Burgerenquête gemeente Moerdijk Terugblik op het jaar 2012
Rapportage
29 maart 2013
1
2
INHOUD SAMENVATTING
5
1
INLEIDING
10
2.
PROFIEL VOLWASSEN INWONER MOERDIJK 2.1 Aantal volwassen inwoners Moerdijk 2.2 Sekse 2.3 Leeftijd 2.4 Opleidingsniveau 2.5 Inkomensniveau
11 11 11 12 12 12
3.
BEELD VAN GEMEENTE MOERDIJK 3.1 Trots om inwoner van Moerdijk te zijn 3.2 Typering van gemeente Moerdijk 3.3 Houding ten opzichte van gemeente Moerdijk naar doelgroep BELEIDSREACTIE
13 13 13 14 14
4.
WONEN EN WOONOMGEVING 4.1 Beoordeling eigen woning, woonomgeving, leefbaarheid en veiligheid 4.2 Voorzieningenniveau eigen woonkern 4.3 Prettig wonen in eigen buurt (sociale cohesie) 4.4 Buurtparticipatie 4.5 Tevredenheid over ontwikkeling van de woonkern en het beheer en onderhoud 4.6 Mate van overlast van verschillende aspecten 4.7 Veiligheid 4.8 Aanpak leefbaarheid en veiligheid gemeente 4.9 Politie BELEIDSREACTIE
15 15 16 18 19 20 20 22 23 24 25
5.
GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING 5.1 Voorkeur wijze contact met de gemeente 5.2 Alle contacten met de gemeente in 2011 5.3 Reden laatste contact 5.4 Beoordeling contacten 5.5 Bezoek gemeentehuis 5.6 Telefonisch contact 5.7 Website 5.8 E-mail contact 5.9 Schriftelijk contact 5.10 Melding openbare ruimte BELEIDSREACTIE
27 27 28 28 29 30 32 33 35 35 36 37
6.
GEBRUIK EN BEOORDELING GEMEENTELIJKE VOORZIENINGEN 6.1 Gebruik gemeentelijke voorzieningen 6.2 Beoordeling gemeentelijke voorzieningen BELEIDSREACTIE
39 39 40 41
7.
BOODSCHAPPEN EN WINKELEN 7.1 Aankoop dagelijkse boodschappen 7.2 Aankoop niet-dagelijkse boodschappen 7.3 Beoordeling winkelcentra in de gemeente Moerdijk BELEIDSREACTIE
42 42 42 44 44
3
8.
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE 8.1 Belang sociale contacten 8.2 Vrijwilligerswerk 8.3 Lidmaatschap verenigingen 8.4 Sportdeelname 8.5 Cultuurbeoefening 8.6 Bezoek buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen BELEIDSREACTIE
45 45 46 46 47 48 49 51
9.
BETROKKENHEID BIJ GEMEENTELIJK BESTUUR 9.1 Vertrouwen in de gemeente 9.2 Invloed burger via gemeenteraadsverkiezingen 9.3 Politieke betrokkenheid 9.4 Mate dat burgers betrokken worden bij gemeentelijke plannen 9.5 Beoordeling gemeentebestuur 9.6 Beoordeling gemeentelijke informatie 9.7 Gemeentelijke regels 9.8 Krijgt de inwoner waar voor zijn/haar belastinggeld 9.9 Beoordeling gemeentelijke organisatie BELEIDSREACTIE
52 52 52 53 54 55 56 57 58 58 59
10.
MILIEU: AFVALSCHEIDING EN ENERGIEBESPARING 10.1 Openingstijden Milieustraat 10.2 Klantvriendelijkheid medewerkers afvalverwerking 10.3 Gebruik en beoordeling mogelijkheden afvalinzameling 10.4 Scheiden van plastic verpakkingsafval 10.5 Scheiden van GFT 10.6 Groene stroom 10.7 Energiebesparende maatregelen in afgelopen jaar 10.8 Zonnepanelen 10.9 Windturbines 10.10 Elektrische auto 10.11 Energiecoöperatie Energiek Moerdijk 10.12 Natuurvriendelijke tuin BELEIDSREACTIE
60 60 60 61 62 63 65 65 66 66 67 67 68 69
11.
KEUZE VERVOERMIDDEL NAAR REISMOTIEF 11.1 Gemaakte reizen 11.2 Keuze vervoermiddel BELEIDSREACTIE
70 70 70 71
12.
WERKENDEN EN WOON-WERK VERKEER 12.1 Hoofdbezigheid 12.2 Aard dienstverband en aantal uren van mensen in loondienst 12.3 Werk en reizen BELEIDSREACTIE
72 72 73 74 74
BIJLAGE 1: BEREKENING SCHAALSCORES BIJLAGE 2: BURGERINDICATOREN OP EEN RIJ
75 77
4
SAMENVATTING Vanaf 2008 wordt in de gemeente Moerdijk jaarlijks een grootschalige enquête onder bewoners gehouden: de Burgerenquête. De gemeente gebruikt de resultaten van de enquête voor het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van haar beleid. Daarnaast dienen de uitkomsten ook voor de jaarrekening en de begroting. Onder de naam “terugblik op het jaar 2012” hebben in januari en februari 2013 in totaal 1478 inwoners van Moerdijk aan de Burgerenquête deelgenomen. Hier volgt een samenvatting van de resultaten:
H2. Profiel volwassen inwoners Moerdijk De gemeente Moerdijk telt op 1 januari 2012 bijna 37.000 inwoners, waarvan 28.887 inwoners 18 jaar en ouder zijn en zelfstandig wonen. Van de volwassen inwoners van Moerdijk heeft vier op de tien een lagere opleiding (LBO, VMBO), eenderde een middelbare (MBO, VWO) en een kwart een hogere opleiding (HBO, WO). Eenderde van de huishoudens heeft een netto maandelijks huishoudinkomen van meer dan twee keer modaal (€ 3.100, en meer per maand), ruim eenderde zit tussen modaal en tweemaal modaal (€ 1800 tot € 3100 per maand) en drie op de tien huishoudens heeft inkomen beneden modaal (lager dan € 1800,- per maand). Van alle bewoners van 18 tot 65 jaar heeft driekwart werk (63% in loondienst, 11% als zelfstandige). Acht op de tien mannen van 18 tot 65 jaar werkt en bij de vrouwen is dat twee op de drie. Bijna vier op de tien werkenden werkt in Moerdijk, 18% werkt in de regio Dordrecht/Rotterdam en 8% in de omgeving van Breda. Zeven op de tien werkenden gaat met de auto naar hun werk. Vier op de tien is binnen een kwartier op het werk, eenderde doet er 20 tot 30 minuten over en bijna drie op de tien reist drie kwartier of langer. Al deze cijfers over werken komen vrijwel overeen met die van 2011.
H3 Beeld van gemeente Moerdijk Het overgrote deel van de inwoners van de gemeente Moerdijk is er (enigszins) trots op inwoner van Moerdijk te zijn en 7% van de bevolking is dat niet. De mate van trots op de eigen gemeente is duidelijk hoger dan in de jaren 2009-2011. Dat blijkt ook uit de typeringen van bewoners over hun gemeente: meer positieve en minder negatieve typeringen van de gemeente. Zes op de tien typeringen is positief, een kwart negatief en de rest neutraal. Veel genoemde positieve omschrijvingen zijn: goed, gemoedelijk, gezellig, landelijk, rustig en ruimtelijk. Minder positief zijn: weinig te doen, samenraapsel, behoudend.
H4. Wonen en woonomgeving Om een algemeen beeld te krijgen over het wonen in de gemeente Moerdijk geven de respondenten sinds 2008 rapportcijfers voor zowel de eigen woning, de woonomgeving, de leefbaarheid als de veiligheid in de eigen woonkern. De beoordeling van de vier onderwerpen is globaal vergelijkbaar met eerdere jaren en ligt tussen de 7 en 8. Voorzieningen De bewoners zijn ook zeer tevreden over het voorzieningenniveau in hun buurt. Over het geheel genomen liggen de scores in lijn met de beoordelingen van 2011. De inwoners van Moerdijk zijn het meest positief over de bereikbaarheid van hun buurt met de auto (7,9), de inzameling van het huisvuil (7,7), de straatverlichting (7,5) en het basisonderwijs (7,5). Het minst tevreden zijn de inwoners over de voorzieningen voor jongeren (5,5). Vanaf 2009 is de beoordeling van het Openbaar Vervoer elk jaar met 0,2 punt of meer toegenomen.
5
Sociale cohesie en buurtparticipatie Bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor de sfeer en sociale cohesie in hun buurt. Tweederde van de mensen geeft aan graag in hun buurt te blijven wonen en prettig met elkaar om te gaan. Bijna niemand vindt het vervelend om in hun huidige buurt te wonen. Van de inwoners van de gemeente Moerdijk voelt 85% zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in hun buurt, eenderde is actief in het lokale verenigingsleven en twee op de tien geeft aan afgelopen jaar zelf actief te zijn geweest om de buurt te verbeteren. Tevredenheid beheer en onderhoud openbare ruimte Bijna driekwart van de inwoners van Moerdijk is tevreden met het beheer en onderhoud van het openbaar gebied in de eigen woonomgeving en ruim een kwart is hier niet tevreden over. De gemiddelde waardering voor het beheer en onderhoud in de eigen woonbuurt is 6,8. In woonbuurten komt overlast van hondenpoep en/of loslopende honden en zwerfvuil het vaakst voor. Van alle vormen van geluids- en geuroverlast wordt de meeste hinder ondervonden van het geluid van wegverkeer, zoals vrachtauto’s, personenauto’s en bromfietsen/scooters en de geur van industrie en landbouw. De overlast van het geluid van personenauto’s lijkt iets te zijn afgenomen, de overige voorgelegde vormen van overlast liggen op een vergelijkbaar niveau met 2011. Veiligheid De inwoners uit Moerdijk geven gemiddeld een 7,2 voor de veiligheid bij hen in de buurt. Van alle Moerdijkers voelt, vergelijkbaar aan eerdere jaren, 20% zich wel eens onveilig. De gemeentelijk aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de woonbuurten scoort net als in de voorgaande jaren 5,9. De bereikbaarheid voor meldingen en klachten wordt het meest gewaardeerd. Het rapportcijfer voor de inzet van de politie is met een 6,2 vergelijkbaar met voorgaande jaren.
H5 Gemeentelijke dienstverlening Burgers hebben op veel manieren contact met de gemeente. Net als voorgaande jaren gaat bijna de helft van de inwoners van Moerdijk het liefst naar de balie in het gemeentehuis, drie op de tien regelt het bij voorkeur via internet, een op de zes geeft de voorkeur aan telefonisch contact en 6% kiest voor schriftelijk contact. Vergeleken met voorgaande jaren valt op dat dit jaar de voorkeur voor internet en schriftelijk contact is toegenomen ten koste van het telefonisch contact. Contact met de gemeente Driekwart van de respondenten heeft in het afgelopen jaar het gemeentehuis bezocht, zes op de tien heeft de website bezocht, vier op de tien heeft gebeld met de gemeente, 16% heeft een e-mail gestuurd en 9% heeft een brief geschreven. De resultaten liggen in lijn met de voorgaande jaren. Mensen met een hoger inkomen en 45-minners maken vaker gebruik van internet en e-mail. Beoordeling contacten Van de vijf onderscheiden soorten contact met de gemeente wordt de behandeling in het gemeentehuis met een 7,7 het hoogst gewaardeerd en de behandeling van de e-mailcontracten met een 6,0 het laagst. De beoordeling van de persoonlijke en telefonische dienstverlening en de website lijkt over de jaren iets toe te nemen. De beoordeling van de e-mailcontacten scoren over de jaren nog wisselvallig.
H6. Gebruik en beoordeling gemeentelijke voorzieningen Voor elf gemeentelijke voorzieningen is de inwoners gevraagd of ze hier gebruik van maken. De inwoners van Moerdijk maken het meest gebruik van recreatieve wandel- en fietsroutes en het minst van het Centrum voor Kunsten en het Toeristen- en Arrangementenbureau. Er zijn nagenoeg geen verschillen in gebruik met 2011.
6
Beoordeling gemeentelijke voorzieningen Vervolgens is de inwoners gevraagd naar de tevredenheid over 18 (andere) gemeentelijke voorzieningen. De sportvoorzieningen worden het hoogst beoordeeld en voorzieningen voor jongeren het laagst. Gemiddeld krijgen de 18 gemeentelijke voorzieningen, evenals in 2011, een 6,5. Bij geen van de 18 voorzieningen is het verschil met vorig jaar groter dan 0,2 punt.
H7. Boodschappen en winkelen Dagelijkse boodschappen, zoals levensmiddelen, worden meestal in de eigen woonbuurt / kern gekocht. Ruim de helft van alle dagelijkse boodschappen wordt in Zevenbergen gekocht. De supermarkten en speciaalzaken in de kernen Fijnaart en Klundert trekken elk circa 15% van de inwoners en de winkels in Willemstad ongeveer 4%. Voor niet-dagelijkse boodschappen zijn de Moerdijkers bereid verder te reizen. Drogisterij- en Doehet-zelf-artikelen worden vrijwel altijd in de eigen gemeente gekocht. Voor meubelen en woninginrichting bezoekt men meestal andere gemeenten, ook als men voor de gezelligheid gaat winkelen. Breda en in mindere mate Roosendaal zijn de belangrijkste concurrenten van Moerdijk voor de aankoop van kleding, schoenen en om voor de gezelligheid te winkelen. Opvallend is de toenemende kracht van internet op het gebied van de aankoop van boeken en cd’s. Ouderen en inwoners met een lager huishoudinkomen kopen vaker hun winkelartikelen in de eigen gemeente en jongeren en mensen met een hoger huishoudinkomen relatief minder vaak. De gemeente Moerdijk kent drie winkelcentra. Een groter in de kern Zevenbergen en twee kleinere in Fijnaart en Klundert. Zevenbergen, met de meeste winkels, scoort het hoogst op winkelaanbod en aanbod van horecagelegenheden.
H8. Maatschappelijke participatie Mensen hebben op allerlei manieren contact met elkaar. Contact met familie en het eigen gezin wordt door (bijna) iedereen belangrijk gevonden, gevolgd door contacten met mensen in de buurt en met collega’s op het werk. Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is in dit onderzoek gedefinieerd als werk dat bij een vereniging, organisatie of stichting wordt verricht, onverplicht en onbetaald ten behoeve van anderen of de samenleving. Volgens deze definitie doet eenderde (iets minder dan in 2011 toen 37% gemeten is) van de Moerdijkers vrijwilligerswerk, meestal voor een paar uur of minder per week. Jongeren en de lagere inkomens doen relatief minder vaak vrijwilligerswerk. De meeste vrijwilligers zijn werkzaam binnen de sportverenigingen, kerkelijke en levensbeschouwelijke en/of culturele organisaties. Lidmaatschap verenigingen Van alle volwassen Moerdijkers is 60% lid van een vereniging. Vier op de tien is lid van een sportvereniging, ruim een op de tien van een culturele organisatie, 10% van een ouderenorganisatie, 2% van een jongeren- of kinderenorganisatie en 13% van een andere vereniging. Sportparticipatie Voor het landelijk kengetal "sportparticipatie" (Richtlijn Sport Onderzoek) dient men minimaal 12x per jaar een sport te beoefenen. Evenals in 2011 voldoet ruim de helft van de volwassen Moerdijkers aan deze definitie. De meesten sporten één of meer keer per week. Inwoners met een hoger inkomen sporten relatief meer en 65-plussers, lagere inkomens sporten relatief minder. Van alle sporters beoefent negen op de tien hun sport (ook) in Moerdijk. 7
Cultuurbeoefening Bij cultuurbeoefening gaat het om kunstzinnige activiteiten zoals tekenen, schilderen, beeldhouwen, zingen, muziek maken, toneel, dans, fotografie/film/video, dichten en verhalen schrijven. Evenals in 2011 doet een kwart van de volwassen Moerdijkers aan een of meer kunstzinnige activiteiten. Een op de tien doet dit wekelijks of vaker. Van alle cultuurbeoefenaars doet driekwart dit (ook) in Moerdijk. Bezoek buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen De gemeente Moerdijk heeft diverse buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen. Evenals in 2011 is drie op de tien volwassen Moerdijkers hier in het afgelopen jaar geweest. De meesten komen hier incidenteel. Ouderen bezoeken relatief vaker een buurt-, dorps- of gemeenschapshuis. Meestal gaat men naar het dichtstbijzijnde buurt-, dorps- en gemeenschapshuis. Men gaat vaak naar buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen voor vergaderingen en voor verenigingsactiviteiten, sporten en bewegen, cultuurbeoefening en op feestdagen.
H9. Betrokkenheid bij gemeentelijk bestuur Tweederde van de inwoners van de gemeente Moerdijk zegt vertrouwen te hebben in de gemeente, waarmee het college, de gemeenteraad en de ambtenaren bedoeld worden. Eenderde van de inwoners heeft weinig of geen vertrouwen. De inwoners van de gemeente Moerdijk geven de gemeentelijke organisatie, waarmee het college en de ambtenaren worden bedoeld, als rapportcijfer een 6,3. Ook hebben de inwoners het gemeentebestuur beoordeeld op vijf onderwerpen. De gemeentelijke informatie scoort net als voorgaande jaren het hoogst. Ruim eenderde van de inwoners van Moerdijk volgt de lokale politieke ontwikkelingen altijd of meestal en vier op de tien soms. Ruim twee op de tien volgt dit (bijna) nooit. Stemmers bij verkiezingen voor de gemeenteraad volgen de lokale politiek vaker dan niet-stemmers. Weekblad de Moerdijkse Bode en dagblad BN/DeStem zijn net als eerdere jaren de belangrijkste informatiebronnen voor de lokale politiek.
H10. Milieu: afvalscheiding en energiebesparing De Milieustraat van de gemeente Moerdijk is geopend van maandag tot en met zaterdag van 9.30 tot 16.00 uur. Ruim acht op de tien inwoners van Moerdijk is tevreden over deze openingstijden. De klantvriendelijkheid van de medewerkers van de Milieustraat wordt gemiddeld iets hoger beoordeeld dan in 2011: nu wordt een 7,5 gegeven, in 2011 een 7,3. De klantvriendelijkheid van de vuilnismannen scoort evenals in 2011 gemiddeld een 7,2. Gebruik en waardering mogelijkheden afvalinzameling Bijna alle huishoudens maken gebruik van de afvalinzameling via duobakken/minicontainers en van papiercontainers. Plastic en glas wordt door ruim acht op de tien respondenten (wel eens) apart ingezameld en textiel door ruim zes op de tien. Acht op de tien Moerdijkers is één of meer keer naar de Milieustraat geweest. Van het op afroep ophalen van afval en van de ondergrondse voorzieningen voor restafval wordt minder gebruik gemaakt, met percentages tussen de 8% en 15%. Van de onderscheiden inzamelingsmogelijkheden van afval wordt inzameling via papiercontainers met een 7,8 het hoogst gewaardeerd en het op afroep laten ophalen van snoeihout met een 6,7 het laagst. Scheiden plastic afval en GFT Negen op de tien respondenten geeft aan GFT te scheiden en 84% hun plastic verpakkingsafval. De meesten doen dit meestal tot (vrijwel) altijd. Van het GFT-afval worden planten-, tuin- en bloemenafval het best gescheiden en koffiefilters en theezakjes het minst.
8
Voor het scheiden van plastic afval zijn speciale zakken beschikbaar. De mensen die hun plastic scheiden beoordelen de verkrijgbaarheid van deze zakken gemiddeld met een 7,5. Groene stroom, energiebesparende maatregelen en zonnepanelen Van de inwoners van Moerdijk maakt, evenals in 2011, 45% gebruik van groene stroom van het energiebedrijf. Eenderde van de bewoners heeft het afgelopen jaar energiebesparende maatregelen aangebracht aan hun woning, zoals dubbel glas, zonnepanelen, energiezuinige verwarmingsketel of isolatie van muren of dak. Op dit moment geeft ongeveer 2% van de inwoners zonnepanelen op hun 2 dak, gemiddeld gaat het ongeveer om 20m . Drie op de tien huishoudens heeft interesse in energiebesparende maatregelen als zonnepanelen, isolatie, HR++/energiezuiniger glas en andere maatregelen. Windturbines Bijna de helft van de respondenten is voorstander van windturbines in de gemeente Moerdijk, een kwart is tegen en ruim een kwart heeft hier geen mening over. De voorstanders van windturbines in de gemeente Moerdijk vinden dat deze het best geplaatst kunnen worden langs de snelwegen, in de polders en op bedrijventerreinen. De tegenstanders van de windturbines vinden met name dat windturbines het landschap aantasten, lelijk zijn, hinder veroorzaken (geluid, slagschaduw, te hoog) en zeggen dat windenergie niet rendabel is. Elektrische auto Veruit de meeste Moerdijkers rijden nog niet in een elektrische auto. Zij vinden een elektrische auto met name te duur, hebben geen interesse voor elektrisch autorijden, noemen de beperkte actieradius van een elektrische auto en het gebrek aan oplaadpunten in de gemeente Moerdijk. Energiecoöperatie Energiek Moerdijk Een op de zes inwoners van Moerdijk heeft wel eens gehoord van Energiecoöperatie Energiek Moerdijk, 1% is hier lid van en 5% overweegt dit. 22% wist niet van het bestaan en zou hier wel meer over willen weten. Natuurvriendelijke tuin Ruim vier op de tien Moerdijkers geeft aan een natuurvriendelijke tuin te hebben. Dit zijn relatief vaker meerpersoonshuishoudens, 50-plussers en de hogere inkomens. Daarnaast geeft ruim eenderde aan geen natuurvriendelijke tuin te hebben en twee op de tien weet het niet. De mensen die geen natuurvriendelijke tuin hebben geven hiervoor voornamelijk als reden dat ze geen tuin hebben, een onderhoudsvrije tuin willen of geen natuurvriendelijke tuin willen.
H11. Vervoermiddel binnen Moerdijk Voor een achttal bestemmingen binnen de gemeente Moerdijk is gekeken naar het meest gebruikte vervoermiddel. Vrijwel alle inwoners doen hun dagelijkse en wekelijkse boodschappen in Moerdijk, negen op de tien winkelt en bezoekt wel eens familie/kennissen in de gemeente Moerdijk, acht op de tien doet aan vrijetijdsbesteding, vier op de tien inwoners gaat naar hun werk en drie op de tien brengt kinderen naar de (basis)school in Moerdijk. Voor de wekelijkse boodschappen en om naar hun werk in Moerdijk te gaan, gebruiken inwoners meestal de auto. Kinderen naar school te brengen doet men meestentijds met de fiets of te voet.
9
1.
INLEIDING
Achtergrond Vanaf 2008 wordt in de gemeente Moerdijk jaarlijks een grootschalige enquête onder bewoners gehouden: de Burgerenquête. De gemeente gebruikt de resultaten van de enquête voor het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van haar beleid. Daarnaast dienen de uitkomsten ook voor de jaarrekening en de begroting. De inhoudelijke doelstellingen van de Burgerenquête zijn: • Het verkrijgen van inzicht in meningen, ervaringen, wensen en waardering van Moerdijkse burgers met betrekking tot hun woon- en leefklimaat, gemeentelijke dienstverlening en het imago van de 1 gemeente . • Het genereren van informatie voor het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van aantrekkelijkheid winkelaanbod, afvalscheiding, afvalinzameling, energiebesparing, milieu/duurzaamheid, maatschappelijke participatie, vervoermiddelkeuze per reismotief, werken en woon-werkverkeer. Aangezien er dit jaar voor de vijfde keer een enquête onder burgers wordt gehouden, bestaat de mogelijkheid om veranderingen door de jaren heen te meten. Dit geldt voor onderwerpen waarover onderzoeksvragen in eerdere enquêtes zijn gesteld. Naast de vragen uit eerder gehouden burgerenquêtes (2008-2011) hebben afdelingen van Gemeente Moerdijk nieuwe (beleids-) onderwerpen aangedragen voor vragen aan bewoners van Moerdijk: aantrekkelijkheid winkelaanbod, afvalinzameling, milieu/duurzaamheid en vervoermiddelkeuze per reismotief.
Onderzoeksverantwoording De Burgerenquête heeft in januari en februari 2013 plaatsgevonden onder de naam “terugblik op het jaar 2012”. De enquête is een gecombineerde internet-schriftelijke enquête onder een representatieve steekproef van zelfstandig wonende inwoners van Moerdijk van 18 jaar en ouder. Aan de geselecteerde inwoners is een vragenlijst gezonden met een brief van het college van burgemeester en wethouders waarin om hun medewerking is gevraagd, waarbij ze zowel de mogelijkheid kregen om de vragenlijst digitaal als schriftelijk in te vullen. Vanwege het groot aantal onderwerpen zijn de vragen opgenomen in 2 delen. Het onderzoek is zodanig opgezet dat betrouwbare resultaten zijn verkregen voor de hele gemeente Moerdijk. Uitgaande van een verwachte respons van 33% zijn 4.000 vragenlijsten verstuurd. In totaal hebben 1478 inwoners de vragenlijst ingevuld, waarvan bijna tweederde digitaal. De respons is daarmee op 37% uitgekomen. Doordat zoveel inwoners hebben deelgenomen, kunnen de uitkomsten van de Burgerenquête voor de gemeente Moerdijk als nauwkeurig worden omschreven. Om uitspraken voor de hele gemeente te kunnen doen, heeft een weging naar het aantal bewoners geslacht en leeftijd plaatsgevonden. In dit rapport zijn uitsluitend de resultaten na weging opgenomen. Verder worden in dit rapport veelal de resultaten exclusief weet niet/geen antwoord weergegeven, tenzij anders aangegeven.
1 Met een enquête worden de meningen en ervaringen van inwoners in beeld gebracht. Opgemerkt kan worden dat met een burgerenquête informatie wordt verkregen over de subjectieve beleving van bewoners. Die beleving zal vaak overeenkomen met objectieve informatie over een beleidsveld of beleidsaspect, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn.
10
2.
PROFIEL VOLWASSEN INWONERS MOERDIJK
In dit hoofdstuk wordt een kort profiel gegeven van de inwoners van de gemeente Moerdijk, gebaseerd op kerncijfers van de gemeente en de Burgerenquête 2012. De cijfers uit de Burgerenquête zijn gebaseerd op 1.478 respondenten. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: het aantal volwassen inwoners per woonkern, de bevolking naar sekse en leeftijd, het opleidingsniveau en het huishoudinkomen.
2.1 Aantal volwassen inwoners Moerdijk De gemeente Moerdijk telt op 1 januari 2012 bijna 37.000 inwoners, waarvan 28.887 inwoners 18 jaar en ouder zijn en zelfstandig wonen. Het aantal volwassenen van 18 jaar en ouder is het afgelopen jaar met 264 toegenomen. De gemeente Moerdijk bestaat uit elf kernen, waarvan Zevenbergen de grootste is. Grafiek 2.1: Aantal volwassenen inwoners (18+) per woonkern (bron: GBA Moerdijk, stand 1-1-2012) 10911 10949
Zevenbergen Klundert
4506 4527
Fijnaart
4308 4460 1972 1973
Willemstad
1755 1785
Standdaarbuiten
1266 1269
Zevenbergschen Hoek
927 940
Moerdijk Noordhoek
850 862
Heijningen
806 811
Langeweg
673 669
Helwijk
649 642
2011
2012
2.2 Sekse Van de volwassen inwoners van Moerdijk is 14.400 man en 14.487 vrouw. Zoals te verwachten valt, zijn er hierbij nagenoeg geen verschillen tussen de woonkernen. Grafiek 2.2: Sekse inwoners (18+) per woonkern (bron: GBA Moerdijk, stand 1-1-2012 Totaal gemeente Moerdijk
50%
50%
Zevenbergen
49%
51%
Klundert
49%
51%
Fijnaart
50%
50%
Willemstad
50%
50%
Standdaarbuiten
49%
51%
Zevenbergschen Hoek
52%
48%
Moerdijk
51%
49%
Noordhoek
52%
48%
Heijningen
51%
49%
Langeweg
54%
Helwijk
46%
51% 0%
25% man
49% 50%
75%
100%
vrouw
11
2.3 Leeftijd Onderstaande tabel geeft de leeftijdsverdeling van de bevolking van 18 jaar en ouder. Willemstad heeft relatief de meeste 50-plussers, Langeweg en Standdaarbuiten hebben relatief meer 50-minners. Grafiek 2.3 Leeftijd inwoners per woonkern (bron: GBA Moerdijk, stand 1-1-2012) Totaal gemeente Moerdijk
21%
29%
28%
22%
Zevenbergen
21%
28%
27%
24%
Klundert
23%
Fijnaart
21%
Willemstad
28%
18%
Standdaarbuiten
21%
28%
29%
25%
29%
25%
30%
24%
31%
18%
20%
31%
Zevenbergschen Hoek
21%
29%
30%
21%
Moerdijk
20%
30%
27%
23%
Noordhoek
22%
Heijningen
18%
Langeweg
19%
Helwijk
28% 30%
32%
18%
34%
17%
35%
20%
30%
0%
25% 18-34
15%
31% 31% 50% 35-49
19% 75%
50-64
100% 65+
2.4 Opleidingsniveau Van de volwassen inwoners van Moerdijk heeft 41% een lagere opleiding (LBO, VMBO), 34% een middelbare (MBO, VWO) en een kwart een hogere opleiding (HBO, WO). Het gemiddelde opleidingsniveau van de inwoners is redelijk stabiel en verandert jaarlijks slechts beperkt. Tabel 2.4: Opleidingsniveau inwoners (bron: Burgerenquête Moerdijk 2008-2012) 2008 2009 2010
2011
2012
Lager
43%
42%
41%
40%
41%
Middelbaar
34%
35%
36%
35%
34%
Hoger
23%
23%
23%
25%
25%
100%
100%
100%
100%
100%
N=1478
2.5 Inkomensniveau Van de ondervraagde huishoudens in de Burgerenquête heeft drie op de tien een netto maandelijks huishoudinkomen van meer dan € 3.100, bijna vier op de tien zit tussen de € 1800 en 3100 en drie op de tien huishoudens heeft een huishoudinkomen dat lager is dan € 1800. Tabel 2.5: Netto maandelijks huishoudinkomen (bron: Burgerenquête Moerdijk 2012) 2012 2011 5%
Minder dan € 1.050, - per maand
6%
€ 1.050, - tot € 1.400, - per maand
9%
9%
€ 1.400, - tot € 1.800, - per maand
15%
16%
€ 1.800, - tot € 3.100, - per maand
37%
38%
€ 3.100, - per maand of meer
33%
31%
100%
100%
n=1478
12
3.
BEELD VAN GEMEENTE MOERDIJK
In dit hoofdstuk wordt gekeken naar het beeld dat de inwoners van de gemeente Moerdijk hebben van hun eigen gemeente. Hiervoor is in de Burgerenquête gevraagd in hoeverre inwoners trots zijn om inwoners van de gemeente te zijn en de welke typering men geeft aan hun gemeente. In de derde paragraaf wordt de beoordeling bekeken naar de verschillende doelgroepen binnen Moerdijk.
3.1 Trots om inwoner van Moerdijk te zijn Vier op de tien inwoners van de gemeente Moerdijk zegt trots te zijn om inwoner van Moerdijk te zijn, iets meer dan de helft zegt hier enigszins trots op te zijn. Dit is hoger dan in voorgaande jaren. Op basis van de mate van trots is een schaalscore berekend (zie bijlage 1). Die score bedraagt voor 2012 7,3. Dit is hoger dan in de laatste drie jaar toen deze score steeds een 6,8 bedroeg. Grafiek 3.1: Bent u er trots op om inwoner te zijn van gemeente Moerdijk (n=707)
2008 (7,0)
38%
50%
12%
2009 (6,8)
34%
53%
13%
2010 (6,8)
34%
53%
13%
56%
12%
2011 (6,8)
32%
2012 (7,3)
40% 0%
53%
25% Helemaal
50% Enigszins
7% 75%
100%
Helemaal niet
3.2 Typering van gemeente Moerdijk Als de inwoners gevraagd wordt hun gemeente met een woord te omschrijven geeft ruim de helft een positieve omschrijving en een kwart een negatieve omschrijving. Vaak genoemde positieve omschrijvingen zijn: goed/zo doorgaan, gemoedelijk, landelijk, ruimtelijk, groot en rustig. De meest genoemde negatieve omschrijvingen zijn: weinig te doen, versnipperd, gemakzuchtig, behoudend, afstandelijk en lastig. Een overzicht van alle omschrijvingen staat in het tabellenboek. Op basis van 2 deze typering is een schaalscore berekend (zie bijlage 1). De score is een 7,3 . Tabel 3.2: Typering gemeente Moerdijk 2011
2012
Woord met positieve lading
52%
58%
Woord met neutrale lading
17%
17%
Woord met negatieve lading
31%
25%
100%
100%
Toelichting 2012 Goed, zo doorgaan, geweldig (109x), gemoedelijk, gezellig, vriendelijk, sociaal (52x), plattelandsgemeente, landelijk, dorp(s) (27x), uitgebreid, ruimtelijk, groot (25x), rustig (25x) Voldoende, redelijk (21x), heel gewoon, normaal (17x), industrie (12x), matig (11x), werk/industrie dorp (10x), Zevenbergen (9x) Weinig te doen, saai (27x), warrig, versnipperd, samenraapsel (21x), laks, gemakzuchtig (12x),geen vooruitgang, behoudend (11x), negatief (9x), te afstandelijk, vervreemd van burgers (6x), moeilijk, lastig (6x)
N=707 2
Het berust op toeval dat de schaalscores van “trots (§ 3.1)” en “typering (§ 3.2)” zowel in 2011 als 2012 gelijk zijn
13
3.3 Houding ten opzichte van gemeente Moerdijk naar doelgroep Het beeld van de gemeente Moerdijk is bij vrouwen, 65-plussers en alleenstaanden vaker positief. Mannen en mensen met kinderen zijn voor wat betreft hun beeld van de gemeente kritischer. Tabel 3.3: Houding t.o.v. gemeente Moerdijk op basis van gemiddelde schaalscores “trots en typering”” Totaal Naar gezinssamenstelling 2011 6,8 Alleenstaand 2012 7,3 Samenwonend (zonder kind) Gezin (met kinderen) Naar sekse Man 7,2 Naar opleiding Vrouw 7,4 Lager Middelbaar Naar leeftijd Hoger 18-34 7,2 35-49 7,1 Naar inkomen 50-64 7,3 ≤1800 65+ 7,7 1801-3100 >3100 N=707
8,1 7,4 7,1
7,6 7,1 7,3
7,7 7,5 7,1
BELEIDSREACTIE Over het beeld dat de inwoners hebben van hun eigen gemeente zijn in de Burgerenquête 2012 vragen gesteld over twee aspecten: 1. trots om inwoner van Moerdijk te zijn; 2. typering van de gemeente Moerdijk. De bevindingen laten over het algemeen een positief beeld zien. Vier jaar lang was de schaalscore voor trots een 6,8. In 2012 is dit een 7,3. Vier op de tien inwoners van de gemeente Moerdijk zegt trots te zijn om inwoner van Moerdijk te zijn, dit is hoger dan in voorgaand jaren. De helft van de burgers heeft een uitgesproken positief beeld van de gemeente. De gemeente Moerdijk wordt gekarakteriseerd als landelijk, ruimtelijk en groot. Het sociale en gemoedelijk karakter wordt bijzonder gewaardeerd. Ook worden classificaties als ‘goed’ en ‘geweldig’ met regelmaat genoemd. Een vierde deel van de bevolking beschrijft de gemeente in negatieve zin en noemt termen als ‘saai’ en ‘versnipperd’. Het blijkt dat het beeld van de gemeente Moerdijk bij gezinnen en inwoners met een hoger inkomen wat kritischer wordt benaderd. De beïnvloeding van de beleving van deze aspecten is voor de gemeente gering.
14
4.
WONEN EN WOONOMGEVING
In dit hoofdstuk 4 wordt de gemeente Moerdijk op de verschillende woon- en leefbaarheidsfactoren beoordeeld en met elkaar vergeleken. Achtereenvolgens worden besproken: vier burgerindicatoren, het voorzieningenniveau, de sociale cohesie, de buurtparticipatie, de tevredenheid over de ontwikkeling van de woonkern en het beheer en onderhoud, de overlast van een aantal voorvallen en het veiligheidsgevoel. In de laatste twee paragrafen wordt gekeken naar de beoordeling van de gemeente en de politie als het gaat om leefbaarheid en veiligheid.
4.1 Beoordeling eigen woning, woonomgeving, leefbaarheid en veiligheid (4 burgerindicatoren) Om een beeld te krijgen van de tevredenheid over het wonen in de eigen woonkern hebben de respondenten rapportcijfers gegeven voor zowel de eigen woning, de woonomgeving, de leefbaarheid als de veiligheid in de eigen woonkern. Deze vier rapportcijfers zijn burgerindicatoren waarop het beleid wordt getoetst. Van de vier onderwerpen beoordelen de inwoners hun eigen woning het hoogst met een 7,8. Grafiek 4.1a: Rapportcijfer woning, woonomgeving, leefbaarheid en veiligheid (n= 771)
Eigen woning (7,8)
9%
Woonomgeving (7,0)
24%
67%
25%
Leefbaarheid (7,2)
40%
16%
Veiligheid (7,2)
46%
18%
0%
35%
38%
42%
20%
40%
40% 6 of lager
60% 7
80%
100%
8 of hoger
Onderstaande tabel geeft een vergelijking met eerdere jaren. De beoordeling van de vier onderwerpen is nagenoeg gelijk aan die van eerdere jaren. Tabel 4.1b: Beoordeling woning, woonomgeving, leefbaarheid en veiligheid naar woonkern
Gemiddelde 4 cijfers
2008
2009
2010
2011
2012
-
7,3
7,4
7,4
7,3
Woning
7,9
7,8
7,7
7,8
7,8
Woonomgeving
7,0
7,1
7,2
7,1
7,0
#
7,2
7,4
7,3
7,2
7,0
7,2
7,3
7,3
7,2
Leefbaarheid Veiligheid N= 771; # niet gevraagd
15
4.2 Voorzieningenniveau eigen woonkern De tevredenheid over met de eigen buurt wordt onder andere bepaald door het voorzieningenniveau in de eigen buurt. Hierbij kan het gaan om de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen, als ook om het onderhoud van wegen en groen (schoon en heel) en bijvoorbeeld de bereikbaarheid met auto en OV. Het voorzieningenniveau wordt al vier jaar in de Burgerenquête behandeld door middel van de beoordeling van een aantal voorzieningen en stellingen. De resultaten worden hieronder naar ‘tevredenheid’/’mate van eens zijn’ gepresenteerd en zijn omgerekend naar scores (zie bijlage 1). De inwoners van Moerdijk zijn het meest positief over de autobereikbaarheid van hun buurt, de inzameling van het huisvuil, het basisonderwijs en de straatverlichting. Het minst tevreden zijn de inwoners over de voorzieningen voor jongeren en het onderhoud van de wegen/paden/pleintjes bij hen in de buurt. Grafiek 4.2a: Tevredenheid over zeven voorzieningen en het eens zijn met negen stellingen in de eigen woonkern (n=771) Buurt met auto goed bereikbaar (7,9)
88%
Inzamelen huisvuil (7,8)
8% 4%
86%
Basisonderwijs (7,5)
10% 4%
73%
Onze straat wordt goed verlicht (7,4)
24%
78%
Buurt goed toegankelijk voor mensen met beperking (7,0)
62%
Voldoende perken/plantsoenen/parken (6,9)
61%
Peuterspeelzaal/BSO (6,8)
13% 25%
18%
48%
Buurt goed schoongehouden (6,4)
43%
34%
Verkeersveiligheid (6,3)
44%
31%
Wegen/paden/pleintjes worden goed onderhouden (5,9)
38%
Voorzieningen voor jongeren (5,5)
29% 23% 25%
31%
17% 0%
21%
21%
OV (6,4)
37%
24%
33%
50%
In de buurt goede voorzieningen voor kinderen (6,0)
24% 25%
28%
46%
Parkeergelegenheid (6,4)
8%
12%
57%
Perken/plantsoenen/parken goed onderhouden (6,4)
18%
47% 64%
Riool in buurt kan regenwater goed aan (6,5)
9% 13%
21%
45%
Winkels voor dagelijkse boodsch (6,8)
3%
32%
27%
35%
48% 25%
(zeer) tevreden/mee eens
35% 50% neutraal
75%
100%
(zeer) ontevreden/oneens
16
Ontwikkeling waardering voorzieningenniveau eigen woonkern In onderstaande tabel zijn de scores van de zeventien aspecten vergeleken met eerdere jaren. Over het geheel genomen liggen de scores in lijn met de beoordelingen van 2011. De winkels voor dagelijkse boodschappen worden wat hoger beoordeeld, de peuterspeelzalen/BSO iets lager, maar ook daar zijn de verschillen beperkt. Als gekeken wordt naar de trend vanaf 2009 is de beoordeling van het Openbaar Vervoer elk jaar met 0,2 punt of meer toegenomen. Tabel 4.2b: Beoordeling voorzieningenniveau in de eigen buurt naar woonkern (n=771) Burger2008 2009 2010 indicator Totaal 17 (15) aspecten eigen buurt
2011
2012
6,5
6,6
6,7
6,6
6,7
Bereikbaarheid met auto (v)
V
7,7
7,9
7,9
7,9
7,9
Inzamelen huisvuil (v)
V
7,6
7,4
7,6
7,7
7,8
Basisonderwijs (v)
V
7,7
6,9
7,4
7,5
7,5
Straatverlichting (b&o)
B
7,4
7,6
7,4
7,5
7,4
Toegankelijkh. mensen met beperking (b&o)
B
6,3
6,1
7,0
7,0
7,0
Hoeveelheid groen (b&o)
B
7
7,1
7,1
6,8
6,9
Peuterspeelzaal/BSO (v)
V
#
#
#
7,1
6,8
Winkels voor dagelijkse boodschappen (v)
V
#
6,3
6,3
6,5
6,8
Riolering (b&o)
B
6,3
6,8
6,4
6,3
6,5
Onderhoud groen (b&o)
B
5,9
6,7
6,5
6,3
6,4
Schoonhouden buurt (b&o)
B
6,1
6,6
6,5
6,3
6,4
Parkeergelegenheid (v)
V
6,6
6,8
6,5
6,2
6,4
OV (v)
V
5,8
5,5
6,0
6,2
6,4
Verkeersveiligheid
6,1
6,6
6,5
6,3
6,3
Voorzieningen voor kinderen (v)
V
#
#
#
6,0
6,0
Onderhoud verharding (b&o)
B
5,4
6,0
6,0
5,8
5,9
Voorzieningen voor jongeren (v)
V
4,8
4,4
5,4
5,4
5,5
N=771, kleuren: d.blauw: > 7; m.blauw: 5,5 - 7; l.blauw: < 5,5; # t/m 2010: niet of anders gevraagd /gepresenteerd
17
4.3 Prettig wonen in eigen buurt (sociale cohesie) Buurtbewoners hebben zelf een belangrijke invloed op de sfeer in hun buurt. Als mensen prettig met elkaar omgaan, dan is het fijner wonen in de buurt en hebben mensen minder de neiging te willen verhuizen. Voor negen sfeerbepalende aspecten is gevraagd of deze van toepassing zijn bij hen in de buurt. Tweederde van de respondenten geeft aan dat mensen graag in hun buurt blijven wonen, 30% reageert neutraal en slechts 4% is het niet met deze stelling eens. Grafiek 4.3a: Prettig wonen in eigen buurt, negen aspecten3 (n=771) Het is niet vervelend om in deze buurt te wonen (9,1)*
86%
Als het even kan, blijf ik in deze buurt wonen (8,7)*
11% 3%
81%
Mensen blijven hier graag wonen (8,1)
11%
66%
Mensen gaan op een prettige manier met elkaar om (7,7)
34%
Als in deze buurt woont, goed getroffen (7,2)
52%
40%
Ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt (7,2)
53%
39%
Mensen kennen elkaar in deze buurt aardig goed (6,8)*
54%
mee eens
8% 17%
51% 25%
9% 8%
29%
31% 0%
8%
30%
57%
Woon in gezellige buurt, met veel saamhorigheid (5,6)
4%
30%
62%
Iedereen die hier wil wonen, is welkom (7,4)
8%
18%
50%
75%
neutraal
100%
oneens
De resultaten zijn globaal vergelijkbaar met eerdere jaren. Tabel 4.3b: Beoordeling negen aspecten “Prettig wonen in eigen buurt” naar woonkern 2010 2011 herberek.4
2012
Gemiddelde van de 9 aspecten
7,5
7,5
7,6
Het is niet vervelend om in deze buurt te wonen
9,1
9,1
9,1
Als het even kan, blijf ik in deze buurt wonen
8,8
8,5
8,7
Mensen blijven hier graag wonen
7,9
7,7
8,1
Mensen gaan op een prettige manier met elkaar om
7,7
7,6
7,7
Iedereen die hier wil wonen, is welkom
7,2
7,4
7,4
Ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt
7,4
7,3
7,2
Als in deze buurt woont, goed getroffen
7,4
7,1
7,2
Mensen kennen elkaar in deze buurt aardig goed
6,8
6,8
6,8
Woon in gezellige buurt, met veel saamhorigheid
5,9
5,6
5,6
N=771, kleuren: d.blauw: > 7; m.blauw: 5,5 – 7; l.blauw: < 5,5
3 4
Drie aspecten (sterretjes) die in een negatieve stelling zijn voorgelegd, zijn in de grafiek in een positieve stelling weergegeven In 2010 werd de score op een andere manier berekend. De scores zijn in deze tabel herberekend op dezelfde wijze als 2011.
18
4.4 Buurtparticipatie Vervolgens wordt gekeken naar de mate waarin mensen zich betrokken voelen bij hun buurt en hier daadwerkelijk actief zijn. Van de inwoners van de gemeente Moerdijk voelt 85% zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in hun buurt, eenderde is actief in het lokale verenigingsleven en twee op de tien geeft aan afgelopen jaar zelf actief te zijn geweest om de buurt te verbeteren. Grafiek 4.4a: Buurtparticipatie5 (n=771) Medeverantwoordelijk voelen voor leefbaarheid buurt
85%
Actief in lokale verenigingsleven
15%
33%
67%
Betrokken voelen bij de stads/dorpsraad in buurt
20%
80%
Zelf actief geweest om buurt te verbeteren
18%
82%
0%
25%
50% ja
75%
100%
nee
De cijfers van de buurtparticipatie schommelen met de jaren en liggen nu iets lager dan in 2011. Tabel 4.4b: Buurtparticipatie naar woonkern 2010
2011
2012
Voelt zich medeverantwoordelijk voor buurt
72%
89%
85%
Actief in lokale verenigingsleven
37%
38%
33%
Voelt zich betrokken bij stads/dorpsraad in buurt
22%
22%
20%
Actief geweest om buurt te verbeteren
18%
20%
18%
N=771
5
Het % inwoners dat actief is in lokale verenigingsleven is hier net als in eerdere jaren exclusief neutraal gepresenteerd.
19
4.5 Tevredenheid over ontwikkeling van de woonkern en het beheer en onderhoud In paragraaf 4.1 was te zien was dat de beoordelingen voor de woonomgeving en de leefbaarheid vergeleken met eerdere jaren nagenoeg onveranderd zijn. Toch blijkt de perceptie van de inwoners van Moerdijk dat ze per saldo jaarlijks een (lichte) achteruitgang zien van het uiterlijk en de sfeer bij hen in de woonkern. Tabel 4.5a: Ontwikkeling uiterlijk en sfeer in de eigen woonkern 2008 2009 Verbeterd 19% 17% Niet veranderd 51% 60% Verslechterd 24% 23% Totaal 100% 100% N=771
2010 13% 70% 17% 100%
2011 12% 67% 22% 100%
2012 11% 70% 20% 100%
Uiterlijk 14% 64% 23% 100%
Sfeer 7% 77% 16% 100%
Zeven op de tien inwoners van Moerdijk is tevreden met het beheer en onderhoud van het openbaar gebied in de eigen woonomgeving en drie op de tien is hier ontevreden over. Voor dit cijfer is ook een schaalscore berekend (zie bijlage 1). Tabel 4.5b: Tevredenheid beheer en onderhoud Schaalscore Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden
2010 7,0 2% 76% 20% 2% 100%
2011 6,8 3% 70% 24% 3% 100%
2012 6,8 2% 69% 26% 3% 100%
N=771
4.6 Mate van overlast van verschillende aspecten De inwoners van Moerdijk is gevraagd in hoeverre ze vaak, soms of geen overlast hebben van hondenpoep en/of zwerfvuil. Bijna zeven op de tien inwoners heeft soms/vaak overlast van hondenpoep en/of loslopende honden. Zes op de tien inwoners van Moerdijk ervaart vaak/soms overlast van zwerfvuil in de eigen buurt. Beide percentages zijn vergelijkbaar met 2011. Tabel 4.6a: Mate van overlast hondenpoep en zwerfvuil (in eigen buurt) naar woonkern
Hondenpoep Ja, vaak Ja, soms Nooit/zelden Zwerfvuil Ja, vaak Ja, soms Nooit/zelden
2011
2012
31% 38% 31% 100%
30% 38% 32% 100%
17% 39% 44% 100%
14% 45% 41% 100%
N=771
20
Als gekeken wordt naar het percentage “overlast die vaak voorkomt” dan wordt de meeste overlast ondervonden van vrachtauto’s, personenauto’s en bromfietsers/scooters. Ook hebben relatief veel inwoners soms overlast van de geur van industrie- en landbouwbedrijven. Van licht van reclameborden/ sportvelden/ bedrijven/ kassen wordt de minste overlast ondervonden. Grafiek 4.6b: Frequentie overlast aspecten (n=771) Geluid vrachtauto's Geluid personenauto's
13%
20%
10%
25%
Geluid bromfietsen/scooters
8%
30%
Geur industrie/bedrijven
8%
30%
Trillingen
8%
Geluid buren
Geur wegverkeer
65% 62% 62%
12%
6%
80%
18%
Geur landbouw 5% Stof/ rook/ roet 4%
67%
76%
30%
65%
16%
80%
3% 13%
84%
Geluid evenementen 2% 14% Geluid industrie/bedrijven
84%
2%12%
86%
Geluid horecazaken/bezoekers 2%10%
88%
Geluid vliegtuigen 2%9%
89%
Geluid treinen 2%7%
91%
Licht v bedrijven 2%3% 0%
95% 20% ja, vaak
40% ja, soms
60%
80% nooit/zelden
100%
Last van 15 aspecten ivm 2011 Als de overlast van de 15 geluids- en geuraspecten vergeleken wordt met 2011 blijkt de overlast over het algemeen vergelijkbaar. Van slechts één aspect is de overlast met 3% of meer veranderd, te weten de geluidsoverlast van personenauto’s. Tabel 4.6c: % inwoners dat vaak last ondervindt
Geluid vrachtauto's Geluid personenauto's Geluid bromfietsen/scooters Geur industrie/bedrijven Trillingen Geluid buren Geur landbouw Stof/ rook/ roet Geur wegverkeer Geluid evenementen Geluid industrie/bedrijven Geluid horecazaken/bezoekers Geluid vliegtuigen Geluid treinen Licht van reclameborden/velden/bedrijven
2011
2012
13% 13% 9% 8% 7% 7% 4% 4% 4% 1% 4% 4% 2% 4% 2%
13% 10% 8% 8% 8% 6% 5% 4% 3% 2% 2% 2% 2% 2% 2%
∆ 2012 vs 2011 -
N=771 (+/- bij een verschil van minimaal 3%)
21
4.7 Veiligheid In paragraaf 4.1 was te zien dat de inwoners uit Moerdijk gemiddeld een 7,2 geven voor de veiligheid bij hen in de buurt. In het onderzoek is hier iets dieper op ingegaan. Van alle Moerdijkers voelt 20% zich wel eens onveilig. Voor acht meer specifieke situaties is gevraagd naar het veiligheidsgevoel. Bijna de helft van de inwoners van Moerdijk doet ’s avonds of ’s nachts wel eens niet open als er wordt aangebeld en drie op de tien voelt zich wel eens onveilig in de gemeente. Grafiek 4.7a: Wanneer en waar onveilig voelen (n=771) 's Avonds of 's nachts niet open doet
14%
32%
54%
Zich onveilig voelen in de gemeente 2%
28%
70%
Bepaalde plekken in de gemeente mijden 3%
26%
71%
Kind(eren) weggaan verbieden vanwege 5% onveiligheid s Avonds op straat in buurt onveilig voelen 3%
19%
76%
20%
77%
's Avonds alleen thuis niet op gemak 2% 15%
83%
Zich onveilig voelen in eigen woonbuurt 2%13%
85%
Omlopen/omrijden om onveilige plekken te 2% 7% vermijden 0%
91% 20% vaak
40% soms
60%
80% (bijna) nooit
100%
Onderstaande tabel geeft een vergelijking van de veiligheidsaspecten met eerdere jaren. Te zien is dat de verschillen in veiligheidsgevoel over de jaren beperkt zijn. Tabel 4.7b: Aspecten veiligheid naar woonkern 2008
2009
2010
2011
2012
Rapportcijfer veiligheid woonbuurt (zie § 4.1)
7,0
7,2
7,3
7,3
7,2
Onveilig voelen (% ja)
18%
15%
17%
17%
20%
40%
36%
40%
43%
46%
#
#
~
32%
29%
Aspecten (% vaak+soms) 's Avonds of 's nachts niet open doet Bepaalde plekken in de gemeente mijden
#
#
26%
28%
30%
Kind weggaan verbieden door onveiligheid
35%
28%
30%
25%
24%
‘s Avonds op straat in buurt onveilig voelen
24%
15%
23%
24%
23%
Zich onveilig voelen in eigen woonbuurt
#
#
#
17%
15%
's Avonds alleen thuis niet op gemak
#
#
#
17%
17%
17%
8%
10%
11%
9%
Zich onveilig voelen in de gemeente
Omlopen/rijden om onveilige plek te mijden N=771; # niet bekend of niet gevraagd
22
4.8 Aanpak leefbaarheid en veiligheid gemeente De aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de woonbuurten is beoordeeld aan de hand van zes stellingen. Om jaren te kunnen vergelijken, is ook hiervoor een schaalscore berekend (zie bijlage 1). Gemiddeld scoort de aanpak van de gemeente op leefbaarheid en veiligheid een 5,9. Van de aspecten wordt de bereikbaarheid voor meldingen/klachten relatief het hoogst gewaardeerd, ‘doen wat ze zeggen’ en de informatievoorziening over de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de buurt worden wat lager gewaardeerd. De zes stellingen worden steeds door ongeveer de helft met neutraal beantwoord, wat aangeeft dat deze stellingen voor veel mensen moeilijk te beantwoorden zijn. Grafiek 4.8a: Stellingen over aanpak leefbaarheid en veiligheid in buurt. De gemeente… (n=771) is bereikbaar voor meldingen/klachten (6,5)
45%
reageert op meldingen en klachten (6,0)
40%
30%
heeft aandacht voor verbeteren l+v (5,9)
24%
informeert over aanpak l+v (5,6)
23%
doet wat ze zegt bij het verbeteren l+v (5,6)
44%
betrekt de buurt bij aanpak l+v (5,6)
24%
44%
33%
56%
20% 0%
25%
52%
16%
28%
44%
20% (zeer) mee eens
16%
36%
40% 60% 80% 100% neutraal (zeer) mee oneens
De aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de buurten/dorpen door de gemeente scoort overall redelijk vergelijkbaar aan 2011. Tabel 4.8b: Beoordeling aanpak leefbaarheid en veiligheid naar woonkern* 2008
2009
2010
2011
2012
5,9
5,8
5,8
5,8
5,9
… is bereikbaar voor meldingen/klachten
6,7
6,3
6,4
6,4
6,5
… reageert op meldingen en klachten
6,0
6,3
5,7
5,9
6,0
… heeft aandacht voor verbeteren l+v
6,0
5,8
5,9
5,9
5,9
… informeert over aanpak l+v
5,6
5,7
5,6
5,7
5,6
… doet wat ze zegt bij het verbeteren l+v
5,7
5,4
5,5
5,6
5,6
… betrekt de buurt bij aanpak l+v
6,6
5,4
5,5
5,4
5,6
Oordeel over aanpak gemeente van L+V in de buurt
Stellingen: De gemeente …
N=771, Kleuren: d.blauw: > 7; m.blauw: 5,5 – 7; l.blauw: < 5,5
23
4.9 Politie Een kwart van de respondenten geeft aan in het afgelopen jaar contact te hebben gehad met de politie. Het contact was meestal telefonisch. Tabel 4.9a: Contact met politie in afgelopen jaar6 2012 13% 1% 5% 6% 75% 100%
2011 13% 2% 4% 4% 77% 100%
Ja, politie gebeld Ja, bezoek politiebalie Ja, wijkagent gesproken Ja, digitaal aangifte Nee N=771
Van de mensen die contact hebben gehad met de politie is 57% hier tevreden over en 43% is ontevreden. De contacten met de wijkagent verlopen het meest naar tevredenheid, de digitale aangifte relatief wat minder.
Tabel 4.9b: % mensen die contact hebben gehad met de politie dat tevreden 2012 2011 Totaal van alle contacten 53% 57% 58% Politie gebeld 54% 62% Wijkagent gesproken 51% 49% Digitaal aangifte 35% N=190
Rapportcijfer politie inzet in het algemeen De respondenten is gevraagd om de inzet van de politie in het algemeen te waarderen. De inzet wordt net als in 2011 beoordeeld met het rapportcijfer 6,2. Van de respondenten geeft ruim de helft een zes of lager, bijna de helft een 7 of hoger. Tabel 4.9c: Rapportcijfer inzet politie 2012 6,2 23% 29% 35% 10% 2% 100%
2011 6,2 23% 30% 34% 12% 2% 100%
Gemiddeld 5 of lager 6 7 8 9 of hoger N=771
Het rapportcijfer voor de inzet van de politie is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Tabel 4.9d: Rapportcijfer inzet politie
Rapportcijfer inzet politie
2008
2009
2010
2011
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
6,0
6,1
6,3
6,2
6,2
6,1
6,3
6,1
6,1
6,3
6,2
Lagere Middelb. Hogere opl. opl. opl. 6,2
6,2
N=771
6
bij meerdere contacten in het afgelopen jaar is gevraagd naar het laatste contact
24
6,1
BELEIDSREACTIE Inzameling huisvuil In Moerdijk worden veel stromen huishoudelijk afval ingezameld. Burgers hebben veel mogelijkheden om hun afval af te (laten) voeren. Deze voorziening wordt positief beoordeeld. Voorzieningen Alle kindercentra hebben te maken met een terugloop van kinderen op de groepen omdat het Rijk bezuinigd op de tegemoetkoming in de kosten voor ouders. Dat heeft als gevolg dat enkele bso's zijn gesloten, ook zijn de bezuinigingsmaatregelen voelbaar op de kinderdagverblijven. Daarnaast is er een gemeentelijke bezuiniging op het peuterspeelzaalwerk, alle zalen worden omgevormd tot peuteropvang of voorschoolgroep. Dit traject is in 2012 ingezet en leidde tot onrust onder ouders met kinderen op de zalen waar de veranderingen plaatsvonden. Dit is een mogelijke verklaring voor de daling van de tevredenheid over kinderopvang (peuterspeelzaal/bso) van 7,1 naar 6,8. Voorzieningen voor kinderen en vooral voor jongeren blijven laag scoren. Aan de kwaliteit en spreiding van voorzieningen wordt continu aandacht besteed met onder andere het speelruimtebeleid als grondlegger. De acties worden bepaald naar aanleiding van de vraag; dat wil zeggen het aantal kinderen met een bepaalde leeftijdscategorie dat in de (directe) omgeving woont. Met name voor jongeren is het onhaalbaar aan het voorzieningenniveau van een stad te voldoen. De inschatting is dan ook dat de mate van tevredenheid laag zal blijven, ondanks het voldoende aanbod voor deze gemeente. Prettig wonen (sociale cohesie) Tweederde ervaart de buurt als prettig om te wonen en waar mensen goed met elkaar omgaan. Elkaar aardig goed kennen en saamhorigheid ervaren scoort een stuk lager. Deze aspecten zijn van belang bij opstellen van de paraplunota maatschappij, onder andere naar aanleiding van de overheveling van rijkstaken naar de gemeente, waarbij een groter beroep wordt gedaan op de lokale samenleving en versterking van de sociale structuur benodigd is. Buurtparticipatie Heel positief is dat het overgrote deel van de inwoners zich mede verantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid in de buurt. Dit vertaalt zich echter nog niet genoeg in concrete zin, door actief te zijn in het verenigingsleven of het verbeteren van de buurt. Stimulering van het omzetten van het mede verantwoordelijkheidsgevoel naar concrete activiteiten is een aandachtspunt bij de ontwikkeling van de gebiedsplannen en bij opstellen van de paraplunota maatschappij.(zie ook 4.3). Buurt goed schoongehouden Straatreiniging vindt plaats op basis van beeldkwaliteit. Voor de woonomgeving heeft de raad een standaard kwaliteitsniveau vastgesteld. Met schouwen, waaronder burgerschouwen, wordt deze standaard gecontroleerd. Het resultaat van de jongeren- en burgerschouw 2012 geeft gemiddeld een zelfde beeld, met uitschieters naar boven (Willemstad 8,4 en) en naar beneden (Heijningen 5,1).
25
BELEIDSREACTIE (vervolg) Overlast Het aantal inwoners dat soms/vaak last heeft van hondenpoep en/of loslopende honden is groot. Loslopende honden zijn binnen de bebouwde kom niet toegestaan, behalve binnen de daarvoor bestemde losloopgebieden. Daarnaast moet binnen de bebouwde kom alle hondenpoep worden opgeruimd. Daarvoor zijn in alle kernen speciale hondenpoepbakken geplaatst. Dit afval mag ook in een gewone afvalbak worden gedeponeerd. Ook van zwerfafval ervaren veel mensen overlast. Ter voorkoming van zwerfafval worden meerdere keren per jaar acties uitgevoerd. Zo vindt in het voorjaar jaarlijks de Lenteweek plaats, waarin scholen en andere organisaties zwerfafval opruimen. De gemeente blijft proberen om door een combinatie van educatie/communicatie en handhaving het gedrag van burgers te beïnvloeden. Het is niet verwonderlijk dat in een landelijke gemeente als Moerdijk met veel industrie en rijks- en spoorwegen, de geluidsoverlast van verkeer en de overlast van geur van industrie en landbouw het vaakst voorkomen. In de paraplunota Leefomgeving die eind 2012 is vastgesteld, is in de uitvoeringsagenda opgenomen het aantal geur- en geluidgehinderden in beeld te brengen en het opstellen van een strategie voor verminderen van de hinder. Veiligheid De veiligheid in de eigenwoonkern wordt gemiddeld beoordeeld met een 7,2. Dat is een stabiel cijfer in vergelijking met vorig jaar. Van alle Moerdijkers van 18 jaar en ouder voelt 20% zich wel eens onveilig. Over de jaren heen zijn de verschillen in onveiligheidsgevoel gering. Gemiddeld scoort de aanpak van de gemeente op leefbaarheid en veiligheid een 5,9. In het Integraal risico- en veiligheidsbeleid zijn diverse actiepunten uitgezet ter bevordering van de sociale veiligheid en een veilige woon- en leefomgeving. De aanpak van onveiligheidsgevoelens blijft een aandachtspunt. Er wordt gezocht naar projecten met een vorm van burgerparticipatie om onveiligheid en overlast in de eigen wijk aan te pakken.
26
5.
GEMEENTELIJKE DIENSTVERLENING
In dit hoofdstuk wordt de tevredenheid over gemeentelijke dienstverlening bekeken. In de eerste paragraaf wordt gekeken naar de voorkeur van de inwoners op welke manier ze het liefst contact hebben met de gemeente. Vervolgens worden alle gemeentelijke contacten van het afgelopen jaar (2012) in kaart gebracht en beoordeelt op verschillende aspecten die met het contact te maken hebben. Achtereenvolgens komen aan de orde: het bezoek aan het gemeentehuis, het telefonisch contact, bezoek aan de website, digitale aanvragen, e-mailcontacten, schriftelijke contacten en meldingen over de openbare ruimte.
5.1 Voorkeur wijze contact met de gemeente Contact met de gemeente kan op vele manieren. Bijna de helft van de inwoners van Moerdijk gaat het liefst naar de balie in het gemeentehuis, 16% geeft de voorkeur aan telefonisch contact, drie op de tien regelt gemeentezaken het liefst via internet of e-mail en een op de tien kiest voor schriftelijk contact. Vergeleken met voorgaande jaren valt op dat dit jaar de voorkeur voor internet en schriftelijk contact is toegenomen ten koste van het telefonisch contact. Grafiek 5.1a: Voorkeur wijze contact met gemeente (n=707) 2008
47%
2009
45%
2010
45%
27%
22%
5%
2011
46%
25%
23%
6%
2012
47% 0%
25% bezoek
24% 24%
16%
8%
24%
7%
29%
50% telefonisch
21%
75%
via internet
9% 100%
schriftelijk
65-plussers en mensen met een lager inkomen hebben minder vaak de voorkeur voor contacten via internet. Deze groepen verkiezen relatief vaker een persoonlijk contact aan de balie. Tabel 5.1b Voorkeur wijze contact met gemeente naar doelgroep 2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
< 1400
14011800
18013100
> 3100
Persoonlijk via balie
47%
51%
42%
45%
37%
48%
56%
51%
60%
48%
33%
Telefonisch
16%
13%
18%
11%
16%
15%
19%
19%
18%
18%
12%
Internet
29%
30%
29%
39%
37%
28%
14%
20%
14%
27%
48%
Schriftelijk
9%
6%
11%
5%
9%
9%
11%
10%
7%
7%
7%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N=707
27
5.2 Contact met de gemeente in 2012 Driekwart van de respondenten heeft in het afgelopen jaar het gemeentehuis bezocht, bijna zes op de tien heeft de website bezocht, vier op de tien heeft gebeld met de gemeente, 16% heeft een e-mail gestuurd en 9% heeft een brief geschreven. De mate waarin het afgelopen jaar de verschillende soorten contact hebben plaatsgevonden verschillen licht met voorgaande jaren. Echter overall zijn er geen grote veranderingen zien. Net als te zien was bij de voorkeur in de vorige paragraaf maken 65-minners en mensen met een hoger inkomen vaker gebruik van internet en e-mail. Tabel 5.2: Soorten contact met de gemeente in afgelopen jaar, 2008-20127 2008 2009 2010 2011 2012
Man Vrouw 18-34 35-49 50-64 65+
< 1401- 1801- > 1400 1800 3100 3100
Bezoek Gemeentehuis
74% 66% 71% 67% 76%
74%
78%
76%
83% 73%
70%
78%
64%
78%
80%
Telefonisch contact
52% 45% 43% 37% 41%
39%
43%
39%
43% 41%
40%
58%
35%
41%
42%
Bezoek website
58% 57% 56% 50% 58%
61%
54%
66%
71% 59%
34%
46%
49%
58%
75%
12% 14% 16% 16%
E-mail contact
18%
13%
16%
17% 20%
8%
12%
6%
12%
27%
Schriftelijk contact
17% 11% 11%
#
8%
9%
9%
10%
11%
11%
8%
7%
4%
4%
13%
12%
Digitale aanvraag
7%
6%
6%
6%
5%
7%
8%
6%
1%
2%
1%
5%
11%
7%
5%
N=707
5.3 Reden laatste contact De mensen die contact hebben gehad met de gemeente noemen met name het aanvragen/verlengen van reisdocumenten en het rijbewijs als redenen. Dit zijn overigens producten waarvoor een feitelijk bezoek aan het gemeentehuis vereist is. Dit is tevens een verklaring voor het grote aandeel bezoeken bij de contacten met het gemeentehuis. Tabel 5.3: Reden laatste contact (n=671: mensen die zich hun laatste contact kunnen herinneren) Reisdocumenten 29% Afspraak maken Rijbewijs 17% Uittreksel burgerlijke stand Melding openbare ruimte 7% WOZ Vergunning 4% Uitkering Verklaring gedrag 4% Parkeerzaken Verhuizing e.d. 4% Uittreksel GBA Melding overlast 4% Geboorte/overlijden Bestemmingsplan 3% Gemeentelijke belastingen WMO 3% Wijziging doorgeven Huwelijk e.d. 3% Info over openingstijden 2% Anders
2% 2% 2% 2% 1% 1% 1% 1% 1% 8%
N=671
7
Als gevraagd wordt naar het laatste contact met de gemeente is dit, vergelijkbaar aan 2008-2011, in zeven op de tien gevallen een bezoek, bijna twee op de tien telefonisch en een op de tien digitaal.
28
5.4 Beoordeling contacten Van de vijf onderscheiden soorten contact met de gemeente wordt de behandeling in het gemeentehuis met een 7,7 het hoogst gewaardeerd en de afhandeling van een e-mail met een 6,0 het laagst. In de volgende paragrafen wordt per contactsoort nader ingegaan op verschillende aspecten van het contact, zodat een beeld kan worden verkregen van de achterliggende redenen van de beoordeling. Grafiek 5.4a: Beoordeling soorten contact dienstverlening gemeente (6,9)
behandeling in gemeentehuis (7,7)
25%
55%
7%
34%
behandeling aan de telefoon (7,2)
20%
website (6,9)
25%
58% 40%
40% 52%
afhandeling e-mail (6,0)
54%
behandeling brief (6,4)
20%
25%
42% 0% 6 of lager
23% 21%
38%
25%
50% 7
19% 75%
100%
8 of hoger
De gemiddelde beoordeling van de dienstverlening lijkt over de jaren redelijk vergelijkbaar, waarbij het persoonlijk contact, het telefonische contact en de beoordeling van de website hoger worden beoordeeld. De beoordeling van de e-mailcontacten wisselt nog over de jaren. De komende pagina’s behandelt de verschillen manieren om contact op te nemen. Tabel 5.4b: Beoordeling dienstverlening van de gemeente, 2008-2012 2008 2009 2010 Gemiddeld rapportcijfer 6,8 6,8 6,9 Bezoek gemeentehuis (§ 5.5) 7,5 7,6 7,5 Telefonisch contact (§ 5.6) 7,0 7,1 7,1 Website (§ 5.7) 6,6 6,6 6,8 E-mail contact (§ 5.8) 5,9 5,7 6,5 Schriftelijk contact (§ 5.9) 6,5 6,5 6,4 N=671, per onderdeel resp. 532, 287, 505, 109, 66
2011 7,0 7,6 7,1 6,8 6,6 6,4
2012 6,9 7,7 7,2 6,9 6,0 6,4
29
5.5 Bezoek gemeentehuis Tweederde van alle respondenten (§ 5.2) heeft in het afgelopen jaar een bezoek gebracht aan het gemeentehuis. De bezoekers beoordelen dit bezoek gemiddeld met een 7,7 (§ 5.4). De bezoekers van het gemeentehuis komen er met name voor een reisdocument of een rijbewijs. Naast de beoordeling aan de balie/loket is de bezoekers ook gevraagd of ze in het algemeen tevreden zijn over de behandeling in het gemeentehuis. Vergelijkbaar met eerdere jaren is 85% van de bezoekers tevreden en bijna niemand ontevreden. Dit is redelijk constant over de afgelopen jaren. Tabel 5.5b: Reden bezoek en beoordeling daarvan8
Tabel 5.5a Tevredenheid behandeling gemeentehuis (n=532) 2008
2009
2010
2011
2012
2009
2010
2011
2012
7,5
7,6
7,5
7,6
7,7
Bezoek gemeentehuis
7,6
7,5
7,6
7,7
Tevreden
86%
83%
84%
84%
85%
Wv reisdocumenten
7,5
7,5
7,7
7,8
Neutraal
11%
15%
15%
15%
13%
Wv rijbewijs
7,8
7,6
7,7
7,8
3%
2%
1%
1%
1%
Wv huwelijk e.d.
8,5
7,5
8,1
7,9
Beoordeling contact
Ontevreden
100% 100% 100% 100% 100% N=532
Acht op de tien bezoekers is binnen tien minuten geholpen, bijna drie op de tien zelfs binnen vijf minuten. 4% heeft langer dan een kwartier moeten wachten. De wachttijd is in 2012 vaker 5-10 minuten en minder vaak korter dan 5 minuten. Grafiek 5.5c: Wachttijd voor geholpen (N=532) 2008
34%
2009
31%
2010
48% 47%
35%
2011
15%
53% 25%
minder dan 5 min
50% 5-10 min
15% 75%
10-15 min
6% 7%
15%
48%
28% 0%
15%
47%
31%
2012
13%
3% 6% 4% 100%
langer dan 15 min
Het bezoek aan het gemeentehuis is beoordeeld aan de hand van vijf stellingen. Bijna alle bezoekers beoordelen de informatie, vriendelijkheid, deskundigheid en de hal als wachtruimte positief. 12% van de mensen vindt dat ze lang hebben moeten wachten. Om jaren te kunnen vergelijken is een schaalscore gemaakt van de 5 stellingen (zie bijlage 1). Tabel 5.5d: Stellingen pers. contact (% eens, excl. weet niet) 2008
2009
2010
2011
2012
Gemiddelde 5 aspecten
91%
93%
95%
94%
94%
kreeg de informatie die ik nodig had
98%
96%
98%
97%
97%
werd vriendelijk te woord gestaan
99%
99%
98%
97%
97%
werd deskundig te woord gestaan
93%
94%
95%
95%
95%
niet vervelend om in hal te moeten wachten
80%
93%
93%
94%
92%
83%
85%
89%
86%
88%
niet lang hoeven wachten N=532
8
De contactreden is alleen bekend van diegenen van wie het laatste contact een bezoek was. Alleen contacten die 12 keer of vaker genoemd zijn, zijn gepresenteerd.
30
Openstelling Bezoekers kunnen zonder afspraak naar het gemeentehuis van maandag tot en met donderdag van 8.30-17.00 uur, op vrijdag van 8.30-12.00 uur en donderdagavond van 18.00-20.00 uur. De dagopenstelling is voor 86% van de inwoners van Moerdijk voldoende. De huidige avondopstelling op donderdagavond is voor 87% van de Moerdijkers voldoende. Tabel 5.5e: Oordeel dagopenstelling en voorkeur uitbreiding
Tabel 5.5f: Oordeel avondopenstelling /voorkeur uitbreiding
Dagopenstelling
2008 2009 2010 2011 2012
Avondopenstelling
2008 2009 2010 2011 2011
Voldoende
84%
87%
90%
89%
86%
Voldoende
80%
83%
86%
86%
87%
Onvoldoende
16%
13%
6%
11%
14%
Onvoldoende
20%
17%
14%
14%
13%
wv vrijdagmiddag
6%
5%
2%
5%
5%
wv extra (of meer) avonden
wv zaterdag (ochtend)
3%
1%
2%
2%
5%
Overig
wv tot 18 uur
6%
7%
1%
2%
4%
100% 100% 100% 100% 100%
15%
12%
11%
12%
12%
5%
5%
3%
2%
1%
100% 100% 100% 100% 100%
N=671 (iedereen die wel eens contact heeft gehad)
Bezoek op afspraak Voor bepaalde producten, zoals reisdocumenten, rijbewijs, uittreksels en vergunningen, kan van te voren een afspraak worden gemaakt, zodat men niet hoeft te wachten. Bijna de helft van de Moerdijkers is hiermee bekend en ruim een op de tien heeft hier al eens gebruik van gemaakt. De bekendheid en het gebruik van een afspraak maken neemt toe over de afgelopen jaren. Vier op de tien mensen maakt digitaal een afspraak, eenderde doet dit via een medewerker van de balie en een kwart maakt telefonisch een afspraak. Vergeleken met vorig jaar wordt vaker digitaal een afspraak gemaakt en minder vaak telefonisch. Tabel 5.5g: Bekendheid en gebruik vooraf afspraak maken
Tabel 5.5h: Hoe afspraak gemaakt
2008 2009 2010 2011 2012
2011 2012
Bekend en gebruik
2%
5%
7%
10%
12%
Met medewerker balie
33%
34%
Bekend, nog geen gebruik
15% 19%
26%
26%
33%
Telefonisch
37%
25%
Onbekend
83% 76%
67%
64%
54%
Digitaal
30%
41%
100% 100% 100% 100% 100% N=671 (iedereen die wel eens contact heeft gehad)
100% 100% N=81 (iedereen die wel eens een afspraak heeft gemaakt)
31
5.6 Telefonisch contact Van alle respondenten heeft 41% (§ 5.2) in het afgelopen jaar telefonisch contact gehad met de gemeente en wordt dit contact gemiddeld met een 7,2 beoordeeld (§ 5.4). De mensen die telefonisch contact hebben gehad met de gemeente, bellen het vaakst voor een melding over de openbare ruimte. Tabel 5.6a: Reden voor telefonisch contact en beoordeling daarvan9 Telefonisch contact Wv. melding openbare ruimte N=287
2009
2010
2011
2012
7,0
7,1
7,1
7,2
6,8
6,9
6,9
7,1
Van diegenen die telefonisch contact hebben gehad geeft negen op de tien aan dat ze inhoudelijk zijn geholpen, meestal direct, een deel is later teruggebeld. Voor 9% geldt dat ze tijdens hun telefonisch contact niet zijn geholpen, en later niet zijn teruggebeld, terwijl dit wel was beloofd. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met eerdere jaren. Tabel 5.6b: Inhoudelijk geholpen 2009
2010
2011
2012
Ja
74%
73%
72%
73%
Op dat moment niet, later teruggebeld
16%
14%
17%
19%
Nee, ook niet teruggebeld, terwijl dat wel was beloofd
11%
13%
11%
9%
100%
100%
100%
100%
N=287
Daarnaast zijn vijf stellingen over het telefonische contact voorgelegd. Bijna iedereen vindt dat ze vriendelijk te woord zijn gestaan. Relatief het minst tevreden is men over de tijd die het duurde voordat ze de juiste persoon aan de lijn hadden. De laatste jaren geven met name de deskundigheid van de medewerkers tijdens het telefonisch contact en de wachttijd voordat de juiste persoon aan de lijn komt een verbetering te zien. Tabel 5.6c: Stellingen telefonisch contact (% mee eens, excl. weet niet) 2008
2009
2010
2011
2012
Gemiddeld 5 aspecten
81%
81%
82%
85%
85%
Ik werd vriendelijk te woord gestaan
94%
94%
95%
96%
96%
Ik werd NIET vaak doorverbonden*
78%
86%
83%
85%
86%
Ik werd deskundig te woord gestaan
77%
75%
77%
81%
83%
Ik kreeg de informatie die ik nodig had
83%
77%
81%
82%
81%
Het duurde NIET lang voordat ik de juiste persoon aan de lijn had*
71%
73%
76%
79%
80%
N=287
* andersom gevraagd
9
De reden van contact is alleen bekend van diegenen van wie het laatste contact telefonisch was. Alleen contacten die 12 keer of vaker genoemd zijn, zijn gepresenteerd.
32
5.7 Bezoek website Internet en e-mail is sinds een aantal jaren niet meer weg te denken uit de maatschappij. Op dit 10 moment heeft ruim negen op de tien deelnemende respondenten thuis een PC met internet . Alleen 65-plussers en de laagste inkomens lopen nog wat achter wat betreft PC-bezit. Tabel 5.7a: Heeft thuis PC met internet 2012
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
< 1400
14011800
1801> 3100 3100
93%
95%
91%
99%
98%
94%
82%
73%
91%
95%
7%
5%
9%
1%
2%
6%
18%
27%
9%
5%
0%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Ja Nee Totaal
Man
100%
N=707
Ruim zeven op de tien inwoners van Moerdijk heeft wel eens de website van de gemeente van Moerdijk bezocht, bijna zes op de tien (ook) in het afgelopen jaar. Dit is hoger dan in eerdere jaren. De website wordt met name bezocht om informatie te zoeken. Grafiek 5.7b: Bezoek website 2008
58%
9%
33%
2009
57%
10%
34%
2010
56%
12%
32%
2011
50%
2012
15%
58% 0%
25%
35%
14% 50%
ja, in afgelopen jaar
Tabel 5.7c: Belangrijkste reden bezoek website 2008 2009 Op zoek naar info 70% 78% Nieuwsgierig 26% 18% Product bestellen 2% 3% Statusaanvraag controleren 3% 0% 100% 100% N=505
2010 2011 2012 73% 74% 74% 24% 22% 23% 2% 4% 3% 1% 0% 0% 100% 100% 100%
28% 75%
100%
ja, langer geleden
nooit
In § 5.4 was te zien dat de website beoordeeld wordt met een 6,9 en dat de beoordeling sinds 2008 tweejaarlijks met 0,1 punt stijgt. Van de bezoekers van de website heeft ruim driekwart kunnen vinden wat ze zochten, waarvan ruim de helft vrij snel en de rest na enig zoeken. Daarnaast heeft 7% de gewenste informatie niet kunnen vinden. De beoordeling van het taalgebruik wordt evenals in voorgaande jaren door bijna iedereen positief beoordeeld. De overige drie aspecten worden met ruim negen op de tien voldoende hoger beoordeeld dan in eerdere jaren. Tabel 5.7d: Gevonden wat u zocht?
Tabel 5.7e:% voldoende
2008
2009
2010
2011
2012
2010
2011
2012
Ja, vrij snel
33%
31%
44%
34%
44%
Taalgebruik
95%
97%
98%
Ja, na enig zoeken
35%
42%
32%
38%
33%
Actualiteit
88%
88%
94%
Zocht niets speciaals
14%
15%
8%
16%
16%
Aantrekkelijkheid
86%
85%
91%
Nee
19%
13%
16%
13%
7%
Beschikbare informatie
85%
82%
91%
100%
100%
100%
100%
100%
10 Omdat er een verband verondersteld kan worden tussen de response in deze enquête en het internetbezit, is dit cijfer indicatief. In 2011 werd een percentage van 91% gevonden.
33
Digitale aanvraag De website van de gemeente beschikt ook over een digitaal loket. Hiermee kan een aantal producten worden aangevraagd. Van alle inwoners van de gemeente Moerdijk heeft 6% in het afgelopen jaar gebruik gemaakt van het digitale loket (§ 5.2). Dit is vergelijkbaar met eerdere jaren. Ruim negen op de tien aanvragers via het digitale loket kreeg binnen 5 werkdagen een reactie op hun aanvraag, waarvan ruim de helft binnen twee werkdagen en de rest in 2-5 dagen. Voor 7% duurde dit langer dan 5 werkdagen en geen van de 37 respondenten die een digitale aanvraag heeft gedaan geeft aan nooit een reactie te hebben gekregen. Vergeleken met eerdere jaren valt met name op dat iedereen aangeeft een reactie te hebben gehad terwijl dit in het verleden bij 4-8% niet het geval was. Grafiek 5.7f: Snelheid reactie op digitale aanvraag (n=37) 2008
48%
2009
26%
22%
53%
2010
32%
49%
2011
31%
47%
2012 0%
25%
< 2 werkdagen
42% 50%
2-5 werkdagen
9% 6% 14%
45%
51%
4%
75% > 5 werkdagen
6%
1%8% 7% 100% nooit reactie
Het digitaal aanvragen van producten is beoordeeld aan de hand van vier stellingen, die allen door (ruim) acht op de tien gebruikers als positief worden beoordeeld. Dit is lager dan vorig jaar. Tabel 5.7g: Stellingen digitale aanvraag (% mee eens, excl. weet niet) 2008
2009
2010
2011
2012
Gemiddelde 4 aspecten
75%
92%
86%
93%
84%
Het online betalen ging snel en gemakkelijk
62%
96%
92%
96%
80%
Ik kreeg ontvangstbevestiging digitale aanvraag
78%
94%
94%
95%
87%
Het aanvragen was NIET erg ingewikkeld en onduidelijk
72%
84%
78%
91%
86%
Ik kreeg aangevraagde snel thuisbezorgd
86%
93%
79%
91%
82%
N=37
Aan alle inwoners is gevraagd welke producten of diensten ze via de website van de gemeente willen kunnen aanvragen. De respondenten denken hierbij het meest aan het aanvragen van een paspoort, rijbewijs of identiteitskaart, maar ook relatief vaak aan het doorgeven van een klacht of melding. Bijna twee op de tien respondenten, meestal niet-internet gebruikers, geeft aan in geen van de opties geïnteresseerd te zijn.
34
5.8 E-mail contact Van alle respondenten heeft 16% in het afgelopen jaar een e-mail gestuurd aan de gemeente (§ 5.2). De afhandeling van hun e-mail wordt gemiddeld met een 6,0 beoordeeld. Dit is lager dan in de afgelopen twee jaar. Als gevraagd wordt naar de reden van het e-mailcontact worden veel verschillende redenen genoemd, alleen meldingen over de openbare ruimte worden frequenter genoemd. Driekwart geeft aan dat ze een ontvangstbevestiging hebben gekregen. Zes op de tien vindt het antwoord op hun e-mail duidelijk en de helft vindt dat ze snel antwoord hebben gekregen. Vergeleken met de laatste twee jaar wordt met name de snelheid en de duidelijkheid van het antwoord lager beoordeeld. Tabel 5.8: Beoordeling e-mailcontact in het algemeen en middels 3 stellingen (% eens, excl. weet niet) 2008 2009 2010 2011 Rapportcijfer e-mail contact
#
5,7
6,5
2012
6,6
6,0
Gemiddelde 3 aspecten (% eens)
61%
53%
64%
70%
60%
Ik kreeg ontvangstbevestiging e-mail
68%
69%
74%
76%
74%
Antwoord op mijn e-mail was duidelijk
63%
48%
66%
67%
60%
Ik kreeg snel antwoord op mijn e-mail
52%
42%
51%
67%
47%
N=109
# onbekend
5.9 Schriftelijk contact Van alle respondenten heeft 9% in het afgelopen jaar een brief geschreven aan de gemeente (§ 5.2). Van de mensen die een brief hebben geschreven aan de gemeente geeft 92% aan een ontvangstbevestiging te hebben gekregen. Dit is hoger dan in voorgaande jaren. Vier op de tien krijgt binnen drie weken inhoudelijk antwoord op hun brief, drie op de tien tussen de 3-6 weken, voor ruim twee op de tien duurt het langer dan 6 weken. In 2012 heeft men vaker (al) antwoord gekregen dan in eerdere jaren. Tabel 5.9a: Ontvangen reacties op brief en termijn waarbinnen inhoudelijk antwoord 2008 2009 2010 Ontvangstbevestiging gekregen? (% ja) 75% 82% 80% Hoe lang voordat u inhoudelijk antwoord kreeg binnen 1 week 1-3 weken 3-6 weken langer dan 6 weken (nog) geen antwoord gekregen
1% 24% 40% 24% 11% 100%
8% 20% 30% 18% 25% 100%
8% 35% 19% 22% 17% 100%
2011 85%
2012 92%
10% 21% 32% 20% 17% 100%
10% 31% 29% 22% 8% 100%
N=66
Bijna zeven op de tien mensen die een brief hebben gestuurd, is tevreden met de snelheid van het antwoord. Van de mensen die binnen een week een inhoudelijk antwoord op hun brief hebben gekregen is op één persoon na iedereen tevreden over de snelheid van reageren. Van de mensen die langer dan zes weken moeten wachten op een inhoudelijk reactie vindt bijna negen op de tien dit te lang. Tabel 5.9b: Tevredenheid over snelheid van antwoord op de brief, naar termijn van reactie Rede- Duurde Snel lijk te lang Alle schriftelijke contacten 15% 53% 32% binnen 1 week 45% 39% 16% 1-3 weken 29% 65% 5% 3-6 weken 0% 75% 25% langer dan 6 weken 0% 14% 86%
Totaal 100% 100% 100% 100% 100%
35
N=66
De mensen die inhoudelijk antwoord hebben gekregen op hun brief hebben dit in 95% van de gevallen schriftelijk gehad en in 5% van de gevallen telefonisch. In totaal ruim negen op de tien is tevreden over het feit dat de ontvangen reactie schriftelijk was. Zij hadden dit ook zo verwacht. Tabel 5.9c: Hoe antwoord gekregen Schriftelijk en ook verwacht
93%
Schriftelijk, liever telefonisch
2%
Telefonisch, liever schriftelijk
5% 100%
N=66
In § 5.4 was te zien dat de afhandeling van het schriftelijk contact al enkele jaren met een 6.4 wordt beoordeeld. Ook zijn er vijf stellingen over het schriftelijk contact voorgelegd. Van alle brievenschrijvers die een reactie op hun brief hebben gehad, vindt 88% de brief duidelijk en goed leesbaar en 88% de brief vriendelijk en correct. Over het informatieve gehalte van de brief is men relatief het minst tevreden: zeven op de tien vindt dat ze de informatie hebben gekregen die ze nodig hadden en bijna zeven op de tien vindt dat ze antwoord op hun vraag hebben gekregen. Vergeleken met voorgaande jaren valt met name op dat de brief vaker antwoord geeft op de vraag. Tabel 5.9d: Stellingen schriftelijk contact (% mee eens, excl. weet niet) 2008
2009
2010
2011
2012
6,5
6,5
6,4
6,4
6,4
Rapportcijfer schriftelijk contact (zie § 5.4) Gemiddelde 5 aspecten
#
80%
78%
76%
79%
De brief was duidelijk en goed leesbaar
88%
87%
85%
85%
88%
De toon van de brief was vriendelijk en correct
87%
84%
90%
80%
88%
Ik begreep meteen wat er in de brief stond
87%
89%
86%
84%
81%
De brief gaf de informatie die ik nodig had
-
76%
68%
66%
71%
De brief gaf WEL antwoord op mijn vraag
64%
64%
61%
65%
68%
N=66
5.10 Melding openbare ruimte Van alle inwoners van Moerdijk geeft 25% aan in het afgelopen jaar bij de gemeente een melding over de openbare ruimte te hebben gedaan. Het gaat hier bijvoorbeeld om zwerfvuil, verkeersborden, bomen en worteldruk, verstopt riool, losliggende stoeptegels, een kapotte straatlantaarn en groenonderhoud. Dit jaar is iets vaker een melding gedaan dan in de laatste twee jaar en even vaak als in 2009. Van de vier stellingen is een score gemaakt om de jaren met elkaar te vergelijken. Tabel 5.10: Stellingen afhandeling melding (% mee eens, excl. weet niet) 2008
2009
2010
2011
2012
#
24%
20%
22%
25%
Gemiddelde 3 aspecten (% mee eens)
43%
51%
47%
54%
55%
De afspraken zijn nagekomen
47%
59%
52%
63%
62%
Alle moeite is gedaan om mij te helpen
45%
52%
47%
53%
54%
Mijn melding is snel verholpen
36%
43%
41%
47%
49%
#
#
#
23%
18%
% inwoners dat een melding heeft gemaakt
Ik kreeg een berichtje dat mijn melding was afgehandeld N=171
36
BELEIDSREACTIE Voorkeur wijze contact met de gemeente De helft van de inwoners geeft aan het liefst via de balie zaken te doen met de gemeente. Met name 65plussers en mensen met een lager inkomen kiezen relatief gezien vaker voor het persoonlijke contact met de gemeente. Ten opzichte van voorgaande jaren wint het zaken doen via het kanaal internet (30%) aan terrein. Bij de vorming van een gezamenlijke KCC wordt op deze ontwikkelingen ingespeeld. Reden laatste contact De mensen die contact hebben gehad met de gemeente noemen met name het aanvragen/verlengen van reisdocumenten en het rijbewijs als redenen. Dit zijn producten waarvoor een feitelijk bezoek aan het gemeentehuis vereist is. Beoordeling contacten Van de vijf onderscheiden soorten contact met de gemeente wordt de behandeling in het gemeentehuis met een 7,7 het hoogst gewaardeerd en de afhandeling van een e-mail met een 6,0 het laagst. De gemiddelde beoordeling van de dienstverlening lijkt over de jaren redelijk vergelijkbaar. Gemiddeld genomen wordt de dienstverlening met een kleine 7 beoordeeld. De beoordeling per kanaal verschilt. In de periode 2008-2012 wordt het persoonlijk contact (van 7,5 tot 7,7) , het telefonische contact (van 7,0 tot 7,2) en de beoordeling van de website (van 6,6 tot 6,9) hoger beoordeeld. De beoordeling van schriftelijke contacten blijft min of meer stabiel (rond de 6,5). De beoordeling van de e-mailcontacten wisselt nogal over de jaren (bandbreedte 5,9 tot 6,6). Gesteld kan worden dat de investeringen in de contacten met de burger over het algemeen zijn vruchten af werpen. Bezoek gemeentehuis De bezoekers beoordelen dit bezoek gemiddeld met een 7,7. Daarnaast geven 85% van de bezoekers in het algemeen tevreden te zijn over de behandeling in het gemeentehuis. Dit is redelijk constant over de afgelopen jaren. Het bezoek aan het gemeentehuis is beoordeeld aan de hand van vijf stellingen. Bijna alle bezoekers beoordelen de informatie (97%), vriendelijkheid (97%), deskundigheid (95%) en de hal als wachtruimte (92%) positief. Verder geeft 88% van de bezoekers aan niet lang te hoeven wachten. De beoordeling van de informatie, vriendelijkheid en deskundigheid is al jaren stabiel. De beoordeling van de hal als wachtruimte en de wachttijd laten in de periode 2008 – 2012 een verbetering zien: van 80 % naar 92 % respectievelijk van 83 % naar 88 %. Onze verwachting is dat met uitbreiding van onze dienstverlening op afspraak de beoordeling van de wachttijd positief zal beïnvloeden. Ook over de openingstijden is sprake van een min of meer stabiele waardering. De dagopenstelling is voor 86% van de inwoners van Moerdijk voldoende. De huidige avondopstelling op donderdagavond is voor 87% van de Moerdijkers voldoende. Voor bepaalde producten, zoals reisdocumenten, rijbewijs, uittreksels en vergunningen, kan van te voren een afspraak worden gemaakt, zodat men niet hoeft te wachten. De bekendheid en het gebruik van een afspraak maken, neemt toe over de afgelopen jaren (van 17 % in 2008 naar 46 % in 2012). Onze inspanningen in dit kader blijken resultaat te hebben.
37
BELEIDSREACTIE (vervolg) Telefonisch contact Van diegenen die telefonisch contact hebben gehad geeft 91 % aan dat ze inhoudelijk zijn geholpen, meestal direct, een deel is later teruggebeld. Voor 9% geldt dat ze tijdens hun telefonisch contact niet zijn geholpen, en later niet zijn teruggebeld, terwijl dit wel was beloofd. Bijna iedereen vindt dat ze vriendelijk te woord zijn gestaan. De laatste jaren geeft met name de deskundigheid van de medewerkers tijdens het telefonisch contact, het beperken van het aantal doorverbindingen en de wachttijd voordat de juiste persoon aan de lijn komt een verbetering te zien: van 77% naar 83 % respectievelijk van 78 % naar 86 % respectievelijk van 71% naar 80 %. Bezoek website Het bezoek aan de website is groeiende en wordt thans vooral benut voor het zoeken naar informatie. Ruim driekwart van de bezoekers geeft te kunnen vinden wat ze zochten, waarvan ruim de helft vrij snel en de rest na enig zoeken. De beoordeling van het taalgebruik wordt evenals in voorgaande jaren door bijna iedereen positief beoordeeld. De aspecten actualiteit, aantrekkelijkheid en beschikbare informatie worden met tenminste 90% hoger beoordeeld dan in eerdere jaren. Onze inschatting is dat de vernieuwde website die in 2012 is gelanceerd hieraan bijgedragen heeft. De uitdaging is nu gelegen in het stimuleren van het gebruik van de website voor andere doeleinden, waaronder het bestellen van producten en het controleren van statusaanvragen. Een uitdaging die pas echt goed kan worden opgepakt na de vorming van de KCC. E-mailcontact Van alle respondenten geeft 1 op de 6 aan in het afgelopen jaar een e-mail gestuurd te hebben aan de gemeente. Driekwart geeft aan dat ze een ontvangstbevestiging hebben gekregen. Zes op de tien vindt het antwoord op hun e-mail duidelijk en de helft vindt dat ze snel antwoord hebben gekregen. Vergeleken met de laatste twee jaar wordt met name de snelheid en de duidelijkheid van het antwoord lager beoordeeld. In het kader van het bevorderen van digitale dienstverlening is dit ongewenste ontwikkeling. Schriftelijke contact Van alle respondenten heeft bijna 1 op 10 in het afgelopen jaar een brief geschreven aan de gemeente. Als het gaat om het ontvangen van de ontvangstbevestiging is er in de periode 2008-2012 sprake van een duidelijke verbetering: van 75 % in 2008 naar 92% naar 2012. Daarnaast valt vergeleken met voorgaande jaren met name op dat de brief vaker antwoord geeft op de vraag. Het percentage brieven waarvan de beantwoording langer duurt dan 6 weken (22 %) blijft een punt van zorg en aandacht.
38
6. GEBRUIK EN BEOORDELING GEMEENTELIJKE VOORZIENINGEN In hoofdstuk 4 zijn de woonvoorzieningen in de eigen woonkern besproken. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de meer algemene gemeentelijke voorzieningen. De eerste paragraaf behandelt het feitelijk gebruik van elf voorzieningen, in de tweede paragraaf geven de inwoners een beoordeling van achttien gemeentelijke voorzieningen.
6.1 Gebruik gemeentelijke voorzieningen Voor elf gemeentelijke voorzieningen is de inwoners gevraagd of ze hier gebruik van maken. De inwoners van Moerdijk maken het meest gebruik van recreatieve wandel- en fietsroutes en het minst van het Centrum voor Kunsten en het Toeristen- en Arrangementenbureau. Grafiek 6.1a: Gebruik van voorzieningen (n= 707, exclusief weet niet) Recreatieve voorzieningen
28%
Binnensportaccommodaties
20%
Binnenzwembad
13%
Openbaar vervoer
10%
19% 19%
11%
13%
8%
20%
Dorpshuis
7%
8%
15%
20%
13%
10%
Openbare bibliotheek
Sportvelden
26%
57% 57% 57%
14%
58%
24% 7%
61%
10%
69%
Buitenzwembad 3%5% Theater 0% 4%
73% 22%
74%
Toeristen- en Arrangementenbureau 1% 2% 10%
88%
Centrum voor de Kunsten Amadeus 1% 1% 3% 0%
26%
96% 25% vaak
50% regelmatig
75% soms
100%
(bijna) nooit
Er zijn weinig verschillen met eerdere jaren. Alleen de binnensportaccommodaties en het binnenzwembad geven de laatste jaren een toename in gebruik te zien. Ook is het gebruik van het Toeristen- en Arrangementenbureau (TAB) vergeleken met vorig jaar toegenomen. Sportvelden, sportaccommodaties, de zwembaden, bibliotheek en het OV worden vaker gebruikt door 50 minners (jongeren en gezinnen met kinderen). Over het algemeen maken de mensen met een hoger inkomen vaker gebruik van alle voorzieningen. Uitzondering hierop zijn het dorpshuis en de bibliotheek, die relatief vaker door de middeninkomens worden gebruikt.
39
Tabel 6.1b: Gebruik van voorzieningen 2010-2012 en naar doelgroep 2010
2011
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18003100
>3100
Recreatieve wandel- en fietsroutes
73%
71%
74%
75%
72%
74%
73%
78%
71%
69%
81%
80%
Binnensportaccommodaties
38%
41%
43%
41%
44%
46%
57%
36%
32%
34%
42%
53%
Binnenzwembad
39%
40%
43%
38%
47%
55%
61%
30%
26%
39%
41%
51%
Openbaar vervoer
40%
43%
43%
40%
47%
56%
47%
34%
39%
42%
45%
49%
Openbare bibliotheek
38%
41%
42%
39%
44%
39%
56%
30%
41%
35%
50%
46%
Dorpshuis
38%
42%
39%
40%
38%
31%
43%
42%
39%
44%
46%
37%
Sportvelden
31%
33%
31%
34%
28%
34%
50%
23%
15%
22%
24%
45%
Buitenzwembad
27%
25%
27%
26%
27%
42%
43%
17%
7%
26%
27%
28%
Theater
18%
26%
26%
26%
27%
12%
29%
33%
28%
23%
29%
32%
#
9%
12%
11%
14%
7%
14%
13%
13%
12%
11%
14%
4%
6%
4%
4%
5%
4%
6%
4%
2%
1%
4%
10%
Toeristen- en Arrangementenbureau Centrum voor de Kunsten Amadeus N = 707, # niet gevraagd
6.2 Beoordeling gemeentelijke voorzieningen Vervolgens is de inwoners gevraagd naar de tevredenheid over 18 (andere) gemeentelijke voorzieningen. Op basis van berekende scores (zie bijlage 1) worden de sportvoorzieningen het hoogst beoordeeld, en voorzieningen voor jongeren het laagst. Grafiek 6.2a: Schaalscore voorzieningen in de gemeente Moerdijk (n= 707, exclusief weet niet) Sportvoorzieningen (7.5)
75%
Verenigingen/ clubs, cursussen (7.4)
19%
69%
6%
26%
5%
Onderwijsvoorzieningen (7.3)
66%
Gezondheidszorg (7.2)
65%
26%
10%
Fietsmogelijkheden (7.2)
65%
23%
11%
Winkelaanbod (6.8)
28%
59%
Voorzieningen voor senioren (6.6)
21%
40%
Speelplekken voor kinderen (6.5)
46%
Verkeersveiligheid (6.4)
44%
6%
20%
51%
10%
32% 32%
24%
Culturele voorzieningen (6.3)
35%
47%
18%
Werkgelegenheid (6.3)
34%
49%
17%
Openbaar vervoer (6.3)
44%
Uitgaansmogelijkheden (6.1)
29%
33%
Welzijnsvoorzieningen (6.1)
26%
Voorz. mensen met beperking (6.0) Parkeermogelijkheden (5.8)
35% 33%
Voorzieningen voor jongeren (5.6)
21%
59% 28% 26%
16% 0%
24%
52%
22%
Onderhoud wegen/ fietspaden (5.7)
27%
43%
19% 37% 41%
53%
31%
25%
50%
tevreden
neutraal
75%
100%
ontevreden
Gemiddeld worden de 18 gemeentelijke voorzieningen, evenals in 2010 en 2011, met een 6,5 beoordeeld. Over het algemeen zijn er weinig verschillen naar doelgroep.
40
Tabel 6.2b: Schaalscore voorzieningen in de gemeente Moerdijk 2008-2012 naar doelgroep 2008
2009
2010
2011
2012
Totaal
6,4
6,2
6,5
6,5
Sportvoorzieningen
7,4
7,4
7,3
7,6
Verenigingen/ clubs, cursussen
7,4
7,2
7,2
Onderwijsvoorzieningen
7,1
7,0
7,1
1800>3100 3100
Man Vrouw 18-34 35-49 50-64
65+
<1800
6,5
6,5
6,5
6,7
6,4
6,4
6,5
6,5
6,6
6,5
7.5
7.5
7.6
7.4
7.7
7.5
7.5
7.6
7.6
7.6
7,4
7.4
7.5
7.3
7.4
7.4
7.4
7.4
7.5
7.5
7.5
7,4
7.3
7.3
7.3
7.5
7.4
7.2
7.1
7.3
7.5
7.3
Gezondheidszorg
6,7
7,1
7,1
7,1
7.2
7.0
7.4
7.2
7.0
7.1
7.5
7.3
7.4
7.0
Fietsmogelijkheden
7,2
7,2
7,2
7,1
7.2
7.1
7.3
7.6
7.1
7.0
7.1
7.3
7.2
7.0
Winkelaanbod
6,4
6,5
6,3
6,8
6.8
6.8
6.9
7.1
6.8
6.9
6.5
6.5
7.0
6.9
Voorzieningen voor senioren
6,7
6,4
6,6
6,7
6.6
6.5
6.7
6.9
6.3
6.5
6.9
6.8
6.7
6.3
Speelplekken voor kinderen
6,6
6,5
6,6
6,3
6.5
6.5
6.4
6.7
6.1
6.7
6.4
6.5
6.6
6.5
Verkeersveiligheid
6,3
6,2
6,5
6,5
6.4
6.3
6.4
6.9
6.1
6.3
6.2
6.3
6.5
6.4
Culturele voorzieningen
5,9
5,7
6,0
6,3
6.3
6.3
6.4
6.3
6.1
6.3
6.6
6.5
6.4
6.2
Werkgelegenheid
6,5
6,1
6,4
6,6
6.3
6.4
6.2
6.5
6.4
6.3
6.0
6.1
6.3
6.7
Openbaar vervoer
5,9
5,5
6,0
6,2
6.3
6.3
6.3
6.5
6.2
6.0
6.5
6.4
6.4
6.1
Uitgaansmogelijkheden
5,8
5,6
6,0
6,3
6.1
6.1
6.2
6.0
6.3
6.1
6.0
6.1
6.3
6.1
Welzijnsvoorzieningen
5,6
5,3
5,9
6,1
6.1
6.0
6.1
6.1
5.9
6.0
6.3
6.0
6.1
6.1
Voorzieningen mensen met beperking
6,1
5,6
6,1
6,1
6.0
6.1
5.9
6.4
5.8
5.8
6.1
6.1
6.3
5.7
Parkeermogelijkheden
5,9
6,0
6,3
5,9
5.8
5.8
5.9
6.0
5.9
5.7
5.8
5.7
5.9
5.8
#
#
#
5,9
5.7
5.6
5.7
6.4
5.8
5.2
5.5
5.6
5.6
5.8
5,1
4,3
5,3
5,5
5.6
5.7
5.5
6.0
5.2
5.6
5.7
5.8
5.7
5.3
Onderhoud wegen/ fietspaden Voorzieningen voor jongeren N = 707, # niet gevraagd
BELEIDSREACTIE De basisvoorzieningen dorpshuis en buitensport worden door een vijfde van de inwoners regelmatig tot vaak bezocht. Het merendeel bezoekt deze voorzieningen soms of nooit. Het gebruik van binnensportaccommodaties ligt wat hoger. Verhoging van de sociaal-culturele tarieven voor binnensport heeft niet geleid tot een daling van het gebruik, dit is ten opzichte van 2011 juist toegenomen. De discussie over behoud van de (buiten)zwembaden heeft niet geleid tot een toename van gebruik, dit is licht afgenomen ten opzichte van 2011. Aandachtspunt is het lagere gebruik door inwoners met een laag inkomen. Niet iedereen van deze groep kan aanspraak maken op ondersteuning vanuit het armoedebeleid, omdat de inkomensgrens als voorwaarde van deze ondersteuning lager is dan de inkomensgrens die is gebruikt bij deze vraag in de enquête(idem tekst 2011). Tevredenheid over gemeentelijke voorzieningen: gezondheidszorg scoort een 7.2, Dat is een goede score. Het is prettig te constateren dat de inwoners van Moerdijk veel gebruik maken van de recreatieve wandel- en fietsroutes. Eind 2012 is het wandelknooppuntennetwerk in Moerdijk gereed gekomen. Het is nu mogelijk om door de hele gemeente via het knooppuntensysteem een wandeling te maken.
41
7.
BOODSCHAPPEN EN WINKELEN
Dit jaar zijn er in de Burgerenquête voor het eerst ook vragen opgenomen over de aankoop van dagelijkse boodschappen en niet dagelijkse boodschappen. Ook hebben de inwoners van Moerdijk de drie winkelcentra in de eigen gemeente op vier aspecten beoordeeld.
7.1 Aankoop dagelijkse boodschappen Dagelijkse boodschappen, zoals levensmiddelen, worden veelal in de nabijheid van de eigen woning aangeschaft. Dat betekent dat de meeste dagelijkse boodschappen in Zevenbergen gekocht worden. De supermarkten en speciaalzaken in de kernen Fijnaart, Klundert en Willemstad trekken veelal bezoekers uit hun eigen kernen. Grafiek 7.1: Aankoopplaats levensmiddelen (n= 771, exclusief weet niet)
7.2 Aankoop niet-dagelijkse boodschappen Om inzicht te krijgen waar inwoners van Moerdijk winkelen, is voor elf artikelen gevraagd waar men winkelt. Allereerst is gevraagd of men de artikelensoorten wel eens aanschaft. Vrijwel alle volwassen inwoners kopen jaarlijks wel kleding, drogisterijartikelen en schoenen. Tabel 7.2a: Kopen bewoners de volgende artikelen Dames- en herenkleding Drogisterij, parfumerie Schoenen en lederwaren Grote elektrische apparatuur Kleine elektrische huishoudelijke apparatuur Huishoudelijke artikelen Doe het zelf artikelen Vrijetijdsartikelen Tuinartikelen Meubelen, gordijnen, woninginrichting Winkelen voor de gezelligheid zonder koopdoel
97% 97% 96% 94% 94% 93% 93% 89% 87% 86% 85%
N = 771
42
Vervolgens hebben de inwoners die de betreffende artikelen aankopen aangegeven waar ze deze artikelen meestal kopen en waar soms. Onderstaande grafiek geeft het aandeel inwoners(dat deze artikelen koopt) dat de artikelen meestal/soms in de gemeente Moerdijk koopt. Drogisterij- en doe het zelf artikelen worden vrijwel altijd in de eigen gemeente gekocht. Voor meubelen en woninginrichting en om voor de gezelligheid te gaan winkelen bezoekt men meestal andere gemeenten. Grafiek 7.2b: Aandeel meestal/soms aankoop artikelen in gemeente Moerdijk (in % van kopers artikelen) Drogisterij, parfumerie
80%
Doe het zelf artikelen
19%
74%
Huishoudelijke artikelen
20%
63%
Kleine elektrische huishoudelijke apparatuur
15%
55%
Tuinartikelen
16%
48%
Vrijetijdsartikelen
18%
43%
Grote elektrische apparatuur
14%
37%
Schoenen en lederwaren
14%
28%
Dames- en herenkleding
23%
22%
Meubelen, gordijnen, woninginrichting
26%
25%
Winkelen voor de gezelligheid zonder koopdoel
12% 0%
13%
6% 25% Meestal
50%
75%
100%
Soms
Totaal overzicht belangrijkste aankoopplaatsen Breda en in mindere mate Roosendaal zijn de belangrijkste concurrenten van Moerdijk voor de aankoop van kleding, schoenen en om voor de gezelligheid te winkelen. Opvallend is de toenemende kracht van internet op het gebied van de aankoop van boeken en cd’s. Tabel 7.2c: Totaal overzicht van aankoopplaatsen waar de inwoners de artikelen “meestal kopen” (in % van kopers artikelen) Winkelcentra binnen Moerdijk
Breda
Roosendaal
Etten Leur
Elders in West Brabant
Elders in Brabant/ Nederland*
Internet
Totaal
Drogisterij, parfumerie
80%
4%
5%
2%
5%
3%
1%
100%
Doe het zelf artikelen
74%
7%
11%
1%
4%
3%
1%
100%
Huishoudelijke artikelen
63%
15%
8%
1%
5%
6%
1%
100%
Kleine elektrische huishoudelijke apparatuur
55%
21%
7%
1%
4%
3%
9%
100%
Tuinartikelen
48%
17%
4%
2%
20%
9%
1%
100%
Vrijetijdsartikelen (boeken, cd’s, speelgoed)
43%
11%
10%
2%
3%
4%
27%
100%
Grote elektrische apparatuur
37%
34%
9%
1%
8%
5%
7%
100%
Schoenen en lederwaren
28%
29%
18%
7%
5%
9%
3%
100%
Meubelen, gordijnen, woninginrichting
25%
36%
9%
1%
12%
16%
2%
100%
Dames- en herenkleding
22%
26%
23%
8%
4%
10%
7%
100%
Gezelligheidswinkelen zonder koopdoel
12%
35%
18%
10%
7%
18%
1%
100%
*) Met name Rotterdam en in mindere mate Dordrecht
43
Winkelaankoop in eigen gemeente naar doelgroep Ouderen en inwoners met een lager huishoudinkomen kopen vaker hun winkelartikelen in de eigen gemeente en jongeren en mensen met een hoger huishoudinkomen relatief minder vaak. Tabel 7.2d: % inwoners van Moerdijjk dat meestal artikelen in de eigen gemeente koopt naar doelgroep (in % kopers artikelen) Totaal
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
< 1800
18013100
>= 3100
Gemiddeld % van 11 artikelen
44%
42%
46%
30%
43%
48%
54%
51%
44%
39%
Drogisterij, parfumerie
80%
82%
78%
68%
78%
83%
90%
83%
82%
77%
Doe het zelf artikelen
74%
74%
73%
65%
74%
74%
80%
70%
72%
70%
Huishoudelijke artikelen
63%
59%
66%
51%
58%
69%
70%
71%
64%
50%
Kleine elektrische huishoudelijke apparatuur
55%
52%
58%
24%
54%
61%
75%
69%
57%
46%
Tuinartikelen
48%
47%
49%
36%
47%
49%
57%
57%
45%
46%
Vrijetijdsartikelen
43%
39%
47%
25%
46%
48%
51%
52%
45%
37%
Grote elektrische apparatuur
37%
36%
38%
10%
32%
41%
58%
50%
32%
33%
Schoenen en lederwaren
28%
24%
32%
15%
25%
33%
38%
38%
25%
21%
Meubelen, gordijnen, woninginrichting
25%
23%
27%
8%
22%
33%
32%
31%
24%
20%
Dames- en herenkleding
22%
18%
27%
13%
21%
26%
29%
27%
21%
21%
Winkelen voor de gezelligheid zonder koopdoel
12%
11%
12%
15%
14%
9%
10%
12%
12%
9%
7.3 Beoordeling winkelcentra in de gemeente Moerdijk De gemeente Moerdijk kent drie winkelcentra. Een groter in de kern Zevenbergen en twee kleinere in Fijnaart en Klundert. De drie winkelcentra zijn, door de mensen die zich er een mening over konden vormen, beoordeeld op vier aspecten. Zevenbergen scoort het hoogst op winkelaanbod en aanbod van horecagelegenheden en Klundert het hoogst op het centrum zelf en de evenementen al is het verschil met Zevenbergen wat betreft deze laatste twee aspecten beperkt. Tabel 7.3: Beoordeling winkelcentra in gemeente Moerdijk op 4 aspecten Centrum Winkelaanbod Aanbod horecagelegenheden Evenementen
Zevenbergen
Fijnaart
Klundert
6,7 7,3 7,2 6,6
5,3 5,3 5,8 5,9
6,8 6,5 5,8 6,8
BELEIDSREACTIE Geen.
44
8.
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken in welke mate de (volwassen) inwoners van Moerdijk sociale contacten belangrijk vinden. Het gaat hier om contact met mensen in de buurt, familie, op het werk enz. Vervolgens wordt gekeken in hoeverre inwoners participeren op een aantal terreinen, zoals het doen van vrijwilligerswerk, lidmaatschap van een vereniging, sporten, cultuurbeoefening, bezoek van buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen.
8.1 Belang sociale contacten Mensen hebben op allerlei manieren contact met elkaar. Contact met de familie en het gezin wordt hierbij het meest belangrijk gevonden: bijna iedereen vindt dit heel belangrijk en slechts 1% vindt dit niet belangrijk. Daarna volgen de contacten met mensen in de buurt en met collega’s op het werk. Van de zes onderscheiden aspecten worden de contacten via de kerk- of geloofsgemeenschap minder belangrijk gevonden. Grafiek 8.1a: Belang sociale contacten Familie en gezin
94%
De buurt
6%1%
36%
Werk en collega's
61%
38%
Verenigingen en clubs
26%
Het internet
24%
Kerk- of geloofsgemeenschap
13%
50%
12%
57%
18%
48%
28%
27%
0%
4%
61%
25% heel belangrijk
50%
75%
min of meer belangrijk
100% onbelangrijk
Vergeleken met eerdere jaren valt op dat het belang dat wordt gehecht aan het internet, de geloofsgemeenschap en werk/collega’s is afgenomen. Naar leeftijd is te zien dat 65-plussers meer belang hechten aan de contacten vanuit de kerk/geloofsgemeenschap en 18-34 jarigen relatief meer aan het internet. Tabel 8.1b: Belang sociale contacten (% heel + min of meer belangrijk) 2010
2011
2012
Man
Vrouw
Alleen staand
2 pers.
Gezin
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
Familie en gezin
100%
99%
99%
100%
99%
99%
99%
100%
100%
100%
100%
98%
99%
100%
100%
De buurt
97%
97%
96%
95%
97%
96%
96%
96%
92%
100%
97%
95%
96%
98%
95%
Werk en collega’s
91%
91%
88%
88%
88%
84%
81%
97%
97%
99%
90%
62%
79%
89%
94%
Verenigingen en clubs
84%
82%
82%
81%
83%
79%
78%
87%
81%
86%
83%
77%
75%
87%
85%
Het internet
75%
77%
72%
73%
71%
62%
73%
73%
80%
71%
70%
70%
68%
71%
76%
Kerk- of geloofsgemeenschap
48%
43%
39%
39%
40%
40%
44%
33%
23%
29%
45%
60%
45%
44%
29%
N=771
45
8.2 Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is in dit onderzoek gedefinieerd als werk dat bij een vereniging, organisatie of stichting wordt verricht, onverplicht en onbetaald ten behoeve van anderen of de samenleving. Volgens deze definitie doet eenderde van de Moerdijkers vrijwilligerswerk, meestal voor een paar uur of minder per week. Dit is iets lager dan vorig jaar toen 37% aangaf vrijwilligerswerk te doen. Tabel 8.2a: Vrijwilligerswerk, aantal uur per week 2011 Ja 37% wv > 20 u pw 1% wv 11-20 u pw 2% wv 6-10 u pw 4% wv 2-5 u pw 15% wv < 2 u pw 16% Nee 63% 100% N=707
2012 32% 1% 2% 4% 11% 14% 68% 100%
Tabel 8.2b: Top 12 sectoren waar vrijwilligers in werkzaam zijn 1. Sportvereniging 33% 2. Kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie 21% 3. Culturele org. (incl. Muziekverenigingen, koren ed.) 15% 4. Zorgorganisatie (Verzorgingshuis, ziekenhuis ed.) 11% 5. School/onderwijs 9% 6. Jongeren/kinderen organisatie 7% 7. Ouderenorganisatie 6% 8. Hobbyclub 4% 9. Politieke en/of campagneorganisatie 3% 10. Bewonerscommissie/buurtvereniging 3% 11. Club- en buurthuiswerk 3% 12. Kinderopvang/peuterwerk 3%
Jongeren en de lagere inkomens doen relatief minder vaak vrijwilligerswerk. Tabel 8.2b: Vrijwilligerswerk naar doelgroepen (% ja)
Ja Nee
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
32% 68% 100%
33% 67% 100%
32% 68% 100%
22% 78% 100%
36% 64% 100%
32% 68% 100%
36% 64% 100%
< 1800 32% 68% 100%
18003100 38% 62% 100%
> 3100 40% 60% 100%
N=707
8.3 Lidmaatschap verenigingen Zes op de tien volwassen Moerdijkers is lid van een vereniging. Vier op de tien is lid van een sportvereniging, ruim een op de tien van een culturele organisatie, een op de tien van een ouderenorganisatie en 2% van een jongeren- of kinderenorganisatie. Des te jonger de leeftijd en des te hoger het inkomen, des te vaker mensen lid zijn van een sportvereniging. Culturele organisaties worden vaker bezocht door 50-plussers en de midden tot hogere inkomens. Logischerwijs zijn met name de ouderen lid van een ouderenorganisatie en de jongeren/mensen met kinderen vaker van een jongerenorganisatie. Tabel 8.3: Lidmaatschap verenigingen
Ja, lid van een vereniging - Sportvereniging(en) - Culturele organisatie - Ouderenorganisatie - Jongeren-/ kinderenorg. - Andere vereniging Geen van allen
2011
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
57%
60%
60%
61%
57%
63%
57%
64%
< 1800 50%
18003100 66%
> 3100 64%
34%
42%
41%
42%
48%
54%
36%
29%
24%
48%
48%
12%
13%
12%
14%
7%
11%
17%
15%
11%
15%
17%
8%
10%
9%
12%
1%
2%
9%
30%
21%
11%
2%
2%
2%
2%
2%
5%
4%
0%
0%
1%
2%
3%
15%
13%
13%
12%
5%
9%
16%
19%
14%
13%
14%
43% 100%
40% 100%
40% 100%
39% 100%
43% 100%
37% 100%
43% 100%
36% 100%
50% 100%
34% 100%
36% 100%
N=771
46
8.4 Sportdeelname Sportbeoefening (volgens de gebruiken en regels van de sportwereld) betreft wel sporten (zoals bijvoorbeeld badminton, fitness, toerfietsen en schaken), maar niet yoga, tuinieren, puzzelen of fietsen naar de bakker. Ook telt sporten tijdens vakanties niet mee. Na deze toelichting van de gebruikte definitie van sporten, geeft zes op de tien volwassen Moerdijkers aan in het afgelopen jaar te hebben gesport. Voor het landelijk kengetal "sportparticipatie" (Richtlijn Sport Onderzoek) dient minimaal 12x per jaar een sport te worden beoefend. Ruim de helft van de volwassen Moerdijkers voldoet aan deze definitie. Diegenen die aangeven te sporten, doen dit meestal wekelijks of vaker. Hoger opgeleiden en de hogere inkomens sporten relatief meer en 65plussers, de lager opgeleiden en de lagere inkomens sporten relatief minder. Tabel 8.4a: Sportfrequentie 2011
2012
Man
Sportparticipatie (min. 12 x pj)
53%
55%
51%
59%
Meer dan 2x per week Circa 2x per week Circa 1x per week 1-2 x per maand Minder dan 1x per maand Niet
14% 13% 22% 4% 6% 41%
15% 12% 24% 3% 6% 39%
16% 11% 20% 4% 9% 40%
100%
100%
100%
Vrouw 18-34
1801> 3100 3100
35-49
50-64
65+
< 1800
67%
57%
50%
45%
43%
53%
69%
15% 13% 28% 3% 3% 38%
22% 17% 23% 5% 8% 25%
15% 10% 27% 5% 7% 36%
15% 10% 24% 1% 6% 44%
10% 12% 21% 2% 5% 50%
10% 10% 18% 4% 4% 53%
16% 11% 22% 4% 7% 40%
23% 15% 27% 4% 8% 23%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N = 771
Van alle sporters beoefent negen op de tien hun sport (ook) in Moerdijk. Een op de tien doet dit alleen buiten Moerdijk. Van de onderscheiden zeven sportlocaties wordt het meest gebruik gemaakt van de openbare ruimte en het minst van de gymzaal. Mannen maken relatief vaker gebruik van buiten sporten, terwijl vrouwen relatief vaker naar een gymzaal gaan. Tabel 8.4b: Sporten in/buiten Moerdijk 2011
2012
% dat sport in Moerdijk
88%
90%
% dat sport buiten Moerdijk
35%
43%
Tabel 8.4c: Gebruikte sportlocaties (binnen Moerdijk indicatief) 31% Openbare ruimte* 29% Fitnesscentrum, sportschool Buitensportaccommodatie Sporthal Zwembad Thuis Gymzaal Overig (met name fysiotherapeut/medisch)
23% 18% 17% 13% 6% 7%
* trapveldje, park, openbare weg, bos, etc.
47
8.5 Cultuurbeoefening Bij cultuurbeoefening gaat het om kunstzinnige activiteiten zoals tekenen, schilderen, beeldhouwen, zingen, muziek maken, toneel, dans, fotografie/film/video (niet vakantiefoto’s e.d.), dichten en verhalen schrijven. Een kwart van de volwassen Moerdijkers doet een kunstzinnige activiteit. Een op de tien doet dit wekelijks of vaker. De mensen met een hoger huishoudinkomen doen relatief vaker aan cultuurbeoefening. Tabel 8.5a : Frequentie cultuurbeoefening 2011
2012
Man
% neemt deel aan cultuurbeoefening
26%
24%
21%
27%
Circa 2x of meer per week
3%
2%
2%
4%
Circa 1x per week
6%
8%
6%
Vrouw 18-34
1801> 3100 3100
35-49
50-64
65+
< 1800
22%
21%
29%
24%
22%
22%
4%
2%
2%
4%
4%
3%
1%
10%
8%
7%
11%
5%
6%
9%
11%
32%
1-2 x per maand
5%
3%
3%
2%
3%
1%
4%
3%
2%
2%
8%
Minder dan 1x per maand
12%
11%
11%
11%
8%
12%
11%
12%
9%
9%
13%
Niet
74%
76%
79%
73%
78%
79%
71%
76%
78%
78%
68%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N = 771
Van alle cultuurbeoefenaars beoefent driekwart hun sport (ook) in Moerdijk. De mensen die aan cultuurbeoefening doen, doen dit het vaakst thuis, in de kerk of in theater de Schuur. Tabel 8.5b: Cultuurbeoefening in/buiten Moerdijk 2011
2012
Tabel 8.5c: Gebruikte locaties cultuurbeoefening (indicatief) 2012
% dat cultuur beoefent in Moerdijk
71%
77%
Thuis
36%
% dat cultuur beoefent buiten Moerdijk
48%
63%
Kerk(en) Theater de Schuur Gemeenschapshuis/ huizen Theaterzaal De Vlakte Moerdijkzaal gemeentehuis Multifunctionele centra Heemkundige vereniging Zaal van der Hooft Nationale Vlasserij en Suikermuseum RTVM Lokale Omroep Overig (o.a. dansschool)1)
25% 21% 16% 14% 13% 11% 8% 5% 5% 0% 25%
48
8.6 Bezoek buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen De gemeente Moerdijk heeft diverse buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen. Drie op de tien volwassen Moerdijkers is hier het afgelopen jaar geweest. De meesten komen hier incidenteel. Ouderen bezoeken relatief frequenter een buurt-, dorps- of gemeenschapshuis. Tabel 8.6a: Frequentie bezoek buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen 2011
2012
Man Vrouw 18-34 35-49 50-64
65+
< 1801- >= 1800 3100 3100
% bezoekt buurt-, dorps- of gemeenschapshuizen
30%
31%
31%
30%
21%
32%
31%
37%
28%
34%
34%
Circa 2x of meer per week
1%
0%
1%
0%
0%
1%
1%
1%
1%
1%
0%
Circa 1x per week
5%
5%
5%
6%
1%
5%
4%
9%
6%
8%
2%
1-2 x per maand
4%
3%
4%
2%
2%
2%
3%
5%
4%
3%
5%
Minder dan 1x per maand
19%
22%
22%
22%
18%
25%
23%
21%
17%
23%
27%
70%
69%
69%
70%
79%
68%
69%
63%
72%
66%
66%
Niet
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% N = 707
Van de onderscheiden buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen worden De Parel, De Niervaert, De Kristal en Irene het meest bezocht en De Blokhut, d’Ouwe School en Pestalozzihuis relatief het minst. Vergeleken met vorig jaar valt op dat vooral De Kristal maar ook Ons Stedeke dit jaar vaker worden genoemd. Tabel 8.6b: Bezochte buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen (indicatief) 2012 2011 16% De Parel 17% 13% De Niervaert 16% 13% De Kristal 5% 11% Irene 14% 10% De Standaard 8% 8% De 7 Sprong 10% 8% Ons Stedeke 3% 7% De Ankerkuil 11% 5% Pestalozzihuis 3% 4% d’Ouwe School 6% 4% De Blokhut 6% N=213
49
De verschillende buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen worden het vaakst bezocht tijdens feestdagen, voor vergaderingen, verenigingsactiviteiten, sport/bewegen en cultuurbeoefening. 35-49 jarigen (gezinnen met kinderen) komen er relatief vaker met de feestdagen, 65-plussers om te kaarten/biljarten en voor sport/beweging, de hogere inkomens relatief vaker voor de culturele activiteiten en om er te vergaderen en de lagere inkomens voor sport/beweging. Tabel 8.6c: Reden bezoek buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen 2012 2011 30% 34% Feestdagen 22% 15% Vergaderen 19% 24% Verenigingsactiviteiten 18% 19% Sport/ bewegen 17% 21% Cultureel/ muziek/ dans 9% 13% Kaarten/ biljarten 7% 7% Hobby/ creatief 5% 3% Cursus 3% 1% Jongerenactiviteiten11 2% 9% Soos/ sociale contacten 25% 17% Overig12
De mensen die nooit naar buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen gaan, hebben hier met name geen behoefte/zin aan/hebben andere hobby’s of er worden geen activiteiten gegeven die hen aanspreken. Tabel 8.6d: Reden waarom men geen buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen bezoekt 2012 2011 54% 56% Geen behoefte aan/ zin/ andere hobby’s 24% 29% Geen activiteiten die mij aanspreken 15% 24% Geen tijd 15% 13% niet op hoogte activiteitenaanbod 5% 3% Te duur 4% 5% Ken daar niemand 3% 1% Te ver weg 1% 2% Moeilijk bereikbaar: persoonlijke beperkingen 4% 2% Overig
11
Het lage percentage dat buurt-, dorps- en gemeenschapshuizen bezoekt voor jongerenactiviteiten kan worden verklaard uit het feit dat alleen volwassen Moerdijkers zijn ondervraagd. 12 Overige activiteiten, o.a. stembureau (13x), bloedprikpost (2x), feesten en partijen (3x), kerncontactavond (2x), plastic zakken halen (2x), rommelmarkt (3x), Yoga (2x)
50
BELEIDSREACTIE Belang sociale contacten Veel inwoners vinden contacten in de buurt en via het verenigingsleven belangrijk. In het gemeentelijk beleid zijn dit ook belangrijke aspecten, die onder andere via waarderingssubsidies voor verenigingen wordt ondersteund. Versteviging van de sociale structuur vormt onderdeel van de op te stellen paraplunota maatschappij. Vrijwilligers Het aantal vrijwilligers is iets afgenomen vergeleken met vorig jaar. De inzet is kort, maar veelal structureel; minder dan 2 uur per week. Jongeren doen weinig vrijwilligerswerk, zo blijkt uit de enquête. Daarnaast hebben sportverenigingen veruit de meeste vrijwilligers. We willen vrijwillige inzet blijven stimuleren, mede gezien de verschuivingen en het toenemende beroep op vrijwilligers dat dit teweeg brengt. Aansluiten bij de behoefte van mensen zelf is belangrijk; kortdurende inzet dat past bij de eigen interesses. De Vrijwilligerscentrale Moerdijk werkt aan een verbeterslag; een laagdrempelig informatie- en contactcentrum, effectievere bemiddeling tussen vraag en aanbod, maatwerk waar nodig, een gratis jaarlijks aanbod van deskundigheidsbevordering, etc. Lidmaatschap verenigingen Binnen het verenigingsleven zijn sportverenigingen en in wat mindere mate culturele verenigingen de belangrijkste pijlers. In het gemeentelijk beleid zijn bewoners met lagere inkomens een belangrijke doelgroep. Zij zijn in mindere mate lid van sport- en cultuurverenigingen, het is echter niet duidelijk in hoeverre er een verband is met de hoogte van de lidmaatschapskosten. Het lidmaatschap van culturele verenigingen ligt voor het grootste deel bij de hogere inkomens. Om cultuurbeleving te versterken ook bij de lagere inkomens kan bij vernieuwing van cultuurbeleid als onderdeel van de paraplunota maatschappij, rekening worden gehouden met deze doelgroep, bijvoorbeeld door het type activiteiten deels bij te stellen. Bij ouderenverenigingen is het aandeel lage inkomens juist relatief groot. Sportdeelname Net als bij lidmaatschap van verenigingen laten de lagere inkomens een lagere sportdeelname zien. Deze doelgroep is een aandachtspunt voor beleid. Ook heel opvallend is dat 60% van de sporters in de openbare ruimte en thuis sporten. Bij de inrichting van de openbare ruimte is dit een aspect waar rekening mee gehouden dient te worden. Beleidsaandachtspunten die uit deze cijfers zijn af te leiden zijn daarmee: sport en bewegen in de openbare ruimte en de inwoners met een lager inkomen als inactieve doelgroep. Cultuurbeoefening Bij cultuurbeoefening zie je stapsgewijze toename naarmate het inkomen toeneemt, terwijl bij sportdeelname het verschil tussen lage en midden/hoge inkomens veel groter is. Vergeleken met 2011 is het gebruik van de locatie MFC voor cultuurbeleving een stuk lager. Belangrijkste locaties zijn nu thuis en kerk. Cultuurbeleid is erop gericht om het aanbod te verbreden, maar ook om bestaande structuren te versterken. Bezoek gemeenschapshuizen 8% van de inwoners bezoekt gemeenschapshuizen regelmatig en 22% incidenteel. Dit is een daling in frequentie van het bezoek in vergelijking met 2011. Dit sluit aan bij de aard van de activiteiten waarbij (incidentele) feestdagen de belangrijkste reden zijn voor bezoek. Bij het opstellen van de paraplunota maatschappij komt draagvlak van basisvoorzieningen zoals een gemeenschapshuis aan de orde.
51
9.
BETROKKENHEID BIJ GEMEENTELIJK BESTUUR
In hoofdstuk 9 wordt gekeken in welke mate respondenten vertrouwen hebben in de gemeente, in hoeverre inwoners denken via verkiezingen invloed te kunnen uitoefenen en in welke mate lokale politieke ontwikkelingen worden gevolgd. Ook zijn de respondenten stellingen voorgelegd om een beeld te krijgen van de betrokkenheid en het oordeel over gemeentelijke regels, het gemeentebestuur en de gemeentelijke informatie. Tot slot wordt gekeken of mensen vinden dat het belastinggeld goed wordt uitgegeven en wordt een rapportcijfer voor de gemeentelijke organisatie gepresenteerd.
9.1 Vertrouwen in de gemeente Aan de inwoners van Moerdijk is gevraagd of zij vertrouwen hebben in de gemeente, waarmee het college, de gemeenteraad en de ambtenaren bedoeld worden. Tweederde van de inwoners zegt vertrouwen te hebben in de gemeente en eenderde heeft weinig of geen vertrouwen. Om doelgroepen te kunnen vergelijken is er in 2008 een schaalscore berekend op basis van de gebruikte antwoordcategorieën (zie bijlage 1). Het vertrouwen in de gemeente is bij 65-plussers, vrouwen en huishoudens met een inkomen tot tweemaal modaal wat groter. Het vertrouwen is in 2012 iets hoger dan in 2011. Door het gebruik van een evenwichtiger schaal is de vraag niet helemaal goed te vergelijken met de jaren 2008-2010. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebruikte antwoordcategorieën in de afgelopen jaren. Tabel 9.1: Mate van vertrouwen in gemeente (college, gemeenteraad en ambtenaren) naar doelgroepen 2008
2009
2010
2011 2012
Man Vrouw 18-34 35-49 50-64
65+
< 1801> 1800 3100 3100
Schaalscore
4,8
4,8
3,7
5,5
5,7
5.7
5.8
6.3
5.2
5.4
6.2
5.5
6.0
5.6
Veel vertrouwen Vertrouwen
42% #
42% #
29% #
1% 62%
1% 65%
1% 65%
2% 65%
1% 75%
2% 57%
1% 61%
2% 71%
3% 60%
2% 69%
1% 64%
Weinig vertrouwen Geen vertrouwen
53% 5%
53% 6%
64% 7%
32% 5%
31% 3%
31% 3%
30% 3%
22% 3%
37% 4%
36% 2%
24% 3%
32% 4%
25% 4%
35% 1%
Totaal
100% 100% 100% 100% 100%
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
N= 707, in de jaren 2008 tot 2010 is de vraag gesteld met een driepuntsschaal, te weten veel, weinig, geen vertrouwen.
13
9.2 Invloed burger via gemeenteraadsverkiezingen Als achtergrondvraag is gesteld in hoeverre mensen stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen. De mensen die niet stemmen geven als reden dat het hen niet interesseert, niet te geloven dat hun stem er toe doet en/of niets van politiek te weten. Ruim acht op de tien Moerdijkers denkt via de verkiezingen weinig tot geen invloed te kunnen uitoefenen op wat er in de gemeente gebeurt. Nietstemmers zijn hier pessimistischer over dan stemmers. Tabel 9.2: Hoeveel invloed denkt u dat u via verkiezingen kunt uitoefenen op wat er in de gemeente gebeurt (naar doelgroep) Stemt < 1801- >= 2009 2010 2011 2012 Stemt Man Vrouw 18-34 35-49 50-64 65+ niet 1800 3100 3100 (Heel) veel
18%
21%
14%
16%
19%
6%
16%
16%
20%
12%
15%
18%
17%
16%
16%
Weinig
57%
55%
59%
56%
61%
40%
53%
58%
53%
54%
56%
59%
53%
59%
61%
Nauwelijks
17%
16%
17%
19%
15%
31%
21%
17%
17%
22%
19%
18%
19%
18%
17%
9%
8%
10%
9%
4%
24%
10%
9%
11%
12%
10%
5%
11%
7%
6%
Geen enkele
100% 100% 100% 100%
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
N=707 13
De vraag of men in het toekomst denkt te gaan stemmen, wordt alleen als achtergrondvariabele gebruikt, omdat het resultaat van deze vraag sterk correleert met het feit of men wel of niet meedoet aan een burgerenquête. Bovendien leert onderzoekservaring dat de verhouding mensen die zeggen iets te zullen doen (toekomstig gedrag) altijd te hoog wordt ingeschat. Overigens is het aantal mensen dat in deze burgerenquête zegt te gaan stemmen vergelijkbaar met 2009 - 2011. In 2010 gaven bijna acht op de tien aan te gaan stemmen, terwijl de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 49% was.
52
9.3 Politieke betrokkenheid De inwoners van Moerdijk is gevraagd of en hoe men lokale politieke ontwikkelingen volgt. Bijna een op de tien zegt altijd de politieke ontwikkelingen te volgen en tweederde zegt dit meestal of soms te doen. Een kwart volgt dit (bijna) nooit. Stemmers, 35-plussers en mensen met een middelbare of hogere inkomen volgen de lokale politiek vaker dan de 35-minners, niet stemmers en mensen met een lager inkomen. Tabel 9.3a: Volgt u de lokale politieke ontwikkelingen 2009 2010
2011
2012
Stemt
Stemt niet
Man Vrouw 18-34 35-49 50-64
65+
< 1801> 1800 3100 3100
(Bijna) altijd
9%
10%
8%
8%
10%
3%
9%
7%
1%
10%
10%
11%
6%
9%
13%
Meestal
22%
27%
28%
27%
34%
8%
29%
25%
17%
24%
32%
32%
26%
31%
32%
Soms
44%
40%
43%
40%
43%
32%
40%
41%
37%
41%
41%
41%
42%
39%
39%
25%
23%
22%
25%
12%
57%
22%
27%
45%
25%
17%
15%
25%
20%
15%
Bijna nooit
100% 100% 100% 100%
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
N=707
Aan respondenten die de lokale politieke ontwikkelingen (wel eens) volgen, is gevraagd op welke manier zij dit doen. Het weekblad de Moerdijkse Bode en het dagblad BN/DeStem zijn de belangrijkste informatiebronnen. De laatste jaren worden de Moerdijkse Bode, BN/DeStem, Omroep Brabant en de website van de gemeente vaker genoemd en Brabant 10 minder vaak. Vrouwen lezen vaker de Moerdijkse bode, 50-plussers luisteren relatief vaker naar Omroep Brabant, 50-minners en de hogere inkomens kijken relatief vaker op de website. Grafiek 9.3b: Op welke manier volgt u lokale politieke ontwikkelingen (n=529) 70% 62%
De Moerdijkse Bode
82% 84% 57% 51% 62% 67%
Dagblad BN/DeStem
31% 37% 42%
Omroep Brabant 11% 12% 14%
De website van de gemeente
21% 13% 12% 11% 12% 15% 10% 6% 6% 6% 5% 5% 6% 2% 2% 1% 3%
Lokale radio- en tv-uitzending (RTVM)
De regionale zender Brabant 10
De RTVM-kabelkrant
Bezoek raadsvergadering
2009 2010 2011 2012
2% 0% 1%
Luisteren raads-/commissieverg. via internet
0%
25%
50%
75%
100%
53
9.4 Mate dat burgers betrokken worden bij gemeentelijke plannen De respondenten zijn vijf stellingen voorgelegd die te maken hebben met de mate waarin inwoners betrokken worden bij gemeentelijke plannen. Van deze vijf stellingen wordt de mate van geïnteresseerdheid van de gemeente in de mening van de burger wat hoger gewaardeerd in vergelijking met de invloed die burgers kunnen uitoefenen op de gemeentelijke plannen. Grafiek 9.4a: Vijf stellingen over de mate dat burgers betrokken worden bij gemeentelijke plannen (n=707, exclusief weet niet)
Burgers worden voldoende betrokken bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen
22%
Burgers worden voldoende betrokken bij de uitvoering van gemeentelijke plannen
17%
De gemeente is geinteresseerd in de mening van haar burgers
Burgers hebben voldoende invloed op datgene wat de gemeente doet
43%
44%
39%
39%
34%
10%
Er zijn voldoende mogelijkheden tot inspraak op gemeentelijke plannen
27%
41%
49%
24%
0%
35%
47%
25% eens
29%
50% neutraal
75%
100%
niet mee eens
Om de stellingen met elkaar en in de verschillende jaren te kunnen vergelijken is een schaalscore gemaakt (zie bijlage 1). De gemiddelde schaalscores voor 2012 liggen hoger dan in 2011 en vergelijkbaar met 2010. Alleen de inspraakmogelijkheden worden de laatste twee jaar hoger beoordeeld. Tabel 9.4b: % eens+neutraal op vijf stellingen
Tabel 9.4c: Schaalscore 2008 2009 2010 2011 2012
2008 2009 2010 2011 2012
Gemiddelde 5 stellingen 1. Burgers voldoende betrokken bij totstandkoming plannen
# #
61% 61%
64% 65%
60% 58%
64% 65%
# #
4,6 4,6
4,8 4,9
4,6 4,4
5,0 5,0
2. Burgers voldoende betrokken bij de uitvoering plannen
#
58%
64%
56%
61%
#
4,4
4,7
4,1
4,7
3. Gemeente heeft interesse in mening burgers
#
69%
73%
70%
73%
#
5,6
6,0
5,6
6,0
4. Burger heeft voldoende Invloed op wat gemeente doet
#
50%
52%
47%
51%
#
3,7
3,7
3,4
3,7
5. Er zijn voldoende inspraakmogelijkheden N=707 # burgerindicator 2008 kende een vier puntsschaal
#
65%
65%
69%
71%
#
4,9
4,9
5,3
5,6
54
9.5 Beoordeling gemeentebestuur De inwoners van de gemeente Moerdijk hebben het gemeentebestuur beoordeeld door middel van vijf stellingen. Het bestuur van de gemeente en vertrouwen in burgemeester en wethouders worden hoger gewaardeerd in vergelijking met de mate van vertegenwoordigd voelen door de gemeenteraad en invloed kiezer op wat in de gemeente gebeurt. Grafiek 9.5a: Vijf stellingen over het gemeentebestuur (n=707, exclusief weet niet)
Als kiezer heb ik invloed op wat er in de gemeente gebeurd
18%
Ik voel mij vertegenwoordigd door de gemeenteraad
15%
Ik heb vertrouwen in de burgemeester en wethouders
41%
40%
46%
38%
33%
Burgemeester en wethouders maken hun belofte waar
50%
15%
De gemeente wordt goed bestuurd
16%
59%
30%
0%
26%
56%
25% eens
14%
50% neutraal
75%
100%
oneens
Om de stellingen met elkaar en in de verschillende jaren te vergelijken, is een schaalscore gemaakt (zie bijlage 1). De gemiddelde totaalscore is hoger dan in voorgaande jaren. Alle stellingen worden dit jaar hoger beoordeeld dan in 2011. Tabel 9.5b: % eens+neutraal op vijf stellingen
Tabel 8.5c: Schaalscore 2008 2009 2010 2011 2012
2008 2009 2010 2011 2012
Gemiddelde 5 stellingen Kiezer heeft invloed op wat in gemeente gebeurt
70% 62%
67% 62%
67% 66%
67% 57%
73% 60%
5,4 4,9
5,1 4,8
5,1 5,1
5,0 4,3
5,6 4,6
Ik voel me vertegenwoordig door de gemeenteraad
61%
58%
62%
54%
62%
4,7
4,4
4,6
4,0
4,6
Ik heb vertrouwen in B&W
75%
72%
69%
75%
84%
6,0
5,6
5,4
5,9
6,7
B&W maken hun beloftes waar
69%
67%
62%
69%
74%
5,1
4,9
4,4
4,9
5,5
84%
78%
77%
78%
86%
6,4
6,0
5,8
6,0
6,8
De gemeente wordt goed bestuurd N=707
55
9.6 Beoordeling gemeentelijke informatie De gemeentelijke informatievoorziening wordt door middel van vijf stellingen beoordeeld. Circa 4060% is het met elk van de vijf stellingen eens, circa 10% is het oneens. Grafiek 9.6a: Vijf stellingen over gemeentelijke informatie (n=707, exclusief weet niet)
De gemeente geeft duidelijke informatie
40%
Aan gemeentelijke informatie komen is gemakkelijk
48%
43%
De gemeentelijke informatie via de lokale kranten is goed
44%
54%
De bewonersbrieven zijn duidelijk
12%
12%
37%
59%
De informatie op de website van de gemeente is goed
34%
47%
0%
41%
25% eens
9%
50% neutraal
7%
12%
75%
100%
oneens
Om de stellingen met elkaar en tussen de verschillende jaren te vergelijken, is in een schaalscore gemaakt (zie bijlage 1). De gemiddelde schaalscores voor 2012 liggen hoger dan die in eerdere jaren. Tabel 9.6b: % eens+neutraal op vijf stellingen
Tabel 9.6c: Schaalscore 2008 2009 2010 2011 2012
2008 2009 2010 2011 2012
Gemiddelde 5 stellingen Gemeente geeft duidelijke informatie
90% 86%
89% 88%
90% 86%
90% 88%
92% 89%
7,1 6,6
6,7 6,4
7,0 6,4
6,9 6,4
7,4 6,9
Aan gemeentelijke informatie komen is makkelijk
90%
86%
87%
88%
89%
7,0
6,3
6,5
6,5
6,9
Gem. informatie via lokale kranten is goed
92%
91%
93%
91%
94%
7,6
7,2
7,4
7,2
7,7
De bewonersbrieven zijn duidelijk
94%
91%
92%
93%
96%
8,0
7,6
7,6
7,6
8.1
90%
87%
91%
88%
92%
6,6
6,3
6,9
6,8
7,3
De informatie op de gemeente website is goed N=707
56
9.7 Gemeentelijke regels De respondenten hebben ook hun mening kunnen geven over vijf stellingen die betrekking hebben op 14 gemeentelijke regels . Voor de vergelijkbaarheid zijn de twee stellingen die negatief waren gevraagd, hier omgekeerd gepresenteerd. De stelling dat de gemeente duidelijke regels en verordeningen heeft wordt het hoogst beoordeeld. Grafiek 9.7a: Vijf stellingen over gemeentelijke regels (n=707, exclusief weet niet)
De gemeente heeft duidelijke regels en verordeningen
48%
De gemeente controleert en handhaaft deze regels goed
Op alle terreinen zijn gemeentelijke regels *
23%
35%
57%
15%
Het is eenvoudig om te achterhalen wat de gemeentelijke regels precies zijn
10%
42%
11%
De burger heeft nauwelijks te maken met tegenstrijdige regels *
42%
62%
26%
0%
32%
23%
50%
25% eens
50% neutraal
24%
75%
100%
oneens
Om de stellingen met elkaar en tussen de verschillende jaren te vergelijken, is in een schaalscore gemaakt (zie bijlage 1). De vijf stellingen scoren met een 5,9 iets hoger dan in de laatste jaren. Tabel 9.7b: % eens+neutraal op vijf stellingen
Tabel 9.7c: Schaalscore 2008 2009 2010 2011 2012
2008 2009 2010 2011 2012
Gemiddelde 5 stellingen De gem. heeft duidelijke regels en vorderingen
# 87%
# 86%
74% 86%
75% 89%
75% 90%
5,8 7,2
5,7 7,0
5,7 7,1
5,7 7,3
5,9 7,6
De gem. controleert/handhaaft regels goed
68%
69%
67%
66%
65%
5,3
5,3
5,3
5,0
5,1
Op alle terreinen zijn gemeentelijke regels*
75%
72%
71%
69%
68%
5,2
5,3
5,2
5,0
5,0
Nauwelijks te maken met tegenstrijdige regels*
72%
77%
74%
78%
77%
5,3
5,6
5,4
5,7
5,6
#
#
5,6
5,7
6,0
Het is eenvoudig te achterhalen wat de gem. regels zijn # # 73% 75% 76% N=707, * deze twee stellingen zijn in een negatieve stelling gevraagd, hier positief weergegeven
14
De derde en vierde stelling zijn in de enquête negatief geformuleerd (op sommige terreinen ontbreken gemeentelijke regels en burgers hebben
te maken met tegenstrijdige gemeentelijke regels). In de resultaten hieronder zijn deze resultaten positief geformuleerd om ze zo gemakkelijker te kunnen vergelijken met de drie andere stellingen.
57
9.8 Krijgt de inwoner waar voor zijn/haar belastinggeld Aan de burgers van Moerdijk is aan de hand van twee stellingen gevraagd of zij voldoende terug krijgen van hun belastinggeld. De tweede stelling is in de enquête negatief geformuleerd (de gemeente is mijn belastinggeld niet waard). Om de resultaten van beide stellingen te kunnen vergelijking is de stelling in dit rapport positief geformuleerd. De stelling ‘de gemeente is mijn belastinggeld waard’ scoort het hoogst. Grafiek 9.8a: Twee stellingen over besteding gemeentelijk belastinggeld (n=707, exclusief weet niet)
Ik krijg voldoende terug voor mijn belastinggeld
20%
De gemeente is mijn belastinggeld waard *
45%
35%
34% 0%
47% 25%
19%
50%
eens
75%
neutraal
100%
oneens
Om de stellingen met elkaar te vergelijken is een schaalscore gemaakt (zie bijlage 1). De gemiddelde schaalscores voor 2012 zijn vergelijkbaar met die van eerdere jaren. Tabel 9.8b: % eens+neutraal op vijf stellingen
Tabel 9.8c: Schaalscore 2010 2011 2012
Gemiddelde 2 stellingen Ik krijg voldoende terug voor mijn belastinggeld
2008 2009 2010 2011 2012
73% 65%
# #
# #
5,9 5,4
5,8 5,4
5,9 5,5
De gemeente is mijn geld waard* 82% 78% 81% N=707 * stelling is in een negatieve stelling gevraagd, hier positief weergegeven
#
#
6,3
6,1
6,3
72% 61%
70% 61%
9.9 Beoordeling gemeentelijke organisatie De inwoners van Moerdijk is tot slot gevraagd een rapportcijfer te geven voor de gemeentelijke organisatie, waarmee de het college en de ambtenaren worden bedoeld. De inwoners van Moerdijk geven deze gemeentelijke organisatie gemiddeld een 6,3. Tabel 9.9a: Rapportcijfer gemeentelijke organisatie (college en ambtenaren) 9 of hoger 1% 8 7% 7 39% 6 37% 5 of lager 15% 100%
Het rapportcijfer is de laatste drie jaar vrijwel constant. Tabel 9.9b: Rapportcijfer gemeentelijke organisatie (college en ambtenaren)
Rapportcijfer N=707
2008
2009
2010
2011
2012
6,5
6,5
6,3
6,2
6,3
58
BELEIDSREACTIE In welke mate burgers vertrouwen hebben in de gemeente, in hoeverre inwoners denken via verkiezingen invloed te kunnen uitoefenen en in welke mate lokale politieke ontwikkelingen worden gevolgd, zijn vragen die zijn gesteld in relatie tot de betrokkenheid bij het gemeentelijk bestuur. De onderwerpen zijn: 1. vertrouwen in de gemeente; 2. invloed burger via gemeenteraadsverkiezingen; 3. politieke betrokkenheid; 4. mate dat burgers betrokken worden bij gemeentelijke plannen; 5. beoordeling gemeentebestuur; 6. beoordeling gemeentelijke informatie; 7. gemeentelijke regels; 8. krijgt de inwoners waar voor zijn belastinggeld; 9. beoordeling gemeentelijke organisatie. Het vertrouwen in de gemeente is iets hoger dan vorig jaar. Het vertrouwen is in de leeftijdscategorie 18-34 jaar het hoogst. Weinig inwoners denken via gemeenteraadsverkiezingen invloed uit te oefenen op het gemeentelijk beleid. Het overgrote deel, acht op de tien Moerdijkers, denkt geen of nauwelijks invloed te hebben op wat er in de gemeente gebeurt. Weinig inwoners uit Moerdijk volgen lokale politieke ontwikkelingen. Dit maakt het lastig burgers te betrekken bij gemeentelijke plannen. Die betrokkenheid van burgers is daarnaast van belang bij een goede opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen. De Moerdijkse Bode blijft voor veel bewoners het medium bij uitstek om lokale politieke ontwikkelingen te volgen. Het is goed te weten dat het bereik van de Bode erg groot is. De gemeentelijke informatiepagina in de Bode wordt door de gemeente al enige tijd gebruikt om bepaalde onderwerpen extra onder de aandacht te brengen, zoals bijvoorbeeld uitleg over de begroting. Ook worden BN/DeStem en Omroep Brabant regelmatig genoemd. De website van de gemeente wordt vaker als informatiebron over politieke ontwikkelingen genoemd dan voorgaande jaren. Door participatie mogelijk te maken kan het gemeentebestuur het vertrouwen en de legitimiteit van de besluiten vergroten. Burgerparticipatie staat dan ook hoog op de politieke agenda. De meeste inwoners zijn van mening dat er voldoende inspraakmogelijkheden geboden worden en dat de gemeente interesse heeft in de mening van de burgers. De scores op het gebied van betrokkenheid bij en het hebben van invloed op gemeentelijke plannen liggen iets hoger dan het jaar ervoor. Alle vijf stellingen die het gemeentebestuur beoordelen worden dit jaar hoger gewaardeerd dan in het jaar 2011. De mate van vertegenwoordigd voelen door de gemeenteraad en invloed van de kiezer op wat in de gemeente gebeurt worden lager gewaardeerd in vergelijking met het bestuur van de gemeente en het vertrouwen in burgemeester en wethouders. De tevredenheid over gemeentelijke informatie is ten opzichte van voorgaande jaren opnieuw gestegen. Extra hoog scoren de bewonersbrieven en gemeentelijke informatie via lokale kranten. Net als voorgaande jaren vinden de meeste bewoners dat de gemeente duidelijke regels en verordeningen heeft. Ondanks de het uitvoeren van de bezuinigingsopdrachten is een ruime meerderheid van de inwoners van mening dat zij voldoende terugkrijgt voor het belastinggeld. Het rapportcijfer voor de gemeentelijke organisatie (college en ambtenaren) blijft de laatste jaren redelijk constant en een gemiddelde score van 6,3.
59
10.
MILIEU: AFVALSCHEIDING EN ENERGIEBESPARING
Hoofdstuk 10 stipt enkele dienstverleningsaspecten aangaande de afvalverwerking aan, te weten de tevredenheid over de openingstijden van de Milieustraat en de medewerkers. Daarna wordt op een aantal aspecten gekeken op welke manier de inwoners van Moerdijk hun GFT en plastic afval scheiden. De laatste twee paragrafen geven een beeld van de mate dat inwoners zich bezig houden met energiebesparende maatregelen.
10.1 Openingstijden Milieustraat De gemeente Moerdijk heeft een Milieustraat op het industrieterrein van Moerdijk. De openingstijden zijn van maandag tot en met zaterdag van 9.30 tot 16.00 uur. Van de inwoners van Moerdijk is 86% tevreden over deze openingstijden en 5% is ontevreden. De overige 9% is niet tevreden en niet ontevreden. De resultaten zijn globaal vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 10.1: Tevredenheid openingstijden Milieustraat Tevreden Niet tevreden/niet ontevreden Ontevreden
2011
2012
84% 12% 5%
86% 9% 5%
100%
100%
N=707
10.2 Klantvriendelijkheid medewerkers afvalverwerking De afvalverwerking wordt gezamenlijk verricht door de medewerkers van de Milieustraat en de vuilnismannen. Om een beeld te krijgen van de klantvriendelijkheid van de medewerkers is de respondenten gevraagd of ze beide soorten medewerkers kunnen beoordelen met een rapportcijfer. Ruim acht op de tien respondenten zegt de medewerkers van de Milieustraat te kunnen beoordelen en ruim tweederde kan de vuilnismannen beoordelen. De klantvriendelijkheid van de medewerkers van de Milieustraat wordt gemiddeld met een 7,5 beoordeeld, de klantvriendelijkheid van de vuilnismannen met een 7,2. De medewerkers van de Milieustraat worden hoger beoordeeld dan vorig jaar en de vuilnismannen vrijwel gelijk. Grafiek 10.2: Klantvriendelijkheid medewerkers afvalverwerking (N=581 resp. 467) Medewerkers Milieustraat 2011 (7,3) 2012 (7,5)
16% 13%
37%
47%
36%
51%
Vuilnismannen 2011 (7,2)
23%
2012 (7,2)
24% 0%
32%
45%
34% 25%
42% 50%
6 of lager
75% 7
100%
8 of hoger
60
10.3 Gebruik en beoordeling mogelijkheden afvalinzameling Afvalinzameling in Moerdijk vindt grotendeels plaats via het legen van duobakken, minicontainers en ondergrondse voorzieningen. Op deze manier wordt het restafval en GFT ingezameld. Voor verdere gescheiden afvalinzameling zijn er containers/bakken voor papier, glas en textiel. Grotere hoeveelheden, zoals grofvuil, herbruikbare goederen en snoeihout worden op afroep aan huis opgehaald. Daarnaast kunnen huishoudens zelf hun afval naar de Milieustraat brengen. Gebruik Bijna alle huishoudens maken gebruik van de afvalinzameling via duobakken/minicontainers en van papiercontainers. Weinig huishoudens hebben een speciale pas voor een ondergrondse container. Plastic en glas wordt door ruim acht op de tien respondenten apart ingezameld en textiel door ruim zes op de tien. Acht op de tien Moerdijkers geeft aan wel eens naar de Milieustraat te gaan. Van het op afroep ophalen van afval wordt beduidend minder gebruik gemaakt. Tabel 10.3a: Gebruik mogelijkheden afvalinzameling : minicontainers/zelf wegbrengen + op afroep ophalen Inzameling via minicontainers en zelf wegbrengen Legen papiercontainers 95% Legen duobakken of minicontainers 94% Inzamelen van uw plastic afval 84% Brengen glas naar glasbak of ondergrondse glascontainer 81% Brengen naar Milieustraat 79% Textielinzameling via containers 64% Restafval naar ondergrondse voorzieningen 10% Afval op afroep laten ophalen Op afroep ophalen van grof vuil Op afroep ophalen van herbruikbare goederen Op afroep ophalen van snoeihout
15% 13% 8%
Waardering mogelijkheden afvalinzameling Vervolgens is de gebruikers van de inzamelingsmogelijkheden gevraagd deze te beoordelen. Van de onderscheiden inzamelingsmogelijkheden van afval wordt inzameling via papiercontainers met een 7,8 het hoogst gewaardeerd en het op afroep laten ophalen van snoeihout met een 6,7 het laagst. Grafiek 10.3b: Beoordeling inzamelingsmogelijkheden (in % gebruikers) Inzameling via minicontainers + zelf wegbrengen Papiercontainers (7,8)
8%
Duobakken/ minicontainers (7,6)
13%
Plastic afvalinzameling (7,0)
64%
31%
56%
27%
Glasbak/ glascontainer (7,4) Brengen naar Milieustraat (7,5)
27%
26%
17%
38%
12%
Textielcontainers (7,2)
45%
35%
19%
Ondergrondse voorz. restafval (7,1)
47%
52% 40%
30%
40%
27%
42%
Afval op afroep laten ophalen Grof vuil (7,3)
17%
Herbruikbare goederen (6,9)
34%
27%
Snoeihout (6,7)
49% 32%
35% 0%
41% 35%
25% <=6
50% 7
30% 75%
100%
>=8
61
10.4 Scheiden van plastic verpakkingsafval Plastic verpakkingsafval bestaat onder andere uit lege tubes crème en tandpasta, plastic flessen, boterhamzakjes, plastic tasjes, boterkuipjes en knijpflessen van sauzen. Vrijwel iedereen heeft er wel mee te maken. Na deze uitleg geeft 84% van de respondenten aan plastic verpakkingsafval wel eens te scheiden: zeven op de tien zegt dit vrijwel altijd te doen en 15% minder frequent. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Als gevraagd wordt wat ze dan scheiden dan geeft ruim de helft van de respondenten aan vrijwel alles te scheiden. Ook dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 10.4a: Hoe vaak plastic scheiden
Tabel 10.4b: In welke mate plastic scheiden 2011
2012
2011
2012
(Vrijwel) altijd
68%
70%
Alles
53%
56%
Meestal wel, soms niet
11%
10%
Grotendeels
26%
23%
Soms wel, meestal niet
6%
5%
Deels (weet niet precies)
6%
5%
Nooit
15%
16%
Niet
15%
16%
Totaal
100%
100%
Totaal
100%
100%
N=707
50-plussers zeggen vaker en frequenter hun plastic afval te scheiden. Jongeren tot 35 jaar en alleenstaanden doen dit minder vaak. En als ze het doen minder frequent en ook vaker deels. Tabel 10.4c: Scheiden plastic afval (% ja), naar doelgroepen (in % waarvoor afval van toepassing is) 2011 85% Leeftijd 2012 84% 18-34 70% Sekse Man Vrouw Huishoudsituatie Alleenstaand 2 personen Gezin met kinderen
85% 84%
71% 88% 84%
35-49 50-64 65+
80% 91% 93%
Huishoudinkomen < 1800 1801-3100 > 3100
83% 87% 82%
N = 707
Voor het scheiden van plastic afval zijn er speciale zakken beschikbaar. De mensen die wel eens hun plastic scheiden beoordelen de verkrijgbaarheid van deze zakken gemiddeld met een 7,5.
62
10.5 Scheiden van GFT Ook heeft vrijwel iedereen dagelijks groente- en fruitafval en voedselresten. Daarnaast hebben veel mensen in het voorjaar, de zomer en het najaar tuinafval. Negen op de tien scheidt hun GFT-afval: zeven op de tien doet dit (vrijwel) altijd en twee op de tien minder frequent. Als gevraagd wordt wat ze dan scheiden dan geeft ruim zes op de tien respondenten aan vrijwel alles te scheiden. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 10.5a: Hoe vaak GFT-afval scheiden
Tabel 10.5b: In welke mate GFT scheiden
2011
2012
2011
2012
(Vrijwel) altijd
72%
71%
Alles
63%
63%
Meestal wel, soms niet
12%
12%
Grotendeels
19%
18%
Soms wel, meestal niet
7%
7%
Deels (weet niet precies)
9%
8%
Nooit
8%
10%
Niet
8%
11%
Totaal
100%
100%
Totaal
100%
100%
N=707
Bij het scheiden van GFT zijn de verschillen naar doelgroep beperkt. Alleen alleenstaanden scheiden minder vaak hun GFT. Tabel 10.5c: Scheiden GFT (% ja), naar doelgroepen (in % waarvoor afval van toepassing is) 2011 92% Leeftijd 2012 90% 18-34 87% Sekse Man Vrouw Huishoudsituatie Alleenstaand 2 personen Gezin met kinderen
90% 90%
81% 91% 92%
35-49 50-64 65+
92% 92% 87%
Huishoudinkomen < 1800 1801-3100 > 3100
89% 92% 91%
N = 707
63
Scheiden 10 soorten GFT GFT bestaat niet alleen uit etensresten, maar ook uit bijvoorbeeld uitgebloeide bloemen, tuinafval en mest van huisdieren. Voor tien van deze soorten GFT-afval is gevraagd of men dit bij het restafval of in de GFT-bak doet. Tuinafval, bloemen en plantenafval worden het best gescheiden: deze worden door ruim negen op de tien respondenten in de GFT-container gedaan en door minder dan een op de tien bij het restafval. Koffiefilters en theezakjes worden het minst goed gescheiden: de helft van de huishoudens doet dit bij het GFT en de overig helft bij het restafval. De resultaten zijn globaal vergelijkbaar met 2011. Grafiek 10.5d: Scheiden 10 soorten afval (indien van toepassing) Tuinafval 2011 2012 Bloemen 2011 2012 Plantenafval 2011 2012 Resten van groenten 2011 2012 Schillen 2011 2012 Resten van fruit 2011 2012 Etensresten 2011 2012 Mest met stro van kleine huisdieren 2011 2012 Eierschalen 2011 2012 Koffiefilters, theezakjes 2011 2012
93% 93%
7% 7%
92% 92%
8% 8%
93% 91%
7% 9%
84% 86%
16% 14%
84% 85%
16% 15%
83% 85%
17% 15%
72% 74%
28% 26%
76% 66%
24% 34%
62% 65%
38% 35%
50% 49% 0%
25% GFT
50% 51% 50% Rest
75%
100%
64
10.6 Groene stroom Bijna de helft (45%) van de inwoners van Moerdijk maakt gebruik van groene stroom van het energiebedrijf. Ruim de helft doet dit niet of is zich hiervan niet bewust. Tabel 10.6: Gebruik groene stroom 2011
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
Ja
45%
45%
42%
48%
34%
47%
50%
46%
48%
50%
50%
Nee (incl. weet niet)
55%
55%
58%
52%
66%
53%
50%
54%
52%
50%
50%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N = 771
10.7 Energiebesparende maatregelen in afgelopen jaar Eenderde van de respondenten geeft aan in het afgelopen jaar energiebesparende maatregelen te hebben aangebracht aan hun woning, zoals bijvoorbeeld dubbel glas, zonnepanelen, energiezuinige verwarmingsketel, isolatie van muren of dak. Dit is hoger dan vorig jaar toen 27% aangaf energiebesparende maatregelen te hebben aangebracht. De respondenten die afgelopen jaar geen energiebesparende maatregelen hebben aangebracht, geven met name als redenen aan dat hun huis al energiezuinig is, ze dit al eerder hebben gedaan, dat ze in een huurwoning wonen of de kosten van deze maatregelen te hoog zijn. Jongeren tot 35 jaar en de hogere inkomens hebben vaker energiebesparende maatregelen aangebracht, 65-plussers juist minder vaak. Tabel 10.7a: Energiebesparende maatregelen aangebracht in afgelopen jaar 2011
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
Ja
27%
32%
30%
34%
38%
34%
31%
25%
31%
30%
36%
Nee (incl. weet niet)
73%
68%
70%
66%
62%
66%
69%
75%
69%
70%
64%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N = 771
Interesse in (meer) energiebesparende maatregelen Van alle respondenten heeft eenderde interesse in (meer) energiebesparende maatregelen. De volgende maatregelen worden hierbij genoemd: zonnepanelen, zonne-energie (18% van alle respondenten), HR++/energiezuiniger glas (4%), isolatie (8% van alle inwoners, waarvan isolatie 15 spouwmuur 3%, vloer 2% en dak/zolder 1%) en verschillende andere maatregelen (3%) . De interesse in energiebesparende maatregelen is hoger onder mannen, meerpersoonshuishoudens en de hogere inkomens en lager bij de lagere inkomens en 65-plussers Tabel 10.7b: Interesse in (meer) energiebesparende maatregelen 2011
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
Ja
25%
32%
35%
28%
28%
39%
37%
20%
20%
38%
49%
Nee (incl. weet niet)
75%
68%
65%
72%
72%
61%
63%
80%
80%
62%
51%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N = 77 1
15 Andere maatregelen, zoals: energiezuinige ketel (5x), andere kozijnen (4x), led verlichting (3x), windmolens/windenergie (3x), warmtepomp (2x), Domotica, aardwarmte zoals in het bejaardenhuis, restwarmte van industrieterrein Moerdijk, als het maar goedkoop is, groene energie, informatie voor het inzien welke apparaten er veel stroom verbruiken, en hoe ik meer kan bezuinigen, tochtstrippen, vloerverwarming, warmte terugwinunit (alle 1x)
65
10.8 Zonnepanelen Van alle respondenten heeft 2% zonnepanelen op hun dak. De hogere inkomens hebben dit relatief vaker en de lagere inkomens relatief minder vaak. De Moerdijkers met zonnepanelen op hun dak 2 2 2 geven aan dat dit gemiddeld om 20m gaat met een range van 3m tot 50m . Diegenen die dit niet hebben noemen met name als redenen dat ze niet weten of dit interessant voor hen is, ze een huurwoning hebben, het niet kunnen betalen of het niet willen. Tabel 10.8: Waarom geen zonnepanelen? Totaal 2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
2%
1%
3%
2%
4%
1%
3%
1%
2%
4%
Ik weet niet of dat interessant voor mij is
27%
28%
25%
22%
28%
31%
24%
16%
31%
36%
Heeft huurwoning
22%
25%
19%
20%
11%
24%
34%
54%
16%
3%
Kan ik niet betalen
21%
17%
25%
26%
27%
19%
12%
25%
29%
12%
Wil ik niet
20%
19%
20%
25%
20%
16%
18%
13%
11%
24%
Weet niet hoe je dat allemaal regelt
4%
6%
2%
0%
6%
6%
3%
1%
6%
6%
Niet rendabel
4%
5%
3%
3%
6%
5%
2%
0%
4%
9%
Denk er over na
2%
2%
2%
1%
3%
3%
1%
0%
3%
5%
Nog niet aan gedacht
2%
1%
3%
2%
2%
2%
1%
1%
0%
3%
Andere reden N = 771 resp. 750
12%
13%
11%
11%
14%
9%
15%
5%
12%
16%
% Heeft zonnepanelen
Waarom geen zonnepanelen?
10.9 Windturbines Bijna de helft van de respondenten is voorstander van windturbines in de gemeente Moerdijk, een kwart is tegen en ruim een kwart heeft hier geen mening over. 50-plussers en de hogere inkomens zijn vaker tegenstander van winturbines in Moerdijk. Tabel 10.9a: Mening over windturbines in gemeente Moerdijk Totaal 2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
Voorstander
47%
50%
43%
56%
51%
46%
36%
49%
54%
51%
Tegenstander
26%
29%
24%
14%
22%
32%
33%
16%
22%
29%
Geen mening
27%
21%
33%
30%
26%
22%
31%
34%
23%
20%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N = 771
De voorstanders van windturbines in de gemeente Moerdijk vinden dat deze het best geplaatst kunnen worden langs de snelwegen, in de polders en op bedrijventerreinen. De tegenstanders van de windturbines vinden met name dat ze het landschap aantasten, lelijk zijn, hinder veroorzaken (geluid, slagschaduw, te hoog) en geven aan dat windenergie niet rendabel is. Tabel 10.9b: Windturbines: geschikte locaties (geschikt) Langs de snelwegen 59% In de polders 54% Op bedrijventerreinen binnen de gemeente 48% Overal binnen de gemeente 6% Op particuliere terreinen binnen de gemeente 4% Andere locatie 6%
Tabel 10.9c: Windturbines: Waarom tegenstander Windturbines het landschap aantasten 76% Windturbines lelijk zijn 50% Windturbines hinder veroorzaken 34% Windenergie niet rendabel is 29% Ik er zelf geen voordeel van heb 6% Windturbines slecht zijn voor de gezondheid 5% Andere reden 10%
66
10.10 Elektrische auto Van alle respondenten geeft 2% aan in een elektrische auto te rijden. Dit zijn vaker 35-64 jarigen en mensen met een hoger inkomen. Tabel 10.10: Rijden in elektrische auto Totaal 2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
Ja
2%
1%
3%
1%
3%
3%
0%
1%
1%
3%
Geen mening
98%
99%
97%
99%
97%
97%
100%
99%
99%
97%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N = 771
De overige Moerdijkers hebben aangegeven waarom zij niet in een elektrische auto rijden. Zij vinden een elektrische auto te duur (36%), hebben geen interesse voor elektrisch autorijden (35%), noemden de beperkte actieradius van een elektrische auto (22%), het gebrek aan oplaadpunten in de gemeente Moerdijk (13%), geven aan dat hun huidige auto nog niet aan vervanging toe is (5%), te weinig trekvermogen voor caravan (2%), belastend voor milieu (het maken, opladen door vervuilende/kolengestookte centrales/batterijen, afvoer) (2%).
10.11 Energiecoöperatie Energiek Moerdijk Energiecoöperatie Energiek Moerdijk is een particulier initiatief dat zich inzet voor het besparen, zelf produceren en/of inkopen van duurzame energie. 16% van de Moerdijkers heeft wel eens gehoord van deze energiecoöperatie, 1% is hier lid van en 5% overweegt dit. 22% wist niet van het bestaan, maar zou hier wel meer over willen weten. Tabel 10.11a: Bekendheid en belangstelling energiecoöperatie Energiek Moerdijk Bekend en lid 1% Bekend en overweegt lid te worden 5% Onbekend, wil meer informatie 22% Bekend, geen belangstelling om lid te worden 10% Onbekend en geen belangstelling om lid te worden 62% 100%
Per saldo is 28% van de respondenten in meer of mindere mate geïnteresseerd in deze energiecoöperatie. Mannen, 50-64 jarigen en de hogere inkomens zijn hier meer in geïnteresseerd en zij zijn ook vaker al lid van de coöperatie of overwegen een lidmaatschap. Grafiek 10.11b: Potentieel geïnteresseerden in energiecoöperatie Energiek Moerdijk Totaal
5%
Man
6%
Vrouw
3%
22% 25% 18%
18-34 jr 2% 14% 35-49 jr 4% 50-64 jr
26% 8%
65+
27%
3%
17%
< €1800
3%
19%
€1800 - €3100
5%
> €3100 0% lid
26%
10%
27%
25% 50% bekend en overweegt lidmaatschap
75% 100% onbekend, wil meer informatie
67
10.12 Natuurvriendelijke tuin Een natuurvriendelijke tuin is een tuin waarbij flora en fauna in evenwicht zijn, ingericht voor inheemse planten, dieren en insecten en die natuurvriendelijk wordt onderhouden. Ruim vier op de tien Moerdijkers (44%) geeft aan zo’n natuurvriendelijke tuin te hebben. Dit zijn relatief vaker meerpersoonshuishoudens, 50-plussers en de hogere inkomens. Daarnaast geeft ruim eenderde aan geen natuurvriendelijke tuin te hebben en twee op de tien weet het niet. Tabel 10.12a: Heeft natuurvriendelijke tuin Totaal 2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
<1800
18013100
>3100
Ja
44%
43%
45%
40%
39%
48%
47%
40%
43%
49%
Nee
37%
41%
33%
41%
40%
32%
36%
50%
35%
32%
Weet niet
19%
16%
22%
18%
20%
20%
17%
10%
23%
19%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
N=771
De mensen die geen natuurvriendelijke tuin hebben, geven hiervoor met name als reden dat ze een onderhoudsvrije tuin willen, geen tuin hebben of geen natuurvriendelijke tuin willen. Gezinnen met kinderen geven vaker aan een onderhoudsvrije tuin te willen, alleenstaanden, 65-plussers en de lagere inkomens vaker dat ze geen tuin hebben. Tabel 10.12b Waarom geen natuurvriendelijke tuin (door respondenten die zeker geen natuurvriendelijke tuin hebben) Ik wil een onderhoudsvrije tuin 45% Ik heb geen tuin 21% Ik wil geen natuurvriendelijke tuin 12% Dat kan ik niet betalen 7% Ik weet niet hoe dat moet 6% Andere reden 15% N=286
68
BELEIDSREACTIE Energiebesparing Het gebruik van groene stroom is op hetzelfde peil gebleven als in 2011, namelijk 45%. Het treffen van energiebesparende maatregelen is gestegen met 5% en de belangstelling om nog maatregelen te treffen is met 7% gestegen. Het lijkt dat de jaarlijks georganiseerde energieweek in steeds wisselende kernen hierbij een belangrijke rol speelt. Daarnaast is Energiek Moerdijk opgericht, een coöperatie van burgers die streven naar duurzame energie en een lagere energierekening. Het gebruik van zonnepanelen in de gemeente is gering (2%). Een vijfde van de burgers (20%) geeft aan hierin niet geïnteresseerd te zijn. Hier is dus nog veel te winnen. Zonne-energie is een van de speerpunten van het gemeentelijk energiebeleid zoals dat is vastgelegd in de paraplunota Leefomgeving. Energiek Moerdijk kan hierin een belangrijke rol spelen. Over het algemeen wordt positief gedacht over windenergie. Tegenstanders vrezen met name de aantasting van het landschap en de hinderaspecten en hebben problemen met het aanzicht van de turbines op zich. Duidelijk is dat plaatsing van turbines zorgvuldig moet worden afgewogen en burgerparticipatie hierbij zeer belangrijk is. Een actualisatie van het windenergiebeleid is in voorbereiding, waarbij deze aspecten aan de orde komen. Elektrisch rijden komt nog niet echt van de grond. 13 % geeft aan dat er te weinig oplaadpunten zijn. De eerste procedures lopen inmiddels voor het realiseren van oplaadpalen. De belangstelling om bij Energiek Moerdijk aan te sluiten is (nog) gering. Gedeeltelijk komt dat doordat deze coöperatie nog niet bekend is bij iedereen (22%). Ongeveer de helft van de burgers heeft een natuurvriendelijke tuin. Ook ongeveer de helft van de burgers wil een onderhoudsvrije tuin. Blijkbaar bestaat het idee dat een natuurvriendelijke tuin veel (onderhouds)werk vraagt. Betere informatieverstrekking op dit punt is een punt van aandacht. Milieustraat De gemeente Moerdijk heeft een Milieustraat op het industrieterrein van Moerdijk. De openingstijden zijn van maandag tot en met zaterdag van 9.30 tot 16.00 uur. De burgers zijn in overgrote mate tevreden met de huidige openingstijden van de Milieustraat. Van de inwoners van Moerdijk is 84% tevreden over deze openingstijden en 5% is ontevreden. Klantvriendelijkheid medewerkers afvalverwerking De afvalverwerking wordt gezamenlijk verricht door de medewerkers van de Milieustraat en de vuilnismannen. De klantvriendelijkheid van de medewerkers van de Milieustraat wordt gemiddeld met een 7,3 beoordeeld, de klantvriendelijkheid van de vuilnismannen met een 7,2. Scheiden plastic verpakkingsafval en GFT-afval Groente-, fruit- en tuinafval wordt vaker gescheiden dan het kunststof verpakkingsmateriaal. Uit sorteeranalyses, onderzoek naar wat er nog in het restafval zit, blijkt dat in het restafval nog 44% GFT-afval zit. Dit komt doordat niet alle GFT-afval gescheiden wordt. Zo verdwijnen koffiefilters en theezakjes even vaak in het restafvalvak als in het GFT-afvalvak van de duobak. Wellicht dat meer communicatie hierover dit kan verbeteren. Ook bij het kunststof verpakkingsmateriaal (plastic) geeft de helft van de burgers aan dat zij alle plastic verpakkingsmateriaal in de speciale “Plastic Hero” zak doen. Een groot deel van de respondenten geeft aan vrijwel altijd plastic afval te scheiden, maar slechts een kleine meerderheid scheidt alles. Uit onderzoek blijkt ook dat er nog veel plastic afval bij het restafval verdwijnt. Wellicht is er bij een aantal mensen niet duidelijk welk afval allemaal in de speciale ‘Plastic Hero’ mag. Meer communicatie hierover kan dit misschien verbeteren. In het kader van duurzaamheid wordt dit jaar onderzocht hoe het scheidingsgedrag verbeterd kan worden. In 2013 zal een onderzoek uitgevoerd worden naar het beste inzamelsysteem voor Moerdijk om de hoeveelheid afval te verminderen. Dit is één van de punten uit de uitvoeringsagenda van de eind 2012 vastgestelde Paraplunota Leefomgeving. 69
11. KEUZE VERVOERMIDDEL NAAR REISMOTIEF Dit hoofdstuk behandelt het meest gebruikte vervoermiddel naar acht bestemmingen binnen de gemeente Moerdijk.
11.1 Gemaakte reizen Allereerst is de inwoners gevraagd of ze wel eens naar een achttal bestemmingen binnen de gemeente gaan. Vrijwel alle inwoners doen hun dagelijkse en wekelijkse boodschappen binnen de gemeente, vier op de tien inwoners gaat naar hun werk binnen de gemeente en drie op de tien brengt hun (klein)kinderen wel eens naar de (basis)school (of omdat ze op de school werkzaam zijn of er moeten zijn voor een activiteit). Tabel 11.1: % inwoners dat betreffende reizen in de gemeente maakt Wekelijkse boodschappen in de gemeente
93%
Dagelijkse boodschappen in de gemeente
91%
Winkelen in de gemeente
89%
Bezoek familie/kennissen in de gemeente
88%
Vrijetijdsbesteding in de gemeente
78%
Uitgaan in de gemeente
65%
Naar uw werk in de gemeente
41%
Naar (basis)school in de gemeente
29%
N = 771
11.2 Keuze vervoermiddel Voor de wekelijkse boodschappen en om naar het werk te gaan, gebruiken inwoners van Moerdijk meestal de auto, naar school of voor vrijetijdsbesteding wordt meestal de fiets gepakt en uitgaan doet men meestal te voet. Grafiek 11.2a: Vervoermiddel naar acht bestemmingen (in % die reizen naar bestemming in de gemeente Moerdijk maakt) Wekelijkse boodschappen in de gemeente
76%
Naar uw werk in de gemeente
15%
58%
Winkelen in de gemeente
30%
49%
Bezoek familie/kennissen in de gemeente Dagelijkse boodschappen in de gemeente
32%
39%
Vrijetijdsbesteding in de gemeente
31%
Uitgaan in de gemeente
30%
Naar (basis)school in de gemeente
2%
23%
1%
22%
35% 26%
fiets
32% 43%
40% 25%
auto
22%
39%
20% 0%
7% 5%
27%
44%
38% 50% te voet
9%
75%
2% 1% 2% 100%
overig
70
Vervoermiddelkeuze naar bestemming en doelgroep 50-minners kiezen relatief wat minder vaak voor de auto, de hogere inkomens juist vaker. Tabel 11.2b: % inwoners dat bij bepaalde reismotieven voor de auto kiest naar doelgroep (in % reizigers) Totaal
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
65+
< 1800
18013100
> 3100
Gemiddelde over 8 reismotieven
43%
45%
41%
49%
48%
40%
32%
41%
38%
52%
Wekelijkse boodschappen in de gemeente
76%
77%
75%
82%
84%
72%
66%
64%
77%
86%
Naar uw werk in de gemeente
58%
63%
53%
64%
62%
52%
40%
58%
46%
76%
Winkelen in de gemeente
49%
51%
47%
58%
59%
45%
35%
40%
44%
63%
Bezoek familie/kennissen in de gemeente
44%
46%
42%
51%
54%
37%
35%
43%
34%
54%
Dagelijkse boodschappen in de gemeente
39%
44%
33%
44%
47%
37%
27%
34%
38%
46%
Vrijetijdsbesteding in de gemeente
31%
33%
28%
40%
29%
32%
21%
27%
23%
41%
Uitgaan in de gemeente
30%
29%
30%
31%
31%
32%
22%
30%
26%
31%
Naar (basis)school in de gemeente
20%
#
#
#
#
#
#
#
#
#
# Beperkte steekproef
BELEIDSREACTIE Geen.
71
12.
WERKENDEN EN WOON-WERKVERKEER
Hoofdstuk 12 gaat in op het percentage werkenden onder 18-64 jarige inwoners van Moerdijk. Gekeken wordt naar de verhouding werkenden dat in loondienst of zelfstandig werkzaam is, het aandeel mensen met een vast- en flexibel dienstverband en het aantal uur dat mensen werken. In de laatste paragraaf wordt gekeken in welke gemeenten mensen werkzaam zijn en op welke manier ze naar hun werk gaan.
12.1 Hoofdbezigheid Aan de respondenten van 18-64 jaar is gevraagd welke van onderstaande hoofdbezigheden het meest op hen van toepassing is. Hierbij moest er één hoofdbezigheid gekozen worden. Van de 18-64 jarigen heeft 74% betaald werk. Grafiek 12.1a: Hoofdbezigheid 18-64 jarigen werkend in loondienst
63%
werkend als zelfstandige
11%
huisman-vrouw
8%
VUT
6%
werkloos
5%
studie-school
4%
volledig arbeidsongeschikt
3%
anders
1% 0%
25%
50%
75%
100%
Voor mannen, 35-49 jarigen en de middelbaar en hogere inkomens is betaald werk vaker hun hoofdbezigheid. Diegenen die het huishouden als hoofdbezigheid hebben, zijn relatief vaker vrouw, 50-64 jaar en lager opgeleiden. Vutters en werklozen zijn relatief vaker man en lager opgeleid. Tabel 12.1b: Hoofdbezigheid 18-64 jarigen Vrouw
18-34
35-49
50-64
Lager
Middelbaar
79%
68%
74%
89%
58%
59%
79%
83%
67%
59%
68%
71%
51%
53%
69%
66%
12%
9%
6%
18%
7%
6%
10%
17%
0%
16%
2%
6%
14%
15%
5%
4%
6%
8%
4%
0%
0%
16%
10%
3%
5%
4%
5%
6%
4%
8%
3%
5%
7%
5%
4%
Studie-school
3%
4%
3%
4%
14%
0%
0%
3%
5%
2%
Volledig arbeidsongeschikt
3%
3%
3%
4%
2%
1%
6%
5%
2%
2%
Anders
2%
1%
0%
1%
1%
1%
1%
1%
1%
0%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
2011
2012
% werk is hoofdbezigheid
75%
74%
Werkend in loondienst
63%
63%
Werkend als zelfstandige
12%
11%
Huisman-vrouw
9%
8%
VUT
5%
Werkloos
Man
N=568
72
Hoger
12.2 Aard dienstverband, aantal gewerkte uren en sector Van de mensen in loondienst heeft negen op de tien een vast dienstverband, en werkt 96% 12 uur of meer per week. Tabel 12.2a: Aard dienstverband en aantal uren per week (in % 18-64 jarigen dat werkt) 2011
2012
Man
Vrouw
18-34
35-49
50-64
Lager
Middelbaar
Hoger
Vast
91%
89%
88%
90%
77%
93%
93%
87%
86%
94%
Tijdelijk
8%
9%
9%
8%
17%
5%
5%
7%
11%
6%
Via uitzendbureau
2%
3%
3%
2%
6%
2%
2%
6%
3%
0%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
>=36 uur
52%
62%
89%
29%
60%
66%
58%
58%
58%
71%
20-35 uur
32%
25%
8%
46%
33%
20%
26%
22%
29%
22%
12-19 uur
9%
9%
2%
18%
4%
10%
12%
11%
10%
6%
<12 u
6%
4%
1%
7%
3%
4%
4%
9%
3%
1%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Aard dienstverband (loondienst)
Aantal uren per week (loondienst + zelfstandigen)
Resp. N=350 (mensen in loondienst), N=408 (loondienst + zelfstandigen)
De Moerdijkers werken in veel verschillende sectoren, maar vaker in de industrie, gezondheid/welzijn en overige diensten. Tabel 12.2b: Sectoren waarin men werkt (in % 18-64 jarigen dat werkt) Industrie (incl. nutsbedrijven) 16% Gezondheid en welzijn 15% Transport en logistiek 9% Bouwnijverheid 7% Zakelijke diensten 7% Detailhandel en reparatie 6% Openbaar bestuur en overheid 6% Onderwijs 5% Groothandel 4% Financiële diensten 4% Landbouw, tuinbouw en visserij 3% Horeca 2% Overige diensten 17% 100% N=408 (loondienst+zelfstandigen)
73
12.3 Werk en reizen Van alle werkenden doet 36% dit in Moerdijk, 18% werkt in de regio Dordrecht/Rotterdam en 8% in de omgeving van Breda. Vergeleken met vorig jaar wordt vaker buiten Moerdijk gewerkt. De meeste mensen gaan met de auto naar hun werk. Bijna vier op de tien is binnen een kwartier op z’n werk, eenderde doet er 20-30 minuten over en drie op de tien reist drie kwartier of langer. Vergeleken met vorig jaar gaan meer mensen met de auto naar hun werk en is de gemiddelde reistijd naar het werk toegenomen. Vrouwen en lager opgeleiden werken relatief vaker dichtbij huis en hebben dan ook vaak een kortere reistijd. Mannen en hoger opgeleiden werken relatief vaker buiten Brabant, met een hogere reistijd. Tabel 12.3: Werken en reizen (in % alle werkenden, incl. zelfstandigen van 18-64 jr) 2011 2012 Waar werkt u? Vervoermiddel naar werk 40% 36% Moerdijk Auto (rijd alleen), motor, scooter Moerdijk, Zevenbergen, Fijnaart, Klundert 33% 29% Auto (rijd met meerdere personen) Industrieterrein Moerdijk 7% 7% (Brom)fiets 28% 30% Brabant Werk thuis Breda en omgeving 9% 8% Te voet Roosendaal 5% 8% Bedrijfsvervoer Drimmelen en omgeving 1% 1% OV: bus Etten-Leur 3% 3% OV: trein Bergen op Zoom 2% 2% Geen antwoord Gilze en omgeving 0% 0% Totaal Geertruidenberg en omgeving 1% 1% Oosterhout 2% 1% Reistijd naar werk (gemiddeld)* Tilburg en omgeving 0% 0% 5 min Elders in Brabant 5% 6% 10 min Buiten Brabant 24% 26% 15 min Regio Amsterdam 0% 1% 20 min Regio Den Haag 1% 1% 30 min Regio Dordrecht/Rotterdam 17% 18% 45 min Regio Utrecht 1% 1% 60 min of meer Elders 5% 5%
2011
2012
64% 6% 12% 6% 4% 3% 2% 2% 1% 100%
68% 8% 11% 4% 3% 2% 2% 3% 0% 100%
28 min. 30 min. 14% 14% 13% 12% 12% 11% 13% 9% 27% 25% 11% 16% 10% 13% 100% 100%
Geen vast werkadres
8% 7% 100% 100% N=408 (in loondienst of zelfstandig), * excl. thuiswerkenden
BELEIDSREACTIE 11% van de werkenden is zelfstandige. De verwachting is dat dit percentage in de toekomst gezien de flexibilisering van de arbeidsmarkt hoger zal worden. Hierdoor zal er aandacht moeten zijn voor de ondersteuning van startende ondernemers.
74
BIJLAGE 1: BEREKENING SCHAALSCORES Door het geheIe rapport wordt gebruik gemaakt van schaalscores. De meeste schaalscores zijn tijdens de eerste Burgerenquête in 2008 geconstrueerd om trendvergelijking mogelijk te maken. Hieronder staat op welke manier de schaalscores berekend zijn. § 3.1 Trots om inwoner van Moerdijk te zijn Bij deze vraag betreft het drie antwoordcategorieën. De schaalscores zijn berekend met de scores: helemaal=10, enigszins=6, helemaal niet=2. § 3.2 Typering van gemeente Moerdijk Bij deze vraag konden respondenten Moerdijk in één woord typeren. Deze woorden zijn aangemerkt in drie categorieën. Een woord met een positieve lading, een woord met een neutrale of beschrijvende lading of een woord met een negatieve lading. Deze drie categorieën kregen elk een volgende score: een woord met een positieve lading =10, neutraal/beschrijvend=6 en negatieve lading (=2). § 4.2 Voorzieningenniveau eigen woonkern Gevraagd is naar de mate van tevredenheid van zeven voorzieningen op een 5-puntsschaal en de mate van eens zijn met negen stellingen (ook op een 5-puntsschaal). De gemiddelde scores zijn als volgt berekend: zeer tevreden/zeer mee eens=10, tevreden/eens=8, neutraal=6, ontevreden/oneens=4, zeer ontevreden/ zeer mee oneens=2. § 4.3 Prettig wonen in eigen buurt (sociale cohesie) Van negen aspecten die betrekking hebben op de sociale cohesie is de mensen gevraagd of ze hier mee (on)eens zijn. De antwoorden zijn als volgt berekend: eens=1, neutraal= 0,5 en oneens=0. Om de inzichtelijkheid te vergroten, zijn de antwoorden vervolgens vermenigvuldigd met een factor 10. § 4.5 Tevredenheid over ontwikkeling van de woonkern en het beheer en onderhoud Voor de tevredenheid over het beheer en onderhoud is een schaalscore gemaakt op basis van: zeer tevreden=10, tevreden=7.5, ontevreden=5, zeer ontevreden=2,5. § 4.8 Aanpak leefbaarheid en veiligheid gemeente De aanpak van de leefbaarheid en veiligheid in de woonbuurten is beoordeeld aan de hand van zes stellingen. De gemiddelde scores zijn als volgt berekend: zeer mee eens=10, eens=8, neutraal=6, oneens=4, zeer mee oneens=2. Daarnaast zijn er burgerindicatoren gebaseerd op twee percentages berekend voor mensen die positief staan tegenover twee onderliggende stellingen, te weten: - Vindt dat de gemeente bereikbaar is voor meldingen en klachten over onveiligheid en overlast; - Vindt dat gemeente reageert op meldingen en klachten over onveiligheid en overlast. Deze scores zijn als volgt berekend: zeer mee eens=10, eens=10, neutraal=5,5, oneens=0, zeer mee oneens=0. § 5.5 Bezoek gemeentehuis De percentages positieve (=tevreden) antwoorden op vijf stellingen over de balie-klanttevredenheid zijn opgeteld en gedeeld door 50. § 5.10 Melding openbare ruimte De positieve (=tevreden) uitspraken over de drie stellingen over de afhandeling van de melding zijn opgeteld en gedeeld door 30. In 2011 en 2012 dus excl. nieuw toegevoegde stelling berekend.
75
§ 6.2 Beoordeling gemeentelijke voorzieningen Gevraagd is naar de mate van tevredenheid van achttien voorzieningen op een 5-puntsschaal. De schaalscores zijn als volgt berekend: zeer tevreden=10, tevreden=8, neutraal=6, ontevreden=4, zeer ontevreden=2. § 9.1 Vertrouwen in de gemeente Er is een schaalscore berekend op basis van veel vertrouwen (=10), vertrouwen (=8), weinig vertrouwen (=1,25) en geen vertrouwen (=0). Hierbij opgemerkt dat in 2008, 2009 en 2010 een 3puntsschaal is gebruikt (veel=10, weinig=1,25 en geen=0) en in 2011 een 4-puntsschaal. § 9.4 Mate dat burgers betrokken worden bij gemeentelijke plannen Gevraagd is naar de mate van eens zijn met vijf stellingen. De schaalscores zijn als volgt berekend: zeer mee eens=10, eens=10, neutraal=6,7, oneens=0, zeer mee oneens=0. De gemiddelde schaalscore is het gemiddelde van de 5 stellingen. § 9.5 Beoordeling gemeentebestuur Gevraagd is naar de mate van eens zijn met vijf stellingen. De schaalscores zijn als volgt berekend: zeer mee eens=10, eens=10, neutraal=6,7, oneens=0, zeer mee oneens=0. De gemiddelde schaalscore is het gemiddelde van de 5 stellingen. § 9.6 Beoordeling gemeentelijke informatie Gevraagd is naar de mate van eens zijn met vijf stellingen. De schaalscores zijn als volgt berekend: zeer mee eens=10, eens=10, neutraal=5, oneens=0, zeer mee oneens=0. De gemiddelde schaalscore is het gemiddelde van de 5 stellingen. § 9.7 Gemeentelijke regels Gevraagd is naar de mate van eens zijn met vijf stellingen. De schaalscores zijn als volgt berekend: Positieve stellingen: zeer mee eens=10, eens=10, neutraal=6,7, oneens=0, zeer mee oneens=0. Negatieve stellingen: zeer mee eens=0, eens=0, neutraal=6,7, oneens=10, zeer mee oneens=10. De gemiddelde schaalscore is het gemiddelde van de 5 stellingen. § 9.8 Waar krijgen voor belastinggeld Gevraagd is naar de mate van tevredenheid van twee stellingen op een 5 puntschaal. De schaalscores zijn als volgt berekend: Positieve gestelde stelling: zeer mee eens=10, eens=8, neutraal=6, oneens=4, zeer mee oneens=2. Negatief gestelde stelling: zeer mee eens=2, eens=4, neutraal=6, oneens=8, zeer mee oneens=10. Het gemiddelde van beide scores is de schaalscore/burgerindicator.
76
BIJLAGE 2: BURGERINDICATOREN OP EEN RIJ Te vinden
2008
2009
2010
2011
2012
1. Algemeen rapportcijfer woning
§ 4.1
7,9
7,8
7,7
7,8
7,8
2. Algemeen rapportcijfer woonomgeving
§ 4.1
7,0
7,1
7,2
7,1
7,0
Winkels voor dagelijkse boodschappen
§ 4.2
(5,8)*
6,3
6,3
6,5
6,8
Openbaar vervoer
§ 4.2
5,8
5,5
6,0
6,2
6,4
Basisonderwijs
§ 4.2
7,7
6,9
7,4
7,5
7,5
Parkeergelegenheid
§ 4.2
6,6
6,8
6,5
6,2
6,4
Inzamelen huisafval
§ 4.2
7,6
7,4
7,6
7,7
7,8
Bereikbaarheid met de auto
§ 4.2
7,7
7,9
7,9
7,9
7,9
Speelplekken voor kinderen
§ 4.2
7,4
6,6
6,5
-
-
Voorzieningen voor kinderen
§ 4.2
-
-
-
6,0
6,0
Voorzieningen voor jongeren
§ 4.2
4,8
4,4
5,4
5,4
5,5
PSZ/BSO
§ 4.2
-
-
-
7,1
6,8
Oordeel voorzieningen in de woonbuurt **
§ 4.2
6,6
6,6
6,7
6,7
6,8
Aanwezigheid openbaar groen
§ 4.2
7,0
7,1
7,1
6,8
6,9
Onderhoud verharding
§ 4.2
5,4
6,0
6,0
5,8
5,9
Onderhoud openbaar groen
§ 4.2
5,9
6,7
6,5
6,3
6,4
Straatverlichting (onze straat wordt goed verlicht)
§ 4.2
7,4
7,6
7,4
7,5
7,4
Riolering (riool kan regenwater goed afvoeren)
§ 4.2
6,3
6,8
6,4
6,3
6,5
Schoonhouden buurt
§ 4.2
6,1
6,6
6,5
6,3
6,4
Toegankelijkheid voor mensen met een beperking
§ 4.2
6,3
6,1
7,0
7,0
7,0
Tevreden over beheer en onderhoud woonomgeving
§ 4.5
6,6
6,9
7,0
6,8
6,8
5. Algemeen rapportcijfer leefbaarheid woonbuurt
§ 4.1
-
7,2
7,4
7,3
7,2
Samenhang in de woonbuurt (sociale cohesie)
§ 4.3
-
-
7,5
7,5
7,6
Actief in het lokale verenigingsleven
§ 4.4
-
-
37%
38%
33%
Voelt zich medeverantwoordelijk voor leefbaarheid woonbuurt
§ 4.4
-
-
72%
89%
85%
Voelt zich betrokken bij stads- of dorpsraad
§ 4.4
-
-
22%
22%
20%
Is afgelopen jaar zelf actief geweest om woonbuurt te verbeteren
§ 4.4
-
-
18%
20%
18%
§ 4.7
2%
2%
1%
3%
2%
§ 4.7
3%
2%
1%
1%****
2%
§ 4.1
3. Waardering voorzieningen in eigen woonbuurt:
4. Oordeel over fysieke ruimte woonbuurt:
6. De saamhorigheid (sociale cohesie) in woonbuurt:
7. Veiligheid in de woonbuurt: Voelt zich vaak onveilig in eigen woonbuurt Mijdt vaak bepaalde plekken in de woonbuurt die als onveilig worden ervaren Algemeen rapportcijfer veiligheid in de woonbuurt
7,0
7,2
7,3
7,3
7,2
Heeft veel hinder van bedrijven in directe woonomgeving Oordeel over aanpak door gemeente van leefbaarheid en veiligheid in de woonbuurt Waardering voor inzet politie
#
#
#
6%
#
#
§ 4.8
5,9
5,8
5,8
5,8
5,9
§ 4.9
6,0
6,1
6,3
6,2
6,2
Verkeersveiligheid in eigen woonbuurt
§ 4.2
6,1
6,6
6,5
6,3
6,3
#
#
#
14%
#
#
Heeft veel hinder van vrachtverkeer in de directe woonomgeving
# vraag dit jaar niet opgenomen * door andere herweging zijn cijfers 2008 en 2010 aangepast ** totaalscore buurtvoorzieningen kan 0,1 afwijken doordat er in de jaren verschillende voorzieningen samen zijn genomen *** de berekening van de schaalscore van 2008 en 2009 was vergelijkbaar, maar in de afronding kan het 1 of 2% verschillen **** in 2011 stond hier 3% (plekken binnen de gemeente), het betreft echter plekken in de woonbuurt en dat is 1%
77
Te vinden
2008
2009
2010
2011
2012
8. Beoordeling gemeentelijke dienstverlening: Behandeling aan de balie / het loket
§ 5.4
7,5
7,6
7,5
7,6
7,7
Behandeling in het gemeentehuis (vriendelijkheid)
§ 5.5
9,2
9,4
9,5
9,4
9,4
Vindt dat hij/zij lang moest wachten in publiekshal
§ 5.5
17%
15%
11%
14%
12%
Behandeling aan de telefoon
§ 5.4
7,0
7,1
7,1
7,1
7,2
Rapportcijfer website gemeente
§ 5.4
6,6
6,6
6,8
6,8
6,9
Rapportcijfer afhandeling e-mail
§ 5.4
5,9
5,7
6,5
6,6
6,0
Beoordeling schriftelijk contact
§ 5.4
6,5
6,5
6,4
6,4
6,4
Ontvangstbevestiging gekregen
§ 5.9
75%
83%
82%
85%
92%
Meldpunt Openbare Ruimte
§ 5.10
4,3
5,1
4,7
5,4
5,5
Dienstverlening door de gemeente
§ 5.4
6,8
6,8
6,9
7,0
6,9
Volgt regelmatig lokale politieke ontwikkelingen
§ 9.3
31%
31%
37%
36%
35%
Schaalscore over betrekken burgers bij beleid
§ 9.4
**)
4,6
4,8
4,6
5,0
Schaalscore over gemeentelijke informatie
§ 9.6
7,1
6,7
7,0
6,9
7,4
Schaalscore over inzet belastinggeld burgers
§ 9.8
5,6
5,6
5,9
5,8
5,9
Winkelaanbod
§ 6.2
6,4
6,5
6,3
6,8
6,8
Uitgaansmogelijkheden
§ 6.2
5,8
5,6
6,0
6,3
6,1
Culturele voorzieningen
§ 6.2
5,9
5,7
6,0
6,3
6,3
Verenigingen / clubs
§ 6.2
7,4
7,2
7,2
7,4
7,4
Sportvoorzieningen
§ 6.2
7,4
7,4
7,3
7,6
7,5
Onderwijsvoorzieningen
§ 6.2
7,1
7,0
7,1
7,4
7,3
Gezondheidszorg
§ 6.2
6,7
7,1
7,1
7,1
7,2
Welzijnsvoorzieningen
§ 6.2
5,6
5,3
5,9
6,1
6,1
Werkgelegenheid
§ 6.2
6,5
6,1
6,4
6,6
6,3
Fietsmogelijkheden
§ 6.2
7,2
7,2
7,2
7,1
7,2
Speelplekken voor kinderen
§ 6.2
6,6
6,5
6,6
6,3
6,5
Openbaar vervoer
§ 6.2
5,8
5,5
6,0
6,2
6,3
Parkeergelegenheid
§ 6.2
6,4
6,0
6,3
5,9
5,8
Voorzieningen voor jongeren
§ 6.2
5,1
4,3
5,3
5,5
5,6
Voorzieningen voor senioren
§ 6.2
6,7
6,4
6,6
6,7
6,6
Voorzieningen voor mensen met een beperking
§ 6.2
6,1
5,6
6,1
6,1
6,0
Oordeel voorzieningen in de gemeente
§ 6.2
6,4
6,2
6,5*)
6,6*)
6,6*)
Schaalscore gemeentelijke regels
§ 9.7
5,8
5,7
5,7
5,7
5,9
Algemeen rapportcijfer gemeentelijke organisatie
§ 9.9
6,5
6,5
6,3
6,2
6,3
§ 9.5 3)
5,4
5,1
5,1
5,0
5,6
§ 9.1
4,8
4,8
3,7
5,5
5,7
9. Burgerparticipatie:
10. Waardering voor voorzieningen in de gemeente:
11. Imago gemeente:
Schaalscore gemeentebestuur Schaalscore vertrouwen in lokale overheid
*) berekening op basis v. gemiddelde 16 aspecten, dus excl. verkeersveiligheid en excl. onderhoud wegen/fietspaden, zowel voor 2010 als 2011 als 2012: Let op: dit wijkt af van rapportage, want daar alle 18 aspecten meegenomen **) in 2008 werd een andere schaal gebruikt 3) in 2008 en 2009 stonden andere cijfers
78