®
BUSINESS
NATIONAAL
T H E M A
‘Een strikte scheiding tussen de core business van organisaties en facility management wil ik niet maken. Het zijn geen twee op zichzelf staande grootheden, maar ze grijpen naadloos in elkaar. Facility management is een bedrijfskundig proces en daarmee bepalend voor de primaire activiteiten,’ aldus ir. Mark-Erik Nota. Als enige lector Facility Management (FM) in Nederland heeft hij een duidelijke visie op het vakgebied, de trends en de kansen in FM.
Trends in facility management
VERZAKELIJKING VERSUS BELEVING e beste facility manager is degene die de meeste toegevoegde waarde levert aan het primaire proces, niet de grootste bezuiniger,’ zegt Mark-Erik Nota. ‘In de huidige laagconjunctuur is echter duidelijk sprake van een druk op de kosten.Als FM-er kun je het door de bezuinigingen op ondersteunende diensten en investeringen dan behoorlijk lastig krijgen. Aan de andere kant worden steeds meer eisen gesteld aan de kwaliteit van FM. Kortom, men wil meer voor minder geld. Dit geeft je natuurlijk wel de mogelijkheid om te bewijzen dat een facilitaire organisatie niet alleen op professionele en flexibele wijze kan meedraaien, maar vooral ook oplossingen kan bieden in termen van efficiencyverhoging, werkplekverbetering et cetera. De FM-er moet dus zijn meerwaarde aantonen; daarbij wordt een beroep gedaan op zijn flexibiliteit, communicatievaardigheid en innovatiekracht.’
‘D
Veelzijdige rollen Facility Management maakt een sterke professionalisering door en opleidingen passen hun beleid hierop aan. Eind vorig jaar werd Mark-Erik Nota benoemd tot lector met als opdracht een kenniskring te formeren, waaruit gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek wordt geïnitieerd. Nota is verbonden aan een consortium van vier hogescholen, die samen een innovatieplatform vormen op het gebied van FM: Saxion Hogeschool Deventer, Academie Diedenoort Hogeschool Arnhem/Nijmegen en Utrecht/Amersfoort en Hogeschool Zuyd. Binnen deze opleidingen studeren op dit moment circa 3.000 studenten voor hun Bachelor en 80 voor hun Master of science, een universitaire opleiding. FM-ers bekleden veelzijdige rollen binnen een organisatie. Ze zijn vaak op tactisch-strategisch niveau verantwoordelijk voor de ondersteuning van het primaire proces. In veel gevallen worden zij tevens
BUSINESS Nationaal ● Landelijk katern van de regionale zakenmagazines Postbus 14101, 3508 SE Utrecht, Mecklenburglaan 16, 3581 NW Utrecht Telefoon (030) 2512818; fax (030) 2512819; e-mail
[email protected]; www.business-nationaal.nl
● Eindredactie: Hans Hajée ● Medewerkers: Arie Craanen, Hans Hooft, Cees Louwers, Ferdinand Pronk, Mart Rienstra, Tony Vos ● Advertentieacquisitie: BPN, telefoon 030 - 2512818 ● Vormgeving: bpMedia+Design, Tilburg Copyrights: Het auteursrecht op de in Business verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden.
N A T I O N A A L
1
T H E M A actief betrokken bij strategische keuzes. Het toekomstperspectief van deze managers bestaat daarom niet alleen uit een functie binnen de facilitaire organisatie. De overstap naar een managementpositie binnen het primaire proces ligt alleszins in het verschiet.Voorwaarde is wel, dat de FM-er tijdens en na zijn opleiding niet alleen vakkennis, maar ook bedrijfskundige inzichten verbreedt en verdiept. Appels en peren Volgens Nota worden steeds meer primaire zaken als FM-aangelegenheden beschouwd, zoals administratie en personeelszaken. Deze managementdisciplines zijn in sommige gevallen nog ondersteunend c.q. faciliterend, in andere gevallen zijn het primaire bestuurlijke aandachtsvelden. ‘Een definitie van FM is dan ook erg lastig te geven. Het vak ontleent zijn meerwaarde aan het analyseren van het primaire proces. Juist het bepalen en meten van de output, de kwaliteit van FM, vormt een van de meest belangrijke ontwikkelingen van dit moment. Hiertoe zijn al heel wat benchmarks ontwikkeld, die echter geen van allen een schot in de roos waren.Te vaak werden appels met peren vergeleken. FM is sterk brancheafhankelijk; wat voor het bedrijfsleven geldt, kan in de gezondheidszorg weer heel anders zijn.’ Door de invoering van de NEN-2748 is meer transparantie gekomen in de kwali-
teit van FM binnen bedrijven. Deze norm definieert alle facilitaire voorzieningen en normaliseert de rubricering ervan. Hierdoor wordt een basis gelegd voor het genereren van relevante informatie, zodat facilitaire kosten uniform kunnen worden vergeleken. In NEN2748 worden activiteiten, processen en diensten gerubriceerd naar functies als huisvesting (huur, onderhoud en renova-
B O U W E N VO O R D E E E U W I G H E I D I S PA S S É tie) en interne diensten en middelen (zoals schoonmaak, catering en werkplekinrichting). Verdere onderverdeling vindt plaats naar de functies ICT (infrastructuur en software), externe voorzieningen (denk aan vergaderaccommodaties, lease-auto’s en reizen) en last but not least facility management, ofwel de integrale sturing van de eerder genoemde functies. Index In mei van dit jaar werd de ‘1e Netherlands Facilitymanagement Cost’ (NFC) Index gepresenteerd. Hiermee wordt de trend van de gerealiseerde kostenontwikkeling van de facilitaire voorzieningen
SPECIFICATIE NFC INDEX® 2003 OP FUNCTIENIVEAU.
Functie 1. Huisvestiging; 2. Diensten en middelen 3. ICT 4. Externe Voorzieningen (excl. leaseauto’s) 5. Facility Management Totaal
Mediaan € 4.368 € 2.577 € 4.200 € 587 € 625 € 12.357
(bedragen in euro per jaar per werkweek, exclusief BTW) De Netherlands Facilitymanagement Cost (NFC) Index biedt objectieve en actuele ijkpunten voor de ontwikkeling van de facilitaire kosten. De NFC Index 2003, kantoren® is vastgesteld op € 12.357 per werkplek. (zie ook www.nfcindex.nl)
2
B U S I N E S S
gekwantificeerd. De facilitaire kostenindex geeft per werkplek de gemiddelde marktconforme kosten weer voor kantoren en de daarmee samenhangende diensten. Zo vormt de index een belangrijke benchmark, die objectieve en actuele ijkpunten oplevert voor de ontwikkeling van de facilitaire kosten (zie ook de tabel op deze pagina). Volgens Mark-Erik Nota verzakelijkt FM meer en meer. Dat komt niet alleen tot uitdrukking in de behoefte aan benchmarks als cijfermatig referentiekader. Kwaliteit wordt ook vastgelegd in zogeheten service level agreements, ofwel SLA’s. Zo’n overeenkomst formaliseert de afspraken tussen de klant - een eindgebruiker of hoofdaannemer - en de leverancier. Een SLA is een onmisbaar controle-instrument bij het uitbesteden van diensten.Veel organisaties willen zich immers in economisch mindere tijden volledig kunnen concentreren op marktkansen en de handen vrij hebben voor kernactiviteiten. Met het oog op efficiency en kostenbesparing besteedt men dan ook veel facilitaire diensten uit. Een andere actuele ontwikkeling is het zogenaamde ‘maincontracting’. Hierbij worden alle faciliteiten integraal uitbesteed aan één externe partij, die verantwoordelijk is voor aansturing, planning, het afsluiten van contracten en de kwaliteit- en kostenbewaking. Vaak werkt de maincontractor voor meer organisaties en kan zo schaalvoordelen behalen en gunstige inkoopvoorwaarden bedingen. Voor de opdrachtgever levert maincontracting niet alleen gemak op, maar zorgt tevens voor een verhoging van de facilitaire kwaliteit en vaak een verlaging van de kosten. ‘Al deze zaken komen zeker niet alleen voort uit bezuinigingsdrift,’ zegt Nota. ‘Binnen FM streeft men voortdurend naar meer efficiency en hogere kwaliteit. Een nieuw organisatieconcept dat hiervoor wordt toegepast, is het zogenaamde ‘shared service center’; binnen een grotere organisatie levert deze vergelijkbare diensten aan verschillende bedrijfsonderdelen. Denk hierbij aan een call center, een ICT-centrum of een inkoopafdeling. Deze shared service centers moeten door centralisatie vooral een hogere kwaliteit en efficiencygraad opleveren. Dit werkt uitstekend met behoud van de decentralisatievoordelen van andere business units.’
T H E M A Kwaliteit is volgens Nota minstens zo belangrijk als kostenbesparing. ‘Überhaupt zie je ook een trend, tegengesteld aan de verzakelijking, waarbij de zachte kant van FM in toenemende mate weer op waarde wordt geschat. Was en is bezuiniging bijvoorbeeld troef in het onderwijs, nu klagen vooral steeds meer ouders over erbarmelijke hygiënische omstandigheden op de scholen en hoor je vooral weer de roep om kwaliteitsverbetering.’ Beleving Ook vanuit het perspectief van de gebruiker verandert het facilitaire eisenpakket. Er worden niet alleen eisen gesteld ten aanzien van de kwaliteit van de geboden faciliteiten, maar vooral ook als het gaat om de vorm waarin ze worden aangeboden. De beleving van de dienst speelt een belangrijke rol; de vraag naar facilitaire meerwaarde stijgt navenant. ‘Organisaties en bedrijven investeren om door middel van emoties en een unieke belevenis meerwaarde aan hun product toe te voegen. In de bejaardenzorg zie je bijvoorbeeld dat restaurants in de stijl van de 50-er jaren worden ingericht. Zelfs het bedienend personeel is in aangepaste kleding gestoken. Maar ook bedrijven houden in hun performance en huisvesting rekening met deze trends. Denk aan de ING Bank, die kiest voor de uitstraling van een internetcafé om haar diensten aan te bieden.’ Volgens Nota is de roep om creativiteit en innovatiedrift binnen FM dan ook groot. ‘De werkomgeving wordt steeds meer flexibel en mobiel. Draadloze technologie en snelle dataoverdracht maken
DE EEN ZIJN DOOD IS DE ANDER ZIJN BROOD de mens los van zijn werkplek en flexibele werkplaatsen zorgen voor diversiteit. Maatschappelijke gebeurtenissen hebben invloed op het primaire proces en dus ook op de secundaire activiteiten van een onderneming. De FM-er moet continu alert zijn op gebeurtenissen in de samenleving en hier creatief en innovatief
op inspelen. Neem de grote leegstand van kantoorruimte. De oplossing voor dit probleem moet je zoeken in een creatief, multifunctioneel gebruik van deze ruimten. Zo zie je scholen hun intrek nemen in voormalige kantoren van verzekeringsmaatschappijen en worden bedrijfsgebouwen omgetoverd tot studentenhuisvesting. Bouwen voor de eeuwigheid is passé. Daarom wordt bij nieuwbouw tegenwoordig soms rekening gehouden met toekomstige, wellicht compleet andere of gecombineerde bestemmingen. Ook dat is duurzaamheid.’ Rooskleurig De lector noemt een aantal punten uit de recente Miljoenennota, waarmee de FM-er rekening moet houden en vooral zijn voordeel kan doen. De solidariteit van de jeugd met ouderen bijvoorbeeld; deze creëert draagvlak en kansen voor de ontwikkeling van een facilitaire groeimarkt, gericht op senioren. Ook de toekomstige arbeidsmarkt op FM-gebied ziet er hoopgevend uit.Veel werkloosheid bij een grote groep laag opgeleide Nederlanders levert potentieel voor de nog steeds groeiende vraag naar minder geschoolde arbeidskrachten in de servicesector. Ook ouderen zullen langer moeten doorwerken. Voor de dienstverlenende sector is dit een interessante, ervaren groep potentiële medewerkers. ‘Deze tijd van recessie en bezuinigingen biedt goede uitgangspunten voor de toekomst van ons vak. In het bedrijfsleven worden uit het oogpunt van besparingen op personele kosten CAO’s geherdefinieerd en arbeidscontracten opengebroken, om medewerkers in nieuwe functiewaarderingen te krijgen. Er zal daardoor veel werkgelegenheid in dienstverlenende sectoren worden gecreëerd. Door bezuinigingen aan de ene kant creëert men zo budget voor kwaliteitsverbeteringen aan de FM-kant. De een zijn dood is de ander zijn brood,’ concludeert Nota. Voor zijn vakgebied voorziet hij dan ook een rooskleurige toekomst, zowel in het bedrijfsleven als in de non-profit en zorgsector. ‘De voordelen van een efficiënt gevoerd facility management zijn zeker niet alleen weggelegd voor een paar grote ondernemingen. Met name het MKB kan volop profiteren van het gunstige FM-gesternte.’ Ontwikkelingen als parkmanagement, waarbij kleinere ondernemingen op een bedrijventerrein geza-
FM-lector ir. Mark-Erik Nota: ‘Deze tijd van recessie en bezuinigen biedt goede uitgangspunten voor de toekomst van het vak’.
menlijk schaal- en kosten- voordelen behalen door collectieve facilitaire voorzieningen, is in dit verband slechts één van de kansen. ‘Daarom is nu meer dan ooit behoefte aan innovatieve, omgevingsgeoriënteerde FM-ers.’
Tekst: D R S . A R I E F . O . C R A A N E N ■
N A T I O N A A L
3
Hoe houdt u financiële risico’s in uw bedrijf beperkt?
Prijs: € 179,- (excl. BTW en verzendkosten) Nieuw verschenen, speciaal voor ondernemers uit het MKB: CD-ROM ‘Grip op financiële zaken’ (inclusief boekje boordevol tips en adviezen) Beoordelen, beheren en plannen van financiële zaken voor ondernemers
Ontwikkeld in samenwerking met o.a. Deloitte
Waarom deze CD-ROM? Bij economische tegenwind loopt uw bedrijf meer financiële risico's. Met de CD-ROM 'Grip op financiële zaken' houdt u uw financiële risico's beperkt. Maak met deze CD-ROM zelf financiële prognoses, financieringsplannen en investeringsoverzichten en krijg antwoord op al uw financiële vragen. Voor wie? Deze CD-ROM is bedoeld voor alle ondernemers zonder specifieke financiële kennis die de financiële risico’s van hun bedrijf zo klein mogelijk willen houden. Met deze CD-ROM kunt u uw bedrijf financieel beter sturen. Uw voordelen op een rij: ✓ Analyseer snel en gemakkelijk uw jaarcijfers waardoor u met deze CD-ROM uw bedrijf beter financieel kunt sturen; ✓ Maak zelf uw financiële prognoses, financieringsplannen en investeringsoverzichten waardoor u onverwachte financiële tegenvallers kunt voorkomen; ✓
Weet wat u moet doen en krijg antwoord op vragen als: - hoe omgaan met de bank? - wat zijn signalen van financiële problemen? - wat zijn dan effectieve maatregelen? - hoe omgaan met een accountant? - op welke manier debiteuren in de hand houden? - enzovoort.
Inclusief: ✓ Gratis financiële vragenservice voor klanten waarbij u aan de accountants die hebben meegewerkt aan deze CD-ROM een jaar lang gratis uw financiële vragen kunt stellen.
Hoe kunt u bestellen? • Via het terugsturen van een ingevulde antwoordcoupon naar:
✗
Coupon Ja, ik bestel hierbij de CD-ROM Grip op financiële zaken voor € 179,- (excl. BTW en € 5,- verzendkosten) en krijg het recht om gedurende een jaar gebruik te maken van de bijbehorende financiële vragenservice.
Naam bedrijf:
…………………………………………..
Voorletters/naam contactpersoon:
…………………………………………..
Adres:
…………………………………………..
• Via onze fax: 030-2512819
PC Woonplaats:
…………………………………………..
• Via E-mail:
[email protected]
e-mailadres:
…………………………………………..
• Telefonisch: 030-2512818
Stuur deze antwoordcoupon naar: Business Antwoordnummer 8861 3500 ZK Utrecht Of fax naar 030-2512819.
Business Antwoordnummer 8861 3500 ZK UTRECHT
T R E N D S
De internationalisering is volgens NEPROM-directeur Jan Fokkema de belangrijkste uitdaging voor de vastgoedsector. ‘Met name de Europese eenwording levert enorme kansen op.’ Tegelijkertijd vormt het ook een grote bedreiging. ‘Als het gaat om de vestiging van internationale bedrijven neemt de concurrentie sterk toe. De uitgangspunten worden meer eenvormig en het komt in toenemende mate aan op de intrinsieke aantrekkingskracht van een stad of gebied.’ Voor Nederland is het daarom alle hens aan dek.
NEPROM waarschuwt voor teveel vrijheid
GESTRUCTUREERD BOUWEN AAN DE TOEKOMST n de NEPROM zijn de grote, professionele projectontwikkelaars verenigd. De 65 leden zijn samen goed voor een jaarlijks investeringsvolume van circa € 7 miljard. Zij zijn verantwoordelijk voor ongeveer 50% van alle nieuwbouwwoningen, twee derde van de nieuwe kantoorruimte en meer dan driekwart van de winkelcentra in ons land.
I
Professionalisering Bevordering van de samenwerking met de overheid is de belangrijkste doelstelling van de NEPROM. ‘We zijn primair een lobbyorganisatie,’ zegt directeur Jan Fokkema. ‘Hierbij richten we ons op ministeries, de Tweede Kamer en organisaties als VNG en IPO. De politiek weet ons op haar beurt eveneens te vinden. Zo is voor de Nota Ruimte een beroep gedaan op de expertise van onze leden. Ook nemen we zelf initiatief tot wetgeving.’ Onlangs vierde de NEPROM het dertigjarig bestaan. ‘De afgelopen tien, vijftien jaar heeft de sector een sterke professionalisering doorgemaakt. Partijen werden groter, projecten kapitaal- en kennisintensiever.’ Deze ontwikkeling vroeg om aanvullende expertise. ‘Ontwikkelaars waren vaak selfmade ondernemers; er bestond geen opleiding voor. Daarom nam de NEPROM 20 jaar geleden het initiatief voor een Leergang Projectontwikkeling, die inmiddels door meer dan 1.500 mensen met goed gevolg is afgelegd. In toenemende mate wordt het vak
ook onderwezen op universiteiten en hogescholen. Medewerkers die instromen bij projectontwikkelaars zijn dan ook veelal hoog opgeleid.’ Aanvankelijk stond voor ontwikkelaars met name het bouwen, het ‘stapelen van stenen’ centraal. De aandacht is echter verschoven naar de locatie, de combinatie van gebouw en gebied. ‘Steeds vaker komen ontwikkelaars samen met overheden tot een integrale visie op een locatie, waarbij de eisen en wensen van de consument al in een vroegtijdig stadium worden ingebracht. Dat leidt tot marktconforme nieuwbouw.’ Het is voor ontwikkelaars essentieel, zich te verdiepen in het publieke belang bij de totstandkoming van een gebied. ‘Voor een groot deel valt dit samen met het marktbelang. Een kwalitatief hoogwaardige locatie, met adequate voorzieningen, is immers ook commercieel aantrekkelijker en dus beter te vermarkten.’ Met het oog op de verbrede focus van het vak is de NEPROM vorig jaar gestart met een opleiding Stedenbouw en Architectuur voor projectontwikkelaars. ‘Ook reiken we een tweejaarlijkse prijs uit voor de beste gebiedsontwikkeling, tot stand gekomen in samenwerking tussen een gemeente en marktpartijen.’ Valkuil De Nederlandse kantorenmarkt kenmerkt zich door een sterk cyclisch karakter; de huidige dip is dan ook niet uniek. ‘In de eerste helft van de jaren negentig
Jan Fokkema: ‘Provincies en gemeenten moeten voldoende instrumenten krijgen om adequaat invulling te kunnen geven aan hun nieuwe rol’.
N A T I O N A A L
5
T R E N D S was eveneens sprake van veel leegstand. Op grond van onderzoek concludeerde men toen, dat een sterke toename van de behoefte aan kantoorruimte in de toekomst uitgesloten zou zijn. Wat bleek echter? De tweede helft van de jaren ‘90 kende de grootste groei van kantoorwerkgelegenheid ooit. De economie draaide op volle toeren, de beroepsbevolking steeg en de ICT beleefde een ongekende bloei. Dat alles leidde tot een enorme behoefte aan kantoorruimte. Aanvankelijk waren ontwikkelaars terughoudend met het ontwikkelen op risico, dus zonder dat een gebruiker bekend was. De vraag was echter zo groot, dat dit uitgangspunt al snel werd verlaten. Op zich is daar niets mis mee, maar achteraf moeten we constateren dat we zijn doorgeschoten. De sterke terugval in economische groei hebben we niet tijdig zien aankomen.’ De huidige dip in de kantorenmarkt is in absolute zin groter dan die van begin jaren negentig. ‘Wel is er een goede beleggingsmarkt voor kantoren met langlopende huurcontracten. Kwalitatief hoogwaardige nieuwbouw wordt nog altijd opgenomen door de markt. Met name bij kantoren die ouder zijn of op minder gunstige locaties staan, vallen de klappen. Als huurcontracten aflopen, vertrekken gebruikers vaak naar een betere plek. Er is immers keus genoeg.’ Veel hoop voor deze verouderde panden is er niet volgens Fokkema. ‘Deskundigen verwachten, dat over tien jaar nog steeds ongeveer evenveel kantoorruimte nodig is als op dit moment. Wel treedt een belangrijke verschuiving op van oud naar nieuw. Uiteindelijk zal het onvermijdelijk zijn, dat gedateerde panden uit de markt worden genomen.’ Biedt een andere bestemming voor deze oude kantoren nog enig soelaas? ‘In de praktijk blijkt het erg lastig, kantoren om te bouwen tot bijvoorbeeld woningen. En is het wel mogelijk, dan moet eerst een forse afschrijving plaatsvinden.’ De hoeveelheid verouderde kantoren is derhalve een groot probleem. ‘De oplossing zal hoe dan ook veel geld kosten.’ Remmende voorsprong De leegstand van kantoorruimte in Nederland is omvangrijker dan in de ons omringende landen. ‘De kantorenmarkt is overal cyclisch, maar wij hebben in de jaren ‘90 een enorme groei doorgeDe voorkeur gaat uit naar kantoren in een stedelijk milieu
6
B U S I N E S S
maakt, met name waar het de vestiging van internationale bedrijven betrof.’ Nederland ondervindt de gevolgen van de remmende voorsprong. ‘De economische groei was hier hoger dan in andere landen, dus komt de klap nu ook harder aan. In een aantal landen herstelt de markt zich al; hier is dat nog nauwelijks het geval. Wel is de dynamiek hoog en maken veel bedrijven gebruik van de huidige marktsituatie om nieuwe huisvesting te zoeken met een betere prijs-kwaliteit verhouding.Vooral nieuwbouw op goede locaties profiteert hiervan.’
WE HEBBEN DE T E R U G VA L N I E T TIJDIG ZIEN A A N KO M E N Uit recente onderzoeken blijkt, dat Nederland in hoog tempo zijn aantrekkingskracht als internationale vestigingslocatie verliest. ‘Onze sterke punten worden aangetast. Zo is onder Europese druk een aantal belastingvoordelen verdwenen. Verder speelt de aanwezigheid van een mainport als Schiphol voor internationale bedrijven een belangrijke rol. De bereikbaarheid binnen Nederland ontwikkelt zich echter negatief. Met name in de Randstad neemt de congestie zorgwekkende vormen aan. Dat alles heeft zijn weerslag op de waardering voor ons land als vestigingslocatie.’ Somber Een andere belangrijke factor in dit verband is de kwaliteit van het leven. Internationale organisaties zijn volgens Fokkema steeds meer ‘footloose’ en volgen werknemers naar plekken waar zij graag willen wonen en werken. ‘Vooral jonge mensen zijn sterk internationaal georiënteerd en kijken als het gaat om mogelijke toekomstige woonplaatsen steeds vaker over de grens. Denk bijvoorbeeld aan een stad als Barcelona, op dit moment een absolute hype.Tal van Europese steden realiseren zich terdege wat nodig is om mensen - en dus bedrijven - aan te trekken en investeren daar ook fors in.
T R E N D S Daarom moet de Randstadmetropool, met Amsterdam als verreweg de belangrijkste troef, alles op alles zetten om haar aantrekkingskracht te behouden. Naast een kwalitatief goede werkomgeving is ook grote behoefte aan hoogwaardige woonmilieus, zowel in de steden als daarbuiten, met een lage dichtheid en veel groen. Daarvan zijn er in ons land veel te weinig. Ook culturele voorzieningen, zoals musea, theaters en een aantrekkelijk uitgaansleven, en goede recreatieve voorzieningen zijn belangrijke assets in de internationale concurrentie.’ De kwaliteit van de beroepsbevolking speelt eveneens een essentiële rol bij de keuze voor een vestigingsplaats. ‘Er is veel waardering voor de internationale oriëntatie en de “open mind” van Nederlanders. Als het gaat om de ontwikkeling van kennis echter raken we steeds verder achterop. Nederland heeft een diensteneconomie; de kwaliteit van onderwijs en innovatie zijn daarom essentieel. Daar moet onze meerwaarde, ons onderscheidend vermogen liggen; die is als concurrentiefactor veel wezenlijker dan bijvoorbeeld belastingvoordelen. In dit verband stemt het toekomstperspectief van de Nederlandse kenniseconomie mij somber. Daar moeten we echt nog een flinke inhaalslag maken.’ Muziek In de recent verschenen Nota Ruimte schetst de overheid nieuwe kaders voor de inrichting van ons land. Provincies, regio’s en gemeenten krijgen een veel grotere rol bij de ontwikkeling en uitvoering van het ruimtelijk beleid; ‘Decentraal wat kan, centraal wat moet’, is het motto.Verder zet minister Dekker in de
CONGESTIE NEEMT ZORGWEKKENDE VO R M E N A A N Nota sterk in op zogenaamde ontwikkelingsplanologie, waarbij overheden samen met marktpartijen en maatschappelijke organisaties moeten komen tot een integrale, gebiedsgerichte aanpak. Dat moet de NEPROM als muziek in
pelijk ten koste van de ruimtelijke kwaliteit. Ook worden hierdoor de stedelijke netwerken ondermijnd. Daarom zijn wij een sterke voorstander van een bundeling van nieuwbouw in een aantal regionale centra.’ In de afgelopen jaren zijn volgens FokGeen laissez faire dus, als het kema veel monofunctionele kantoormiaan de NEPROM ligt. Ook lieus ontstaan. ‘Organisaties en werkneniet als het gaat om kantoormers hebben echter een sterke voorkeur ontwikkelingen. ‘Als overal voor een stedelijke omgeving, met volmaar nieuwbouw wordt toegedoende voorzieningen. Hoe ruimer de staan, kun je nooit echt hoogmarkt, hoe makkelijker ze deze wens kunwaardige kantoorlocaties creënen realiseren.’ Van belang is ook, dat ren. Een aantal van onze leden kantoren persoonlijke ontmoetingen faciheeft zich gecommitteerd om literen. ‘Een functie, die juist door de toeaan de Amsterdamse Zuidas nemende digitalisering steeds belangrijde komende tientallen jaren ker wordt. Ook vanuit dit oogpunt zal de grond af te nemen tegen de voorkeur vooral uitgaan naar kantoren in dan geldende marktprijs. Met een stedelijk milieu. De stad als vestieen dergelijke garantie steken gingsfactor zal dus verder in belang toezij hun nek uit en geven blijk nemen. Randgemeenten hebben het nu van een visie op lange termijn. al moeilijk; daar zal in de toekomst weinig Dat impliceert natuurlijk wel, verandering in komen.’ dat ook gemeente, provincie en Rijk hun rug recht moeten houden en moeten zorgen dat de Zuidas daadwerkelijk een kwalitatief hoogwaarde oren klinken. ‘Met de principes van de Nota Ruimte zijn we het absoluut eens,’ zegt Fokkema. ‘Van belang is wel, dat provincies en gemeenten voldoende instrumenten krijgen om adequaat invulling te kunnen geven aan hun nieuwe rol. Dat vereist aanvullende wetgeving.’ Verder is ook een cultuuromslag nodig. ‘Veel, vooral grotere gemeenten werken al nauw samen met marktpartijen, bijdig deel van Amsterdam wordt.Als tegevoorbeeld in het kader van de VINEXlijkertijd op teveel plaatsen elders in de locaties.Voor provincies is het een comstad kantoorontwikkelingen worden toepleet nieuwe tak van sport, die het gestaan, ondergraaf je het fundament nodige zal vergen van de bestuurlijke en voor een succesvolle Zuidas. En die is ambtelijke slagkracht.’ broodnodig, om internationaal georiënDe samenwerking tussen overheden en teerde organisaties een passende werkmarktpartijen moet volgens Fokkema omgeving te kunnen bieden.’ gebaseerd zijn op vertrouwen. ‘Al in een vroegtijdig stadium moet sprake zijn van wederzijds commitment, zonder dat alles tot in detail is uitgewerkt. Ook dient voor ontwikkelaars zicht te zijn op rendement; dit veronderstelt een voldoende mate van flexibiliteit om plannen aan te passen aan gewijzigde omstandigheden.’
DE STAD HEEFT DE TOEKOMST
ER IS EEN FLINKE INHAALSLAG NODIG
De rug recht In een verregaande decentralisatie schuilt ook een gevaar. ‘Teveel vrijheid kan er toe leiden, dat gemeenten in onderlinge concurrentie ongestructureerd nieuwbouw toestaan. Dat gaat onherroe-
Tekst: H A N S H A J É E ■
N A T I O N A A L
7
Preliminary List of Confirmed and Invited(°) Speakers PINC.6
PINC
Stuart Allan
is a conference
Cartographer
Nat Benjamin
you will never,
Wooden Boat Builder
never,
never
Tim Birkhead Evolutionary Scientist, Author of ‘Promiscuity’ and ‘The Red Canary’
forget!
in common:
Biologist and Attendant of the Kodiak Bears (Alaska)
PINC brings together speakers and performers from every imaginable discipline. They have
David Bittner
one thing
creativity and inspiration.
Donna Brazile° Chair of the Democratic National Comittee’s Voting Rights Institute
PINC is meant for leaders, strategists, communication specialists, polymaths, designers and creative directors, experts on education,
anyone who is interested in stimulating their mind, heart or brain. Everybody needs to be inspired and that is the one and only reason why PINC was created. economists, in fact, for
Peter van Lindonk, Director
Sonia Calvari° Volcano Expert
Geert Chatrou World Champion Whistling
Roxanne Coady CEO R.J. Julia Booksellers
Doug Ducey° President & CEO Cold Stone Creamery
Chuck Guerra° Aircraft Storage Supervisor
Herzog & de Meuron° Architects
Reto Schneider Science Journalist and Author
Pieter Seuren Theoretical Linguist
Donna Shirley
PINC.6 T U E S D AY
24 MAY 2005 9.00 a.m. until 9.00 p.m. Hotel Figi / Het Rond 2 / 3701 HS Zeist
Director Science Fiction Museum
Etc., etc., etc.
PINC Conferences bv Hazeslinger 6 3621 AT Breukelen Phone (0346) 26 58 86 Fax (0346) 26 24 71 E-mail:
[email protected] Registration: www.pinc.nl
The PINC.6 Conference is enthusiastically supported by these ‘golden’ sponsors.
L I T E R AT U U R
MANAGEMENT CLASSICS: ELIYAHU GOLDRATT
50 SUCCES KLASSIEKERS
Onder de noemer Management Classics verschijnt bij Mainpress een reeks van tien Nederlands gesproken audiocd’s. Deze bevatten de belangrijkste ideeën van invloedrijke managementdenkers, samengevat en vertaald naar de Nederlandse praktijk. Management Classics is een initiatief van Ben Tiggelaar, die ook tekent voor de hoofdredactie en presentatie. In de achtste editie van de reeks behandelt hij de ideeën van Eliyahu Goldratt. Tiggelaar staat uitgebreid stil bij diens beperkingentheorie en de consequenties hiervan voor project- en procesmanagement, strategie en ICT. De delen die eerder verschenen, gaan over de ideeën van Michael Porter, Stephen Covey, Philip Kotler, Michael Hammer, Peter Drucker, Kaplan & Norton en Robert Quinn. De serie wordt dit jaar nog aangevuld met cd’s over het gedachtegoed van Tom Peters en Henry Mintzberg. Elke cd heeft een speelduur van ongeveer een uur en bevat ook een Word-bestand met alle teksten en bronnen, alsmede een powerpoint-document met de hoofdlijnen en besproken modellen. Binnenkort verschijnt een luxe verzamelbox.
DOOR TOM BUTLER-BOWDON Wat is het geheim van succes? Naar het antwoord op deze vraag is menigeen op zoek. In 50 Succes klassiekers van Tom ButlerBowdon staan de eigenschappen centraal die ervoor zorgen dat iemand succesvol is. Met dit boek wil de auteur de kracht bundelen van een groot aantal toonaangevende werken over dit onderwerp. Zo worden boeken belicht van ondernemers als Henry Ford, John Paul Getty en Michael Dell, bestsellerauteurs als Stephen Covey en Richard Wiseman en van leiders als Eleanor Roosevelt, Abraham Lincoln en Nelson Mandela. Ook iemand als NLP-goeroe Anthony Robbins komt aan bod. Butler-Bowdon vat de kernpunten van al deze uiteenlopende boeken samen in een aantal bondige hoofdstukken.Wat daarbij opvalt is, dat succesvolle mensen ook grote lezers blijken te zijn.Veel van de behandelde auteurs in 50 Succes klassiekers schrijven het keerpunt in hun leven toe aan een bepaald boek, dat ze hebben gelezen.
ISBN 90-7738-709-9. Prijs € 23,95 per cd. Mainpress, Schiedam.
328 pagina’s, ISBN 90-5871-045-9. Prijs € 22,50. Uitgeverij Thema, Zaltbommel.
HET MAANDAGMORGENGEVOEL
EEN PRAATJE MAKEN
DOOR JOEP SCHRIJVERS Enige tijd geleden werd Joep Schrijvers bijna een nationale beroemdheid met zijn boek Hoe word ik een rat? Er zijn inmiddels meer dan 100.000 exemplaren van verkocht, een enorm aantal voor een managementboek. Twee jaar later is er nu een nieuwe uitgave van Schrijvers: Het Maandagmorgengevoel. Velen zullen het herkennen, de knagende gemoedstoestand die zich voordoet als op maandag de wekker is gegaan en u weer naar het werk moet. Bij sommigen begint het zondags al en er schijnen zelfs mensen te zijn, die de hele week last hebben van dit gevoel. Schrijvers legt uit, dat de emoties verdriet, angst, walging en toorn ten grondslag liggen aan het maandagmorgengevoel. Hij laat zien, dat we vooral last hebben van de driften van bazen en collega’s. Zij zijn de belangrijkste veroorzakers van het maandagmorgengevoel. Is er wat aan te doen? Niet of nauwelijks, volgens Schrijvers. Het is daarom beter het maandagmorgengevoel maar te aanvaarden, door te lanterfanten en de kantjes er van af te lopen.
DOOR MARJOLIJN VAN BURIK Het lijkt zo eenvoudig, maar is het zeker niet: een praatje maken op een receptie, bij de koffieautomaat of in de kroeg.Vooral in een omgeving met veel onbekenden is een gesprek over de welbekende ‘koetjes en kalfjes’ voor tal van mensen allesbehalve vanzelfsprekend.Want hoe te beginnen? En wat als de ander geen zin blijkt te hebben in een gesprek? Toch is een praatje kunnen maken in de huidige maatschappij een bijkans onmisbare vaardigheid.Vooral in werksituaties, waar netwerken immers steeds belangrijker wordt. Marjolijn van Burik is psycholoog, trainer en coach. Voor iedereen die zakelijk of privé wel eens problemen heeft als het gaat om het leggen van informeel contact met onbekenden, schreef ze Een praatje maken. In dit boek behandelt ze de benodigde stappen voor het aangaan van een gesprek - contact leggen, praten, afronden en afscheid nemen - en besteedt aandacht aan de invloed van nonverbaal gedrag. Doel van Een praatje maken is om met tips, oefeningen en voorbeelden de spontaniteit en het zelfvertrouwen van de lezer te vergroten.
154 pagina’s,ISBN 90-5594-366-5.Prijs € 16,95. Scriptum,Schiedam.
90 pagina’s,ISBN 90-5871-075-0.Prijs € 18,50. Uitgeverij Thema,Zaltbommel. N A T I O N A A L
9
P R O F I E L
Sommigen noemden zijn aanstelling als perschef van Oranje een gewetensdraai van 180 graden. Hij, de onafhankelijke journalist die al eerder vreemd ging als ondernemer, nu in dienst van de KNVB: schande. Zelf ziet Kees Jansma zijn nieuwste nevenfunctie vooral als een uitdaging. ‘Objectiviteit bestaat niet. Dus streef ik dat ook niet na.’ at hij na veertig jaar omzwervingen in de voetballerij uiteindelijk bij de KNVB terecht zou komen, had de directeur van WK Producties jaren geleden al voorzien. ‘Het past namelijk in mijn toekomstplaatje. Als ik volgend jaar mijn aandelen van de hand doe, ben ik uitsluitend “in” voor leuke dingen. Daar hoort een rol bij Oranje ook bij.’ De oud-journalist maakte twee jaar geleden al bekend dat hij op 1 augustus 2005 afscheid neemt van zijn bedrijf. ‘Bij de oprichting van WK Producties hebben mede-eigenaar Wil Moerer en ik afspraken gemaakt over de eindigheid van onze input. Ik ben volgend jaar 58; dan mag je wel eens wat meer aan jezelf denken.’ Niet dat Jansma dagelijks met tegenzin naar zijn werk gaat. ‘Integendeel, ik heb het uitstekend naar mijn zin. Maar als ik nu af en toe afspraken heb waar ik domweg tegenop zie, zal mij dat straks niet meer overkomen. Een heerlijk vooruitzicht.’
D
Duizendpoot Kees Jansma over eerlijkheid in de voetballerij
‘OBJECTIVITEIT BESTAAT NIET’ 10
B U S I N E S S
Pril geluk Jansma oogt vermoeid, deze ochtend. Drie dagen geleden is zijn derde vrouw van zijn vierde kind bevallen. Opnieuw een zoon, Sander. ‘Op dat soort momenten vergeet je even alles, telt uitsluitend het prille geluk.’ De journalist/ondernemer had toch al een drukke week, met deWKkwalificatiewedstrijd van Oranje tegen Tsjechië. ‘Mijn vrouw was twee dagen voor de wedstrijd uitgerekend.Terwijl ik in mijn nieuwe functie de spelers op het hart drukte een relativerende houding aan te nemen tegenover de pers, was ik zelf juist een toonbeeld van nervositeit. De ontlading na de winst op de Tsjechen was bijzonder; laat het kindje nu maar komen, dacht ik.’ Kees Jansma als zorgzame vader. Een beeld dat nadrukkelijk terugkomt in de manier waarop hij met zijn medewerkers
P R O F I E L omgaat. ‘Ik voel mij verantwoordelijk; voor het werk, maar zeker ook voor het welzijn van mijn mensen. Voor mij is dit aspect het grote verschil tussen ondernemerschap en een baan in loondienst.’ Toch koos hij twee jaar geleden weloverwogen voor een meer verantwoordelijke rol, zoals hij dat in 1988 bij Studio Sport ook al had gedaan.‘Ik hield mij aanvankelijk vooral bezig met het verslag van voetbalwedstrijden. Op een gegeven moment kende ik dat trucje wel; bovendien had ik ook andere ambities.Vervolgens heb ik de kans gekregen om chef-sport te worden. Op die plek heb ik voor het eerst ervaren wat leiding geven betekent. Dat het gaat om keuzes maken, belangen afwegen en vooral: met mensen weten om te gaan.’ Zorg Daar ook werd Jansma voor het eerst geconfronteerd met de mogelijkheden van de commerciële omroepen.‘Als publieke omroep dachten we toen nog dat de bomen tot in de hemel groeiden.We maakten programma’s zonder budgettaire legitimering.’ Totdat de commerciëlen interesse kregen in voetbal en sport.Van de ene op de andere dag was er stevige concurrentie van zenders met ruime financiële middelen. Jansma werd gedwongen elk kwartje om te draaien en keuzes te maken, mede op basis van de kijkcijfers. Opeens moest betaald worden voor uitzendrechten van voetbalwedstrijden. Het geld dat overbleef, was onvoldoende voor de continuïteit van een aantal programma’s en van tientallen banen. Het waren Jansma’s eerste jaren als eindverantwoordelijke. ‘Mijn belangrijkste
E E N G R OT E Z A K G E L D VIND IK MINDER R E L E VA N T zorg was, iedereen enthousiast en gemotiveerd te houden en een werkklimaat te creëren, waarbij medewerkers zo min mogelijk last hadden van financiële beperkingen en perikelen.’ Het is deze zorg, die de ondernemer Jansma nog steeds typeert. ‘Als ik straks mijn aandelen verkoop, zal dat zijn aan een partij die vooral let op de constante waarde van het be-
drijf en op de groeikansen voor de medewerkers. Een grote zak geld vind ik minder relevant.’ Waan van de dag Zijn hang naar continuïteit en kwaliteit siert Jansma. Maar WK Producties richt zich vooral op het maken van voetbalprogramma’s en met name in deze tak van sport draait het om ego’s, euro’s en de waan van de dag. ‘Juist daarom hecht ik aan persoonlijk contact en aan het zorgvuldig opbouwen van relaties. Dàt aspect, en het feit dat we ons specialiseren in de productie van sportprogramma’s, onderscheidt ons van anderen. Dat we dit goed doen, tonen onze groei- en omzetcijfers. Het is onze taak dit gat in de markt - want dat is het nog steeds - verder uit te breiden. Daarbij zijn er ongetwijfeld grenzen aan de groei, al was het maar omdat het bij ons niet primair draait om groter worden.’ Waar het bij Jansma en WK Producties wel om gaat, laat zich volgens hem eerder vertalen in termen als afwisseling, passie en vooral: hard werken. ‘Ik ben natuurlijk een perfectionist. Dat kost tijd.Toch leef ik zuinig, pas goed op mezelf. Ik wil ook tijd hebben voor mijn gezin en voor nieuwe ontwikkelingen.’ Zoals zijn functie als perschef bij de KNVB. In mei van dit jaar werd hij hiervoor benaderd door toenmalig bondscoach Dick Advocaat. ‘Hij wilde iemand hebben om het werkklimaat tussen de pers en Oranje op het Europees Kampioenschap te verbeteren. Ik was daarvoor de aangewezen persoon, vond hij. Ik had echter te veel andere bezigheden in Portugal, ook activiteiten met tegenstrijdige belangen.’ Na het ontkennende antwoord van Jansma probeerde de KNVB het na het EK opnieuw. Deze keer stemde hij toe, maar kreeg te maken met een nieuwe bondscoach: Marco van Basten. ‘Met hem heb ik een aantal heldere afspraken gemaakt, onder andere over openheid, maar ook over het belang van deadlines. Ik weet waar een journalist behoefte aan heeft. Dan is het een kleine moeite om trainingsschema’s daar op af te stemmen, zonder dat we spelers en coaches in de weg staan.’ Kameleon Na de overwinning op Tsjechië barstte er rond het Nederlands Elftal een ware golf van enthousiasme los. Jansma’s eerste proeve van bekwaamheid? ‘Nee; mijn in-
breng is beperkt.Wat ik vooral doe, is inzicht geven in de behoeften van beide partijen. Zowel Oranje als de media hebben baat bij elkaar.’ In dit verband komt zijn bijzondere ‘elasticiteit’ goed van pas. Of het nu in Hilversum, Nou Camp of in Zeist is, Jansma voelt zich overal thuis en communiceert makkelijk met iedereen. Deze eigenschappen maken hem in de
ORANJE EN DE MEDIA HEBBEN BA AT B I J E L K A A R ogen van zijn tegenstanders echter ook een onbetrouwbare kameleon.Want hoe kun je programma’s maken in opdracht van SBS6, zonder deze zender een streepje voor te geven bij het toekennen van interviews met Van Basten? ‘Ach, al die verhalen over die verschillende petten zijn onzin. Vooropgesteld, WK Producties doet niet in rechten. Er bestaan dus geen contracten met de KNVB. En voor wat betreft SBS6; zij hebben een eigen redactie. Ik heb geen invloed op wat ze daar vinden en zeggen. Bovendien ga ik er van uit, dat mensen weten hoe ik in elkaar steek. Als al sprake zou zijn van belangenverstrengeling, dan hoor ik dat wel. Overigens, de meeste reacties die ik de afgelopen maanden heb gekregen, waren louter positief. Ik heb het idee dat het mij gegund wordt.’ Geloofwaardig Het ‘gunaspect’ maakt Jansma buitengewoon geschikt als ondernemer. ‘Maar dat heeft zeker ook te maken met eerlijkheid en oprechtheid. Als onze programma’s niet deugen, moeten ze van de buis af. En als Van Bommel slecht speelt, dan moet ik dat kunnen zeggen. Dat vindt hij zelf trouwens ook. Het zou toch waanzin zijn als ik hem de hemel in zou prijzen, om de lieve vrede bij Oranje in stand te houden. In hoeverre ben je dan nog geloofwaardig? En daar draait het om, meer nog dan om objectiviteit. De absolute vorm daarvan bestaat toch niet, dus streef ik dat ook niet na.’ Tekst: M A R T R I E N S T R A ■ Fotografie: F O T O S T U D I O H A N S K O K X
N A T I O N A A L
11
P L AT F O R M
Nationaal Vastgoed Debat brengt kansen en bedreigingen in kaart
HOE WORDT DE STAD WEER VITAAL? ‘De stad weer onweerstaanbaar’, dat was het motto van het Nationaal Vast-
VARIATIE
goed Debat 2004, dat de afdeling Bedrijfs Onroerend Goed van de NVM op
Voor de aantrekkelijkheid van een binnenstad speelt het winkelaanbod een essentiële rol. Om inzicht te krijgen in de visie en mening van de betrokkenen zelf - lokale detaillisten en consumenten - initieerde NVM Bedrijfs Onroerend Goed een groot landelijk winkelmarktonderzoek. In 70 gemeenten werden meer dan 18 duizend enquêtes afgenomen onder consumenten. Ook zijn 1.500 winkeliers ondervraagd. De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd tijdens het Nationaal Vastgoed Debat.Amsterdam blijkt de absolute nummer één winkelstad in Nederland. Runner up is Utrecht, gevolgd door Rotterdam, Maastricht, Den Haag, Groningen, Arnhem, 's Hertogenbosch, Haarlem en Breda. Er wordt veel geklaagd over de ketens, die vrijwel overal de hoofdwinkelstraten domineren.Vergeleken met het buitenland kennen Nederlandse binnensteden inderdaad relatief veel filiaalbedrijven. Het NVM-onderzoek geeft echter aan, dat consumenten dit niet of nauwelijks stoort. Het overgrote deel heeft geen voorkeur voor een zelfstandige middenstander dan wel voor een winkel, die deel uitmaakt van een keten. Bij de waardering van een binnenstad zijn voor consumenten gevarieerd aanbod, bereikbaarheid, sfeer en veiligheid de belangrijkste eigenschappen. Parkeerfaciliteiten worden minder vaak genoemd dan verwacht. Deels heeft dat maken met het feit, dat 60% van de ondervraagden niet met de auto bleek te komen.Wel zorgt gratis parkeren voor een sterk onderscheidend vermogen voor winkelgebieden.
e aftrap tijdens het Nationaal Vastgoed Debat werd gegeven door minister van VROM Sybilla Dekker. Haar Nota Ruimte laat veel vrijheid aan de lagere overheden, die verondersteld worden om samen met marktpartijen vorm te geven aan de inrichting van ons land. Is wel sprake van voldoende regie, vroegen veel aanwezigen zich af. ‘Het motto van de Nota Ruimte is “decentraal wat kan, centraal wat moet”,’ aldus de minister.‘De kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling worden
D
12
B U S I N E S S
11 oktober organiseerde in Jaarbeurs Utrecht. In deze titel ontbrak het vraagteken, maar dat werd door alle sprekers nadrukkelijk toegevoegd. Er moet namelijk nog veel gebeuren, willen de Nederlandse steden inderdaad weer onweerstaanbaar worden. echter wel degelijk bepaald door de basiskwaliteit en de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Verder zullen wij de prestaties van gemeenten en provincies natuurlijk nadrukkelijk monitoren.’ De minister had goed nieuws voor de vastgoedsector. De looptijd van projecten is vaak erg lang door de tijdrovende aanvraag van tal van vergunningen. Met de komst van één VROM-vergunning zal daar verandering in komen, als het aan Dekker ligt. Dit levert een aanzienlijke tijdwinst op. Diversiteit Volgens de minister bepaalt een vijftal factoren de aantrekkingskracht van een stad: bereikbaarheid, wonen, werken, recreëren en imago. Als het gaat om de woonfunctie is de uitstroom van mensen met midden- en hogere inkomens veelal door gebrek aan passende woonruimte - al jarenlang een groot probleem. Hierdoor ontstaat in veel steden een eenzijdige bevolkingssamenstelling. Ook dreigen allochtone groepen geïsoleerd te worden in bepaalde wijken.
W E G A A N N I E T VO O R HET SNELLE SUCCES Om deze ontwikkeling een halt toe te roepen, wil de overheid investeren in diversiteit.‘Met de dertig grote gemeenten worden momenteel afspraken gemaakt
over gedifferentieerde bouw. Ook kleinere gemeenten moeten echter hun verantwoordelijkheid nemen als het gaat om de huisvesting van lagere inkomensgroepen; desnoods zullen ze hiertoe via prestatieafspraken worden gedwongen.’ Naast deze specifieke problematiek kenmerken de steden zich wel degelijk door een aantal unieke eigenschappen. Zo hebben ze een breed aanbod van culturele en recreatieve voorzieningen. Dit leidt er volgens minister Dekker mede toe, dat veel zogenaamde ‘empty nesters’ - echtparen waarvan de kinderen het huis uit zijn - terugkeren naar de stad. ‘Het is een kapitaalkrachtige groep, die zorgt voor een belangrijke impuls.’ Bedreigingen Naast een adequaat woningaanbod vormt ook een gevarieerd winkelapparaat een van de pijlers voor een succesvolle stad. Volgens ondernemers scoren de steden echter slechts een mager zesje als het gaat om de randvoorwaarden voor vestiging, aldus MKB-Nederland voorzitter Loek Hermans. ‘Er moet dus het nodige gebeuren, wil de stad weer aantrekkelijk worden,’ zei hij tijdens het Nationaal Vastgoed Debat. Om ondernemers terug naar de stad te krijgen, is volgens Hermans een eendrachtige samenwerking nodig tussen markt, overheid en ondernemersorganisaties als MKB-Nederland. Hij signaleert echter ook nieuwe bedreigingen.‘Denk bijvoorbeeld aan de plannen voor het Nederlands Leisure Centrum bij knooppunt Deil.’ Waar A2 en A15 elkaar krui-
P L AT F O R M sen, zou een winkel- en vrijetijdscomplex moeten komen van maar liefst 130.000m2, met een winkeloppervlak dat gelijk is aan dat van een stad als Nijmegen. Door het enorme aanbod en de goede bereikbaarheid kan een dergelijke ontwikkeling, die naar schatting 30.000 bezoekers per dag zal trekken, een forse concurrent worden voor het omringende gebied. Hermans: ‘De overheid moet zich goed realiseren wat de gevolgen van dit Nederlands Leisure Centrum zullen zijn voor de binnensteden van Tiel, Den Bosch en zelfs Utrecht.’ Mooiste stad Ook Gerd Leers was een van de sprekers tijdens het Nationaal Vastgoed Debat. Als burgemeester van Maastricht treft hij het, als het gaat om de autonome aantrekkingskracht van zijn gemeente.
ONZE SAMENLEVING SNAKT NAAR ECHTHEID ‘Natuurlijk is Maastricht de mooiste stad van Nederland. Aan ons succes ligt echter wel degelijk een consequente visie ten grondslag. Kwaliteit staat te allen tijde centraal.’ Gemeenten doen er volgens Leers goed aan, zich slechts te concentreren op een beperkt aantal sterke punten. ‘Die moeten vervolgens maximaal worden uitgenut.Versnippering van aandacht leidt uiteindelijk tot niets.’ Ook bij de realisatie van vastgoedontwikkelingen is kwaliteit dé leidraad voor Maastricht.‘We gaan niet voor het snelle succes. Samen met marktpartijen streven we telkens weer naar duurzame, hoogwaardige ontwikkelingen. Daarom zoeken we naar partners die langjarig willen investeren. Ook betrekken we marktpartijen van begin af aan bij een project.’ In tegenstelling tot de scepsis van de Haagse politiek, heeft Leers wel degelijk goede ervaringen met PPS-constructies. ‘Wederzijds vertrouwen is hierbij essentieel. De komende jaren wordt in Maastricht in totaal zo’n 2 miljard euro geïnvesteerd in diverse projecten. Een fors bedrag voor een gemeente van onze
Minister van VROM Sybilla Dekker: ‘Ook kleinere gemeenten moeten hun verantwoordelijkheid nemen als het gaat om de huisvesting van lagere inkomensgroepen’.
omvang.Al deze ontwikkelingen kunnen slechts succesvol worden gerealiseerd door een gezamenlijke inzet van marktpartijen en overheid, waarbij iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Zo geven wij als gemeente de garantie, dat wij de kwaliteit van de openbare ruimte bewaken en op peil houden. Daar mag men ons aan houden,’ aldus Leers. Show me Leers deed tijdens het Nationaal Vastgoed Debat een nadrukkelijke oproep aan de bouwsector. ‘Op dit moment kampen bouwbedrijven met een slecht imago. Om hier verandering in te brengen is het essentieel, dat het herstel van het vertrouwen vanuit de branche zelf komt. Met heldere regels dient het kaf van het koren te worden gescheiden. In-
tegriteit moet vanzelfsprekend zijn en de bouwsector moet oog hebben voor duurzaamheid, waarbij maatschappelijk rendement gaat boven winstbejag.’ De burgemeester van Maastricht is ervan overtuigd, dat onze samenleving snakt naar echtheid. ‘In deze tijd van nephaar en nepborsten krijgen mensen in toenemende mate genoeg van alles wat niet echt is.’ Ook de overheid en het bedrijfsleven ondervinden de gevolgen van deze ontwikkeling. ‘Met de belofte “trust me” komt niemand meer weg. “Show me” is de terechte eis van burgers en opdrachtgevers.’
Tekst: C E E S L O U W E R S ■ Fotografie: F O T O B U R E A U T H U R I N G
N A T I O N A A L
13
Zuiderduin Beachhotel
Uw relatiegeschenk in Italiaanse sfeer? Crivino Vini d’Italia regelt het voor u (ook uw gepersonaliseerde wenskaarten)
Een klasse apart in Zeeland Voor recepties, vergaderingen of grotere bijeenkomsten is Zuiderduin Beachhotel 'the place to be'. Een receptie voor 250 gasten? Vergaderen, een personeelsbijeenkomst of sportdag, de start van een campagne, het management van Zuiderduin Beachhotel draait er de hand niet voor om. Het prachtige hotel beschikt over 67 luxe hotelkamers, zes sfeervolle zalen, een uitstekend restaurant, een eigen helicopter platform en uniek is de trendy Zuiderduin Beachclub. Vanuit het hotel even de duinen over en daar op het strand wordt de gastvrijheid en dienstverlening voortgezet. De Beachclub kunt u het hele jaar door exclusief reserveren voor uw receptie, lunch of diner. Kortom, wie vergaderen wil combineren met ontspannen, wie zijn relaties kennis wil laten maken met de Zeeuwse gastvrijheid, ontkomt er niet aan: Zuiderduin Beachhotel.
Wilt u meer informatie over de zakelijke & feestelijke mogelijkheden? Bel dan naar: 0118 – 561810 of email:
[email protected]
Alle informatie over
BUSINESS Nationaal kunt u vinden op www.business-nationaal.nl • Planning Advertentietarieven Technische informatie • Overzicht regionale edities • Inhoud laatste uitgave • Archief • Brochure
Surf naar www.crivino.com, bel 0416 690601 of fax 0416 319838
• Aanvragen van proefexemplaar of abonnement
www.business-nationaal.nl
Z A K E N A U T O
CITROËN C5
ALLES IN ÉÉN KEER GOED Als er één merk is dat naar de opmerkingen van klanten heeft geluisterd, dan is het wel Citroën. In de sterk vernieuwde C5 zijn alle verbeteringen en wijzigingen doorgevoerd waarom werd gevraagd. Het wat minder aansprekende uiterlijk heeft een flinke opfrisbeurt ondergaan en tegelijk introduceert het merk enkele technische noviteiten.
de C5 terecht voor de 2 liter 16V HDi met zesbak of de 2,2 liter automaat. In het interieur vallen vooral het nieuwe instrumentarium en de gewijzigde indeling van de middenconsole op. De 2,9 liter V6 motor met variabele kleptiming wordt standaard gekoppeld aan een nieuwe 6-traps automaat. Vooral vanwege de specifieke stuurbekrachtiging geeft deze C5 nog het meest het ouderwetse Citroëngevoel. De 2 liter 4 cilinder benzinemotor heeft ook variabele kleptiming gekregen, hetgeen te merken is in prestaties en verbruik. Uiteraard worden alle wijzigingen van de C5 zowel doorgevoerd bij de vijfdeurs als de break. Wel behield deze volumereus zijn vertrouwde achterkant.
R
ijdend op de snelweg even vergeten de richting aan te geven, resulteert bij het overschrijden van de middenstreep een trilling in de zitting van de stoel. Dit zogenaamde ‘Lane Departure Warning System’ is bedoeld om de vermoeide chauffeur te waarschuwen als hij of zij de weg dreigt te verlaten. Het is alleen als optie verkrijgbaar op de duurste variant van de C5. Compacte diesel De zakelijke rijder kan absoluut profiteren van de nieuwste dieselmotor, een relatief compacte 1,6 liter die met 110 pk echter hetzelfde vermogen levert als de 2 liter grote voorganger. De motor is stil, soepel, zuinig en presteert naar behoren.Wie meer wil, kan bij
AUDI A3 SPORTBACK aar bij de eerste generatie A3 van Audi de drie- en vijfdeurs uitvoering exact hetzelfde profiel hadden, heeft het Duitse merk bij het nieuwe model gekozen voor twee behoorlijk afwijkende auto’s. De nieuwe vijfdeurs Sportback is zelfs langer dan de driedeurs en biedt daardoor meer binnen- en bagageruimte. Bovendien draagt de Sportback alle kenmerken van het nieuwe Audi-gezicht, zoals de zogenaamde single-frame grille, waarbij de traditionele grille en de luchtinlaat in de voorbumper optisch één geheel vormen. Ook heeft de auto nieuw ontworpen achterlichten. Motorisch is onder meer een 2 liter benzine turbomotor met directe brandstofinspuiting toegevoegd. Een rijimpressie met de 3.2 quattro leidt al snel tot de overtuiging, dat Audi in dit premiumsegment van de markt haar zaakjes goed op orde heeft, zowel wat betreft materiaalgebruik, afwerking als rijgedrag.
W
CHRYSLER 300C en moderne Amerikaanse auto is geen dweil meer op de weg, die nauwelijks vooruit te branden is. Nee, alleen de maatvoering is bij de nieuwe Chrysler 300C met een lengte van vijf meter nog op het ouderwetse niveau. Onder de kap van deze indrukwekkende auto huist naar keuze een 2,7 of 3,5 liter V6 motor, met als neusje van de zalm een 5,7 liter V8 waarvan de helft van de cilinders geheel automatisch wordt uitgeschakeld als weinig vermogen wordt gevraagd. Chrysler levert haar nieuwe topper als sedan en Touring, een uitvoering die tevens beschikbaar is met permanente vierwielaandrijving. De 300C deelt ophanging en aandrijftechniek met de E-klasse van Mercedes. De afwerking van de auto is ten opzichte van Amerikaanse producten van een paar jaar geleden aanzienlijk verbeterd.
E
Tekst en fotografie: T O N Y V O S ■
N A T I O N A A L
1 5
W W W. L A B O R A N D U M . N L 030 210 64 51