Partnermap
campagne 2004
FILIPIJNEN De wereld is niet te koop
Foto’s van Tineke D’Haese, Carlos Delefortrie, Filipijnengroepen België en FDC
1
2
Partnermap Filipijnen Achtergrond De Filipijnen in cijfers
p. 5
De Filipijnen in een notendop
p. 7
Portret van een neoliberaal beleid
p. 15
Campagnethema Modelprivatisering, de arme Filipino betaalt
p. 17
Grote waterbedrijven drukken coöperatieven weg
p. 21
Mijnbedrijf ziet goud in het water van de Cordillera
p. 23
GATS en vrouwen
p. 25
Partner Freedom from Debt Coalition (FDC)
p. 27
Persartikel Gemeenten maken zich zorgen om water
p. 29
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
3
4
Achtergrond
De Filipijnen in cijfers
België
De Filipijnen in cijfers 77,2 miljoen
Bevolking:
10,3 miljoen
Bevolking:
14,6%
Bevolking die leeft met minder dan 1$ per dag
3,2
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw:
Gemiddeld aantal kinderen per vrouw:
1,9
Stedelijke bevolking:
59,3%
Stedelijke bevolking:
97,4%
Levensverwachting:
69,5 jaar
Levensverwachting:
78,8 jaar
38 per 1000
Sterfte van kinderen onder 5 jaar: Aantal geletterden boven de 15 jaar:
mannen:
95,3%
vrouwen:
95% 912 $
BNP per capita: Schuldenlast:
6 per 1000
Sterfte van kinderen onder 5 jaar:
22.323 $
BNP per capita:
56,1 miljard $
(december 2003) - schuldaflossing: 10,9% van BNP Rangorde volgens de Human Development Index: Bron: UNDP-Rapport 2003
85ste
Rangorde volgens de Human Development Index: Bron: UNDP-Rapport 2003
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
5
6de
6
Achtergrond
De Filipijnen in een notendop Hanneke Van Eldik Thieme & Kris Vanslambrouck, Zuidwerking 11.11.11 De Filipijnen zijn ongeveer 10 keer groter dan België. De archipel bestaat uit meer dan 7.100 eilanden, waarvan er 860 bewoond zijn. Ze liggen verspreid over een gebied van1.800 km van noord naar zuiden 1.100 km van oost naar west.
Las Islas Filipinas Voor de komst van de Spanjaarden woonden de Filipino’s in kleine gemeenschappen en hadden een eigen vorm van zelfbestuur. In de 14e eeuw introduceerden handelaren en migranten de islam. De islamisering werd echter gestopt door de komst van de Spanjaarden, die tegen het einde van de 16e eeuw de hele archipel in handen hadden. De eilanden zijn trouwens genoemd naar de Spaanse koning Filips II: ‘Las Islas Filipinas’.
Spanjaarden en Amerikanen In 1583 gaf Filips II het bestuur in handen van de katholieke kerk. Het lukte de Spanjaarden echter nooit om de islamitische volkeren op het zuidelijke eiland Mindanao onder hun gezag te brengen. Momenteel is 83% van de Filipijnen katholiek, 5% moslim en 6% protestant. De kerk is nog steeds een macht van betekenis. De leiding ervan is veelal conservatief, maar er is ook een sterke progressieve basisbeweging.
Protestbeweging Pas tegen het eind van de 18e eeuw groeide een brede protestbeweging maar die slaagde er niet de Spanjaarden te verdrijven. In 1898 brak een oorlog los tussen Spanje en de Verenigde Staten, met Cuba als inzet. De VS vielen ook Manilla aan en samen met Filipijnse vrijheidsstrijders dreven ze de Spaanse troepen in het nauw. De vrijheidstrijders werden echter door de VS een hak gezet. Tijdens geheime onderhandelingen had de VS de eilandengroep gekocht van Spanje en dit viel natuurlijk verkeerd bij de vrijheidsstrijders. In de daaropvolgende oorlog vonden meer dan 200.000 Filipino’s, voornamelijk burgers, de dood.
De vierhonderd families In 1905 was de strijd gestreden en namen de
Amerikanen de macht volledig in handen. Zij investeerden in de infrastructuur, vooral om het transport van landbouwproducten naar Manilla te vergemakkelijken. Manilla werd het politieke, economische en culturele centrum van het eilandenrijk. Daarnaast werd ook geïnvesteerd in onderwijs en gezondheidszorg. Het Engels kreeg stilaan de bovenhand over het Spaans. De Amerikanen versterkten ook de positie van de SpaansFilipijnse elite, vooral grootgrondbezitters, die ook nu nog bekend staat als de vierhonderd families.
Onafhankelijk onder Amerikaanse vlag De plannen voor volledige onafhankelijkheid werden verstoord door de Japanse invasie in 1941. Ruim drie jaar lang duurde de bezetting en de verwoestingen waren enorm. De Huks, een boerenorganisatie die nauwe banden had
Automatische afbetaling van de schuld De Filipijnen gaan gebukt onder een enorme schuldenlast en staan op de negende plaats van ontwikkelingslanden met schulden. Deze erfenis van de jaren zestig en zeventig is ondertussen aangegroeid tot ruim 56,1 miljard $ (eind december 2003). Betalingen van rente en aflossingen nemen ongeveer 45% van de jaarlijkse overheidsuitgaven in beslag. Het zwaarste gevolg daarvan is dat het economisch beleid voor een belangrijk deel bepaald wordt door het IMF, dat zijn bekende recepten oplegt. Dus besparen op overheidsbestedingen en sociale uitgaven, handel en investeringen liberaliseren en privatiseren. Om een idee te geven van de impact van de afbetalingen zetten we enkele cijfers op een rij: • begroting 2002: 769,8 miljard peso • betaald aan intrest (27% van de begroting): 204 miljard peso • budget voor sociale programma’s: onderwijs: 129 miljard peso gezondheidszorg: 13 miljard peso landbouw: 18 miljard peso Onze partner FDC, wat staat voor Freedom From Debt Coalition, is de stuwende kracht in de campagne tegen de schuldenlast. Die wil in eerste instantie de bevolking bewust maken van de dagelijkse gevolgen van de schuldenlast, zoals minder geld voor onderwijs en het privatiseren van de elektriciteitsvoorziening. FDC zet met haar campagne ook druk op politici om de wet af te schaffen die de automatische terugbetaling van de openbare schuld garandeert. Vrouwen zijn de voornaamste slachtoffers van dit beleid. De automatische terugbetaling gebeurt namelijk ten koste van een aantal sociale basisvoorzieningen die de vrouwen rechtstreeks ten goede komen. Geplande kredietprogramma’s en socio-economische projecten voor vrouwen of de oprichting van crisiscentra voor slachtoffers van geweld worden niet opgezet omdat de prioriteit gaat naar afbetaling van de schuldenlast. Hoewel de overheid wettelijk 5% moet reserveren voor gender-programma’s, zit men momenteel nauwelijks aan de helft ervan.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
7
met de Communistische Partij, verzet zich tegen de bezetters, maar pas na de landing van Amerikaanse troepen wordt het land bevrijd. In juli 1946 wappert uiteindelijk de Filipijnse vlag in Manilla. De invloed van de VS en hun economische belangen zijn ook in de onafhankelijke Filipijnen erg groot. Er werd belastingvrije handel geregeld tussen beide landen en een militair akkoord stond de Amerikanen toe om zonder compensatie hun militaire basissen te behouden. De aanwezigheid van meer dan 6.000 Amerikaanse soldaten op de militaire basissen is steeds een doorn in het oog geweest van de progressieve en nationalistische beweging. Pas in 1992 werden de laatste basissen gesloten.
Marcos In 1965 won Ferdinand Marcos de verkiezingen. Ondanks allerlei beloften rond armoedebestrijding veranderde er structureel weinig aan de scheve verhoudingen van landbezit en inkomensverdeling. De ontevredenheid onder de bevolking nam toe en in 1968 werd de nieuwe communistische partij (CPP) opgericht, met de New People’s Army als actieve gewapende vleugel. Op het eiland Mindanao eiste het moslimbevrijdingsfront (MNLF) meer zelfbeschikking.
Cronies Onder het voorwendsel van een dreigende staatsgreep door de communistische oppositie
riep Marcos in 1972 de noodtoestand uit. Hij trok alle macht naar zich toe en groeide uit tot het prototype van een dictator. Hij zorgde ervoor dat steeds meer van zijn vrienden (‘cronies’) hoge posities kregen in de overheidsdiensten en in het bedrijfsleven. Het echtpaar Marcos begon zichzelf enorm te verrijken (denk maar aan de legendarische collectie schoenen van presidentsvrouw Imelda). Miljoenen werden uitgegeven aan geldverslindende prestigeprojecten. Ondertussen ging het economisch steeds slechter en verarmde de bevolking. Marcos en zijn cronies lieten een enorme schuldenberg na, waardoor de Filipijnen verplicht waren om de dictaten en structurele aanpassingsprogramma’s van het IMF te aanvaarden. Als gevolg daarvan werd er drastisch gesnoeid in de uitgaven voor sociale voorzieningen. Deze maatregelen troffen in de eerste plaats de armsten, en onder hen vooral de vrouwen.
EDSA I In 1981 hief Marcos de noodtoestand op, maar alle noodwetten bleven van kracht. Na de moord op oppositieleider Aquino bij zijn terugkeer in Manilla in 1983, groeide zijn weduwe Corazon uit tot het nationaal symbool van het verzet tegen Marcos. Om zijn hachje te redden schreef Marcos in 1986 verkiezingen uit. Zowel Aquino als Marcos kroonden zichzelf tot winnaars. In deze patstelling nam een belangrijke groep officieren een cruciale bocht. Ze lieten Marcos vallen en verschansten zich in een kazerne aan Partnermap Filipijnen Campagne 2004
8
de EDSA, een belangrijke ringweg rond Manilla. Wanneer ook kardinaal Sin en Corazon Aquino oproepen om EDSA te bezetten (de people’s power), waren de dagen van Marcos geteld. Tenslotte lieten ook de Amerikanen hem vallen. De EDSA-revolutie was een feit.
en tekende als minister van Defensie voor het harde optreden van het leger tijdens Aquino’s regeerperiode. Ramos wilde van de Filipijnen een nieuwe “tijgereconomie” maken, naar het voorbeeld van de buurlanden Taiwan, Maleisië en Singapore.
Elitedemocratie
Economische ontwikkeling, maar niet voor iedereen
De Aquino-periode startte veelbelovend. Een nieuwe grondwet, herstel van de formele democratie, vrijlating van een aantal politieke gevangenen en de start van een landhervor mingsprogramma. Maar de presidente was té afhankelijk van het leger en van de eli-te, voornamelijk grootgrondbezitters en zakenmensen, die parlement en senaat domineren. Zo ontstond een elitedemocratie. De onderhandelingen met de linkse oppositie mislukten en Aquino verklaarde het gewapende verzet de totale oorlog. Demonstraties werden met geweld uiteengeslagen en overal waren door het leger gesteunde paramilitaire groepen en burgerwachten actief. Ook legale oppositiegroepen en boeren- en vakbondsleiders werden het doelwit. Het aantal schendingen van de mensenrechten nam enorm toe en de economie slabakte.
Inhaalrace In 1992 werd Fidel Ramos tot nieuwe president verkozen. Zijn verleden sprak allerminst in zijn voordeel. Hij was de generaal van dienst tijdens de noodtoestand onder Marcos
Onder het bewind van Ramos namen zowel de economische groei, de uitvoer als de buitenlandse investeringen toe. Die groei kwam echter alleen maar ten goede aan een beperkte elite, terwijl de armste groepen dikwijls het slachtoffer waren van deze economische politiek. De liberalisering van bijvoorbeeld de landbouw had tot gevolg dat de voedselzekerheid in het gedrang kwam. Kleine boeren werden weggeconcurreerd door de komst van goedkopere, en soms gesubsidieerde invoer. Vruchtbaar akkerland moest plaats maken voor industrie of toerisme, waardoor boeren hun bron van inkomsten en hun woonplaats verloren. Dikwijls werd geweld gebruikt om de bewoners te verjagen, in veel gevallen met medewerking van de overheid.
Erap for President Midden 1998 won Joseph Estrada, Erap in de volksmond, de presidentsverkiezingen. Deze voormalige filmster diende zich aan als de president van het volk en dankte zijn verkiezing aan de steun van de miljoenen verpauperde
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
9
Filipino’s. Even was er hoop voor hen, maar er kwam weinig of niets van in huis. Erap was van bij het begin weinig geliefd bij de Aquino-Ramos-elite en de katholieke kerk. De president blonk ook niet uit door een voorbeeldige levenswandel en maakte het, zelfs naar Filipijnse normen, erg bont op het vlak van corruptie en afpersing. Hij onderhield goede contacten met enkele Marcos-cronies, en de familie Marcos zelf. Ondertussen ging de Filipijnse economie zienderogen achteruit.
Afzettingsprocedure Over Erap deden de wildste verhalen de ronde. Over minnaressen, alcoholisme en uit de hand gelopen kabinetsvergaderingen. Pas toen één van zijn gokvrienden, gouverneur Luis Singson, in oktober 2000 uit de biecht klapte, kwam het lang voorspelde einde nabij. Singson, eigenaar van het illegaal loterijspel jueteng, kon moeilijk verkroppen dat de president het miljoenenspel aan andere cronies wilde gunnen. Estrada deed de hele zaak af als nonsens, maar de ban was gebroken. Op 7 december 2000 startte in de Senaat de afzettingsprocedure (impeachment), die rechtstreeks te volgen was op televisie en radio.
People Power II Tijdens de verhoren kwamen tientallen getuigenissen naar boven over de miljoenen peso die deze president van de armen illegaal verzamelde én spendeerde. Toen de senatoren op 16 januari 2001 met 11 tegen 10 besloten om een omslag met bewijsmateriaal niet te openen, was de publieke reactie overweldigend. Tienduizenden, vooral jonge mensen trokken de straat op en bezetten opnieuw de EDSA. Er werd massaal gemobiliseerd, o.a. door middel van tekstberichtjes. De aanklagers en de senaatsvoorzitter namen ontslag, gevolgd door ministers en andere hoge functionarissen. De genadeslag kwam toen de stafchef en de minister van Defensie verklaarden dat het leger Estrada niet langer steunde. Op 20 januari 2001 verklaarde het Hooggerechtshof het presidentschap “open” en werd vice-presidente Gloria Macapagal Arroyo ten overstaan van een massa mensen op EDSA ingezworen als de nieuwe president.
Gloria in excelsis Gloria Arroyo stond bekend als een devoot katholiek. Tijdens de dankmis, onder leiding van kardinaal Sin, werd massaal meegezongen tijdens het “Gloria in excelsis”. Maar na de euforie kwam de ontnuchtering. De nieuwe president kreeg een gehypothekeerde erfenis onder de vorm van een welig tierende corruptie en vriendjespolitiek binnen de heersende elite, een economische puinhoop, een verlieslatende
begroting, ongemotiveerde ambtenaren, een feodaal landsysteem, 60% van de Filipino’s onder de armoedegrens, verwaarloosde publieke scholen en een moslimbevolking die zich totaal in de steek gelaten voelde.
Duurzame vrede of repressie Estrada probeerde eind 2000 zijn tanende populariteit op te vijzelen met een nieuwe oorlog tegen moslimgroepen in Mindanao. Na Arroyo’s aantreden vatte de regering opnieuw onderhandelingen aan met het MILF, en werd vooral Abu Sayyaf geviseerd. Maar tot nu toe bleven vertrouwenswekkende maatregelen voor de inwoners van dit achtergesteld gebied uit. Bovendien staat de presidente onder zware druk van de militairen. Dat bleek nog maar eens bij een poging tot staatsgreep op 27 juli 2003. Eén van de opstandige soldaten verklaarde openlijk dat de legerleiding zelf bomaanslagen zou organiseren en wapens zou verkopen aan de rebellen om het conflict
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
10
bewust te laten aanslepen. Het was niet de eerste keer dat dit aangeklaagd werd, maar wel een primeur dat een hooggeplaatst militair dit ruiterlijk toegaf. De chef van de militaire inlichtingen diende als enige zijn ontslag in, maar de minister en de stafchef werden niet eens gevraagd op te stappen.
Komen de VS-soldaten terug? In de nasleep van 11 september en de strijd tegen het terrorisme in Zuidoost-Azië waren de Filipiijnen voor de Bush-administratie een belangrijke bondgenoot. Door uitdrukkelijk verbanden te leggen tussen de Islamitische rebellen in Mindanao en Al Qaida werd de druk nog opgevoerd. In 2002 was er grote heisa over “gezamenlijke” oefeningen van het Filipijnse en Amerikaanse leger op het eiland Basilan. Het stationneren van buitenlandse troepen druist in tegen de grondwet en, erger nog, de troepen worden gestationeerd in een oorlogszone. Aanhoudend protest droeg ertoe bij dat de oefeningen in Basilan niet verlengd werden. In 2003 was er opnieuw heel wat te doen over de vermeende komst van VS-troepen naar het eiland Sulu. Terwijl in de Amerikaanse pers te lezen stond dat het nu om gevechtstroepen zou gaan, deed de Filipijnse regering al het mogelijke om dit te ontkennen. Uiteindelijk bleek dat de minister van Defensie op eigen houtje handelde en zwaar onder druk werd gezet door de Verenigde Staten. In oktober 2003 vroeg het Pentagon nogmaals de heropening van vaste militaire basissen.
Onrustig Mindanao De zuidelijke eilanden van de archipel zijn in vele opzichten apart. Deze potentieel rijke regio met vruchtbare grond en mineralen is in de praktijk de armste. Dit heeft o.a. te maken met de aanwezigheid van een grote groep moslims. Deze groep is steeds verder geïsoleerd en gemarginaliseerd door massale migratie van (katholieke) landgenoten, door massale ontginning van hout en mineralen, door plantagebouw, militaire repressie, enz. Vruchtbare bodem voor gewapende opstanden dus. In de jaren zeventig kregen zowel de NPA (New People’s Army) als het MNLF (Moro National Liberation Front) grote aanhang op Mindanao. Met het MNLF werd in 1976 een verdrag gesloten waardoor enkele moslimgebieden autonomie kregen. In de praktijk kwam daar weinig van terecht, wat in 1984 leidde tot de oprichting van het MILF (Moro Islamitisch Bevrijdingsfront). Opnieuw werd er over autonomie onderhandeld en ook verleend aan de gematigde Misuari van het MNLF. Maar de beweging zelf legde zich daar niet bij neer en behield zijn eigen leger. Recentelijk is ook Abu Sayyaf daarbij gekomen. De beweging van Abu Sayyaf is gegroeid uit een groep gewezen Afghanistan-strijders. Ze opereerde eerst op het eiland Basilan, maar heeft zich nu (deels) teruggetrokken op het eiland Sulu. De groep van Abu Sayyaf haalde het internationale nieuws met enkele gijzelingsacties.
Actueel: verkiezingen 2004 In december 2002 verbaasde Arroyo vriend en vijand met haar aankondiging dat ze zich geen kandidaat zou stellen voor de komende presidentsverkiezingen. Een president kan slechts één termijn (van 6 jaar) volmaken, maar doordat Arroyo aan de macht kwam midden in de Estrada-termijn kan ze zich wel nog eens verkiesbaar stellen. Haar beslissing leek ingegeven door de wil om komaf te maken met de zeer voorzichtige koers en om een doorbraak te forceren in en-
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
11
kele aanslepende dossiers. Ze ontpopte zich tot pleitbezorger van een grondige institutionele hervorming. Die zou kunnen leiden tot het invoeren van een parlementaire democratie in de plaats van het huidige presidentieel systeem. Maar uiteindelijk bleek het grote nieuws een afleidingsmanoeuvre. In oktober 2003 kondigde Gloria aan toch te zullen kandideren, omdat “ze onder druk was gezet door haar omgeving en het publiek”. Nochtans bleek uit de polls dat de populariteit van Gloria tanend was. Het belooft dus een spannende race te worden want haar voornaamste uitdager, Fernando Poe Jr (FPJ) staat momenteel aan de leiding in de polls en ook outsider Raul Roco maakt nog een kans.
Een filmster for president? Wie is die FPJ of ‘Da King’? Wel, net zoals Estrada is hij een filmster met politieke am-bities. Maar inzake persoonlijkheid zijn het zowat tegenpolen. De introverte Poe doet weinig of geen politieke statements en velen vragen zich dan ook af wie achter zijn kandidatuur zit. De 64-jarige ‘brave man’ heeft geen politieke ervaring en hij formuleerde tot nu toe nog geen enkel antwoord op de enorme uitdagingen waar het land voor staat. Hij is bovenal populair. De bevolking lijkt geen boodschap te hebben aan waarschuwingen dat hij de volle steun krijgt van oude Marcosgetrouwen. Roco daarentegen lijkt de kandidaat met de meest uitgesproken ideeën. Hij was enige tijd minister van onderwijs en profileert zich
Migratie Momenteel werken miljoenen Filipina’s en Filipino’s in het buitenland. Deze groep van ‘migrant workers’ vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de Filipijnse economie. Jaarlijks maken zij ruim 7 miljard dollar over. Dat is meer dan het totaal aan buitenlandse investeringen per jaar. In de meeste gevallen fungeren migranten als het enige sociale vangnet voor hun families in de Filipijnen. Veel van de vrouwelijke migranten zijn in het buitenland werkzaam als huishoudhulp, een deel komt in de prostitutie terecht. Rechten hebben ze nauwelijks. Ze zijn dan ook grotendeels afhankelijk van de goodwill van de werkgever.
als een ‘sociale’ kandidaat die wil strijden tegen corruptie, voor meer vrouwen- en kinderrechten, tegen ongebreidelde vrijhandel, enz…
Politiek geweld Maar zoals in veel landen is het uiteindelijk niet de inhoud die het kiesgedrag zal bepalen op 10 mei. Het Filipijnse verkiezingsstelsel steunt in de eerste plaats op het kopen van stemmen en is sterk geïndividualiseerd. Partijen zijn eerder stemmachines dan politieke families. De cruciale rol van “geld” maakt dat enkel de elite aan dit dure spelletje kan deelnemen. Dit begint al op het gemeentelijke niveau en versterkt alleen maar op het provinciale en het nationale niveau. De kans is groot dat ook deze campagne gepaard zal gaan met politiek geweld en afrekeningen. Tijdens de laatste nationale cam-
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
12
pagne in 2001 vielen maar liefst 66 doden. Het geweld heeft weinig te maken met de spannende race, maar eerder met het feit dat de campagne uitgesmeerd wordt over 3 volle maanden - de officiële aftrap werd gegeven op 10 februari - en de ‘pijnlijke traditie’ tijdens verkiezingscampagnes.
Als vrouwen hun mannetje staan… Cory en Gloria, het lijkt alsof de vrouwen een niet onbelangrijke plaats opeisen in de Filipijnse politiek. Helaas zijn zij eerder de witte raven en hebben zij tijdens hun mandaat niet echt het verschil gemaakt. Zij vertoeven in een in hoofdzaak door mannen bevolkt kabinet en parlement. Bij sociale organisaties daarentegen nemen vrouwen vaak een belangrijke plaats in. Dat heeft alles te maken met de sociale positie van de vrouw. Daarnaast zijn vrouwen vaak het slachtoffer van geweld, ook binnen het gezin. Eén op de tien vrouwen wordt ermee geconfronteerd. Kindermishandeling en seksueel geweld komen veelvuldig voor. Slachtoffers zijn vaak meisjes tussen elf en zeventien jaar. Het is pas sinds kort dat dit soort problemen ook in de media bespreekbaar wordt, al is het dan
nog steeds bij mondjesmaat. De armoede dwingt ook veel vrouwen tot prostitutie.
Contraceptie Met een bevolkingsaangroei van 2,36 % per jaar is de Filipijnen één van de snelst groeiende landen in Azië. Een open discussie over geboortebeperking wordt flink afgeremd door de katholieke kerk, die blijft vasthouden aan de lijn van het Vaticaan: uitsluitend periodieke onthouding! Arroyo heeft op de internationale vrouwendag een campagne gelanceerd voor gezinsplanning, maar het woord contraceptie komt daar helemaal niet in voor. Het blijft allemaal steken in “verantwoord ouderschap, spreiden van zwangerschappen, bewuste keuzes,…”. Officieel heet het de BBBB-campagne: “Birth Spacing through Billings, Body Signs and Basal Temperature”. Dit komt neer op de “thermometermethode”. Die is volgens de presidente goedkoop, gezond, betrouwbaar en niet strijdig met de regels van de kerk. Ondertussen heeft ze moeten toegeven dat ze als jonge vrouw de pil heeft genomen, maar dat ze “hiermee gestopt is omdat ze last had van een slecht humeur”.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
13
14
Achtergrond
Portret van een neoliberaal beleid Hanneke Van Eldik Thieme & Kris Vanslambrouck, Zuidwerking 11.11.11
In 2002 groeide de Filipijnse economie met 5,2%, in 2003 met 4,4%. Op zich geen onaardig resultaat, maar helaas plukt het overgrote deel van de bevolking niet de vruchten van deze groei. De Filipijnse samenleving kent een zeer ongelijke inkomensverdeling.
Groei, maar niet voor iedereen Goede groeicijfers zijn nodig om de armoedecijfers te laten dalen, maar er is meer nodig dan dat. De 20% rijksten (400 families) legt beslag op ruim de helft van het nationale inkomen. Volgens recente cijfers leeft 60% in armoede en meer dan 60% van hen leeft op het platteland. In de stad leven de armen in krotten nabij vuilnisbelten, markten, rivieren, slachthuizen en spoorlijnen. Hun belangrijkste bron van inkomsten ligt in de zogenaamde informele sector, onder meer het recycleren van vuilnis en verkopen langs de straat. Op het platteland leven kleine boeren, landloze landarbeiders en ook vissers vér beneden de armoedegrens.
Sociaal-economisch beleid De groeiende ongelijkheid kan pas aangepakt worden met een herverdelingspolitiek, die begint met een rechtvaardige inning van belastingen en de aanpak van de schuldenlast. Beide punten blijven de achillespees van de Filipijnse economie. Zolang die niet aangepakt worden, zijn er nauwelijks middelen voor een sociaal beleid. In 2003 stegen de inkomsten via belastingen, maar ook het begrotingstekort bleef stijgen. Dit maakt dat de regering steeds meer moet lenen, en dus ook schuld aflossen.
Neoliberaal landbouwbeleid Hoewel landbouw het potentieel heeft om uit te groeien tot dé economische motor van de Filipijnen, wordt die nog steeds sterk verwaarloosd. Het beleid blijft sterk gericht op grootschalige en gemoderniseerde landbouw. Niet de eigen voedselvoorziening staat centraal, maar moderne exportlandbouw, zoals veeteelt, visserij en de teelt van snijbloemen. De traditionele sectoren, zoals de kokosproductie,
de rijstboeren en de kleine, zelfvoorzienende boeren worden aan hun lot overgelaten. Nochtans is de overgrote meerderheid van de boeren in deze sectoren actief.
De WTO en landbouw In tegenstelling tot de verklaringen bij de ondertekening van de WTO-akkoorden over landbouw in 1994 hebben die akkoorden de Filipijnen geen voordelen gebracht. De Ramosadministratie voorzag toen dat het Agreement on Agriculture (AoA) een extra export van 3,4 miljard pesos en maar liefst 500.000 extra jobs per jaar zou opbrengen. Maar dat bleek een illusie. De export daalde, de invoer steeg en de extra jobs bleven ver beneden de verwachtingen. Momenteel wordt het AoA heronderhandeld. Tijdens de WTO top vorig jaar in Cancun hadden de onderhandelingen moeten afgerond zijn, maar tot algemene tevredenheid van de vele boerenorganisaties werd Cancun een mislukking. Tot ieders verbazing sloot de Filipijnse regering zich toen aan bij de groep van 21 die toegevingen eiste van de VS en de EU vooraleer verder te praten over de liberalisering van de landbouw.
Liberalisering bedreigt rijstboeren Binnen de akkoorden van de Wereld Handelsorganisatie (WTO) kregen de Filipijnen tot eind 2004 een uitzondering om de import van rijst te beperken. Op de Filipijnen is rijst immers relatief duur en kan de productie de stijgende vraag niet volgen. Dat komt vooral door de verwaarlozing van de rijstindustrie door de overheid en de gebrekkige infrastructuur, zoals de slechte staat van de Filipijnse wegen op het platteland. Daarom moet een land dat twintig jaar geleden nog rijst uitvoerde, nu jaarlijks 800.000 ton rijst invoeren. Binnen deze context zou de vrije import van rijst een ramp betekenen voor de ruim 2 miljoen Filipijnse boeren die actief zijn in de rijstsector. Zelfs na een heffing van 100% op Vietnamese rijst blijft die goedkoper dan de eigen productie. De National Food Authority (NFA) geeft jaarlijks een slordige 620 miljoen euro uit aan prijsondersteuning, maar de boerenorganisaties vinden dat dit geld beter zou kunnen worden uitgegeven aan programma’s om de productiviteit te ondersteunen. PPI, een 11.11.11-partner, organiseerde in 2003 enkele regionale en één nationale rijstconferenties om de verschillende betrokkenen samen te brengen: kleine rijstboeren, ambtenaren, handelaars en academici. Tijdens die conferentie werden 24 resoluties gestemd die het kader moeten vormen voor een masterplan dat verder uitgewerkt wordt door een nationale raad van rijstboeren. Die raad zal dan ook verder als gesprekspartner fungeren met de overheid.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
15
Landhervorming Toen Aquino aan de macht kwam, verklaarde zij dat de landhervorming een fundamenteel programmapunt van haar regering zou worden. Ze zou de armoede op het platteland en de scheve verhoudingen op het vlak van landbezit drastisch aanpakken. Onder druk van de landeigenaars, die sterk vertegenwoordigd zijn in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat, werd de landhervormingswet echter sterk afgezwakt. Bovendien zitten er in de wet heel wat zwakke plekken, waar de landheren dankbaar gebruik van maken. Het landhervormingsprogramma (CARP) ging in 1988 van start. Vijftien jaar later blijft het aandeel van de nog te herverdelen grond indrukwekkend hoog. Vooral de laatste jaren raakt men nauwelijks nog vooruit. Elk jaar opnieuw wordt aan het budget geknibbeld, de eigenaars zijn vaak machtige ‘landlords’ en bovendien vallen de opeenvolgende ministers voor Landhervorming telkens door de mand. Arroyo verving minister Braganza na 20 maanden dienst, en zijn vervanger Roberto Pandanganan ligt nu ook al weer zwaar onder vuur. Van de minister is bekend dat hij geregeld landbouwgebied omzet van naar bijvoorbeeld woongebied om zo de gronden te vrijwaren van CARP. Hij heeft dezelfde truc toegepast ten voordele van de Marcos-crony Floreindo. Maar
STOP THE NEW ROUND! Coalition Naar aanleiding van de ministeriële WTO-conferentie in Cancun van september 2003 hadden een veertigtal organisaties en netwerken de handen in elkaar geslagen om te trachten het standpunt van de Filipijnse regering in Cancun te beïnvloeden. Gedurende een half jaar heeft de SNR-coalitie hevig campagne gevoerd en met resultaat. Tijdens de conferentie slaagde SNR erin tienduizenden mensen te mobiliseren in Manilla. De grote meerderheid kwam uit de provincies en was 10 tot 15 uur onderweg geweest. Meer info op www.11.be/zuidwerking/azie/filipijnen/snr_people_danced.htm dat was buiten de boeren gerekend die al vier jaar wachten op hun stukje grond. Meer info op www.11.be/zuidwerking/azie/ filipijnen/boeren_eisen_ontslag.htm
Inheemse volkeren De armoede is wellicht het grootst bij de inheemse volkeren. Dat zijn zo’n 7 miljoen mensen, verspreid over de archipel. Ze zijn over het algemeen zwervende landbouwers. Hun armoede heeft veel te maken met de inkrimping van het leefgebied. Aangezien ze geen privébezit kennen, beschouwt de over-heid hun gronden als openbaar en dus ver-handelbaar land. Mijnbouwondernemingen, bosbouwbedrijven en grootschalige landbouwondernemingen hebben zo, dikwijls op een gewelddadige manier, beslag kunnen leggen op hun gronden.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
16
Campagnethema
Modelprivatisering, de arme Filipino betaalt Myriam Keustermans, educatiecel 11.11.11
In 1997 besliste de Filipijnse overheid om de watervoorziening in Manila te privatiseren. Die was tot dan in handen van het 119 jaar oude Manila’s Metropolitan Waterworks and Sewerage Systems (MWSS). Op dat ogenblik was het ‘s werelds grootste privatisering van een publiek waterbedrijf en ook de International Finance Corporation die optrad als adviseur was behoorlijk trots. Het privatiseringsproces zou het vertrouwen van investeerders in de Filipijnen herstellen. De Asian Development Bank zag de privatisering zelfs als model voor andere grote projecten in de regio.
Beloften Beloften waren er genoeg: een betere dienstverlening voor de 11 miljoen inwoners, minder fiscale last voor de overheid, depolitisering van de waterwerken en een efficiënter bedrijf. En niemand zal ontkennen dat zulks nodig was, want de bevoorrading liep mank en meer dan de helft van het water ging verloren door slechte leidingen en illegaal aftappen.
Hoewel er toen al de vrees bestond dat het bod van de één noch van de ander realistisch zou blijken, vonden sceptici geen gehoor. Zo verzekerde Manila Water de overheid dat het goed wist wat het deed en geen grote prijsstijgingen voorzag in de volgende 10 jaar! Het zou zijn winst wel veilig stellen door het waterverlies drastisch terug te brengen.
Soms is de oplossing slechter dan de ziekte… Van in het begin lokte de privatisering maatschappelijk protest uit omdat het privatiseringsproces zo ondoorzichtig was en omdat niet alle alternatieven werden onderzocht. Bovendien zou 1 op 5 mensen die in de watersector in Manilla werkzaam zijn door de privatisering zijn baan verliezen. Na enkele jaren werd duidelijk dat vooral Maynilad er niet in slaagde om rendabel en efficiënt te werken. De inkomsten vielen veel lager uit en de kosten veel hoger. Het bedrijf weet dit aan de daling van de peso tegenover de dollar, vooral na de Aziatische crisis. Leningen in dollar werden daardoor dubbel zo duur, en gezien de concessiehouders zich ertoe verbonden hadden de schuldenlast van MWSS af te lossen woog dat zwaar door op hun budget.
Maynilad en Manila Water Twee consortia haalden de concessie voor 25 jaar binnen. De Westelijke zone ging naar Maynilad, een consortium waarvan het Franse Suez deel uit maakt, met een bod van 4,97 peso/m3. Met 2,32 peso/m3 verkreeg Manila Water (MWCI) - met ondermeer de Amerikaanse multinational Bechtel en het Britse United Utilities - de concessie voor de oostelijke zone. Vóór de privatisering was de prijs 8,78 peso/ m3.[1] Beide consortia zijn verbonden met een invloedrijke Filipijnse familieclan, respectievelijk de Lopez-groep en de Ayala’s.
Protestactie van FDC tegen de prijsstijging van het drinkwater in Manilla na de privatisering.
[1] In maart ’04 kreeg je 70 peso voor 1 euro. Een jaar eerder kreeg je voor 55 peso al een euro.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
17
Maar dat is maar een deel van het verhaal. Onze partner FDC zegt dat vooral wanbeheer en een foutieve inschatting van de kosten aan de basis liggen van het verlies. De leiding van Maynilad is incompetent, het bedrijf beschikt over te weinig eigen kapitaal, de buitenlandse consulenten verdienen buitensporig hoge lonen en Maynilad is er niet in geslaagd om het waterverlies te beperken. Wel integendeel. Ruim twee derde van het water gaat verloren. Dat is meer dan vóór de privatisering!
Chantage In 2001 stopte Maynilad de afbetaling van haar concessie. Het bedrijf eiste dat ze de verliezen op de dollarkoers veel sneller zou kunnen doorrekenen dan voorzien. Maynilad kreeg uiteindelijk haar zin en de overeenkomst werd gewijzigd. Sindsdien worden de wisselkoersverliezen zonder meer doorverrekend aan de consument, die geconfronteerd wordt met een serieuze prijsverhoging. In minder dan 5 jaar privatisering steeg de prijs van 4,97 peso/m3 naar 15,46 peso/m3. Water wordt een zware uitgave voor heel wat gezinnen. Maynilad doet de prijsverhoging echter af als een peulschil: “Een verhoging van 5 peso is niet meer dan de prijs van een pakje sigaretten”.
Maar FDC voert aan “dat de waarde van geld voor gewone verbruikers toch wel anders ligt dan voor het kaderpersoneel en de aandeelhouders van Maynilad. Voor een gewoon gezin betekent de prijsverhoging het transport van drie kinderen naar school. Voor een straatverkoper het inkomen van een hele dag.”
De handdoek in de ring Wellicht besefte Maynilad dat het moeilijk zou zijn om de concessie op korte termijn efficiënt te laten werken, en winst te maken. In december 2002 vroeg Maynilad om een beëindiging van het contract. Maynilad beweerde dat de regering de uitvoering van de concessie bemoeilijkt heeft en eiste een schadevergoeding. Door zelf het contract op te zeggen probeerde Maynilad immers de overheid de schuld te geven van haar financieel debacle en hoopte het zo 21 miljard peso aan investeringen te kunnen recupereren. De regering leek wel ziende blind te zijn voor het falen van Maynilad en begon eerst nog te onderhandelen met het consortium. Pas in januari 2003 kwam er dan toch een tegenzet
Protestactie van FDC tegen de overname van de schulden van het waterbedrijf Maynilad door de overheid.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
18
en zegde ze zelf de concessie op omdat Maynilad in gebreke bleef bij de uitvoering van het contract. Een Internationale Arbitragecommissie onder leiding van een buitenlands expert moest het pleit beslechten. Die commissie organiseerde heel wat hoorzittingen en in die periode richtte FDC haar lobbywerk vooral op deze commissie. In november 2003 kwam de arbitragecommissie met een voor Maynilad vernietigend vonnis: het bedrijf moest de achterstallige concessiegelden (6,7 miljard peso) met interesten binnen de 15 dagen terugbetalen. Voor Benpres, de belangrijkste Filipijnse aandeelhouder en haar eigenaar, de familie Lopez, zou dit wel eens de doodsteek kunnen zijn.
Financieel steekspel Om aan de uitvoering van het vonnis te ontkomen laat Maynilad zich enkele dagen later als bedrijf in moeilijkheden erkennen. De eerste van een rij juridische vertragingsmanoeuvres. Ondertussen zet MWSS namens de overheid de procedure in om 98 miljoen dollar te claimen uit het ‘garantiefonds’. Dat is opgericht bij de aanvang van de privatisering als een soort waarborg voor het niet nakomen van de contractuele verplichtingen. Het komt dan ook eerder als een verrassing dat beide partijen plots verklaren te streven naar een minnelijke schikking. Zeker omdat hier vanuit de overheid geen enkele reden toe is, zoals FDC en Bantay Tubig (een netwerk van sociale organisaties) scherp aan de kaak stellen.
Belastingbetaler is de klos Die minnelijke schikking is ondertussen een feit. De rechtstreekse schulden van Maynilad aan de overheid (meer dan 8 miljard peso) zijn omgezet in aandelen. Daardoor krijgt de staat 61% van de aandelen in handen en erft hij meteen de verantwoordelijkheid over een slecht functionerend bedrijf met een geschatte schuldenberg van 11 miljard peso en een enorme nood aan vers kapitaal. Benpres en de Lopez familie, die in 2002 nog opkeken tegen een verlies van 1,1 miljard peso, kunnen meteen hun bedrijf en imperium op een goedkope manier redden. Maar de belastingsbetaler en de consumenten
draaien wel op voor de gevolgen van een slechte bedrijfsvoering bij Manylad en voor het terugbetalen van de schulden van het privébedrijf.
Een electoraal luchtje Waarom gaat de overheid akkoord met een minnelijke schikking die haar heel wat miljarden kost? Waarom moet de Filipijnse burger opdraaien voor de miljarden schuld van een privé bedrijf? Waarom stelt de overheid Maynilad niet gewoon in gebreke? De kans dat de komende verkiezingen er voor iets tussenzitten is groot. Het lijkt er immers op dat de electorale belangen van Arroyo, die streeft naar een volgende ambtstermijn, de houding van de overheid sterk bepalen. Korte tijd nadat de geheime onderhandelingen voor een minnelijke schikking van start gingen bleek Senator Noli de Castro, tot dan een van haar belangrijkste concurrenten in de strijd voor het presidentschap, bereid te fungeren als running mate van Arroyo. De Castro behoort tot de Lopez clan. Kan het zijn dat de Castro zijn eigen ambities moest opbergen om de belangen van de Lopez familie te dienen ? En krijgt Arroyo in ruil voor de Maynilad deal de steun van deze invloedrijke familie die o.a. een belangrijk TV station in handen heeft ?
Ondertussen in de oostelijke zone.. Ondertussen profiteert ook Manila Water van de situatie. Het kreeg weinig kritiek voor haar prijsstijging van 2,32 peso/m3 in 1997 naar 16 peso/m3 dit jaar. Door dezelfde toegevingen te eisen als Maynilad kon het grote winsten binnenrijven. Het tarief dat Manila Water kon bedingen is 7 keer hoger dan het bod waarmee het de concessie behaalde. En dat terwijl het geen zware verliezen leed onder koersschommelingen. Door de prijsstijging toe te staan houdt de overheid zich niet aan haar belofte om de oostelijke zone efficiënter te maken. Manila Water zou het waterverlies terugbrengen tot 16%. Maar op dit ogenblik gaat nog altijd 48,3 % van het water verloren, meer dan vóór de privatisering.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
19
20
Campagnethema
Grote waterbedrijven drukken coöperatieven weg Myriam Keustermans, educatiecel 11.11.11
In Metro Manila is de waterverdeling in handen van twee grote bedrijven, Maynilad en Manila Water. In kleinere steden en in de rand van Manila spelen waterassociaties en kleine coöperatieven een belangrijke rol in het waterbeheer.
Beter beheer De waterassociaties en de coöperatieven zijn kleinschalige verenigingen van enkele honderden tot een duizendtal gezinnen die vaak groeiden uit wijkcomités of bestaande coöperatieven. Soms is waterdistributie slechts één van hun taken. Ze tonen aan hoe de bevolking in de wijken in de bres springt om diensten te organiseren waar de overheid dat niet kan of haar verantwoordelijkheid ontloopt.
De studie Management Models for Small Town Water Supplies - gefinancierd door de Filipijnse overheid, Australische ontwikkelingshulp en de Wereldbank - kwam tot de conclusie dat waterbevoorrading die gebruik maakt van gemeenschapsgebonden beheersmodellen, zoals coöperatieven en associaties, doorgaans de meeste kans op succes hebben in kleine steden. Weinig schulden, lage kosten en het streven naar een ‘break even’ zijn duidelijke troeven.
Privatisering zonder schadevergoeding Maar hoewel het coöperatieve model zijn verdiensten heeft bewezen, dreigt het gevaar van privatisering. Zo is er het voorbeeld van Binangonan in de provincie Rizal, niet ver van Manila. In deze heuvelachtig gemeente is waterdistributie een hele opgave, ondanks de nabijheid
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
21
van Manila. Bij de privatisering van het staatsbedrijf MWSS in 1997 werd vastgelegd dat de regio van Binangonan pas op termijn zou bediend worden door Manila Water. Een uitbreiding die nu voorzien is tegen 2013. Het contract blijkt te bepalen dat Manila Water de waterdistributie in de hele provincie Rizal kan overnemen, zonder rekening te houden met de bestaande voorzieningen en zonder enige compensatie. Nochtans hebben de bestaande coöperatieven die waterdistributie hebben opgezet daar heel wat middelen in geïnvesteerd.
Op vraag van de gemeente In Binangonan speelde de gemeenteraad een actieve rol in de promotie van de coöperatieven. In januari 1998 nam de gemeenteraad een resolutie aan om de oprichting van watercoöperatieven te promoten in de 39 wijken van de gemeente. Reden voor die resolutie was het aanhoudende watertekort in de nasleep van de orkaan El Niño en de goede ervaringen met watercoöperatieven. De coöperatieven zagen dit als een sterke aanmoediging en een bevestiging van het coöperatief model als manier om burgerparticipatie te bevorderen. De gemeente voorzag in training, betaalde ook de nodige training buiten de
regio en zette een wateradviesraad op om uitwisseling van ervaringen te vergemakkelijken.
De watercoöperatieven weren zich Pas na een overleg tussen Manila water en de lokale overheid hoorden de coöperatieven over de plannen van het bedrijf om het watersysteem in Binangonan over te nemen. Daarop stemde de gemeentelijke raad van coöperatieven een resolutie om de komst van Manila water proberen tegen te houden. In de resolutie schuift ze volgende argumenten naar voor: 1. Als privé onderneming is Manila water op winst gericht en niet op dienstverlening 2. De watercoöperatieven bieden werk aan lokale mensen om de meters op te nemen, om geld te innen, onderhoudspersoneel, boekhouders enz.. 3. De consumenten hebben in Manila water geen inspraak. In de coöperatieven hebben zij dat wel. Als lid hebben ze ook toegang tot eventuele winstdeling. 4. De prijs van de watercoöperatieven is lager dan die van Manila water. De plaatselijke overheid schaart zich hier achter de coöperatieven. De vraag is of ze het zal kunnen halen tegen een machtig concern met grote nationale en internationale belangen.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
22
Campagnethema
Mijnbedrijf ziet goud in het water van de Cordillera Myriam Keustermans, educatiecel 11.11.11
In de Cordillera, een bergstreek in het Noorden van de Filippijnen, stort het mijnbouwbedrijf Benguet Corporation zich op een nieuwe winstbron: de watermarkt. De inheemse gemeenschappen van de Cordillera zien dat niet zitten en eisen hun rechten op.
Winst verzekeren Enkele jaren geleden begon de mijnbouwsector in de Cordillera te slabakken. De toekomst zag er slecht uit voor mijnbouwbedrijven zoals Benguet Corporation. Jarenlang konden ze ongebreideld het goud in de provincie Benguet ontginnen maar nu zagen ze langzamerhand hun winsten slinken. De enorme schat aan mineralen in de streek raakte na een eeuw mijnbouw stilaan uitgeput en tegelijk legde het groeiend verzet van de lokale inheemse bevolking de firma het vuur aan de schenen. Benguet Corporation moest dus nieuwe bronnen voor hun inkomsten aanboren. Eén van die
nieuwe bronnen blijkt water te zijn. Het bedrijf had immers samen met de toelating om aan mijnbouw te doen ook de rechten op het water verkregen. Dat komt de firma nu goed van pas. Benguet Corporation bottelt nu mineraalwater, voorziet een deel van de gemeente Itogon van huishoudelijk water en plant dit te gaan doen voor geheel Itogon en de nabijgelegen stad Baguio. Het bedrijf dat eerst het ecologische evenwicht in de streek verstoorde, meet zich plots een nieuw imago aan. Maar de praktijken blijven dezelfde: de winsten veilig stelde op kap van de lokale inheemse bevolking. Die mag voortaan het water uit hun eigen voorouderlijke gronden ‘kopen’ van Benguet Corp.
Problemen voor rijstteelt Op het vlak van natuurlijke rijkdom is de Noordelijke Cordillera één van de rijkste regio’s van de Filippijnen. Alle zes provincies van het berggebied zijn rijk aan mineralen, vooral goud, koper en zilver. Ongeveer 35% van het landoppervlak is nog steeds bedekt met woud. De regio voedt 7 grote waterstelsels van Luzon, het grootste eiland van de Filippijnen.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
23
De inheemse gemeenschappen van de Cordillera, die grotendeels afhankelijk zijn van rijsten groenteteelt zagen hun toegang tot water echter belemmerd door de mijnbouw en de aanleg van stuwdammen. Sinds de jaren vijftig werden verschillende stuwdammen aangelegd voor het aandrijven van waterkrachtcentrales. Als gevolg daarvan verzanden de rivieren wat nefast is voor de groente- en rijstvelden, maar ook voor het gewone dagelijkse watergebruik in gemeenschappen zonder aansluiting op een waternet.
Vervuild water Ook de mijnbouw bemoeilijkte de toegang tot water in de streek. In 1903 werd de eerste mijnfirma opgericht, de Benguet Consolidated Mining Company (de voorganger van het huidige, meer gediversifieerde Benguet Corporation). De mijnbouw verbruikte gigantische hoeveelheden water en loosde het vervuilde water in de rivieren van de Cordillera. Daarnaast bracht de mijnbouw ook een massale ontbossing met zich mee die de waterhuishouding verder verstoorde. In 1989 startte Benguet Corporation als één van de eersten in de Filippijnen met bulkmijnbouw (open pit mining). In plaats van ondergrondse mijntunnels te graven, werden hele bergen gewoon afgegraven met bulldozers. Hele inheemse gemeenschappen werden verplicht te verhuizen. Die open pit mining verstoorde nog grondiger de waterhuishouding in het berggebied, met dramatische gevolgen voor de productiviteit van de rijstvelden. De bulkmijnbouw zorgde ook voor reusachtige afvalmeren met giftige cyanide die het grondwater vervuilen bij hevige regenval.
Mineraal water, een goudmijn ! Het verzet van de inheemsen tegen de dammen en de mijnen groeide gestaag. In 1996 kon massaal protest verdere uitbreiding van Benguet Corporation voorkomen. Twee andere bulkmijnen van deze firma in dezelfde regio moesten sluiten. De schat aan mineralen geraakte stilaan uitgeput waardoor het niet winstgevend genoeg meer was om de mijnen open te houden. De firma zag plots een nieuwe broodwinning: het ecotoerisme in de vroegere mijngebieden, de productie van mineraalwater, de aanleg van waterleidingen en de waterdistributie. Voor deze nieuwe sectoren richtte Benguet Corporation een dochtermaatschappij op, Danum Purified Drinking Water. Die begon met het bottelen van het water van de bronnetjes uit de ondergrondse goudmijnen in Benguet.
de waterdistributie in de wacht slepen voor heel de regio. In 1995 deed het bedrijf al een mislukte poging om de openbare aanbesteding in de wacht te slepen voor de watervoorziening van Baguio, de hoofdstad van de Cordillera. Maar dat belet Benguet Corporation niet om de ambitie te koesteren om vanaf 2005 de waterleverancier van de regio te worden. Ondertussen voorziet het al delen van Itogon van water. De voorzitter van Benguet Corporation, Phillip Romualdez, windt er geen doekjes om. In het decembernummer van de Philippine Mining Journal verklaart hij: “Het project zal financiële stabiliteit verzekeren voor de firma omdat het de hoogtes en laagtes of de terugval en plotse toppen zal vermijden die eigen zijn aan de mijnbouw”.
Inheemsen eisen hun rechten op Volgens de Filippijnse wet is de staat eigenaar van alle water dat zich op het grondgebied van de Filippijnen bevindt en heeft iedereen vrije toegang tot water. Enkel diegenen die grote hoeveelheden water willen gebruiken moeten een vergunning aanvragen. Bedrijven kunnen zo’n vergunning bekomen als ze voor minstens 60% in handen zijn van Filippino’s. De mensen van de Itogon Interbarangay Alliance (IIBA), een plaatselijke volksorganisatie, trokken tot in de hoofdstad Manilla om te protesteren tegen de vergunningen die de Benguet Corporation gekregen had om hún water te ontginnen. Bij de overheidsdienst die de vergunningen aflevert vingen ze bot. “Er wordt geen rekening gehouden met protesten of klachten tegen bestaande watervergunningen als die enkel gebaseerd zijn op het feit dat de klager niet meer het recht heeft om een bron van water te gebruiken”, zo luidde het, “tenzij die klager of oppositievoerder zelf ook een watervergunning heeft.”
Verzet gebundeld In reactie daarop diende de gemeenschap van Itogon een aanvraag in om zelf ook een watervergunning te verkrijgen. Maar de vergunning werd - op grond van technische redenen - geweigerd. Uit de praktijk bleek dat de vele landtitels en toelatingen die men in het hele proces moet kunnen voorleggen, een bijna onmogelijke drempel vormen voor de gemeenschappen. De mensen van Itogon hebben zich nu aangesloten bij Water for All Network. Dit is een nationaal netwerk van volksorganisaties, milieuactivisten en zelfs vakbonden van overheidspersoneel die zich verzetten tegen de privatisering van water.
Waterambities Naast de botteling van bronwater wil de firma
Bron: Els Van der Sypt, Filipijnengroepen België
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
24
Campagnethema
GATS en vrouwen Samira Wymeersch, studiedienst 11.11.11
Zowel in het Zuiden als in het Noorden kan GATS een verregaande impact hebben op het leven van vrouwen en mannen. In het Zuiden zou de invoering van GATS de weinige openbare diensten die er vandaag zijn, nog meer ondermijnen. De overheid in ontwikkelingslanden zal dan helemaal niet meer in staat zijn om een minimumpakket aan zorgtaken te voorzien voor haar burgers. De impact op het leven van vrouwen zal anders zijn omwille van een aantal factoren:
Vrouwen hebben een specifieke rol als dienstverstrekkers. In het Zuiden ligt de liberalisering van diensten onder GATS in het verlengde van de liberalisering van diensten onder de Structurele Aanpassingsprogramma’s (SAP) van IMF en Wereldbank. Uit de ervaringen met de SAP blijkt dat de leemte die onstaat door het wegvallen van basisdiensten, wordt opgevuld door extra inspanningen van vrouwen. Wanneer de overheid faalt in het voorzien van basisgezondheidszorg en onderwijs, van gezond en voldoende voedsel en water, zijn vrouwen verplicht om deze taken over te nemen. Aan de basis hiervan liggen ondermeer de traditionele rollenpatronen die zowel in Noord als Zuid nog gelden. Voorbeeld 1: wanneer de zorg voor een ouder persoon te duur is geworden, komt deze zorg terecht op de schouders van vrouwen, bovenop hun gewone dagtaak. Voorbeeld 2: het opleggen van toegangsgeld voor scholen, hoe minimaal ook, heeft tot gevolg dat minder meisjes naar school gaan, en in vergelijking met jongens ook minder lang.
vrouwen. Een hogere prijs heeft ook consequenties op het vlak van tijdsbesteding, gezondheid en budget. Ook deze gevolgen komen vooral op de schouders van vrouwen terecht.
Vrouwen als werknemers. De meerderheid van de werknemers in de dienstensector zijn vrouwen. Deze jobs zijn over het algemeen goed betaald en redelijk stabiel. Maar het merendeel van hen werkt onderaan de ladder. Hoe hoger de functie, hoe minder vrouwen. Bovendien bleek dat ook in de openbare sector vrouwen het eerst worden afgedankt wanneer de sector geliberaliseerd wordt. En elke regelgeving die vrouwen positief
Waterdraagsters Uit een studie over de impact van de privatisering van water in Ghana bleek dat armere gezinnen procentueel meer uitgeven aan water, soms tot een kwart van het maandelijks inkomen. Vaak is het dan kiezen tussen cholera en de pest: geld uitgeven aan water en dus besparen op andere levensnoodzakelijke dingen of slecht water drinken en ziek worden. Traditioneel is het voorzien in water een taak voor vrouwen, waardoor alle extra lasten die hiermee gepaard gaan voor rekening van vrouwen zijn. Een opvallend feit was dat vrouwen vaker en zwaarder ziek werden na het drinken van vuil water. Na onderzoek bleek dat van vrouwen verwacht werd dat zij eerst hun man en hun kinderen lieten drinken en pas daarna zelf aan de beurt kwamen. En in het laatste restje water zitten net de meeste microben ...
Vrouwen als consumenten van diensten. Liberalisering van diensten kan leiden tot prijsverhogingen, bijvoorbeeld omdat de overheid niet mag tussenkomen in de prijs die de consument moet betalen voor een basisgoed als water. Prijsverhogingen zorgen voor een verminderde toegang, vooral voor arme consumenten, waarvan vrouwen een groot deel uitmaken. Wereldwijd zijn 70% van de armen Partnermap Filipijnen Campagne 2004
25
discrimineert, wordt onder GATS beschouwd als ‘onnodig handelsverstorend’ en moet dus afgeschaft worden. Voor vrouwen die niet in de openbare sector werken, zal liberalisering werkomstandigheden en lonen onder druk zetten. De concurrentie en de flexibiliteit zal toenemen en de kosten zullen tot het minimum worden teruggebracht. De drijfveer is dan niet langer het voorzien in diensten of het vervullen van behoeften, maar het streven naar winst.
Vrouwen als burgers: toegang tot besluitvorming. Het hele proces van onderhandelingen over GATS verloopt al bijzonder ondemocratisch. Hier komt nog bij dat zowel in de nationale parlementen als binnen de civiele maatschappij de inspraak van vrouwen en vrouwenorganisaties zo goed als nihil is. Zowel in het Noorden als in het Zuiden maken vrouwen de minderheid uit van de volksvertegenwoordigers. En wat de toegang tot besluitvorming betreft, is het plaatje vaak nog veel minder rooskleurig. Het
Water en vrouwen • In India schat men dat de nationale kost voor het waterhalen door vrouwen op loopt tot 150 miljoen werkdagen, wat neerkomt op een nationaal verlies aan inkomen van 10 biljoen roepies. • Al zijn boeren wereldwijd meestal boerinnen, vaak is de bijdrage van mannen in de landbouw zichtbaarder en wordt hun werk eerder als productief beschouwd en wordt het beter geschikt geacht voor investeringen en de uitbouw van infrastructuur. Zo kan het gebeuren dat er wel infrastructuur is voor irrigatie maar niet voor gezond drinkwater binnen wandelafstand. • Water is van fundamenteel belang voor een gezond huishouden: als drinkwater, maar ook voor het bereiden van voedsel, om het huis schoon te houden en voor persoonlijke hygiëne. Al deze taken worden traditioneel aan vrouwen overgelaten. Als water schaars of duur wordt, verhoogt de druk voor vrouwen om alternatieven te vinden. Vaak is dit vuil water. is voor 11.11.11 dan ook duidelijk dat extra inspanningen geleverd moeten worden om de inspraak van vrouwen te garanderen in het Gats-debat, vóór het akkoord ondertekend wordt. Een grondige analyse van de sociale impact van het akkoord is onontbeerlijk. Hierbij moet vooral de genderdimensie mee in rekening gebracht worden.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
26
Project 2995
De Filipijnse schuldenlast en gerelateerde economische ontwikkelingen
Infopartner
Freedom from Debt Coalition (FDC) Myriam Keustermans, educatiecel 11.11.11
FDC ontstond als coalitie rond de aanzienlijke schuldenlast van de Filipijnen. Ondertussen heeft het haar studiewerk aangevuld met bewustmakingscampagnes en is hetwerkterrein uitgebreid.
Gevolgen van de schuldenlast FDC is een brede, pluralistische coalitie van meer dan 300 organisaties van diverse pluimage, zoals volksorganisaties, vakbonden, politieke formaties, vrouwenorganisaties en nietgouvernementele organisaties. Ze beschikt over tien regionale en provinciale afdelingen. Ze zag het licht in maart 1988, als coalitie rond de aanzienlijke schuldenlast van de Filipijnen. Ondertussen is haar mandaat uitgebreid en werkt het nu ook intensief rond het gevoerde economisch beleid als gevolg van de door de multilaterale instellingen opgelegde aanpassingsprogramma’s. Zo houdt het FDC de begroting in de gaten, en meer bepaald de financiële ruimte voor het sociale beleid (middelen voor gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs). Ook de toegang tot openbare nutsvoorzieningen (water en elektriciteit) is een belangrijke bekommernis. FDC onderzoekt ook invloed van multilaterale instellingen als Wereldbank, IMF en Asian Development Bank op het economisch beleid in de Filipijnen. Het is dan ook een grote voorstander van de regulering van het handels- en financieel verkeer, en dus ook van de Tobintaks.
FDC is bijzonder actief geweest in de campagne rond de gevolgen van de privatisering, waaronder de watervoorziening.
FDC’s watercampagne Voor haar watercampagne heeft FDC volgende uitgangspunten geformuleerd: • water is een mensenrecht • water mag nooit als een gewoon commercieel product beschouwd worden • de privatisering van de watervoorziening in Manila (MMWSS) moet teruggeschroefd worden. Daarbij zijn o.a. de beëindiging van het Maynilad-contract en het prijzenbeleid strategische actiepunten • de ganse bevolking moet zo snel mogelijk toegang krijgen tot drinkbaar water • de rol van de internationale financiële instellingen, de multinationals, WTO en GATS en de EU bij het privatiseringsverhaal moet aan het licht gebracht worden
Concrete acties • In de loop van 2003 organiseerden FDC en haar leden verscheidene infosessies voor de sociale organisaties die willen meewerken aan de campagne. • FDC richtte samen met 4 andere organisaties Bantay Tubig op, een netwerk dat ijvert voor toegang tot drinkbaar water.
Jongeren protesteren tegen het beleid van Maynilad, het privé-waterbedrijf voor westelijk Manilla.
Educatie en actie Qua soort activiteiten is FDC tot op zekere hoogte vergelijkbaar met 11.11.11. Er is bewustmakings- en educatief werk, beleidsbeïnvloeding, het voeren van allerlei campagnes rond economische thema’s, studiewerk, lobbywerk naar belangrijke nationale en internationale actoren, publicaties en beïnvloeding van media en publieke opinie. Ook in internationale campagnes rond schuldenlast en het beleid van IMF en Wereldbank speelt het een belangrijke rol. Partnermap Filipijnen Campagne 2004
27
• Het hele jaar door namen FDC en leden van Bantay Tubig deel aan de discussies in het parlement. Dit resulteerde o.a. in de afzetting van de voorzitter van de ‘regulatory board’, de instantie die o.a. instaat voor het verlenen van waterconcessies. • Om de interventies van FDC in het parlement te ondersteunen werd er vaak gemobiliseerd aan de poorten van het parlementsgebouw. • Ter gelegenheid van de Asian Development Bank-meeting in Manilla demonstreerden 5000 mensen tegen de ADB omdat die de regeringen nog steeds onder druk zet om publieke diensten zoals water te privatiseren. • In maar liefst 15 persberichten maakte FDC het waterverhaal publiek. • FDC en Bantay Tubig bezorgden de Internationale Arbitragecommissie, die een uitspraak moest doen in het geschil tussen de overheid en Maynilad, bijkomende informatie. Ze herinnerden hen er regelmatig aan dat ook de consument een belangrijke stem heeft in dit debat.
Grote plannen voor Suez Campagne Van 8 tot 12 december organiseerde de Asia Pacific Movement on Debt and Development zeg maar de Aziatische tak van Jubilee South - een conferentie in Bangkok. Daar werd druk geconfereerd over internationale en regio-nale strategieën om de privatisering van de elektriciteits- en watervoorziening tegen te gaan.
Budget van project 2995 Freedom From Debt Coalition Uitgaven
Bedrag
Inkomsten
Bedrag
Werkingskosten
1.475
Overheid
56.700
Lobby
3.727
11.11.11 (2004)
10.005
Educatie
4.182
Publicaties
6.181
Steun aan FDC-chapters
4.364
Nieuwe acties
3.036
Personeel
34.090
Administratiekosten
5.670
Totaal
66.705
Totaal
66.705
Groot enthousiasme was er om samen te werken rond Suez en haar dochter Ondeo. In een eerste fase zal de impact van Suez op een aantal landen, zoals de Filipijnen, Indonesië, India, Pakistan en Sri Lanka in kaart gebracht worden. Een regionale werkgroep moet de campagne uittekenen. FDC en Bantay Tubig zullen samen met Indonesische partnerorganisaties daarin het voortouw nemen. 11.11.11 heeft haar medewerking al toegezegd. Meer info over FDC vind je op hun website www.freedomfromdebtcoalition.org
Protestactie van FDC en Bantay Tubig tegen de overname van de schulden van het waterbedrijf Maynilad door de overheid.
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
28
Persartikel
Gemeenten maken zich zorgen om water 11.11.11 blijft zich verzetten tegen de privatisering van essentiële diensten zoals water. Dit jaar richten we ons naar de gemeentebesturen om ook daar de liberalisering van diensten in Noord en Zuid op de agenda te krijgen. De ervaring in de Filipijnen geeft goed aan wat de gevolgen zijn van zo’n liberalisering.
Water als koopwaar GATS, het dienstenakkoord van de Wereldhandelsorganisatie, wil diensten als drinkwatervoorziening, elektriciteit, gezondheidszorg en onderwijs volledig open maken voor de vrije markt. Grote multinationals hebben hun oog laten vallen op de watermarkt. Voor gemeenten in Noord en Zuid staat veel op het spel!
Schulden voor de overheid In de Filipijnen hebben al heel wat gemeenten
kennis gemaakt met privatisering van diensten zoals drinkwater. In de hoofdstad Manilla heeft Maynilad, een consortium met het Franse Suez, sinds de privatisering de waterprijzen al verviervoudigd. De beloofde investeringen voor de uitbreiding van het net liggen ver onder de afspraken en de aanpak van grote lekken is nauwelijks verbeterd. Er gaat zelfs nog meer water verloren dan voor de privatisering. Nu wil Maynilad van het contract af door zijn schulden af te wentelen op de Filipijnse overheid. Uiteindelijk draait zo de arme Filippino op voor nog meer staatsschuld. Van de overheid moet de bevolking geen steun verwachten, want die zet uit eigenbelang liever de plaatselijke elite uit de wind.
Vorming voor basisgroepen Freedom from Debt Coalition (FDC) is één van de organisaties in de Filipijnen waarmee 11.11.11 samenwerkt. Zij voert campagne rond water en stelt het wanbeleid van Maynilad en de overheid aan de kaak. Water is volgens hen een mensenrecht. De overheid heeft een rol te spelen in de toegang tot water voor iedereen!
Partnermap Filipijnen Campagne 2004
29