Business Benchmark Unit 1: Corporate Culture a vision a goal entrepreneurial highly competitive bureaucratic a supportive culture a controlling culture informal a dress code autocratic to do things by the book a promotion a bonus a mentor
een visie een doelstelling ondernemerszeer competitief bureaucratisch een ondersteunende cultuur een controlerende cultuur informeel een kledingscode autocratisch, alleenheersend dingen doen zoals het hoort een promotie een bonus een mentor, een leraar
an aim
een doelstelling
cut-throat a back-up a get-together sink or swim a red tape publicly accountable responsible to streamlining a dotcom a yardstick a rat race
genadeloos een ondersteuning een informele vergadering, een bijeenkomst slagen of falen zonder iemands hulp de administratie verantwoording verschuldigd aan overheid verantwoording verschuldigd aan meer efficiënt maken een internetbedrijf een maatstaf moordende competitie, genadeloze concurrentie
to start out to talk things through to come up with to stick to to turn up to get ahead to boil down to
beginnen diepgaand discussiëren bovenkomen met (ideeën / oplossingen) gehoorzamen, volgen aankomen, opdagen progressie maken neerkomen op
a board a revenue to make redundant a shareholder a return a shift a bottom-line performance
een bestuursraad een inkomen, een opbrengst ontslagen een aandeelhouder een opbrengst (van een investering) een werktijd een winst-of-verlies resultaat
Unit 2: Leaders and managers a vision the ability to delegate good interpersonal skills to roll up your sleeves a hands-on approach originality to get down to the nitty-gritty attention to detail problem-solving trouble-shooting skills good communication skills
een visie, een toekomstbeeld de gave om te delegeren de gave om goed met mensen om te gaan de handen uit de mouwen steken een handen uit de mouwen steken – benadering originaliteit tot de essentie komen, niet rond de pot draaien aandacht voor detail probleemoplossend de gave om een crisis efficiënt op te lossen de gave om goed te kunnen communiceren
ideas fall on deaf ears independent of
ideeën worden niet gebruikt onafhankelijk van
a founder a venture underlying flamboyant from scratch to lavish praise to slip up to fire to dismiss immersed the ins and outs a stake
een stichter een (gevaarlijke) onderneming, een gok, risico onderliggend flamboyant, zeer zeker zijn van je stuk van het begin overvloedig prijzen een fout maken ontslaan ontslaan verzonken, helemaal betrokken de moeilijke, gecompliceerde dingen een aandeel
a vision an implementation hands on
een visie een implementatie doe-het-zelver
time management quality management line management middle management brand management crisis management risk management
tijdsmanagement kwaliteitsmanagement personeelsmanagement management tussen senior en junior management merkmanagement crisismanagement risicomanagement
a mentor an opportunity a superficial level an ownership an empowerment a directional strategy a work pressure
een mentor, een leermeester een mogelijkheid een oppervlakkig niveau een eigendom het leren opkomen voor jezelf een richtinggevende strategie een werkdruk
Unit 3: Internal Communications an e-mail a one-to-one interview a memo a meeting an handwritten note a notice on the notice board a suggestion box an article in the in-house magazine an informal chat a phone call
een e-mail een individueel interview een memo een vergadering een handgeschreven briefje een bericht op het mededelingenbord een ideeëndoos een artikel in het bedrijfstijdschrift een informeel gesprek een telefoongesprek
BW = best wishes mins = minutes pls = please cd = could yr = your asap = as soon as possible PA = Personal Assistant CEO = chief executive officer
groetjes minuten alstublieft kan jou zo snel mogelijk persoonlijke assistent algemeen directeur
a reference in advance to look forward to hearing from
een verwijzing op voorhand ernaar uitzien om iets te horen van iemand
Unit 5: Customer relationships an after-sales service loyalty information about cost savings personalised treatment a product update
een dienst na verkoop trouw informatie over kostenbesparend individuele behandeling een productaanvulling
a helpdesk to ship to an unrivalled reputation reliability to handle to retain to recruit new clients to outsource redundant
een helpdesk verzenden naar een niet te evenaren, ongekende reputatie betrouwbaarheid behandelen binnenhouden, behouden nieuwe klanten aantrekken uitbesteden overbodig
profitability a competitor an information system marketing automation a budget
winstgevendheid een concurrent een informatiesysteem marketing door zich te richten naar beste klanten een budget
a sales process sales automation satisfaction
een verkoopsproces ondersteuning tijdens het verkoopsproces tevredenheid
Unit 6: Competitive advantage a proven track record to be one step ahead of competition a clear brand identity competitive prices a customer relationship management good value for money a market research
een bewezen levensloop, lijst van ervaringen de concurrentie een stap voor zijn een duidelijke merkidentiteit concurrerende prijzen CRM waarde voor je geld een marktonderzoek
a tender a procurement to assess to itemise a specification a fee a spreadsheet to bid a quality value for money a document past projects experience to dedicate a resource tracking the outset to allocate a rapport a benchmark a perspective to set up a top-down basis a bottom-up basis
een offerte het verkrijgen van leveranciers of diensten beoordelen, waarderen, inschatten specificeren een specificatie een commissie, een toelage een spreadsheet bieden een kwaliteit waarde voor je geld een document ervaring van vroegere projecten opdragen, toewijden een hulpmiddel, een hulpbron (geld en mensen) naspeuren, het spoor volgen van het begin toewijzen, plaatsen een verstandhouding, een contact een referentiepunt, een standaard een vooruitzicht starten, oprichten van de top naar beneden basis van beneden naar boven basis
to bid for to come out with to come to add up to to go about to go for to put together to team up with to work out to assess to submit a tender to devote (a lot of time) to
aanbieden om tevoorschijn komen met komen tot komen tot het probleem benaderen proberen te krijgen samenvoegen, combineren samenwerken met oplossen beoordelen, inschatten, waarderen een offerte voorleggen (veel tijd) besteden aan
to compete to cover (costs) to go out of to itemise to establish
concurreren kosten bedekken stoppen met, ergens uitgaan specificeren zetten, vestigen
Unit 7: A proposal Product range Extend Extensions Diversify Diversification Market changes Skill base Brand identity product development costs
variatie van producten uitbreiden uitgebreidheid, omvang variëren diversificatie marktverandering, fluctuatie vaardigheidsbasis identiteit van het merk productontwikkelingskosten
Company expansion Versus Specialisation
uitbreiding van het bedrijf
Board of directors Range of software Existing clients Types of product Resources Extra costs Next board meeting
bestuur variatie aan software bestaande klanten producttypen (financiële) middelen extra kosten volgende bestuursvergadering
Proposal voc: Take s.o. through the process of High levels of customer satisfaction Demand for Currently Tailoring/ to tailor products The initial project Justify the outlay Office space Proceed
klanttevredenheid vraag naar … tegenwoordig producten op maat maken beginproduct, initële product de uitgaven rechtvaardigen kantoorruimte vorderen, vervolgen, voortgaan
At the same line – also While – although Furthermore – also In turn -- as a result (of) Apart from -- in addition to In connection with -- related to Since – because In response to -- as a result (of)
In dezelfde lijn terwijl verder, ook als resultaat Behalve, afgezien van in verband met, gerelateerd met Omdat als antwoord op, als resultaat
specialisatie
Therefore -- for this reason
daarvoor, daarom
Existing
present/ current = tegenwoordig, bestaand find = identificeren
Identify retail outlets VAT returns payroll updates generate envisage/ foresee
Shops = verkooppunt, winkel Tax declarations = BTW omzet, opbrengst Money paid to employees = loonlijst Improvements = verbetering, ‘modernisering’ Create = genereren, voortbrengen Expect = verwachten, voorspellen, beschouwen
Product range Accounting software Small retail outlets Existing products Client satisfaction Market research Recruitment requirements Marketing costs
variatie aan producten software voor boekhouding verkooppunten, afzetgebied, winkel bestaande producten klanttevredenheid marktonderzoek aanwervingsvereisten kosten van marketing
Customer service manager Suggestion box Holiday pay Resource management Job satisfaction Candidate selection process Client response Complaints procedure
klantenservice manager ‘suggestiedoos’ vakantiegeld beheer van financiële middelen jobtevredenheid selectieproces vd kandidaten reactie van klanten klachtenprocedure
Unit 8: Presenting at meetings Total market (market) growth rate Market share Annual purchase/ consumption Production facilities Transportation costs Regional markets Local tastes (fierce) price war
totale markt (-omzet) groeiratio marktaandeel jaarlijks verbruik/aankoop productievoorziening transportkosten regionale markten locale smaak, interesse (hevige) prijzenoorlog
Unit 9: Advertising and customers A brand building activity To increase awareness of the brand To launch a new product onto the market To boost sales To increase market share To maintain customer loyalty Banner ads Classified ad in the newspaper On street hoardings Point-of-sale displays Product endorsement To raise a question To recall a particularly good commercial Feature (a product) For the most part Audiences Claims made for products Market place Pick and choose Unprecedented strength Implications for business Valuable Credibility To aim Confidence level Customer’s buying patterns
activiteit om het merk bekend te maken, ‘op te bouwen’ het bewustzijn (herkenning) van het merk verhogen een nieuw product op de markt lanceren de verkoop opkrikken het marktaandeel verhogen klantloyaliteit onderhouden banners kleine annonces aanplakborden op straat visuele reclame, zie boek p46 © onderschrijving van product een vraag doen rijsen zich een bep. reclameboodschap herinneren een product karakteriseren grotendeels publiek eisen op de producten marktplaats uitkiezen weergaloze kracht gevolgtrekkingen voor de zakenwereld waardevol geloofwaardigheid mikken, striven naar vertrouwlijkheidslevel kooppatronen van consumenten
The most cost effective way Point of purchase Extent of budget The mood of the target audience Cosmetic brand To broadcast throughout the day
de meest kost-efficiënte manier verkooppunt omvang van het budget de stemming van het doelpubliek schoonheidsmerk de hele dag door uitzenden
Households
groups of people who live together = huishouden, gezin experience of = ontmaskeren, uiteenzetten unable to be heard = onhoorbaar devices for relaying info into a pc system = scanner patterns of black lines which can be read by and recorded on a computer
Exposure to Inaudible Scanners Barcodes
= barcode devices which allow movements to be followed = followed/monitored = (op)gevolgd remove = verwijderen forced to experience s.th. unpleasant = onderwerpen given so much information that it is difficult to deal with = gebombardeerd zijn met
(Electronic) tracers/cookies Tracked Filter out/ block Subjected to Bombarded with
Unit 10: Advertising and the Internet A course of study, e.g. for an MBA Groceries To check prices To find the nearest retailer/dealer To customise the purchase To compare different products check availability To track delivery To make a reservation To make the final purchase
een cursus van een studie, bv. voor een Master of Business Administration kruidenierswaren prijzen nakijken de dichtstbijzijnde handelaar vinden de aankoop costumisen verschillende producten vergelijkento To de beschikbaarheid nakijken de levering opsporen reserveren de uiteindelijke aankoop uitvoeren
To arouse As opposed to (other forms of advertising) Sales forecasting Salesperson A vehicle Complaints Media form Car enthusiasts A recommendation The attractions To kick the tyres To take it for a test drive A claim Tough
opwekken tegenover andere vormen van adverteren verkoopsvoorspellingen verkoper/verkoopster een voertuig klachten mediavorm autobewonderaars een aanbeveling, een advisering de aantrekkelijkheden tegen de banden schoppen een testrit maken een aanspraak op, een recht taak, hardnekkig, moeilijk, lastig
Straightforward
easy to understand/simple = gemakkelijk te begrijpen/eenvoudig argue/negotiate = betogen, debatteren, ruzie maken, bewijzen /onderhandelen a method of buying a new product by giving your old one as part of the payment for it
Haggle Trade-in
Browse Handy Appraisal form Pop up Screen out Although However Despite In spite of While In contrast An advertising camaign Brand awareness Hardly To catch on Their market share remained unaffected Over-the-counter sales To manage to increase sales Mass audiences To target more specialist audiences
Unit 11: Sales reports
Sales reports Telephone sales Mail order e-sales
sales events visits from company reps retail sales A time-share holiday home Advertising space in magazines Corporate catering services Life insurance Machine tools Rare books Web-design services To increase To soar To rocket
= inruilen look at information on the Internet = rondneuzen op het internet useful = nuttig, bruikbaar place where you can write you opinion on something = waarderingsplatform appear = verschijnen filter out/remove = uitfilteren, verwijderen ofschoon echter ondanks ondanks terwijl in tegenstelling een advertentiecampagne bewustzijn van het merk moeilijk, moeizaam aanslagen hun marktaandeel bleef onaangeroerd verkopen in het klein erin slagen de verkopen te verhogen massapubliek een meer specifiek publieke bedoelen
verkoopsrapporten/verkoopsverslagen verkopen via de telefoon bestelling via e-mail elektronische verkopen (verkopen mbv elektronische middelen) verkoopsevenementen bezoeken van bedrijfsvertegenwoordigers (a rep = a representative) verkopen in de kleinhandel/detailhandel (= in ’t klein verkopen) een in de tijd gedeeld vakantiehuis ruimte voor reclame in magazines gezamenlijke/gemeenschappelijke leveringsdiensten levensverzekering machinegereedschap/machinewerktuigen zeldzame boeken web-design diensten toenemen/stijgen
To expand To take off To decrease To decline To plummet To recede To shrink To fall To halve To dwindle
afnemen/dalen
Sales resulting from visits by company representatives On the other hand
Verkoopsresultaten van bezoeken door bedrijfsverantwoordelijken aan de andere kant
To manufacture A manufactory
fabriceren een fabriek
To evaluate An expense The delegates To result in In the past four weeks To reveal Suited Keen Individual To reduce
evalueren een onkost, een uitgave de afgevaardigden resulteren in in de vier voorbije weken onthullen geschikt enthousiast individueel reduceren/verminderen
the sales pitch
hoeveelheid op de markt gebrachte goederen when you phone someone you have never spoken to before to sell them a product or service toekomstige klanten een ‘bezit-management’ bedrijf een veiligheidsfirma
Unit 12: The sales pitch cold-calling prospective customers a property-management company a security firm employees occasionally verbally or physically threatened to occur to visit properties a large mobile-phone company to call the police the shortcomings of the system cover to locate workers in difficulties
werknemers nu en dan verbaal of fysiek bedreigd voorkomen eigendommen bezoeken een groot bedrijf dat mobiele telefoons verkoopt de politie opbellen de tekortkomingen van het system dekking de plaats bepalen van arbeiders in moeilijkheden
the office reception desk to state to apologise ( she apologises for taking his time) to gather information names of competitors to close a sale
het bureau van de receptie in het kantoor verklaren, formuleren, uiteenzetten zich verontschuldigen ( ze verontschuldigt zich om hem van zijn tijd te houden) informatie verzamelen namen van concurrenten een verkoop sluiten
questions in a telephone conversation with their function: do you mind.. ? asking permission (= toestemming vragen) first, can you..? starting an opening question would I be right in thinking..? checking an assumption and one last question: tell me..? signalling that the questions are finishing would you be interested in..? asking whether (= of) someone wants to do something to crack the big company market to consider the decision-making process
kraken, find a solution to a problem de markt van grote bedrijven beschouwen, in aanmerking nemen het proces om de beslissing te maken
solicit
ask someone for money, information of help (= verzoeken, dringend vragen om, lasting vallen) have a strong dislike for taking risks (= risico-avers) when you are legally responsible for something (= aansprakelijkheid) examining someone or something to discover If ther is anything wrong with them (= onderzoeken) made them part of a group or team (= nam hen op in hun team) operating (= in gebruik) find a solution to a problem (= kraken) all the achievements of failures that someone or something has had in the past ( letterlijk = ‘verslag van van het spoor gaan’)
risk-averse liability screening got them on board Up and running Crack Track record
To calculate the cost of calling
de kost van bellen uitrekenen
To deliver To provide The venue Too time-consuming To settle the invoice
leveren verstrekken, voorzien het trefpunt, de plaats van samenkomst te tijdrovend de rekening maken, afrekenen
WORDLIST BVU SEMESTER 1 1) Job satisfaction Rewarding Stimulating
Belonend Stimulerend
Originality
Originaliteit
Creativity
Creativiteit
Come up with (an idea)
Afkomen met een idée
No two days are the same
Variaties in uw werkdagen hebben
Client contact
Contact met de klant
Hands-on work
Uitvoerend werk
To hit it off with
Klikken met iemand
To get on well with
Opschieten met iemand
A rapport between … and …
Een verhouding tussen
Job satisfaction
Voldoening uit je job
To put ideas into practice
Ideeën in praktijk brengen
To work on your own
Op je eentje werken
Teamwork
Werken in groep
Sense of achievement
Een gevoel van iets te hebben bereikt
To be chained to a desk
Saai papierwerk moeten doen
Admin and paperwork
Administratie en papierwerk
To be snowed under
Bedolven zijn onder het werk
Bureaucracy / red tape
Procedures m.b.t. administratie
Perks
Extraatjes
Stressful
Stresserend
Flexibility
Flexibiliteit
Someone breathing down your neck
Iemand die de ganse tijd opje vingers zit te zien
To commute
Pendelen
To telecommute
Telewerken
To work from home
Van thuis uit werken
Vacation time
Vakantie
Time off
Tijdelijk er tussenuit zijn
Long hours
Lange uren
2) Management styles 1 Satisfaction
Voldoening
Responsibility
Verantwoordelijkheid
To use their initiative
Initiatief gebruiken
Participative
Deelnemend aan
Decision-making process
Beslissingsproces
Empowerment
Machtiging
To feel valued
Gewaardeerd voelen
Motivation
Motivatie
Morale
Moraal
Well-being
Welzijn
Subordinates
Ondergeschikten
Working under somebody
Onder iemand werken
Supervision
toezicht
Authoritarian
Authoritair, nogal streng toezichthoudend
Discipline
Discipline
Disciplinary procedures
Procedures m.b.t. het disciplineren en sturen van je ondergeschikten
Imposed (> to impose)
Opgelegd
Consultation
Raadpleging
Theory X Theory Y
Mensen haten hun job en doen er alles aan om het te vermijden Mensen kunnen onder de juiste omstandigheden voldoening krijgen uit hun job
3) Management styles 2 Dissatisfaction
Ontevredenheid
Hygiene factors
De aspecten van een job die leiden tot afkeer ervan
Policy
Beleid
Working conditions
Werkomstandigheden
Salary
Salaris/ wedde
Peer relationships
Relaties tussen collega’s onderling
Security
Veiligheid
Motivator factors
>< hygiënefactoren
Achievement
Prestatie
Recognition
Erkenning
Positive feedback
Positief antwoord/ feedback
The work itself
Het werk op zich
Responsibility
Verantwoordelijkheid
Advancement
Vooruitgang/ het hogerop klimmen
Career ladder
Carriere ladder
Personal growth
Persoonlijke groei
To consult
Raadplegen
Hierarchy
Hierarchy
To empower
Iemand macht toekennen/ machtigen met of voor
Delegation
Het doorschuiven van taken
Hierarchical
Hiërarchisch
4) Employment and employability In-house
Binnen de onderneming
To outsource
Uitspenderen aan een ander bedrijf
A job for life
Een job voor het leven
Offshoring
Het outsourcen van een taak uit de waardeketen aan een buitenlands bedrijf
Offshore companies
Buitenlandse bedrijven
A competitive edge/ advantage
Een competitief voordeel
Cost-effective
Kost-effectief (~ kostdrukkend)
Core activities
Kern activiteiten (typisch inherent aan de aard van het bedrijf)
To make redundant
Ontslaan
A contractor
Een aannemer
Professional development
Professionele ontwikkeling
Current trends
De huidige manier van werken/ trends
Employable
Tewerkstelbaar
Lifelong learning
Je leven lang leren
A career move
Een carrierezet
To set up on ones’ own A freelancer Consultancy services
Op je eentje iets opstarten Een freelancer (verschilt van loondienst door de afwezigheid van een vast of langdurig dienstverband/arbeidsovereenkomst) Raadgevingsdiensten/ consulting diensten
To work freelance
Freelance werken
Portfolio workers
Portfolio werknemers
A portfolio
Een portefeuille (van effecten)
5) Flexibility and inflexibility A flexible job market
Een flexibele arbeidsmarkt
Flexible working
Flexibel werken
Temporary workers
Tijdelijke werknemers
Temporary contract
Tijdelijk contract
Temp agency
Uitzendbureau
Part-time workers
Deeltijds werknemers
Job sharing
Twee of meerdere mensen werken aan eenzelfde taak
Job flexibility
Job flexibiliteit
To hire
Aannemen
To fire
Ontslaan
To let people go
ontslaan
To give someone notice
Iemand een waarschuwing geven dat ze zullen ontslagen worden
Redundancy payments
Ontslagpremie
Unemployment benefits
WW-uitkering (WW= werkloosheidswet))
Job creation
Het scheppen van banen
Job security
Job veiligheid
To make employees redundant
Werknemers ontslaan
Consultation
Consultative
Job protection
Job bescherming
Trade unions
Vakbonden
Sick pay
Ziekteuitkering, ziektengeld
Parental leave
Ouderschapsverlof
Maternity leave
Moederschapsverlof
Social charges
Sociale lasten
Rigid labour market
Rigide arbeidsmarkt
Inflexibility
>< flexibiliteit
Unemployment
Werkloosheid
Economic growth
Economische groei
6) Work-life balance Under a lot of stress / pressure
Onder veel stress/ druk staan
Stressfull
Stresserend
To be stressed out
Gestresseerd zijn
To de-stress
Ontstressen
Stress-related illness
Ziekte vanwege stress
Burn-out
Afgeleefd zijn vanwege te zware werkuren te kloppen op dagelijkse basis
(nervous) breakdown
Zenuwinzinking
Stress counselor
Raadgever (soms ook therapeut)
Stress factor
Oorzaak van stress
Stress symptom
Een aanwijzing van stress
Stress management
Het omgaan met stress
Stress industry
Term gebruikt door critici om te zeggen dat stress problemen zwaar overroepen zijn en verwijzen naar overmatige begeleiding, onderzoek, etc… rond stress
Heavy workloads
Zware werkhoeveelheden
To be overworked
Overwerkt zijn
Office politics
Problemen bij collega’s onderling wanneer ze elk trachten hoger op te klimmen binnen het bedrijf
To play politics
Politieke spelletjes spelen
Role ambiguity Lack of management support Effort-reward imbalance
Home-work imbalance
Waneer je verantwoordelijkheden van jouw functie in de onderneming niet helemaal duidelijk zijn Gebrek aan management ondersteuning Onevenwicht tussen de moeite en tijd die je in werk steekt, en de belonging die hier tegenover staat Onevenwicht tussen de tijd die je thuis kunt spenderen, en de tijd die je verplicht bent te spenderen op je werk
Workaholics
werkverslaafden
Quality of life
Levenskwaliteit
Commuting
Het pendelen
To downshift
terugschakelen
To rebalance
herbalanceren
Homeworkers
Thuiswerkers
Work-life balance
Evenwicht in je werkleven
Autonomy
Autonomie
Independence
Onafhankelijkheid
Boundary
Grens
To feel isolated
Je geïsoleerd voelen
7) Managing talent 1 To have talent
Talent hebben
A talent (talenten)
een talent (talenten)
To be talented
Getalenteerd zijn
A talent pool
Een talent pool
To spot and recruit the raw talent
Nieuw talent opmerken en aanwerven
Candidates
Kandidaten
A firm’s culture
Bedrijfscultuur
Induction
Het onderwijzen van de nieuw aangewerfde werknemers in de factoren waarvan het succes van de onderneming afhangt, en de rol die zij zullen spelen in het bedrijf
Training and development
Opleiding en ontwikkeling
Capabilities (= skills)
Vaardigheden
Performance assessment
Prestatie beoordeling
Performance improvement interventions Job rotation
Het tussenkomen in de manier van werken om prestaties te verbeteren Werknemers vervullen verschillende jobs
Executive education
Het trainen van het management
360-degree analysis
Managers en werknemers beoordelen elkaars prestaties en krijgen vervolgens allebei individuele coaching
To coach
Coachen
Culture or Fit interventions
Feedback die in een vroeg stadium en nogal sterk wordt opgedrongen aan mensen die weigeren zich aan te
passen aan de cultuur/ regels binnen de onderneming Feedback
Feedback (letterlijk: terugkoppeling)
Succession planning
Het plannen van wie wie gaat opvolgen en wanneer dat deze opvolging zal gebeuren
Staffing needs
Nood aan personeelsaanwerving
Business model
Zakenmodel
Compensation for contribution
Een bijdrage vergoeding
Rewards
Beloningen
Commitment
Verbintenis
Mobility
Mobiliteit
8) Managing talent 2 Key people Core-competents / super-talents
Mensen die de juiste combinatie van talenten bezitten die goed in het bedrijf passen Mensen die met kop en schouders uit de talent pool steken
Core competences Mission-critical ABC approach
Essentiëel voor het success van het bedrijf A = de top (de 10% beste) B = de middengroep C = mensen die op het punt staan ontslagen te worden (de 10% slechtste)
Performance assessment
Prestatie-beoordeling
Top performers
De beste presteerders
Talent managers
Executives die oordelen wie waar past in het ABC model
Creatives
Creatievelingen
Suits (managers)
Managers
To disband
Ontbinden
A virtual organization
Een virtuele organisatie
To mentor
Opleiden
A mentor
Een mentor
A mentee Reverse mentoring
Diegene die wordt opgeleid door de mentor (de gementeerde?) Wanneer de mentee de mentor zaken aanleert
Mentorship
Mentorschap
Coaching
Het coachen
The coach
De coach
A coachee
Iemand die coaching krijgt
9) Team building A common purpose
Een gemeenschappelijk doel hebben
Individuals
Individuen
Teams
Teams
Team building
Team building, het scheppen van een groepsgevoel
Level of engagement / commitment
De mate waarin je begaan bent met…
Team leader
Groepsleider
Team effort
Het werk gedaan door het team als een geheel
Team performance
De resultaten geboekt door het team
Team dynamics Team effectiveness
De manier waarop teams samenwerken De effectiviteit waarmee teams samenwerken
Team learning
Het leren in groep/ teams
Team players
Teamspelers
The implementer
Een uitvoerder
The coordinator The shaper The plant The resource investigator The monitor-evaluator
Team worker
The completer Stages of team life: Forming Storming Norming Performing Mourning
De coordinator De persoon die problemen identificeert, ideeën naar voren schuift De persoon die de geïdentificeerde problemen oplost en originele ideeën bedenkt De persoon die het verkenningswerk doet; de liaison met de buitenwereld De persoon die de mogelijkheden m.b.t. tal van zaken overziet, en kijkt naar wat haalbaar is en wat niet De persoon die zorgt voor een gezonde groepssfeer, de andere leden steun geeft en conflicten binnen de groep tracht te vermijden De persoon die alles in het oog houdt; zorgt dat fouten worden gecorrigeerd en dat er niets wordt vergeten Stadia van teamlife: Vorming van de groep: iedereen is nog wat nerveus; iedereen wacht af hoe de zaken zullen verlopen Stadia dat er spanningen optreden binnen de groep; conflicten tussen groepsleden Het ontstaan van een hechtere band tussen de groepsleden; schepping van een echt groepsgevoel De groep voert de taak uit waarvoor ze uiteindelijk samengesteld werd De taak is uitgevoerd, en de groep is no more; de groepsleden moeten emotioneel afscheid nemen van elkaar
10) the right skills Hard skills Soft skills
Aangeleerde/ ingestudeerde vaardigheden Vaardigheden waarbij toch iets van feeling nodig is
Tactful
Een voorbeeld van een soft skill
Non-authoritarian
>< authoritair
Non-dictatorial
>< niet dictatoriëel
Emotional competencies
Emo vaardigheden
Emotional intelligence
Emotionele intelligentie (vb: het kunnen inleven in een ander zijn/ haar gevoelens)
Self-awareness
Zelfbewustzijn
Self-regulation
Zelfregulering
Motivation
Motivatie
Impulses
Impulsen
Initiative
Initiatief
Stimulation
Stimulatie
Empathy
Empathie
To stereotype
Stereotyperen
Cultural differences
Culturele verschillen
Social skills
Sociale vaardigheden
Cooperation
Samenwerking
Dispute resolution
Het beëindigen van ruzies
Intelligence quotient
IQ
Emotional quotient
EQ
Traits
Kenmerken
Drivers
Karakteristieken die ervoor zorgen dat mensen effectief iets doen
Motivation
Motivatie
Decisiveness
Daadkracht
Constrainers
Conscientiousness
Karakteristieken die mensen in het gareel houden, hen geode beslissingen laat nemen (vb: het geweten van iemand) Veel moeite steken in je werk en hetgeen je doet probeer je zo goed mogelijk te doen
Integrity Enablers Sensitivity
Integriteit, eerlijkheid Karakteristieken die ervoor zorgen dat mensen presteren en slagen in hun opzet (vb: zelfvertrouwen, zelfbewustzijn) Weten/ kunnen opmerken hoe anderen zich voelen
Influence
Invloed
Self-awareness
Zelfbewustzijn
11) Equality and diversity Race
Ras
Gender
geslacht
Geographic origin
Geografische oorsprong (als in waar je vandaan komt)
Sexual orientation
Hetroseksualiteit vs. homoseksualiteit
Family status
Getrouwd, single, in een relatie, etc..
Social background
Sociale achtergrond
Age
Leeftijd
Education
Onderwijsniveau
Disability
Handicap
Sexism
Seksisme
Sexist attitudes
Seksitisch gedrag
Sex discrimination
Dicriminatie op basis van geslacht
Glass ceiling
Het figuurlijke glazen dak dat verwijst naar de beperkte doorgroeimogelijkheden van vrouwen binnen een bedrijf, vanwege hun geslacht. vorm van seksuele discriminatie
Stereotypical
Stereotypisch
Roles
Banen en activiteiten
Gender stereotyping
Het stereotyperen op basis van geslacht
Race
Ras
Ethnicity
Ethniciteit
Racial discrimination
Discriminatie op basis van ras
Racism
Racisme
Racist
Racistisch
A racist
Een racist
Ageism
Leeftijdsdiscriminatie
Ageist attitudes
Leeftijdsdiscriminerend gedrag
Affirmative action
In de VS: wanneer er hulp wordt geboden aan gediscrimineerde mensen op vlak van onderwijs en tewerkstelling
Equal opportunities
De britse versie van affirmative action
Positive discrimination Equal opportunities policy
Positieve discriminatie (vb: affirmative action, equal opportunities) Beleid dat voor gelijke kansen moet zorgen rond de werknemers binnen het bedrijf
Dignity at work policy
= equal opportunities policy
Equality
Gelijkheid
Diversity
Diversiteit
Background
Achtergrond
Social
Social
Demographic
Demografisch
Ethnic minorities
Ethnische minderheden
Diverse workforce
Een divers personeelsbestand
Diversity training Diversity initiative Diversity statement Diversity strategy Diversity management Diversity programme
Werknemers wijzen op het belang van diversiteit Een actie die wordt ondernomen om diversiteit te verhogen Een verklaring van het bedrijf over hoe zij staat tegenover diversiteit Een lange termijn plan om diversiteit effectief uit te gaan voeren De manier waarop diversiteit wordt gemanaged in een bedrijf Een programma, opgesteld om diversiteit in praktijk te stellen
12) What is quality? Conformity
Overeenstemming
Conformance to specification
Conform blijven aan de specifieke richtlijnen rond het product als een geheel en de manier waarop het wordt gemaakt/ geassembleerd
Components
Onderdelen
Consistency
Consistentie
Elimination of variation
Geen variaties
Zero defects
Geen defecten
Right first time
Goed vanaf de eerste keer
Reworking
Werk opnieuw doen
Faults
Fouten/ defecten
Defects
Defecten
Employee involvement Total quality management (TQM)
werknemers worden meer betrokken bij reilen en zeilen van het bedrijf De kwaliteit van producten wordt over de ganse productielijn opgevolgd
Satisfy customer needs
Voldoen aan de noden van de klant
Customer approval
Goedkeuring/ tevredenheid van de klant (over een bepaald product)
Customer expectations
Verwachtingen van de klant
To exceed (expectations)
Overstijgen (van verwachtingen)
Customer delight
Verrukking van de klant (zeer grote tevredenheid)
Expectations
Verwachtingen
(Product)performance
de prestatie van het product (doet het datgene waarvoor het gemaakt werd?)
Features
Karakteristieken
Reliability
Betrouwbaarheid
Technical durability Serviceability Aesthetics Perceived quality Value for money
Hoe lang een product kan meegaan (de verwachte leeftijd van een product) De mate van het gemak waarmee een product kan onderhouden of hersteld worden De esthetiek, schoonheid van iets (de ‘looks’ van een product) Kwaliteit zoals ze wordt waargenomen door de klant Waar voor je geld
13) Quality standards The international organization for standardization
(eens google’n)
Standards institutes
(ook google’n)
International standards
Gedocumenteerde/ neergeschreven overeenkomsten waarin technische specificaties en andere criteria/ richtlijnen zijn opgenomen om te garanderen dat goederen en diensten hun bedoelde nut kunnen vervullen
Technical specifications
Technische specificities
Criteria
Criteria
Fit for purpose
Geschikt voor gebruik
Quality management
Het managen/ waken over kwaliteit
Quality management systems
De standaard om garantie te kunnen bieden rond de kwaliteitsvereisten en
de klanttevredenheid (nogal vaag eigenlijk…) Customer satisfaction
Klanttevredenheid
Supplier-customer relationships
Klant-leverancier verhouding
Environmental management Environmentally sustainable
Management dat rekening houdt met het te werk gaan op een milieugewijs duurzame manier Onderhoudbaar rekening houdend met de omgeving
To apply for certification
(zie hb voor context)
Generic standards
Generieke normen (zegt eigenlijk niet veel google’n)
Top management
Het top management
Statutory and regulatory requirements
Wettelijke en reglementaire bepalingen
Measurable objectives
Meetbare
Resource management
Het managen van middelen
Inputs
Inputs
Resources
Bronnen
Materials
Materialen
Customer satisfaction
klanttevredenheid
Training effectiveness
De effectiviteit van training
Continual improvement ( = “kaizen”)
Het continu streven naar een betere versie van een bestaand product (continual improvement is engels voor kaizen, een japans woord dat verwijst op het perfectionistische karakter inherent aan japanners)
14) Quality and people Models
Modellen
Frameworks
Raamwerken (? mogelijks iets anders bedoeld…)
Investors in People
(eens google’n)
Good practice
Zie hb voor context
Investors in people Standard
Geen idee…
Commitment
Toewijding, verbintenis
Planning
Het plannen (in zijn context zien)
The EFQM Excellence model
Een model opgezet voor Europese bedrijven om betere goederen en diensten af te zetten door gebruik van spitstechnologische managementpraktijken (nogal letterlijk vertaald)
Stakeholders
Aandeelhouders
Resources
Bronnen
Policy & strategy
Beleid & strategie
People management
De manier waarop mensen worden gemanaged/ geleid
Leadership
leiderschap
Processes
Processen (vertaling zegt niets in context plaatsen)
Enablers
Factoren die bijdragen tot kwaliteit
Results
De resultaten
Business results
De winsten gemaakt door een onderneming
Customer satisfaction
Klanttevredenheid
Impact on society
Impact op de maatschappij
People satisfaction
Hoe managers, werknemers, aandeelhouders,… staan tegenover het bedrijf
15) Striving for perfection Benchmarking
het zoeken en toepassen van best practices
Performance
Het presteren
Best practice
Het uitvoeren van praktijk/activiteit op de (op dat moment) beste manier
Benchmarking exercise
Zich benchmarken met andere bedrijven
Benchmark themselves against
Zich vergelijken met andere bedrijven
Internal benchmarking Competitive benchmarking Functional benchmarking Reverse engineering
Het meten van de prestaties van de verschillende departementen binnen een bedrijf en ze met elkaar vergelijken Kijken hoe andere bedrijven de zaken aanpakken (algemeen) Kijken bij andere bedrijven hoe zij personeelsaanwerving doen, hoe zij produceren,… Omgekeerd te werk gaan: vertrekken van een afgewerkt product en kijken hoe alles ineen zit
Defects per million
Aantal defecten per miljoen
Two Sigma quality
45 000 defecten per miljoen onderdelen
Six Sigma quality
1> defecten per 300 000 onderdelen
Zero defects
Geen defecten
16) Strategic thinking A strategy
Een strategie
Strategic success
Succes van een gekozen strategie
Profitability
winstgevendheid
Planning
Het plannen
Resource allocation
Alloceren van middelen
Resources
Middelen
Assets
Active
Objective
Doel
To formulate a strategy
Een strategie formuleren/ vormen
Vision
Visie: waar we naartoe willen
A mission statement
Een verklaring waarin staat wat we van plan zijn en wat we willen bereiken
Commitment
Verbintenis
Implementation
Implementering
Strategic move
Een strategische zet
Strategic partnership
Een partnership aangegaan uit strategische overwegingen
Strategic decision
Een strategische beslissing
Strategic acquisition
Aanwerving van een bedrijf uit strategische overwegingen
Strategic goal Strategic vision To defend a market To attack a market To establish a foothold/ toehold in a market To invade a market To dominate a market
Een markt verdedigen tegen nieuwe bedrijven die willen instappen Jezelf op een martk gooien en daar gaan concurreren met andere bedrijven; voor het eerste op deze markt iets verkopen Een klein deel van de markt inpalmen om vervolgens te kunnen uitbreiden Steeds succesvoller worden in een bepaalde markt De grootste speller zijn op een bepaalde markt
To withdraw from a market
Zich terugtrekken uit een markt
Cut-throat
Moordend (als in moordende concurrentie)
Ferocious
Woest
Intense
Intens
Fierce
Fel
Stiff
Rigide, straf (als in straffe competitive)
To encourage competition
aanmoedigen
To intensify
Intenser maken
To sharpen
aanscherpen
To harm
Schaden
To inhibit
Verhinderen
To stifle
Verhinderen
Competitors
deelnemers, concurrenten
Key players
De grootste concurrenten
Minor players
De kleinere bedrijven die ook in een markt spelen
Monopolies
Monopolies
Competing (e.g. competing products)
Concurrerend
Competitive (e.g. competitive products)
Concurrentiëel
Competing bids
Aangeboden prijzen voor bedrijven bij overnames
Competing offerings
Producten van verschillende bedrijven
Competing suppliers Competing technologies Competitive position Competitive pressure
Bedrijven die gelijkaardige goederen en diensten aanbieden Technische manieren om iets aan te pakken De plaats die een bedrijf inneemt t.o.v. concurrenten Druk die de ene concurrent aan de andere kan opleggen
Competitive price
Concurrentiële prijs
Competitive threat
Iets wat een bedrijf kan doen om zijn concurrent te hinderen, of om zijn postitie te verzwakken
Competitive advantage / edge
Competitief voordeel
Competitive strategy
Een plan met oog op succes, en de verhouding ervan t.o.v. de concurrentie
18) Companies and their industries Competitive forces
De drijfveren achter competitiviteit
Industry
Industrie
Competitive strategy
Zie bovenaan
Strengths, weaknesses, opportunities, threats (SWOT)
Een competitief voordeel opbouwen en behouden Sterke kanten, zwakheden, kansen, bedreigingen
Environment
Omgeving
External factors
Kansen en bedreigingen in de omgeving van een bedrijf
Core competencies
Kern competenties
To build and maintain a competitive advantage
Internal factors Cost leadership Volume industries Differentiation
Hoe een bedrijf zich organiseert, omspringt met zijn HR, knowhow, uitrusting,… Producten aanbieden tegen de laagste prijs (onder vorm van een strategie) Industrieën waarin producten worden geproduceerd aan grote hoeveelheden Producten aanbieden die een meerwaarde t.o.v. de producten van de concurrent
Added-value
Toegevoegde waarde/ meerwaarde
Focus
Focus
Niche
Niche (als in ‘een nichemarkt’)
To be stuck in the middle
Ergens middenin zitten en er niet weg geraken
19) Key strategic issues Concentrated industries
Geconcentreerde industrieën
To be fragmented A market share
Een marktaandeel
Low entry barriers
Lage instap-barrières
Attractive
Aantrekkelijk
Profitability
Winstgevendheid
Entrants
Bedrijven die instappen
High entry barriers
Hoge instap-barrières
Acquisitive
Hebzuchtig
Acquisitions/ takeovers
Overnames
Strategic acquisitions
Strategische overnames
To merge
Fuseren
Vertical integration
Unwieldy conglomerate Subsidiaries
Portfolio theory
To dispose of/ divest non-core businesses
Verticale integratie (wanneer een onderneming zijn leveranciers opkoopt) Een holding met een groot aantal dochtermaatschappijen die moeilijk lucratief in groep kunnen gemanaged worden Dochtermaatschappijen Wanneer de vraag naar goederen of diensten van één van de bedrijven uit het conglomeraat zou dalen, zou het gecompenseerd worden door een stijgende vraag naar goederen of diensten van een ander bedrijf uit de groep Verkopen van bedrijven die zich niet bezig houden met de hoofdactiviteit van de onderneming
To concentrate on core businesses
Zich toeleggen op kernactiviteiten
The make or buy decision
De beslissing om te gaan outsourcen of zelf te produceren
In-house
Binnen het bedrijf
Family(-owned) businesses
Een familiebedrijf
chaebols
Familiebedrijven waarbij de verschillende schakels in de waardeketen worden beheerd door familieleden
20) innovation To foster creativity and innovation
Aansporen/ cultiveren van creativiteit en innovatie
Bureaucratic
Bureaucratisch
Creative
Creatief
Skunk works New product development
Een plaats buiten de bedrijfssites waar aan innovaties wordt gewerkt Het ontwikkelen van nieuwe producten
Research & Development (R&D)
Onderzoek en ontwikkeling
Focus groups
Groepen van consumenten die hun mening geven over producten
Development process
Ontwikkelingsproces
Bring a product to market
Een product op de markt brengen
First mover advantage
Het voordeel van als eerste in te stappen en op die manier de markt kan beïnvloeden
Trendsetters
Trendsetters
Innovators Followers
Bedrijven die met nieuwe concepten afkomen Bedrijven die zelf niet innoveren maar gewoon mee op de trein springen
Pioneers
De ‘first-movers’
Emerging industry
Een opduikende industrie/ een nieuwe industrie
Technology
technologie
Attractive
Aantrekkelijk
Structure
Structuur
To establish
Vestige
To drop out
Uitstappen
a process of shakeout and consolidation
Een proces waarbij kleine bedrijven uit de markt moeten stappen omdat ze de oplopende kosten die voortvloeien uit een steeds meer verhittende competitive met grotere bedrijven, niet meer aankunnen
to dominate
Domineren
mature
Volgroeid
21) Preparing for the future To anticipate
Anticiperen
Social and economic environment
Social-economische omgeving
To respond to changes
Reageren op veranderingen
Scenario planning
Gereed zijn om te reageren op veranderingen in de maatschappij en de economie in zijn geheel
To evolve
Evolueren
Futurologist
Futuroloog
Futurist
Futurist (?)
Futurology
Futurology
To forecast/ predict
Voorspellen
The Delphi method
De Delphi method
A panel of experts
Een panel van deskundigen
An iterative process
Een iteratief proces/ een herhalend proces
To converge
Convergeren, samenlopen
To reach a consensus
Tot een overeenstemming komen
Predictions
Voorspellingen
Applications
Toepassingen
A structured group
Een gestructureerde groep
Mini-Delphi
Het gebruik van de Delphi methode in face-to-face meetings
Risk management
Risico management
Nationalization of assets
Nationalisering van activa (door de overheid)
Social responsibility
Sociale verantwoordelijkheid
Image
Imago
Public relations disaster
Een catastrofe m.b.t. PR
Crises
Crisissen
Contingency plans
Rampenplannen
Crisis management plans
= contingency plans
Business continuity plans
Plannen betreffende het voort kunnen zetten van de bedrijfsactiviteit wanneer technische complicaties opduiken
22) The four Ps and beyond Product
Product
Offers
Offertes
Offerings
Aanbods
Pricing
Het zetten van prijzen
Place
Plaats
Distribution channels
Distributiekanalen
Outlets
kleinhandel
Promotion
Promotie
advertising
Het adverteren
marketing mix
Marketing mix
in contact with
In contact met
helpful
Nuttig
well-trained
Goed opgeleid
highly informed
Goed geïnformeerd
motivated
Gemotiveerd
sales process
Verkoopproces
after-sales service
Dienst na-verkoop
sales support
Algemene term: de hulp die klanten krijgen van de winkeliers bij het kopen van producten
process
Proces
efficient
Efficient
customer experience
Ervaring van de klant met …
physical evidence
Materiëel bewijs
intangible
Immateriëel
23) Customer satisfaction (the 4 C’s) Customer solution Customer cost
Voor elk probleem van elke klant een gepaste oplossing vinden De prijs betaald door de klant voor een product
Convenience
Gemak
Customer focus/ customer orientation
Klant is koning
To meet expectations
Tegemoet komen aan verwachtingen
Customer satisfaction
Klanttevredenheid
To fall below expectations
Beneden verwachtingen vallen
Customer delight
De klant is verrukt (maar dan in zelfstandig naamwoord gegoten)
To be involved in
Betrokken zijn in
Degree of involvement
Graad van betrokkenheid
Word-of-mouth
Mond-aan-mond reclame
Customer loyalty
Klantentrouw
Allegiance
Trouw
Customer retention Repeat business Customer defection Lost customer analysis
Klantenbinding Zaken doen met klanten die blijven terugkomen Het overlopen van klante naar een concurrent Analyseren waarom de klant zou zijn overgelopen
Defected
Overgelopen
Churn
Het percentage klanten die jaarlijks van leverancier veranderen
To build customer base
Klantenbasis opbouwen
24) Knowing your customers 1 Market intelligence Trends in a market Mystery shoppers Market research / marketing research Market research firm Secondary data Primary data
Het kennen van de laatste trends in de markt: markt intelligentie De trends in een bepaalde markt (welke soorten producten zijn gewild, welke niet, etc…) Onderzoekers die zich voordoen als ordinaire winkelaars Marktonderzoek Bedrijf dat zich specialiseert in het uitvoeren van marktonderzoeken Informatie die reeds bestaat en beschikbaar is aan het publiek Informatie verzameld voor een specifiek doel
To define the problem
Het probleem definiëren
The research objectives
De doelen van het onderzoek
Develop the research plan
Een onderzoeksplan ontwikkelen
To collect the data
Gegevens verzamelen
Observational approach Focus group
Het verzamelen van klantengegevens door klanten te observeren Een kleine groep van mensen die een product, dienst of iets anders beoordelen in een onderlinge discussie, geleid door een moderator
A moderator Online focus group Survey research
De persoon die de discussie in goede banen leidt Een groep van mensen die het product online bespreken Onderzoeksmethode waarbij klantengegevens worden verzameld via een vragenlijst
A questionnaire
Een vragenlijst
Mall intercepts
Het verzamelen van gegevens door mensen aan te klampen in shopping centra
Behavioural data
Gegevens over klantgedrag
Data mining
Het kopen van klantgegevens
Experimental research
Klantgegevens verzamelen via experimenten
Testing hypotheses
Uittesten van hypotheses
Samples
Monsters, stalen (letterlijk) steekproeven (context hb)
To analyse data
Gegevens analyseren
Statistical techniques
Technieken uit de statistiek
To draw conclusions
Besluiten trekken
To present findings
Bevindingen tonen/presenteren
Marketing plan
marketing plan
A tactical or operational plan Strategic marketing plan
Plan betreffende de tactiek die men gaat gebruiken Plan dat de strategie bevat betreffende de marketing rond een product
25) Knowing your customers 2 A segment
Een segment
Segmentation
Segmentatie
To differentiate
Differentiëren
To position
Positioneren
Target groups
Doelgroepen
Behavioural segmentation
Indeling o.b.v. gedrag
Situation of use Demographic segmentation Social class To appeal to Psychographics Actualizers Strugglers Experiencers
Believers
Makers
Strivers
Radio-frequency identification (RFID) To track Loyalty cards Electronic readers Profiles Traffic
Gebruik/ keuze van een product hangt af van de situatie waarin de klant zich bevindt (vb: op café een pintje, thuis een cola) Indeling o.b.v. leeftijd, beroep en zelfs sociale klasse Sociale klasse (cfr. De verschillende lagen in de maatschappij) Aantrekkelijk zijn voor Mensen categoriseren o.b.v. waarden, meningen, activiteiten en interesses (vb: het VALS systeem) Succesvolle mensen met een dure smaak in producten Arme, oudere mensen die trouw blijven aan een bepaald merk Jonge mensen die veel geld uitgeven aan muziek en kleren zonder veel vooraf te plannen wat ze juist gaan kopen Conservatieve mensen die liever producten kopen waarmee ze bekend zijn, of die van een gevestigd merk zijn Pragmatische mensen met een familie die zoeken naar praktische, functionele producten zoals gereedschap Mensen met weinig geld, maar die producten uit de duurdere prijsklasse kopen om de actualizers te kunnen imiteren Een techniek die wordt gebruikt om de aankopen van klanten te kunnen opvolgen Opvolgen Trouwe-klant kaartjes (vb: 10 broodjes kopen = 1 gratis) Scannen labels om te zien wat er allemaal in een winkelwagen zit Profielen (opgesteld voor elke klant afzonderlijk) Verkeer
To interact with
Interageren met
Virtual shopping carts
Virtuele winkelwagens (online shoppen)
To abandon
verlaten
Internet usage
Internetgebruik
Privacy
Privacy
Confidentiality
Vertrouwelijkheid
26) Knowing your customers 3 Data management
Het managen van data/ gegevens
Points
Punten (kunnen door klanten verzameld worden bij aankoop van producten)
To be redeemed against
Ingeruild worden
Buying habits
Koopgewoonten
To enrich a database
Een database verrijken
Data analysis
Data-analyse
Data protection
Gegevensbescherming
Data warehousing
Opslaan van gegevens
Data warehouses
Opslagplaatsen van gegevens
Consumer behavior
Klantgedrag
To target
Richten/ mikken (op)
Consumer profiles
Consumentprofielen
Customer relationship management (CRM)
Het managen van klantenrelaties
CRM software packages
CRM software pakketten
CRM solutions
= CRM software packages
One-to-one marketing
Marketing op individueel niveau
Segment-of-one marketing Mass customization
Het gebruikt van computergebaseerde productiesystemen om aangepaste output te genereren
27) Brands and branding A brand (to create / maintain / protect / enhance …)
Een merk
Brand image
Merkimago
Brand loyalty
Merkentrouw
Brand awareness
Merkbekendheid
Brand identity
Merkidentiteit
Brand recognition
Merk(h)erkenning
Brand equity
merkwaarde
To position a brand
Een merk positioneren
Brand positioning
merkpositionering
To position products
Producten positioneren
A positioning map
Een kaart waarop de relatieve posities van de verschillende producten op staan aangegeven
A flagship brand
Topmerk
A generic brand
Huismerk
Brand stretching / brand extension
Merkuitbreiding
To associate
Associëren
Brand dilution
Merkverwatering
To damage the core brand
Het hoofdmerk beschadigen
28) Global brands To appoint
Aanwijzen, benoemen
Agents
Agenten
Indirect export
Indirect export
Sales area
Afzetgebied
Direct export
Directe export
Export manager
Export manager
To license
Toestemming geven voor
Rights to manufacture
Productierechten
Under license
Onder licensie
Licensing agreement
licentieovereenkomst
A joint venture
Gezamelijke onderneming (als in ‘twee bedrijven ondernemen gezamelijk iets’)
Direct investment
Directe investering
Global offerings
Dezelfde producten wereldwijd aanbieden
Homogenous market
Homogene markt
To adapt
Aanpassen
Glocalization
Samentrekking van globalisering en localisering; bij het globaal distribueren van producten rekening houden met lokale smaken en voorkeuren voor producten
29) Supply chain management Manufacturing sector
Industriële sector
Manufacturing plant
Productiefabriek
Manufacturing jobs
Werk waarbij je effectief iets maakt
Manufacturing productivity Manufacturing capacity Manufacturing operations Manufacturing process
De output geproduceerd door elke werknemer De hoeveelheid product dat kan gemaakt worden door de fabriek Activiteiten gerelateerd met het maken van dingen Alle stadia betrokken bij het maken van iets
Factory / works
Fabriek
Fab plant
Fabriek waar hi-tech silicon chips worden gemaakt
Silicon chips
Hoofdonderdelen van computers
An assembly plant Assembly lines To ramp up To operate at full capacity / below capacity
Fabriek waar onderdelen worden ineen gezet De band waarop producten/ machines in elkaar gezet worden Progressief laten toenemen (nogal letterlijk vertaald) Op volle capaciteit draaien/ produceren
Idle
nutteloos
Suppliers
Leveranciers
Raw materials
Ruwe materialen
Components
Onderdelen
Supply chain
Keten van bevoorrading (de verschillende stadia betrokken bij bevoorrading van een bedrijf)
Supply chain management
Het managen van de supply chain
To outsource
uitbesteden
To buy in
Inkopen
Integrated into
Geïntegreerd in
Just-in-time
Juist-op-tijd levering (geen opslagkosten)
Warehousing
Het opslaan in hangars
Handling
Behandeling (?)
Storage
Opslag
Production lines
Productielijnen
Clusters
Groepen/ clusters
Captive plants Retail Transport / distribution Automated warehouses Logistics
Fabrieken die onderdelen voorzien voor slechts één nabije producent Het leveren van goederen (en diensten) aan particulieren Distributie Geautomatiseerde hangars (worden gemanaged door computers) Transport + distributie+ opslag van goederen
30) Logistics Forward and reverse flow of goods and services
De stroom van goederen en diensten tussen het punt van oorsprong en het punt van consumptie
Inventory
voorraad
Work-in-progress
Vb: het transporteren van halfafgewerkte auto’s naar een andere assembly line om daar de finishing touch te krijgen
Finished goods
Afgewerkte producten/ goederen
Logistical
Betreffende de logistiek
Logistic
Logistisch
logistician
Een manager die in logistiek werkt
Reverse logistics Valuable outcomes
Sustainable development
From cradle to grave
Stroom van goederen naar het distributie stadium en verder Waardevolle resultaten (letterlijk vertaald zie hb voor context) Ontwikkeling van producten waarbij de producent verantwoordelijk is voor zijn producten van het moment van productie tot het moment van recyclage Van begin tot einde
Disposal
Afdoening, afval
Recycling
Het recycleren
Waste electrical and electronic equipment (WEEE)
Elektrisch afval en elektronisch material (vb: batterijen, kapotte broodroosters,…)
Reuse
Hergebruik
Repair
Herstel
Refurbishment
Renovatie
Remanufacturing
Herproduceren
To upgrade
Upgraden
To recycle
Recycleren
To salvage
redden
To dismantle
Ontmantelen/ iets strippen naar zijn onderdelen
31) Outsourcing and offshoring Subcontractors
Onderaannemers
In-house
Binnen het bedrijf
Non-core & core competencies
Kerncompetenties en nietkerncompetenties
Transaction cost analysis
Analyse van de transactiekosten
Expertise
Expertise, vakkunde
Corporate culture
bedrijfscultuur
Business process outsourcing (BPO) Back office outsourcing
= back office outsourcing + front office outsourcing Outsourcen van het aankopen van materialen, het betalen van werknemers, versturen van facturen
Business process outsourcing
Outsourcen van administratieve taken
Payroll
Loonlijst
Billing / invoicing Front office outsourcing Customer-facing services Offshoring
Facturatie Outsourcen van technical support en marketing Diensten waarbij er face-to-face interactie is met de klant Outsourcen aan bedrijven die zich in het buitenland bevinden
Knowledge process outsourcing (KPO)
Outsourcen van R&D activiteiten
Knowledge workers
Hooggekwalificeerde werknemers
Cost savings
kostenbesparingen
To globalize
globaliseren
32) The evolving web 1 Broadband access
breedbandtoegang
To download
downloaden
Bandwidth
bandbreedte
Applications
Applicaties, (web)toepassingen
Video-conferencing
Videobellen
Internet tv
Internet tv
To stream
Streamen (cfr. Youtube, megavideo,…)
Video-on-demand (VOD)
VOD
Mobile devices
Mobiele apparaten
Handhelds (PDAs)
Personal digital assistants (vb: smartphones)
To browse or surf the internet
Op het internet surfen
SatNav
Satellite navigation
GPS
Global positioning system
Moore’s law
Google’n: toename van chipgrootte in vergelijking met toename in prijs
33) the evolving web 2 Dotcom bubble
Dotcom zeepbel
Information sharing
Delen van informatie
Interoperability
Het kunnen samenwerken van verschillende computers en computersystemen
Collaboration
samenwerking
To edit
aanpassen
Instant messaging Social networking sites Specialized forum
Het onmiddelijk kunnen sturen en ontvangen van berichten Cfr. Facebook, netlog, linkedin,… (onderscheid tussen external en internal social networking sites) Forum waar informative kan gedeeld worden voor een particuliere groep van mensen
Video-sharing sites
Vb: youtube
To upload
uploaden
The blogosphere
Alle blogs en hun onderlinge verbindingen
Attractiveness
aantrekkelijkheid
Userfriendliness
gebruiksvriendelijkheid
To generate revenue
Inkomsten genereren
Stickiness
Mate/ tijd dat een site een gebruiker kan vasthouden
Internet ratings agencies
Internet ratings agentschappen
Website management companies
Bedrijven die zich bezighouden met het managen van websites
Search engine
zoekmachine
rankings
De lijst van sites die het eerst verschijnen
34) Knowledge and the internet
Knowledge creation
Creëren van kennis
The SECI model
Zie p. 76 BVU
Learning organization
(zie boek voor context)
To tap into
aanboren
Intellectual capital
Intellectueel kapitaal
Corporate intranet
Intranet van het bedrijf
Information overload
Overdaad aan informatie waardoor het niet meer verwerkt kan worden
Metadata
Gegevens over gegevens
Collaborative site
(zie boek voor context)
Hands-on experience
Zelf opgedane ervaring
Proprietary
gepatenteerd
Mass collaboration
Samenwerking op grote schaal
Collective intelligence
= mass collaboration
Crowd intelligence
= mass collaboration
To crowdsource
=to mass collaborate
To collaborate on
Samenwerken aan
Prosumers
Consumenten die bijdragen aan hoe het eindproduct uit de fabriek komt
35) Internet security Hackers
hackers
To infiltrate
infiltreren
To overload
overbelasten
A denial of service attack
Het opzettelijk overloaden van het informatie systeem van een organisatie met verzoeken voor informatie zodat gebruikers geen
toegang meer kunnen krijgen tot informatie To hijack
kapen
To encrypt
encrypteren
Phishing
Informative verkrijgen door zich voor te doen als iemand anders via email (bijvoorbeeld)
Security details
Vb: passwords
Identity theft
Stelen van identiteit
Scams
oplichtingen
Electronic trail
Een elektronisch spoor: de sites die je bezoekt worden bijgehouden
Surveillance
toezicht
Law enforcement agencies
Vb: de politie
To snoop into
Snuffelen in
Civil liberties
Burgerlijke vrijheden
36) internet selling E-commerce
Handel online
Business-to-consumer
B2C
Business-to-business
B2B
E-procurement
Aankopen van voorraden via het internet
e-commerce An e-commerce portal An e-commerce platform
Een ‘poort’ om te kunnen verkopen via het internet Een computersysteem gebruikt om te kunnen verkopen via het internet
An e-commerce site
Een website
An e-commerce application
Een bijzonder type van site
An e-commerce solution e-commerce software
Een technisch medium gebruikt om online te kunnen verkopen Programma’s die gebruikt worden om online te kunnen verkopen
pure-play
exclusief
bricks-and-mortar outlets
Traditionele shops
pure e-tailing clicks-and-mortar outlets e-fulfilment price comparison sites
Wanneer er geen fysieke winkel meer te pas komt bij het verkopen van producten e-commerce gecombineerd met sales via traditionele kleinhandels Het verwerken en afleveren van bestellingen Sites waar prijzen van eenzelfde product kunnen vergeleken worden
to shop around
(zie hb voor context)
screenscrapers
Sites die browsen door andere sites op zoek naar prijzen van het product dat jij zoekt, en laten je toe het product via hen te kopen
trading hubs
e-marketplaces
reverse auctions
De leveranciers bieden voor een contract, en diegene die het laagste bedrag biedt krijgt het contract
supplier relationships
Relaties met de leverancier
private e-marketplaces
consortium e-marketplaces key buyers
Plaats (virtueel) waar één enkel bedrijf handelt drijft met verschillende leveranciers (dit gebeurt op zo’n emarketplace of trading platform) Plaats (virtueel) waar de belangrijkste afnemers in een industrie samenkomen om de collectieve aankopen en verkopen te organiseren Belangrijke afnemers binnen een industrie
37) intellectual property To generate revenue
Inkomsten genereren
Royalties
Geldinkomsten uit het in bruikleen geven van knowhow, producten,…
Content
inhoud
Creators
scheppers
File sharing
Delen van bestanden
Peer-to-peer sites
Google’n
Piracy
piraterij
Infringement of copyright
Schenden van auteursrecht
Content providers
Vb: filmproducenten
Intellectual property
Intellectuele eigendom
To digitize
digitaliseren
Electronic/ digital watermarks
Elektronische watermerken
Digital rights management (DRM)
DRM (google’n)
Copyright protection
Bescherming van auteursrecht
Abbreviations CHRO KPO LAN SECI
Chief human resources officer Knowledge process outsourcing Local Area Network Four modes of knowledge conversion 1. tacit to tacit(Socialization); 2. tacit to explicit (Externalization); 3. explicit to explicit (Combination), and 4. explicit to tacit (Internalization).