Archeologische Rapporten Oranjewoud 2011/94 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (karterende boringen) Leidse Schans, Leiden projectnr. 237826 revisie 03 14 maart 2012
auteurs L. van der Haar P.C.Teekens
Opdrachtgever
VORM Ontwikkeling BV Postbus 16 3350 AA Papendrecht
datum vrijgave 16-08-2011 24-10-2011 27-02-2012 07-03-2012 14-03-2012
beschrijving revisie revisie 00 (bureauonderzoek) revisie 00 (veldonderzoek) revisie 01 revisie 02 (n.a.v. reactie bevoegd gezag) revisie 03
goedkeuring L. van der Haar P.C.Teekens P.C.Teekens P.C.Teekens
vrijgave G. Sophie I. Vossen
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Colofon Titel: Auteurs:
Archeologische Rapporten Oranjewoud 2011/94. Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (karterende boringen) Leidse Schans, Leiden L. van der Haar, P.C.Teekens
ISSN: 1570-6273 © Oranjewoud B.V. Postbus 24 8440 AA Heerenveen Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ingenieursbureau Oranjewoud bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt, door een derde of voor enig ander werk of doel dan waarvoor het is vervaardigd. Disclaimer Archeologisch vooronderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren d.m.v. boringen, proefsleuven en/of veldkartering. Hoewel Ingenieursbureau Oranjewoud bv de grootste zorgvuldigheid betracht bij het uitvoeren van het archeologisch onderzoek, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de situatie af te geven op basis van de resultaten van een archeologisch vooronderzoek. Oranjewoud aanvaardt derhalve op generlei wijze aansprakelijkheid voor schade welke voortvloeit uit beslissingen genomen op basis van de resultaten van archeologisch (voor)onderzoek.
blad 2 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Inhoud
blz.
Administratieve gegevens.......................................................................................................4 Samenvatting .........................................................................................................................5 1 Inleiding .................................................................................................................................7 2 Bureauonderzoek...................................................................................................................9 2.1 Beschrijving onderzoekslocatie...............................................................................................9 2.1.1 Begrenzing onderzoeks- en plangebied...................................................................................9 2.1.2 Huidig en toekomstig gebruik .................................................................................................9 2.1.3 Landschappelijke situatie......................................................................................................10 2.1.4 Historische situatie en mogelijke verstoringen ......................................................................11 2.2 Bekende waarden.................................................................................................................16 2.2.1 Archeologische waarden.......................................................................................................16 2.2.2 Ondergrondse bouwhistorische waarden..............................................................................17 2.3 Archeologische verwachting .................................................................................................17 2.3.1 Bestaande verwachtingskaarten ...........................................................................................17 2.3.2 Aanvullende gegevens naar aanleiding van beoordeling bevoegd gezag maart 2012 .............18 2.3.3 Gespecificeerde archeologische verwachting........................................................................19 2.4 Conclusies en advies voor vervolgonderzoek.........................................................................20 3 Veldonderzoek .....................................................................................................................21 3.1 Doel- en vraagstelling ...........................................................................................................21 3.2 Onderzoeksopzet en werkwijze ............................................................................................21 3.3 Resultaten............................................................................................................................22 3.3.1 Bodemopbouw.....................................................................................................................22 3.3.2 Archeologie..........................................................................................................................24 3.3.3 Herinterpretatie aangetroffen bodemopbouw en archeologie ..............................................25 4 Conclusie en advies ..............................................................................................................27 4.1 Conclusies ............................................................................................................................27 4.2 (Selectie)advies ....................................................................................................................28 Literatuur en geraadpleegde bronnen...................................................................................................29 1 2 3a 3b 4
Bijlagen Archeologische perioden AMZ-cyclus AMK-terreinen uit ARCHIS Archeologische waarnemingen uit ARCHIS Boorbeschrijvingen
Kaarten 237826-ARCHIS 237826-S1 237826-S2 237826-S3 237826-S4 237826-A
IKAW, AMK-terreinen, Waarnemingen en Onderzoeken uit ARCHIS Situatiekaart met locatie boringen Situatie met verstoringsdiepten Situatie met (diepte)ligging archeologische indicatoren/lagen Situatie met bodemopbouw Aangepaste verwachtings- en aanbevelingskaart
blad 3 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Administratieve gegevens OW Projectnummer OM-nummer Provincie Gemeente Plaats Toponiem
237826 47689 Zuid-Holland Leiden Leiden Lammenschanspark / Leidse Schans
Kaartblad 30H Coördinaten 93652/462167 93868/462283 93889/462081 93721/462000 Kadaster Gemeente Leiden, sectie O, nrs 4442 & 4440 Opdrachtgever Uitvoerder Datum uitvoering Projectteam
VORM Ontwikkeling BV Oranjewoud juli 2011 G. Sophie (senior KNA-archeoloog en projectleider) I. Vossen (senior KNA-archeoloog) P.C.Teekens (KNA-archeoloog) L. van der Haar (archeoloog)
Bevoegd gezag gemeente Leiden Adviseur Mevr. C. Brandenburgh (senior adviseur archeologie, gemeente Leiden) Beheer documentatie Oranjewoud Almere Vondstdepot -
Afbeelding 1 Locatie plangebied (rood gestippeld) (Topografische Kaart 1:25.000 (niet op schaal), © Topografische Dienst Kadaster, Emmen)
blad 4 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Samenvatting In opdracht van VORM-ontwikkeling en Ballast Nedam zal in het voormalige Lammenschanspark (tegenwoordig Leidse Schans) te Leiden een studentencampus van 2000 studentenwoningen met aanvullend programma worden gerealiseerd. Bij de hiermee gepaard gaande werkzaamheden kunnen eventueel in de bodem aanwezige archeologische resten beschadigd en/of vernietigd raken. Derhalve is het noodzakelijk om in een vroeg stadium een archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Een vooronderzoek bestaat doorgaans uit een bureauonderzoek in combinatie met een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen. Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over de eventuele archeologische resten binnen de grenzen van het plangebied, evenals het in kaart brengen van de historische situatie en subrecente verstoringen. Dit resulteert in een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel (een gedetailleerde uitwerking van de bestaande indicatieve waardenkaarten). Dit verwachtingsmodel zal in het veld worden getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek met boringen. Een inventariserend veldonderzoek heeft als doel het in kaart brengen van eventuele verstoringen binnen het plangebied, het verkrijgen van inzicht in de bodemopbouw en het bepalen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen. Op basis van het bureauonderzoek luidde de verwachting dat binnen het plangebied mogelijk archeologische waarden uit de bronstijd, ijzertijd, romeinse tijd en met name de middeleeuwen (en nieuwe tijd) aanwezig zouden zijn die zich manifesteren door (met name) een duidelijk herkenbare vondstlaag. Tevens werd verwacht dat de bodem van het plangebied tot op grote diepte verstoord is door de bouw van de huidige gebouwen alsmede kabels en leidingen binnen het plangebied, maar dat de overige delen nog (deels) intact aanwezig zouden kunnen zijn. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek én informatie die ter beschikking is gekomen na de uitvoering van het bureau- en veldonderzoek, kan de aangetroffen bodemopbouw binnen het plangebied als volgt worden geïnterpreteerd. Het binnen het plangebied aanwezige zand- en kleipakket in de bovengrond (tot 1,5 à 2,0 m - mv) kan worden geïnterpreteerd als een (sub)recent ophogingspakket (in ieder geval 19e eeuws). Het hieronder aanwezige kleipakket kan worden geïnterpreteerd als het oude maaiveld, dat gedurende de (late) middeleeuwen mogelijk enige tijd open heeft gelegen; dit verklaard de aanwezigheid van baksteenresten uit die periode. Het is ook mogelijk dat dit pakket een laat middeleeuwse ophogingslaag is, zoals onderzoeken in de directe omgeving suggereren. Ook de afwezigheid van archeologische indicatoren anders dan baksteenresten en wat houtskool, lijkt erop te wijzen dat het hier niet om een archeologische niveau gaat. Immers, dan zou men (meer) aardewerk, houtskool en fosfaat verwachten. (Selectie)advies Op basis van het bureau- en veldonderzoek wordt geadviseerd om het plangebied (in ieder geval tot 2,0 m - mv) vrij te geven voor wat betreft archeologie (ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling). Dit in overeenstemming het advies van het bevoegde gezag,1 in dezen mevr. Brandenburgh van de gemeente Leiden. Immers, de voorgenomen bodemverstorende graafwerkzaamheden voor de funderingen zullen niet dieper reiken dan circa 0,7 m - mv, en aangezien de onverstoorde ondergrond zich in ieder geval dieper dan 2,0 m - mv bevindt, wordt een eventuele kansrijke zone binnen het plangebied niet bereikt. Tenslotte: een deel van de bodemverstorende werkzaamheden zal bestaan uit heien. Ons inziens zal de hierdoor veroorzaakte bodemverstoring minimaal zijn, en zal dientengevolge niet of nauwelijks effect hebben op eventueel in de diepere ondergrond aanwezige archeologische resten.
1
D.d. 2 maart 2012. blad 5 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon 0334227682). Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook. Het bureauonderzoek en veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Almere, oktober 2011/maart 2012
blad 6 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
1
Inleiding In opdracht van VORM-ontwikkeling en Ballast Nedam zal in het voormalige Lammenschanspark (tegenwoordig Leidse Schans) te Leiden een studentencampus van 1800 studentenwoningen met aanvullend programma worden gerealiseerd. Bij de hiermee gepaard gaande werkzaamheden kunnen eventueel in de bodem aanwezige archeologische resten beschadigd en/of vernietigd raken. Derhalve is het noodzakelijk om in een vroeg stadium een archeologisch vooronderzoek uit te voeren. Een vooronderzoek bestaat doorgaans uit een bureauonderzoek in combinatie met een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen. Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over de eventuele archeologische resten binnen de grenzen van het plangebied, evenals het in kaart brengen van de historische situatie en subrecente verstoringen. Dit resulteert in een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel (een gedetailleerde uitwerking van de bestaande indicatieve waardenkaarten). Dit verwachtingsmodel zal in het veld worden getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek met boringen. Een inventariserend veldonderzoek heeft als doel het in kaart brengen van eventuele verstoringen binnen het plangebied, het verkrijgen van inzicht in de bodemopbouw en het bepalen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen. Het bureauonderzoek en veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2.
blad 7 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
blad 8 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
2
Bureauonderzoek Het doel van het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Waar kunnen we wat verwachten? Voor het opstellen van een dergelijke verwachting wordt gebruik gemaakt van reeds bekende archeologische waarnemingen, historische kaarten, bodemkundige gegevens en informatie over de landschappelijke situatie. Een gespecificeerde verwachting gaat in op de mogelijke aanwezigheid, het karakter, de omvang, datering en eventuele (mate van) verstoring van archeologische waarden binnen het plangebied.
2.1 2.1.1
Beschrijving onderzoekslocatie Begrenzing onderzoeks- en plangebied Het plangebied ligt aan de zuidrand van de bebouwde kom van Leiden, globaal gezien tussen de Lammenschansweg, het Rijn-Schiekanaal en het spoor Leiden - Utrecht (zie ook afbeelding 2). Het plangebied is onderdeel van het Lammenschanspark en heeft een oppervlakte van 45.132 m².
Afbeelding 2. Uitsnede uit een satellietfoto met daarop het plangebied (rood gestippeld). (Bron: maps.google.nl)
2.1.2
Huidig en toekomstig gebruik Huidig gebruik plangebied Momenteel is het plangebied deels bebouwd en deels onbebouwd: er bevinden zich acht gebouwen binnen de contouren van het plangebied (voormalige schoolgebouw- en bedrijfspanden), evenals infrastructuur (waaronder kabels en leidingen) en verharding. Aan de zuidelijke rand is een groenstrook aanwezig.
blad 9 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Consequenties toekomstig gebruik In het gehele noordelijke terreindeel wordt nieuwbouw gerealiseerd. De hiermee gepaard gaande werkzaamheden (onder meer het onderheien van de gebouwen) kunnen eventueel in de bodem aanwezige archeologische resten beschadigen en/of vernietigen.
2.1.3
Landschappelijke situatie De ondergrond van Leiden bestaat uit pleistocene afzettingen, gelegen op een diepte van 12 tot 14 m NAP. 2 Daar bovenop liggen holocene afzettingen: veen- en mariene zand- en kleipakketten, evenals fluviatiele klei- en zandafzettingen aan weerszijden van de Oude Rijn. In West-Nederland werd de sedimentatie direct of indirect beïnvloed door de zeespiegelstijging. In de loop van het holoceen werd voor de kust een rij strandwallen gevormd, waardoor het achterland grotendeels werd afgeschermd van de zee. In het Hollandse getijdenbekken achter de kustbarrière ontstonden afzettingen van zand en klei (Wormer-laagpakket, Formatie van Naaldwijk). Verder landinwaarts kon als gevolg van de zeespiegelstijging veenvorming optreden; dit staat bekend als basisveen (of de Nieuwkoop-formatie). Alleen via de mondingen van rivieren, zoals bij de Oude Rijn, bleef de zee toegang tot het achterland houden. Naarmate de mondingen dichtslibden en de zeespiegel bleef stijgen, verzoette het milieu gaandeweg en ontstond een dik veenpakket, het Hollandveen-Laagpakket. In perioden van grote zeeactiviteit werden vanuit de zeegaten soms delen van het veen geërodeerd en vond opnieuw afzetting van klei en zand plaats (transgressiefasen). Landinwaarts had de Oude Rijn de meeste invloed op de vorming van het landschap. De invloed van de Oude Rijn begon rond 4400 voor Chr., waarbij de bedding van de rivier zich regelmatig verlegde en aan weerszijden van de actieve geul oever- en komafzettingen (klei en zand) werden achtergelaten. Ook ontstonden in het lage achterland achter de oeverwallen kreek- en geulsystemen. De oeverafzettingen langs deze kreken en geulen lagen relatief hoog in het landschap. Deze hoger gelegen gebieden vormden in het verleden een geschikte plaats voor bewoning. Het plangebied is gelegen in een gebied met kreek- en geulafzettingen: er is sprake van een hogere rug van rivierafzettingen langs het RijnSchiekanaal. Ten noorden daarvan is een kreken- en geulenstelsel aanwezig.3 Geomorfologie en AHN Langs de oevers van het Rijn-Schiekanaal is een lichte verhoging ten opzichte van de meer zuidelijk gelegen polders te zien. Het plangebied heeft een hoogte van circa 0,3 m +NAP (afbeelding 3). Ter vergelijking: de polders ten zuiden van het kanaal hebben een gemiddelde hoogte van circa 1,5 m -NAP.
2 3
ARCHIS Advies Chrystel Brandenburgh, gemeentelijk archeoloog, 2009 blad 10 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Afbeelding xx. Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland, met daarop de globale ligging van het plangebied (rood): circa 0,3 m +NAP. (Bron: www.ahn.nl/viewer)
Op de geomorfologische kaart is het plangebied niet gekarteerd, maar de gebieden direct ten zuiden van het Rijn-Schiekanaal zijn in kaart gebracht als een rivierinversierug (3K26). Door de afzetting van zandig materiaal bij hoge waterstanden zijn langs de rivier oeverwallen ontstaan. Deze hoger gelegen gebieden waren een favoriete vestigingsplaats en zetten zich voort tot in het veengebied. Door klink en oxydatie is het veenpakket geleidelijk dunner geworden en kwamen de zandige wallen hoger in het landschap te liggen (rivierinversieruggen).4 Aangenomen kan worden dat het huidige plangebied zich eveneens (deels) op een rivierinversierug bevindt. Bodem en grondwater Ook op de bodemkaart van Nederland is het plangebied niet gekarteerd vanwege de ligging binnen de bebouwde kom. De zones direct ten zuiden van het plangebied zijn gekarteerd als kalkarme poldervaaggronden (Mn86C) en kalkarme leek-/woudeerdgronden (pMn86C), beiden met een grondwatertrap III. Deze bodems zijn iets zwaarder dan de zavelige afzettingen dichter bij de Oude Rijn en behoren nog tot de ruggen; de komgronden bestaan uit klei op veen. Grondwatertrap III houdt in dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) minder is dan 0,4 m -mv en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) tussen de 0,8 en 1,2 m -mv.
2.1.4
Historische situatie en mogelijke verstoringen Bewoningsgeschiedenis De oudste sporen van bewoning binnen en rond Leiden stammen uit de prehistorie. Op de uitloper van een strandwal is een vindplaats uit de laatste periode van het neolithicum (2800-2000 v.Chr.) aangetroffen. Vindplaatsen uit de bronstijd tot en met de vroege ijzertijd (2000-500 v.Chr.) ontbreken in Leiden. Bewoningssporen uit deze periode liggen in de regel op de hoger gelegen strandwallen, maar ook in het veen. De oudste vindplaatsen met een samenhangende archeologische context stammen uit de midden-ijzertijd (500-250 v.Chr.).
4
Ten Cate & Maarleveld, 1977 blad 11 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Het begin van de bewoningsgeschiedenis wordt gedateerd rond 400 voor Chr. en loopt met onderbrekingen door tot in de 3e eeuw na Chr. In de (voormalige) polders ten zuiden van het plangebied is waarschijnlijk sprake geweest van een relatief hoge concentratie van nederzettingsterreinen op de landschappelijk gunstige plaatsen. Tot voor kort werd er van uitgegaan dat de bewoning zich wat verder van de stroomgordel van de Rijn afspeelde, omdat de directe omgeving van de Rijn als gevolg van de fluctuaties in de waterstand in die periode te kwetsbaar was voor permanente bewoningsmogelijkheden.5 In de Romeinse tijd kreeg de omgeving van Leiden bovenlokale betekenis. Het castellum Roomburg (de vicus van Matilo, zie ook paragraaf 2.2.1) gelegen aan de monding van het kanaal van Corbulo was een belangrijk steunpunt van de Romeinse grensverdediging. In de Romeinse tijd was het gebied ten zuidoosten van het plangebied intensief bewoond. Het kanaal van Corbulo liep iets ten zuiden van de huidige Vliet en aan weerszijden hiervan lagen in de periode 50-270 n. Chr. Romeinse nederzettingen. Aan de zuidzijde van het kanaal bevond zich het Romeinse castellum Matilo met bijbehorend kampdorp en ten noorden van het kanaal strekte zich eveneens een nederzetting uit, vermoedelijk met een grafveld. Binnen het plangebied is het derhalve zeer goed mogelijk Romeinse vondsten aan te treffen. Sporen uit de vroege middeleeuwen (400-1050 n.Chr.) zijn op verschillende plaatsen in en rondom Leiden gevonden en kunnen worden gekoppeld aan de Franken, die vanuit het zuiden de regio binnentrokken. De nederzetting werd in deze periode groter en breidde zich uit naar de noordkant van het kanaal van Corbulo dat toen opnieuw in gebruik was. Binnen de singels van Leiden is de Burcht het enige bekende overblijfsel uit de vroege middeleeuwen. Een deel van het heuvellichaam van de Burcht is vermoedelijk aan het einde van de 9e eeuw opgeworpen tot een ringwalburg. In de eeuwen die volgden is de huidige heuvel ontstaan, meerdere malen opgehoogd en voorzien van een versterking. Archeologische resten uit de late middeleeuwen (1050-1500 n.Chr.) zijn in de gemeente Leiden in overvloed aanwezig. De meeste resten zijn te vinden in de oude binnenstad, maar ook daarbuiten (bijvoorbeeld de vele kastelen die rondom de stad hebben gelegen). De resten van omliggende bewoningskernen zijn nog in de diepere ondergrond aanwezig. In de eeuwen die volgden, groeiden de dorpskernen naar elkaar toe en werd de stad steeds verder uitgebreid: de oevers van de Rijn werden teruggedrongen met grootschalige ontginningen en de stad werd meerdere malen vergroot. In de vroegste fasen van de stadsgeschiedenis was vooral sprake van losse (vaak boeren-)erven. Deze percelen werden langzaamaan volgebouwd tot aaneengesloten bouwblokken met in veel gevallen ook nog kleine woningen op de achtererven. Vanaf de 13e eeuw kreeg Leiden een stadsverdediging met stadspoorten bij de uitvalswegen van de stad. Resten hiervan zijn nog in de bodem aanwezig. Ten zuiden van het plangebied lag Kasteel Cronesteijn. Dit kasteel is rond 1300 ontstaan en ten tijde van het beleg van Leiden in 1574 gesloopt (zie afbeelding 4, rechts). Ten oosten van het plangebied lag het 13e eeuwse kasteel Rodenburg. Destijds lag het plangebied aan dezelfde zijde van de waterloop als het kasteel. In het jaar 1458 vestigde zich op de plaats waar het castellum heeft gelegen het St. Margarethaconvent.6 Leiden ontwikkelde zich tot een belangrijke industrie- en nijverheidsstad. De sporen uit de nieuwe tijd (1500-heden) hebben de resten uit de voorgaande periode vrijwel overal afgedekt. In de 16e en 17e eeuw werd de bebouwing in de middeleeuwse stad onder invloed van bevolkingsgroei sterk verdicht: de erven en binnenplaatsen werden volgebouwd met kleine één- of tweekamerwoningen. In de loop van de 18e eeuw liep het bewonersaantal echter weer sterk terug, waardoor een deel van de poorten werd afgebroken en werden ingericht als binnenplaatsen of tuinen. Door de leegstand was er in de 19e eeuw voldoende ruimte binnen de stad voor economische groei: kleinschalige industrie bloeide op in de e braakliggende delen van de stad, wat met name in de 17 eeuwse uitleggebieden leidde tot een gemengde bebouwing van woonhuizen en fabrieken. 5 6
Bestemmingsplan archeologie Bestemmingsplan archeologie gemeente Leiden blad 12 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Uit historische bronnen is bekend dat vlak ten noorden van het plangebied een schans (Lammenschans, uit de 80-jarige oorlog) heeft gelegen waarvan nog resten in de bodem aanwezig kunnen zijn. De exacte locatie van deze schans is niet bekend.7 Historische kaarten Van het plangebied en omgeving is relatief veel historisch kaartmateriaal waarop de ontwikkeling te volgen is. In de 16e eeuw bijvoorbeeld bestond het huidige plangebied nog uit onbebouwd weiland (zie afbeelding 4, links); slechts aan de overzijde van het water was bebouwing aanwezig. Ook aan het begin van de 17e eeuw bestaat het plangebied nog grotendeels uit weiland (zie afbeelding 4, rechts). Op deze afbeelding is eveneens te zien dat het huidige Rijn-Schiekanaal destijds bekendstond als Roomburgerwater. Aan de overkant van het kanaal, ten zuidwesten van het plangebied, is de locatie van kasteel Cronesteijn te zien.
Afbeelding 4. Uitsnede uit een historische kaart uit 1545 (P. Sluyter, links) en een uitsnede uit de kaart van Balthasar Florisz uit 1615 met daarop de globale ligging van het plangebied (rood). (Bron: www.watwaswaar.nl)
Op een kaart uit 1645 van het Rijnland (J.J. Dou, zie afbeelding 5, links) is te zien dat infrastructuur is aangelegd door het plangebied: de Roodenburger Laen. Ook op deze afbeelding is de locatie van kasteel Cronesteijn nog weergegeven, ten oosten van de Roomburger Brugge (later Lammerbrug). Op de historisch-topografische kaart van 1876 is de verkavelingsstructuur voor het eerst zichtbaar. De verkaveling lijkt deels aangepast op de Roodenburger Laen. In de daaropvolgende jaren verandert het huidige plangebied nauwelijks, tot op de kaart van 1924 te zien is dat een weg (de huidige Lammerschansweg) is aangelegd langs het plangebied (zie afbeelding 6, links). Binnen het plangebied is nog geen bebouwing zichtbaar: dit is voor het eerst waargenomen op de topografische kaart van 1958 (zie afbeelding 6, rechts). Vanaf dit moment wordt het plangebied langzaam volgebouwd en groeit uit tot het verstedelijkte gebied dat het momenteel is (verhardingen en gebouwen).
7
idem blad 13 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Afbeelding 5. Uitsnede uit de kaart van het Rijnland uit 1645 (J.J. Dou, links) en een uitsnede uit de historischtopografische kaart uit 1876 met daarop de globale ligging van het plangebied. (Bron: watwaswaar.nl)
Afbeelding 6. Uitsnede uit de topografisch-historische kaart van 1924 (links) en de topografische kaart van 1958 (rechts) met daarop de globale ligging van het plangebied (rood). (Bron: watwaswaar.nl)
Mogelijke verstoringen Delen van het plangebied zijn inmiddels verstoord als gevolg van (sub-)recente bodemingrepen (in het kader van bouwwerkzaamheden en kabels en leidingen). Archeologisch booronderzoek in het kader van de RGL en de ROC-locatie aan de Lammenschansweg heeft aangetoond dat het bodemarchief plaatselijk tot een grote diepte verstoord is. Ter plaatse zijn dan ook geen archeologische resten meer te verwachten. Ook is tijdens dit booronderzoek duidelijk geworden dat het oorspronkelijk maaiveld uit de late middeleeuwen ongeveer 1-1,5 meter dieper lag dan tegenwoordig.8 Op basis van bouwtekeningen is eveneens informatie verkregen over de verstoringen binnen de ondergrond van het plangebied. Hiervoor zijn de gebouwen in het plangebied onderverdeeld in nummers, waarbij per nummer de verwachte verstoring is aangegeven (zie afbeelding 7).9
8 9
Advies Chrystel Brandenburgh, gemeentelijk archeoloog, 2009 informatie opdrachtgever blad 14 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
1 5
2
3a 4
3b
Afbeelding 7. Tekening van het huidige plangebied (roze contour) met daarin de nummering van de verschillende gebouwen waarvan op basis van bouwtekeningen de verstoring is vastgesteld. (Bron: informatie opdrachtgever)
Op basis van de bouwtekeningen voor de verschillende gebouwen binnen het plangebied is gekeken naar de diepte van de funderingen en eventuele onderkeldering. Van gebouw 1 waren geen bouwtekeningen voorhanden ten tijde van het huidige archeologische onderzoek. Op basis van informatie van de opdrachtgever blijkt gebouw 1 te zijn onderheid tot 14 m -mv. Gebouw 2: Het bouwwerk zelf reikt tot 0,75 m beneden het maaiveld, waarbij verspreid over de plattegrond van het gebouw 168 heipalen zijn ingeslagen tot een diepte van maximaal 14 m -mv. Op basis van de oppervlakte van het bouwwerk komt dit neer op één heipaal per 8 m². Gebouw 3a & 3b: Het bouwwerk zelf reikt tot 0,85 m beneden maaiveld. Hiervoor zijn in totaal 356 heipalen tot een maximale diepte van 14,5 m -mv ingeslagen, wat betekent dat in ieder geval iedere 10 m² verstoord is door een heipaal. Gebouw 4: Voor gebouw 4 geldt dat in totaal 181 heipalen tot een maximale diepte van 14 m -mv zijn geslagen, verspreid over de plattegrond van het gebouw. Ook hier geldt dat in ieder geval binnen iedere 10 m² een heipaal is geslagen. Het gebouw zelf is tot 0,75 m -mv gefundeerd.
blad 15 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Gebouw 5: Gebouw 5 is tot een diepte van 0,9 m -mv aangelegd, waarbij eveneens tot een diepte van 14 m -mv is onderheid. Tenslotte liggen er binnen het plangebied (plaatselijk) een groot aantal kabels en leidingen alsmede riolering (zie tevens de kaartbijlagen). Afgezien van het feit dat hier niet kan worden geboord, kan worden aangenomen dat hier de bodem aanzienlijk zal zijn verstoord.
2.2 2.2.1
Bekende waarden Archeologische waarden Gegevens uit ARCHIS: AMK-terreinen Binnen het plangebied is geen sprake van een AMK-terrein, maar in de omgeving van het plangebied is een viertal AMK-terreinen in kaart gebracht. Nog geen 125 m ten zuidwesten van het plangebied ligt AMK-terrein 3.176, de resten van kasteel Cronesteijn uit de late middeleeuwen (hoge archeologische waarde). Deze ridderhofstad is gesticht in de 14e eeuw en afgebroken tijdens het beleg van Leiden in 1573-1574. Enkele jaren later werd het herbouwd en rond 1800 wederom afgebroken. De omgrachting is in het veld nog zichtbaar en vanwege de gaafheid van de vondsten en de aanwezigheid van intacte funderingen heeft het een hoge archeologische waarde gekregen. Ongeveer 670 m ten zuidoosten van het plangebied ligt AMK-terrein 16.819, een terrein met bewoningssporen uit de Romeinse tijd. Op verschillende locaties binnen het terrein zijn in het verleden vondsten gedaan uit de Romeinse tijd; tevens is tijdens booronderzoek ter plaatse een donkere laag waargenomen die is geïnterpreteerd als bewoningslaag uit de Romeinse tijd. Op basis hiervan is een hoge archeologische waarde aan het terrein toegekend. Circa 400 m ten oosten van het plangebied ligt AMK-terrein 4.038, met een zeer hoge archeologische waarde. Het betreft een terrein met sporen van bewoning uit de ijzertijd, de Romeinse tijd en de late middeleeuwen. Onder meer de vicus van Matilo (zie ook paragraaf 2.1.4) bevindt zich binnen de contouren van dit terrein, evenals resten van begravingen, akkers, waterputten en gebouwen. In 2006 zijn binnen dit AMK-terrein de resten van een Romeinse weg opgegraven; voorts zijn enkele Merovingische en Karolingische vondsten gedaan. AMK-terrein 15.377 tot slot ligt circa 1500 m ten zuidwesten van het plangebied en heeft een hoge archeologische waarde vanwege ter plaatse aangetroffen bewoningssporen vanaf de Romeinse tijd tot de late middeleeuwen. Het gaat om een inheems Romeins nederzettingsterrein waarvan hout en granen goed geconserveerd zijn; het vondstmateriaal echter is sterk gefragmenteerd. Voor een visuele weergave van de AMK-terreinen wordt verwezen naar bijlage 237826-ARCHIS; voor een beknopte beschrijving wordt verwezen naar bijlage 3a. Gegevens uit ARCHIS: archeologische waarnemingen Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen geregistreerd, terwijl in de directe en nabije omgeving een redelijk aantal waarnemingen is geregistreerd. Voor een visuele weergave hiervan wordt verwezen naar bijlage 237826-ARCHIS; voor een beknopte beschrijving wordt verwezen naar bijlage 3b. De waarnemingen betreffen een grote variëteit aan vondsten met een datering vanaf de bronstijd tot in de nieuwe tijd: een hamerbijl, verschillende soorten keramiek, vuursteen, een dolium, een bronzen zegeldoos uit de Romeinse tijd, houtskool, dakpannen en verschillende andere soorten nederzettingsresten. Het merendeel van deze vondsten concentreert zich overigens aan de zuidzijde van het Rijn-Schiekanaal. Gegevens uit ARCHIS: eerdere onderzoeken In de directe nabijheid van het plangebied zijn meerdere archeologische onderzoeken bekend. blad 16 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Vondsten uit de ijzertijd zijn aangetroffen op enige afstand van het gebied: in de polder Cronesteijn en de Oostvlietpolder is bij meerdere gelegenheden onderzoek verricht waarbij inheems aardewerk is aangetroffen dat uit de ijzertijd en/of de Romeinse tijd dateert. Bewoning in deze perioden komt doorgaans voor op oeverwallen of kreekruggen die in het plangebied aanwezig kunnen zijn.10
2.2.2
Ondergrondse bouwhistorische waarden Binnen het plangebied zijn, voor zover bekend, geen ondergrondse bouwhistorische waarden aanwezig.11
2.3 2.3.1
Archeologische verwachting Bestaande verwachtingskaarten IKAW De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is een door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde kaart waarop aan de hand van eerder gedane archeologische waarnemingen en de bodemkundige gegevens is aangegeven wat de kans is in een bepaald gebied archeologie aan te treffen: laag, middelhoog of hoog. Zoals de naam al aangeeft gaat het hier - vanwege schaal en extrapolatie slechts om een ruwe indicatie. Voor het plangebied geldt dat sprake is van een middelhoge verwachtingswaarde (zie ook bijlage 237826-ARCHIS). Provinciale verwachtingskaart De Cultuurhistorische Atlas (CHA) van de provincie Zuid-Holland hanteert dezelfde criteria als de IKAW: voor het plangebied geldt eveneens een middelhoge kans om archeologische resten aan te treffen. Gemeentelijke verwachtingskaart12 Volgens de gemeentelijke beleidskaart ligt het plangebied in een landschappelijke zone waar fossiele kreek- en geulruggen in de ondergrond aanwezig kunnen zijn. De kans op het aantreffen van archeologische resten wordt in deze gebieden als middelmatig ingeschat: voornamelijk op eventueel aanwezige fossiele kreekruggen worden belangwekkende bewoningssporen uit het verleden verwacht. Op basis hiervan is voor het grootste deel van het plangebied de dubbelbestemming Waarde Archeologie 6 vastgesteld. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming Waarde Archeologie 6 zonder een schriftelijke aanlegvergunning werkzaamheden uit te voeren dieper dan 0,75 m -mv en groter dan 500 m².
10 11 12
Advies Chrystel Brandenburgh, gemeentelijk archeoloog, 2009 www.kich.nl gemeente Leiden blad 17 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Afbeelding 8. Uitsnede uit het gemeentelijke bestemmingsplan archeologie, waar voor het huidige plangebied een dubbelbestemming Waarde Archeologie 6 is vastgesteld. (Bron: gemeente Leiden)
Voor een kleine strook langs de Kanaalweg in het zuiden van het plangebied is de Waarde - Archeologie 5 van toepassing, zijnde gebieden met een hoge archeologische verwachting buiten de singels. Het betreft de oeverafzettingen van diverse waterlopen waar de omstandigheden in het verleden gunstig waren voor bewoning. Hier geldt dat een aanlegvergunning is vereist bij gebieden groter dan 250 m² en bodemingrepen dieper dan 50 cm.
2.3.2
Aanvullende gegevens naar aanleiding van beoordeling bevoegd gezag maart 2012 Naar aanleiding van vraagtekens met betrekking tot de interpretatie van het aangetroffen middeleeuwse niveau (zie verder hoofdstuk 3), is gekeken naar drie verschillende onderzoeken in de nabije omgeving. Deze drie onderzoeken zijn in de bureauonderzoeksfase niet meegenomen.13 Eind april 2003 is door het Bureau Monumentenzorg en Archeologie van de gemeente Leiden een inventariserend veldonderzoek door middel van twee proefsleuven uitgevoerd op het terrein van Brill aan de Platijnstraat (ten westen van het plangebied)14 Op basis van de resultaten van het onderzoek is geconcludeerd dat de eerste 1,0 m van het bodemprofiel betstaat uit een pakket opgebracht zand, waarin 19e eeuws vondstmateriaal werd aangetroffen. Hieronder bleek schone rivierklei aanwezig te zijn, die vermoedelijk afkomstig is van de zogenaamde Duinkerke III afzettingen. In (de top van) deze kleilaag werden enkele middeleeuwse scherven aangetroffen. Geconcludeerd is dan ook dat dit niveau gedurende de late middeleeuwen mogelijk enige tijd open heeft gelegen. Tevens is geadviseerd geen nader veldonderzoek meer uit te (laten) voeren en het plangebied vrij te geven. Ter plaatse van het ROC-terrein, dat direct naast het plangebied is gelegen, werd een 1,5 m dikke zandige ophogingslaag aangetroffen, waaronder een oud maaiveld werd aangetroffen. Het gaat om een
13
Het rapport van het archeologisch onderzoek op het naastgelegen ROC-terrein, RAAP-rapport 1543 en de RijnGouwelijn (Archeomedia-rapport A04-423-Z) waren voorafgaand aan het onderzoek niet beschikbaar (met uitzondering van enkele summiere gegevens was het rapport niet beschikbaar in ARCHIS, en ook in het E-depot waren beide rapporten niet beschikbaar). 14 Van der Steen, E.J., 2005. blad 18 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
kleipakket, dat enkele baksteenresten bevat en mogelijk een oude middeleeuwese ophogingslaag betreft.
2.3.3
Gespecificeerde archeologische verwachting De gespecificeerde archeologische verwachting is gebaseerd op de bovenstaande geo(morfo)logische, bodemkundige, historische en archeologische informatie en gaat uit van een intact bodemprofiel. Datering Op basis van de resultaten van onderhavig bureauonderzoek kunnen archeologische resten vanaf het neolithicum tot en met de nieuwe tijd worden aangetroffen, met de nadruk op de Romeinse tijd en de middeleeuwen. Complextype Nederzettingsterreinen en/of (bijbehorende) begravingen/grafveld(en) kunnen worden aangetroffen. Specifiek voor de Romeinse periode kunnen eventueel nog delen van een kampdorp en/of bijbehorend grafveld worden aangetroffen. Uit de middeleeuwen en nieuwe tijd kunnen resten van agrarische activiteit worden aangetroffen (perceleringssloten). Omvang Nederzettingsterreinen kunnen een omvang hebben van een enkel huiserf van enkele honderden vierkante meters tot uit meerdere gelijktijdige erven bestaande, geclusterde nederzettingsterreinen van enkele hectaren. Ook de omvang van begraafplaatsen kan variëren van een enkel graf of enkele geclusterde vlakgraven tot grote aaneengesloten grafvelden bestaande uit enkele honderden (crematie)graven, al dan niet met kringgreppels. Diepteligging De archeologische resten kunnen in principe direct onder de bouwvoor worden aangetroffen. Het pleistocene zand ligt op een diepte van 12 tot 14 m -NAP; resten uit het paleolithicum en het mesolithicum zullen zich derhalve op grote diepte bevinden. Locatie In principe kunnen vooral ter plaatse van de stroomruggen en aangrenzende oeverzones archeologische resten worden aangetroffen. Gezien de waarschijnlijke ligging van het plangebied op een stroomrug kunnen over de gehele oppervlakte van het plangebied archeologische resten worden aangetroffen. Uiterlijke kenmerken Naast de aanwezigheid van een donkergekleurde, veelal fosfaatrijke vondstlaag zullen op nederzettingsterreinen grondsporen (paalkuilen, greppels, waterputten, afvalkuilen) voorkomen en vondstmateriaal, vooral bestaand uit aardewerk, (verbrand) dierlijk en menselijk bot, huttenleem, metalen objecten en (in het geval van een Romeinse villa of 'villaachtige' structuur of mogelijke stenen bebouwing van het kampdorp) bouwmateriaal in de vorm van tufsteen, baksteen en dakpannen, kalkmortel, dakpannen, vensterglas en dergelijke. In kleigronden zijn metalen objecten en organische materialen (vooral bot en in mindere mate hout) vaak goed geconserveerd. Mogelijke verstoringen Door agrarische activiteiten (bijvoorbeeld ploegen) kunnen eventuele verstoringen in het bodemprofiel aanwezig zijn, maar in voorliggend geval worden vooral verstoringen verwacht door de aanleg van de huidige gebouwen (zie paragraaf 2.1.4), alsmede als gevolg van de aanleg van kabels, leidingen en riolering.
blad 19 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
2.4
Conclusies en advies voor vervolgonderzoek Op basis van het bureauonderzoek werd de kans groot geacht dat zich binnen het plangebied archeologische resten zouden kunnen bevinden uit de bronstijd, de ijzertijd, de Romeinse tijd en de periode van de middeleeuwen tot de nieuwe tijd. Aangezien dergelijke vindplaatsen zich manifesteren in de vorm van een duidelijk herkenbare vondstlaag, wordt geadviseerd het plangebied met een inventariserend veldonderzoek door middel van karterende boringen te onderzoeken. Het booronderzoek dient om de bodemopbouw en -kwaliteit (gaafheid) te bepalen en om kansrijke- en kansarme zones aan te wijzen. Er bestaat een grote kans dat de bodem van het plangebied tot op grote diepte verstoord is door de bouw van de huidige gebouwen binnen het plangebied. Vandaar dat wordt aanbevolen het plangebied met een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van verkennende boringen te onderzoeken: hierbij kan de bodemopbouw en de mate van verstoring worden vastgesteld. Geadviseerd wordt om ter plaatse van de vijf gebouwen zoals aangegeven op afbeelding 7 geen boringen te laten zetten in verband met de grootschalige verstoring ter plaatse. De gebouwen zijn ca 0,75 tot 0,90 m onder maaiveld gefundeerd en daarnaast is er iedere 8 tot 10 m² tot op grote diepte verstoring door heipalen. Ten behoeve van het booronderzoek dient een Plan van Aanpak (PvA) te worden opgesteld. Op basis van het bureauonderzoek is geadviseerd om het plangebied door middel van een booronderzoek karterend te onderzoeken (met een boordichtheid van 20 boringen per hectare). Dit booronderzoek is conform de verwachtingen en het bovenstaande advies uitgevoerd (zie voor de resultaten hoofdstuk 3).
blad 20 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
3 3.1
Veldonderzoek Doel- en vraagstelling Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen van de archeologische verwachting, zoals deze op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek is opgesteld. Het uitgevoerde onderzoek betreft een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, karterende fase. Een karterend onderzoek heeft als doel het in kaart brengen van eventuele verstoringen in de bodem, het verkrijgen van enig inzicht in de bodemopbouw van het gebied en het bepalen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen. Het onderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: · Wat is de bodemopbouw en zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen? · Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard, conserveringstoestand en datering van deze indicatoren/vindplaats? · Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de maximale diepte? · Waaruit bestaat of bestaan deze archeologische laag of lagen? · In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van geplande bodemingrepen? · Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? · In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de bureaustudie? · Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze bestaan?
3.2
Onderzoeksopzet en werkwijze
15
Datum uitvoering
10 en 11 oktober 2011.
Veldteam Weersomstandigheden
P.C.Teekens (KNA-archeoloog) en L. van der Haar (projectarcheoloog). Droog en bewolkt.
Boortype
10 cm Edelman.
Positionering boringen (boorgrid) Methode conform Leidraad SIKB15 Oriëntatie grid t.o.v. geomorfologie/paleolandschap Aantal boringen
Boorgrid van 20 boringen per ha. in een boorgrid van 20 m tussen de raaien en 25 m tussen de boringen. N.v.t., conform eisen gemeente Leiden (20 boringen per ha) N.v.t. (verspreid over plangebied). 54 (001 - 90); het boorgrid is van tevoren vastgesteld (met nummering). Door de aanwezigheid van bebouwing binnen grote delen van het terrein zijn echter 56 boringen niet uitgevoerd (dit was van tevoren bekend en is conform eisen van de gemeente).
Tol e.a. 2006 blad 21 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Diepte boringen
Wijze inmeten boringen
3.3
Tot in ieder geval 30 cm in de onverstoorde ondergrond met een maximum van 2,0 m - mv. Boringen 003, 007, 008, 012, 014, 027 en 060 konden vanwege de aanwezigheid van puin, baksteen en/of wortels (en na meerdere pogingen) niet tot de gewenste diepte worden doorgezet. Ook de diepere boringen konden vanwege de toeloop van zand de grondwaterstand) niet tot de gewenste diepte van 3,0 à 4,0 m - mv worden doorgezet. GPS.
Overige toegepaste methoden Wijze onderzoek / beschrijving boorkolom Verzamelwijze archeologische indicatoren Bemonstering
N.v.t.
Vondstzichtbaarheid aan oppervlak Omschrijving oppervlaktekartering
Nihil (grotendeels bestraat met tegels en klinkers).
NEN 5104 / ASB. N.v.t. N.v.t.
N.v.t.
Resultaten Voor een overzicht van de boringen wordt verwezen naar de boorprofielen in bijlage 4 en de situatiekaarten in de kaartenbijlage; voor de ligging van de boorpunten zie kaartbijlage 237826-S1. De aangetroffen verstoringsdiepte is weergegeven in kaartbijlage 237826-S2, de locatie en diepteligging van de aangetroffen archeologische resten is weergegeven in kaartbijlage 237826-S3 en voor de bodemopbouw wordt verwezen naar kaartbijlage 237826-S4. Voor een aangepaste verwachting- en aanbevelingskaart zie kaartbijlage 237826-A. Voor een impressie van het plangebied tijdens het veldwerk wordt verwezen naar afbeelding 11.
Afbeelding 11. Impressie van het plangebied.
3.3.1 3.3.1.1
Bodemopbouw Beschrijving bodemopbouw De bodemopbouw binnen het kan globaal worden onderverdeeld in de onderstaande 5 profieltypes: Profieltype 1 (zand op klei) In totaal behoren 22 boorprofielen tot dit profieltype, waarin echter wel de nodige variatie kan worden waargenomen. Ter hoogte van boringen 001, 002, 035, 043 en 077 (profieltype 1a) is sprake van een blad 22 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
1,15 à 1,75 dik pakket matig fijn zand waaronder zwak tot matig zandige klei werd aangetroffen. Het zandige pakket bestaat uit verschillende lagen die zich kenmerken door de aanwezigheid van schelpenresten en kleibrokken, soms roest en plantenresten en plaatselijk door sporen grind. Maar ook de zandige klei is veelal schelpenhoudend. Ter hoogte van boringen 004, 017, 024, 025, 031, 033, 039, 041, 049 en 054, profieltype 1b), is sprake van een zelfde zandpakket dat echter erosief ligt op een pakket zwak, matig of sterk siltige klei. Deze klei werd aangetroffen op een diepte van overwegend 1,10 à 1,30 m - mv; alleen ter hoogte van boringen 033 (0,85 m - mv), 039 en 049 (beide 1,55 m - mv) is sprake van een afwijkende diepteligging. Overigens dient vermeldt te worden dat bij de laatste twee boorpunten sprake is van een dun veenlaagje tussen beide afzettingen. De laatste variatie (profieltype 1c) is aangetroffen ter plaatse van boringen 015, 034, 037, 046, 047, 052, 055 en 057. Hier is sprake van een zandpakket op een pakket zandige op siltige klei. Overigens is ook ter plaatse van boringen 034, 037, 046 en 047 sprake van een dunne veenlaag die de genoemde afzettingen doorsnijdt. Profieltype 2 (klei op zand) In totaal is dit profieltype aangetroffen op 5 locaties (boringen 005, 006, 007, 020 en 061). Ter hoogte van boringen 005, 006 en 007 is sprake van een pakket zandige klei op siltige klei op zand, in boringen 020 en 06 ontbreekt deze siltige kleilaag echter. Het zand werd overigens aangetroffen op een diepte van 1,05 - 1,35 m - mv (boringen 020 en 061) tot 1,50 m - mv (boringen 005 - 007). Profieltype 3 (volledig klei) Op slechts twee locaties werd binnen het beboorde traject alleen klei aangetroffen; boorpunten 013 en 063. Boring 013 kenmerkt zich echter door de aanwezigheid van meerdere zandige en siltige kleilagen, terwijl ter hoogte van boring 063 ook sprake is van veenlaagjes. Profieltype 4 (volledig zand) In totaal is dit profieltype aangetroffen op 17 locaties: boringen 011, 016, 038, 040, 044, 045, 051, 058, 060, 062, 064, 065, 066, 067, 074a, 064 en 087. Op deze locaties is sprake van een zandpakket bestaande uit meerder lagen zeer fijn tot matig fijn, veelal zwak tot sterk schelpenhoudend zand waarin plaatselijk plantenresten voorkomen. Profieltype 5 ((kleiige) veenlagen of humeuze klei) Profieltype 5 is onder te verdelen in profielen waarin veenlaagjes voorkomen (boringen 034, 037, 039, 046, 047, 063, 073, 079 en 084) en profielen waarbij de ondergrond uit (kleiig) veen bestaat; boringen 073 en 079. Voor de eerste subcategorie wordt verwezen naar de hierboven opgesomde profielen. Profieltype 5b kenmerkt zich door de aanwezigheid van een 1,5 m dik zandpakket waarin tussen 0,7 en 1,0 m - mv kleiig veen en zandige klei voorkomt. Vanaf 1,5 m - mv is echter sprake van een dik pakket sterk kleiig veen. Ter hoogte van boring 079 werd dit veenpakket op een diepte van 1,9 m - mv aangetroffen. 3.3.1.2
Laagovergangen Over het algemeen is er sprake van een scherpe grens tussen het bovenliggende zandpakket, en de dieper gelegen kleiafzettingen.
3.3.1.3
Bodemverstoring De waargenomen bodemverstoring (buiten de bestaande bebouwing) reikt over in ieder geval tot 0,51 à 1,00 m - mv. Plaatselijk is een minder diepe verstoring aanwezig; tot 0,25 à 0,50 m - mv. Maar met name in het zuidelijk deel van het plangebied is vaak sprake van een diepere verstoring van het bodemprofiel, van 1,0 à 2,0 m - mv. blad 23 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
3.3.1.4
3.3.2
Interpretatie Het binnen het plangebied aangetroffen schelpenrestenhoudende zand kan worden geïnterpreteerd als mariene afzettingen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren), die tijdens inbraken door getijdenkreken in de omgeving zijn afgezet. Plaatselijk lijkt het zandpakket minder of geen schelpenresten te bevatten, en kan weleens sprake zijn van fluviatiele afzettingen van de Oude Rijn (Formatie van Echteld). De in de ondergrond aanwezige siltige en zandige klei zijn vanuit deze getijdenkreken afgezet; in dit geval kom- en/of oeverafzettingen. De aangetroffen veenlagen wijzen op veengroei in de komgronden ten tijde van verminderde afzetting vanuit de getijdenkreken of op veengroei in eventuele restgeulen.
Archeologie Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, maar is wel op meerdere locaties een baksteen- en/of houtskoolhoudende laag aangetroffen16. Voor een overzicht van de ligging, diepteligging en aard van de aangetroffen laag wordt verwezen naar de onderstaande tabel alsmede kaartbijlage 237826-S3. Het gaat voornamelijk om baksteenresten, maar ter plaatse van boringen 013 en 063 is tevens sprake van houtskoolresten. Over het algemeen werden de genoemde resten aangetroffen in de (top) van het aanwezige zandige of siltige kleipakket. In boringen 073 en 079 (op 2,0 m - mv), en 084 (op 1,30 - 1,45 m - mv) werden echter ook baksteenresten aangetroffen in het aanwezige veenpakket. Daarnaast werden ter plaatse van boringen 052 en 079 baksteenresten aangetroffen in het bovenste gedeelte van het in de bovengrond aanwezige zandpakket. Vermoedelijk gaat het hier om (sub)recente resten. Geconcludeerd kan dan ook worden dat in de zuidelijke helft van het plangebied op een diepte variërend van 0,50 - 2,00 m - mv sprake is van een baksteen- en houtskoolhoudende laag. Gezien de aard van het materiaal, lijkt het hier te gaan om het in het bureauonderzoek genoemde laat middeleeuwse niveau.
Boorpunt 004 005 006 007 013 015 017 024 025 033 034 035 052 063 073 079 084
Indicatoren Diepteligging in cm - mv Bodemlaag baksteen 125 top siltig kleipakket baksteen 60 - 95 top zandig en siltig kleipakket baksteen 60 - 95 top zandig en siltig kleipakket baksteen 50 top zandig kleipakket baksteen en houtskool 125 - 140 zandig kleipakket baksteen 70 - 100 top zandig kleipakket baksteen 110 - 130 top siltig kleipakket baksteen 135 - 165 top siltig kleipakket baksteen 120 - 140 top siltig kleipakket baksteen 110 - 135 top siltig kleipakket baksteen 130 - 150 top zandig en siltig kleipakket baksteen 115 - 150 top zandig kleipakket baksteen 70 - 90 zandpakket baksteen en houtskool 205 - 215 zandig kleipakket baksteen 80 - 100 top zandig kleipakket baksteen ca. 200 veen baksteen 70 top zandpakket baksteen ca. 200 top veen baksteen 130 - 145 veen Tabel 1. Overzicht van de ligging, aard en diepteligging van de aangetroffen archeologische indicatoren.
16
Vaak is in de bovengrond ook sprake van baksteen-, puin- en plasticresten, maar die worden hier niet meegerekend. blad 24 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
3.3.3
Herinterpretatie aangetroffen bodemopbouw en archeologie Op basis van informatie die ter beschikking is gekomen na de uitvoering van het bureau- en veldonderzoek, kan de aangetroffen bodemopbouw binnen het plangebied anders worden geïnterpreteerd. Het binnen het plangebied aanwezige zand- en kleipakket in de bovengrond (tot 1,5 à 2,0 m - mv) kan worden geïnterpreteerd als een (sub)recent ophogingspakket (in ieder geval 19e eeuws). Het hieronder aanwezige kleipakket kan worden geïnterpreteerd als het oude maaiveld, dat gedurende de (late) middeleeuwen mogelijk enige tijd open heeft gelegen; dit verklaard de aanwezigheid van baksteenresten uit die periode. Het is ook mogelijk dat dit pakket een laat middeleeuwse ophogingslaag is, zoals onderzoeken in de directe omgeving suggereren. Ook de afwezigheid van archeologische indicatoren anders dan baksteenresten en wat houtskool, lijkt erop te wijzen dat het hier niet om een archeologische niveau gaat. Immers, dan zou men (meer) aardewerk, houtskool en fosfaat verwachten.
blad 25 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
blad 26 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
4 4.1
Conclusie en advies Conclusies Op basis van het veldonderzoek kunnen de in paragraaf 3.1 geformuleerde onderzoeksvragen als volgt worden beantwoord: 1. Wat is de bodemopbouw en zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen? De bodemopbouw binnen het plangebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van (deels verstoorde) mariene (en mogelijk fluviatiele) afzettingen, bestaande uit zand, zandige of siltige klei en veen. Het bovenste gedeelte van het bodemprofiel is deels verstoord, en de kleiondergrond is deels geërodeerd. De waargenomen, door menselijk handelen veroorzaakte bodemverstoring ligt in het zuidelijk deel van het plangebied tussen de 25 en 100 cm, en in het noordelijk deel tot wel 2,0 m - mv. Echter, ook de ogenschijnlijke archeologische laag in de ondergrond (het laat middeleeuwse niveau), blijkt bij nader inzien een ophogingslaag te zijn. 2.
Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard, conserveringstoestand en datering van deze indicatoren/vindplaats? Binnen het plangebied is geen daadwerkelijke vindplaats aangetroffen, maar wel is er in het zuidelijk deel van het plangebied sprake van een vondstlaag bestaande uit baksteen- en houtskoolresten. Mogelijk gaat het hier om een middeleeuws niveau, waarvan de top door latere overstromingen te zijn geërodeerd. Het gaat hier zeer waarschijnlijk om een oudere ophogingslaag of een oud maaiveld, dat blijkens het aangetroffen materiaal in ieder geval in de (late) middeleeuwen enige tijd aan het oppervlak heeft gelegen. Het materiaal zelf blijkt geen daadwerkelijke archeologische laag te vertegenwoordigen. 3.
Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de maximale diepte? Het onder punt 2 genoemde niveau ligt op een diepte variërend van 1,5 tot 2,0 m - mv. 4. Waaruit bestaat of bestaan deze archeologische laag of lagen? Zie hiervoor punten 2 en 3. 5.
In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van geplande bodemingrepen? Binnen het plangebied is geen archeologische vindplaats aangetroffen. De voorgenomen bodemverstoring zal dan ook niet leiden tot verstoring (voor zover het de bodemopbouw binnen de 2,0 m - mv betreft). 6. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Niet van toepassing (er is geen archeologische laag of vindplaats aangetroffen). 7.
In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de bureaustudie? Op basis van het bureauonderzoek luidde de verwachting dat binnen het plangebied mogelijk archeologische waarden uit de bronstijd, ijzertijd, romeinse tijd en met name de middeleeuwen (en nieuwe tijd) aanwezig zouden zijn die zich manifesteren door (met name) een duidelijk herkenbare vondstlaag. Tevens werd verwacht dat de bodem van het plangebied tot op grote diepte verstoord is blad 27 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
door de bouw van de huidige gebouwen alsmede kabels en leidingen binnen het plangebied, maar dat de overige delen nog (deels) intact aanwezig zouden kunnen zijn. Het veldonderzoek heeft aangetoond dat het binnen het plangebied aanwezige zand- en kleipakket in de bovengrond (tot 1,5 à 2,0 m - mv) kan worden geïnterpreteerd als een (sub)recent ophogingspakket (in ieder geval 19e eeuws). Het hieronder aanwezige kleipakket kan worden geïnterpreteerd als het oude maaiveld, dat gedurende de (late) middeleeuwen mogelijk enige tijd open heeft gelegen; dit verklaard de aanwezigheid van baksteenresten uit die periode. Het is ook mogelijk dat dit pakket een laat middeleeuwse ophogingslaag is, zoals onderzoeken in de directe omgeving suggereren. Ook de afwezigheid van archeologische indicatoren anders dan baksteenresten en wat houtskool, lijkt erop te wijzen dat het hier niet om een archeologische niveau gaat. Immers, dan zou men (meer) aardewerk, houtskool en fosfaat verwachten. Kortom, in overeenstemming met de verwachtingen is binnen het plangebied sprake van een grote mate van bodemverstoring. In tegenstelling tot de verwachtingen zijn er echter geen archeologische waarden aangetroffen. 8.
Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze bestaan? Zie hiervoor paragraaf 4.2.
4.2
(Selectie)advies Op basis van het bureau- en veldonderzoek wordt geadviseerd om het plangebied (in ieder geval tot 2,0 m - mv) vrij te geven voor wat betreft archeologie (ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling). Dit in overeenstemming het advies van het bevoegde gezag,17 in dezen mevr. Brandenburgh van de gemeente Leiden. Immers, de voorgenomen bodemverstorende graafwerkzaamheden voor de funderingen zullen niet dieper reiken dan circa 0,7 m - mv, en aangezien de onverstoorde ondergrond zich in ieder geval dieper dan 2,0 m - mv bevindt, wordt een eventuele kansrijke zone binnen het plangebied niet bereikt. Tenslotte: een deel van de bodemverstorende werkzaamheden zal bestaan uit heien. Ons inziens zal de hierdoor veroorzaakte bodemverstoring minimaal zijn, en zal dientengevolge niet of nauwelijks effect hebben op eventueel in de diepere ondergrond aanwezige archeologische resten. Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: ARCHISmeldpunt, telefoon 0334227682). Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Almere, oktober 2011/februari/maart 2012
17
D.d. 2 maart 2012. blad 28 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
Literatuur en geraadpleegde bronnen Barends et. al., 1986: Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering. Uitgeverij Matrijs, Utrecht. Berendsen, H.J.A. 2004 (4e druk): De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie. Van Gorcum, Assen. Berkel, G. van & K. Samplonius. 2006: Nederlandse plaatsnamen, herkomst en historie. Het Spectrum, Houten. Cate, ten J.A.M. & G.C. Maarleveld, 1977: Geomorfologische kaart van Nederland, toelichting op de legenda. STIBOKA, Wageningen. Tol, A. , P. Verhagen & M. Verbruggen. 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek. SIKB. Van der Steen, E.J., 2005. Inventariserend Veldonderzoek Brill - Patijnstraat, Bodemonderzoek in Leiden 15, Bureau Monumentenzorg en Archeologie, Gemeente Leiden. Kaarten Bodemkaart van Nederland, 1:50000, STIBOKA, kaartblad 30H Grote Historische Atlas (1830-1855), Wolters Noordhoff, Groningen Minuutplan ca. 1830 (http://www.watwaswaar.nl) Topografische kaart 1:25000 (http://kadata.kadaster.nl) Topografisch-militaire kaarten 1879, 1900 ( www.watwaswaar.nl) Internet www.watwaswaar.nl www.kich.nl
blad 29 van 30
Projectnr. 237826 maart 2012, revisie 03
blad 30 van 30
Bijlage 1: Archeologische perioden
Bijlage 1: Archeologische perioden Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland geschetst. Gedurende het paleolithicum (300.000‐8800 voor Chr.) hebben moderne mensen (homo sapiens) onze streken tijdens de warmere perioden wel bezocht, doch sporen uit deze periode zijn zeldzaam en vaak door latere omstandigheden verstoord. De mensen trokken als jager‐verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik van tijdelijke kampementen. De verschillende groepen jager‐verzamelaars exploiteerden kleine territoria, maar verbleven, afhankelijk van het seizoen, steeds op andere locaties. In het mesolithicum (8800‐4900 voor Chr.) zette aan het begin van het Holoceen een langdurige klimaatsverbetering in. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor geleidelijk een bosvegetatie tot ontwikkeling kwam en de variatie in flora en fauna toenam. Ook in deze periode trokken de mensen als jager‐verzamelaars rond. Voorwerpen uit deze periode bestaan voornamelijk uit voor de jacht ontworpen vuurstenen spitsjes. De hierop volgende periode, het neolithicum (5300‐2000 voor Chr.), wordt gekenmerkt door een overschakeling van jager‐verzamelaars naar sedentaire bewoners, met een volledig agrarische levenswijze. Deze omwenteling ging gepaard met een aantal technische en sociale vernieuwingen, zoals huizen, geslepen bijlen en het gebruik van aardewerk. Door de productie van overschot kon de bevolking gaan groeien en die bevolkingsgroei had tot gevolg dat de samenleving steeds complexer werd. Uit het neolithicum zijn verschillende grafmonumenten bekend, zoals hunebedden en grafheuvels. Het begin van de bronstijd (2000‐800 voor Chr.) valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen, zoals bijlen. Het gebruik van vuursteen was hiermee niet direct afgelopen. Vuursteenmateriaal uit de bronstijd is meestal niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Het aardewerk is over het algemeen zeldzaam. De grafheuveltraditie die tijdens het neolithicum haar intrede deed werd in eerste instantie voortgezet, maar rond 1200 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, eventueel omgeven door een greppel. In de ijzertijd (800‐12 voor Chr.) werden de eerste ijzeren voorwerpen gemaakt. Ten opzichte van de bronstijd traden er in de aardewerktraditie en in het gebruik van vuursteen geen radicale veranderingen op. De mensen woonden in verspreid liggende hoeven of in nederzettingen van enkele huizen. Op de hogere zandgronden ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen (celtic fields). In deze periode werden de kleigebieden ook in gebruik genomen door mensen afkomstig van de zandgebieden. Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand. Er zijn zogenaamde vorstengraven bekend in Zuid‐Nederland, maar de meeste begravingen vonden plaats in urnenvelden. Met de Romeinse tijd (12 voor Chr. tot 450 na Chr.) eindigt de prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. In 47 na Chr. werd de Rijn definitief als rijksgrens van het Romeinse Rijk ingesteld. Ter controle van deze zogenaamde limes werden langs de Rijn castella (militaire forten) gebouwd. De inheems leefwijze handhaafde zich wel, ook al werd de invloed van de Romeinen steeds duidelijker in soorten aardewerk (o.a. gedraaid) en een betere infrastructuur. Onder meer ten gevolge van invallen van Germaanse stammen ontstond er instabiliteit wat uiteindelijk leidde tot het instorten van de grensverdediging langs de Rijn. Over de middeleeuwen (450‐1500 na Chr.), en met name de vroege middeleeuwen (450‐1000 na Chr.), zijn nog veel zaken onbekend. Archeologische overblijfselen zijn betrekkelijk schaars. De politieke macht was na e het wegvallen van de Romeinen in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Vanaf de 10 eeuw ontstaat er weer enige stabiliteit en is een toenemende feodalisering zichtbaar. Door bevolkingsgroei en gunstige klimatologische omstandigheden werd in deze periode een begin gemaakt met het ontginnen van bos, heide en veen. Veel van onze huidige steden en dorpen dateren uit deze periode. De hierop volgende periode 1500 – heden wordt aangeduid als nieuwe tijd.
Bijlage 2: Archeologische Monumentenzorg (AMZ) • •
schematisch overzicht AMZ verklarende woordenlijst AMZ
Verklarende woordenlijst Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Archeologische begeleiding (STAP 5c) Een archeologische begeleiding wordt uitgevoerd wanneer proefsleuven of en opgraving niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld civieltechnische beperkingen. Archeologische indicatoren Hiermee worden aanwijzingen in de bodem bedoeld die duiden op menselijke activiteiten in het verleden, zoals aardewerkscherven, houtskool, botmateriaal, vondstlagen, etc. Archis Archeologisch informatiesysteem voor Nederland. Een digitale databank met gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen. Bureauonderzoek (STAP 1) Het bureauonderzoek is een rapportage waarin een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel wordt opgesteld aan de hand van geomorfologische en bodemkaarten, de Archeologische Monumentenkaart (AMK), het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS), historische kaarten en archeologische publicaties. Fysiek beschermen (STAP 4c) De archeologische resten blijven in de bodem behouden door bijvoorbeeld planaanpassingen. Geofysisch onderzoek Meetapparatuur brengt archeologische verschijnselen in de bodem driedimensionaal in kaart zonder te boren of te graven. Dit kan bijvoorbeeld door radar‐, weerstandsonderzoek of elektromagnetische metingen. Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Dit model geeft op detailniveau voor het plangebied aan wat aan archeologische vindplaatsen aanwezig kan zijn. Op basis van dit verwachtingsmodel wordt bepaald of een inventariserend veldonderzoek nodig is en wat de juiste methode is om eventueel aanwezige archeologische resten aan te tonen. Inventariserend veldonderzoek (IVO) (STAP 2) Tijdens een inventariserend veldonderzoek worden archeologische waarden in het veld geïnventariseerd en gedocumenteerd. Waar is wat in de bodem aanwezig? De inventarisatie kan bestaan uit een inventariserend veldonderzoek‐ overig (door middel van een booronderzoek, veldkartering en/of geofysisch onderzoek) en/of een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Wat de beste methode is, hangt sterk af van de omstandigheden en de aard van de vindplaats. Inventariserend veldonderzoek ‐ overig (IVO‐o) (STAP 2b of 2c) Bij een Inventariserend veldonderzoek ‐ overig door middel van boringen (IVO‐ o) worden boringen gezet door middel van een handboor of guts. Inventariserend veldonderzoek ‐proefsleuven (IVO‐p) (STAP 2f) Proefsleuven zijn lange sleuven van twee tot vijf meter breed die worden aangelegd in de zones waar aanwijzingen zijn voor het aantreffen van archeologische vindplaatsen. Inventariserend veldonderzoek (IVO) ‐ Verkennende fase (STAP 2b) Wanneer bij het bureauonderzoek onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om een gespecificeerd verwachtingsmodel op te stellen, wordt een inventariserend veldonderzoek ‐ verkennende fase uitgevoerd. In deze fase wordt onderzocht of de bodem nog intact is, wat de bodemopbouw is en hoe deze invloed heeft gehad op de locatiekeuze van de mens in het verleden. Het onderzoek is bedoeld om kansarme zones om archeologische resten aan te treffen uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek. Een verkennend onderzoek kent een relatief lage onderzoeksintensiteit en wordt meestal uitgevoerd door middel van boringen. Inventariserend veldonderzoek (IVO) ‐ Karterende fase (STAP 2c of 2f) Tijdens een inventariserend veldonderzoek ‐ karterende fase wordt het plangebied systematisch onderzocht op de aanwezigheid van archeologische sporen en/of vondsten. De intensiteit van onderzoek is groter dan in de
verkennende fase, bijvoorbeeld door een groter aantal boringen per hectare of door het aanleggen van proefsleuven. Inventariserend veldonderzoek (IVO) ‐ Waarderende fase (STAP 2f) Tijdens de waarderende fase wordt aangegeven of de aangetroffen archeologische vindplaatsen behoudenswaardig zijn. Dat betekent dat de aard, omvang, datering, conservering en inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats(en) wordt vastgesteld. Wanneer de waardering van de archeologische resten laag is, hoeft geen verder archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het plangebied wordt 'vrijgegeven'. Wanneer de resten behoudenswaardig zijn, wordt in eerste instantie behoud in situ (ter plekke in de bodem) nagestreefd. Wanneer dit door de voorgenomen ontwikkelingen niet mogelijk is, wordt vervolgonderzoek uitgevoerd in de vorm van een opgraving of archeologische begeleiding. Vaak wordt deze fase gecombineerd uitgevoerd met het inventariserend veldonderzoek karterende fase. Opgraving (STAP 5c) Wanneer door de toekomstige ontwikkelingen aanwezige archeologische resten in de bodem niet behouden kunnen worden, wordt een opgraving uitgevoerd. Tijdens de opgraving worden archeologische resten gedocumenteerd, gefotografeerd en bestudeerd. Hierdoor wordt informatie over het verleden zo goed mogelijk vastgelegd en behouden. Plan van Aanpak (PvA) (STAP 2a) Voor een booronderzoek is een Plan van Aanpak (PvA) noodzakelijk. Het PvA beschrijft hoe het veldwerk wordt uitgevoerd en uitgewerkt. Programma van Eisen (PvE) (STAP 2d of 5a) Voor het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek ‐ proefsleuven, archeologische begeleiding of opgraving is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk. Het PvE beschrijft het doel, vraagstelling en uitvoeringsmethode van het archeologisch onderzoek. Dit document wordt beschouwd als basisdocument voor archeologisch veldonderzoek waarmee de inhoudelijke kwaliteit gewaarborgd wordt. Het PvE wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag (gemeente, provincie of het rijk). Quickscan In een quickscan wordt geïnventariseerd of en waar archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Selectieadvies (STAP 3) In het selectieadvies wordt op archeologisch inhoudelijke argumenten het advies gegeven welke delen van het plangebied vrijgegeven kunnen worden voor verdere ontwikkeling en welke delen behouden of opgegraven moeten worden. Selectiebesluit (STAP 4) De bevoegde overheid (gemeente, provincie of soms het rijk) geeft op basis van het selectieadvies aan welke maatregelen genomen worden. De bevoegde overheid kan van het selectieadvies afwijken indien zij dat nodig acht. Veldkartering Bij een veldkartering wordt het plangebied systematisch belopen om archeologische oppervlaktevondsten te verzamelen.
Bijlage 3a: AMK‐terreinen uit ARCHIS II
projectnr. 237826 Archeologisch Rapporten Oranjewoud 2011/94
monumentnr. 850 waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 30F 001
complextype
provincie Zuid‐Holland plaats Leiden toponiem Roomburgpolder; Meerburgerpolder; Roomb coordinaten 95480
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
complextype
gemeente Leiden 462754
Grafveld, onbepaald
datering van
Kampdorp
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
complextype
Kanaal
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
complextype
Klooster(complex)
datering van
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
complextype
Legerplaats
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
complextype
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
monumentnr. 3069 waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 30F 002
complextype
provincie Zuid‐Holland plaats Leiden toponiem Centrum; De Burcht coordinaten 93766
datering tot
Middeleeuwen laat A: 1050 ‐ 1250 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 ‐ 1250 nC
complextype
gemeente Leiden 463796
Motte/kasteelheuvel/vliedberg
datering van
Stad
datering van
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Nieuwe tijd: 1500 ‐ 1950
monumentnr. 3176 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 30H 003
complextype
provincie Zuid‐Holland plaats Leiden
Havezathe/ridderhofstad
datering van
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
gemeente Leiden toponiem Knotterpolder; Cronestein coordinaten 93675
461829
monumentnr. 3180 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 30H 007
complextype
provincie Zuid‐Holland plaats Voorschoten gemeente Voorschoten toponiem Leidseweg; Vredenhoef coordinaten 91775
460999
Pagina 1 van 2 ARCHIS: Terreinen met archeologische status
Havezathe/ridderhofstad
datering van
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
projectnr. 237826 Archeologisch Rapporten Oranjewoud 2011/94
monumentnr. 4038 waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 30F 013
complextype
provincie Zuid‐Holland plaats Leiden toponiem Room‐ of Meerburgerpolder; Roomburg coordinaten 94824
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
complextype
gemeente Leiden 462154
Klooster(complex)
datering van
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
monumentnr. 15377 waarde Terrein van hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 30H 012
complextype
provincie Zuid‐Holland plaats Leiden
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
Romeinse tijd midden: 70 ‐ 270 nC
Middeleeuwen: 450 ‐ 1500 nC
gemeente Leiden toponiem Oostvlietpolder coordinaten 92491
460926
monumentnr. 16872 waarde Terrein van zeer hoge archeologische waarde kaartblad + volgnr. 30F 042
complextype
provincie Zuid‐Holland plaats Onbekend toponiem Roomburgpolder; Meerburgerpolder; Roomb coordinaten 95218
datering tot
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
complextype
gemeente Leiden 462756
Legerplaats
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
complextype
Pagina 2 van 2 ARCHIS: Terreinen met archeologische status
Klooster(complex)
datering van
Nederzetting, onbepaald
datering van
datering tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Bijlage 3b: Waarnemingen uit ARCHIS II
projectnr.
237826 Archeologische Rapporten Oranjewoud
2011/94
waarnemingsnr. 122 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Bronstijd laat: 1100 ‐ 800 vC
IJzertijd midden: 500 ‐ 250 vC
gemeente Leiden
Onbekend
toponiem LEIDEN coordinaten
93000
463000
vondstomstandigheden Niet‐archeologisch: onbepaald OM‐nr. ‐1 vondstdatum 9999 waarnemingsnr. 7945 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
gemeente Leiden toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94100
462870
Nederzetting, onbepaald
Romeinse tijd midden: 70 ‐ 270 nC
Romeinse tijd midden: 70 ‐ 270 nC
Romeinse tijd midden B: 150 ‐ 270 nC
Romeinse tijd midden B: 150 ‐ 270 nC
vondstomstandigheden Niet‐archeologisch: onbepaald OM‐nr. ‐1 vondstdatum 20‐07‐1982 waarnemingsnr. 8099 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
Onbekend
Onbekend
gemeente Leiden toponiem BREESTRAAT coordinaten
93000
Nederzetting, onbepaald
463000
vondstomstandigheden Archeologisch: opgraving OM‐nr. ‐1 vondstdatum 1977 waarnemingsnr. 8591 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
gemeente Leiden
Onbekend
toponiem WITTE SINGEL coordinaten
94000
463000
vondstomstandigheden Niet‐archeologisch: onbepaald OM‐nr. ‐1 vondstdatum 9999 waarnemingsnr. 8654 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 ‐ 1050 nC
gemeente Leiden
Nederzetting, onbepaald
toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94080
461780
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM‐nr. ‐1 vondstdatum 29‐06‐1982 waarnemingsnr. 8655 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 ‐ 1050 nC
gemeente Leiden toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94150
461740
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM‐nr. ‐1 vondstdatum 29‐06‐1982
Pagina 1 van 4 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
Nederzetting, onbepaald
projectnr.
237826 Archeologische Rapporten Oranjewoud
2011/94
waarnemingsnr. 8656 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 ‐ 1250 nC
gemeente Leiden
Nederzetting, onbepaald
toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94360
461700
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM‐nr. ‐1 vondstdatum 29‐06‐1982 waarnemingsnr. 8657 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
gemeente Leiden
Nederzetting, onbepaald
toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94500
461560
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM‐nr. ‐1 vondstdatum 29‐06‐1982 waarnemingsnr. 8658 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Middeleeuwen vroeg: 450 ‐ 1050 nC
gemeente Leiden
Nederzetting, onbepaald
toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94550
461660
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM‐nr. ‐1 vondstdatum 29‐06‐1982 waarnemingsnr. 8659 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
gemeente Leiden
Nederzetting, onbepaald
toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94600
461560
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM‐nr. ‐1 vondstdatum 29‐06‐1982 waarnemingsnr. 8660 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
gemeente Leiden
Nederzetting, onbepaald
toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94680
461480
vondstomstandigheden Archeologisch: (veld)kartering OM‐nr. ‐1 vondstdatum 29‐06‐1982 waarnemingsnr. 8661 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 ‐ 1250 nC
Middeleeuwen laat A: 1050 ‐ 1250 nC
gemeente Leiden toponiem CRONESTEINSE POLDER coordinaten
94380
461350
vondstomstandigheden Niet‐archeologisch: onbepaald OM‐nr. ‐1 vondstdatum 07‐1983
Pagina 2 van 4 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
type vindplaats
Nederzetting, onbepaald
Onbekend
datering van
tot
Onbekend
Onbekend
projectnr.
237826 Archeologische Rapporten Oranjewoud
2011/94
waarnemingsnr. 16884 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Onbekend gemeente Leiden
Onbekend
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
toponiem LEIDEN coordinaten
93000
463000
vondstomstandigheden Onbekend OM‐nr. ‐1 vondstdatum 9999 waarnemingsnr. 24249 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd midden: 70 ‐ 270 nC
Romeinse tijd midden: 70 ‐ 270 nC
gemeente Leiden
Onbekend
toponiem LAMMENSCHANSBRUG coordinaten
93380
461800
vondstomstandigheden Niet‐archeologisch: graafwerk OM‐nr. ‐1 vondstdatum 1959 waarnemingsnr. 24260 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Middeleeuwen vroeg C: 725 ‐ 900 nC
Middeleeuwen vroeg C: 725 ‐ 900 nC
gemeente Leiden
Onbekend
toponiem CRONESTEYN coordinaten
93680
461820
vondstomstandigheden Onbekend OM‐nr. ‐1 vondstdatum 1954 waarnemingsnr. 57812 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Neolithicum: 5300 ‐ 2000 vC
Nieuwe tijd C: 1850 ‐ heden
IJzertijd: 800 ‐ 12 vC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
gemeente Leiden toponiem DELFTSE JAAGPAD/VLIETPOORT coordinaten
93200
Onbekend
461700
vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM‐nr. ‐1 vondstdatum 01‐07‐2002 waarnemingsnr. 138565 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
gemeente Leiden
Basiskamp/‐nederzetting
toponiem OOSTVLIETPOLDER coordinaten
92750
461500
vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM‐nr. ‐1 vondstdatum 02‐04‐1999 waarnemingsnr. 403847 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
tot
Romeinse tijd: 12 vC ‐ 450 nC
Nieuwe tijd: 1500 ‐ heden
Nieuwe tijd B: 1650 ‐ 1850 nC
Nieuwe tijd C: 1850 ‐ heden
gemeente Leiden toponiem Lorenzschool, Van Vollenhovenkade 19 coordinaten
94457
462662
vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM‐nr. 8143 vondstdatum 29‐11‐2004
Pagina 3 van 4 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
Nederzetting, onbepaald
projectnr.
237826 Archeologische Rapporten Oranjewoud
2011/94
waarnemingsnr. 411959 bron ARCHIS
type vindplaats
plaats Leiden
datering van
Onbekend tot
gemeente Leiden
Paleolithicum: tot 8800 vC
Nieuwe tijd C: 1850 ‐ heden
toponiem Cronensteinpark/Heinekenpad
IJzertijd: 800 ‐ 12 vC
Middeleeuwen laat: 1050 ‐ 1500 nC
coordinaten
94435
462059
vondstomstandigheden Archeologisch: booronderzoek OM‐nr. 21099 vondstdatum 07‐03‐2007
Pagina 4 van 4 ARCHIS: Archeologische waarnemingen
Bijlage 4: Boorprofielen
Legenda (NEN 5104 en ASB)
laaggrens (wordt bepaald voor de ondergrens van de beschreven laag)
£ D E
< 0,3 cm
scherpe overgang
0,3 - < 3 cm
overgang geleidelijk
> 3 cm
diffuse overgang
amorfiteit veen (veraardheid)
? A @
zwak amorf niet tot zwak veraarde resten matig amorf structuur nog zichtbaar sterk amorf
sterk veraard, structuurloos
gezeefd traject
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 001 X:
Boring: 002 Y:
X: 93774,18 berm Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, resten planten, grijsbruin, droge bovengrond
0
0
-25
25
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs
50
Y:
0
-25
25
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs
75
-80
Zand, matig fijn, kleiïg, brokken klei, resten planten, sporen roest, matig schelphoudend, lichtbruin
100
125
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, brokken klei, matig roesthoudend, bruingrijs -175
175
-80
Zand, matig fijn, kleiïg, brokken klei, resten planten, sporen roest, matig schelphoudend, lichtbruin
100
125
-130
150
Klei, matig zandig, sterk schelphoudend, resten planten, donkergrijs, komklei?
200
-130
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, brokken klei, matig roesthoudend, bruingrijs
150
-175
175
Klei, matig zandig, sterk schelphoudend, resten planten, donkergrijs, komklei?
200 -210
-210
Boring: 003
0
Boring: 004 Y:
462055,69 0 -10
tegel Volledig tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbruin, opgebracht
25
50
75
berm Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, resten planten, grijsbruin, droge bovengrond
50
75
X: 93733,22
462034,41 0
X: 93745,89 0
Y:
462049,7 0 -10
tegel Volledig tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs, opgebracht?
25
50 -70 -75
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs, gestaakt op beton
75
-75
Zand, matig fijn, kleiïg, brokken klei, matig schelphoudend, grijsblauw
100
125
-125
Klei, matig siltig, zwak baksteenhoudend, grijs, ba1 in top
150
175
200
-200
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 005 X:
Boring: 006 Y:
X: 93805,28 tegel Volledig tegel
0
0
-10 -15
Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin, cunetzand
25
Y:
0
50 -60
75 -95
100
-15
125
-150
175
50
Klei, zwak zandig, zwak humeus, zwak roesthoudend, zwak baksteenhoudend, sporen planten, neutraalbruin
75 -95
100
Klei, matig siltig, matig roesthoudend, resten schelpen, licht grijsbruin, in top ba6
125
150
Zand, zeer fijn, kleiïg, sporen roest, bruingeel, kleiig zand of zandige klei
175
Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak schelphoudend, resten hout, resten planten, grijs
-150
-200
200
Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak schelphoudend, resten hout, resten planten, grijs
225 -240
Zand, zeer fijn, kleiïg, matig schelphoudend, resten planten, resten hout, donkergrijs, sterk kleiig zand
250
275
Zand, zeer fijn, kleiïg, matig schelphoudend, resten planten, resten hout, donkergrijs, sterk kleiig zand
250
275
-300
300
-300
300
Boring: 007
Boring: 008 Y:
462072,21 0 -10
tegel Volledig tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingrijs, opgebracht
25
X: 93734,57 0
25
Y:
462055,08
-10
tegel Volledig tegel
-25
Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbruin, opgebracht
0
Zand, matig fijn, matig siltig, sterk roesthoudend, donkergrijs, gestaakt op beton
-40
50
Klei, matig siltig, matig roesthoudend, resten schelpen, resten hout, resten planten, bruingrijs Zand, zeer fijn, kleiïg, sporen roest, bruingeel, kleiig zand of zandige klei
-240
0
Klei, zwak zandig, zwak humeus, zwak roesthoudend, zwak baksteenhoudend, sporen planten, neutraalbruin
-135
225
X: 93722,39
Klei, matig zandig, matig roesthoudend, brokken klei, bruingrijs, verstoord
-60
Klei, matig siltig, matig roesthoudend, resten schelpen, resten hout, resten planten, bruingrijs
-200
200
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs, opgebracht?
-40
-135
150
Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin, cunetzand
25
Klei, matig zandig, matig roesthoudend, brokken klei, bruingrijs, verstoord
Klei, matig siltig, matig roesthoudend, resten schelpen, licht grijsbruin, in top ba6
tegel Volledig tegel
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs, opgebracht?
-40
462055,36 0
-50
Klei, sterk zandig, sterk roesthoudend, sporen schelpen, bruingrijs, gestaakt op baksteen
50
75
-75
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 011 X: 93818,99
Boring: 012 Y:
462081,35 tegel Volledig tegel
0
0
-10 -15
Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin, cunetzand
25
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindhoudend, matig schelphoudend, matig puinhoudend, grijsbruin, geroerd
50
75
X: 93838,76
Y:
462083,01 0
0
25
bosgrond Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen wortels, sporen planten, bruin, gestaakt: ondoordringbaar
-50
50
-80
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, bruingrijs, intact
100 -120
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, resten planten, neutraalgrijs, kiezels, loopt leeg vanaf 2m
125
150
175
-200
200
Boring: 013 X: 93854,72 0
Boring: 014 Y:
462093,06 0 -5
25
50
gras Klei, zwak zandig, matig humeus, brokken veen, bruingeel, A Klei, matig zandig, sporen baksteen, licht grijsbruin, verstoord
-50
-65
75 -90
Klei, sterk zandig, sporen schelpen, sporen roest, neutraalgrijs Klei, matig siltig, zwak humeus, sporen schelpen, matig roesthoudend, grijsbruin
X: 93721,08 0
Y:
462086,02 0 -10
tegel Volledig tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsbruin, opgebracht
25
50
75
-70 -75
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs, gestaakt op beton
Klei, matig zandig, matig roesthoudend, neutraalgrijs
100 -115
125
-125
-140
150 -160
Klei, zwak zandig, zwak baksteenhoudend, zwak houtskoolhoudend, grijs Klei, matig siltig, sterk plantenhoudend, grijsblauw Klei, zwak siltig, matig plantenhoudend, grijsblauw
175
200
Klei, zwak zandig, sterk humeus, donker zwartgrijs
-200
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 015 X: 93729,21
Boring: 016 Y:
462037,83
0
25
X: 93766,88
-10
tegel Volledig tegel
-30
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, bruinbeige, opgebracht
25
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak roesthoudend, licht bruingrijs
50
0
50
Y:
462090,63 tegel Volledig tegel
0
0
-10 -15
Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin, cunetzand Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, brokken klei, licht grijsbruin, geroerd
-60 -65
75
Zand, uiterst fijn, kleiïg, brokken klei, matig roesthoudend, matig schelphoudend, donkergrijs
75
100
Klei, zwak zandig, matig humeus, resten puin, matig schelphoudend, resten baksteen, donkergrijs
100
-70
125
Zand, zeer grof, zwak siltig, laagjes klei, matig roesthoudend, zwak schelphoudend, lichtbeige
-90
-115 -125
125 -145
150 -170
Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak schelphoudend, grijsblauw, vettige klei, komklei?
Boring: 017 X: 93779,2 0
462092,17 0
25
75
-50
-80
100 -110
125
-130 -140
150
berm Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, A Klei, sterk zandig, zwak humeus, sporen puin, zwak baksteenhoudend, sterk wortelhoudend, zwak houthoudend, grijsbruin, verstoord Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak roesthoudend, matig wortelhoudend, grijs Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, sterk wortelhoudend, sporen roest, brokken klei, grijs Klei, sterk siltig, sterk humeus, zwak schelphoudend, sterk baksteenhoudend, zwak zandhoudend, donkerbruin, nivo me? Klei, matig siltig, sterk roesthoudend, grijsbeige Klei, matig siltig, neutraalgrijs
175
200
Klei, zwak zandig, sterk humeus, matig veenhoudend, zwak schelphoudend, zwart Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken klei, matig schelphoudend, matig plantenhoudend, grijszwart, gestaakt ivm water en inloop
Boring: 020 Y:
-10
50
-150
150
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, resten planten, neutraalgrijs
-200
X: 93856,1 0
Y:
462102,56 0 -5
-20
25 -40
tegel Volledig tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingeel, opgebracht Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbruin Klei, zwak zandig, sterk roesthoudend, bruin
50 -70
75
100
Klei, sterk zandig, zwak humeus, bruin
-105
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs, verstoord: piepschuim 125
-130
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijsbruin 150
-150
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, resten planten, neutraalgrijs
175
200
-200
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 024 X: 93773,6
Boring: 025 Y:
462122,76 berm Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, A
0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, sporen schelpen, sterk wortelhoudend, matig keienhoudend, grijsbruin, verrommeld
25
-50
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak schelphoudend, resten wortels, resten planten, licht grijsbruin, verrommeld
-65
75
-80
X:
Y: berm Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, A
0
0
-25
25
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig keienhoudend, brokken klei, sporen schelpen, grijs, verstoord
50
-75
75
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, licht grijsbruin
-95 -100
100
125 -135
150 -165
175
-200
200
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak plantenhoudend, licht grijsbruin
0
-120
125
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, brokken klei, donkergrijs
150
Klei, matig siltig, sterk humeus, resten planten, resten veen, zwak schelphoudend, zwak baksteenhoudend, bruingrijs
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, neutraalgrijs Zand, matig fijn, zwak siltig, donkergrijs
-140
-175
175
Klei, matig siltig, sterk humeus, sporen riet, sporen baksteen, donkerbruin Klei, matig siltig, matig humeus, zwak riethoudend, sterk wortelhoudend, lichtbruin, gestaakt op wortels
Klei, matig siltig, zwak schelphoudend, grijs
Boring: 031 Y:
462106,72 0
25
50
-110
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs
Boring: 027 X: 93849,96
100
-50
gras Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, matig puinhoudend, bruin, gestaakt op puin
X: 93766,07 0
Y:
462132,22 0
berm Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, A
-20
25
50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak roesthoudend, resten planten, grijs
75
100
125
-105
Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak schelphoudend, resten planten, grijs -130 -140
150
Zand, matig fijn, zwak siltig, resten planten, matig roesthoudend, grijsbruin, verstoord
-150
Klei, matig siltig, sterk roesthoudend, grijsbeige Klei, zwak siltig, sterk humeus, zwak schelphoudend, resten planten, donker grijsbruin, top venig. gestaakt op teruglopend zand
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 033 X: 93817,72
Boring: 034 Y:
462146,58 tegel Volledig tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, brokken roest, licht grijsbruin, opgebracht
25
X: 93837,28
Y:
462145,64 tegel Volledig tegel
0
0
-10
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, matig schelphoudend, sporen grind, grijsbruin
25
-45
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, zwak plantenhoudend, brokken klei, licht grijsbruin
50
-75
75
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, resten planten, donkergrijs
-85
100 -110
125
-130
150 -160
Klei, matig siltig, sterk humeus, resten planten, zwak schelphoudend, brokken veen, donker grijsbruin, top venig Klei, matig siltig, matig humeus, zwak baksteenhoudend, resten planten, zwak schelphoudend, donkergrijs
200
Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak baksteenhoudend, resten planten, zwak schelphoudend, grijsblauw, top baksteenspikkels
225
Klei, matig siltig, sterk humeus, resten hout, resten planten, donker grijsbruin, veel hout
175
-230
50 -70
75
Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen schelpen, zwak roesthoudend, brokken veen, licht grijsbeige, beddingafzetting
-85
100 -115
125
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs, beddingafzetting
-130
Veen, sterk kleiïg, neutraalbruin -140 -150
150
Klei, zwak zandig, zwak humeus, zwak baksteenhoudend, zwak veenhoudend, bruingrijs, vondslaag? (me nivo) Klei, sterk siltig, sterk baksteenhoudend, grijs, gestaakt op baksteen
Klei, matig siltig, matig humeus, matig schelphoudend, zwak houthoudend, grijs
250
275
-300
300
Boring: 035 X: 93853,04 0
Boring: 037 Y:
462136,13 0
25 -35
50 -60
75
berm Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, resten planten, resten wortels, matig puinhoudend, zwak schelphoudend, donkerbruin, geroerd Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, resten baksteen, brokken klei, bruingrijs, geroerd Zand, matig fijn, zwak siltig, resten schelpen, grijsbruin
100
X: 93704,4 0
Y:
462165,88 0 -10
25
-30
tegel Volledig tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak plantenhoudend, licht grijsbruin, opgebracht/verstoord Zand, matig fijn, matig siltig, sterk humeus, matig grindhoudend, zwak wortelhoudend, donkerbruin, A, verstoord
50
75
100 -115
125
150
125
-150
Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak schelphoudend, zwak roesthoudend, sterk puinhoudend, resten planten, bruingrijs, gestaakt op baksteen, vondstlaag?
150
-150 -160 -170
175 -185
200
-200
Klei, zwak zandig, matig humeus, matig schelphoudend, resten planten, grijsbruin Veen, sterk kleiïg, resten planten, matig schelphoudend, resten riet, donker grijsbruin, top zeer humeus Klei, zwak zandig, sterk humeus, resten riet, resten planten, matig schelphoudend, resten hout, donker bruingrijs, sterk humeus, eind loopt leeg Klei, matig siltig, zwak humeus, matig schelphoudend, grijsbruin, komklei
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 038 X: 93738,18
Boring: 039 Y:
462171,09 tegel Volledig tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak plantenhoudend, brokken roest, licht grijsbruin, opgebracht
25
50
X: 93753,42
Y:
462167,54 0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, resten schelpen, lichtbruin, opgebracht cunetzand
25 -40
50
75
-75
75 Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, zwak plantenhoudend, grijsbruin
100
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, donkergrijs, loop leeg
125
Zand, matig fijn, zwak siltig, resten schelpen, resten baksteen, matig roesthoudend, zwak puinhoudend, licht grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, grijs, steeds grijzer. mariene afzettingen?
-85
100
tegel Volledig tegel, tegel
-110
125
-140
150
150
-155 -165
-170
Klei, matig siltig, sterk humeus, resten schelpen, resten planten, donker grijsbruin
175
-200
200
Boring: 040 X: 93767,77 0
Veen, sterk kleiïg, resten planten, resten hout, resten zand, zwak schelphoudend, donkerbruin
Klei, zwak siltig, resten schelpen, grijs
Boring: 041 Y:
462164,66 0 -10
25 -35
50 -70
75
berm Zand, matig fijn, zwak siltig, resten planten, sterk wortelhoudend, lichtbruin, bv Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sterk wortelhoudend, resten planten, bruin, geroerd Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak schelphoudend, resten planten, licht grijsbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, resten planten, resten hout, grijs, gestaakt vanwege wortels
100
X: 0
Y: 0
berm Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, A
-20
25
50
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak roesthoudend, resten planten, grijs
75
100
-105
Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak schelphoudend, resten planten, grijs
-120
125
-130 -140
150
Zand, matig fijn, zwak siltig, resten planten, matig roesthoudend, grijsbruin, verstoord
-150
Klei, matig siltig, sterk roesthoudend, grijsbeige Klei, zwak siltig, sterk humeus, zwak schelphoudend, resten planten, donker grijsbruin, top venig. gestaakt op teruglopend zand
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 043 X: 93843,3
Boring: 044 Y:
462161,41 tegel Volledig tegel, tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak schelphoudend, licht grijsbruin, verstoord/opgebracht
25 -35
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk puinhoudend, brokken klei, uiterst baksteenhoudend, matig schelphoudend, grijs, ernstig geroerd
50
75
X: 93634,37
Y:
462198,03 0
0
-5
tegel Volledig tegel
25
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk grindhoudend, zwak roesthoudend, resten planten, licht bruingrijs, verstoord
50
Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindhoudend, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, verstoord
-20
-60
75
-80
Zand, matig fijn, matig siltig, sporen schelpen, zwak plantenhoudend, zwak roesthoudend, grijsbruin
-98
100
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak roesthoudend, bruingeel
125
100
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleihoudend, sporen schelpen, brokken roest, grijsoranje
125
-130
-130
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs -150
150
-170
Klei, sterk zandig, matig humeus, zwak schelphoudend, donkergrijs, top humeus, gestaakt op teruglopend zand
Boring: 045 X: 93655,8 0
150
-175
175
Boring: 046 Y:
462196,72 0
-20
25
berm Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, sterk wortelhoudend, donkerbruin, A Zand, matig fijn, sterk siltig, matig keienhoudend, brokken klei, zwak roesthoudend, sporen grind, licht grijsbruin, verstoord
50
75
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak kleihoudend, neutraalgrijs, loopt leeg/vacuum
0
Y: 0 -10
25
-30
Zand, matig fijn, matig siltig, sterk wortelhoudend, sporen schelpen, donkergrijs, verstoord
tegel Volledig tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak plantenhoudend, licht grijsbruin, opgebracht/verstoord Zand, matig fijn, matig siltig, sterk humeus, matig grindhoudend, zwak wortelhoudend, donkerbruin, A, verstoord
50
75
-80
100
X:
100
-110
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak kleihoudend, neutraalgrijs, loopt leeg/vacuum
125
150
125
150
-150 -160 -170
175
-175
175 -185
200
-200
Klei, zwak zandig, matig humeus, matig schelphoudend, resten planten, grijsbruin Veen, sterk kleiïg, resten planten, matig schelphoudend, resten riet, donker grijsbruin, top zeer humeus Klei, zwak zandig, sterk humeus, resten riet, resten planten, matig schelphoudend, resten hout, donker bruingrijs, sterk humeus, eind loopt leeg Klei, matig siltig, zwak humeus, matig schelphoudend, grijsbruin, komklei
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 047 X: 93704,4
Boring: 049 Y:
462181,86 tegel Volledig tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, zwak plantenhoudend, licht grijsbruin, opgebracht
25
X: 93755,77
Y:
462199,85 tegel Volledig tegel, tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen schelpen, brokken klei, lichtbruin, opgebracht cunetzand
25 -35
50
50
75
75
Zand, matig fijn, zwak siltig, resten schelpen, brokken klei, bruingrijs, verstoord -70
Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen schelpen, licht grijsbruin, verstoord
-85 -95
Zand, matig fijn, matig siltig, matig schelphoudend, sporen planten, grijs
100
125
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, grijs, in top ve8kl8
100
125 -140 -150
150
-160 -170
175 -185
-200
200
Klei, zwak zandig, matig humeus, matig schelphoudend, resten planten, grijsbruin Veen, sterk kleiïg, resten planten, matig schelphoudend, resten riet, donker grijsbruin, top zeer humeus Klei, zwak zandig, sterk humeus, resten riet, resten planten, matig schelphoudend, resten hout, donker bruingrijs, sterk humeus, eind loopt leeg Klei, matig siltig, zwak humeus, matig schelphoudend, grijsbruin, komklei
150
-155
-170
175
Veen, sterk kleiïg, matig plantenhoudend, sporen schelpen, donkerbruin Klei, matig siltig, sterk humeus, resten schelpen, resten planten, donker grijsbruin Klei, zwak siltig, resten schelpen, grijs
200
225
250
275
-300
300
Boring: 051 X: 93771,22 0
Boring: 052 Y:
462215,79 0 -10
25
tegel Tegel, tegels Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin, cunetzand
-30
Zand, matig fijn, kleiïg, brokken roest, bruin, verstoord met cunetzand
50
X: 93838,8 0
462181,5 0 -10 -20
25
50
75 -90
-95
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, grijs, beddinzand
125
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak schelphoudend, bruin, cunetzand
-70
Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus, donkergrijs, geulafzetting?
100
tegel Volledig tegel
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijs
-68
75
Y:
100
125
-100
Zand, zeer grof, zwak siltig, sterk humeus, sterk baksteenhoudend, donkerbruin, vondstlaag? Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen schelpen, bruingeel, C
-130
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs, C Klei, sterk siltig, zwak humeus, ZOAB 0/8, donkergrijs
150
150
175
175
200
-200
200
-150
Klei, zwak zandig, donkergrijs
-200
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 054 X: 93600,04
Boring: 055 Y:
462186,32 tegel Volledig tegel
0
0
-5
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak schelphoudend, zwak keienhoudend, zwak roesthoudend, brokken klei, licht bruingrijs, cunetzand
25
50
X: 93620,57
Y:
462200,22 tegel Volledig tegel
0
0
-5
Zand, matig grof, zwak siltig, sterk grindhoudend, licht bruingrijs, verstoord
25 -35
Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindhoudend, brokken klei, brokken veen, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, verstoord
50 -60
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak schelphoudend, matig keienhoudend, resten planten, brokken roest, grijsoranje, gelaagdheid z3 en z4
75
100
-75
75
Zand, matig fijn, sterk siltig, sporen schelpen, zwak plantenhoudend, neutraalgrijs
100
125
125
-130
Klei, sterk siltig, zwak humeus, ZOAB 0/8, donkergrijs -150
150
Klei, matig siltig, matig humeus, resten planten, donkergrijs, top venig
175
-150
150
-165 -175
175
Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak kleihoudend, sporen schelpen, neutraalgrijs Klei, zwak zandig, donkergrijs Klei, matig siltig, neutraalgrijs
-200
200
200
Boring: 057 X: 93662,17 0
Boring: 058 Y:
462207,05 0 -10
25
50
-50 -60
75
-75
100 -110
125
150
-125
-150 -160
175
200
-200
berm Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, resten planten, sterk kleihoudend, donkerbruin, A Zand, matig fijn, sterk siltig, brokken klei, brokken roest, licht grijsbruin, verstoord Klei, sterk zandig, sterk humeus, sterk wortelhoudend, resten planten, zwak keienhoudend, brokken klei, donkergrijs, verstoord
0
25
50
125
Klei, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs
-10
tegel Volledig tegel
-30
Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen schelpen, licht grijsbruin, A, opgebracht
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs, verstoor/opgebracht Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, lichtbruin, verstoord Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, donkergrijs, loopt leeg
Zand, matig fijn, matig siltig, resten schelpen, zwak plantenhoudend, grijs
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, brokken roest, licht grijsoranje
462222,09 0
75
100
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, lichtgrijs
Y:
-70
Klei, matig zandig, matig humeus, matig baksteenhoudend, resten plastic, grijsbruin
Klei, zwak zandig, zwak schelphoudend, grijs -200
X: 93734,27
150
175
200
-200
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 060 X: 93732,92 0
Boring: 061 Y:
462211,09 0 -10
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, lichtgrijs, opgebracht
25
50
tegel Volledig tegel, tegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen schelpen, licht grijsbruin, verstoord
75
X: 93808,49 0
Y:
462180,12 0
25
50 -60
75
-75
-85
100
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, resten schelpen, brokken klei, resten planten, donkergrijs, gestaakt, mogelijk leiding
bosgrond Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, zwak plastichoudend, neutraalbruin, A, verstoord
Klei, zwak zandig, matig humeus, zwak schelphoudend, zwak wortelhoudend, zwak roesthoudend, brokken zand, donkerbruin, verstoord Klei, matig zandig, matig humeus, zwak wortelhoudend, brokken klei, brokken zand, zwak schelphoudend, grijsbruin, verstoord
100
125 -135
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, sporen wortels, neutraalgrijs, loopt leeg
150
175
200
-200
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 062 X: 93806,95 0
25
Boring: 063 Y:
462221,79 0
berm Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, sporen planten, matig schelphoudend, bruin, a
-25
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, matig plantenhoudend, licht grijsbruin
50
X: 93821,38 0
25
Y:
462199,34
-10
tegel Tegel
-25
Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtbruin, cunetzand
0
Zand, matig fijn, kleiïg, brokken klei, matig schelphoudend, zwak roesthoudend, bruingrijs
50 -70
75
Zand, matig fijn, kleiïg, brokken klei, resten plastic, resten schelpen, resten puin, bruingrijs, verstoord
100
75 -90
Klei, matig siltig, sterk humeus, sterk schelphoudend, matig roesthoudend, brokken veen, donkergrijs, restgeulvulling?
100 -115
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, grijs, beddingzand, grondwater vanaf 1,50m loopt leeg
125
150
-150
125
-130 -135
150 -170
175
Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken klei, resten schelpen, grijs Zand, matig fijn, kleiïg, matig humeus, brokken klei, resten schelpen, donkergrijs Klei, zwak zandig, sterk humeus, resten planten, resten baksteen, zwak zandhoudend, brokken houtskool, donkergrijs, top venig. vondstlaag? baksteen va 2,05 m tot 2,15m
200
225 -235
Veen, sterk kleiïg, resten planten, donkerbruin, sterk kleiig veen
250 -260
Klei, matig siltig, sterk humeus, resten planten, resten riet, donkerbruin
275
300
-300
Klei, sterk zandig, laagjes zand, laagjes klei, grijs
325
350
375
400
-400
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 064 X: 93848,95
Boring: 065 Y:
462208,54 tegel Volledig tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak schelphoudend, brokken klei, matig plastichoudend, bruin, verstoord/opgebracht
25
X: 93628,52
Y:
462237,31 tegel Volledig tegel
0
0
-8
25
50
50
75
75
Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, verstoord/opgebracht
-30
Zand, matig fijn, matig siltig, sterk roesthoudend, licht grijsbruin, verstoord/opgebracht -80
Zand, matig fijn, matig siltig, grijsbruin, opgebracht? 100
-100
100
-125
125
-130
Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken veen, neutraalgrijs, beddingzand
-150
150
Klei, zwak zandig, sterk humeus, donkerbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, bruingeel, loopt leeg, grondwater 462221,34
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs -125
125
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijsblauw -150
150
-170
Boring: 066 X: 93647,48 0
Y: 0 -8 -15
tegel Volledig tegel
Boring: 067 X: 93709,77 0
25
Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, brokken klei, licht grijsbruin, verstoord/opgebracht
25
50
Zand, matig fijn, matig siltig, sterk roesthoudend, licht grijsbruin, verstoord/opgebracht
50
Y:
462225,62 0
berm Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, sterk wortelhoudend, resten planten, brokken klei, sporen schelpen, licht bruingrijs, verstoord/opgebracht
-45
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, sporen planten, resten wortels, grijs
-70
75 -90
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, matig roesthoudend, zwak plantenhoudend, grijs
100
125
150
-150
75
100
-100
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, zwak plantenhoudend, neutraalgrijs, loopt vol onderin
125
-130
Zand, matig fijn, kleiïg, matig schelphoudend, zwak roesthoudend, donkergrijs, grondwater
150
-150
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak schelphoudend, grijs, loopt leeg/vacuum
175
200
Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken roest, resten planten, zwak schelphoudend, grijsbruin
-200
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 073 X: 93861,27 0
Boring: 074A Y:
462227,21 0
-20
25
braak Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen schelpen, licht grijsbruin, cunetzand, verstoord Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, grijs, verstoord/opgebracht
50
X: 93699,78 0
Y:
462197,98 0
25 -40
50
-55
100
-80
-100
125
150
Veen, sterk kleiïg, sporen baksteen, donkerbruin
100
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, neutraalgrijs, loopt leeg
125
-150
Veen, sterk kleiïg, resten planten, resten baksteen, resten hout, donkerbruin, vondstlaag rond 2m?
175
75
Klei, zwak zandig, sterk humeus, sporen baksteen, zwak schelphoudend, donkerbruin
150
Klei, sterk zandig, brokken klei, donker grijsbruin, verstoord Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, neutraalgrijs, in top kl8, loopt vol
-70
75
berm Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, matig plastichoudend, bruingrijs, A, verstoord
-150
200
225
250
275
300
-300
Getekend volgens NEN 5104
Projectnr.:237826 Oktober 2011
IVO Lammeschanspark Leiden Schaal: 1:25
Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen Boring: 077 X: 93801,35
Boring: 079 Y:
462245,74 tegel Volledig tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, licht grijsbruin, cunetzand
-20
25
50
X: 93859,86
Y:
462247,95 tegel Volledig tegel
0
0
-10
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijsgeel, cunetzand
-20
25
Zand, matig fijn, matig siltig, brokken klei, matig schelphoudend, lichtbruin, geroerd
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken roest, resten schelpen, matig grindhoudend, grijsbruin
75
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, brokken klei, resten baksteen, licht grijsbruin, op 0,70 m baksteen
-60
75 -90
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, resten hout, grijs
100
100 -120
125
125
-130 -140
-145 -150
150
-160
175 -185
Klei, matig zandig, sterk humeus, matig schelphoudend, zwartgrijs, humeuze laag Klei, zwak zandig, matig humeus, matig schelphoudend, resten planten, grijsbruin Klei, zwak zandig, sterk humeus, resten riet, resten planten, matig schelphoudend, resten hout, donker bruingrijs, sterk humeus, eind loopt leeg
-150
150
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, matig roesthoudend, lichtbruin Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, laagjes klei, donkergrijs Veen, sterk kleiïg, sporen schelpen, resten planten, donker zwartbruin
175 -190
200
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, resten grind, grijs, kiezels
225
Veen, sterk kleiïg, resten planten, resten baksteen, resten hout, donkerbruin, vondstlaag rond 2m?
250
275
-300
300
Boring: 084 X: 93866,91 0
Boring: 087 Y:
462325,67 0 -10
tegel Volledig tegel
25
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, grijsgeel, cunetzand
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, licht grijsbruin, geroerd
-20
X: 93798,73 0
462288,76 0
-40
50 -70
Zand, matig fijn, zwak siltig, sterk schelphoudend, licht grijsbruin
100
berm Zand, matig fijn, zwak siltig, matig schelphoudend, licht grijsbruin, cunetzand
25
-70
75
Y:
75
Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken roest, matig schelphoudend, lichtbruin, geroerd Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken roest, resten schelpen, resten planten, grijs, loopt leeg
100 -120
125
-130
-145
150
Veen, sterk kleiïg, sporen schelpen, sporen baksteen, donkerbruin, in top pl2 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak schelphoudend, donkergrijs
175
200
Zand, matig fijn, zwak siltig, brokken veen, sterk schelphoudend, donkergrijs
125
150
175
-180
-200
Getekend volgens NEN 5104
Kaartenbijlage
237826-ARCHIS IKAW, AMK-terreinen 22781
400137 405230 24202
31631 24219 48265 24074 24220 31045 30331 8101 31634 22145 138762 417020 8553 45548 8544 428459 8653 48274 424040 45549 85478551 32831 408700 45347 23960 8103 8102 415356 60475 24201
48758 400139
24215
Legenda WAARNEMINGEN
419822
MONUMENTEN archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde
400362
418455
428132
32112
95401 / 463756
16884 8099 122
zeer hoge arch waarde, beschermd ONDERZOEKSMELDINGEN
8591
HUIZEN
7945
24077 24078 48775 24063 16872420201 423012 24062 48870 34319 34316 409384 48876 45273 48873 48874 32478
403847
TOP10 ((c)TDN) PLAATSNAMEN PROVINCIES
IKAW zeer lage trefkans lage trefkans
48871
middelhoge trefkans
123034 24221 24216 4038
hoge trefkans
43510 123032 123033
lage trefkans (water) middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water)
24223
411959
water
45346
24249 57812
138565
3176 24260
8654 8655
niet gekarteerd
422681 422683 422685 407998 23219 23218 8656
8658 8657865924253
16819
8660
8661 428682 428684 138566 15377 138567 137667 138568
92222 / 460577
0
500 m N
Archis2
93550
93600
93650
93700
93750
93800
93850
93900
93950
94000
94050
Va n d e r H oe ve n st r a at
93500
32
ad
11
str
35 36
e
37
eg
gk
sw
t/ m
37
38
tn
h
an
str
sc
36
t/ m
31
39 40
gz
41
La
m
m
en
42
eg
42
43
sw
str
gz
an
48
sc
gz
h
t/ m
43
m
m
en
l p
La
54
t/ m
gz
49
462350
i li n
34
462350
Ve
tn
33
str
gz
gz
13
gz
0 t/ m 1
gz
30 k
e
94
lc
hi
o
rT
88
/m 72 t/ m
462300
56 t/ m
78
gz
86
re
ub
l aa
n
E
70
64 t/ m
62
80 t/ m
gz gz
str at en st r a To m a t
E
087
E
fi e
14
ts
e
ns
2
t al
li n
Sp
g
!
o or b
a an
Le
i de
str
-A
l ph
en a. d.
Ri
jn
61
G 59
14
5a
n
462300
tn
M
gz
51
49
47
45
1 m t/ 9 14
5
53
55
084
E
str
14
!
1
1
63
E
14
55
tn
E
4
E
14
57
gz
eg sw h an sc en mm
eg
La
13
t/ 2
19
La
18
4a
mm
9
4
046
m t/ 3 21
!
E
037
039
!
13
!
!
6
Ka
!
040
n aa
l pa
rk
E gz
043
!
!
gz
mm
23
5
La en sc h an sp
13
!
8
015
E
025
!
str
E
13 8c
027
!
eg sw sc
h an
017
016
en mm
eg
La
sw h an sc en mm
13
8d
8e
gz
gz
16
011 E
!
R ij
Sc n-
hi e
ka
na
al
020
!
Cr
E
on
e e st
in pa
d
3
013
012
!
007
/m 5t
1 56
gz
!
!
3
La
13
!
E
!
!
da vi nc i c ol l eg e
13
!
4
014
gz
gz
!
E
sch o ol
gz
gz
024
!
E
035
!
E
gz
9
031
E
!
15
k a r
E
gz
034
033
rk
t/
m
l pa
2
n aa
E
Ka
29
gz
052
E
E
462100
gz
!
E
038
462250
!
061
047
!
str
!
063
!
!
13
en
m
sc
1
95
h an
sw
!
049
074A
E
!
064
tn
str
462200
9 18 95 1 m t/ 9 18
462200
045
E
044
!
!
!
!
E
2
!
051
E
14 0
055
!
057
!
str
462150
!
060
062
E
gz
073
462100
m
1
95
2a
054
E
gz
7
13
!
t/
058 E
!
!
E
!
15
95 1 m 18
9
2
t/
066
13
tn
rk
7
067
E
l pa
14
18
9
t/
!
E
aa
14 3
71 1 m t/ 5 16 95 m
1
18
9
t/
m
1
95
065
gz
462150
077
1
E
n
079
5
462250
15
7
t/
m
Ka
E
gz
462050
0
gz
!
!
!
001
!
gz
17
Ka
n aa
lw
eg
R ij
tn
16 16 16
gz
hi e
ka
na
al
16 16
50 m
5
6
C
7
r on
e
st
e
in
pa
C0
17-10-2011
NR
DATU M
CONCEPT
(ABC) WIJZIGING
gz
OPDRACHTGEVER
17
2
P.C.Teekens
Vervallen (i.v.m. bebouwing en/of leidingen) 17
str
6
C
r on
e
st
e
G. Sophie
str
A3
BLAD IN BL ADEN
gz
1 IN 1
gz
KAARTNUMMER
Boorpuntenkaart
3
str
WIJZ.NR
237826-S1
KAARTTITEL
C0
gz
gz str
STATUS
concept
bo s
93550
FORMAAT
gz
gz
7
Plangebied
gz
PROJECTLEIDER
BO + IVO Lammenschans Leiden
yn
SCHAAL
1:1.500
str
gz
PROJECTOMSCHRIJVING
4
5
str
GIS SPECIALIST
VORM Ontwikkeling
8
9
GET.
d
17 17
°
str
!
3
Gezet
17
93500
Sc n-
0
gz
17
E
002
1
Legenda !
0
gz
17
462000
006
005
004
93600
93650
93700
93750
93800
gz
gz
93850
93900
93950
462050
14
!!
94000
94050
(pa d naar .mxd fil e)
462000
008 003
gz
93600
93650
93700
93800
93850
93900
93950
94000
94050
94100
141 f
14
Sp
str
Pe
rz ik we
Le i de
16
n
-A
17
l ph e
n
a.
d.
g
18
R
ij n
tn
19 20
6
7d
str
15
aa n
21
8
28a
3 7 35
19 25
36
31
t /m
42
La m
15
41
g
42
ns w
e
43
ch a m
en s
l p
La m
49
t /m
t /m
48
t
40
tn
54
44
tn
45
gz
2 4
gz
47
gz
13 0
gz
48
t/ m 14 2
se
ns t al
Sp
li ng
94 88/ m 47
45
43
41
39
37
35
33
31
t/ 14 9 16 3 m t/ 15 7
g ens cha nsw e Lam m
21 9
046
m t/ 21 3
25
26
038
28
039
( !
( !
31
136
( !
str
gz
Ka
( !
gz
k lp ar naa
gz
( !
( !
Ka
22 9 t/
m
33
23 5
m Lam
26 1
35
ar k nsp cha ens
37
m t/ 26 3 27 7 m t/ 27 1 28 5 m t/ 27 9
ens cha nsw e
g
29 3 m
g ens cha nsw e
30 1 m t/
Lam m
29 5 m
30 9
( !
138 e
t/
027
gz
( !
( !
( !
da vi nc i col l ege
008
462050
14 0
gz
( !! (
011
Legenda
( !
gz
156
Ri jn
gz
gz
002
Ka
lw e naa
g
Ri jn
-S
ek chi
an
aal
str
( !
Cr
o
s ne
te
in
pa
0
d
175
str
176
Cr
o
s ne
te
gz
177
ti jn r st t aa
8
gz
> 101
OPDRACHTGEVER
GIS SPECIALIST
VORM Ontwikkeling
A3
1 IN 1
237826-S2
Boorpunten en verstoringsdiepte
g
FORMAAT
G. Sophie
KAARTNUMMER
gz KAARTTITEL
trek hu t en lw e naa
PROJECTLEIDER
BLAD IN BL ADEN gz
camp in g
1:1.756
gz
gz
gz
gz
GET. SCHAAL
P.C.Teekens
BO + IVO Lammenschans Leiden
bos
Ka
gz
gz
str
gz str
(ABC)
str
WIJZIGING
PROJECTOMSCHRIJVING
WIJZ.NR gz
C0
gz
Po pa ld er
12
CONCEPT str
3
an Pl
t/ m
DATU M
gz gz
gz
gz
str
Plangebied
3
17-10-2011
gz
yn
w.i. u .
51 - 100
C0 NR
°
str str
173
25 - 50
50 m
gz
gz gz
str
168 169
174
172
str
gz
171
Verstoringsdiepte in cm - mv
d
str
( !
( !
pa te in nes
gz
166
gz
aal
( !
167
gz
an
013
165
tn
ek chi
Cr o
170
gz
-S
gz
012
006
005
( !
001
020
( !
( !
004
gz
str t/m 135
163
( !
007
gz gz
025
3
t/
Lam m
014
gz
gz
017
016
g
gz
( !
scho ol
lw e naa
( !
( !
138 d
30 3
035
4
26 9
138
138 c
28 7
( !
( !
015
gz
( !
gz
k lp ar naa
034
033
Ka
gz
159
462150
gz
043
024
li ng
tn
str
052
040
( !
ns t al
gz
( !
( !
29
( !
se
str
str
( !
061
047
( !
064
063
( !
gz
157
g ens cha nsw e Lam m 19 5 m t/ 18 9
21
24
23
134 a
22
134
str a at Ke rs en
27
049
( !
( !
( !
k
143
m t/ 18 9 19 5 m t/ 18 9 19 5 m t/ 18 9 19 5 18 9
t/
m
13 15 17 19
20
462200
18
074A
045
044
ar
gz
( !
( !
( !
lp
140
16
( !
073
na a
147
17 1 m t/ 16 5 19 5 19 5 18 9
t/
m
3
462250
5 7 9 11
14
( !
057
062
( !
051
( !
060
2
132 a
12
462100
n
fi et
5
1
132
10
055
( !
058
( !
( !
gz
462000
R ij
462250
49
8
066
003
461950
l ph en a. d.
462200
51
6
054
067
( !
( !
d
2
te yn nes Cr o
93500
nA
462150
53
4
tn
( !
031
93450
Lei de
145 a
55
m
14 5
57
2
( !
gz
( !
aan
str
079
077
065
tn
( !
54
14 1
Ka
tn
( !
51
n
14 4
G5 9
15 5
084
( !
037
144
oor b
str
61
str a at Ke rs en
tn
gz
aa
gz
str fi et
gz
gz
gz
50 bl
53
087
tn
gz
eu
gz
( !
34
Tr
52
tn
32
ch i or
gz
nst r aa t Tom a te
tn
49 el
462050
462300
0 64 t /m 7
2 56 t /m 6
4 48 t /m 5
6 40 t /m 4
8 32 t /m 3
gz
6 80 t /m 8
8 72 t /m 7
M
k
tn
13 0
gz
462100
18 t /m
tn
46
462300
24
36
g e ns w en s
t /m
t /m
30
r aa
39
462000
t /m
gz
gz
tn
38
gz
m
37 43
str
tn
37
tn
ch a
str
ven st ra at
9 11
34
der H oe
1 5d
7
str
Van
t /m
1 t/ m
33
24
Ap pel st
32
22
9 t/ m
31
20
str
tn
30
18
2 3
5
9a
29
str
16
462350
14
m 16
17 t /m
12
10t /
str
10
12 8
8
gz
27
gka de
gz
tn
26
143
Vei l in
25
28
str
str
tn
2 t/ m
gz
str
24
str
str
str
str
1
23
tn
93550
93600
93650
93700
93750
93800
93850
93900
93950
STATUS
gz
Definitief
str
94000
94050
94100
(pa d naar .mxd fil e)
461950
12
7 t/ m 18
t /m
13
22
462350
t /m
6
str
oo rb
4
gz gz
93750
462400
93550
2
462400
93500 1a
93450
93550
93600
93650
93700
93750
93800
93850
93900
93950
94000
94050
Va n d e r H oe ve n st r a at
93500
32
11
str
35 36
e
eg
37
t/ m
37
str
38
tn
39 40 41
La
m
m
en
gz
42
t/ m
48
eg
Boorpunt met nummer en diepteligging oud maaiveld h
an
gz
m
m
en
l p
La
49
54
t/ m
gz
43
sw
str
sc
gz
462350
sw
ad
an
gk
h
i li n
34
sc
31
42
462350
Ve
43
36
t/ m
Legenda
tn
33
str
Indicatoren gz
1 30 k
94 /m
lc
hi
o
rT
88 80 t/ m
78
re
ub
l aa
n
gz
86
Zwak baksteenhoudend
Zwak baksteen- en houtskoolhoudend
087
Sterk baksteenhoudend
0
14
ts
e
ns
2
t al
li n
Sp
g
o or b
a an
Le
i de
str
n
-A
l ph
en a. d.
Ri
jn
14
5a
61
9
t/
m
1
55
084
str
14
57
55
53
51
49
47
45
1
1
63
( !
130
5
gz
14
G 59
Plangebied
tn
( !
fi e
14
( !
gz
str
at en st r a To m a t
462300
gz
4
( !
( !
e
14
462300
m M
gz
70
64 t/ m
62
t/
72 t/ m
56 t/ m
gz
Geen
( !
0
tn
gz
13
gz
058
18
9
060
95 1 m t/ 9
eg
18
055
13
t/
057
( !
045
0
( !
( !
0 074A
0
046
21
3
t/
m
2
19
La
4a
mm
9
4
18
0 ( 044 !
( !
049
0
( !
( !
0
( !
0
047 037
( !
064 063 061
13
0
( !
0
039
( !
0 040
( !
( !
205
0
052
0
gz
( !
n aa
l pa
rk
gz
0 Ka n aa
( !
Ka
2
gz
5 23
sc h an sp
k a r
0
13
024
8
13
015
8c
( !
135
( !
70
( !
025
( !
eg sw h an sc en mm
sw h an sc en mm La
13 13
8d
8e
gz
gz
( !
007
0
( !
da vi nc i c ol l eg e
50
( !
gz
( !
115
gz
120
gz
gz str
027 0 020 ( 0 !
13
/m 5t
1 56
R ij
Sc n-
hi e
ka
na
al
( !
017 110 0 ( !
Cr
on
e e st
in pa
d
gz
16
011
( !
0
012
3
eg
La
014
035
gz
4
016
sch o ol
130
9
( !
( !
110
rk
t/
m
l pa
en
033
gz
15
034
mm
462150
462250
str
70
043 La
031
462100
tn
str
gz
0
( !
( !
( !
29
6
( !
0 038
0
0
13
en
m
sc
1
95
h an
sw
eg
La
mm
en
sc
h an
sw
462200
0
( !
2
( !
051
0
( !
14 0
054
( !
062
0
str
462200
m
1
95
2a
t/
( !
gz
150
462150
13
( !
0
073
gz
7
95 1 m 18
9
2
t/
066
13
tn
0
rk
15
067
gz
190
( !
3
0
013
( !
462100
0
l pa
14 3
95 1 m t/ 9 95
18
1 m t/ 9 18
( !
( !
aa
7
16
5
t/
1
065
0
( !
n
14
71 m
1
077
079
5
462250
15
7
t/
m
Ka
125
gz
462050
0
001 gz
( !
( !
60 006
( !
60
gz
0
gz
0
002
( !
0
Ka
n aa
lw
eg
R ij
Sc n-
hi e
ka
na
al
17 1 17
0
tn
16
gz
16 16 16 16
C
r on
e
st
e
in
pa
C0
17-10-2011
NR
DATU M
CONCEPT
(ABC) WIJZIGING
gz
OPDRACHTGEVER
17
2 17
P.C.Teekens
17 17
str
6
C
r on
e
st
e
gz
PROJECTLEIDER
FORMAAT
G. Sophie
str
A3
BLAD IN BL ADEN
gz
BO + IVO Lammenschans Leiden
1 IN 1
gz
gz
yn
gz
KAARTNUMMER
7
KAARTTITEL
Boorpunten met aanwezigheid indicatoren en diepteligging
WIJZ.NR
237826-S3
C0
gz
3
gz
str
SCHAAL
1:1.500
str
gz
PROJECTOMSCHRIJVING
4
5
str
GIS SPECIALIST
17 17
GET.
d
VORM Ontwikkeling
8
9
°
str
3
462000
gz
5
6
7
50 m
str
STATUS
definitief
bo s
93500
93550
93600
93650
93700
93750
93800
gz
gz
93850
93900
93950
462050
14
( !
005
125
94000
94050
(pa d naar .mxd fil e)
462000
003 0 0 008 ( 004 (! !
gz
93550
93600
93650
93700
93750
93800
93850
93900
93950
94000
94050
Va n d e r H oe ve n st r a at
93500
32
ad
11
str
35 36
e
37
eg
gk
sw
t/ m
37
h
39 40
m
m
en
gz
41
La
42
eg
43
43
sw
str
h
an
gz
48
sc
t/ m
gz
38
tn
an
str
sc
36
t/ m
31 42
m
m
en
l p
La
54
t/ m
gz
49
462350
i li n
34
462350
Ve
tn
33
str
gz
gz
13
gz
0 t/ m 1
gz
30 k
e
94
lc
hi
o
rT
88
/m
tn
M
gz
72 t/ m
ub
l aa
n
70
64 t/ m
62
78
re
gz
86
gz gz
str at en st r a To m a t
087
fi e
14
ts
e
ns
2
t al
li n
Sp
g
( !
o or b
a an
Le
i de
str
-A
l ph
en a. d.
Ri
jn
61
G 59
14
5a
n
462300
462300
56 t/ m
80 t/ m
49
47
45
1
5
51
m
14
53
14
9
t/
( !
1
1
63
tn
str
14
4
55
55
084
14
57
gz
m t/ 3 21
052
( !
( !
038
037
039
( !
13
( !
Ka
n aa
l pa
6
( !
040
gz
043
( !
( !
Ka n aa
2 m t/ 5 23
sc h an sp
13
8d
8e
gz
eg sw h an La
mm
en
sc
( !
Bodemtype 1c (zand op zandige en siltige klei met veenlaag)
( !
Bodemtype 2a (zandige op siltige klei op zand)
( !
Bodemtype 3a (zandige en siltige klei)
tn
002
Ka
n aa
lw
eg
R ij
Sc n-
hi e
ka
na
al
16 16
16 16
50 m
17 17
in pa
d
°
str
( !
5
6
C
7
r on
e
st
e
in
pa
C0
17-10-2011
NR
DATU M
CONCEPT
(ABC) WIJZIGING
gz
OPDRACHTGEVER
str
6
C
r on
e
st
e
P.C.Teekens
gz
PROJECTLEIDER
FORMAAT
G. Sophie
str
A3
BLAD IN BL ADEN
gz
1 IN 1
gz
gz
gz
KAARTNUMMER
7
WIJZ.NR
237826-S4
KAARTTITEL
Boorpunten met bodemopbouw
C0
gz
3
gz
str
SCHAAL
1:1.500
str
gz
BO + IVO Lammenschans Leiden
yn
str
GIS SPECIALIST
PROJECTOMSCHRIJVING
4
5
GET.
d
VORM Ontwikkeling
8
9
Plangebied
str
STATUS
Definitief
bo s
93500
0
gz
3
Onbekend
e e st
gz
( !
( !
17 17
on
( !
0
gz
17
al
013
1
!
gz
2
na
006
005
004
( !
16
17
ka
3
17
Bodemtype 5a (veen)
( !!
001
gz
hi e
!
( !
Bodemtype 3b (zandige klei met veenlaag/lagen)
( !
003 008
gz
17
Sc n-
gz
0
Bodemtype 2b (zandige klei op zand)
R ij
Cr
012
( !
14
( !
16
011
( !
007
/m 5t
gz
( !
( !
13
1 56
( !
3
eg sw h an sc en mm La
Bodemtype 1c (zand op zandige en siltige klei)
Bodemtype 4 (zand)
027 ! 020
4
462100
8c
( !
( !
str
017
016
da vi nc i c ol l eg e
!
13
Bodemtype 1b (zand op siltige klei en veenlaag)
014
gz
gz
( !
sch o ol
gz
( !
( !
( !
( !
9
Bodemtype 1b (zand op siltige klei)
15
k a r
462150
en
8
( !
gz
035
025
015
13
Bodemtype 1a (zand op zandige klei)
( !
gz
024
( !
( !
033
rk
034
mm
13
( !
gz
( !
031
gz
462050
gz
l pa
La
Legenda
Bodemopbouw
462000
462250 462200
rk
29
( !
gz
462150
sc en mm
2
19
La
4a
047
( !
gz
061
93550
93600
93650
93700
93750
93800
gz
gz
93850
93900
93950
462050
eg sw h an
95 1 m t/
( !
94000
94050
(pa d naar .mxd fil e)
462000
eg sw h an sc en mm La
4
046
str
( !
063
( !
( !
13
9
064
049
074A
( !
( !
13
18
( !
tn
str
7
18 95 1 m t/ 9 18
462200
045
044
( !
( !
2
( !
057
( !
14 0
055
( !
051
( !
060
9
t/
m
1
95
2a
054
( !
str
15
13
( !
062
058
( !
gz
073
7
95 1 m t/ 9 95
18
1 m t/ 9 18 95 1 m 18
9
2
t/
066
13
tn
gz
14
067
rk
462100
16
5
t/
1
( !
l pa
( !
( !
gz
aa
14 3
71 m
1
077
065
n
079
5
462250
15
7
t/
m
Ka
93500
93550
93600
93650
93700
93750
93800
93850
93900
93950
94000
94050
gz
gz
13
gz
0 t/ m 1
gz
30
M
94
k
e
gz
88
/m
tn
72 t/ m
o
rT
re
ub
l aa
n
gz
86
70
64 t/ m
62
78
hi
gz gz
str at en st r a To m a t
fi e
14
ts
2
e
ns
t al
li n
Sp
g
o or b
a an
Le
i de
str
-A
l ph
en a. d.
Ri
jn
61
G 59
14
5a
n
462300
462300
56 t/ m
80 t/ m
lc
57
55
53
51
49
47
45
5
gz
55
14
str
1
14
9
t/
m
1
14
63
4
1
14
tn
aa
l pa
rk
462250
n
m
1
71
462250
15
7
t/
m
Ka
16
5
t/
1
95 18
9
t/
m
1
18
9
t/
m
1
95
gz
gz
str
14 3
m 18
9
t/
2
tn
tn
str
13
1
95
gz
5
1
95
18
9
t/
m
1
2a
95
13
m
7
t/
462200
sw
eg
La
mm
en
sc
h an
sw
462200
eg
18
14
9
14 0
str
13
mm
19
La
4a
18
13
4
9
t/
en
m
sc
1
95
h an
2
gz gz
n aa
l pa
rk
21
3
t/
m
2
Ka
gz
13
Ka
2 5
rk
t/
m
l pa
mm
23
La
1
en
26
sc h an sp
gz
15
k a r
9
462150
29
n aa
462150
15
7
6
gz
gz
gz
13
gz
8
gz
gz
13 8c
R ij
Sc n-
hi e
ka
na
al
h an
sw
eg
4
sc
Cr
mm
en
sch o ol
on
e e st
in pa
d
gz
h an
sw
eg
La
16
da vi nc i c ol l eg e
3
13
La
mm
en
sc
462100
/m 5t
462100
str
13
1 56
13
8d
8e
gz
3
gz
gz
462050
0
gz
462050
14
gz
gz
Ka
n aa
lw
eg
R ij
Sc n-
hi e
ka
na
al
str
gz 17 1 16 16 16 16 16
C
8
9
e
st
e
in
pa
d
0
17
2 17 17
Legenda
17
37,5 m gz
4
5
str
6
C
r on
e
st
e
yn
C0
17-10-2011
NR
DATU M
CONCEPT
gz
WIJZIGING
OPDRACHTGEVER
VORM Ontwikkeling
3
Huidige bebouwing
gz
Lage verwachtingswaarde - vrijgeven
Ka
gz
G. Sophie
A3
1 IN 1
KAARTNUMMER
KAARTTITEL
WIJZ.NR
237826-A
gz
Verwachtings- en advieskaart
eg
FORMAAT
BLAD IN BL ADEN gz
ca mp in g tre kh u tte n
lw
1:1.500
PROJECTLEIDER
gz
BO + IVO Lammenschans Leiden
gz
gz
SCHAAL
P.C.Teekens
str
bo s
str
GET. GIS SPECIALIST
PROJECTOMSCHRIJVING
Plangebied
(ABC)
str gz
gz
gz
gz
7
str
n aa
° str
str gz
17 17
461950
r on
3
462000
gz
5
6
7
C0
gz
STATUS
Po
Definitief l de
rp
ad
93500
93550
93600
93650
93700
93750
93800
93850
462000
0
tn
93900
93950
94000
94050
(pa d naar .mxd fil e)
461950
17
gz