Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen Koningin Regentesselaan te Roermond gemeente Roermond
Opdrachtgever BRO Industriestraat 94 5931 PK Tegelen Projectnummer
Status:
Synthegra Rapport S090224
Projectleider
definitief
drs. E. Van de Velde
Kenmerk
Autorisatie:
EVDV/UIT/SAD/S090224
dr. J.A. Mol
Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard Telefoon +31 (0)88 81 81 981, Fax +31 (0)88 81 81 989, Internet: www.synthegra.nl Bankrelatie Friesland Bank, nr. 295191155, BTW nr. NL819631288B01, HR 01115557
paraaf
datum 01-09-2009
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Colofon Opdrachtgever:
BRO te Tegelen
Project:
Regentesselaan te Roermond
Projectnummer:
S090224
Titel:
Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Datum:
01-09-2009
Projectleider:
drs. E. Van de Velde (archeoloog)
Auteurs:
drs. E. Van de Velde (archeoloog), drs. L.F.M. Valckx (architectuurhistorica), drs. S.M. Koeman (fysisch geograaf),
Tekenaar:
dhr. J. Heersink (GIS/CAD-specialist)
Autorisatie:
dr. J.A. Mol (senior prospector)
Druk:
Synthegra bv, Doetinchem
ISSN:
1874-9771
Synthegra bv Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard Telefoon +31 (0)88 81 81 981, Fax +31 (0)88 81 81 989, Internet: www.synthegra.nl Bankrelatie Friesland Bank, nr. 295191155, BTW nr. NL819631288B01, HR 01115557
© Synthegra bv, 2009
De rechten van intellectueel eigendom verblijven te allen tijde bij Synthegra bv.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
2 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
INHOUD Administratieve gegevens
4
1
Inleiding
5
1.1
Onderzoekskader
5
1.2
Onderzoeksdoel en vraagstellingen
5
1.3
Ligging en huidige situatie plangebied
6
2
Bureauonderzoek
7
2.1
Methode
7
2.2
Landschapsgenese
2.3
Archeologische waarden in en rondom het plangebied
14
2.4
Historische ontwikkeling
16
2.5
Gespecificeerde archeologische verwachting
20
3
Inventariserend Veldonderzoek
22
3.1
Methode
22
3.2
Beschrijving en interpretatie van de boorgegevens
22
3.3
Archeologische indicatoren
23
3.4
Archeologische interpretatie
23
4
Conclusies en aanbevelingen
24
4.1
Inleiding
24
4.2
Conclusies / beantwoording onderzoeksvragen
24
4.3
Aanbevelingen
25
Literatuur en kaarten
7
26
Bijlagen: Bijlage 1: Overzicht van relevante geologische en archeologische tijdvakken Bijlage 2: Combinatiekaart IKAW, AMK en ARCHIS waarnemingen Bijlage 3: Boorpuntenkaart Bijlage 4: Boorprofielen Afbeelding voorblad: Impressie van het plangebied. Foto genomen vanuit het noordwesten naar het zuidoosten.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
3 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Administratieve gegevens Toponiem
: Koningin Regentesselaan
Plaats
: Roermond
Gemeente
: Roermond
Provincie
: Limburg
Projectnummer
: S090224
Bevoegd gezag
: gemeente Roermond
Opdrachtgever
: BRO
Uitvoerende instantie
: Synthegra bv
Datum uitvoering veldwerk
: 16-06-2009
Uitvoerders veldwerk
: drs. T. Deville en drs. E. Van de Velde
Onderzoeksmelding (ARCHIS)
: 35.569
Datum onderzoeksmelding
: 11-06-2009
Onderzoeksnummer (ARCHIS)
: 27578
Kaartblad
: 58D
Oppervlakte
: circa 2910 m
Grondgebruik
: braak
Geologie
2
: Löss (Laagpakket van Schimmert) op Rivierafzettingen van de Maas (Formatie van Beegden)
Geomorfologie
: Maasterras uit het Laat-Glaciaal
Bodem
: Radebrikgronden en/of daalbrikgronden
Depot
: Documentatie en vondsten zullen worden aangeleverd aan het Provinciaal Depot van Limburg te Maastricht
De onderzoekslocatie wordt omsloten door de volgende vier coördinaten: noordwest
X: 197759 Y: 355682
noordoost
X: 197832 Y: 355682
zuidoost
X: 197832 Y: 355583
zuidwest
X: 197759 Y: 355583
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
4 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
1
Inleiding
1.1
Onderzoekskader Synthegra heeft in opdracht van BRO een archeologisch onderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Koningin Regentesselaan in Roermond (afbeelding 1.1). Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een karterend booronderzoek. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van nieuwbouw. De diepte van de toekomstige bodemverstoring is op dit moment onbekend, maar uitgaande van de aanleg van bouwputten voor de bebouwing zal de bodem waarschijnlijk tot in het archeologische niveau worden verstoord. Door de graafwerkzaamheden die zullen gaan plaatsvinden, kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden verloren gaan. Daarom is vanwege de regelgeving van de overheid voorafgaand aan de graafwerkzaamheden archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd conform de 1
2
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie versie 3.1 , de richtlijnen van de provincie Limburg en de Leidraad 3
Veldonderzoek. Het veldwerk is uitgevoerd op 16 juni 2009. Het bevoegd gezag, de gemeente Roermond, zal de resultaten van het onderzoek toetsen en een selectiebesluit nemen.
1.2
Onderzoeksdoel en vraagstellingen Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting aan de hand van bestaande bronnen over bekende of verwachte landschappelijke, historische en archeologische waarden. Het doel van het karterend booronderzoek is het toetsen van het opgestelde verwachtingsmodel door de intactheid van de bodemopbouw vast te stellen en de eventueel aanwezig archeologische resten en/of vindplaatsen te inventariseren. De volgende onderzoeksvragen zullen worden beantwoord: Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact? Zijn in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig? Wat is te zeggen over de horizontale en verticale verspreiding van de archeologische resten? Wat is de vermoedelijke aard en datering van de archeologische resten? In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied?
1
SIKB 2006a.
2
Provincie Limburg 2008.
3
SIKB 2006b.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
5 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
1.3
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Ligging en huidige situatie plangebied 2
Het plangebied is circa 2910 m groot en ligt aan de Koningin Regentesselaan in Roermond (afbeelding 1.1). Het terrein wordt in het westen begrensd door de Koningin Regentesselaan, in het noorden door een pleintje, in het oosten door de achterzijde van de woningen aan de Gulickerstraat en in het zuiden door een woning die op de Koninging Regentesselaan uitkomt. Het plangebied ligt momenteel braak, maar was in een recent 4
verleden bebouwd. De hoogte van het maaiveld bedraagt circa 28,0 m + NAP (Normaal Amsterdams Peil).
Afbeelding 1.1: Het plangebied op de Topografische Kaart van Nederland 1:25.000 aangegeven met het rode kader (Bron: TOP25raster 1998. Topografische Dienst Nederland, Emmen).
4
Hoogteligging van het plangebied op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) in m NAP geraadpleegd op www.ahn.nl
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
6 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
2
Bureauonderzoek
2.1
Methode Tijdens het bureauonderzoek is met behulp van bestaande bronnen een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied opgesteld. Dit is in eerste instantie gedaan door het raadplegen van voor de archeologie relevante (schriftelijke) bronnen. Dit betreffen met name gegevens over bekende archeologische vindplaatsen in en rond het plangebied. Deze zijn aangevuld met historisch en fysischgeografisch onderzoek, waarbij informatie over vroeger grondgebruik is verkregen door de analyse van historische kaarten en tevens gegevens over de geologie, geomorfologie en bodem zijn bestudeerd.
2.2
Landschapsgenese Voor het bepalen of, waar en uit welke periode archeologische resten kunnen worden verwacht, zijn de volgende bronnen met betrekking tot de landschapsgenese geraadpleegd: Geologische Kaart, schaal 1:600.000 Geomorfologische Kaart, schaal 1:50.000 Bodemkaart, schaal 1:50.000 Relevante achtergrondliteratuur Voor de geologische beschrijving is gebruik gemaakt van de lithostratigrafische indeling van de ondiepe 5
ondergrond. Zie voor een overzicht van de geologische en archeologische perioden bijlage 1. Geologie en geomorfologie Het plangebied ligt ruim 1,5 kilometer ten oosten van de rivier de Maas. In het verleden heeft de Maas echter ook ter plaatse van het plangebied gestroomd, waarna het gebied door tektoniek omhoog is gekomen. 6
Volgens de Geologische Overzichtskaart van Nederland ligt in het plangebied dan ook rivierzand en -grind van de Maas aan het oppervlak. De Maasafzettingen bestaan uit enkele meters tot een tiental meters dikke pakketten grof zand en grind, afgedekt met (zandige) klei en worden tot de Formatie van Beegden gerekend.
7
Plaatselijk is er dekzand of stuifzand overheen afgezet (Formatie van Boxtel). Het landschap is sterk beïnvloed door de tektoniek en het klimaat. In het Kwartair (circa 1,81 miljoen jaar geleden – heden) zijn rivierterrassen van de Maas ontstaan. Door tektonische opheffing van het gebied sneed 3
5
de Maas zich steeds dieper in. Op relatief korte tijdschalen (10 – 10 jaren) is vooral de invloed van klimaatveranderingen belangrijk geweest. Door deze klimaatveranderingen trad een voortdurende afwisseling op tussen perioden met insnijding en accumulatie. Deze afwisseling leidde in combinatie met tektonische 8
opheffing tot het ontstaan van terrasniveaus in het Maasdal. Deze terrassen zijn in Zuid-Limburg sterk ontwikkeld. In dit deel van de Maasvallei zijn met name de jongere terrassen bewaard gebleven, die dateren uit de laatste ijstijd, het Weichselien (circa 115.000 – 11.755 jaar geleden). Ten westen van Roermond ligt de huidige rivierbedding van de Maas (afbeelding 2.1, code 2S6). De 9
laaggelegen rivierbedding van de Maas is ook goed zichtbaar op het Actueel Hoogtebestand van Nederland
5
De Mulder et al. 2003 en via www.nitg.tno.nl: Dinoloket, Standaarden, Lithostratigrafische Nomenclator van de ondiepe ondergrond.
6
NITG-TNO 2006.
7
De Mulder et al. 2003, 323.
8
Berendsen 2005, 12-13.
9
www.ahn.nl
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
7 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
(AHN) (afbeelding 2.2). Ten zuidwesten van het plangebied ligt het dal van de Roer, een zijrivier van de Maas. Circa 160 m ten oosten van het plangebied ligt een oude Maasgeul, het huidige dal van de Maasnielderbeek (afbeelding 2.2 en afbeelding 2.1, code 2R11 en 2R6). Deze oude Maasgeul dateert uit de relatief warme periode, het Allerød-interstadiaal (circa 12.745 – 13.675 jaar geleden)
10
en heeft het oudere terras waarop het
plangebied ligt geërodeerd..Tijdens hoge waterstanden zal op dit terras echter wel afzetting van overstromingsklei (“hoogvloedleem”) hebben plaatsgevonden. Aan het eind van de laatste ijstijd, in de Jonge Dryas (circa 12.745 – 11.755 jaar geleden), werd het klimaat zeer koud en droog. Uit de vaak geheel of gedeeltelijk droog liggende, brede en ondiepe rivierbeddingen van de vlechtende rivier kon verstuiving optreden, waarbij dekzand op de oudere rivierterrassen werd 11
neergelegd.
Dit zand is kalkloos, fijnkorrelig (150 – 210 m), goed afgerond, goed gesorteerd en arm aan
grind en wordt tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel gerekend.
12
Met name ten oosten
en zuiden van Roermond is dekzand afgezet. De rivierafzettingen in het plangebied zijn waarschijnlijk niet bedekt met dekzand, aangezien de bodemkaart vermeldt dat hier “oude rivierklei”aan het oppervlak ligt (zie onder). In het Holoceen (circa 11.755 jaar geleden tot heden) werd het klimaat warmer en vochtiger en is het landschap door geologische processen weinig veranderd. Het dekzand werd door de toenemende vegetatie vastgelegd en de beken sneden zich in. De beken volgden vaak de natuurlijke laagten, zoals de verlaten Maasgeulen. Een goed voorbeeld hiervan is de Maasnielderbeek, die circa 250 m ten oosten van het plangebied loopt.
10
Stiboka 1968, 31.
11
Berendsen 2004, 205.
12
Berendsen 2004, 190.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
8 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
LEGENDA 5E9
Maasterras
2R10 Geul van vlechtend afwateringsstelsel 2R11 Geul van meanderend afwateringsstelsel 2R6
Beekdalbodem zonder veen, hooggelegen
2S6
Rivierdalbodem, laaggelegen
Afbeelding 2.1: Ligging van het plangebied op de Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, aangegeven met het rode kader (Bron: www.archis2.archis.nl, het registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
9 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
LEGENDA Donkeroranje
> 34,0 m +NAP
Lichtoranje
28,0-34,0 m +NAP
Geel
24,4-25,0 m +NAP
Groen
22,4-24,4 m +NAP
Lichtblauw
19,0-22,4 m +NAP
Donkerblauw
16,6-19,0 m +NAP
Afbeelding 2.2: Ligging van het plangebied op het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN), aangegeven met het rode kader (Bron: www.ahn.nl).
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
10 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Bodem 13 Het plangebied is niet gekarteerd op de bodemkaart, omdat het binnen de bebouwde kom van Roermond ligt (afbeelding 2.3). Op basis van de landschappelijke ligging kan echter wel een uitspraak worden gedaan over het bodemtype. In de pleistocene, kleiige Maasafzettingen zijn in het algemeen radebrikgronden en daalbrikgronden ontwikkeld (afbeelding 2.3, code BKd25/26 en code BKh25/26). Ter plaatse van de oude Maasgeulen komen ooivaaggronden en poldervaaggronden voor (code KRd1, KRn1 en KRn2). Aangezien het plangebied op een Maasterras ligt, worden hier radebrikgronden en/of daalbrikgronden verwacht. Inspoeling van kleideeltjes (lutum) is een natuurlijk bodemvormend proces dat plaats vindt in leem- en 14
kleigronden.
Uit de bovengrond spoelen kleideeltjes uit (E-horizont). Dieper in de bodem spoelen deze
deeltjes weer in, waardoor een zogenaamde briklaag (Bt-horizont) ontstaat. De Bt-horizont is te herkennen aan de zwaardere textuur dan de bovenliggende laag als gevolg van de inspoeling van de kleideeltjes. Bodems met een Bt-horizont worden tot de brikgronden gerekend. Het verschil tussen radebrikgronden en daalbrikgronden is ontstaan door een verschillende grondwaterinvloed.
15
Bij daalbrikgronden reiken roest- en
reductievlekken tot in de briklaag. Bij radebrikgronden bevinden de eerste roest- en reductievlekken zich pas onder de briklaag. De brikgronden hebben een donker grijsbruine, 20-30 cm dikke bouwvoor (Ap-horizont) met daaronder een bruine tot donkerbruine bovengrond, waar kleideeltjes zijn uitgespoeld (E-horizont). Na een vrij scherpe overgang tussen 40-70 cm beneden maaiveld begint de iets donkerder gekleurde Bt-horizont 16
(inspoelingshorizont).
Naar beneden toe neemt het lutumgehalte geleidelijk af en gaat de briklaag meestal
geleidelijk over in de C-horizont. Op de bodemkaart zijn de rade- en daalbrikgronden nog onderverdeeld op basis van de textuur van de bovengrond. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen brikgronden in sterk zandige klei (code BKd25 en BKh25) en brikgronden in siltige, sterk zandige klei, waar het leemgehalte zeer hoog is in verhouding tot het lutumgehalte (code BKd26 en BKd25). Op
de
bodemkaart
staan
de
17
gemiddelde
grondwaterstanden
aangegeven
met
zogenaamde
grondwatertrappen. De brikgronden worden gekenmerkt door een lage grondwaterstand (grondwatertrap VII). Dit betekent dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand dieper dan 80 cm beneden maaiveld wordt aangetroffen en de gemiddeld laagste grondwaterstand dieper dan 120 cm beneden maaiveld.
13
Geraadpleegd op ARCHIS II, www.archis2.archis.nl, het registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
14
De Bakker/Schelling 1989, 36.
15
Stiboka 1972, 78-81.
16
Stiboka 1972, 78-81.
17
Stiboka 1968, 78.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
11 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
LEGENDA BKd25 Radebrikgronden in fijnzandige, sterk zandige oude rivierklei BKd26 Radebrikgronden in fijnzandige, siltige, sterk zandige oude rivierklei BKh25 Daalbrikgronden in fijnzandige, sterk zandige oude rivierklei BKh26 Daalbrikgronden in fijn zandige, siltige, sterk zandige oude rivierklei KRd1
Ooivaaggronden in sterk zandige oude rivierklei
KRn1
Poldervaaggronden in sterk zandige oude rivierklei
KRn2
Poldervaaggronden in zwak zandige oude rivierklei
Rd10A Kalkhoudende poldervaaggronden in sterk zandige jonge klei Rd10C Kalkloze poldervaaggronden in sterk zandige jonge klei (zie volgend pagina voor vervolg van de legenda)
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
12 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
vervolg LEGENDA bij afbeelding 2.3 Zb21
Vorstvaaggronden in leemarm en zwak lemig fijn zand
Y21
Holtpodzolgronden in leemarm en zwak lemig fijn zand
Y23
Holtpodzolgronden in lemig fijn zand
bEZ23
Hoge bruine enkeerdgronden in lemig fijn zand
ABv
Venige beekdalgronden
Afbeelding 2.3: Ligging van het plangebied op de Bodemkaart van Nederland 1:50.000, aangegeven met het rode kader (Bron: www.archis2.archis.nl, het registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
13 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
2.3
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Archeologische waarden in en rondom het plangebied In deze paragraaf is gekeken of binnen en rond het plangebied archeologische waarden bekend zijn. Hiervoor zijn de volgende bronnen binnen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, de voormalige RACM) geraadpleegd: het Centraal Archeologisch Archief (CAA) het Centraal Monumenten Archief (CMA) Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS II) Daarnaast zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Limburg Gemeentelijke archeologische beleids- en verwachtingskaart, gemeente Roermond gegevens van amateur archeologen Op de IKAW (Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden) van de RCE en op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Limburg is het plangebied niet gekarteerd. Op basis van de omliggende kaartdelen is het moeilijk om een archeologische verwachting voor het plangebied af te leiden. Net naast de niet gekarteerde oppervlakte geldt op de kaarten een lage verwachting omdat daar de oude (natte) Maasmeanders liggen. Dit is echter niet het geval voor het plangebied zelf, zoals te zien is op de uitsnede van het AHN (afbeelding 2.2). Op de gemeentelijke verwachtingskaart is te zien dat het plangebied zich bevindt binnen de bebouwde kom van Roermond en dat het een hoge archeologische verwachting heeft volgens het model van de Roermondse bebouwde kom. In de omgeving zijn verschillende archeologische vindplaatsen vastgesteld. Deze kaarten zijn indicatief en zullen voor het opstellen van een gespecificeerd verwachtingsmodel worden genuanceerd en gepreciseerd, aangezien uit deze kaarten niet blijkt wat de aard en ouderdom is van de te verwachten archeologische resten. Uit de archieven en ARCHIS II van de RCE blijkt dat in het onderzoeksgebied geen archeologische monumenten, waarnemingen en onderzoeksmeldingen aanwezig zijn (bijlage 2). Uit de directe omgeving (binnen een straal van 500 m) zijn zeven onderzoeksmeldingen, één monument en twee waarnemingen bekend.
In mei 2006 heeft ADC ArcheoProjecten een archeologische begeleiding uitgevoerd voor een
oppervlakte waarbinnen het huidige plangebied zich bevindt. Hierover is geen verdere informatie bekend bij Archis II (onderzoeksmelding 17193). Monumenten, waarnemingen en onderzoeksmeldingen binnen een straal van 500 m van het plangebied: Onderzoeksmelding 13768 Op circa 100 m ten noordoosten van het plangebied, aan de Brabantsestraat te Roermond, heeft Synthegra in april 2005 een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. Voor de locatie geldt een lage archeologische verwachting en ter plaatse is vastgesteld dat de bodem aanzienlijk verstoord was. Een vervolgonderzoek is niet geadviseerd.
18
18
Hensen 2005.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
14 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Onderzoeksmelding 4575 In juni 2006 heeft ADC ArcheoProjecten aan het Laurentiusplein te Roermond, op circa 150 m ten noordwesten van het plangebied, een booronderzoek uitgevoerd. De bodem bleek sterk verstoord waardoor geen vervolgonderzoek aanbevolen is. Onderzoeksmelding 14199 Op circa 260 m ten noordoosten van het plangebied, aan de Bredeweg te Roermond, heeft RAAP in december 2004 een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. Bij het veldwerk zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen en een vervolgonderzoek is dan ook niet geadviseerd. Onderzoeksmelding 8899 In januari 2005 heeft ADC ArcheoProjecten op circa 310 m ten noordwesten van het plangebied, aan Spoorlaan Noord te Roermond, een bureauonderzoek uitgevoerd voor het terrein. Voor het gebied geldt een lage archeologische verwachting en een vervolgonderzoek is niet geadviseerd. Onderzoeksmelding 8534 Op circa 480 m ten noordwesten van het plangebied, aan het Stationspark te Roermond, heeft RAAP in mei 2004 een archeologisch booronderzoek uitgevoerd. Ter plaatse zijn aardewerkscherven uit de late middeleeuwen gevonden die waarschijnlijk te maken hebben met de bemesting van de locatie. Daarnaast is ook verstoring van de bodem vastgesteld. Een archeologisch vervolgonderzoek is niet geadviseerd. Onderzoeksmelding 8527 In april 2004 heeft RAAP een archeologisch booronderzoek uitgevoerd op circa 437 m ten noordwesten van het plangebied, aan de Maria Theresialaan te Roermond. Tijdens het veldwerk zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen en een vervolgonderzoek is niet geadviseerd. Monumentnummer 16299 Op circa 220 m ten noordoosten van het plangebied bevindt zich de cluster oude bebouwing Noetboom. Clusters van oude bebouwing zijn gebieden van hoge archeologische waarde. Binnen deze cluster kunnen resten van laat middeleeuwse en vroeg moderne bewoning worden aangetroffen, alsook sporen van oudere e
bewoning. De grenzen van de cluster oude bebouwing Noetboom zijn bepaald aan de hand van 19 en vroeg e
20 eeuwse kaarten. Waarnemingsnummer 33756 Op circa 420 m ten noordoosten van het plangebied is in een artikel uit 1935 sprake van een onverharde weg uit de periode van de Romeinse tijd tot en met de nieuwe tijd.
19
Waarnemingsnummer 34520 Op circa 480 m ten noordwesten van het plangebied, ter hoogte van Spoorweg-emplacement, is een Frankische urn uit de vroege middeleeuwen gevonden. Door wie en wanneer deze is gevonden is niet bekend. De locale heemkunde kring, Rura, is via email benaderd en heeft op de vraag of bij hen nog informatie uit het plangebied bekend is (die niet bij de RCE zijn gemeld) tot op heden nog niet geantwoord.
19
Huysmans 1935
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
15 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
2.4
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Historische ontwikkeling Voor de historische ontwikkeling is historisch kaartmateriaal en relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd, dat in onderstaande paragraaf is weergegeven. Roermond kent een lange bewoningsgeschiedenis. In de Romeinse periode ontstond de stad als een e
nederzetting aan de rivier de Roer. In het verleden is hier een altaarsteen uit de 3 eeuw gevonden, opgedragen aan de godin Rura. De opvallende driehoekige vorm van de oude stadskern is te verklaren uit het feit dat het oude Roermond op 20
een uitsteeksel van het laagterras van de Maas ligt.
De naam Roermond (Ruregemunde) komt voor het
eerst voor in 1130. Deze verwijst waarschijnlijk naar de monding van de Roer. Een andere verklaring is de verwijzing naar een „munte‟, een (versterkte) heuvel, aan de Roer.
21
Op de Roermondse heuvel, de Buitenop,
e
werd in de 12 eeuw een kasteel gebouwd, de latere Voogdij. De oudste parochiekerk bevond zich hier. Aan de oostzijde van deze heuvel, aan de Roer, lag de oudste nederzetting die in de middeleeuwen werd bewoond door vissers. De graven van Gelre stelden hier een voogd aan om o.a. toe te zien op een geleidetol op de Maas.
22
e
Naast de dorpsnederzetting en De Voogdij moet tegen het eind van de 12 eeuw een kleine
handelsnederzetting tot stand zijn gekomen bij de monding van de Roer. e
Omstreeks de 13 eeuw breidde de stad naar het zuiden en oosten uit. Het oudste stadsgedeelte ligt bij de Swalmer en Neerstraat. Dit handelscentrum wordt gekenmerkt door een zeer dichte bebouwing en smalle straatjes. Roermond zou in 1213 door Keizer Otto IV (1198-1215) zijn verwoest en daarna opnieuw zijn aangelegd. Bij de heraanleg van de stad kwam het nieuwe marktplein tot stand. In het stratenpatroon werden grote rechthoekige kavels opgenomen, die plaats boden aan de vele kloostercomplexen die in Roermond verrezen.
23
De stad lag aanvankelijk aan de Roer. Rond 1342 werd de Maas, die enkele kilometers ten westen van Roermond liep, verlegd en langs de stad geleid.
24
In 1231 kreeg Roermond stadsrechten van graaf Otto II. Omstreeks 1350 werd Roermond de hoofdstad van e
e
het Overkwartier van Gelre. In de 16 en 17 eeuw viel Roermond onder Spaanse heerschappij, en in de 18
e
eeuw viel de stad in Franse handen. Het plangebied ligt ruim 400 m ten oosten van het spoor en circa 400 m ten noorden van de Koninginnelaan (N271). Op zowel het minuutplan uit begin 19 Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT)
26
e
25
eeuw (afbeelding 2.4)
als uit de gegevens van de
behorende bij het minuutplan blijkt dat het plangebied
onbebouwd is. Het plangebied ligt aan „Bussels Vaert‟ en is in gebruik als bouwland.
20
Renes 1999, 275.
21
Renes 1999, 276.
22
Rutte 2002, 85.
23
Steegh 1976, 106.
24
Renes 1999, 277.
25
www.watwaswaar.nl Roermond, Limburg, sectie B, blad 03. Minuutplans zijn de oorspronkelijke kadastrale kaarten die zijn vervaardigd vanaf 1811 en 1812 in navolging van de Fransen o.l.v. Napoleon Bonaparte. Het zijn grondbeschrijvingen (kadasters) van de gemeenten met hierop aangegeven de percelen, perceelnummers en gebouwen.
26
OAT = Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel. Dit is een register uit 1832 waarin diverse gegevens in vermeld staan die betrekking hebben op de betreffende percelen, zoals de eigenaar, beroep en woonplaats, alsmede het grondgebruik en de oppervlakte.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
16 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
e
Afbeelding 2.4: Ligging van het plangebied op het minuutplan uit begin 19 eeuw, aangegeven met het rode kader. (Bron: www.watwaswaar.nl).
Op de kaart uit 1838-1857 (afbeelding 2.5) ligt ten noordwesten van het plangebied een grote bebouwde kern. Dit is de oude kern van Roermond. De omgeving bestaat uit bouwland en wat boomgaarden met een netwerk van kleinere wegen. Het plangebied bestaat uit bouwland en er ligt geen bebouwing in. Ten oosten en zuidoosten van het plangebied ligt langs de wegen wel wat bebouwing. Op de kaart uit circa 1890 (afbeelding 2.6) is de kern van Roermond enorm uitgebreid. En er zijn grotere verbindingswegen ontstaan. Ten oosten, noordoosten en zuidoosten van het plangebied liggen kleinere concentraties bebouwing. Het plangebied zelf ligt in een landbouwgebied en er bevinden zich wat verhogingen in het landschap. In het plangebied ligt geen bebouwing. Op de kaart uit 1955-1965 (afbeelding 2.7) is de bebouwing ten westen van het plangebied en de kleinere concentraties bebouwing ten oosten, aan elkaar vastgegroeid. Roermond is enorm uitgebreid en er loopt een heel wegenpatroon door het bebouwde deel. Ten zuidwesten en noordoosten liggen twee aangelegde waterlopen. Ten oosten van het plangebied loopt een spoor en een onbebouwd geaccidenteerd Maasterras. Het plangebied ligt midden in een woonwijk en er lijkt iets van bebouwing in te liggen. Dit is echter op de kaart niet duidelijk te zien.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
17 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Afbeelding 2.5: Ligging van het plangebied op de kaart uit circa 1838-1857, aangegeven met het rode kader. (Bron: Wolters Noordhoff Atlasproducties 1990, Zuid-Nederland, blad 109).
Afbeelding 2.6: Ligging van het plangebied op de kaart uit ca. 1890, aangegeven met het rode kader (Bron: Uitgeverij Nieuwland 2005, Limburg, blad 746).
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
18 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Afbeelding 2.7: Ligging van het plangebied op de kaart uit ca. 1955-1965, aangegeven met het rode kader (Bron: Uitgeverij 12 Provinciën 2006/2007, blad 263).
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
19 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
2.5
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van bovenstaand bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld, waarvan de essentie is weergegeven in tabel 2.1. Op grond van de te verwachten afzettingen kunnen binnen het plangebied archeologische resten aanwezig zijn van het laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd. Op de IKAW (Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden) van de RCE en op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Limburg is het plangebied niet gekarteerd. Op basis van de omliggende kaartdelen is het moeilijk om een archeologische verwachting voor het plangebied af te leiden. Net naast de niet gekarteerde oppervlakte geldt op de kaarten een lage verwachting omdat daar de oude Maasmeanders liggen. Dit is echter niet het geval voor het plangebied zelf zoals te zien is op de uitsnede van het AHN (afbeelding 2.2). Op basis van de Archeologische verwachtingskaart van de gemeente Roermond kan wel een archeologische verwachting bepaald worden. Het plangebied bevindt zich in de bebouwde kom van Roermond en heeft een hoge archeologische verwachting voor de jongere perioden. De jager-verzamelaars uit het laat-paleolithicum en het mesolithicum zochten de hoger gelegen terreinen in het landschap op om daar te wonen, liefst in de nabijheid van water. Het plangebied bevindt zich op een Maasterras dat hoger ligt dan de omgeving met oude meanders van de Maas en de Roer en waar ook nu nog verschillende waterlopen aanwezig zijn. Het plangebied bevindt zich echter ook in de bebouwde kom van Roermond en was in een recent verleden bebouwd, waardoor de bodem mogelijk verstoord is. De archeologische verwachting voor vuursteenvindplaatsen is daarom laag. Met de introductie van landbouw en veeteelt vanaf het neolithicum worden jagen en verzamelen steeds minder belangrijk, totdat ze uiteindelijk grotendeels vervangen zijn. De mensen bouwen permanente nederzettingen. Dit gebeurt nog steeds op de hoger gelegen gronden, waar ook de landbouwactiviteiten ontwikkeld worden. Voor veeteelt worden de lager gelegen terreinen in gebruik genomen, die een ideale locatie vormen om het vee te laten grazen. Het plangebied ligt op een hoge plaats, in de buurt van lagere gebieden. Echter door de veronderstelde bodemverstoring zullen van eventuele vindplaatsen alleen de diepere sporen bewaard zijn gebleven. Om deze reden geldt voor de periode neolithicum tot en met vroege middeleeuwen een middelhoge archeologische verwachting. Vanaf de late middeleeuwen ontwikkelen de nederzettingen zich vooral rond kruispunten van wegen en waterlopen in plaats van in functie van het landschap (hoog en droog). De bevolking gaat zich concentreren binnen deze nederzettingen. Hierdoor groeit het landbouwareaal om te kunnen voldoen aan de stijgende vraag naar voedsel. Binnen het landbouwareaal komen sporadisch boerderijen voor. Het plangebied bevindt zich binnen de historische binnenstad van Roermond, maar op het historische kaartmateriaal is te zien dat de e
locatie tot in de 19 eeuw onbebouwd is gebleven. De verwachting voor archeologische resten uit de periode van de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd is daarom laag.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
20 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Periode
Verwachting
Verwachte kenmerken vindplaats
Diepteligging sporen
laat-
laag
Bewoningssporen, tijdelijke
paleolithicum –
kampementen: vuursteen artefacten,
mesolithicum
haardkuilen
neolithicum –
middelhoog
Nederzetting: cultuurlaag, fragmenten
vroege
aardewerk, natuursteen,
middeleeuwen
gebruiksvoorwerpen
late
laag
Nederzetting: cultuurlaag, fragmenten
middeleeuwen –
aardewerk, natuursteen,
nieuwe tijd
gebruiksvoorwerpen
vanaf maaiveld
vanaf maaiveld
vanaf maaiveld
Tabel 2.1: Archeologische verwachting per periode.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
21 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
3
Inventariserend Veldonderzoek
3.1
Methode Op basis van het gespecificeerde verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek is aan de hand van de Leidraad Inventariserend Veldonderzoek minste
20
boringen
per
hectare
27
een karterend booronderzoek met een boordichtheid van ten
uitgevoerd.
Hiermee
is
het
onderzoek
verkennend
voor
vuursteenvindplaatsen uit het paleolithicum en mesolithicum en karterend voor nederzettingsresten uit de latere perioden. Vanwege het geringe oppervlak en de terreinomstandigheden (bebouwing, verhardingen, begroeiing etc.) zijn de boringen zo gelijkmatig mogelijk over het plangebied verdeeld. De exacte boorlocaties zijn ingemeten met een meetlint. Er is geboord met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm. De boringen zijn uitgevoerd tot maximaal 2 m beneden het maaiveld. Het opgeboorde sediment is gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 x 4 mm en/of verbrokkeld en versneden en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. De boringen zijn lithologisch beschreven conform de NEN 5104
3.2
28
en bodemkundig
29
geïnterpreteerd.
Beschrijving en interpretatie van de boorgegevens De locaties van de boringen staan in bijlage 3 en de boorprofielen in bijlage 4. De bebouwing op het terrein is in een recent verleden afgebroken en het plangebied ligt braak. Door de afbraakwerken is het terrein 30
gedeeltelijk afgegraven. De hoogte van het maaiveld bedraagt circa 27,6 m +NAP.
Binnen het plangebied worden rivierafzettingen van de Maas verwacht. Deze behoren tot de Formatie van Beegden. Bovenop de zandige rivierafzettingen ligt overstromingsklei van het naastgelegen terras uit het Allerød. De ondergrond bestaat uit sterk siltig zand met een dek van sterk zandige klei. In boringen 1, 2 en 5 is de ondergelegen zand niet aangetroffen. Het kleidek is hier minimaal resp. 240, 75 en 45 cm dik. In boring 3 bedraagt de dikte van het kleidek 85 cm, en in boring 4 ligt de klei aan het oppervlak en is 60 cm dik. Onderin boringen 3 en 4 is matig grof sterk siltig zand aangetroffen met een minimale dikte van resp. 50 en 80 cm. Beide afzettingen zijn geïnterpreteerd als rivierafzettingen, waarbij de klei is afgezet tijdens overstromingen vanuit het lager gelegen terras aan de westkant. In alle boringen behalve boring 4 is een recent ophoogpakket aangetroffen met een dikte van 15-70 cm. Het bestaat uit matig fijn sterk tot zwak siltig en bevat puin zoals fragmenten recente baksteen, stukjes steenkool, houtskoolspikkels en metselpuin. Daaronder is in boringen 1, 2 en 3 een geroerde laag aangetroffen tot circa 70-210 cm diep die bestaat uit een vermenging van de bovenliggende opgebrachte laag en de onderliggende C-horizont. In boring 4 is geen ophoogpakket aangetroffen, hier ligt de geroerde laag, in dit geval het volledige kleidek, direct aan het oppervlak. In alle boringen is onder deze lagen de C-horizont aangeboord, waarin geen briklaag is aangetroffen. De natuurlijke brikgronden zijn verstoord.
27
SIKB 2006.
28
NEN 5104 1989.
29
De Bakker/Schelling 1989.
30
www.ahn.nl
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
22 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
3.3
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Archeologische indicatoren Bij de controle van het opgeboorde bodemmateriaal zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. In boring 3 is sprake van een fragment aardewerk in het ophoogpakket, maar dit is van recente aard.
3.4
Archeologische interpretatie De natuurlijke brikgrond is in het hele plangebied afwezig door graafwerkzaamheden. De bodem is ongeveer tot 70-210 cm verstoord. Dit betekent dat vuursteenvindplaatsen, die voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen bestaan, niet meer in situ liggen. De lage verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het laatpaleolithicum en mesolithicum blijft dan ook behouden. De middelhoge verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum - Vroege Middeleeuwen kan naar laag worden bijgesteld. Uit deze periode kunnen sporen aanwezig zijn, die dieper kunnen reiken dan 70 cm, maar bij de controle van het opgeboorde materiaal zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. De lage verwachting voor resten uit de Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd kan gehandhaafd blijven.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
23 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
4
Conclusies en aanbevelingen
4.1
Inleiding Het doel van een archeologisch bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Voor het plangebied geldt een lage verwachting voor zowel vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum als voor nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de late middeleeuwen. Het doel van het inventariserend veldonderzoek was om deze verwachting te toetsen.
4.2
Conclusies / beantwoording onderzoeksvragen Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact? Binnen het plangebied zijn onderaan in de boringen rivierafzettingen van de Maas aangetroffen die behoren tot de Formatie van Beegden. In alle boringen is een recente ophogingspakket aangetroffen met een maximale dikte van 70 cm. Hieronder ligt een kleidek dat sterk verstoord is. Deze lagen verschillen in kleur van geel-bruin tot donkergrijs-bruin en bevatten puin zoals fragmenten recente baksteen, stukjes steenkool, houtskoolspikkels en metselpuin. Daaronder is in boringen 1, 2 en 3 een geroerde laag aangetroffen tot circa 70-210 cm diep die bestaat uit een vermenging van de bovenliggende, opgebrachte laag en de onderliggende C-horizont. De natuurlijke brikgronden zijn niet aangetroffen. In alle boringen is onder deze lagen de C-horizont aangeboord. Deze bestaat uit sterk siltig matig grof zand met een dek van sterk zandige klei (Formatie van Beegden). Zijn in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig? In geen van de boringen zijn indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats onder het verstoorde pakket. De kans dat binnen het plangebied een archeologische vindplaats aanwezig is, wordt daarom klein geacht. Op grond van de beantwoording van de bovenstaande vraag zijn de twee onderstaande onderzoeksvragen niet meer van toepassing. Wat is te zeggen over de horizontale en verticale verspreiding van de archeologische waarden? Wat is de vermoedelijke aard en datering van de archeologische resten? In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische resten bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied? Het plangebied is dermate verstoord dat binnen het plangebied geen archeologische resten in situ verwacht worden, waardoor ook geen archeologische resten worden bedreigd door de voorgenomen ontwikkeling van het gebied. De lage archeologische verwachting uit het bureauonderzoek voor zowel vuursteenvindplaatsen uit het laatpaleolithicum en mesolithicum als nederzettingssporen uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd blijft op grond van de resultaten van het veldonderzoek laag.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
24 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
4.3
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Aanbevelingen Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor het plangebied geen vervolgonderzoek geadviseerd. Het plangebied is over het hele terrein verstoord tot circa 70-210 cm beneden het maaiveld en nergens zijn archeologische indicatoren aangetroffen. Archeologische vindplaatsen worden niet ter plaatse verwacht. Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit selectieadvies nog niet betekent dat al bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Roermond), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra wil de opdrachtgever er daarom op wijzen, dat mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen dan geldt conform artikel 53 van de gewijzigde Wet op de Archeologische Monumentenzorg
31
een meldingsplicht bij de minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of ons inziens het door hem vertegenwoordigd bevoegd gezag, de gemeente Roermond.
31
WAMZ 2007.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
25 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Literatuur en kaarten Literatuur Bakker de, H en J. Schelling, 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Staring Centrum, Wageningen. Berendsen, H.J.A., 2004: De vorming van het land. Van Gorcum, Assen. Berendsen, H.J.A., 2005: Landschappelijk Nederland. Van Gorcum, Assen. Hensen, G., Heideman, M. en Janssens M., 2005: Inventariserend Veldonderzoek (IVO), Brabantsestraat te Roermond. Synthegra Rapport 175082. Weert. Huysmans. J. 1935 De kapel in ‟t Zand te Roermond, 1435-1935, De Maasgouw 55. Mulder de, E.F.J., M.C. Geluk, I.L. Ritsema, W.E. Westerhoff en T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen/Houten NEN 5104 (Nederlands Normalisatie-instituut), 1989: Geotechniek - Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft. Provincie Limburg (P. van der Gaauw), 2008, Provinciale archeologische aandachtsgebieden. Archeologisch selectiedocument, Maastricht. Renes, J., 1999: Landschappen van Maas en Peel. Een historisch-geografisch onderzoek in het streekplangebied Noord- en Midden-Limburg, Leeuwarden (Maaslandse Monografieën 9). Rutte, R., 2002: Stedenpolitiek en stadsplanning in de lage landen, Zutphen. Steegh, A., 1976: Kleine monumentenatlas van Nederland, Zutphen. Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer , 2006a: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1. SIKB, Gouda. Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, 2006b: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (aanvulling op de KNA 3.1). SIKB, Gouda. Stiboka (Stichting voor Bodemkartering), 1968: Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000, toelichting bij kaartblad 58 Oost Roermond. Wageningen. Stiboka (Stichting voor Bodemkartering), 1972: Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000, toelichting bij de kaartbladen 57 Oost Valkenswaard en 58 West Roermond. Wageningen.
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
26 van 27
Project
: Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek d.m.v. boringen, Koningin Regentesselaan te Roermond
Kenmerk
: EVDV/UIT/SAD/S090224
Kaarten NITG-TNO, 2006: Geologische overzichtskaart van Nederland 1:600.000 (http://dinoloket.nitg.tno.nl) Uitgeverij Nieuwland, 2005, Grote Historische Atlas van Limburg, ca. 1890, schaal 1:25.000, Tilburg. Uitgeverij 12 Provinciën, 2006/2007: Atlas van Topografische kaarten. Nederland 1955-1965, schaal 1:50.000, Landsmeer. Wolters Noordhoff Atlasproducties, 1990: Grote Historische Atlas van Nederland; 4. Zuid-Nederland 1838– 1857, schaal 1:50.000, Groningen.
Internet www.archis2.archis.nl www.ahn.nl www.nitg.tno.nl www.roermond.nl www.watwaswaar.nl
© Synthegra bv, Kerkhofstraat 21, NL-5554 HG Valkenswaard
27 van 27
Bijlagen:
1-
Overzicht van relevante geologische en archeologische tijdvakken
Overzicht geologische en archeologische tijdvakken
Ouderdom in jaren
Chronostratigrafie
MIS
Holoceen 11.755 12.745 13.675 14.025
LaatWeichselien (LaatGlaciaal)
15.700
1 Late Dryas (koud) Allerød (warm) Vroege Dryas (koud) Bølling (warm)
Lithostratigrafie Formaties: Naaldwijk (marien), Nieuwkoop (veen), Echteld (fluviatiel)
2
LaatPleniglaciaal 29.000
50.000
MiddenWeichselien (Pleniglaciaal)
MiddenPleniglaciaal VroegPleniglaciaal
3
Formatie van Kreftenheye
Formatie van Boxtel
4
75.000
VroegWeichselien (VroegGlaciaal) 115.000 130.000
370.000 410.000
5a 5c 5d
Eemien (warme periode)
5e
Saalien (ijstijd)
6
Holsteinien (warme periode)
Formatie van Beegden
5b
Eem Formatie Formatie van Drente Formatie van Urk
Elsterien (ijstijd) 475.000
Cromerien (warme periode) 850.000
Pre-Cromerien 2.600.000
Formatie van Sterksel
Formatie van Peelo
Cal. jaren v/n Chr. 1950
14
C jaren
Chronostratigrafie
Pollen zones
0
Vb2
1500
Subatlanticum koeler vochtiger
450 0 12
Vb1 Va
Vegetatie Loofbos eik en hazelaar overheersen haagbeuk veel cultuurplanten rogge, boekweit, korenbloem
Archeologische perioden Nieuwe tijd Middeleeuwen Romeinse tijd IJzertijd
800 815
2650
IVb Subboreaal koeler droger
2000
3755
IVa
5000
4900
5300
7020
8240
III
Boreaal warmer
II
Preboreaal warmer
I
8000
9000
8800 11.755
Atlanticum warm vochtig
10.150
12.745
10.800
13.675
11.800
14.025
12.000
15.700
13.000
LaatWeichselien (LaatGlaciaal)
Late Dryas
LW III
Allerød
LW II
Vroege Dryas LW I Bølling
35.000
Loofbos eik en hazelaar overheersen beuk>1% invloed landbouw (granen)
Bronstijd
Neolithicum
Loofbos eik, els en hazelaar overheersen in zuiden speelt linde een grote rol den overheerst hazelaar, eik, iep, linde, es eerst berk en later den overheersend
Mesolithicum
parklandschap dennen- en berkenbossen open parklandschap open vegetatie met kruiden en berkenbomen
MiddenWeichselien (Pleniglaciaal)
perioden met een poolwoestijn en perioden met een toendra
VroegWeichselien (VroegGlaciaal)
perioden met bos en perioden met een subarctisch open landschap
Laat-Paleolithicum
75.000
115.000 130.000
Eemien (warme periode)
Midden-Paleolithicum loofbos
Saalien (ijstijd) 300.000
Vroeg-Paleolithicum Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulder et al. (2003). Lithostratigrafie volgens De Mulder et al. (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al. (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al. (1998). Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen. Archeologische periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005).
2-
Combinatiekaart IKAW, AMK en ARCHIS waarnemingen
28748 30078 21272 10765 2333IKAW, Combinatiekaart 12279 Regentesselaan te Roermond 10764 21273 18920 16306 17072 721 3774 3775 3588 12095 25523 24983 28099 2830
15901 22158 1897226726
Neolithicum
16304 17527
38537 52421
Bronstijd 400781 8534
1733
Vondsten per periode
29403
IJzertijd Romeinse tijd
9359 22265 30767
21276
8439 34308
1348
356000
AMK en ARCHIS-waarnemingen
14726 10702
Legenda
6738
Vroege Middeleeuwen
646 722
Middeleeuwen
8527
Late Middeleeuwen
33403 29509
34520
8842
Nieuwe tijd
2128831028
Datering onbekend
33756
4575
onderzoeksmeldingen 8899 45363
Archeologisch monument + monumentnummer
14199 16299
13768
Terrein van archeologische betekenis
10556
Terrein van archeologische waarde Terrein van hoge archeologische waarde 17193
Terrein van zeer hoge archeologische waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd
archeologische verwachting trefkans hoog (water) middelhoog (water)
33779
laag (water) water hoog 10372
middelhoog
355000
laag zeer laag
23533 27078
niet gekarteerd onbekend
34497
begrenzing plangebied
16298
S090224_IKAW_Combi_11022009_JH_1.0
17114
3002 0
250 197000
Meter 500
10224
8524 198000
3-
Boorpuntenkaart
Boorpuntenkaart Regentesselaan te Roermond schaal: 1:1000
Legenda
Boorpunt
Plangebied l Gu
355700
S090224 BO-IVO-K__06072009_JH_1.0
t e rs ic k
t raa
icke Gul at rs t ra
5 4
g in n in Ko e ss nte ge Re
3
laa n
355600
2
0
25
50
197700
1
Meter 100
197800
197900
4-
Boorprofielen
Boring: 0
1
Boring: 0
-25
50
-70
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, matig grindig, matig baksteenhoudend, resten stenen, matig metselpuinhoudend, zwak houtskoolhoudend, geelbruin, Edelmanboor, ophoog, gevlekt Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, matig grindig, matig baksteenhoudend, resten stenen, matig metselpuinhoudend, matig houtskoolhoudend, donkergrijs-bruin, Edelmanboor, ophoog, gevlekt Klei, sterk zandig, zwak grindig, matig baksteenhoudend, matig metselpuinhoudend, matig houtskoolhoudend, bruin-donkergrijs, Edelmanboor, geroerde laag (ophoog en C-horizont)
100
0
50
2 0
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, matig grindig, matig baksteenhoudend, matig sintelhoudend, zwak metselpuinhoudend, geelbruin, Edelmanboor, ophoog, gevlekt
-55
-70
Klei, sterk zandig, matig humeus, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, zwak sintelhoudend, donkergrijs-bruin, Edelmanboor, geroerd, gevlekt Klei, sterk zandig, bruin, Edelmanboor, C-horizont
100
-120
-140
Klei, sterk zandig, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, zwak metaalhoudend, matig sintelhoudend, bruin, Edelmanboor, geroerd
150
200 -210
Klei, sterk zandig, zwak baksteenhoudend, zwak metaalhoudend, zwak sintelhoudend, bruin, Edelmanboor, C-hor met 1e 20 cm ingespoeld materiaal 250
300
-330
Projectcode: S090224
Datum: 29-06-2009
Boring: 0
3
Boring: 0
-15
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak baksteenhoudend, sterk kalksteenhoudend, bruin, Edelmanboor, ophoog Klei, sterk zandig, resten aardewerk, matig baksteenhoudend, matig kalksteenhoudend, sterk sintelhoudend, zwartgrijs-bruin, Edelmanboor, ophoog, gevlekt
50
0
4 0
Klei, sterk zandig, matig humeus, zwak grindig, matig baksteenhoudend, zwak houtskoolhoudend, matig sintelhoudend, sterk kalksteenhoudend, grijsbruin, Edelmanboor, ophoog
50 -60
Zand, matig fijn, sterk siltig, matig humeus, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, zwak sintelhoudend, zwak kalkhoudend, geelbruin, Edelmanboor, ophoog, gevlekt
-90
100
-100
Klei, sterk zandig, donkergrijs-bruin, Edelmanboor, geroerd, gevlekt
100
-105
Zand, matig grof, sterk siltig, bruin, Edelmanboor, C-horizont
Zand, matig grof, sterk siltig, bruin, Edelmanboor, C-horizont
-140
150
-150
Projectcode: S090224
Datum: 29-06-2009
Boring: 0
50
5 0
Zand, matig grof, sterk siltig, matig humeus, zwak grindig, zwak baksteenhoudend, matig kalkhoudend, zwak sintelhoudend, donkergrijs-bruin, Edelmanboor, ophoog
-55
Klei, sterk zandig, bruin, Edelmanboor, C-horizont
100
-100
Projectcode: S090224
Datum: 29-06-2009
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water