cabaret songs benjamin britten conor mitchell w.h. auden mark ravenhill jamie mcdermott
Info
Credits
programma / PROGRAMME
datum / date za 15 juni 2013 Sat 15 June 2013 locatie / venue Bimhuis aanvang / starting time 20.30 u 8.30 pm duur / running time 1 uur, zonder pauze 1 hour, no intervals website www.brittenaldeburgh.co.uk
muziek / music Benjamin Britten, Conor Mitchell tekst / words W.H. Auden, Mark Ravenhill zang / vocals Jamie McDermott piano Stephen Higgins lichtontwerp / lighting designer Nigel Edwards regie / direction Mark Ravenhill productie / production Aldeburgh Music met steun van / with support by Arts Council England’s 2013 Britten Centenary Fund
muziek / music Benjamin Britten (1913–1976) tekst / text W.H. Auden (1907–1973) Tell me the truth about love Funeral blues Johnny Calypso
wereldpremière / world premiere Aldeburgh, 8.6.2013
muziek / music Conor Mitchell (1980) tekst / text W.H. Auden (1907–1973) Give up love I’m Jam Tart After Sappho I’ve fallen out of love with you muziek / music Conor Mitchell (1980) tekst / text Mark Ravenhill (1966) haven’t the time to be loved Another tea As you, love, as you The love I felt is gone De volgorde wordt nader bepaald. Programme order to be announced.
2
3
Cabaret Songs In 2013 is het een eeuw geleden dat Benjamin Britten, een van de populairste Engelse componisten van de twintigste eeuw, werd geboren. Brittens muziek is bovendien een terugkerende constante in het Holland Festival. Tijdens de eerste editie in 1947 werden zowel The Rape of Lucretia als Albert Herring uitgevoerd en in 1949 ging zijn Spring Symphony hier in première. In 2010 werd de kerkparabel Curlew River hernomen en in 2011 klonk wederom de kameropera The Rape of Lucretia. Britten en zijn levenspartner, tenor Peter Pears, waren graag geziene gasten op het festival. Dit jubileumjaar is Britten vertegenwoordigd met een relatief lichte toets, in de vorm van een nieuw programma rondom de Cabaret Songs (1937) die hij schreef op teksten van dichter W.H. Auden. De vier oorspronkelijke liederen worden daarin aangevuld met acht nieuwe, speciaal voor het programma geschreven liederen van de Ierse componist Conor Mitchell. De wereldpremière van de uitgebreide Cabaret Songs vond eerder deze maand plaats in het Aldeburgh Festival – ooit door Britten opgericht naar voorbeeld van het Holland Festival. De oude en nieuwe Cabaret Songs worden niet, zoals gebruikelijk, gezongen door een vrouw, maar door een man; te weten Jamie McDermott, frontman van de theatrale Engelse popgroep The Irrepressibles. Dat is niet voor niets: in de periode dat hij de Cabaret Songs componeerde ontmoette Britten zijn latere levenspartner Peter Pears, en de liefdesbetuigingen die hij de zangeres in de mond legt laten zich prachtig herinterpreteren als de zijne. McDermott heeft een kenmerkend stemgeluid met een warm en
donker laag register en een ijle falset. Zijn theatrale voordracht, compleet met een vlug vibrato, doet weleens denken aan Antony Hegarty van Antony and the Johnsons. In 2011 was McDermott met zijn tienkoppige band in het Holland Festival te gast met het programma Human Music Box, een verrassende mix van pop en performance met uitbundige ensceneringen die verwezen naar het decadente Berlijnse cabaret van het interbellum.
opwinding, twijfel en verdriet, is zo van een nieuwe laag voorzien. Gebracht met de zwoele falset van Jamie McDermott zijn de Cabaret Songs in deze geüpdatete vorm, behalve entertainment van de bovenste plank, een subtiel commentaar op Brittens verhouding met Auden, hun aanstaande breuk én zijn ontluikende liefde voor Peter Pears. Oftewel: een muziekvoorstelling vol verkapte liefdesbrieven.
Britten (1913-1976) werkte in de jaren dertig veelvuldig samen met Auden (1907-1973), met wie hij een moeizame (liefdes)relatie onderhield. Gedurende een periode van twee jaar ontstonden de vier Cabaret Songs, geschreven voor de Engelse zangeres Hedli Anderson, die Britten en Auden kenden van de experimentele theatercompagnie The Group Theatre. De teksten van Auden waren gebaseerd op zijn ervaringen in het frivole nachtleven van Berlijn, en Britten bediende zich daarom van een bijpassende populaire stijl, met reminiscenties aan Amerikaanse jazz en het werk van Kurt Weill. De liederen zijn evenwel niet allemaal licht van toon: de Funeral Blues is onheilszwanger en lijkt niet alleen een liefdesbreuk te beklagen, maar ook vooruit te lopen op de grote ramp die Europa te wachten stond.
Talking To Ghosts
Vier andere teksten die Auden aanleverde werden niet door Britten getoonzet. Die taak heeft componist Conor Mitchell nu op zich genomen. Voor de gelegenheid schreef de Engelse toneelschrijver, dichter, acteur en journalist Mark Ravenhill bovendien vier nieuwe teksten, eveneens door Mitchell op muziek gezet, zodat er drie sets van vier liederen zijn ontstaan met een verloop van verleden naar heden. De liefdesaffaire die in de liederen centraal staat, compleet met 4
Hoe schrijf je iets dat kan worden uitgevoerd samen met Britten en Auden, twee van de meest eigen stemmen en meest scheppende geesten van de 20e-eeuwse Britse cultuur? Hoe organiseer je een samenspraak met twee reeds lang overleden mannen wier cabaretliedjes grotendeels lijken te zijn geschreven als tijdverdrijvend taalspel, als jeux d’esprit? Hoe schrijf je een cabaretliedje nadat pop, rock en rap de spelregels hebben veranderd? Hoe kun je als hedendaagse homoman schrijven in de nabijheid van twee homoseksuelen wier zelfbeeld en seksualiteit volledig gedefinieerd werden in een tijdperk dat heel ver lijkt af te staan van ons eigen tijdperk? Mijn eerste instinctieve impuls was om met mijn eigen stem een scherp contrasterende tekst te schrijven en zo mijn andersheid, mijn ‘modernheid’ te laten gelden. Maar ik heb nooit erg zeker geweten wat precies mijn eigen stem is, en bovendien is mijn scherpe stem niet altijd even productief. Dus ik koos voor een andere benadering. Ik koos ervoor om de confrontatie aan te gaan met Auden door van mijzelf een cel te maken die in hem zou binnendringen en hem van binnenuit zou veroveren. Verscheidene weken sloot ik mezelf op met een uitgave van Audens light verse – zijn ‘pleziergedichten’ – en lardeerde 5
die met potloodaantekeningen over accenten en metrum, over herhaling en variatie van woorden en ontrafelde zo heel precies hoe al deze ‘lichte’ werken waren gemaakt. Toen begon ik van binnenuit te schrijven, in Audens vorm, in zijn rijm en zijn metrum. Ik putte uit mijn eigen ervaring met de liefde, maar plaatste die binnen de onderdrukte en beklemmende gevoeligheden van de jaren 30. Ik streefde er niet zozeer naar een Audenpastiche te maken als wel regelrecht in zijn huid te kruipen en vandaaruit mijn eigen gedachten en gevoelens uit te spreken. Precies die vormen te gebruiken die zelfs in de tijd dat Auden ze gebruikte reeds als vulgair en ouderwets werden beschouwd (en die elke moderne dichter zouden doen blozen) bleek een ongelooflijk strakzittend jasje om te dragen. Maar die strakheid had ook iets erotisch, iets dat mij een stem gaf die niet mijn normale stem is, maar toch nog steeds heel erg voelt als een deel van mij. Tijdens het schrijven heb ik geen van Conor Mitchells zettingen van mijn cabaretteksten of Jamie McDermotts vertolkingen daarvan gehoord, maar ik neem aan dat zij beiden dezelfde ervaring hadden als ik en dat ook zij zich afvroegen of zij de twee oudste en sterkste stemmen in het vertrek – die van W.H. Auden en Benjamin Britten – nu moesten negeren, verleiden, bevechten of ondergraven. Het is dit gesprek met geesten dat wij met de opvoering van Tell Me The Truth About Love aan het publiek zullen laten zien. Mark Ravenhill, april 2013
english Cabaret Songs The year 2013 marks a century since the birth of Benjamin Britten, one of the most popular English composers of the 20th century. What’s more, Britten’s music is a returning constant in the Holland Festival. During the first edition in 1947, both The Rape of Lucretia and Albert Herring were performed and in 1949, his Spring Symphony premiered here. In 2010, the church parable Curlew River was revived and in 2011, the chamber opera The Rape of Lucretia was presented again. Britten and his life companion, tenor Peter Pears, were welcome guests at the festival. This jubilee year, Britten is being represented with a relatively light touch, in a new program revolving around the Cabaret Songs (1937) which he wrote to lyrics by the poet W.H. Auden. The four original songs are being supplemented with eight songs especially written for this program by the Irish composer Conor Mitchell. The world premiere of the expanded Cabaret Songs took place earlier this month at the Aldeburgh Festival – once founded by Britten himself and modelled on the Holland Festival. The old and new Cabaret Songs are not, as is customary, sung by a woman but by a man, namely Jamie McDermott, front man of the theatrical English pop group, The Irrepressibles. This is not without reason: in the period that he composed the Cabaret Songs, Britten met his future life companion, Peter Pears, and the professions of love that he puts in the mouth of the female vocalist allow themselves wonderfully to be reinterpreted as his own. McDermott has a characteristic vocal sound with a warm, dark low register and a rarefied falsetto. His theatrical delivery, complete with rapid tremolo, is at times
reminiscent of Antony Hegarty of Antony and the Johnsons. In 2011, McDermott was the guest of the Holland Festival with his ten-piece band and the programme Human Music Box, a surprising mix of pop and performance with exuberant staging reminiscent of the decadent cabaret in Berlin during the interbellum. Britten (1913-1976) worked often during the 1930s with Auden (1907-1973), with whom he maintained a difficult (love) relationship. Originating over a period of four years, the four Cabaret Songs were written for the English singer Hedli Anderson, whom Britten and Auden knew from the experimental theatre company The Group Theatre. Auden’s lyrics were based on his experiences in Berlin’s frivolous nightlife, and Britten accordingly used an appropriately popular style, with reminiscences of American jazz and Kurt Weill. Even so, not all the songs are light in tone: Funeral Blues is pregnant with doom, seeming to not only lament the breakup of a love affair, but also anticipate the great catastrophe that was in store for Europe. Four other texts that Auden produced were not set to music by Britten. That task was recently taken up by composer Conor Mitchell. Moreover, the English playwright, poet, actor and journalist wrote four new texts for the occasion, also set to music by Mitchell, so that now there are three sets of four songs, moving from past to present. The love affair that is central to the songs, complete with excitement, doubt and sorrow, has gained a new layer in this manner. Delivered in the sultry falsetto of Jamie McDermott, the Cabaret Songs in this updated form are not only entertainment of the highest order, but a subtle commentary on Britain’s relation 6
with Auden, their impending breakup and his awakening love for Peter Pears. In other words, a musical performance full of veiled love letters. Talking To Ghosts How to write something that can be performed alongside Britten and Auden, two of the most distinctive voices and creative forces of British 20th-century cultural life? How to join a party with two long dead men whose cabaret songs seem to have been written largely as a passing jeux d’esprit? How to write a cabaret song after pop, rock and rap have changed the rules of the game? How to write as a contemporary gay man alongside two homosexuals whose entire sense of themselves and their sexuality was defined in an age which seems so very distant from our own? My first instinct was to write lyrics stridently in my own voice, to exert my difference from Auden, my ‘modern-ness’. But I’ve never been very sure exactly what my own voice is and when strident it’s not at its most productive. So I decided on a different approach. To take the fight to Auden, by turning myself into a cell which would invade and conquer him from within. For several weeks I shut myself away with a volume of Auden’s light verse and covered it in pencil markings, working out where stress and rhyme lay, how words were repeated and varied, pulling apart all of these ‘light’ works to see exactly how they’d been made. Then I started to write from within Auden’s forms, his rhymes and stresses. I drew on my own experience of love, but located it within the repressions and anxieties of a 1930s sensibility. My aim was not so much to pastiche Auden as to get right inside his belly and 7
speak my own thoughts and feelings from within him. Using the verse forms which, even at the time that Auden was using them, were considered low-brow and old fashioned (and which would make any modern poet blush) was an incredibly tight jacket to wear. But there was something erotic about that tightness which gave me a voice that’s not quite the one I normally use but still feels very much a part of me. At the time of writing, I haven’t heard any of Conor Mitchell’s settings of my cabaret lyrics or Jamie McDermott’s interpretations of them. But I assume that each of them is having the same experience that I did: questioning whether to ignore, seduce, fight or subvert the two strongest and oldest voices in the room, W.H. Auden and Benjamin Britten. It is that argument with ghosts which we’ll bring to an audience when we perform Tell Me The Truth About Love. Mark Ravenhill, April 2013
8
9
BIOGRAFIEËN Benjamin Britten (1913-1976) was een Engelse componist, pianist en dirigent. Hij wordt wel beschouwd als de grootste Engelse componist sinds Henry Purcell en behoorde tot de meest prominente klassieke componisten van de twintigste eeuw. Britten begon zijn compositiestudie reeds op twaalfjarige leeftijd bij Frank Bridge aan de Gresham’s School in Holt, Norfolk. Dankzij een beurs kon hij vervolgens verder studeren aan het Royal College of Music in Londen bij John Ireland (compositie) en Arthur Benjamin (piano); een plan om in Wenen bij Webern en Berg te gaan studeren, ging tot zijn spijt niet door. Niettemin oogstte hij al met zijn vroege werken groot succes en kwam zijn doorbraak met Variations on a theme of Frank Bridge, dat zijn première beleefde op het Salzburg Festival in 1937. Op grond van zijn volgende composities, met name Sinfonia da Requiem en Serenade, werd hem een leidende rol in de wereld van de Britse klassieke muziek toegedicht. In 1945 volgde de première van zijn tweede opera Peter Grimes, waarmee hij definitief erkenning kreeg. Van 1939 tot 1942 woonde Britten in de Verenigde Staten en bij terugkomst vestigde hij zich in het Engelse kustplaatsje Aldeburgh. In 1947 trad hij met zijn English Opera Group op in het allereerste Holland Festival, waarna hij in 1948 het inmiddels wereldberoemde Aldeburgh Festival oprichtte. Britten schreef veel werken voor zijn partner, de tenor Peter Pears, en wordt gezien als een van de grootste componisten van vocale muziek in de muziekgeschiedenis. Voor zijn
ontwikkeling op dit vlak was ook de samenwerking met de Engelse dichter W. H. Auden van groot belang. Andere bekende werken van Britten zijn onder andere The Young Person’s Guide to the Orchestra, A Midsummer Night’s Dream op tekst van Shakespeare, Death in Venice en het War Requiem. Daarnaast componeerde hij ook veel filmmuziek. In het jaar van zijn dood, 1976, werd hij in de adelstand verheven. Conor Mitchell is een Ierse componist en schrijver. Hij componeert hoofdzakelijk vocale muziek, zoals opera en liederen. In 2009 schreef Mitchell in opdracht van het Royal National Theatre het toneelstuk The dummy tree. Hij werkte verschillende keren samen met schrijver Mark Ravenhill; samen maakten zij de opera Intolerance voor de Spark Opera Company Belfast (2010), de bekroonde liederencyclus Ten plagues voor Marc Almond (2011), het koorwerk Shadow time voor het London Gay Men’s Chorus (2012) en de opera Our day voor de Northern Ireland Opera (2012). Mitchell was ‘writer in residence’ bij de London Academy of Music and Dramatic Art en ‘artist in residence’ bij het Metropolitan Arts Centre in Belfast. Zijn werk werd tweemaal onderscheiden met de prestigieuze Fringe First Award van The Scotsman, voor voorstellingen in het Edinburgh Festival Fringe. Ook won hij de Best Score Award van het New York Musical Theatre Festival, de Stiles and Drewe Song Writers Award en de Arts Foundation Fellowship Award for Composition. De dichter en essayist Wystan Hugh Auden (1907-1973) geldt
10
als een van de grootste schrijvers van de vorige eeuw. Hij werd geboren in de Engelse stad York, maar werd in 1946 Amerikaans staatsburger. Auden studeerde Engelse literatuur aan Christ Church College aan de universiteit van Oxford. Na zijn studie woonde hij een jaar in Berlijn, waar hij openlijk kon uitkomen voor zijn homoseksualiteit. Zijn eerste bundel, Poems, verscheen in 1928. Zijn vroege gedichten waren dramatisch van toon en vestigden hem als een gezaghebbende, linksgeoriënteerde politieke dichter. In 1935 ontmoette hij Benjamin Britten, met wie hij samenwerkte aan toneelstukken, liederencycli en een operalibretto. Datzelfde jaar trouwde Auden met Erika Mann, de dochter van Thomas Mann, om haar van een Engels paspoort te voorzien. Ze leefden niet samen, maar zijn nooit gescheiden. In 1939 emigreerde Auden met zijn vriend Christopher Isherwood naar Amerika, waar hij zich begon toe te leggen op religieuze en ethische thema’s. In New York ontmoette hij de dichter Chester Kallman, die zijn levenspartner werd. In New York werkte hij met onder anderen Igor Stravinsky, Hans Werner Henze en Nicolas Nabokov. Voor het lange gedicht The age of anxiety (1947) ontving hij in 1948 de Pulitzerprijs. Van 1956 tot 1961 was Auden professor in de poëzie in Oxford, waar hij per jaar drie colleges gaf. In de laatste jaren van zijn leven woonde hij een deel van het jaar in Oostenrijk. Hij stierf in 1973 in Wenen. In het Engelse taalgebied genieten verschillende gedichten van Auden brede bekendheid. In de film Four weddings and a funeral uit 1994 wordt bij de begrafenis het gedicht Funeral Blues ge-
citeerd, met de beroemde openingsregel “Stop all the clocks”. Mark Ravenhill is een internationaal gevierd toneelschrijver, wiens eerste avondvullende toneelstuk Shopping and Fucking in 1996 werd opgevoerd in het Londense Royal Court Theatre Upstairs. Andere toneelstukken van hem zijn onder meer Mother Clap’s Molly House (National Theatre, Londen, 2001); Product (Traverse Theatre, Edinburgh, 2005); The Cut (Donmar Warehouse, Londen, 2006); Citizenship (National Theatre, Londen, 2006); pool (no water) (Lyric Hammersmith, Londen, 2006); Shoot/Get Treasure/ Repeat (Edinburgh Festival, 2007); Over There (Royal Court, Londen / Schaubühne, Berlijn, 2009); A Life in Three Acts, geschreven en uitgevoerd samen met Bette Bourne (Traverse Theatre, Edinburgh, 2009); Nation, een toneelbewerking van de gelijknamige roman van Terry Pratchett (National Theatre, Londen, 2009); Ghost Story (voor de reeks ‘Playhouse: Live’ van de Britse zender Sky Arts, 2010); Ten Plagues, een liederencyclus met muziek van Conor Mitchell (Traverse Theatre, Edinburgh, 2011) en tenslotte nieuwe Engelse versies van The Coronation of Poppea, (OperaUpClose, Kings Head Theatre, Londen, 2011) en van The Life of Galileo, (Royal Shakespeare Company, 2013). Mark is momenteel Writer in Residence bij de RSC, en zijn op Voltaire’s Candide geïnspireerde toneelstuk zal in augustus van dit jaar worden opgevoerd in het Swan Theatre. Mark werkt momenteel ook aan een nieuw libretto voor de Noorse Nationale Opera.
Jamie McDermott is een Britse musicus en kunstenaar, geboren in Yorkshire, en vooral bekend als leadzanger en gitarist van The Irrepressibles. Hij overschrijdt graag grenzen tussen pop en eigentijdse klassieke muziek. McDermott staat bekend om zijn karakteristieke zangstijl, waarin hij elementen van de crooner en de countertenor verenigt. McDermott richtte het tienkoppige artpopgezelschap The Irrepressibles op in 2002. De groep wordt vaak vergeleken met David Bowie, Kate Bush, Antony and the Johnsons en de Bonzo Dog Doo-Dah Band. De Britse krant Sunday Times omschreef de groep als “an enchantingly theatrical pop extravaganza.” Met The Irrepressibles heeft McDermott twee albums opgenomen, Mirror Mirror (2010) en Nude (2012), en opgetreden in onder meer het South Bank Centre en de Barbican Hall. In 2005 richtte McDermott het collectief Conversations with Sound op, een internationaal vocaal ensemble dat met geïmproviseerde performances interventies pleegt in de publieke ruimte, bijvoorbeeld in een metrostation. In 2009 ontwikkelden zij voor de Grimeborn Opera het werk Opera of Surveillance, waarvan in januari 2013 een uitgebreide versie werd uitgevoerd in Kings Place in Londen. In 2012 vertolkte McDermott een van de hoofdrollen in de kameropera Star-shaped biscuit van componist en librettist David Toop. Ook zong hij een van de Pierrots in een speciale uitvoering van Pierrot lunaire van Schönberg in een Nonclassical Event van Gabriel Prokofiev, ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het werk. In 2011 was
11
hij met The Irrepressibles in het Holland Festival te gast met de voorstelling Human Music Box. Stephen Higgings dirigeerde bij de English National Opera eerder Die Zauberflöte, Duchess of Malfi (van Torsten Rasch) en Doctor Dee (van Damon Albarn). Hij is artistiek leider van CoOpera Co en werkte recentelijk met het Royal Philharmonic Orchestra, het Philharmonia Orchestra en het London Philharmonic Orchestra. Hij was dirigent bij een reeks optredens van tenor Alfie Boe en dirigeerde in Londen gedurende zes maanden The Phantom of the Opera. Voor het televisieprogramma Maestro at the Opera op bbc2 was hij dirigentencoach, en hij verzorgde voor diverse films en documentaires van de bbc en Film 4 de muziek. Hij was artistiek leider van het Batignano-festival in Italië en het festival Opera Faber in Portugal, en dirigeerde registraties voor emi en voor uitzendingen van bbc radio 3. Voor de nabije toekomst staan premières bij het Aldeburgh festival gepland, alsmede een nieuwe l’Elisir d’amore voor Holland Park.
english BIOGRaphies Benjamin Britten (1913-1976) was an English composer, pianist and conductor. He is regarded as the greatest English composer since Henry Purcell and was one of the most prominent classical composers of the twentieth century. Britten started his studies in composition at the early age of 12 with Frank Bridge at Gresham’s School in Holt, Norfolk. With the help of a grant he was allowed to continue his studies at the Royal College of Music in London with John Ireland (composition) and Arthur Benjamin (piano). Unfortunately, his plan to study in Vienna with Webern and Berg did not materialise. Nevertheless his early works already proved very successful and in 1937 he had his major breakthrough with Variations on a theme of Frank Bridge, which premiered at the Salzburg Festival. On the grounds of the compositions which followed this, especially Sinfonia da Requiem and Serenade, Britten was perceived as playing a leading role in the world of British classical music. In 1945 his second opera Peter Grimes premiered, which firmly established him in this role. From 1939 until 1942 Britten lived in the United States. On his return he settled in the English village of Aldeburgh. In 1947 he performed with his English Opera Group at the first ever Holland Festival. A year later, in 1948, he founded the now world famous Aldeburgh Festival in his home village. Britten wrote many works for his partner, the tenor Peter Pears, and is regarded as one of the greatest composers of vocal music in the history of
music. His collaborations with the poet W.H. Auden were of great importance to his development in this field. Other famous works by Britten include The Young Person’s Guide to the Orchestra, A Midsummer Night’s Dream set to text by Shakespeare, Death in Venice and the War Requiem. He also composed a lot of film music. In the year he died, 1976, he was given a peerage. Conor Mitchell is an Irish composer and writer. He composes mainly vocal music, such as opera and songs. In 2009 he wrote the play The dummy tree, commissioned by the Royal National Theatre. He has regularly worked together with the writer Mark Ravenhill; they collaborated on the opera Intolerance for the Spark Opera Company Belfast (2010), the award winning song cycle Ten plagues for Marc Almond (2011), the choral work Shadow time for the London Gay Men’s Chorus (2012) and the opera Our day for the Northern Ireland Opera (2012). Mitchell was writer in residence at the London Academy of Music and Dramatic Art and artist in residence at the Metropolitan Arts Centre in Belfast. He has twice received the Scotsman’s prestigious Fringe First Award for performances at the Edinburgh Festival Fringe. He also won Best Score Award at the New York Musical Theatre Festival, the Stiles and Drewe Song Writers Award and the Arts Foundation Fellowship Award for Composition. The poet and essayist Wystan Hugh Auden (1907-1973) is considered to be one of the greatest writers of the last century.
12
He was born in the English city of York; in 1946 he became an American citizen. Auden studied English literature at Christ Church, Oxford. After his studies he lived in Berlin for a year, where he was able to be openly homosexual. His first collection, Poems, was published in 1928. His early poems were written in a dramatic tone and established his reputation as a prominent, left-wing political poet. In 1935 he met Benjamin Britten, whom he collaborated with on plays, song cycles and an opera libretto. That same year he married Erika Mann, the daughter of Thomas Mann, in order to get her a British passport. They did not live together, but never got divorced. In 1939, Auden emigrated to America with his friend Christopher Isherwood, where he began to concentrate on religious and ethical themes. In New York he met the poet Chester Kallman, who became his life partner. In New York he worked with artists including Igor Stravinsky, Hans Werner Henze and Nicolas Nabokov. In 1948 he won the Pulitzer Prize for his long poem The age of anxiety (1947). From 1956 to 1961 Auden was professor of poetry at Oxford, where he lectured three times a year. During the last years of his life he spent his summers in Austria. He died in 1973 in Vienna. In Anglo-Saxon countries many of Auden’s poems are widely known. In the 1994 film Four weddings and a funeral his poem Funeral Blues is read out in the funeral scene, featuring the famous opening line “Stop all the clocks”. Mark Ravenhill is an internationally acclaimed playwright whose first full-length
play, Shopping and Fucking, opened at the Royal Court Theatre Upstairs in 1996. His plays include Mother Clap’s Molly House (National Theatre, 2001); Product (Traverse Theatre, Edinburgh, 2005); The Cut (Donmar Warehouse, London, 2006); Citizenship (National Theatre, 2006); pool (no water) (Lyric Hammersmith, 2006); Shoot/ Get Treasure/Repeat (Edinburgh Festival, 2007); Over There (Royal Court / Schaubühne, Berlin, 2009); A Life in Three Acts cowritten and performed with Bette Bourne (Traverse Theatre, Edinburgh 2009); Nation adapted from the Terry Pratchett novel (National Theatre, 2009); Ghost Story (Playhouse: Live, Sky Arts 2010); Ten Plagues, a song cycle with music by Conor Mitchell (Traverse Theatre 2011); The Coronation of Poppea a new English version (OperaUpClose, Kings Head Theatre, 2011) and new English version of The Life of Galileo (Royal Shakespeare Company, 2013). Mark is currently Writer in Residence at the RSC, his play inspired by Voltaire’s Candide will open at the Swan Theatre this August. Mark is also writing a new libretto for the Norwegian National Opera. Jamie McDermott is a British musician and artist. The Yorkshire born McDermott is the lead singer and guitarist of the Irrepressibles. He is known for his characteristic style of singing, in which he combines the crooner with the countertenor, and is interested in blurring the boundaries between popular and contemporary classical music. He formed the ten strong art pop band The Irrepressibles in 2002. The band is often compared to
David Bowie, Kate Bush, Antony & the Johnsons and the Bonzo Dog Doo-Dah Band. The British Sunday Times described the band as “an enchantingly theatrical pop extravaganza.” McDermott recorded two albums with The Irrepressibles, Mirror Mirror (2010) and Nude (2012). The band has performed at the South Bank Centre, the Barbican Hall and many other top venues. In 2005 McDermott formed the collective Conversations with Sound, an international vocal ensemble which makes intervention art with improvised performances in public spaces, for instance an underground station. In 2009 they created the Opera of Surveillance for the Grimeborn opera, of which an extended version was performed at King’s Place in London in January 2013. In 2012 McDermott sang one of the leads in the chamber opera Star-shaped biscuit by composer and librettist David Toop. He also sang one of the Pierrots in a special performance of Schönberg’s Pierrot lunaire in a Nonclassical event by Gabriel Prokofiev, on the occasion of the work’s centenary. In 2011 he visited the Holland Festival with The Irrepressibles for a performance of their show Human Music Box. Stephen Higgins conducted The Magic Flute, Duchess of Malfi, (Torsten Rasch) and Doctor Dee (Damon Albarn) for English National Opera. He is music director for Co-Opera Co and has worked recently with the Royal Philharmonic Orchestra, Philharmonia and London Philharmonic Orchestra. He was music director for Alfie Boe and conducted Phantom of the Opera
13
in London for six months. For TV he was conducting coach for Maestro at the Opera for bbc2 and has worked as music supervisor for films and documentaries for bbc and Film 4. He was music director for the Batignano festival in Italy and opera Faber in Portugal. Higgins has recorded for emi and broadcast on bbc radio 3 regularly. Future projects include premieres at Aldeburgh Festival and a new l’Elisir d’amore for Holland Park.
HOLLAND FESTIVAL 2013 directie Pierre Audi, artistiek directeur Annet Lekkerkerker, zakelijk directeur bestuur Martijn Sanders, voorzitter Renze Hasper, penningmeester Marjet van Zuijlen, secretaris Mavis Carrilho Joachim Fleury Ben Noteboom Het programma van het Holland Festival kan alleen tot stand komen door subsidies, bijdragen van sponsors en fondsen en door de gewaardeerde steun van u, ons publiek. subsidiënten Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Gemeente Amsterdam Europese Commissie Programma Cultuur (2007-2013) Het Holland Festival is lid van Réseau Varèse, Europees netwerk voor de creatie en promotie van nieuwe muziek, gesubsidieerd door het Culturele Programma van de Europese Commissie. hoofdbegunstiger SNS REAAL Fonds sponsors en fondsen Rabobank Amsterdam, Stichting Ammodo, Clifford Chance LLP, DoubleTree by Hilton, Westergasfabriek/ MeyerBergman, Automobielbedrijf Van Vloten, Turing Foundation, Stichting Dioraphte, VSBfonds, Stichting Herdenking
Slavernijverleden 2013, The Brook Foundation, Fonds Podiumkunsten, Prins Claus Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Pro Helvetia, Goethe Institut, Institut Français France, Institut Français des Pays-Bas, Réseau Varèse hf business Beam Systems, De Nederlandsche Bank N.V., G&S Vastgoed, ING Groep, Schut van de Ven Notariskantoor, Ten Have Change Management, WPG Uitgevers B.V. mediapartners NTR, VPRO donaties De genereuze, meerjarige verbintenis van de Governors is van groot belang voor de internatio nale programmering van het Holland Festival, met name de internationale coproducties. Ook de belangrijke bijdrage van de Vrienden van het Holland Festival en HF Business komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering. governors G.J. van den Bergh en C. van den Bergh-Raat, R.F. van den Bergh, W.L.J. Bröcker, J. van den Broek, Jeroen Fleming, J. Fleury, V. Halberstadt, H.J. ten Have en G.C. de Rooij, J. Kat en B. Johnson, Irina en Marcel van Poecke, Ton en Maya MeijerBergmans, Sijbolt Noorda en Mieke van der Weij, Robert Jan en Mélanie van OgtropQuintus, Françoise van Rappard-Wanninkhof, A. Ruys en M. Ruys-van Haaften, M. Sanders, A.N. Stoop en S. Hazelhoff, Tom de Swaan, S. Tóth, Elise Wessels-van
14
Houdt, H. Wolfert en M. Brinkman hartsvrienden S. van Delft-Vroom, H. Doek, W.M.M. van Ierschot, K. Kohlstrand, J. en M. KuiperGerlach, M. Plotnitsky, P. Voorsmit, P. van Welzen en C. Lafeber beschermers Lodewijk Baljon en Ineke Hellingman, A. van de Beek en S. van Basten Batenburg, S. Brada, Frans en Dorry Cladder-van Haersolte, Kommer en Josien Damen, J. Docter en E. van Luijk, H. Doek, L. Dommering-van Rongen, E. Flores d’Arcais, E. Granpré Moliere, E.H. Horlings, J. Houwert, Luuk H. Karsten, R. Katwijk, R. Kupers en H. van Eeghen, J. Lauret, A. van der Linden-Taverne, H. en I. Lindenbergh-Sluis, F. Mulder, G. van Oenen, H. Pinkster, H. Sauerwein, R. van Schaik en W. Rutten, K. Tschenett, P. Wakkie, R.R. Walstra, A. van Wassenaer, T. Winkelman, O.L.O. en Tineke de Witt Wijnen-Jansen Schoonhoven begunstigers M. Beekman, I. van den Bercken, E. Blankenburg, Co Bleeker, A. Boelee, K. de Bok, Jan Bouws, E. Bracht, G. Bromberger, D. de Bruijn, M. Daamen, J. Dekker, J. Drupsteen, Chr. van Eeghen, J. van der Ende, Ch. Engeler, E. Eshuis, E. Goossens-Post, E. de GraaffVan Meeteren, D. Grobbe, J. Haalebos, J. Hennephof, M. Henriques de Castro, G. van Heteren, L.D.M.E. van Heteren, B. van Heugten, S. Hodes, Herma Hofmeijer,
R. Hoogendijk, J. Hopman, A. Huijser, E. Hummelen, G. van der Hulst, P. Jochems, Jan de Kater, J. Keukens, A. Ladan, M. Le Poole, M. Leenaers, K. Leering, T. Liefaard, A. Ligeon, T. Lodder, D. van der Meer, E. van der Meer-Blok, A. MeesLubberman, A. de Meijere, J. Melkert, E. Merkx, A. Nieuwenhuizen, R. Nieuwpoort, La Nube, Kay Bing Oen, B. Oremus, E. Overkamp en A. Verhoog, C. van de Poppe, P. Price, E. van de Putte, F. Racké, S. van de Ree, Wessel Reinink, Thecla Renders, L.M. Remarque-Van Toorn, M. Robben, B. Robbers, A. Schneider, H. Schnitzler, G. Scholten, C. Schoorl, E. Schreve-Brinkman, C.W.M. Schunck, P. Smit, G. Smits, I. Snelleman, A. Sonnen, C. Teulings, H. Tjeenk Willink, I. Tjoa, H.B. van der Veen, R. Verhoeff, C. van der Vlies, F. VoorsluisSpanhoff, A. Vreugdenhil, W. Vroom, A. Wertheim, M. Willekens, M. van Wulfften Palthe, M. Yazdanbakhsh, P. van der Zant, P. van Zwieten en N. Aarnink jonge begunstigers Kai Ament, J.A. de Groot, G. Schunselaar, David van Traa, H. Verhagen, Vivian van der Weide, M. van Zijll Langhout anonieme schenkers Ook dankt het Holland Festival anonieme schenkers. liefhebbers Het Holland Festival dankt 646 Liefhebbers voor hun steun en bijdrage.
Het Holland Festival heeft ook uw steun nodig: word Vriend
van het festival verwelkomen we u graag op speciale gelegenheden en geven we u een blik achter de schermen.
Help mee de bijzondere programmering mogelijk te maken. Dan maakt ook u het Holland Festival!
geefwet Sinds 1 januari 2012 is het nog aantrekkelijker om het Holland Festival te steunen vanwege de Geefwet die tot 1 januari 2018 van kracht is. De Geefwet houdt in dat giften aan culturele ANBI’s met 25% verhoogd mogen worden tot een maximum aan schenkingen van € 5.000 per jaar. Schenkt u meer dan € 5.000, dan kunt u het resterende bedrag voor het reguliere percentage (100%) aftrekken van de inkomstenbelasting. De voordelen van de Geefwet gelden voor alle belastingplichtigen (particulieren en bedrijven) en zijn van toepassing op zowel eenmalige als periodieke schenkingen.
liefhebber (vanaf € 45 per jaar) U ontvangt dit programmaboek gratis, u krijgt voorrang bij de kaartverkoop en korting op tickets. begunstiger (vanaf € 250 per jaar of € 21 per maand) Uw bijdrage komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering van het Holland Festival. Als Begunstiger heeft u recht op vrijkaarten en andere aantrekkelijke privileges. jonge begunstiger (vanaf € 250 per jaar of € 21 per maand) Voor Jonge Begunstigers selecteren we drie voorstellingen die je niet mag missen. We organiseren ontvangsten waar je andere Jonge Begunstigers, maar ook kunstenaars en Governors van het Holland Festival ontmoet. beschermer (vanaf € 1.500 per jaar of € 125 per maand) Als dank voor uw aanzienlijke bijdrage aan de internationale programmering van het Holland Festival ontvangt u een uitnodiging voor de openingsvoorstelling en voor exclusieve bijeenkomsten, naast vrijkaarten en andere privileges. hartsvriend (vanaf € 5.000 per jaar) Als Hartsvriend van het Holland Festival nodigen we u uit om dichter bij de makers te komen. Met gelijkgestemden en gasten
15
voordeel van een periodieke schenking Een eenmalige gift is beperkt aftrekbaar voor de belasting. Het totaal van de giften op jaarbasis dient hoger te zijn dan 1% (drempel) en kan tot maximaal 10% (plafond) van het inkomen worden afgetrokken. Een periodieke gift is een gift waarbij voor een periode van ten minste vijf opeenvolgende jaren een gelijke uitkering wordt gedaan, vastgelegd in een periodieke akte. De gift is volledig aftrekbaar zonder aftrekdrempel of aftrekplafond. Wilt u ook Vriend van het Holland Festival worden? Ga voor meer informatie en een aanmeldformulier naar www.hollandfestival.nl/ steun HF / hfvrienden of neem vrijblijvend contact op Leonie Kruizenga, hoofd development op 020 – 788 21 18.
colofon / colophon
meer muziek / more music
Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze
Holland Festival Piet Heinkade 5 1019 BR Amsterdam tel. +31 (0)20 – 7882100 fax +31 (0)20 – 7882102
[email protected] www.hollandfestival.nl tekst / text Joep Stapel, Mark Ravenhill vertaling / translation Margriet Agricola, Jane Bemont eindredactie en opmaak / editorial and lay-out Holland Festival ontwerp omslag / design cover Maureen Mooren druk / printing Tuijtel, HardinxveldGiessendam
publicatie ligt uitsluitend bij de auteur;
The Gloaming do 20 juni Thu 20 June Bimhuis
de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. / This project has been funded with support
Licht op de langste dag Régis Campo, Pascal Dusapin, Misato Mochizuki, Matijs de Roo, Radio Kamer Filharmonie vr 21 juni Fri 21 June Muziekgebouw aan ’t IJ
from the European Commission. This publication reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.
Mahlerlieder Gustav Mahler, Franui za 22 juni Sat 22 June Muziekgebouw aan 't IJ
© Holland Festival, 2013 Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Holland Festival. No part of this publication may be reproduced and/or published by any means whatsoever without the prior written permission of the Holland Festival.
16