‘Wensdenken en illusoire politiek’ Flexwerkers sneller laten doorstromen naar vaste contracten. Dat is wat minister Asscher wil bewerkstelligen met de Wet werk en zekerheid. Het omgekeerde lijkt te gebeuren, signaleert hoogleraar Ton Wilthagen. Hij spreekt van wensdenken en typeert de wet als een gevaarlijk experiment. 'Want als je de illusie koestert dat iedereen teruggaat naar een vast contract, doe je ook niks aan de modernisering van de sociale zekerheid.'
De Wet werk en zekerheid komt voort uit het Sociaal Akkoord dat kabinet en sociale partners in 2013 hebben gesloten. 'Dat was een pacificatiemoment,' zegt Wilthagen. 'Het kabinet had de oppositie nodig in het parlement en die eiste een sociaal akkoord, de FNV was bezig met een reorganisatie, en de werkgevers wilden de FNV binnen de polder te houden. De pacificatie stond voorop, niet de inhoud, die was secundair.' Zoals bijna iedere deskundige vreest de hoogleraar arbeidsrecht een averechts effect. 'De doelstelling is vast minder vast, en flex minder flex. Maar ik denk dat deze wet tot precies het tegenovergestelde zal leiden.' Dat blijkt nu al: zelfs overheidsinstanties ontbinden de contracten met flexwerkers die
per 1 juli in aanmerking zouden komen voor een vast contract. Het werd door velen al voorspeld in 2013. Ook de adviezen van Raad van State en CPB dat jaar waren op zijn zachtst gezegd kritisch van toon. En het bleek uit een enquête van TNS Nipo uit december 2013: slechts 4 procent van de ondervraagde werkgevers bleek bereid om flexwerkers in vaste dienst te nemen. Ton Wilthagen hoorde het ook van de arbeidsjuristen die hij laatst toesprak: deze wet gaat niet werken. 'De wet leidt juist tot nog minder zekerheid. In plaats van jaarcontracten komen er contracten van zeven maanden.'
Generalisaties Minister Asscher spreekt van 'doorgeschoten flexibilisering' en heeft het over malafide werkgevers, schijnconstructies en ontduiking van de cao. Wilthagen: 'Malafiditeit komt zeker voor. Maar Asscher neemt dat in één zin mee als hij spreekt over flexibilisering. Dat is erg ongenuanceerd. Flex bestaat in Nederland vooral uit mensen met tijdelijke contracten. Dat is pas een probleem als mensen daardoor geen zekerheid hebben. Als ze daar een inkomen uit kunnen halen waarmee ze ook de huur kunnen betalen, dan is er op zich niks aan de hand. Asscher stoort zich vooral aan de onzekere positie van mensen met heel kleine nulurencontracten. Maar die groep is niet heel groot. Bovendien gaat het vaak om mensen die zo een tweede inkomen verdienen.
Die willen helemaal niet méér werken en kunnen zelfs niet méér werken omdat ze andere verantwoordelijkheden hebben. Asscher maakt daar een generalisatie van. Hij doet alsof alle flexwerkers zo'n nulurencontract hebben en in een onzekere situatie zitten.'
Erg naïef
In Nederland heeft een op de drie werkenden geen vast loondienstcontract voor onbepaalde tijd. 'Dat is een redelijk groot aantal, dus wellicht dat Asscher daarop doelt als hij spreekt van een doorgeschoten flexibilisering.' Maar deze ontwikkeling komt niet uit de lucht vallen. Sterker nog: in de tweede helft van de jaren '90 hebben kabinet, de uitzendsector en de sociale partners zelfs
afgesproken om juist meer ruimte te bieden aan flexibele contracten. 'We hebben niks verboden en niks gemoderniseerd, en daar zijn kabinetten en bonden dus mede verantwoordelijk voor.' Nederland heeft een open economie en die vraagt nu eenmaal om flexibiliteit. 'Dit model past ook bij de ontwikkelingen in de economische structuur en in de wijze waarop bedrijven en organisaties tegenwoordig produceren en diensten verlenen.' Het is bovendien een globale ontwikkeling. 'Als Nederland daar niet in meegaat, zullen we grote economische problemen krijgen. Flexwerk is de manier om om te gaan met concurrentie en met allerlei onvoorspelbaarheden in de economie. Het is erg naïef om te denken dat je dat kunt terugdraaien. Dat is wensdenken en illusoire politiek.'
Gevaarlijk experiment 'Het gevolg van deze wet zal zijn dat jongeren in een nog onzekerder positie komen. Dan raken ze nog vaker in de situatie dat ze weg moeten hoewel ze goed presteren. Dat is natuurlijk erg frustrerend. En ongewenst. Mensen die goed functioneren en die productief, enthousiast en gemotiveerd zijn, moeten dan weg alleen omdat de houdbaarheidsdatum van het contract verloopt. Ik vind dat tragisch. De onzekerheid zal zelfs toenemen.' In het FD noemde Wilthagen de wet onlangs 'een gevaarlijk experiment'. 'Asscher wil eigenlijk iedereen terug in de cao. Hij komt met oude
oplossingen voor nieuwe problemen. Dat is gevaarlijk, want als je de illusie koestert dat iedereen straks weer een vast contract heeft, hoef je ook niks te doen aan de modernisering van de sociale zekerheid. Dan gaan we dus nog steeds niet werken aan het normaliseren en versterken van het flexwerk en het inbrengen van moderne zekerheden.'
Scholing en ontwikkeling
Hij pleit voor 'arbeidsvormneutrale' voorzieningen. 'Het is erg vreemd dat de vorm waarin je werkt zo doorslaggevend is voor hoe je op de arbeidsmarkt functioneert. Als een sector wil innoveren en productief wil blijven, moet er geen onderscheid worden gemaakt naar contract.' Hij voorziet een aantal verschuivingen op de
arbeidsmarkt: zo gaan we van baanzekerheid naar werkzekerheid, van promotiemogelijkheden binnen het bedrijf naar netwerkmogelijkheden buiten het bedrijf, van een afname van scholing als een werknemer ouder wordt naar 'upskilling'. 'In zo'n arbeidsmarkt worden scholing en ontwikkeling de belangrijkste zekerheden. Daar moeten alle werkenden, dus niet alleen werknemers, de middelen en de faciliteiten voor krijgen. Iedereen moet zichzelf continu updaten. Dat doen mensen nu niet omdat ze er geen middelen voor hebben, omdat er geen scholingsaftrek meer is, of omdat ze niet onder een cao vallen.' Het Scandinavische model zou een oplossing kunnen zijn. 'Daar hebben ze gekozen voor fiscalisering. Iedereen betaalt aan alles mee, en iedereen heeft overal aanspraak op.' Ook andere verschillen tussen vast en flex mogen aangepakt. 'Mensen in vaste dienst hebben recht op allerlei emolumenten, en vaak stijgt het loon nog mee met anciënniteit. Ik denk dat we ons moeten afvragen of dat systeem nog wel marktconform is. Dat zorgt er immers ook voor dat oudere mensen moeilijk weer aan het werk komen.'
Verelendung 'Ik spreek met heel veel mensen en organisaties over hoe het zou moeten. En eigenlijk is daar een behoorlijke consensus over. Maar de politieke realiteit gaat boven gezond verstand en boven de
inzichten en onderzoeken die we hebben. Maar ik merk wel dat er ongerustheid is. Ik heb bijvoorbeeld veel reacties gekregen op het stuk in het FD, ook uit de politiek. Maar ik vrees dat we eerst, om een term van Marx te gebruiken, door een fase van verelendung moeten. Veel mensen hebben het al opgegeven en richten hun hoop op een nieuw kabinet. Het vervelende is dat deze wet een pakket van maatregelen is en dat het dus moeilijk is om hem bij te stellen. Bovendien gaat het niet alleen om deze wet, maar ook om het beleid van dit kabinet ten aanzien van zzp'ers. Het is dus niet dat je maar even aan een paar knoppen kunt draaien. Dus ik vrees dat we dit maar even moeten uitzitten. Maar ik ben een optimistisch mens. We zullen wel ten halve keren. Dat kan moeilijk anders. We zullen toch echt een keer moeten moderniseren. Nederland is altijd een pragmatisch land geweest. Dat zijn we nu even kwijt. Dat vind ik heel jammer. Ik pleit voor een terugkeer van het pragmatisme en het realisme, en daar vertrouw ik ook op. Uiteindelijk zal de wal het schip keren.'
Prof. dr. Ton Wilthagen bericht ook veelvuldig over de invoering en de gevolgen van de Wet werk en zekerheid op Twitter