder de kostprijs afgezet worden op de
oriteiten. Bovendien kunnen de kleine boeren in het Zuiden niet op-
wereldmarkt. In bepaalde gevallen zorgen Europese of Amerikaanse
Soumaya Zaougui,
boksen tegen de overspoeling van goedkope ingevoerde producten
Samen de boer op
subsidies voor deze lage prijs. In dat geval spreken we van dumping,
hoofd campagnedienst
op hun plaatselijke markten. Zo komen ze massaal in het doodlopend
Het kan anders! Gezamenlijk moeten we groeien naar een duurzame
want de producten worden onder de productieprijs verkocht.
straatje van honger en armoede terecht.
landbouw die aangepast is aan de lokale omstandigheden zonder
Recht op afscherming
Terwijl voedsel toch een mensenrecht is! Iedereen heeft het recht
gericht op de regionale voedselvoorziening én respecteert tegelijk
Noch voedselhulp, noch de huidige handel in voedsel, kunnen een
op een goede en gezonde voeding. Al te veel mensen blijven van dit
de natuur. Met duurzame landbouw kunnen de boeren de wereld
de bodem uit te putten. Dergelijke landbouw is in de eerste plaats
[ 6 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 7 ]
voeden, niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst. Zo kunnen
Steun kleinschalige duurzame landbouw
onze kleinkinderen zich ook goed en gezond voeden.
Anno 2006 is landbouw big business. Een handjevol gigantische
Met dit in het achterhoofd slaan de Noord-Zuidbeweging en de mi-
landbouwmultinationals bepalen momenteel de wereldmarkt en gaan
lieuorganisaties de handen in elkaar. Met het samenwerkingsverband
met het grootste deel van het geld lopen. Om meer winst te maken,
2015 DE TIJD LOOPT voert de Noord-Zuidbeweging tien jaar lang
zoeken de multinationale ondernemingen steeds goedkopere pro-
campagne rond de Millenniumdoelstellingen. 191 landen engageer-
ductieomstandigheden. Er moeten maatregelen genomen worden
den zich binnen de Verenigde Naties om tegen 2015 de honger en
om de macht van de multinationals in te perken en de positie van de
de armoede in de wereld te halveren. Binnen dit kader eisen we sa-
landbouwers te versterken.
men, vanuit de Noord-Zuidbeweging en vanuit de milieuorganisaties,
Boeren overal ter wereld kunnen de gemeenschap voeden. Maar dan
meer aandacht voor duurzame landbouw in Zuid én Noord. En dit om
is er wel nood aan toegang tot gronden, water, … en tot markten met
iedereen wereldwijd van voedsel te voorzien. Onze tien eisen omvat-
stabiele en lonende prijzen. En er is ook nood aan meer onderzoek
ten niet alleen steun aan duurzame landbouw, maar ook aandacht
rond duurzame landbouw en steun aan sterke boerenorganisaties.
voor betere handelsregels. En zélf kunnen we er ook iets aan doen.
In de meeste delen van de wereld is landbouw een vrouwenzaak. Afrikaanse vrouwen bijvoorbeeld staan in voor tachtig procent van
Betere handelsregels
de voedselproductie. Zij trekken ook naar de lokale markt om hun
In dat eisenpakket hebben we het ook over handel. Landbouw en
producten aan de man te brengen. Toch worden plattelandsvrouwen
handel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Boeren produceren
nog op veel gebieden achtergesteld. Zo bezitten ze zelden het land
voedsel voor zichzelf, maar ze verkopen hun producten ook om in-
dat ze bewerken, en mogen ze hun geldpotje niet altijd zelf beheren.
komsten te krijgen. De prijs die ze voor een product krijgen, bepaalt
Duurzame landbouw zal dan enkel een toekomst hebben als we de
dus in grote mate de welvaart van het gezin. Lokale markten in het
obstakels uit de weg ruimen die boerinnen ervan verhinderen te leven
Zuiden worden echter op veel plaatsen ontwricht door goedkope in-
van hun landbouw.
voer van bijvoorbeeld kippen, ajuinen, maïs, rijst en melkpoeder. Als
Overheden moeten ook een milieuvriendelijke landbouw stimuleren,
die producten ook nog eens gesubsidieerd werden, dan hebben we
die rekening houdt met de draagkracht van de aarde. Daarbij is het
te maken met dumping, wat gelijk staat met het uitvoeren onder de
promoten van regionale markten zeer belangrijk. Het is toch al te gek
kostprijs. Dumping is oneerlijke concurrentie en doet de prijzen kel-
dat landbouwproducten de halve wereld moeten afreizen, als ze ook
deren. Hierdoor zakt het gezinsinkomen van de lokale boerenfamilies
ter plaatse kunnen geteeld worden.
FOTO WERELDMEDIATHEEK, THOMAS THYS
Markt in het Pajottenland, waar de boeren hun eigen producten verkopen.
De 10 eisen van de Noord-Zuidbeweging en de milieuorganisaties: Deze campagne is een gezamenlijke actie van Africa Eu-
als een pudding in elkaar.
In het winkelwagentje
rope Faith and Justice Network, Bioforum Vlaanderen, Bond
We kunnen daarom de productie, de verdeling en de toegang tot
Het is duidelijk dat veel van onze eisen gericht zijn aan overheden op
Beter Leefmilieu, CDI-Bwamanda-België, FIAN-Begium,
voedsel niet aan de grillen van de vrije markt overlaten. Alle regio’s
diverse beleidsniveaus en internationale instanties. Maar zelf zijn we
Greenpeace, Ieder voor Allen, Jeugdbond voor natuur en mi-
(en vooral de armste landen) moeten het recht krijgen om hun eigen
ook consumenten en dus beschikken we over een behoorlijke portie
lieu, KWIA, Natuurpunt, Netwerk Bewust Verbruiken, VELT,
markten af te schermen tegen deze goedkope invoer en ecologische
macht. Elke dag krijgen we landbouwproducten op ons bord. Dat
Vlaams Agrarisch Centrum, Voedselteams, VODO, Voor
dumping. Veel kleine boeren zijn ook afhankelijk van exportland-
maakt dat we zelf keuzes kunnen maken. Door producten te kopen
Moeder Aarde, Wervel en het samenwerkingsverband 2015
bouw zoals koffie en cacao. Schommelingen en te lage prijzen van
die op een duurzame manier zijn voortgebracht, bij een Wereldwin-
DE TIJD LOOPT: Bevrijde Wereld, Broederlijk Delen, Fos,
deze grondstoffen hebben miljoenen gezinnen getroffen.
kel, bioproducten uit je buurt, door je aan te sluiten bij een voedsel-
Globelink, Intal, KBA, Koepel van de Vlaamse Noord-Zuid-
Een eerlijke en stabiele prijs voor de landbouwproducten is de beste
team of door af en toe wat minder vlees te eten tonen we een bewust
beweging 11.11.11, Noë, Oxfam Solidariteit, Oxfam Wereld-
manier om de boeren een waardig bestaan te garanderen. Maar ook
consumptiegedrag. Zo steunen we de boeren en het milieu in het
winkels, Plan België, Protos, Studio Globo, Trias, Vlaams
de milieukost moet in de prijs verrekend worden. Het gaat bovendien
Zuiden én het Noorden met een eerlijke prijs. En daarvoor hoeven we
Guatemala Comité, Volens, Vredeseilanden, Wereldsolidar-
niet op dat zwakkere milieuregels gelden voor ingevoerde producten
niet op beleidsveranderingen te wachten.
iteit, Wereldcentrum, Wereldmediatheek.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Recht op afschermen van lokale markten garanderen Kwaliteitsbevorderende handelsregels stimuleren Dumping van landbouwproducten stoppen Eerlijke en stabiele prijzen voor landbouwproducten De greep van multinationals op de landbouw beperken Kleinschalige duurzame landbouw in het Zuiden steunen De positie van de vrouwen in de landbouw versterken Regionale landbouwmarkten stimuleren Milieuvriendelijke productie in het Noorden stimuleren Duurzaam consumentengedrag promoten
Meer info over deze gemeenschappelijke eisen: www.detijdloopt.be
dan voor de binnenlandse productie.
FOTO WERVEL
De kleine ontregelende boon
armoede en honger, wegens geen toegang meer tot hun gronden
Wat heeft een kleine sojaboon uit Brazilië te maken met het lot van
en het wegconcurreren van lokale teelten.
de boeren in Afrika? Niets, op het eerste zicht! Of toch wel? Het
In Europa veroorzaakt de massale vleesproductie het bekende
voorbeeld van de sojaproductie legt de verbanden bloot tussen
mestoverschot. En onze vleesoverschotten en ons graan dumpen
industriële grootschalige landbouw, het vernietigen van ’s werelds
we dan maar in Afrika tegen spotprijzen. En daarmee concurreren
natuurrijkdommen en internationale handelsmechanismen. Boven-
we ginds de lokale boeren uit de markt. Zo is de productie van
dien maakt het de noodzaak duidelijk van duurzame landbouw. In
soja, die voornamelijk in handen is van enkele multinationals, ver-
Europa voeren wij soja in uit Brazilië en Argentinië voor de aan-
antwoordelijk voor een ecologische en sociale ramp op wereldvlak.
maak van veevoeder voor onze intensieve veeteelt. In Zuid-Amerika
Veel duurzamer is het om de nodige eiwitten voor dierenvoeding in
veroorzaakt de grootschalige sojaproductie niet alleen een ecolo-
Europa zelf voort te brengen. Verschillende eiwithoudende gewas-
gische ramp in het doen verdwijnen van immense oppervlakten re-
sen zoals grasklaver zijn daarvoor geschikt.
genwoud. Het betekent voor veel boeren en inheemse volken ook [ 8 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 9 ]
Millenniumdoelstellingen
FOTO BERT JANSSENS
De tijd loopt heel erg snel “We kunnen de Millenniumdoelstellingen op tijd halen, wereldwijd, en in de meeste of zelfs alle landen”, zei Kofi Annan op de Millenniumtop van september 2005. “Maar enkel als we breken met de gangbare ‘business as usual’ aanpak”, voegde hij eraan toe.
Op de tweede White Band Day werd Manneke Pis in een wit kleedje gestoken. maar erkende impliciet dat de armste landen eigenlijk nood heb-
•
ben aan volledige kwijtschelding van hun oude schulden. Dat
veel landen gevolgd, wel wat geld kan opbrengen. Maar naar op-
geeft ons meer argumenten in handen voor diepere kwijtschel-
brengsten en naar herverdelend effect is het maar slappe kost.
ding voor méér landen.
Belangrijk is wel dat het een politieke spoorslag geeft aan het
‘Innoverende financiering’. In de vitrine stond de belasting
werk rond een internationale belasting, zoals de tobintaks of een
op vliegtickets. Een Frans initiatief dat, indien verplicht en door
belasting op winsten van multinationale ondernemingen. Volgens de initiatiefnemers (Frankrijk, Brazilië, Chili en Spanje) vormt de
Een speech voor alle tijden?
Zoals het engagement van de Europese Unie om haar gemiddelde
In 2008 staan we halfweg in de voorziene periode om de Millen-
voor ontwikkelingssamenwerking tegen 2010 op 0,56 % te brengen,
niumdoelstellingen (Millennium Development Goals – MDG) te re-
wat 20 miljard euro extra per jaar zou opleveren. Op de G8-top van
aliseren. Zal de VN-topman zijn toespraak op dat moment gewoon
juli kregen de armste landen beloftes over meer schuldkwijtschelding.
Internationale actie
kunnen herhalen of zal hij ze grondig kunnen herschrijven? De grote
Maar op de VN-top zelf werden zowat alle voorstellen afgezwakt en
De campagne 2015
Report (VN) in op ‘gelijkheid’. Men begint te beseffen dat de
doorbraak is er voorlopig niet. Bovendien gaan de Millenniumdoel-
van bijkomende beperkingen voorzien. Geen harde engagementen
DE TIJD LOOPT
Millenniumdoelstellingen niet te halen zijn met groei alleen. Er
stellingen voor ons niet ver genoeg. De nadruk ligt te weinig op de
meer, maar beloftes ‘in de mate van het mogelijke’. Afgemeten aan de
maakt deel uit van
is vooral ook herverdeling nodig. De achtste Millenniumdoel-
rechten van de betrokkenen, de aanpak is te weinig structureel en te
toch al beperkte ambities liep de top met een sisser af.
een
wereldwijde
stelling over het mondiaal partnerschap opteert eigenlijk voor
weinig gebouwd op strijd en actieve inbreng van de betrokken men-
vliegbelasting een eerste stap naar een uitgebreider systeem van internationale belasting. •
Meer aandacht voor herverdeling. Niet toevallig gingen in 2005 enkele internationale rapporten, zoals het World Development Report (Wereldbank) en het Human Development
campagne van de
een aanpak van de armoede via economische groei (minder
sen en groepen zelf. Maar zelfs met deze ‘beperkte’ doelstellingen
Druk op de ketel houden
Global Call to Action against Poverty (GCAP). Het is een
schuld, meer hulp, meer handel, enz.). In de praktijk blijkt die
voor ogen is de stand van zaken alarmerend en de vooruitgang veel
2005 was ontgoochelend. Toch houden we er enkele goede aankno-
netwerk van ngo’s, vakbonden en andere organisaties die opko-
groei niet onbelangrijk, maar zeker niet voldoende. Onrecht-
te traag.
pingspunten aan over voor politieke druk en verdere publieke actie.
men voor de strijd tegen armoede.
streeks hebben we dat te danken aan de fabelachtige groei-
We zetten er enkele op een rijtje:
In 2005 gingen in alle continenten grootschalige en wereldwijd
cijfers van de Chinese economie. Door het afromen van een
•
De EU engageerde zich tot meer ontwikkelingssamenwer-
opgemerkte evenementen en acties door met het witte bandje
groot deel van de extra’s door buitenlandse bedrijven en door
In 2005 kwamen de regeringen onmiskenbaar onder druk. Daar zorg-
king. Het akkoord daarover binnen de Europese Unie biedt geen
als symbool. In 2006 start de mobilisatie op 16 september naar
de binnenlandse toplaag blijft het effect op de armoede beperkt.
den de VN-top van september voor, maar ook de piekmomenten in
waterdichte garanties maar is toch harder dan gewoon maar een
aanleiding van de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank
De discussie over gelijkheid leidt voorlopig niet tot verregaande
de internationale campagne ‘Global Call to Action against Poverty’
belofte. Of alle lidstaten over de brug komen, hangt af van de
in Singapore. De wereldwijde piekdag wordt 17 oktober, de we-
beleidsconclusies. Maar ze versterkt wel onze argumenten voor
(GCAP). Oude beloftes werden herhaald en versterkt. Toch kwamen
druk op de nationale regeringen en de Europese instanties.
relddag tegen armoede.
een structurele aanpak van armoede, honger en de andere soci-
Veel beweging, weinig tastbaar resultaat
er ook nieuwe beloftes en voorstellen, soms uit onverwachte hoek. [ 10 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
•
De G8 tekende een zwak akkoord rond schuldverlichting,
ale kwalen. En dat is een goede zaak. inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 11 ]
Honger en armoede
jonge kinderen en vrouwen betreft, speelt ondervoeding een grote
bijzonder in de armste landen. Dat terwijl we de jaren ervoor net een
rol (MDG 4, 5 en 6). Zoals we verder zullen zien, zal het gevecht te-
daling van het aantal ondervoeden noteerden.
gen honger gewonnen of verloren worden op het platteland, waar de ontwikkeling van lokale familiale landbouw een hoge prioriteit moet
Honger als landelijk fenomeen
krijgen. Een gezond milieu (MDG 7) is zeer belangrijk voor de duur-
Van de mensen die het met minder dan 1 dollar per dag moeten stel-
zaamheid van de voedselproductie en omgekeerd is een ecologisch
len, leeft en werkt 75 % in landelijke gebieden. Zo’n 80 % van de
duurzame voedselproductie zeer belangrijk voor het milieubehoud.
ondervoeden leeft op het platteland.
Ook de band met MDG 8 is overduidelijk. De internationale gemeen-
In de tabel op pag. 14 geven we een overzicht van wie deze onder-
schap draagt de verantwoordelijkheid en plicht om via een eerlijk
voede mensen zijn.
handels-, landbouw- en ontwikkelingsbeleid de strijd tegen armoede
We kunnen stellen dat 70 % van de mensen die ondervoed zijn
en honger aan te gaan en het recht op voedsel te waarborgen.
– 600 miljoen mensen – afhankelijk zijn van landbouw. Dit zijn voornamelijk kleine boeren en onderbetaalde landarbeiders, maar ook
Recht op voedsel
FOTO WERELDMEDIATHEEK, TREES POTTIE
Honger de wereld uit! Daar gaan we voor. De Millenniumdoelstellingen houden het bij een halvering van honger en armoede. Maar zonder een grondige bijsturing van het beleid halen we zelfs deze beperkte belofte niet. Beloftes
mensen gestegen met 27 miljoen! De Millenniumdoelstellingen zwak-
De 11.11.11-campagne van dit jaar vertrekt van de eerste Millen-
ken dus de belofte van de Wereldvoedseltop af.
niumdoelstelling (MDG 1). Die stelt het halveren van honger en ar-
Honger in de wereld
herders en vissers zijn afhankelijk van hun onmiddelijke omgeving
Hoewel er vandaag een overvloed aan voedsel beschikbaar is, lijden
en natuurlijke rijkdommen. Bij de ‘stedelingen’ gaat het overwegend
wereldwijd zo’n 852 miljoen mensen honger. Daarvan leven er 815
over ex-plattelandsbewoners die een verplichte toevlucht zochten tot
miljoen mensen in ontwikkelingslanden. Dagelijks sterven er 25.000
vluchtelingenkampen of de slecht uitgeruste sloppenwijken, waar
mensen aan ondervoeding en elke 5 seconden sterft er een kind van
werkloosheid en lage lonen heersen en waar ze onvoldoende be-
de honger. Ondanks alle beloftes verandert daar weinig aan.
staansmiddelen vinden.
Op het eerste zicht lijkt het alsof er een aanzienlijke vooruitgang ge-
Voldoende voedsel
boekt is bij de terugdringing van het aantal ondervoede mensen de
De laatste vijftig jaren stijgt de landbouwproductiviteit sterker dan
afgelopen twee decennia, want voor alle ontwikkelingslanden is het
het bevolkingsaantal. Volgens de Wereldvoedselorganisatie is er
aantal mensen dat honger lijdt sinds 1980 met 105 miljoen gedaald.
voldoende productiecapaciteit om 9 miljard mensen te voeden. Hoe
Dit is echter voornamelijk te danken aan de prestaties van Azië, als
komt het dan dat wereldwijd 852 miljoen mensen honger lijden?
gevolg van de goede prestaties van China en Indië. In de drie andere
Droogte, natuurrampen, plagen en conflicten lijken voor de hand lig-
regio’s zien we echter een stijging, die voornamelijk in Sub-Sahara
gende oorzaken. Uiteraard dragen al die elementen bij tot voedselon-
Afrika zeer verontrustend is. Wanneer we China en Indië uit de tabel
zekerheid. Ongeveer 60 miljoen mensen, 7 % van alle ondervoeden,
zouden halen, zouden we ook in Azië een stijging vaststellen. Dat
hebben hierdoor een voedselonzeker bestaan. Maar waar ligt de oor-
geldt ook voor de verhouding ondervoede mensen in het geheel van
zaak voor die andere 800 miljoen mensen?
de bevolking. In Azië zien we een daling, terwijl in de andere regio’s
Voedselonzekerheid is in wezen een probleem van armoede, onvol-
de verhouding ongeveer hetzelfde is gebleven. Stabiele verhoudin-
doende toegang en pure uitsluiting. De verdeling van het voedsel
gen in een situatie van bevolkingsaangroei komen echter neer op een
verloopt op een onrechtvaardige manier, dat is het probleem. In het
stijging van het aantal ondervoeden in absolute aantallen.
Noorden is er een overvloed aan voedsel en spreekt men van over-
Een belangrijke vaststelling is dat sinds de gedane internationale
consumptie en overvoeding, terwijl men er in het Zuiden maar niet in
belofte op de Wereldvoedseltop van 1996 het aantal mensen dat
slaagt om uit de vicieuze cirkel van honger en armoede te geraken.
honger lijdt in ontwikkelingslanden alleen maar gestegen is, en in het
Want daar ligt de voornaamste oorzaak van honger: armoede.
Aantal ondervoede mensen in ontwikkelingslanden van 1979-2002
moede tegen 2015 voorop. Dat dit de eerste doelstelling is, mag
Nodig voor de andere Millenniumdoelstellingen
niet verbazen. De toegang tot een minimum aan basisvoeding is de
Het behalen van MDG 1 is een absolute noodzaak om alle Millen-
allereerste zorg van de mens. Zoals we verder zullen zien, is armoede
niumdoelstellingen te kunnen verwezenlijken. Zo stelt ook het meest
de grootste rem op de toegang tot voedsel. Het is dan ook logisch
recente rapport (2005) van de Wereldvoedselorganisatie (FAO).
dat het aanpakken van armoede en honger op één en dezelfde lijn
Als we niet zéér dringend werk maken van de strijd tegen honger,
Azië en eilanden
staan.
stelt het FAO, dan zal het behalen van de andere doelstellingen zeer
in de Stille Oceaan
Deze eerste Millenniumdoelstelling is echter niet nieuw. Op de We-
moeilijk tot zelfs onmogelijk zijn. Ondervoede kinderen gaan later of
reldvoedseltop in 1996 engageerden 186 landen zich om tegen
helemaal niet naar school. Zij leren ook minder goed omdat de onder-
2015 het aantal mensen dat honger lijdt te halveren ten opzichte van 1990. Op de Millenniumtop in 2000 zwakt men de oorspronkelijke doelstelling af. Nu spreekt men over de halvering van het aandeel van
van de bestaande ongelijkheid tussen mannen en vrouwen (MDG 3),
Latijns-Amerika &
het aantal hongerigen in de totale bevolking. In een situatie van be-
maar is er tegelijk ook een oorzaak van.
de Caraïben
Aantal ondervoede mensen (miljoen)
Verhouding ondervoede mensen (% van de totale bevolking)
1979-1981
1990-1992
727.3
569.2
Oost-Azië
307.3
198.8
155.1
China
303.8
193.5
145.6
voeding een zware aanslag pleegt op hun fysieke en mentale ontwik-
Zuid-Azië
330.6
291.3
287.3
301.1
keling (MDG 2). Ondervoeding is één van de voornaamste gevolgen
India
261.5
214.5
194.7
213.7
45.9
59.5
54.8
52.9
21.5
24.8
34.9
volkingsaangroei komt dit neer op het aanvaarden van een toename
Nabij Oost- en
1995-1997 2000-2002 509.5
1979-1981
1990-1992
32
20
17
16
151.7
29
16
12
11
135.3
30
16
12
11
37
26
23
22
38
25
21
21
13
13
11
10
39.2
9
8
10
10
519.0
1995-1997 2000-2002
van het aantal mensen dat honger lijdt. Zo zie je in de tabel op de
Vrouwen lijden meer honger dan mannen, ondanks het feit dat ze
Noord-Afrika
volgende pagina dat in Sub-Sahara Afrika tussen 1990 en 1997 het
een veel groter aandeel in de voedselproductie hebben. Dit onder-
Sub-Sahara Afrika
125.4
170.4
197.4
203.5
36
36
36
33
aandeel van de ondervoeden gelijk gebleven is op 36 %. In diezelfde
mijnt hun gezondheid en hun kansen op een eigen verdere ontwik-
Ontwikkelingsregio’s
920.0
823.8
796.7
814.6
28
20
18
17
periode is omwille van de bevolkingsaangroei het aantal ondervoede
keling en empowerment. Ook wat de gezondheid van voornamelijk
[ 12 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
BRON: WERELDVOEDSELORGANISATIE (FAO)
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 13 ]
Goed om weten…
In teksten over honger en armoede kom je een aantal termen tegen, begrippen waarover je hieronder meer uitleg vindt.
gaat hier echter niet alleen om de hoeveelheid voedsel, maar over de
op voedsel sinds 1948 in de Universele Verklaring voor de Rechten
Ondervoeding
kwaliteit, want dit voedsel moet evenwichtig, gezond en voldoende
van de Mens (UVRM) staat, laat de uitvoering ervan te wensen over.
Ondervoeding kan het gevolg zijn van te weinig eten, maar ook van
voedzaam zijn.
Enerzijds omdat dit recht nog niet afdwingbaar is, maar anderzijds
onevenwichtig eten, waardoor er een tekort is aan bepaalde voe-
omdat de politieke wil ontbreekt.
dingsstoffen, zoals vitaminen en mineralen. Zo veroorzaakt het tekort
Recht op voedsel
aan vitamine A jaarlijks blindheid bij 500.000 kinderen. Dikwijls is
11.11.11 beschouwt voedsel niet louter als een menselijke behoefte
Voedselsoevereiniteit
deze vorm van ondervoeding verbonden aan een tekort aan voedsel
maar als een fundamenteel mensenrecht. Dat recht kan geschonden
Om voedsel als een fundamenteel recht te kunnen garanderen, zijn
tout court. Onvoldoende toegang tot voedsel brengt een gebrek aan
Voedselzekerheid
worden en daarom heeft het nood aan bescherming en verdediging.
er beleidsmaatregelen nodig. Dat gaat over landbouwbeleid, maar
calorieën met zich mee. Deze calorieën worden in het lichaam omge-
Voor 11.11.11 heeft iedereen recht op een voedselzeker bestaan.
Deze benadering houdt in dat de strijd tegen honger een plicht is
ook met het handels-, milieu- en ontwikkelingsbeleid. 11.11.11 ver-
zet in energie. Die is nodig voor de groei, voor lichaamsfuncties, voor
De bekendste omschrijving van voedselzekerheid is die van de We-
voor staten en voor de internationale gemeenschap. Staten, als ul-
trekt hierbij vanuit de opvatting van voedselsoevereiniteit. Dat houdt
fysieke en mentale arbeid en voor weerstand tegen ziektes. De FAO
reldvoedselorganisatie (FAO): “Voedselzekerheid is een toestand
tieme verantwoordelijken voor het welzijn van hun burgers, hebben
in dat volkeren, gemeenschappen en landen het recht hebben om
berekende dat men 2.100 kcal per dag nodig heeft om een gezond
waarin alle huishoudens fysieke en economische toegang hebben
de plicht om dit recht te respecteren, beschermen en realiseren. Een
een eigen duurzaam beleid te omschrijven en uit te voeren voor land-
en actief leven te leiden. Belgen nemen per dag gemiddeld meer dan
tot adequate voeding voor alle leden en waarbij ze geen gevaar lopen
staat mag haar burgers niet actief de toegang tot voedsel ontzeggen,
bouw, werkgelegenheid, visserij, voeding en land, zonder dumping
3.500 kcal per dag op.
die toegang te verliezen”. Dit betekent ten eerste dat er voedsel voor-
en mag ook geen stappen terug zetten in haar beleid om voedsel toe-
in andere regio’s, zonder massale productie voor andere regio’s en
radig moet zijn voor iedereen, maar ook dat de mensen de financiële
gankelijker te maken. Als een staat faalt in deze verplichtingen is er
zonder schade voor toekomstige generaties.
middelen moeten hebben om dit voedsel te kunnen aankopen. Het
sprake van een schending van het recht op voedsel. Hoewel dit recht
Van kwaad naar erger
Aantal mensen dat met minder dan 1 dollar per dag moet rondkomen 1990 1999 (miljoen)
Het perspectief op het vlak van de strijd tegen armoede is niet zo rooskleuring. Volgens Jacques Diouf, hoofd van de Wereldvoedselorganisatie, zal het aantal arme mensen – met een inkomen van minder dan 1 dollar per dag – met 100 miljoen stijgen tegen 2015, ondanks
Oost-Azië en eilanden
alle beloftes in het kader van de Millenniumdoelstellingen.
in de Stille Oceaan Zuid-Azië Europa en Centraal-Azië Latijns-Amerika en de Caraïben Midden Oosten en Noord-Afrika Sub-Sahara Afrika Totaal
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie tussen 1990 en 1999. Uit de tabel blijkt duidelijk dat het aantal mensen dat met minder dan 1 dollar per dag moet rondkomen, daalde in Oost-Azië en op de eilanden in de Stille Oceaan tussen 1990 en 1999. In de andere regio’s is het aantal constant gebleven of zelfs gestegen. Voornamelijk in Sub-Sahara Afrika zien we een stijging van 60 miljoen.
452
260
495 7 74 6 242 1.276
490 17 77 7 300 1.151
BRON: KRACHT U., ‘CHAPTER 5: WHOSE RIGHT TO FOOD? VULNERABLE GROUPS AND THE HUNGRY POOR’, PP. 119-140, IN: ‘FOOD AND HUMAN RIGHTS IN DEVELOPMENT. VOLUME 1.’, INTERSENTIA, 2005.
Classificatie ondervoeden Kleine familiale
% van alle ondervoeden
Voornaamste oorzaken honger Geografische ‘hotspots’
50 %
Onvoldoende ondersteuning (land, kre-
Droge gebieden: Sahel, Zuid-Afrika, Zuid-
diet, etc.), gebrekkige toegang tot markt,
Azië, NO-Brazilië
te lage prijzen voor producten
Gebergte: Midden-Amerika, Andes, Oost-
Onvoldoende inkomen, zwakke sociale
Afrika, ZO-Azië Azië, Centraal-Amerika
boeren
Landlozen op
22 %
netwerken, geen toegang tot productie-
platteland Herders, vissers en
8%
middelen, werkloosheid Druk op natuurlijke rijkdommen, vervuiling, Droge gebieden: Afrika, Laag Azië Bosre-
bosbewoners Stedelingen
20 %
verlies lokale rechten Werkloosheid, lage lonen, zwak sociaal
gio’s: Amazone, Himalaya, Zuid-Oost Azië China, Indië, Zambië
netwerk BRON: KRACHT U., ‘CHAPTER 5: WHOSE RIGHT TO FOOD? VULNERABLE GROUPS AND THE HUNGRY POOR’, PP. 119-140, IN: ‘FOOD AND HUMAN RIGHTS IN DEVELOPMENT. VOLUME 1.’, INTERSENTIA, 2005.
[ 14 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
FOTO WERELDMEDIATHEEK, BRAM CORDEMANS
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 15 ]
Vrouwen harder getroffen
Honger en armoede
Vrouwen lijden wereldwijd meer honger dan mannen, ondanks het feit dat vrouwen de grootste voedselproducenten zijn. Men schat dat ze 70 % van de landbouwtaken op zich nemen, naast hun huishoudelijk werk en de zorg voor de kinderen. Door armoede gedreven wijken mannen uit naar de steden voor tijdelijke jobs en komt de last van de voedselproductie steeds meer bij vrouwen te liggen. Zij worden echter niet erkend als volwaardige voedselproducenten en bijgevolg gediscrimineerd op het vlak van toegang tot krediet, opleiding, water, zaden en land. Vrouwen werken langer en harder dan mannen, maar hebben minder middelen om hun eigen hongersituatie en die van hun gezin te verbeteren. Binnen het gezin krijgen moeders en dochters bovendien vaak pas als laatste te eten en moeten zij het in de regel stellen met kleine en weinig voedzame porties voedsel. Wanneer moeders ondervoed zijn, resulteert dit vaak in lage geboortegewichten van hun kinderen. Honger wordt zo doorgegeven van moeder op kind, van generatie op generatie. Deze vicieuze cirkel kan alleen maar doorbroken worden indien vrouwen een gelijk statuut als dat van mannen krijgen, zodat ze gelijk van de vruchten van ontwikkeling kunnen plukken. FOTO WERELDMEDIATHEEK, HUGO JANSEN
Honger is een aanslag, geen tegenslag Honger en armoede zijn dus sterk met elkaar verbonden. Mensen met een gebrekkige koopkracht slagen er niet in om voor zichzelf en hun familie de noodzakelijke hoeveelheid evenwichtige voeding te kopen. Mensen zonder toegang tot land kunnen geen voedsel verbouwen. Mensen zonder geld kunnen geen voedsel kopen. Armen hadden en hebben geen stem in de steeds meer door juridische en economische spitstechnologie geschraagde wereldhandel, die vooral bedrijven en hun aandeelhouders op hun wenken bedient. Armen staan meestal buitenspel bij het bepalen van het beleid en ze missen
De sleutel ligt bij de boeren in het Zuiden
FOTO WERELDMEDIATHEEK, HUGO JANSEN
Ongeveer driekwart van de ondervoede mensen zijn plattelandsbewoners, meestal boeren. Hoe komt het dat zij die voedsel produceren het meest honger lijden? Omdat ze een ontoereikend inkomen hebben. Om dat te verhelpen, is een dubbele aanpak nodig.
vaak de politieke slagkracht om hun recht op voedsel te doen gelden.
Arme boeren
Toegang tot vruchtbare grond
Wie dus iets aan het hongerprobleem wil doen, moet een duurzamer
In bijna alle landen ligt het gemiddelde inkomen van de landbouwers
De basis voor voedselproductie is uiteraard grond. In vele landen
landbouw- en een eerlijker handelsbeleid voeren waarin de armen
veel lager dan dat van de stedelingen en zelfs lager dan dat van
heeft een kleine elite grote stukken goede gronden weten te be-
een stem hebben en dat hun recht op voedsel waarborgt. En omdat
ongeschoolde loontrekkers. Vele boerenfamilies in de Andes, in de
machtigen en wil ze dit privilege niet opgeven. Ze bezitten immers
vrouwen 70 % van de extreem armen uitmaken, moeten hun proble-
droge streken van Noord-Oost Brazilië, in Zuid-Azië en in grote delen
erg vruchtbare, soms ook gemakkelijk irrigeerbare gronden, die
men extra aandacht krijgen.
van Afrika produceren vooral voedsel voor eigen consumptie. In het
meestal als plantages worden ontgonnen. Kleine boerengezinnen
beste geval kunnen ze een klein deel van hun producten verkopen of
komen dan terecht op heuvelachtige, minder vruchtbare of drogere
ruilen op de lokale markt. Zo vergaren ze echter te weinig inkomsten
gronden, waarop het een veel groter risico is om aan landbouw te
om hun kinderen naar school te laten gaan, om hun gezondheidskos-
doen. Gebrekkig functionerende democratieën dragen er toe bij dat
ten te dekken, om te investeren in productiemiddelen, enz. Ook heb-
de grootgrondbezitters letterlijk de wetten maken in het parlement.
ben deze gezinnen onvoldoende toegang tot een evenwichtig dieet,
Ze kelderen daar elke vernieuwende wetgeving voor een rechtvaar-
omdat ze de eigen producten consumeren en geen ander voedsel
dige landhervorming.
kunnen aankopen.
En de tendens gaat in de richting van nog meer grootschalige en
De voornaamste reden waarom deze boeren er niet in slagen om
exportgerichte landbouw. De landen in het Zuiden hebben een hoge
meer te produceren is de gebrekkige en ongelijke toegang tot de
schuldenlast die ze mede onder druk van de Wereldbank moeten
nodige productiemiddelen.
aflossen via exportgerichte landbouw. Plantages verdringen de kleine
[ 16 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 17 ]
Het onderzoek — vaak uitgevoerd in het Westen en op vraag van be-
genoeg mogelijkheden om hun producten te verwerken. Tenslotte is
greren naar de steden of tegen een laag loon aan de slag te gaan op
drijven – gaat uit van een productieverhoging in ideale omstandighe-
er onvoldoende informatie en voorlichting beschikbaar, waardoor ze
die plantages.
den: goede bodems, toegang tot krediet en tot aan te kopen produc-
slecht op de hoogte zijn van de marktprijzen, de evoluties in de be-
tiemiddelen. Ook de landbouwvoorlichting is hierop geënt en bereikt
hoeften van die markt en de kwaliteitsvereisten.
Gebrek aan ondersteuning
in vele landelijke gebieden niet de meerderheid van kleine producen-
Een ander probleem is dat van de toegang tot financiële middelen.
ten. Kleine verbeteringen met weinig of geen aan te kopen middelen
Maar ook evoluties op de internationale markt hebben een grote in-
Als een klein boerengezin zich wil indekken tegen de risico’s, dan
krijgen te weinig aandacht. Nochtans zouden dergelijke kleine ingre-
vloed op de situatie van de familiale boeren. Landbouwproducten
zijn kleine investeringen nodig. Krediet moet toegankelijk zijn om de
pen veel meer bijdragen tot de voedselzekerheid van grote groepen
worden meer en meer beschouwd als goedkope grondstoffen voor
productiviteit op te drijven via kleine mechanisatie, aangepaste irri-
boeren. Eerder dan het bevorderen van een relatief grote productie-
de agrobusiness. De voorbije decennia zijn een handvol transnati-
gatie, beter zaaigoed en middelen om de gewassen te beschermen.
verhoging bij een beperkt aantal sterkere landbouwfamilies.
onale ondernemingen er in geslaagd om de controle over handel,
De staatsinstellingen die in landelijke gebieden kredieten verstrekken
verwerking en verkoop van voeding in handen te krijgen. De dertig
zijn veelal niet uitgerust om vele kleine gezinnen te bedienen. Zeker
De markt faalt
grootste ketens van supermarkten nemen ongeveer één derde van
niet als ze geen grond bezitten of andere goederen die als waarborg
De familiale landbouwers in het Zuiden hebben ook heel wat proble-
de voedselverkoop wereldwijd voor hun rekening. In Zuid-Amerika
kunnen dienen voor het verkregen krediet. De laatste decennia zijn
men om hun producten verkocht te krijgen.
en Oost-Azië is het aandeel van de verkoop van voeding in de super-
een aantal gouvernementele en niet-gouvernementele initiatieven van
Ten eerste botsen ze op een gebrekkige infrastructuur en beperkte
markten op tien jaar tijd gestegen van 20 % naar 50 %.
microkrediet ontstaan, maar die zijn nog niet toegankelijk voor grote
transportmogelijkheden zodat hun producten moeilijk tot in de steden
groepen mensen die een voedselonzeker bestaan leiden.
en op de markten geraken. Landbouwers hebben ook te weinig op-
De greep van de grootdistributie
slagplaatsen om hun producten te bewaren. Hierdoor kunnen ze niet
Landbouwers zijn terechtgekomen in een positie van leveranciers van
wachten op een betere prijs voor hun producten. En er zijn ook niet
grondstoffen voor de landbouwindustrie en de grootdistributie. Hun
Hetzelfde geldt voor landbouwonderzoek en landbouwvoorlichting.
FOTO WERELDMEDIATHEEK, THIERRY FOUBERT
boeren van hun gronden. Die hebben geen andere keuze dan te emi-
FOTO LIESBET VANMECHELEN
Vrouwen spelen sleutelrol in voedselzekerheid
In het Zuiden vormen de vrouwen het grootste deel van de boerenbevolking. Ondanks de sleutelrol van plattelandsvrouwen blijven ze de meerderheid van de armsten ter wereld uitmaken. Boeren is een boerinnenstiel
versterkt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zo worden
In Congo is 73 % van de boeren een vrouw. In Senegal maken vrou-
kredieten, voorlichting en grond voornamelijk ingezet voor commer-
wen minstens 70 % uit van de arbeidskrachten op het platteland. In
ciële landbouw, en komen die bijgevolg voornamelijk bij de mannen
het Zuiden is landbouw aldus een echte boerinnenstiel. Vrouwen zijn
terecht.
aanwezig in bijna iedere fase van het productieproces. Mannen ploegen meestal de velden en drijven de dieren. Vrouwen zaaien, wieden,
Voor het gezin
bemesten en oogsten. Verder zijn zij verantwoordelijk voor het op-
Vrouwen produceren niet alleen meer in functie van de lokale behoef-
slaan, de verwerking en meestal de verkoop van voedselgewassen.
ten, maar besteden hun inkomsten ook eerder aan onderwijs en voe-
Vrouwen verbouwen vooral rijst, granen en maïs, de voedselgewas-
ding voor het gezin dan hun mannelijke partners. Mannen geven hun
sen die 90 % van het dieet van de arme plattelandsbewoner uitma-
geld eerder uit aan statusgoederen voor persoonlijk gebruik zoals al-
ken. De bijdrage van vrouwen tot gewassen als peulen en groenten
cohol, tabak, westerse kleding en elektronische snufjes. In een studie
is zelfs groter. Deze gewassen leveren essentiële voedingsstoffen en
over Guatemala kwam de Wereldbank tot de conclusie dat het 15
zijn vaak de enige voedingsbron in magere seizoenen of bij mislukte
keer langer duurt om ondervoeding bij kinderen te verminderen als
oogsten.
het inkomen door de vader beheerd wordt en niet door de moeder.
Dagelijkse voedselbehoeften
Weggedrukt
Vrouwen zijn hoofdzakelijk actief in de landbouw voor lokale con-
Ondanks de sleutelrol van plattelandsvrouwen in het verhaal over
sumptie. Met de gewassen die zij produceren, proberen vrouwen te
voedselzekerheid blijven zij op wereldschaal de meerderheid van de
voorzien in de dagelijkse voedselnoden van hun gezin. Mannen hou-
armsten uitmaken. Hun inbreng in het beleid en in de ontwikkelings-
den zich voornamelijk bezig met de teelt van de zogenaamde cash
programma’s is onbestaand. Bovendien hebben ze weinig of geen
crops, exportgewassen zoals koffie, cacao, suiker en tabak die zij
toegang tot middelen als grond, krediet en vorming om in deze situ-
op de internationale markt verhandelen. Het huidige beleid dat die
atie verandering te brengen.
exportgewassen promoot ten koste van de traditionele landbouw [ 18 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 19 ]
positie komt onder druk te staan, zelfs als ze zich verenigen. Voor
de prijs op de wereldmarkt bepalen. Deze prijzen zijn te laag voor de
de grootdistributie is het geen probleem om een leverancier te laten
kleine, minder efficiënte boeren, die hiermee niet kunnen overleven.
vallen. Voor een landbouwer is het meestal niet zo eenvoudig om
Omdat het op de wereldmarkt over overschotten en tekorten gaat,
een nieuwe afnemer te zoeken in zo’n situatie. Dat geeft de grootdis-
kennen de prijzen grote schommelingen, maar de afgelopen twintig
tributie een immens sterke onderhandelingspositie bij de prijsbepa-
jaar vooral dalingen. Voor exportgewassen zoals koffie, katoen en ca-
ling. Bovendien zijn de kwetsbare kleinschalige landbouwers politiek
cao zijn de prijzen allesbehalve stabiel. Hierdoor kunnen de produ-
gemarginaliseerd, waardoor ze niet in staat zijn hun grieven te laten
centen geen eerlijke prijs voor hun producten vragen. Hun inkomen
horen en hun recht op voedsel af te dwingen.
dat vooral dient om voedsel te kopen wordt daardoor erg onzeker.
Beleid
druk te staan. Voor supermarkten is het ‘onbetaalbaar’ om te onder-
Goedkope import
handelen en contracten te beheren met een veelvoud aan kleinscha-
Ook de massale invoer van buitenlandse producten bedreigt de
lige landbouwers. En kleinschalige landbouwers kunnen niet voldoen
voedselzekerheid in de ontwikkelingslanden. Die ingevoerde pro-
aan de industriële vereisten op vlak van hygiëne, koeling, verpakking,
ducten zijn vaak goedkoper en van ‘vermeende’ betere kwaliteit
transport, regelmaat in levering, enz.
dan de lokale producten. De lokale boeren kunnen niet concurreren
De export van fruit, groenten en snijbloemen van Kenia naar de Euro-
met deze geïmporteerde goedkope producten. Deze producten zijn
pese supermarkten is goed voor 260 miljoen euro per jaar. Tot begin
goedkoper omdat de industriële landbouw ze ‘efficiënter’ produceert,
jaren ‘90, toen deze markt nog niet zo belangrijk was, leverde de
d.w.z. via grootschalige producties, zonder de ecologische en soci-
kleinschalige familiale landbouw zo’n 70 % van de groenten en het
ale kosten in rekening te brengen. Maar ook het subsidiebeleid van
fruit. Nu is dat verschrompeld tot 18 %. De rest van de markt is in
onder andere de EU en de VS spelen hier een grote rol in. Door deze
handen van grote commerciële plantages (42 %) en van bedrijven in
subsidies slagen de Europese en Amerikaanse boeren er in om hun
eigendom of geleasd door de exportbedrijven (40 %).
producten onder de productiekost te verkopen op de markten in het
FOTO LIESBET VANMECHELEN
In deze situatie komt de kleinschalige familiale landbouw onder sterke
Zuiden. In dat geval spreken we van dumping.
Dalende prijzen De ongelijkheden op het vlak van uitrusting en productiviteit tussen
De huidige landbouwmarkt is vooral gericht op het steeds goedko-
de verschillende landbouwers wereldwijd zijn enorm. Enerzijds zijn
per maken van voedsel. En daarbij houdt men geen rekening met
er enkele miljoenen landbouwers die over krachtige tractoren en
de essentiële rol die landbouw kan spelen in de ontwikkeling van
machines van enkele honderdduizenden euro beschikken en die de
een land. Landbouw speelt een noodzakelijke rol o.a. op het vlak van
efficiëntste productiemiddelen gebruiken. Deze landbouwers zijn in
tewerkstelling, van milieubeheer, van bodemvruchtbaarheid en van
staat meer dan duizend ton graan per arbeider per jaar te produce-
voedselzekerheid. Een landbouwbeleid mag dus niet enkel gericht
ren. Aan de andere kant slagen enkele honderden miljoenen boeren
zijn op de laagste prijs, maar het moet de integrale ontwikkeling van
er niet in om een productie te halen van meer dan 1 ton graan per
een land tot doel hebben.
arbeider per jaar. Het zijn de meest competitieve producenten die
Getuigenis
verscholen achter de buri-hoed als hij ziet dat de opbrengst voor
Een Senegalese boerin verkoopt lokale producten op de markt, terwijl de ingevoerde ajuinen in grote zakken achter haar liggen.
Vrijhandel nekt boeren in het Zuiden
De internationale regels op het vlak van handel worden steeds belangrijker voor de landbouw, vooral in het Zuiden. Bescherming van de eigen markt is uit den boze en ze leggen ook strenge voorwaarden en regels op voor het binnenlandse beleid. In dit kader vecht de boer uit het Zuiden met ongelijke wapens.
Ajuinen overspoelen de Filippijnen
zijn oogst zelfs niet genoeg is om zijn leningen terug te betalen.
“Toen mijn vader stierf, namen mijn broer en ik de boerderij over. We
van goedkope uien uit China, Taiwan en Nieuw Zeeland. Hun uien
kozen ervoor ajuinen te telen, omdat die goed zouden opbrengen.
overspoelden de markt en de prijs stortte ineen.
De Wereldbank in actie
de nadruk legt op armoedebestrijding, blijft ze ontwikkelingslanden
Ik stak al mijn spaargeld in de boerderij om een goede oogst te ver-
Sinds de tijd van mijn vader tot de dag van vandaag hebben we
Onder druk van de Wereldbank werden ontwikkelingslanden in de ja-
duwen in de richting van een maximale inschakeling in de wereld-
zekeren. We besloten om niet onmiddellijk na de oogst te verkopen
nooit enige steun van de overheid gekregen. Er waren wel beloften
ren ’80 gedwongen een Structureel Aanpassings Programma (SAP)
markt. Vaak schuift de Wereldbank dezelfde hervormingen (liberali-
omdat de prijs per kilo slechts 5 peso bedroeg, zo’n 8 eurocent.
in verkiezingstijd, maar daar bleef het bij. Hoe kunnen we ooit con-
te aanvaarden om hun schulden af te lossen in ruil voor nieuwe le-
sering, privatisering, deregulering, enz.) naar voor die geen rekening
Maar we hadden geen opslagruimte en moesten daarom tijdelijke
curreren als alle landbouwproducten vrij mogen ingevoerd worden
ningen. Deze SAP’s hadden zogenaamd de doelstelling om de ont-
houden met landbouw en plattelandsontwikkeling in die landen.
opslagruimtes oprichten. Ventilatoren draaiden er dag en nacht om
als gevolg van de WTO akkoorden en de geliberaliseerde handels-
wikkelingslanden te ondersteunen in hun ontwikkeling. Hoewel deze
de lucht te doen circuleren, waardoor de kosten bleven stijgen. De
politiek van de overheid?”, vraagt Ka Elvira zich af.
Dat de prijs van de uien zo laag bleef, was het gevolg van de invoer
SAP’s verschilden van land tot land, omvatten ze in hoofdzaak twee
Exportgerichte industriële landbouw
prijs van de uien steeg echter niet. Ik kreeg een angstaanval telkens
doelstellingen: 1. het openstellen van markten en 2. exportgericht
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) gaat op hetzelfde elan verder.
ik zakken met rotte uien moest laten weghalen. Ik besefte dat niet
produceren. Dat alles gekoppeld aan een scherpe budgetcontrole
Ook hier moet de bescherming van de eigen markt eraan geloven,
verkopen erop neer kwam dat we met rotte uien zouden blijven zit-
met besnoeiingen in de sociale voorzieningen (onderwijs en gezond-
maar ook de steun aan de eigen landbouw moet wegsmelten. De
heidszorg).
handelsakkoorden binnen de WTO zijn bovendien internationaal bin-
De structurele aanpassingsprogramma’s hebben in de jaren ’90 ge-
dend en de naleving ervan afdwingbaar. Ondertussen loopt binnen
leid tot grotere liberalisering van de landbouw, maar ook tot de te-
de WTO een nieuwe en uitgebreide onderhandelingsronde over de
loorgang ervan in bepaalde landen en sectoren.
verdere vrijmaking van de wereldhandel, de ‘Doha Ronde’ genoemd
Hoewel de Wereldbank de laatste jaren naar buiten uit meer en meer
naar de hoofdstad van Qatar, waar hij van start ging.
ten en zei tegen mijn broer: “Laat ons de bittere pil maar doorslikken en verkopen.” Honderden boeren hadden dezelfde ervaring. Beeld je de boer in, hoofd omlaag, afhangende schouders, het gezicht
[ 20 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
Ka Elvira is lid van de National Rural Women Congress in de Filipijnen, een netwerk van rurale vrouwenorganisaties. 11.11.11 steunt dit netwerk.
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 21 ]
Tomatenpuree
te verhogen als er plots veel invoer is of de invoer de binnenlandse
Beleid
prijzen sterk doet dalen. Hoe dit mechanisme zal werken is nog niet
Brood op basis van geïmporteerde maïs verstoot de lokale maniokproductie in Congo
afgesproken.
zag in de behoeften van bijna het hele land en genereerde werkge-
Het mes op de keel
legenheid en inkomsten voor één van de armste regio’s. De sector
De Europese Unie onderhandelt ondertussen rechtstreeks met een
genoot daarom bescherming en steun van de overheid. Maar in
groot aantal ontwikkelingslanden over een aantal bilaterale of regio-
1994 werd Senegal na de devaluatie van haar munt (de CFA) via
nale akkoorden. Dat gaat over de landen rond de Middellandse Zee
het SAP gedwongen om de tomatenmarkt open te stellen voor de
(Noord-Afrika en Midden-Oosten), de Golfstaten, de Mercosur (Bra-
concurrentie. Tussen 1990-1991 en 1996-1997 kromp de produc-
zilië, Argentinië, Paraguay, Uruguay) en de ACP-landen (75 landen
tie van 73.000 ton tot 20.000 ton. De invoer van tomatenconcen-
uit Afrika, de Caraïben en de “Pacifische” of Stille Oceaan). In elk van
traat uit de Europese Unie groeide in die periode explosief, van 221
deze onderhandelingen neemt de landbouw een centrale plaats in.
FOTO MARLEEN VOS
Senegal kende een bloeiende tomatenindustrie. De productie voor-
ton naar 4.571 ton. De bescherming die Senegal had opgebouwd verdween en de gesubsidieerde import uit Europa kreeg vrij spel.
Vooral de ACP-landen staan onder druk. Deze vroegere kolonies van Europa kunnen al 30 jaar onder gunstiger voorwaarden hun producten op de Europese markt brengen. Die gunstregeling loopt af eind 2007. De EU wil ze niet meer verlengen, maar stelt in de plaats
De Wereldhandelsorganisatie is in feite de Wereld-vrij-handelsor-
zogenaamde Economische Partnerschapsakkoorden (EPA’s) voor.
ganisatie. Ze houdt zich niet bezig met problemen zoals de schom-
Het gaat over vrijhandelsakkoorden waardoor in tien-vijftien jaar tijd
melende prijzen voor landbouwproducten, de impact van handel op
elke bescherming van vrijwel alle producten moet verdwijnen. Je kan
vrouwen in de landbouw, of de milieugevolgen van wereldhandel. De
je dus ernstige vragen stellen bij de ontwikkelingsdimensie van de
onderhandelingen in de WTO zijn vooral een strijd van de grote ex-
EPA’s. In de praktijk zullen de ACP-landen ongeveer 20 % van hun
porteurs voor hun deel in de wereldmarkt. Voor de landbouw zijn dat
producten mogen uitzonderen van de EPA’s en langere overgangs-
naast EU en US, vooral Australia, Canada en Nieuw Zeeland, Brazilië
termijnen kunnen bedingen voor bepaalde andere producten. De
en Argentinië. De sterkste krachten in de WTO duwen in de richting
vraag is of dat voldoende is om hun kwetsbare landbouw én industrie
van meer liberalisering en een agressieve exportgerichte industriële
te beschermen.
landbouw. Daar tegenover staat het model van de kleinschalige, meer
Maar de ACP-landen krijgen het mes op de keel: ofwel zijn ze hun
familiale, minder industriële landbouw, gericht op de lokale markt.
gunstige toegang tot de Europese markt kwijt ofwel tekenen ze eind 2007 de EPA’s.
Bescherming van de lokale markt De onderhandelingspositie van de landen wordt bepaald door de
In de achtertuin
grootte van hun export en hun subsidies. Zo zijn de VS en de EU — al-
In mei 2006 zal de Europese Unie wellicht onderhandelingen starten
lebei regio’s die veel exporteren en subsidiëren — tegelijk voorstan-
met de landen uit Centraal-Amerika en die uit de Andes om tot een
ders van een betere markttoegang tot de landbouwmarkten in andere
vrijhandelsakkoord te komen. Maar ook de Verenigde Staten laten
landen én van het behoud van de eigen subsidies. Een belangrijke
zich niet onbetuigd in hun achtertuin. Zo sloten ze met een aantal
groep (ontwikkelings)landen zien de ongebreidelde invoer van goed-
Centraal-Amerikaanse landen het CAFTA af (Central American Free
kope producten op hun eigen markt niet zitten en eisen het recht om
Trade Agreement). Door dit akkoord treedt bijvoorbeeld een Mexi-
hun landbouw te beschermen. Het zijn geen grote uitvoerders van
caanse boer die gemiddeld 4 ha maïs teelt, rechtstreeks in concur-
landbouwproducten en kunnen zich financieel niet veroorloven hun
rentie met landbouwers uit de VS die gemiddeld 1000 ha bewerken
landbouw fors te subsidiëren. Ze hebben zich gegroepeerd in de
en gesubsidieerd zijn. Bovendien krijgt de maïs uit de VS nog export-
G33, die ondertussen al 43 landen telt.
subsidies. Je kan dit moeilijk nog eerlijke concurrentie noemen.
Europees landbouwbeleid ondersteunt vooral agrobusiness en grote boeren
Van bij haar ontstaan heeft Europa haar landbouw gekoesterd. Maar het ontzegt de ontwikkelingslanden het recht om hetzelfde te doen. Die moeten hun markten open houden voor de Europese industrieel geteelde landbouwproducten. De kleine boeren, zowel in het Noorden als in het Zuiden zijn daar de dupe van.
Alles wijst erop dat de voorstanders van de vrije landbouwhandel in de WTO op hardnekkiger verzet stoten dat voorheen. In de onderhandelingsteksten zijn twee categorieën producten opgedoken
In den beginne …
waarvoor uitzonderingen zullen gelden. Zo mogen alle WTO-leden
Het Europese landbouwbeleid dateert van de begindagen van de
een bepaald percentage “gevoelige producten” aanduiden waarvoor
Europese éénmaking. Het gevoerde beleid had tot doel de voedsel-
de invoertaksen minder zullen verlaagd worden. Op aandringen van
voorziening te waarborgen, de productiviteit te verhogen, de land-
de G33 zullen ontwikkelingslanden een bepaald percentage aan
bouwbevolking een redelijk inkomen te verschaffen, de consumenten
“speciale producten” mogen aanduiden. Speciale producten worden
een redelijke prijs te bieden en de landbouwmarkten te stabiliseren.
Men mag wel zeggen dat het Europese landbouwbeleid een suc-
geselecteerd op basis van hun belang voor voedselzekerheid, inko-
Het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid creëerde één
ces was in de zin dat het haar oorspronkelijke doelstellingen gehaald
menszekerheid en plattelandsontwikkeling. Welke behandeling deze
binnenlandse Europese markt:
heeft. Maar met de jaren kreeg Europa af te rekenen met gigantische
producten zullen krijgen is niet duidelijk. Op aandringen van de G33
•
•
Vaste en gesubsidieerde prijzen ondersteunden de eigen landbouwproductie;
•
Exportsubsidies zorgden voor de afzet van de overschotten op de wereldmarkt. Ze pasten het verschil bij tussen de hoge binnenlandse prijs en de lage wereldmarktprijs.
Hoge invoertaksen en beperkingen op de hoeveelheid invoer
overschotten, de fameuze boterbergen en melkzeeën. Die bleken
is ook aanvaard dat ontwikkelingslanden een bijzonder “vrijwarings-
(quota) remden de invoer uit derde landen af en vermeden con-
niet meer betaalbaar en stuitten op toenemende kritiek zowel binnen
mechanisme” mogen invoeren dat toelaat om invoertaksen tijdelijk
currentie met de eigen producten;
als buiten Europa. Bovendien ging het milieu in toenemende mate
[ 22 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 23 ]
gebukt onder de groeiende productie, het intensief gebruik van de
Europese producten betekent in sommige landen een belemmering
bodem, van meststoffen en bestrijdingsmiddelen.
voor de verdere ontwikkeling van de lokale landbouwproductie.
Steun los van de productie
Vooral steun aan grote bedrijven
Vanaf de jaren ‘80 kwam een langzame hervorming van het land-
We zijn nog ver van de “milieuvriendelijke familiale niet-handelsver-
bouwbeleid op gang, die vandaag nog voortduurt. De boeren krijgen
storende Europese landbouw” die de Europese Commissie soms
steeds meer rechtstreekse inkomenssteun in plaats van steun aan
afficheert. In Frankrijk, het land dat het meeste uit de Europese land-
prijzen en producten. De EU verbindt daar voorwaarden aan op het
bouwpot haalt, klaagt de boerenorganisatie Confédération Paysanne
vlak van milieu, dierenwelzijn, voedselveiligheid, enz.
over de ondoorzichtigheid van het Europese en Franse subsidiebe-
Deze hervorming brengt een kettingreactie op gang. De binnenland-
leid. Er is geen openheid over wie wat krijgt en waarom. De uitke-
se Europese prijs voor landbouwproducten daalt want het Europees
ringen zijn zeer ongelijk verdeeld over de Franse regio’s en onder
landbouwbeleid garandeert geen vaste prijs meer. Rechtstreekse in-
de Franse boeren. De meeste subsidies gaan naar het Noorden van
komenssteun moet het verlies voor de boeren opvangen. De gedaal-
het land, naar de grootschalige productie van graan en vlees. Meer
de prijs komt zo dichter bij de wereldmarktprijs. Daardoor moeten er
kleinschalige, gediversifieerde en minder intensieve bedrijven in de
minder hoge taksen geheven worden op de invoer om te vermijden
rest van het land ontvangen heel wat minder. Veertig procent van de
dat die de eigen producten wegconcurreert. Tegelijk zijn er ook min-
Franse boeren moeten het stellen met minder dan 5.000 euro directe
der exportsubsidies nodig om de overschotten op de wereldmarkt
subsidies per jaar; samen goed voor amper 5 % van de uitkeringen.
af te zetten, want de prijs van de Europese producten ligt immers
Ondertussen ontvangen de 5 % grootste bedrijven meer dan 50.000
dichter bij de wereldmarktprijs. Met andere woorden, de hervorming
euro, samen goed voor 25 % van de steun. Ook in België is de ver-
zou de Europese landbouw competitiever moeten maken.
houding erg scheef: de onderste helft van de boeren ontvangt één
In de graansector kunnen we het effect al zien. De hervorming is er
tiende van de directe steun en het bovenste tiende de helft!
gestart en heeft zich het sterkst doorgezet in die sector. De prijs van het graan is de afgelopen twintig jaar gedaald met maar liefst 70 %.
Het meeste geld komt nu terecht bij grote industriële en verwerkende
Dat levert ook goedkoper veevoeder op. De boeren kunnen dan ook
landbouwbedrijven, en niet bij de kleinere, familiale boeren die de
goedkoper rundvlees, melk en kippen produceren. Die hebben daar-
steun het meest nodig hebben. De scheve verhouding is des te frap-
voor minder prijsondersteuning nodig.
panter als men beseft dat er in Europa elke minuut een landbouwer uit het beroep stapt. In Frankrijk leven 4 boeren op 10 rond de ar-
Schade in het Zuiden
moedegrens, 2 op 10 eronder. Elk jaar verdwijnen er 25 à 30.000
De EU kan nu wel stellen dat het haar exportsubsidies aan het af-
landbouwbedrijven of ongeveer 6 %. In België is dat 3,5 %.
bouwen is, maar eigenlijk vermindert de totale hoeveelheid subsidies
“We moeten de eigen markt kunnen beschermen”
niet. Er vindt enkel een verschuiving plaats van product- en export-
Op weg naar duurzame landbouw?
subsidies naar directe inkomenssteun. Op zich is subsidiëring geen
De Europese subsidie komt via de intensieve teelten vooral de ver-
nisaties in West-Afrika. “Het gaat niet alleen om het voeden van de bevolking, maar ook om werkgelegenheid, ruimtelijke ordening, politieke
probleem, want landen moeten het recht hebben om hun landbouw
werkende industrie ten goede. Enerzijds bezorgen de hervormingen
stabiliteit. Om die veelzijdige opdracht te vervullen is er interne steun nodig. In Senegal is 65 procent van de bevolking voor haar inkomen
te ondersteunen en met subsidies om te schakelen tot duurzame
hen goedkopere grondstoffen. Door de hervormingen is immers de
afhankelijk van landbouw”. Sarr heeft er het volste begrip voor dat de EU een eigen landbouwbeleid voert. Maar ze mag niet de Afrikaanse
landbouw, maar deze subsidies mogen derde landen niet schaden.
prijs van de Europese landbouwproducten gedaald. Anderzijds ont-
markten verstoren door overschotten te subsidiëren en daarna te dumpen. “Dat moet ophouden”. Voorbeelden? “Senegal importeert enorm
En daar loopt het mis.
vangt de verwerkende industrie ook rechtstreekse landbouwsubsi-
veel melkpoeder, ter waarde van 6 miljard euro. Dat is enorm, in verhouding tot ons budget. Het melkpoeder komt vooral uit Nederland en
dies. Zo ontvangt de verwerkende industrie jaarlijks 600 miljoen euro
Frankrijk en is goedkoper dan de melk van eigen productie. Senegal heeft een groot potentieel, maar kan niet concurreren met dat melkpoe-
De EU exporteert gesubsidieerde producten aan prijzen die lager lig-
om sterke drank te distilleren uit Europese wijn, 300 miljoen om Euro-
der. Het gevolg is dat de boeren hun eigen melk aan de dieren geven of gewoon laten weglopen”.
gen dan de eigen productiekost. Dat is dumping. De lokale boeren in
pese tomaten te verwerken, 250 miljoen om Europese citrusvruchten
het Zuiden kunnen niet concurreren met de gedumpte producten en
te verwerken tot fruitsap, 20 miljoen voor het inblikken van Europese
Of neem de diepgevroren kippenbillen en -vleugels die sinds 2000 vanuit de EU geëxporteerd worden naar Senegal. “In 2003 hebben ze-
worden van hun eigen markten verdrongen. Maar niet alle Europese
perziken, 15 miljoen voor de peren, enz. De EU heeft 90 % van de
ventig landbouwbedrijven die kippen produceerden hun deuren moeten sluiten, alleen al in de omgeving van Dakar”. België en Nederland zijn
export is dumping. De Nederlandse uien die naar Senegal gaan zijn
wereldmarkt voor sterke drank in handen, 40 % van die voor perziken
goed voor ruim 60 procent van die export. “Het graan is een enorm probleem”, zegt Sarr. “De basis van onze traditionele maaltijden bestaat
gewoon goedkoop en van betere kwaliteit omdat de Nederlandse
in blik, een derde van de markt voor tomatenpuree, enz.
uit sorghum en millet. We verwerken die tot bloem, waar we onder meer couscous van maken. Maar de import van graanbloem, vooral uit
“Landbouw is een heel bijzondere sector”, zegt Saliou Sarr, coördinator van ROPPA in Senegal. ROPPA is een netwerk van landbouworga-
Frankrijk, doet die teelten verdwijnen. Nu kun je zelfs op het platteland van Senegal brood kopen dat gemaakt is van graan, hoewel we zelf
uienboeren toegang hebben tot betere productiemiddelen, onderzoekscentra en opslagplaatsen. Ook deze uitvoer berokkent schade
Belangrijk om hierbij te vermelden is dat in het internationaal dis-
geen graan verbouwen. En nog zoiets: het graan wordt bij import getaxeerd op 15 procent, de bloem zelf op slechts 5 procent. Dat toont toch
aan de lokale uienteelt en veroorzaakt inkomensverlies bij de Sene-
cours de term ‘landbouwproducten’ ook verwerkte producten omvat.
aan dat men niet de belangen van de boer, maar die van de agro-industrie verdedigt?”
galese boeren.
Zo zijn bloemen, katoen, cacao, graan, bieten, uien, appelen, kippen, runderen, melk, huiden en wol (maar géén vis) evenzeer landbouw-
Maar het is niet alleen de EU die de Senegalese markt verstoort. Zelf is hij ook voorzitter van de rijstproducenten in Senegal. Veel producenten
De uitvoer van onder andere bloem, pasta, tomatenpuree, melkpoe-
producten als – de reeds verwerkte - chocolade, bloem, pasta, oliën,
hebben moeite om hun rijst verkocht te krijgen wegens de goedkopere import uit Thailand en Vietnam. “We hebben nood aan een regionale
der, uien, aardappelen en kippenvlees naar de ACP-landen en vooral
vlees, conserven, wijn en frisdrank, maar géén textiel of lederwaren.
markt en een regionaal landbouwbeleid, én het recht om onze eigen markten te beschermen. We hebben bescherming nodig en een prijs die ons iets oplevert”.
West-Afrika neemt alsmaar toe. De ACP-landen zijn nu bijvoorbeeld goed voor één vijfde van de Europese uitvoer van melkpoeder, twee
Het is duidelijk dat een verdere hervorming van het Europese land-
vijfde voor die van tomatenpuree en één derde van de bloemexport.
bouwbeleid zich opdringt. Een hervorming die meer gericht is op een
Het zijn net deze regio’s en landen die nood hebben aan de ruimte
duurzame productie voor lokale consumptie en niet enkel op de on-
om hun lokale productie te ontwikkelen. De invoer van goedkope
dersteuning van agrobusiness en grote boeren.
[ 24 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
Uit: De Standaard Zaterdag10, zondag 11 december 2005
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 25 ]
Beleid
aankopen inkrimpen, enz. Hierdoor verarmden de boeren ziender-
overheden in het Zuiden hun regulerende rol op. De toegang van de
Industriële landbouw is nefast voor het milieu
rurale vrouwen en mannen tot sociale dienstverlening, tot kanalen
Internationale instellingen duwen de landen in het Zuiden in de rich-
om hun producten te verkopen, tot voorlichting, krediet en landbouw-
ting van industriële landbouw. Nochtans is deze productiewijze ne-
ondersteuning waren tegen het begin van de jaren ’90 grotendeels
fast voor het milieu. Dat heeft te maken met volgende elementen:
weggevallen.
•
overmatig gebruik van waterbronnen,
Zo werd in Tanzania vóór 1985 de vermarkting en de prijsbepaling
•
overbevissing,
van landbouwproducten nauwkeurig gecontroleerd door het Tanzani-
•
het verlies van gronden door erosie en vervuiling,
aanse ministerie van landbouw. Exportgewassen werden aangekocht
•
het intensief gebruik van pesticiden,
bij landbouwers aan vaste prijzen. Een parastatale kocht de voe-
•
de stijging van broeikasgassen, onder andere door overbemes-
ogen en kwamen ze in een armoedespiraal terecht.
Meer exportgerichte landbouw In de jaren ’80 duwden IMF en Wereldbank de regeringen in het Zuiden verder op de weg van industriële exportgerichte landbouw. Onder druk van de Structurele Aanpassingsprogramma’s gaven de
dingsgewassen op, stockeerde ze en organiseerde de verkoop in de FOTO WERELDMEDIATHEEK, GEERT VAN DER AUWERA
steden. Dit landbouwsysteem werd opgegeven en de laatste twintig
Focus op exportgerichte industriële landbouw
Internationale instellingen duwen de landen in het Zuiden in de richting van exportgerichte industriële landbouw. En in het kader van hun liberaliseringspolitiek moet de rol van de staat tot een minimum beperkt blijven. Vooral de kleinschalige lokale boer ziet daardoor alle kansen op ontwikkeling aan zich voorbij gaan.
ting en verwarming van serres, •
het verlies van biodiversiteit en de vernietiging van agro-ecosy-
jaar richt de overheid zich meer op dienstverlening aan grootscha-
stemen, waarbij de genetisch gemanipuleerde zaden en planten
lige landbouwondernemingen in plaats van kleinschalige boeren. De
een gevaarlijke rol spelen,
focus ligt ook meer op de productie van niet-eetbare exportgewassen. De controle over de hulpbronnen komt steeds meer in handen van een kleine groep grootschalige ondernemingen. Al deze factoren
•
het onnodig gesleep van verse producten en halffabrikaten over de wereld. Het voedsel overbrugt een steeds grotere afstand en die lange transporten veroorzaken milieudruk.
beïnvloeden op nefaste wijze de voedselzekerheid van de lokale boe-
Ondanks het enorme effect op het leefmilieu worden deze kosten
ren. Voornamelijk de vrouwen worden hierdoor hard getroffen, omdat
(milieukosten, waterzuivering, epidemieën van dierenziekten,…)
zij voor lokale consumptie produceren, terwijl mannen voornamelijk in
niet verrekend in de prijs van voedingsproducten. Dat is een van de
de exportgerichte landbouw actief zijn.
factoren die deze industrieel geteelde producten goedkoper maakt dan de vruchten van duurzame landbouw.
Onvoldoende steun voor lokale landbouw In vele, voornamelijk Afrikaanse, landen ontbreekt een landbouwbeleid en is het budget hiervoor ruim onvoldoende. Er wordt onvoldoende geïnvesteerd in de ontwikkeling van lokale landbouw. Zo besteed-
opslagmogelijkheden, een gebrekkige wetgeving op het gebied van
de Tanzania in 1998 nog geen zeven euro per rurale inwoner aan
landeigendom, geen voorlichting en informatieverspreiding en geen
investering in de landbouw, sociale diensten en infrastructuur. In de
toegang tot krediet of verbeterd zaad. Daarnaast krijgen de Congo-
DR Congo voorziet de begroting van 2006 4 % voor investeringen
lese boeren te maken met 76 verschillende soorten belastingen die
in de landbouw, maar in de praktijk komt daar niets van in huis. De
door de verschillende ministeries geheven worden. Deze belastingen
boeren krijgen geen enkele stimulans om lokaal en op een duurzame
kosten de boeren een aanzienlijk deel van hun inkomen (meer dan
manier te produceren. Er is bijna geen infrastructuur, onvoldoende
20 %). Het merendeel ervan komt dan nog niet in de staatskas terecht, maar verdwijnen in de zakken van de ambtenaren, wiens loon niet uitbetaald wordt. Congolese vrouwen, die verantwoordelijk zijn voor 80 % van de voedselgewassen voor nationale consumptie,
“Naast de productie van Fairtradekoffie hebben we ons nu ook
worden op verschillende vlakken tegengewerkt. Ze moeten de toestemming van hun partner hebben om commerciële activiteiten op
Groene revolutie
vooruitgang bracht, hebben honderden miljoenen boeren nooit toe-
toegelegd op het kweken van kippen. Maar de Europese land-
In de periode tussen 1950 en 1975 introduceerden landbouwweten-
gang verkregen tot de efficiënte, maar dure productiemiddelen. De
bouwpolitiek maakt het ons heel erg lastig. Als ik in België al die
te zetten of financiële transacties uit te voeren. Ze hebben alleen
schappers moderne teelttechnieken in ontwikkelingslanden. Om de
groene revolutie ging aan hen voorbij en kwam vooral ten goede aan
gesubsidieerde maïs zie staan, begrijp ik waarom de markt van
gebruikersrecht op het land, geen eigendomsrechten en worden pas
productiviteit in de landbouw op te voeren maakten ze promotie voor
enkele grotere boeren.
Kinshasa vol ligt met kippen uit het Kempense Ravels. Tegen die
als laatsten gehoord in besprekingen over plattelandsontwikkeling.
prijzen kunnen onze Congolese boeren onmogelijk concurreren.
het gebruik van pesticiden, kunstmest en hoogproductieve planten-
Het is soms om moedeloos van te worden.”
rassen. Deze landbouwevolutie kreeg de naam groene revolutie.
Deze groene revolutie zorgde niet alleen voor een sterke stijging van
In sommige ontwikkelingslanden hebben de landbouwers die de mid-
de productiviteit maar ook voor een aanzienlijke daling van de land-
delen hadden om te investeren (ondernemers, grootgrondbezitters,
bouwprijzen. Miljoenen lokale boeren, die al zwak uitgerust, slecht
Leonard Van Baelen (71-jarige Kapucijnenbroeder uit Morkhoven
voedselverwerkende bedrijven, enz.) ingespeeld op en geprofiteerd
gesitueerd en weinig productief waren, zagen hun koopkracht dalen
– stichter en bezieler van CDI-Bwamanda – werd twee jaar gele-
van de groene revolutie. Ze maakte de grootste opgang in Zuid-,
omwille van deze prijsdalingen. Ze hadden dan nog minder middelen
den door Time Magazine verkozen tot “Europese held” voor zijn
Zuidoost- en Oost-Azië. In de uitgestrekte afgelegen of bergach-
om te investeren in nieuwe werktuigen en efficiënte productiemid-
baanbrekend ontwikkelingswerk in Congo).
tige regio’s in Sub-Sahara Afrika, Centraal-Azië en Latijns-Amerika
delen en zagen hun ontwikkeling geblokkeerd. Door de dalende in-
Uit: Gazet van Antwerpen 20 december 2005
had ze weinig effect. Maar ook in streken waar de groene revolutie
komsten moesten deze boeren hun kleine veestapel verkopen, hun
[ 26 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 27 ]
Eisen
Beleid
FOTO WERELDMEDIATHEEK, ANN HUFKENS
Voedselhulp versus voedselproductie
11.11.11 eist recht op voedsel
Nadruk op voedselhulp
en ondersteunen van verlies in exportinkomsten. Voedselhulp blijft
Structurele oplossingen
Krachtlijnen
De Wereldvoedselorganisatie (FAO), de VN-instelling die instaat
evenwel een belangrijk aandachtspunt.
Om tegemoet te komen aan de voedselnoden van de hedendaagse
Een dergelijke oplossing draait rond twee belangrijke krachtlijnen:
voor voedselproductie, gaf in 2005 alles samen 315 miljoen euro uit,
Ook in de enveloppen per land nemen projecten in het kader van
mensheid is een hoeveelheid voedsel nodig van meer dan honderd
1. de ondersteuning van de lokale boeren en de kleine familiale
waarvan 40 % aan noodhulpprojecten.
rurale ontwikkeling een belangrijke plaats in (voor sommige landen
keer het volume van de huidige voedselhulp. En ook meer dan het
Zijn tegenhanger op het vlak van voedselhulp, het Wereldvoedsel-
bijna de helft). Dat gaat dus in de goede richting. Alleen blijken deze
volume van de internationale handel in landbouwproducten en voe-
programma (WFP) beschikte in 2004 over een veelvoud van dat be-
programma’s in de praktijk al te vaak neer te komen op het aanleggen
dingswaren.
drag, ongeveer 2,5 miljard euro.
van wegen en grote infrastructuurwerken. Infrastructuurwerken zijn
Dat maakt meteen duidelijk dat noch voedselhulp, noch de huidige
Binnen die twee krachtlijnen moeten de boerinnen een bijzondere
Deze cijfers maken duidelijk dat de nadruk meer op voedselhulp ligt
nodig, maar onvoldoende om echt te spreken van het ondersteunen
handel een einde kunnen maken aan het wereldwijde hongerpro-
aandacht krijgen. Zij bevinden zich immers in een extreem zwakke
dan op de ontwikkeling van de lokale voedselproductie. Bovendien
van lokale duurzame landbouw.
bleem. Er moeten structurele oplossingen komen voor structurele
positie die hen belemmert ten volle aan het landbouwproces deel te
problemen.
nemen.
Ook de ondersteuning van de donoren voor de ontwikkeling van een lokale duurzame landbouw is onvoldoende. Wereldwijd is de ontwikkelingssteun aan landbouw in de jaren negentig gedaald met 48 % in reële termen. De nadruk ligt nog steeds meer op voedselhulp dan op duurzame landbouwontwikkeling.
voert het WFP het overgrote deel van die voedselhulp in, terwijl het
11.11.11 wil honger en armoede de wereld uit. Duurzame landbouw speelt daar een cruciale rol in. Maar landbouw staat overal onder sterke druk om zich te schikken naar de eisen van de vrije markt. Daarom richt 11.11.11 in de campagne Recht op voedsel haar pijlen op het huidige landbouw-, handels- en ontwikkelingsbeleid.
landbouw 2. de afscherming van hun markten tegen concurrentie van goedkope producten.
ook een deel van die voedselhulp bij lokale boeren (eventueel in an-
Landbouwbeleid versus handelsbeleid
dere regio’s) zou kunnen opkopen.
In de Belgische ontwikkelingssamenwerking staat landbouw en voed-
Inkomsten arme boeren verhogen
In Congo verdeelde het WFP in 2004 62.000 ton voedselhulp, waar-
selzekerheid ingeschreven als één van de vijf prioritaire thema’s. Toch
Het is dus uiterst belangrijk om de omstandigheden te scheppen
van het slechts 1.872 ton aankocht bij lokale boeren. Hiermee willen
besteedde België in 2003-2004 slechts 4,1 % van haar ontwikke-
waarin alle boeren ter wereld een maximum aan kwaliteitsvoeding
we niet zeggen dat voedselhulp niet nodig is, maar wel dat dit best
lingshulp aan landbouw. Twintig jaar ervoor bedroeg dat nog 7,2 %.
kunnen produceren zonder het milieu te schaden. Een voorwaarde
gepaard gaat met investeringen en maatregelen die de lokale voed-
Het merendeel van de Belgische ontwikkelingshulp ging in 2004 naar
voor zo’n duurzame landbouw is het waarborgen van voldoende
1. Recht op bescherming van lokale landbouwmarkten
selproductie – en een duurzame ontwikkeling – ondersteunen.
schuldverlichting (21 %), onderwijs (14 %) en noodhulp (10 %).
hoge en stabiele prijzen aan de volledige boerenbevolking.
Context
Bovendien is er geen coherentie tussen het ontwikkelingsbeleid en
Om een einde te maken aan armoede en ondervoeding is er geen an-
Op dit ogenblik zijn er verschillende onderhandelingen aan de gang
Europese Unie kan beter
het landbouw- en handelsbeleid van België. Meestappen in de eisen
dere oplossing dan het opdrijven van de inkomsten van de verarmde
waarin de liberalisering van de landbouw een element is. Op mondi-
In het Europese ontwikkelingsbeleid zijn tal van programma’s in-
van de EU en WTO om de markten open te gooien, staat sterk in
en hongerige boeren, wat hen in staat stelt zichzelf en hun familie te
aal vlak zijn dat de WTO-onderhandelingen.
geschreven voor rurale ontwikkeling. Meestal komt dit neer op het
contrast met het ondersteunen van een duurzame landbouw in het
voeden.
Die gaan zowel over subsidies als over invoertarieven. Rijke landen
financieren van de aanleg van wegen, het verbeteren van markten
Zuiden.
[ 28 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
kunnen hun landbouwers ondersteunen met subsidies, maar arme inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 29 ]
De Europese Unie Wij zijn er helemaal niet van overtuigd dat de EPA’s een goede zaak zijn voor de ACP-landen. Net zo min als de vrijhandelsakkoorden die de EU voorstelt aan de landen van Centraal-Amerika en aan de An-
1. Recht op bescherming van lokale landbouwmarkten
deslanden. 11.11.11 vraagt dus in eerste instantie dat de EU dringend werk maakt van een alternatieve benadering van haar handels-
Internationale handelsregels moeten alle regio’s en vooral de
relaties met die landen.
armste landen het recht laten om de eigen markten af te scher-
Maar als de EPA’s en andere associatieakkoorden toch doorgaan,
men tegen goedkope invoer.
dan willen we op zijn minst de grootst mogelijke flexibiliteit voor de ontwikkelingslanden. Deze landen moeten het recht krijgen om een
2. Stop de dumping van landbouwproducten
zo groot mogelijk aantal kwetsbare producten uit de vrijhandelsak-
Dumping betekent uitvoeren aan een prijs die lager is dan de
koorden te houden. Ook moeten zij de overgangsperiodes net zo
productiekost. Het uitvoeren van gesubsidieerde producten is
lang als nodig kunnen behouden. Bovendien klagen wij aan dat de
dumping en moet tegengegaan worden
EPA-onderhandelingen – net als alle andere bilaterale en regionale
FOTO WERELDMEDIATHEEK, WERNER VAN DER CRUYSSEN
In deze campagne schuift 11.11.11 vier eisen naar voor:
onderhandelingen van de EU trouwens – te veel achter de schermen
3. Steun aan kleine boeren
gebeuren.
Kleinschalige landbouw verschaft een inkomen aan honderden miljoenen mensen. Meer steun voor kleine boeren is cruciaal in
De Vlaamse en de Belgische regering
de bestrijding van armoede en honger
We verwachten dat de Vlaamse en de Belgische regering de onderhandelingsvoorstellen van de G33 over speciale producten en
4. De positie van de vrouw in de landbouw steunen en haar rechten beschermen
bijzondere vrijwaringsmaatregelen steunen.
Vrouwen in het Zuiden produceren ongeveer 75 % van al het
Ze moeten ook opkomen voor
voedsel, maar worden nog steeds achtergesteld. Voor het be-
•
meer transparantie in de onderhandelingen over de EPA’s,
reiken van voedselzekerheid vormt gendergelijkheid een essen-
•
de uitwerking van alternatieven voor de EPA’s,
tiële voorwaarde.
•
de grootst mogelijke flexibiliteit voor de ACP-, de Andes- en Centraal-Amerikaanse landen in de regionale onderhandelingen
Op
www.11.be vind je de meest actuele en precieze formu-
met de EU.
lering van de eisen.
landen kunnen zich dit niet permitteren. Het heffen van invoertaksen
2. Stop de dumping van landbouwproducten
het recht geven en eenvoudige methodes toelaten om dat te doen.
aan de grens is de enige mogelijkheid om hun boeren te beschermen
Context
Voedselhulp moet zoveel mogelijk in geld worden gegeven zodat het
tegen goedkope invoer.
Dumping is producten uitvoeren onder de kostprijs. Dit soort uitvoer
dumpen van overschotten wordt vermeden en voedsel in de getrof-
Parallel daarmee probeert de Europese unie haar Economische Part-
drukt de prijzen op de exportmarkten en kan schade toebrengen aan
fen regio’s zelf kan worden aangekocht.
nerschapsakkoorden (EPA’s) op te dringen aan de ACP-landen.
derden.
•
landbouw promoten die niet marktverstorend werkt voor andere regio’s.
3. Steun aan lokale boeren
Dumping heeft niet uitsluitend te maken met subsidies. Verkopen
De Europese Unie
De internationale instellingen
onder de kostprijs gebeurt ook door exporteurs die een agressieve
De Europese Unie moet maatregelen nemen om de dumping van
Context
11.11.11 wil in haar campagne vooral de voorstellen steunen die
strategie hanteren om markten te veroveren. Het kan ook gaan over
haar landbouwproductie te vermijden.
Meer dan de helft van de mensen die honger lijden in de wereld zijn
ontwikkelingslanden zelf op tafel hebben gelegd in de WTO. Die
de export van producten die niet gegeerd zijn door de Europese con-
Het Europees landbouwbeleid moet volgende punten bevatten:
kleinschalige boeren met een beperkte hoeveelheid grond en met
voorstellen moeten hen de nodige beleidsruimte bieden om een
sumenten. Zoals bepaalde delen van runderen en kippen die buiten
•
de snelle afschaffing van alle exportsubsidies,
moeilijke toegang tot productiemiddelen. Zij zijn doorgaans minder
duurzaam landbouwbeleid uit te werken. Ontwikkelingslanden wil-
Europa onder de kostprijs verkocht worden. Ook voedselhulp kan
•
de uitvoer stoppen van producten die met subsidies zijn gepro-
georganiseerd en nauwelijks betrokken bij het bepalen van het land-
len onder andere een bescherming voor landbouwproducten die
een bedekte vorm zijn van dumping van landbouwoverschotten.
duceerd en dus onder de kostprijs verkocht worden,
bouwbeleid. Het is overduidelijk dat het cruciaal is voor deze groep
bevorderen van duurzame landbouwpraktijken, onder andere via
om een verzekerde toegang te hebben tot productiemiddelen zoals
een betere verdeling van de subsidies.
land, water, zaden en vee. In arme, rurale landen is de ontwikkeling
belangrijk zijn voor inkomen en tewerkstelling op het platteland en
•
voor de voedselzekerheid. Voor die bijzondere of speciale produc-
Het ondersteunen van de landbouw hoeft op zich geen probleem te
ten zouden de invoertarieven grotendeels behouden blijven of zelfs
zijn. Subsidies moeten kunnen. Ze kunnen een belangrijk instrument
verhoogd kunnen worden. De G33, een groep van ondertussen 43
zijn om een duurzame landbouw te stimuleren. Maar deze ondersteu-
De Vlaamse en de Belgische regering
De meeste economen zijn het erover eens dat duurzame landbouw
ontwikkelingslanden, verdedigt dit voorstel. Ze pleit ook voor een
ning mag niet leiden tot uitvoer van landbouwproducten onder hun
Van de beide regeringen verwachten we dat ze:
dé motor is voor ontwikkeling van niet-geïndustrialiseerde landen.
bijzondere vrijwaringsmechanisme dat in gang treedt als de prijs
kostprijs.
•
de afschaffing van Europese exportsubsidies ondersteunen,
Helaas stellen we vast dat wereldwijd het landbouwbeleid gericht
•
verdedigen dat de uitvoer van producten die met subsidies zijn
is op industriële landbouw en niet op de noden van kleinschalige
geproduceerd moet stoppen,
landbouwers.
van ingevoerde producten onder een bepaald niveau daalt, of als de hoeveelheid invoer boven een bepaald niveau stijgt. Dan zouden de
De internationale instellingen
ontwikkelingslanden automatisch hun tarieven kunnen verhogen.
Dumping stoppen kan door gedumpte producten van de markt te weren. De handelsbesprekingen binnen de WTO moeten landen
[ 30 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
van landbouw de basis voor de ontwikkeling van andere sectoren.
•
in de handelsbesprekingen het recht op afscherming van de markten verdedigen, inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 31 ]
•
De internationale instellingen •
de Poverty Reduction Strategy Papers (PRSP), de opvolgers van de Structurele Aanpassingsprogramma’s (SAP), moeten
de internationale netwerking van boerenorganisaties bevorderen, zodat ze bij handelsonderhandelingen hun positie kunnen handhaven en versterken,
•
armoedebestrijding voorop stellen en van duurzame platte-
specifieke steun verlenen aan organisaties van landelijke vrouwen, die een sleutelrol spelen op vlak van voedselproductie.
landsontwikkeling een prioriteit maken. Het moeten nationale strategieën zijn die daadwerkelijk gedragen zijn in het betrokken land, •
de aanleg van grote wegen en mijn- en dammenbouwprojecten mag de voedselproductie van de getroffen gemeenschappen niet in het gedrang brengen. Daarbij moeten de internationale akkoorden ter bescherming van de rechten van inheemse volke-
•
4. De positie van vrouwen in de landbouw steunen en haar rechten beschermen
ren gerespecteerd worden. Bij het toekennen van leningen en
Context
giften moeten de internationale instellingen garanties inbouwen
Vrouwen staan vandaag nog steeds langs de zijlijn bij beslissingen
voor deze punten,
over voedselvoorziening. Nochtans produceren zij meer dan de helft
aan schuldaflossing geen voorwaarden koppelen waardoor
van het voedsel en worden zij overal ter wereld als eersten met de
landen geduwd worden in de richting van exportgerichte land-
gevolgen van voedselonzekerheid geconfronteerd. Gendergelijkheid
bouw.
is een essentiële voorwaarde om armoede en honger uit de wereld te helpen en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Vooraleer men
Het Belgisch en Europees ontwikkelingsbeleid
handelsakkoorden afsluit moet men nagaan hoe die het leven van
• •
•
het beleid van plattelandsontwikkeling van de ontvangende lan-
vrouwen beïnvloeden. Zo nodig moet men de regels in functie van
den ondersteunen met voldoende en gerichte middelen;
deze evaluaties aanpassen. Om honger effectief te bestrijden, moe-
meer en betere steun geven aan organisaties van lokale boeren
ten vrouwen gelijke rechten hebben en de controle over de econo-
opdat ze duurzame landbouwproductie kunnen realiseren in hun
mische bronnen die levensnoodzakelijk zijn om armoede in te dijken.
land of grote regio;
Een pure noodzaak als de wereld de Millenniumdoelstellingen wil
een coherent internationaal beleid voeren, vooral op vlak van
behalen.
de eigen landbouwsubsidies en het toegankelijk maken van de Europese markten voor producten uit het Zuiden, zonder dat de
Internationale instellingen
interne EU-markt hierdoor verstoord wordt.
•
actieboek
Van bij de start van handelsbesprekingen studies laten uitvoeren naar de sociale, ecologische en gendereffecten van een akkoord.
De nationale overheden in het Zuiden
Ook bij de handelsbesprekingen tussen de EU en een aantal ont-
•
wikkelingslanden.
een wettelijk kader scheppen voor de herverdeling van goede landbouwgronden naar kleine boeren voor voedselproductie, met bij het verlenen van kredieten, het organiseren van onderzoek en
Het Belgisch en internationaal ontwikkelingsbeleid
landbouwvoorlichting prioriteit geven aan de voedsellandbouw,
•
speciale aandacht voor toegang van vrouwen tot land, • •
de voedselproductie ondersteunen met economische maatregelen zoals de aanleg van landelijke wegen en lokale markten, een
• •
in de dialoog met de partnerlanden de rol van de vrouw in de landbouw benadrukken,
•
zorgen dat de genderdimensie sterk aanwezig is in de toekomstige
gunstig prijzenbeleid en subsidies voor aankoop van productie-
strategienota (2006) van de Belgische ontwikkelingssamenwer-
middelen,
king, alsook in die van de Europese,
maatregelen van marktregulering nemen zoals prijsondersteuning
•
de strategienota rond gender van 2003, die de Belgische over-
en aanbodbeheersing,
heid opmaakte met inbreng van de civiele maatschappij moet in-
ervoor zorgen dat het platteland leefbaar blijft door te investeren
tussen als leidraad dienen.
in sociale infrastructuur (scholen, gezondheidscentra, enz.), •
een beleid uitwerken voor plattelandsontwikkeling, waarbij ook
De nationale overheden in het Zuiden
aandacht gaat naar het creëren van andere tewerkstelling op het
•
platteland, •
de boerenbewegingen ondersteunen en erkennen als gespreks-
in het landbouwbeleid bijzondere aandacht besteden aan de situatie van vrouwelijke gezinshoofden,
•
partner in het bepalen van het landbouw- en handelsbeleid.
mannen en vrouwen moeten gelijke toegang krijgen tot land en tot de middelen om land te bewerken (krediet, kennis, materiaal, opleidingen),
Lokale en internationale civiele maatschappij •
•
de nationale overheden moeten actief inspanningen leveren om
de organisatie van boeren en boerinnen verstevigen, zodat ze van
de deelname van vrouwen aan de debatten en de besluitvorming
de lokale en nationale overheden een beleid kunnen afdwingen
over de strategieën voor landbouwontwikkeling te waarborgen.
dat de voedselproductie op het platteland als een prioriteit beschouwt, [ 32 ] inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen
inleiding | honger | beleid | eisen | actie | bijlagen [ 33 ]