Cad i x C2 soc ia le won i ngen Ste phen Taylor a rc h itec ten & Happel Cor nel is se Verhoe ven
De ontwikkeling van het Eilandje staat niet stil. In de wijk Montevideo verrezen dit jaar de vier torens aan het Kattendijkdok waardoor de rij nu volledig is (zie foto Stijn Bollaert). Het silhouet van het nieuwe Havenhuis van Zaha Hadid architects tekent zich af tegen de horizon. In de Cadixwijk, de nieuwe woonwijk van het Eilandje, wordt het ene project na het andere gerealiseerd. Cadiz, het gemengde woon-werk project van POLO architects in samenwerking met Meta architectuur, is in volle uitvoering. Volgend jaar start ook de aanleg van het wijkplein Cadix dat de ontmoetingsplek van de nieuwe wijk wordt.
Rozemie Claeys, projectleider Eilandje bij AG VESPA, vertelt over de Cadixwijk en de leerpunten van de ontwikkeling van bouwblok C2.
De stad zal in de Cadixwijk de west-en noordrand in eigen regie ontwikkelen. In samenwerking met EFRO, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, wordt het openbare domein heraangelegd als een soort rode loper voor de nieuwe bouwprojecten. De verkoop van de ca. 200 000 m2 ontwikkelbare rand zal in verschillende fasen gebeuren. In 2010 heeft AG VESPA, het stedelijk vastgoedbedrijf, het eerste bouwblok in het noorden van de Cadixwijk, Cadix C2, op de markt gebracht via een verkoop onder voorwaarden. De verkoop van de bouwzone C2 betekent de start van de globale wijkontwikkeling. Het braakliggend perceel waarop het bouwblok wordt opgetrokken, is aan de noordzijde begrensd door de Madrasstraat en aan de zuidzijde door de Indiëstraat. Het perceel is opgedeeld in zes loten, waarbij vier private projectontwikkelaars elk een gebouw realiseren. Dat zijn Altabuild met Trans architecten, Revive met HUB architecten, Top Locations met ONO architectuur & MikeViktorViktor en Urban Capital met Crepain Binst Architecture. Twee loten worden door de sociale huisvestingsmaatschappij Woonhaven Antwerpen bebouwd (met Stephen Taylor architects & Happel Cornelisse Verhoeven).
De Cadixwijk wordt een duurzame wijk op het Eilandje. Parkeren gebeurt grotendeels ondergronds, de wijk wordt in de toekomst bereikbaar met de tram en de nieuwe gebouwen zullen energiezuinig en met duurzame materialen worden gebouwd. Daarnaast worden er in het openbaar domein rondom de bouwblokken reservatiestroken voorzien zodat de aansluiting op een toekomstig warmtenet mogelijk is.
“Met de ontwikkeling van het Eilandje wensen we een nieuwe schakel te creëren tussen stad en haven. Het maritieme karakter van het gebied blijft behouden. Het wonen aan het water zou hier een echt stedelijk alternatief voor het suburbane wonen kunnen zijn. Daarenboven wordt gestreefd naar een behoud van de combinatie van wonen en werken op het Eilandje, zoals het daar altijd is geweest.
Bij de verkoop van het eerste bouwblok wilden we vooral testen wat de private bouwmarkt ons kon bieden op vlak van duurzaamheid. In de verkoopsvoorwaarden van C2 is sterk ingezet op duurzaam energiegebruik: er was een maximum E-peil eis van 60 en een K-peil van 30. Dit was reeds strenger dan de geldende EPB-eis op dat moment. Om passiefbouw te stimuleren werd het deelaspect duurzame energie opgenomen in de kwaliteitseisen van de verkoopsbundel. Het woog sterk door op de te behalen punten: 70 punten van de in totaal 200 punten voor ruimtelijke kwaliteit. 100 punten stonden op het financieel bod. Alle bieders voldeden aan de minimum eis voor energie. De helft van de bieders heeft voorgesteld om passief te bouwen en één bieder stelde
1
Cadix bouwblok C2. Van links boven naar rechts onder: Altabuild , Cadix factory (Trans architecten); Revive, Kadox (HUB architecten); Top Locations, Hanzenatie (ONO architectuur en MikeViktorViktor) en Urban Capital, Depot Cadix (Crepain Binst Architecture)
bijna-energieneutraal voor. Dit lag een stuk hoger dan de verwachtingen van de stad en was een bewijs dat er bij de markt de bereidheid is om energiezuiniger te bouwen dan de wettelijke normering. Daarom werd passiefbouw de standaard bij de verkoop van het volgende bouwblok D2 dat in 2012 op de markt is gebracht. Er stonden dan meer punten op duurzaam watergebruik en grijswaterrecuperatie.” Samengesteld bouwblok Rozemie Claeys: “Een tweede leerpunt in de ontwikkeling van bouwblok C2 heeft betrekking op de verkaveling van het perceel in zes loten. Het resultaat is een samengesteld bouwblok waar verschillende projectontwikkelaars en architecten aan het werk zijn. Onze doelstelling was hier om een variatie te krijgen in architectuur en woonconcepten en om ook kleinere projectontwikkelaars een kans te geven. Een tweede reden voor de keuze van het samengesteld bouwblok is dat we het heel belangrijk vonden dat de nieuwe bouwblokken niet als enclaves zouden functioneren. De wooncomplexen moeten een echt stedelijk functioneren beogen. Een adres en een voordeur aan de straat is een manier om de levendigheid en de interactie van de bewoners met de wijk en de stad te bekomen. Een architecturale vertaling van deze dialoog met de
straat is hierbij van groot belang. Een bouwblok dat volledig op zichzelf is gekeerd en een eigen functionele logica heeft, is voor ons niet wenselijk. Het nadeel van het samengesteld bouwblok is dat we door de versnippering kansen hebben laten liggen op vlak van duurzaamheid om bijvoorbeeld meer collectieve delen te realiseren. Bovendien bleek afstemming en coördinatie van de verschillende bouwwerven een extra moeilijkheid. Daarom zijn we geëvolueerd in de richting van schaalvergroting: bij bouwblok D2 waren er nog 2 loten en bij bouwblok A5 dat dit jaar op de markt is gekomen, hebben we gekozen om geen onderverdeling meer te maken. Ik denk toch dat C2 een geslaagd voorbeeld is van een samengesteld bouwblok op maat van de wijk. Ik geloof ook dat de toon is gezet voor projectkorrels op maat van de wijk. We zien dat deze aandacht en affiniteit aanwezig is in de projectvoorstellen van de bouwblokken D2 en A5.” Sociale mix Om een levendige wijk te bekomen is een menging aan functies nodig. Naast bijkomende woningen, zullen er ook wijkvoorzieningen, groen en kantoren in Cadix komen. Er wordt een woningenmix vooropgesteld van sociale woningen, bescheiden woningen en
2
Houtdok
Kattendijkdok
C2 Indiëstraat
Kempischdok-Westkaai
Portostraat
Madrasstraat
Kempisch dok
Cadix bouwblok C2. De twee hoekgebouwen worden door Woonhaven Antwerpen gebouwd (Happel Cornelisse Verhoeven en Stephen Taylor architects)
Het Noordhoek gebouw met de kenmerkende bay windows. Het gelijkvloers wordt ingenomen door het kinderdagverblijf (Happel Cornelisse Verhoeven)
3
residentiële woningen. Daarnaast wordt eveneens een mix van woningtypologieën beoogd. Op die manier wil de stad verschillende doelgroepen aantrekken in de Cadixwijk waaronder gezinnen met kinderen. Woonhaven Antwerpen bouwt twee sociale woonprojecten op de twee hoekpercelen van het bouwblok C2. Naast woongelegenheden omvat het programma een kinderdagverblijf en een ondergrondse parking. Het sociale woonproject wordt afgestemd met de private ontwikkelingen binnen en rond het bouwblok. Na een selectieprocedure werden de twee gebouwen gegund aan Stephen Taylor architects en Happel Cornelisse Verhoeven. Vanwege een andere timing en procedures voor sociale huisvesting, moeten de werken aan de twee hoekgebouwen nog starten (gepland voor augustus 2015). Jan Wouters van Woonhaven Antwerpen: “Aangezien AG VESPA in de toekomst naar schaalvergroting streeft, zullen we andere manieren moeten onderzoeken om een sociale mix te bereiken in Cadix. Op dit moment denken we dat de CBO procedure van de VMSW een oplossing kan bieden. Dit is een publiek-private samenwerkingsvorm waarbij een private partner sociale woningen bouwt. We hebben hiermee reeds ervaring opgedaan bij de ontwikkeling van ’t Groen Kwartier waar 15% sociale woningen zijn gerealiseerd door de private ontwikkelaar van het gebied, Matexi.”
Jan Wouters: “Wij zijn heel blij met het ontwerp van deze twee architectenbureaus. De doorgedreven stapeling van de woonunits, de installatie van de geothermische warmtepomp en de keuze voor de baksteen, maakt het een duurzaam en kostenbewust ontwerp. De detaillering van de architectuur is verrassend en speelt in op de context van de Cadixwijk.” In een gesprek met Stephen Taylor van Stephen Taylor architects wordt duidelijk op welke manier zij de opdracht benaderd hebben. Hoe hebben jullie de ambities van de stad voor dit eerste bouwblok vertaald in het ontwerp voor de twee hoekgebouwen van het bouwblok? Stephen Taylor: “We hadden onmiddellijk een goed begrip van de plek. De sfeer van de oude havenwijk leeft nog sterk door in de architectuur en de beleving van de plek. De brede straten, de kasseien, het licht dat door het water weerkaatst wordt en het gebruik van de baksteen zelfs in de meest bescheiden dokwerkers woningen is erg kenmerkend voor dit soort havengebieden. Het deed mij een beetje denken aan de Hudson oevers in Manhattan. Maar ook in Londen hebben we bijvoorbeeld een lange traditie om met baksteen te werken. We konden ons verder heel erg vinden in het verkavelingsplan voor het bouwblok C2 dat voor fijnmazigheid
De architecturale uitwerking van de gevel van de Zuidhoek. De detaillering van de gevel is geïnspireerd door naburige huizen in de Cadixwijk (maquette Stephen Taylor architects)
4
en een kleine korrel koos en anderzijds het masterplan voor Cadix met het sterke orthogonale raster voor nieuwe bouwblokken. Wat ons in de bestaande context aantrok was het idee van verscheidenheid in een coherent geheel. Met Happel Cornelisse Verhoeven hebben we ervoor gekozen om de twee gebouwen te verdelen, waarbij onze Nederlandse partner het Noordhoek gebouw heeft ontworpen en wij de Zuidhoek. We vonden dit een verrijkende manier van werken, we werkten zij aan zij, maar de gebouwen hebben toch een eigenheid. Om de eenheid te bewaren, huldigden we een aantal principes, zoals het gebruik van dezelfde baksteen en dezelfde raamprofielen.
worden, wat ook de duurzaamheid ten goede komt.
Eenheid en variatie, dat is wat we voor ogen hadden bij onze ontwerpen. Ik geloof ook dat dit strookt met de keuze voor pakhuisarchitectuur uit het beeldkwaliteitsplan architectuur Eilandje. De robuuste architectuur moet op schaal zijn van de wijk en de bouwblokken, maar met voldoende vrijheid voor individuele expressie.”
Dit kan een heel concreet fysiek gebaar zijn. Zo is in het gebouw van de Zuidhoek op de hoek een bank uitgespaard, wat de voorbijganger licht en comfort biedt (zie linkse fig. p.4). Ook de onder 45° afgeknotte hoeken, een 19de-eeuws stedenbouwkundig motief dat veelvuldig in de Cadixwijk is toegepast, maakt de stedenbouwkundige ruimte prettiger voor de voetganger.
De integratie van de sociale woongebouwen in het bouwblok betekent voor jullie een uitdaging om met een klein budget toch eenzelfde architecturale kwaliteit te bereiken als de andere projecten in het bouwblok. Hoe zijn jullie daarmee omgegaan? Stephen Taylor: “Het is in al onze projecten de ambitie om economisch met middelen en materialen om te gaan. In Londen is het budget voor sociale huisvesting zelfs nog kleiner. Wij zien dit als voorwaarden waarmee we moeten werken. Ik geloof dat deze limieten en beperkingen een ontwerper stimuleren in het creatief denkproces. Het materiaal dat gebruikt wordt voor het Cadix project is baksteen, baksteen en nog eens baksteen. We hebben gewoon een goede metselaar nodig en de klus is geklaard! (lacht) De baksteen zal lokaal geproduceerd
Architectuurkwaliteit vertrekt voor ons bij het grondplan. Zo zijn de meeste van de appartementen doorzonwoningen, zodat er licht, lucht en comfort is voor de bewoner. Dit is kwaliteit op het niveau van de gebruiker. Anderzijds ben ik ervan overtuigd dat elk nieuw gebouw de plicht heeft om iets terug te geven aan de stad. Ik verwijs hierbij naar de humanistische aanpak van Nederlandse architect Herman Hertzberger. Hij stelde dat los van het officieel programma dat je voor de opdrachtgever bouwt, een gebouw ook een gebaar moet maken naar de stad toe. Hij pleitte voor kleine momenten van informele toe-eigening door het publiek.
In het ontwerpproces na de wedstrijdfase hebben we vooral verder gewerkt op deze details in de geveluitwerking. Zo is het poortgebouw naar het kinderdagverblijf een referentie naar naburige burgerhuizen en loodsen. Ook de groepering van drie ramen in de Zuidhoek verwijst naar de 19de-eeuwse architectuur van een aantal huizen in de buurt. Het rijke palet aan vormen en patronen in de bestaande huizen en gebouwen uit de buurt zijn als een catalogus waar wij uit kunnen putten. Ik zie ons ontwerp als een soort muziekpartituur waarbij bepaalde motieven herhaald worden, niet in letterlijke vorm, maar in een hedendaagse vertaling. Ons ontwerp maakt in die zin een brug tussen oud en nieuw.”
Tekst: Valerie Van de Velde Beelden: Stephen Taylor architects, Happel Cornelisse Verhoeven, Urban Capital, Altabuild, Revive, Top Locations Voor meer info over dit artikel:
[email protected]
5