Bureauonderzoek en Karterend Booronderzoek Archeologie Plangebied De Overtuin, Landgoed Rozenhagen Rozenhagelaan 18A te Velp Gemeente Rheden
Opdrachtgever Buro Omgeving ir. J. van der Valk Velperweg 157 • 6824 MB Arnhem Postbus 2033 • 6802 CA Arnhem tel +31 (0)26 443 26 63
[email protected] Projectnummer
140849 Kenmerk EKU/DIR/HAMA/140849
Eindredactie/kwaliteitscontrole
Drs. E.E.A. van der Kuijl
© Hamaland Advies Vof, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem, t. 06-51873933
Paraaf
Datum
02-02-2015
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Colofon Opdrachtgever
ir. J. van der Valk, Buro Omgeving
Project
Bureauonderzoek en Karterend Booronderzoek Archeologie Plangebied Rozenhagelaan 18A te Velp
Projectnummer
140849
Titel
Bureauonderzoek en Karterend Booronderzoek Archeologie Plangebied Rozenhagelaan 18A te Velp, Gemeente Rheden
Datum en versie
02-02-2015, versie 2.1 (definitief)
Auteurs
Ing. R. de Graaf en drs. E.E.A. van der Kuijl
Kwaliteitscontrole
Drs. E.E.A. van der Kuijl
Afbeelding voorzijde:
Satellietfoto van het plangebied. Bron: Maps.Google.nl/Buro Omgeving
© Hamaland Advies Vof, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem, t. 06-51873933
2 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Inhoud Samenvatting................................................................................................................................... 4 1.
2
3
4
Inleiding.................................................................................................................................... 6 1.1
Inleiding en onderzoekskader ......................................................................................... 6
1.2
Doel en vraagstelling van het bureauonderzoek en booronderzoek .............................. 7
1.3
Werkwijze Bureauonderzoek .......................................................................................... 9
1.4
Beleidskaders ................................................................................................................. 9
1.5
Administratieve gegevens ............................................................................................. 12
Bureauonderzoek en verwachtingsmodel .............................................................................. 13 2.1
Landschapsgenese ....................................................................................................... 13
2.2
Historische ontwikkeling van Velp en het plangebied ................................................... 17
2.3
Archeologische waarden .............................................................................................. 24
2.4
Informatie Historische vereniging ................................................................................. 25
2.5
Archeologisch verwachtingsmodel ............................................................................... 25
2.6
Bouwhistorische waarden ............................................................................................. 29
2.7
Synthese ....................................................................................................................... 29
Booronderzoek ....................................................................................................................... 31 3.1
Werkwijze Booronderzoek ............................................................................................ 31
3.2
Resultaten ..................................................................................................................... 31
Conclusie en aanbeveling ...................................................................................................... 34 4.1
Conclusie ...................................................................................................................... 34
4.2
Selectieadvies ............................................................................................................... 34
4.3
Voorbehoud .................................................................................................................. 34
Gebruikte literatuur ........................................................................................................................ 36 BIJLAGEN ..................................................................................................................................... 38
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
3 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Samenvatting Hamaland Advies heeft in opdracht van Buro Omgeving een bureauonderzoek en een karterend booronderzoek uitgevoerd voor de bouw van een nieuwe woning te Velp, gemeente Rheden. (zie Afbeelding 1 en bijlage 1). Het plangebied bevindt zich aan de Rozenhagelaan 18A en heeft een oppervlakte van ca. 3.000m². De nieuwe woning heeft een onbekende nieuwe verstoringsdiepte, maar bedraagt meer dan 30cm onder maaiveld. Omdat het plangebied in het Bestemmingsplan Archeologie1 van de gemeente Rheden een 'Waarde - Archeologie 2' heeft dient aangetoond te worden dat met de geplande bodemingrepen geen archeologische waarden verloren gaan. Archeologisch onderzoek is verplicht bij bodemingrepen groter dan 250 m² en dieper dan 30 cm-mv. Het plangebied dient door de overschrijding van de vrijstellingsgrens voorafgaand aan de vergunningverlening in het kader van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), te worden onderzocht. Het uitgevoerde onderzoek bestaat uit een KNA conform bureauonderzoek dat aangevuld is met een bouwdossieronderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende en karterende fase).
Conclusie Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden vanaf de Prehistorie. Waarnemingen van de eigenaar geven aan dat er een kans is op een verstoorde bodem in delen van het plangebied als gevolg van onderhoud en herstelwerkzaamheden. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in de vorm van een karterend booronderzoek. Uit het veldonderzoek blijkt dat de bodem zeer recent vergraven is tot in de top van de gestuwde grindrijke zandafzettingen. Daarbij is de oorspronkelijke bodemopbouw inclusief de eventueel aanwezige archeologische waarden verloren gegaan. Wat betreft landschappelijke ligging en verwacht oorspronkelijk bodemtype geeft het booronderzoek daardoor geen overeenstemmend beeld met dat wat verwacht werd op basis van het bureauonderzoek. Op grond van de onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat in het plangebied geen archeologische vindplaatsen meer te verwachten zijn.
Selectieadvies Op grond van de onderzoeksresultaten van het karterend booronderzoek is gebleken dat de oorspronkelijke bodemopbouw verloren is gegaan. Doordat de bodem vergraven is tot in de top van de C-horizont zijn eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen reeds verloren gegaan. Wij adviseren daarom om de hoge archeologische verwachting voor het plangebied bij te stellen naar laag met als indicatie ‘verstoord’. Vervolgonderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. Voorbehoud Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Hamaland Advies erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Rheden), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen.
1
'Parapluplan Archeologie Rheden 2013 en recreatief medegebruik Buitenplaatsen' in het GML-bestand NL.IMRO.0275.BPArcheologie-ON01
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
4 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Selectiebesluit Het selectieadvies is voorgelegd aan de opdrachtgever, het bevoegd gezag en diens adviseur (drs. J. Habraken), Regionaal Archeoloog van de regio Arnhem. Op 26 januari 2015 heeft de heer J. Habraken het advies beoordeeld en op enkele tekstuele aanpassingen die in deze versie 2.0 zijn gewijzigd, onderschreven. Het archeologisch booronderzoek heeft aangetoond dat de bodem diep is verstoord. Daardoor is er geen archeologie in situ meer te verwachten. Het plangebied kan dan ook worden vrijgegeven wat betreft archeologie. Een vervolgonderzoek is niet meer noodzakelijk. Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Rheden (de heer D. van Dun) hiervan per direct in kennis te stellen.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
5 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
1.
Inleiding
1.1
Inleiding en onderzoekskader Hamaland Advies heeft in opdracht van Buro Omgeving een bureauonderzoek en een karterend booronderzoek uitgevoerd voor de bouw van een nieuwe woning te Velp, gemeente Rheden. (zie Afbeelding 1 en bijlage 1). Het plangebied bevindt zich aan de Rozenhagelaan 18A en heeft een oppervlakte van ca. 3.000m². De nieuwe woning heeft een onbekende nieuwe verstoringsdiepte, maar bedraagt meer dan 30cm onder maaiveld. Omdat het plangebied in het Bestemmingsplan Archeologie2 van de gemeente Rheden een 'Waarde - Archeologie 2' heeft dient aangetoond te worden dat met de geplande bodemingrepen geen archeologische waarden verloren gaan. Archeologisch onderzoek is verplicht bij bodemingrepen groter dan 250 m² en dieper dan 30 cm-mv. Het plangebied dient door de overschrijding van de vrijstellingsgrens voorafgaand aan de vergunningverlening in het kader van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), te worden onderzocht. Het uitgevoerde onderzoek bestaat uit een KNA conform bureauonderzoek dat aangevuld is met een bouwdossieronderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende en karterende fase). Het bevoegd gezag, gemeente Rheden en haar adviseur, de Regionaal Archeoloog van Regio Arnhem (drs. J. Habraken), heeft de resultaten van het onderzoek op 26 januari 2015 getoetst en op enkele tekstuele aanpassingen na, die in deze definitieve rapportage (versie 2.0) zijn opgenomen, onderschreven.
Afbeelding 1: Topografische kaart met plangebied in het oranje kader in de rode cirkel (bron: Topografische kaart 40B 1:25000 2003).
2
'Parapluplan Archeologie Rheden 2013 en recreatief medegebruik Buitenplaatsen' in het GML-bestand NL.IMRO.0275.BPArcheologie-ON01
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
6 van 52
Project Kenmerk
1.2
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Doel en vraagstelling van het bureauonderzoek en booronderzoek Het doel van het bureauonderzoek en het verkennend booronderzoek (karterende fase) is het verkrijgen van inzicht in bekende en te verwachten archeologische waarden in en om het plangebied. Op basis van de verworven informatie wordt een archeologisch verwachtingsmodel voor de onderzoekslocatie opgesteld. Om deze doelstelling te realiseren, zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld (Habraken, 2014): Bureauonderzoek 1. Wat is de aard (ontstaanswijze en classificatie), diepteligging, genese en gaafheid van natuurlijke bodemhorizonten en natuurlijke afzettingen in het omringende (binnen een afstand tot ca. 200 m van de onderzoekslocatie) gebied? 2. Wat is de aard (ontstaanswijze), diepteligging, genese, gaafheid, dikte, en omvang van eventueel in het omringende gebied voorkomende afdekkende lagen en de (geschatte) ouderdom daarvan (plaggendek, stuifzandlaag, colluvium, kleidek, afvallaag, ophogingslaag)? 3. Wat is het historisch landgebruik van de onderzoekslocatie en het omringende gebied geweest. 4. Welke gegevens met betrekking tot archeologische complexen (‘waarnemingen’ inclusief uitkomsten historisch kaartonderzoek) zijn reeds binnen het onderzoeksgebied en/of binnen de landschappelijke eenheden rondom de onderzoekslocatie bekend? Vermeld per vondst- en/of spoorcomplex minimaal: a) bronvermelding (onderzoeksrapportages, ARCHIS-gegevens) b) de materiaalcategorie c) ouderdom d) ruimtelijke (geografische) verspreiding e) stratigrafische verspreiding (diepteligging en/of dikte vondstlaag) f ) fragmentatie 5. Welke natuurlijke formatieprocessen (sedimentatie, erosie, laterale verplaatsing, bodemvorming, degradatie e.d.) hebben een rol gespeeld in het onderzoeksgebied? 6. Met welke culturele formatieprocessen (grondbewerking, bemesting, ophoging, betreding, percelering, [de-]constructie, materiaaltypen, materiaalgebruik en materiaaldepositie e.d.) hebben een rol gespeeld in het onderzoeksgebied? 7. Welke formatieprocessen kunnen een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van eventuele aanwezige vondstspreidingen, de vondstdichtheid, vondst- en spoorniveaus en de fysieke kwaliteit van eventueel aanwezige archeologische resten? 8. Wat is de aard (mobilia [materiaalsoorten, fragmentatie, dichtheden], immobilia, ruimtelijke en stratigrafische spreiding, etc.) van (mogelijk) aanwezige vondst- en/of spoorcomplexen? 9. Hoe manifesteren deze zich tijdens prospectieonderzoek (prospectiekenmerken, geografisch en stratigrafisch)? 10. Met de inzet van welke zoekmethoden (detectie- en waarnemingsvorm, monsterbehandeling en zoekstrategie) kunnen vondst- en/of spoorcomplexen systematisch opgespoord worden (zoeksleuven, booronderzoek, veldkartering, geofysisch etc.). Licht beargumenteerd toe met verwijzing naar de verschillende KNA-leidraden.14. Wat is a) de aard (ontstaanswijze, textuur, kleur), b) diepteligging en c) ouderdom van de relevante natuurlijke afzettingen in de ondiepe ondergrond ter plaatse van het onderzoeksgebied? d) hoe dik is de holocene deklaag?
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
7 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Verkennend Booronderzoek 11. Wat is de aard (ontstaanswijze, textuur, kleur), diepteligging en ouderdom van de relevante natuurlijke afzettingen in de ondergrond ter plaatse van het onderzoeksgebied? 12. Wat is de aard (kleur, textuur, samenstelling), diepteligging, genese en gaafheid van natuurlijke en eventueel antropogene bodemhorizonten (akkerlagen en overige ‘verstoringslagen’, bemestingslagen e.d.), ter plaatse van het onderzoeksgebied? 13. Wat is de aard, dikte en omvang van eventueel ter plaatse van het onderzoeksgebied voorkomende afdekkende lagen en de (geschatte) ouderdom daarvan (plaggendek, stuifzandlaag, kleidek, afvallaag, ophogingslaag)? 14. Indien er afdekkende lagen voorkomen; wat is de aard (ontstaanswijze, kleur, textuur, samenstelling), gaafheid en dikte van het onderliggende afgedekte bodemprofiel (natuurlijke en antropogene bodemhorizonten zoals oude akkerlagen) en/of afzettingen? 15. Wat is de diepte tot waarop artefacten van recente ouderdom (‘modern’ afvalmateriaal) in het bodemprofiel voorkomen 16. Tot welke diepte in het bodemprofiel is sprake van een ‘recente’ bodemverstoring en wat is de ouderdom van deze verstoring? Karterend Booronderzoek 17. Uitgaande van de onderzoeksstrategie: zijn de verwachte vondst- en/of spoorcomplexen (archeologische indicatoren) binnen het onderzoeksgebied aanwezig? Geef de mate van zekerheid of onzekerheid aan en licht toe met een beargumenteerde interpretatie. 18. Uitgaande van waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk, in hoeverre komen de uitkomsten overeen met de resultaten van het bureauonderzoek? Geef de mate van zekerheid of onzekerheid aan en licht toe met een beargumenteerde interpretatie. 19. Uitgaande van waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk, hoe adequaat is de gekozen zoekstrategie geweest? Licht beargumenteerd toe. Indien archeologische resten (indicatoren) aanwezig zijn: 20. Wat is de (mogelijke) omvang, aard, datering en fysieke kwaliteit van deze archeologische vondst- en/of spoorcomplexen? Licht toe met een beargumenteerde interpretatie. 21. Wat is de diepteligging van de top van het niveau met archeologische vondst- en/of spoorcomplexen (‘vondstlaag’) ten opzichte van het maaiveld en NAP? Wat is de dikte van deze vondstlaag of vondstlagen? Licht toe aan de hand van een beargumenteerde interpretatie van boorprofielen. 22. In hoeverre is deze vondstlaag/vondstlagen of het vondstmateriaal op, of in, de bodem representatief voor die in de diepere bodem? 23. In hoeverre is de vondstlaag of het vondstmateriaal op, of in, de bodem representatief voor de ligging en verbreiding van een eventueel sporenniveau? 24. Hoe kan men de resultaten vertalen in termen van conservering/ kwaliteit, en/of verdere zoekof waarderingsstrategie? 25. Welke consequenties zal voortgaande planuitvoering op de archeologische resten kunnen hebben? 26. Welke mogelijkheden zijn er, of welk perspectief is er, voor in situ behoud? Wat zijn daarvoor de randvoorwaarden? Hoe dienen deze randvoorwaarden tijdens de waarderende fase te worden onderzocht?
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
8 van 52
Project Kenmerk
1.3
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Werkwijze Bureauonderzoek Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (protocol 4002 Bureauonderzoek KNA, versie 3.3) en bestaat uit de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5.
Afbakenen Plan- en onderzoeksgebied, vermelden overheidsbeleid, vaststellen consequenties toekomstig gebruik (KNA-LS01) beschrijving van het huidig gebruik (KNA LSO2); beschrijving van de historische situatie en de mogelijke verstoringen KNA LSO3); beschrijving van de bekende archeologische, ondergrondse bouwhistorische en aardwetenschappelijke kenmerken (KNA LSO4); het opstellen van een specifieke verwachting en formulering onderzoeksstrategie (KNA LSO5).
Om tot een gefundeerd archeologisch verwachtingsmodel te komen is voor het onderzoek relevant bronnenmateriaal geraadpleegd. Door informatie uit verschillende invalshoeken samen te voegen ontstaat de mogelijkheid dwarsverbanden te leggen tussen de diverse brontypen en aan de hand hiervan een geïntegreerd archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. De gegevens voor het onderzoek zijn met name ontleend aan en voldoen aan de eisen van Habraken, J., 2014; Handboek archeologisch onderzoek binnen de regio Arnhem, 2014, Eisen en kaders voor onderzoek en beoordeling van rapporten:
1.4
Archis, het geautomatiseerde archeologische informatiesysteem voor Nederland geomorfologisch, geologisch, bodemkundig, topografisch en historisch kaartmateriaal; Archeologische beleidskaart gemeente Rheden (RAAP, 2012) Archeologische rapporten en publicaties; Oudheidkundige kring Rheden Rozendaal via www.oudheidkundigekring.nl Rapportage De Overtuin Velp, Deel van vroeger landgoed Rozenhage Cultuurhistorisch onderzoek en waardering, Marcelis Wolak landschapsarchitectuur en groen erfgoed, 23 december 2013.
Beleidskaders Rijksbeleid In 1992 werd in Valetta door de Ministers van Cultuur van de bij de Raad van Europa aangesloten landen het 'Europees Verdrag inzake de bescherming van het Archeologisch Erfgoed', beter bekend onder de naam 'Verdrag van Malta', ondertekend. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is op 1 september 2007 in werking getreden. De nieuwe wet heeft zijn beslag gekregen via een wijziging van de Monumentenwet 1988, aanpassingen in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en enkele andere wetten en met de invoering van de Wabo (2010). Met de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg is het accent komen te liggen op het streven naar het behoud en beheer van archeologische waarden in de bodem (in situ) en het beperken van (de noodzaak van) archeologische opgravingen. Uitgangspunt van het nieuwe beleid is tevens het principe 'de verstoorder betaalt'. Bij het voorbereiden van werkzaamheden die het bodemarchief kunnen verstoren (zoals de aanleg van een weg, een nieuwe woonwijk, een bedrijventerrein), dient onderzocht te worden of daardoor archeologische resten verstoord kunnen worden. Als uit het onderzoek blijkt dat er archeologische waarden aanwezig zijn en deze niet ter plaatse behouden kunnen blijven, dan dient de initiatiefnemer van het werk de kosten te dragen die gepaard gaan met het opgraven en conserveren van de plaats. Met de introductie van de nieuwe wet zijn de kerntaken en bestuurlijke verantwoordelijkheden van gemeenten veranderd. Eén van de belangrijkste consequenties is, dat gemeenten een centrale rol is toegekend in de bescherming van archeologisch erfgoed. In de wet is bepaald, dat gemeenten door inzet van een planologisch instrumentarium het archeologisch belang dienen te waarborgen.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
9 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Bescherming van het archeologisch erfgoed kan onder meer vorm krijgen door in bestemmingsplannen regels ter bescherming van bekende en te verwachten archeologische waarden op te nemen. In de regelgeving is vastgelegd dat in het kader van een omgevingsvergunning van de aanvrager geëist kan worden dat hij een rapport overlegt waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein voldoende is vastgesteld. Voor de toetsing van archeologische waarden is een archeologisch bestel ontwikkeld, waarmee de archeologische waarde van een terrein bepaald kan worden door middel van een getrapt systeem van onderzoek. In het kader van het vrijstellingsbesluit volstaat in eerste instantie een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO-K).
Provinciaal Beleid Het provinciaal beleid van Gelderland t.a.v. cultuurhistorie en archeologische monumentenzorg is vastgelegd in het Cultuur- en erfgoedprogramma. Zij wil bewerkstelligen: 3 Erfgoedwaarden zijn inzichtelijk van natuur en landschap, buitenplaatsen en buitenplaatsrijke gebieden Bescherming van erfgoedwaarden in natuur en landschap en buitenplaatsen is verankerd in plannen Maatwerk in de (toepassing van) regelgeving zodat planontwikkeling mogelijk is Investeren in de instandhouding en kwaliteit van het erfgoed van natuur en landschap en van buitenplaatsen (restauratie, functieverandering, duurzaamheidsbevordering). Ook kunst en cultuur hiervoor inzetten Versterken van de programmatische samenwerking en afstemming met het netwerk, vergroting van het cultuurhistorisch besef en draagvlak. In de programmaperiode 2013-2016 gaat de provincie aan de slag met:1
Inventarisaties groen, haalbaarheidsonderzoeken of strategische beheervisies, gemeentelijke visies Bescherming erfgoedwaarden door inzet deskundigheid en maatwerk in de regelgeving. Voor de Limes voorbereiding van de aanwijzing als Werelderfgoed Instandhouding en beleefbaar maken door afsprakenkaders met gemeenten, restauratie fysieke projecten, functieverandering en duurzaamheidsbevordering Een netwerk van alle relevante partijen zorgt voor programmatische samenwerking. De uitvoering van projecten als de Vliegende startprojecten, Kennisagenda archeologie, Landgoederen en buitenplaatsen (zie Documenten), Landgoed Sevenaer.
Provinciale kennisagenda Veluwe4 Deze agenda heeft de volgende Topthema’s: • Archeologie van de beekdalen: De meeste activiteit op de Veluwe gebeurde langs beken en sprengen. In de beekdalen zijn resten te vinden van activiteiten als visserij en industrie (papiermolens, wasserijen, graanmolens) en van nederzettingen, kastelen en winplaatsen. • Productie, transport en handel: Exportproducten van de Veluwe. Het ontstaan en de verdwijning van de productiecentra en handel in de Veluwe. De relatie tussen de Veluwse handelsnetwerken en grote aardwerken zoals de Hunneschans. • Het grafritueel: De relatie tussen grafveld en nederzetting, rijkdom en status, culturele achtergrond, het landschap en de mate van hiërarchie in de bevolking. Voor alle archeologische perioden. • Militair erfgoed: De Veluwe is tijdens de Tachtigjarige Oorlog, de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog het toneel geweest van militaire activiteiten. Relieken zijn schansen, bunkers, FLAK-stellingen en vliegvelden.
http://www.gelderland.nl/4/Hier-werkt-de-provincie-Gelderland-aan/Cultuur-en-erfgoed/Landschap-enarcheologie.html 4 zie hoofdstuk 4; Kennisagenda Archeologie Rivierengebied; Bruning L. 2012 3
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
10 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Gemeentelijk beleid Gemeente Rheden beschikt over eigen archeologiebeleid. Er is een vastgestelde archeologische beleidsadvieskaart (RAAP, 2012) en een Archeologische Vindplaatsen en Verwachtingskaart 2012 (RAAP, 2012). Tevens is er een het bestemmingsplan 'Parapluplan Archeologie Rheden 2013 en recreatief medegebruik Buitenplaatsen' van de gemeente Rheden (2013) waarin de beleidsregels zijn aangegeven. Deze plannen zijn gebruikt is als toetsingskader voor de archeologische verwachting. Verder zijn de landelijke en provinciale richtlijnen leidend, voor het opstellen en toetsen van het onderhavig onderzoek. In 2014 is er in opdracht van de gemeenten in de Regio Arnhem een nieuw Handboek archeologisch onderzoek binnen de regio Arnhem opgesteld (Habraken, 2014). De richtlijnen van dit beleid zijn indien relevant bij het opstellen van onderhavig onderzoek toegepast.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
11 van 52
Project Kenmerk
1.5
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Administratieve gegevens Tabel 1: Gegevens projectgebied
Opdrachtgever
Buro Omgeving
Projectnaam
Woningbouwlocatie De Overtuin te Velp
Uitvoerder
Hamaland Advies
Bevoegd gezag
Gemeente Rheden
Beheer en plaats documentatie
Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Provincie
Gelderland
Gemeente
Rheden
Plaats
Velp
Toponiem
Rozenhagelaan 18A
Adres
Rozenhagelaan 18A
Kaartbladnummer
40B
RD- coördinaten
X,Y NW
194024, 445331
NO
194082, 445362
ZW
194039, 445304
ZO
194097, 445334
Centrumcoördinaat
194065, 445332
Hoogte centrumcoördinaat
20,20m +NAP (bron: www.ahn.nl, AHN2)
Kadastrale gegevens
gemeente Velp, Sectie E perceelnrs. 611 en 612 (deels)
CMA/AMK Status
Nvt
Archis-monumentnummer
Nvt
Archis-waarnemingsnummer
Nvt
CIS code/Archis onderzoekmeldingsnummer
64.769
Oppervlakte plangebied
Ca. 3.000 m2
Oppervlakte onderzoeksgebied
Ca. 3.000 m²
Huidig grondgebruik
Villatuin met bomen
Toekomstig grondgebruik
Woning, in villatuin met bomen
Bodemtype
Extrapolatie: Y30 Holtpodzolgronden, grof zand
Grondwatertrap
VII
Geomorfologie
4G3
Geologie
Formatie van Boxtel, stuwwalafzettingen
Periode
Laat-Paleolithicum t/m Nieuwe Tijd
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Daluitspoelingswaaier Laagpakket
van
Wierden
op
12 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
2
Bureauonderzoek en verwachtingsmodel
2.1
Landschapsgenese 5
6
Geologie , Geomorfologie en Bodemgesteldheid
7
De stuwwal van de Oostelijke Veluwe kent ter hoogte van de gemeente Rheden reliëfrijke flanken, waardoor er sprake is van een groot aantal meer of minder steile hellingen. Dit is voornamelijk het gevolg van hellingprocessen en smeltwatererosie tijdens zowel het Saalien als Weichselien (Berendsen, 2005) De hellingen van de stuwwal zijn sterk geërodeerd en versneden in de ijstijden. Tijdens dit proces zijn rondom de plateaus tientallen droge dalen of erosiedalen ontstaan die in omvang en lengte variëren. Deze dalen zijn nadien weer grotendeels opgevuld met zandige löss, dekzand, hellingafzettingen en stuifzand. De dalbodems zelf zijn in het algemeen relatief vlak en vertonen meestal een flauwe helling. Het plangebied ligt op een flauwe helling. Behalve door kwelwater vanuit bronhorizonten vond in het verleden vooral erosie plaats tijdens stortbuien. Tevens zijn veel van de droogdalen gedurende het Holoceen opnieuw ingesneden, waardoor er een getrapt hellingprofiel is ontstaan. Door de plaatselijk optredende grote reliëfverschillen vormen droge dalen markante elementen in het landschap. Over het algemeen bestaan de droge dalen uit hetzelfde materiaal als de stuwwalplateaus en hellingen: grindrijk, grof tot zeer grof zand. Vervolgens is hier in het holoceen een laag dekzand overheen gekomen behorende bij de formatie van Boxtel (Berendsen, 2008) In de omgeving van het plangebied bevinden zich meerdere beken met hun oorsprong in deze tijd, waaronder de Rozendaalse beek en de Beekhuizerbeek ten noorden en oosten van het plangebied. 1. Wat is de aard (ontstaanswijze en classificatie), diepteligging, genese en gaafheid van natuurlijke bodemhorizonten en natuurlijke afzettingen in het omringende (binnen een afstand tot ca. 200 m van de onderzoekslocatie) gebied? Het plangebied bevindt zich in het dekzandlandschap dat tot het Oost-Nederlandse Plateau wordt gerekend. De ondergrond bestaat uit dekzand behorend tot de Formatie van Boxtel (Laagpakket van Wierden). De bovengrond bestaat over een groot aaneengesloten gebied uit een laag dekzand met een minimale dikte van 150 cm. De top van het pleistocene zand wordt verwacht op een diepte van circa 50 cm-mv. Op de geomorfologische kaart (ARCHIS) is het plangebied getypeerd als Daluitspoelingswaaier (4G3, zie Afbeelding 2).
5 6 7
Geologische Kaart, schaal 1:50.000 Geomorfologische Kaart, schaal 1:50.000 ARCHIS Bodemkaart, schaal 1:50.000 ARCHIS
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
13 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 2: Geomorfologische kaart met plangebied in het oranje kader (bron Archis)
2. Wat is de aard (ontstaanswijze), diepteligging, genese, gaafheid, dikte, en omvang van eventueel in het omringende gebied voorkomende afdekkende lagen en de (geschatte) ouderdom daarvan (plaggendek, stuifzandlaag, colluvium, kleidek, afvallaag, ophogingslaag)?
Bodem Het plangebied is op de bodemkaart (ARCHIS, zie Afbeelding 3) vanwege de ligging in de bebouwde kom, niet getypeerd. Extrapolatie van de gegevens uit de omgeving typeren het plangebied als een Holtpodzolgrond met grof zand (Y30). De holtpodzolgronden hebben een dunne A-horizont en een getinte bruine B-horizont. Een oude naam voor de holtpodzol is bruine bosgronden. De bodem komt voornamelijk voor op de Veluwe. (De Bakker, 1989) De diepere ondergrond is geclassificeerd als Zand (bron: Bodemkaart 1:250.000, geraadpleegd op Bodemdata.nl op 09-01-2015).
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
14 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 3: Bodemkaart met plangebied in het gele kader (bron: Archis)
Zanddieptekaarten Op de zanddieptekaart (Cohen, 2012) is het plangebied niet gekarteerd vanwege de ligging buiten de uiterwaarden en buiten de invloedssfeer van Rijn en IJssel. De paleogeografische ontwikkeling (Berendsen, 2001) geeft voor het plangebied geen gegevens vanwege de ligging buiten de invloedssfeer van Rijn en IJssel. Op de zandbanenkaart van de provincie Gelderland ligt 100 meter ten zuiden van het plangebied code 401: Dek van afspoelingswaaierzand, top binnen 1,0 m-mv. Het plangebied is zelf niet gekarteerd. Bodemloket8 Bodemloket geeft inzicht in maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn om de bodemkwaliteit van de omgeving in kaart te brengen (bodemonderzoek) of te herstellen (bodemsanering). Voor het plangebied zijn geen maatregelen bekend. Ten westen van het plangebied is een ophoging van het vroegere sportterrein Wellenstein bekend. De eigenaar, een projectontwikkelaar, heeft begin 2007 alle bomen gekapt, op twee rijen aan de westzijde na. Daarna is 80% van het perceel aanzienlijk opgehoogd met een zand/granulaatlaag van 2,5 m hoog met de bedoeling daarop een groot kantoorpand te bouwen. Dit pand is er niet gekomen.9 Rijkswaterstaat heeft de laatste jaren aan het gedeelte van de A12 ter hoogte van de Arnhemsestraatweg een geluidsscherm aangebracht en veranderingen ter hoogte van Arnhem uitgevoerd. Hiervoor is de zandophoging op Wellenstein als depot gebruikt.10
8
www.bodemloket.nl Wolak, M., 2013. Rapportage De Overtuin Velp, Deel van vroeger landgoed Rozenhage Cultuurhistorisch onderzoek en waardering, Marcelis Wolak landschapsarchitectuur en groen erfgoed, 23 december 2013 pag 57. 10 Wolak, M., 2013. pag 58 9
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
15 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Grondwater
11
Het plangebied heeft grondwatertrap VII (Gemiddeld hoogste grondwaterstand >80 cm onder het maaiveld, Gemiddeld laagste grondwaterstand >160 cm onder maaiveld).
Hoogte Het plangebied ligt op de overgang van de stuwwal naar een in een relatief lager gelegen gebied met een hoogte van circa 20,20m +NAP (bron: www.ahn.nl, AHN 2, geraadpleegd d.d. 09-012015, zie Afbeelding 4). Op de afbeelding is duidelijk de verhoging ten noorden van het plangebied waar te nemen (geel/bruin).
Afbeelding 4: hoogteligging met plangebied in het rode kader (bron: AHN2).
Milieu- en geotechnische gegevens Het project bevindt zich nog in de planvormingsfase. Derhalve zijn nog geen actuele milieutechnische- en geotechnische rapporten voorhanden bij de opdrachtgever. Uit het Dinoloket is één geologische boring in de directe omgeving bekend, ten zuidenoosten van het plangebied. (zie Afbeelding 5). De boring B40B0131 uit 01-01-1936, geeft een gedetailleerd beeld van de bodem tot op een diepte van 17,00 meter. De bodem bestaat over de gehele diepte uit zwak lemig zand met grindfracties op 4,80m beneden maaiveld. De eerste 3,25m vanaf maaiveld bestaat uit geroerde grond. Waarschijnlijk is dat het geval omdat er geboord is in midden riooltracé van de Arnhemseweg. Van 3,25-4,80m-mv is dekzand aangtroffen behorend tot de Formatie van Boxtel. Daaronder tot de boordiepte van 17 meter minus maaiveld is gecategoriseerd als `een niet formeel ingedeelde of onbekende afzetting, waarschijnlijk gestuwd`. Vanuit de geologische en geomorfologische gegevens is te herleiden (zie pagina 13) dat de ondergrond bestaat uit een daluitspoelingswaaier van de stuwwal van de Veluwe.
Afbeelding 5: Ondergrondse gegevens met plangebied in het oranje kader (bron:dinoloket.nl)
11
Archis
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
16 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Historisch onderzoek bodemverontreiniging Er is voor het plangebied geen bodemverontreiniging bekend.
Ontgrondingen
12
In het plangebied hebben, voor zover bekend, geen ontgrondingen plaatsgevonden. Wel is een antropogene ophoging te zien op de archeologische beleidskaart van de gemeente Rheden (2012) (Zie Afbeelding 14, op pag. 26)
De nationale Onderzoeksagenda Archeologie Deze informatiebron bevat geen relevante informatie voor of over het plangebied
KLIC-melding Deze informatiebron bevat geen relevante informatie voor of over het plangebied.
2.2
Historische ontwikkeling van Velp en het plangebied Historie Velp Het plangebied ligt de bebouwde kom van Velp en ligt 1 km ten westen van de kern van Velp. In de 11e eeuw komt Velp voor onder de namen van Vellepe, Vellepo, Vollepe, Valpe, Vallepa, Vellepa, Vellip en Phellepe. In 1222 onder de naam Velida; in 1255 onder Vellep; in 1314 onder Velpe. Pas in 1333 wordt de naam Velp genoemd. De naam Velp is van Keltische oorsprong. De laatste p is afkomstig van apa (water) en het eerste deel komt mogelijk van falwa (vaal), naar de kleur van het water13. De eerste vermelding van Velp dateert uit de 9e eeuw en de St. Mattheuskerk stamt uit 1100. Het dorp bestond uit verspreid liggende boerderijen en kende geen kernbebouwing. Een bijzonderheid is dat al sinds de middeleeuwen (eerste vermelding 1342) iedere grondeigenaar van Velp tevens geërfde is en daarmee recht heeft op het gemeenschappelijk gebruik van heide en weidevelden. Tegenwoordig is de oppervlakte hiervan drastisch gedaald, maar het kent nog een actieve vereniging met een stichtingsfonds. In 1715 en in 1851 werden in Velp schatten opgegraven, bestaande uit Merovingische gouden kunstvoorwerpen10. De Merovingen waren een dynastie van Frankische koningen, die over een regelmatig veranderend gebied in delen van het huidige Nederland, België, Frankrijk en Duitsland regeerden van de 5e tot in de 8e eeuw14. De schat van 1715 is verdwenen en die van 1851 werd verkocht aan Pruisen. In 1945 werd hij uit Berlijn meegenomen door de Russische bezettingsmacht. Sindsdien ligt hij in het museum van Moskou. Het schoutambt Velp werd al in 1573 samengevoegd met Rheden tot het schoutambt Rheden. In 1812 werd Velp echter van de gemeente Rheden afgesplitst en samengevoegd met het dorp Rozendaal tot een nieuwe gemeente Velp. In 1818 werd dit evenwel alweer ongedaan gemaakt en werd Velp terug opgenomen in de gemeente Rheden. In de periode 1825-1835 verdubbelde de bevolking van Velp van circa 700 naar 1500 bewoners. Sinds het midden van de 19e eeuw is Velp nog meer gegroeid omdat rijkere bewoners uit met name Arnhem zich hier vestigden. Hierbij speelde ook een rol dat in 1865 de spoorlijn van Arnhem naar Zutphen was geopend, met een eigen station in Velp, zodat het goed bereikbaar werd. Daarnaast kwam er in 1887 een stoomtram Velp-Dieren en in 1880 een paardentram (tot 1913, daarna een electrische tram) Arnhem-Velp. Velp wordt doorkruist door de spoorlijn Arnhem-Zutphen. Ten noorden van deze 12 13 14
http://ags.prvgld.nl/GLD.Atlas/(S(s3iirc45xxgpd455umft0ben))/default.aspx?applicatie=Ontgrondingen http://genwiki.nl/gelderland/index.php?title=Velp http://nl.wikipedia.org/wiki/Merovingen
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
17 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
spoorlijn bevinden zich groene, rustige villawijken terwijl Velp-Zuid wordt gekenmerkt door meer opgaande, eenvoudige bebouwing. In de Tweede Wereldoorlog zat in Velp het SS Polizeigericht in het voormalige Hotel Naeff aan de Hoofdstraat 3515, zo’n 1,5 km ten oosten van het plangebied. Aan het eind van de oorlog werden 70.000 granaten afgevuurd op Velp waarbij honderden huizen werden verwoest.
Historie Plangebied Het plangebied ligt op de rand van de Veluwe tussen Arnhem en Velp op landgoed Rozenhagen. De variatie in interessante landschappen maakt dat dit gebied van oudsher een geliefde plek is om zich te vestigen. In de middeleeuwen worden er verschillende kastelen en versterkte huizen gebouwd en vanaf de zeventiende eeuw is de Zuidelijke Veluwezoom in zwang om landgoederen en buitenplaatsen aan te leggen. De verbetering van wegen en de aanleg van spoorwegen geeft hieraan in negentiende eeuw nog een extra impuls. In deze tijd komt bij de inrichting van parken en tuinen de landschapsstijl in de mode. Het bijzondere karakter van de Veluwezoom maakt dat zich hier binnen Nederland een unieke vorm van de landschapsstijl ontwikkelt. Deze kenmerkt zich door reliëfrijke landschapsparken met wijdse panorama’s, gegraven sprengenbeken en bijzondere waterwerken zoals cascades en fonteinen16. De Arnhemsestraatweg was oorspronkelijk de belangrijkste verbinding tussen Arnhem en Dieren. Aan de weg zijn vele landgoederen en buitens ontwikkeld. Zo is ook in 1885 Rozenhagen ontstaan, met als eerste eigenaren een Arnhemse familie. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd Rozenhagen in vijf stukken opgedeeld. Het westelijk gedeelte werd in 1937 aangekocht door Jhr. Mr. J.J.E. van den Brandeler die aan de overzijde van de Arnhemsestraatweg Claerhout bewoonde. Deze vroegere helft van het park van buitenplaats Rozenhagen met vijver werd als overtuin van Claerhout aangepast en heeft nog steeds de naam de Overtuin behouden. De huidige eigenaar Jhr. P.A. van den Brandeler is de kleinzoon van J.J.E. van den Brandeler. Voor de gehele geschiedenis van het landgoed Rozenhagen wordt verwezen naar het Cultuurhistorisch onderzoek12. In dit hoofdstuk zijn hier elementen uit gebruikt om een overzicht te geven van de voor de archeologie relevante onderdelen. Het plangebied is op historische kaarten als volgt aangegeven: -
-
-
Rozenhagen behoorde aanvankelijk tot de heerlijkheid ‘Rosendael’ 12. Op de kaart uit 1651 is de vermoedelijke ligging van het plangebied aangegeven met een witte cirkel. De Arnhemsestraatweg was in de 17e eeuw al een verbindingsweg, zoals op de kaart van 1651 te zien is. Het is de weg van Arnhem naar Dieren en wordt in de loop van de tijd met verschillende namen aangeduid, zoals Velperweg, Arnhemsche Straat(weg) en Arnhemsestraatweg. (zie Afbeelding 6) Op de Hottinger-atlas van Noord- en Oost-Nederland uit 1773-1794 is het gelegen in een parkachtig landschap. (Bron: Versfelt 2003). Op de Kadastrale kaart 1811-1832 (Velp, Gelderland, sectie D, Blad 3): ligging op perceel 482 met een onbebouwde functie. Ten noorden is de Arnhemsestraatweg, toen bekend als ‘Grote weg’ aangegeven (zie Afbeelding 7, toponiem/wegnaam is niet zichtbaar op de afbeelding). Op de Topografische militaire kaart 1830-1850 (Kadaster, kaartnummer 34-1rd) zijn er geen wijzigingen zichtbaar. In het archief van het Gemeentebestuur van Rheden 1818-1949 zijn aanvragen voor bouwvergunningen opgenomen van 1885-1917. Hierbij is geen vergunning te vinden voor de villa Rozenhagen. Er is wel een andere aanvrage te vinden [nr.133]: Op 6 februari 1890 vraagt de heer J.J. Duijvené de Wit, wonende op den huize “Rozenhagen”, een koetshuis met paardenstal te mogen bouwen op zijn terrein aan de Larensteinsche Laan te Velp. De aanvraag wordt toegestaan “zodat er een einde komt aan de vuile rommel die daar telkens wordt waargenomen”. Het koetshuis verrijst tegen de zuidgrens van het landgoed ten westen
15
http://www.velpschecourant.nl/wb/pages/over-velp/erfgoed-van-velp/hotel-neaff.php Wolak, M., 2013. Rapportage De Overtuin Velp, Deel van vroeger landgoed Rozenhage Cultuurhistorisch onderzoek en waardering, Marcelis Wolak landschapsarchitectuur en groen erfgoed, 23 december 2013 16
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
18 van 52
Project Kenmerk
-
-
-
-
-
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
van de tuinmanswoning, 100 meter ten zuidenoosten van het plangebied nabij de huidige Rozenhagen. Op de topografische kaart uit 1894 is villa Rozenhagen te zien, met de vijver westelijk van het huis en zuidelijk van het plangebied en de tuinmanswoning in de zuidoostelijke punt van het perceel. Het koetshuis is nog niet aanwezig (zie Afbeelding 8). De historie van de tuin zelf gaat terug tot 1885. Haar vijverstelsel, de zichtvelden en de bijzondere bomen en heesters zijn de belangrijkste cultuurhistorische waarden van deze Overtuin die deel uitmaakte van buitenplaats Rozenhagen en die er nu nog steeds een ruimtelijke verbintenis mee heeft17. De Arnhemsestraatweg wordt in 1899 verbreed ten behoeve van de aanleg van een tweede trambaan. Dit vind plaats in het bestaande openbare gebied gebeurt en heeft geen effect op het plangebied of het landgoed Rozenhagen Op 5 juli 1937 wordt een gedeelte van het landgoed Rozenhage, kadastraal bekend als gemeente Velp sectie E nummer 194 huis, schuur, park en vijver groot een hectare veertien are twee centiare verkocht aan Jhr. Mr.Johan Jacob Eliza van den Brandeler, getrouwd met Johanna Thonia Kolff, die aan de overzijde van de Arnhemsestraatweg in villa ’Claerhout’ op huisnummer 354 woonde.33 Het gedeelte dat hij kocht bestond uit de vijver, oever en een strook grond ten zuiden en westen hiervan. In de akte als volgt omschreven: a. het tot voormeld terrein behoorende segment van den grooten vijver van gemeld landgoed ter grootte van ongeveer één are acht en veertig centiare, b. een daarlangs gelegen oever over eene diepte van drie … ter grootte van ongeveer één are zes centiare en c. een ten zuiden daarvan langs de westzijde van het kadastrale perceel loopende strook grond ter grootte van ongeveer acht en dertig centiare. Dit alles is aangegeven op een aangehechte situatietekening, die niet bekend is. Familie van den Brandeler noemde dit perceel vanaf dan hun ‘Overtuin’. Dit perceel heeft als adres Rozenhagelaan 18a18. Het noordelijk deel hiervan betreft het plangebied. De oude villa Rozenhagen, ten zuidoosten van het plangebied, wordt in 1937 gesloopt. Slechts de funderingen, de wijnkelder, wekkelder en het souterrain werden gespaard en in 1938 werd gedeeltelijk van de oude materialen een nieuw huis gebouwd. Deze nieuwe villa en haar tuinmuren is als Rijksmonumentnr. 519451 opgenomen in het monumentenregister19 (zie Afbeelding 10 voor foto). Op alle latere kaarten20 tot en met heden is het gebied als tuin ingericht behorende bij landgoed Rozenhagen. (zie voor 2003, Afbeelding 11). De grote tuinvijver die op Rozenhagen te vinden is heeft een bijzondere waarde voor het gebied. De vijver wordt gevoed door kwelwater van de Veluwe.21 Vanaf 1937 tot de aankoop door de huidige eigenaar begin 21e eeuw, is de Overtuin geworden tot de natuur-oase die hij nu is: een tuin waar de vijver een centrale rol speelt met daaromheen allerlei bomen en heesters die tot volle wasdom hebben mogen komen22. Het plangebied is onderdeel van een droger gedeelte met hoofdzakelijk fijnspar, westelijke hemlockspar en coniferen. Het terrein is hier aanzienlijk hoger gelegen dan het zuidelijk gelegen tuingedeelte. Recente vellingen van bomen hebben ondergroei laten ontstaan van klimop, gewone braam, gewone vlier, witte dovenetel, hulst, sneeuwbes en brede stekelvaren. Vanuit de vijver loopt een stroompje richting de westzijde van het terrein. Hier komen wolfspoot, koninginnenkruid, moersrolklaver, gele Lis en riet voor 23.
17
Wolak, M., 2013. pag 85. Wolak, M., 2013. pag. 25 en 26 19 http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl 20 Bonneblad 491 van 1894, 1906, 1921, 1931. Topografische kaart 40B van 1958, 1966, 1972, 1985, 1989, 1990 en 1995 21 Wolak, M., 2013. pag. 61 22 Wolak, M., 2013. pag. 54 23 Wolak, M., 2013. pag. 60 18
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
19 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 6: Situatie 1651-1653 op N. van Geelkercken Kaart ‘Het goed Overhagen met de daaromheen liggende percelen Het noorden is op de kaart naar het noordoosten gericht. Het plangebied is binnen de witte cirkel aangegeven. (Bron:Wolak, 2013)
Afbeelding 7: Situatie 1811 met globale locatie plangebied in het oranje kader (Minuutplan Velp Sectie D blad 03, 1811-1832)
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
20 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 8: Situatie 1894 met plangebied in het oranje kader, met de villa bij de oranje pijl en de tuinmanswoning bij de blauwe pijl. Het koetshuis is niet gekarteerd. (Bonneblad nr. 491)
Afbeelding 9: Opdeling van het landgoed vanaf 1934 met het jaar van afsplitsing. In 1937 is het plangebied afgesplitst (Wolak, 2013 afb. 2 op pag. 3 en identieke afb. 40 op pag. 26). Plangebied in het rode kader
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
21 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 10: Nieuwe Villa Rozenhage, zuidwestgevel met tuinmuren (Bron: tijdschrift ‘Het Landhuis Op De Hoogte’, februari 1941 )
Afbeelding 11: Situatie 2003 met plangebied in het oranje kader (Topografische kaart 40B, 2003)
Gelders Archief
24
Bij het Gelders Archief zijn foto’s25 van landgoed Rozenhagen voorhanden. Het plangebied is zelf niet zichtbaar gefotografeerd of op ansichtkaart vermeld. Afbeelding 12 laat de ‘oude’, in 1937 gesloopte, villa in 1920 zien.
24
www.geldersarchief.nl nrs. 1540-114, 1540-118, 1540- 119, 1540-120, 1540-121, 540-126, 1540-127, 1540-130, 1540-131, 1540 – 135, 1540-136, 1540-141, 1540-144, 1540-145, nr. 1540-150, 1540-151, 1540-152 opgenomen in Wolak, M., 2013 25
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
22 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 12: Villa Rozenhagen rond 1920, noord- en westzijde (Bron: Gelders Archief, nr. 1540-141)
Luchtfoto’s Op de aanwezige luchtfoto’s26 zijn geen archeologische sporen waargenomen.
Tweede Wereldoorlog
27
De Tweede Wereldoorlog heeft geen bekende en noemenswaardige gevolgen gehad voor het plangebied. Wel kan er eventueel munitie zijn achterbleven of kunnen eventueel munitedumps aanwezig zijn in het plangebied. Er is voor het plangebied geen historisch onderzoek uitgevoerd vanwege de mogelijke aanwezigheid van explosieven. Op de luchtfoto’s van 6-9-1944 nummer 3327, 3328 (zie Afbeelding 13) en 332928) is geen zichtbare oorlogsschade waarneembaar.
26 27 28
www. maps.google.nl en http://www.bing.com/maps http://watwaswaar.nl/#---ea-1v-1O, http://www.dotkadata.com http://watwaswaar.nl/
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
23 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 13: luchtfoto 1944 met plangebied in het oranje kader (bron: RAF, 6-9-1944 fotonummer 3328)
Airborne museum, Dotkadata, Platform Bodemonderzoek Tweede Wereldoorlog, Beeldbank WOII, Defensie en Aircraft research group Achterhoek Deze informatiebronnen bevatten geen relevante aanvullende informatie voor of over het plangebied
Gelderland in beeld Deze informatiebron bevat geen relevante aanvullende informatie voor of over het plangebied. 3. Wat is het historisch landgebruik van de onderzoekslocatie en het omringende gebied geweest? Het plangebied heeft voor zover het te herleiden is op historische kaarten, een tuin c.q groenbestemming gehad. In 1885 is de formele parktuin aangelegd en heeft in de 130 jaar (in meer of mindere mate) onderhoud gehad. De directe omgeving bestaat uit landgoed Rozenhagen, waartoe het plangebied behoort. In 1937 is het plangebied kadastraal afgesplitst van het landgoed.
2.3
Archeologische waarden In het plangebied zelf heeft niet eerder archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Binnen een straal van 500 meter rond het plangebied zijn twee onderzoeken opgenomen in Archis. Er zijn geen waarnemingen, vondstmeldingen en monumenten opgenomen in Archis. Tabel 2: Waarnemingen, Vondsten, Onderzoeken en Monumenten <500m rondom het plangebied (bron: Archis) CAA-nr.
Onderzoek
5112
Ligging t.o.v. plangebied 120m ZW-
Vondsten
Periode
Aanleiding is Verbreding A12
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
24 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
RAAP 2002
NW Geen toponiem
Onderzoek Gemeente Arnhem 2014
51035
400m NW Paasberg
Archeologisch: booronderzoek met 20 boringen tot 300cm -mv Selectieadvies: Niet van toepassing. Geen archeologische indicatoren aangetroffen.29 Selectiebesluit: niet opgenomen in Archis Aanleiding is roleringswerkzaamheden Archeologisch: begeleiding Selectieadvies: nvt, Ondanks de verwachtingen was snel duidelijk dat het plangebied weinig archeologische sporen meer zou herbergen. De bodem was afgetopt en geëgaliseerd ten tijde van de bouw van de huidige wijk in het plangebied. De vruchtbare bovenlaag die als bescherming diende voor de eventuele onderliggende sporen was verdwenen.30 Selectiebesluit: niet in Archis opgenomen
4. Welke gegevens met betrekking tot archeologische complexen (‘waarnemingen’ inclusief uitkomsten historisch kaartonderzoek) zijn reeds binnen het onderzoeksgebied en/of binnen de landschappelijke eenheden rondom de onderzoekslocatie bekend? Vermeld per vondst- en/of spoorcomplex minimaal: a) bronvermelding (onderzoeksrapportages, ARCHIS-gegevens) b) de materiaalcategorie c) ouderdom d) ruimtelijke (geografische) verspreiding e) stratigrafische verspreiding (diepteligging en/of dikte vondstlaag) f ) fragmentatie Zie paragraaf 2.3 en tabel 2 voor detailinformatie. De waarnemingen in Archis geven geen indicatie dat er in de omgeving al vanaf de prehistorie bewoning voorkomt. Archis geeft geen informatie over de ruimtelijke (geografische) verspreiding, de stratigrafische verspreiding (diepteligging en/of dikte vondstlaag) en de fragmentatie. Gegevens hierover zijn niet beschikbaar.
2.4
Informatie Historische vereniging De Oudheidkundige kring Rheden Rozendaal heeft geen aanvullende informatie over landgoed Rozenhagen of het plangebied, dan die al door hen is gegeven bij de totstandkoming van de Cultuurhistorische Rapportage31
2.5
Archeologisch verwachtingsmodel Op grond van de bekende geologische, landschappelijke, aardkundige, archeologische en historische gegevens in en rond het plangebied kan de archeologische verwachting worden bepaald. De archeologische verwachting van het plangebied, conform Archeologische Vindplaatsen en Verwachtingskaart 2012 en bestemmingsplan 'Parapluplan Archeologie Rheden 2013 en recreatief medegebruik Buitenplaatsen' van de gemeente Rheden (2013), is in de navolgende tabel en Afbeelding 14 opgenomen. AWV AVWK)
(cf
hoge archeologische verwachting
Verwachting (cf AVWK)
Beleidsadvies (cf Bestemmingsplan)
Hoog voor archeologische resten uit alle perioden. Archeologische resten vlak onder het maaiveld en daardoor kwetsbaar (profieltypen 2 en 3).
Waarde - Archeologie 2, voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 250 m² en waarbij dieper wordt gegraven dan 30 cm, dient archeologisch onderzoek plaats te
29
Oude Rengerink, J.A.M. 2003: A12 Veenendaal-Duitse Grens; een inventariserend archeologisch onderzoek (fase 1: kartering),RAAP-rapport 863 30 ARA 77 31 Wolak, M., 2013. Rapportage De Overtuin Velp, Deel van vroeger landgoed Rozenhage Cultuurhistorisch onderzoek en waardering, Marcelis Wolak landschapsarchitectuur en groen erfgoed, 23 december 2013
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
25 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Middelmatige archeologische verwachting
Opgehoogd
Middelmatig voor archeologische resten uit alle perioden. Archeologische resten afgedekt door een >50 cm dikke conserverende laag en daardoor waarschijnlijk goed geconserveerd (profieltype 4) of archeologische resten vlak onder het maaiveld en daardoor kwetsbaar (profieltypen 5 en 6). afhankelijk van onderliggende verwachtingszone
vinden Waarde - Archeologie 2, voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 250 m² en waarbij dieper wordt gegraven dan 30 cm, dient archeologisch onderzoek plaats te vinden
Waarde - Archeologie 2, voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 250 m² en waarbij dieper wordt gegraven dan 30 cm, dient archeologisch onderzoek plaats te vinden
.
Afbeelding 14: Gemeente Rheden Archeologische Vindplaatsen en Verwachtingskaart (RAAP, 2012), met plangebied in het oranje kader
Gegeven de ligging van het plangebied op een daluitspoelingswaaier, bestaat er een grote kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Vanaf het Laat Paleolithicum werden deze gebieden regelmatig gebruikt als woonplaats, begraafplaats en/of akkerland. De waarnemingen in Archis geven echter geen indicatie dat er in de directe omgeving menselijke activiteiten voorkwamen vanaf de prehistorie. Aangezien de erosie in deze gebieden substantieel is geweest, is de kans op natuurlijke verstoring van intacte archeologische vindplaatsen groot. Vanaf de late Middeleeuwen ontwikkeld het plangebied zich als villapark. De kans op resten uit deze periode is hoog. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan oude funderingen en tuinelementen. De vondsten die worden verwacht zijn losse(strooi)vondsten en mogelijk archeologische resten die in verband staan met bewoning van het erf. Hierbij kan gedacht worden aan afvaldumps, rituele dumps, en haardkuilen. Indien er eventueel archeologische resten aanwezig zijn komen deze direct aan of onder het maaiveld voor. De vondstenlaag van deze resten zal zich niet dieper bevinden dan ca. 50 cm beneden het huidige maaiveld. Organische resten en bot zullen door de overwegend droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Andere typen indicatoren zoals aardewerk en houtskool zijn waarschijnlijk matig goed geconserveerd. Verstoringskans: Het plangebied heeft voor zover het te herleiden is op historische kaarten, een tuin c.q groenbestemming gehad. In 1885 is de formele parktuin aangelegd. Het tuinonderhoud en de tussentijdse wijzigingen in de tuinarchitectuur kunnen tot een bodemerstoring hebben geleid tot in de C-horizont. Op 29 september 2014 heeft P.A. van den Brandeler zijn bevindingen aangaande verstoringen in het plangebied in de notitie Archeologische bevindingen 'de Overtuin' genoteerd:
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
26 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
“Rond 1885 is de grond volledig op de schop gegaan in verband met het maken van een Engelse landschapstuin met als meest ingrijpende item een 70 bij 25 meter achtvormige vijver (ten zuiden van het plangebied). In maart 2014 zijn (in het plangebied) op het deel ten noorden van de vijver, grenzend aan de Arnhemsestraatweg grootschalig bomen gerooid en stronken verwijderd. In september 2014 zijn geulen gegraven ter bepaling van fundering van het te bouwen huis. Geen indicatie is in deze geulen gevonden die er op wijzen archeologische vondsten te kunnen verwachten. Aangetroffen in de grond zijn: verspreid liggende rode bakstenen op diverse dieptes, granaatscherven, bloempotscherven (van fabrieksmatige origine) kleine stukjes dakbedekking en een geweerkogel. Niet verwonderlijk aangezien dit stuk tuin het talud van de Arnhemsestraatweg in zich heeft. Grondwaterstanden variëren van 60 cm tot 2.10 Grondsoorten: humus, bosgrond, blauwe klei, fijn tot middelfijn en grof geel zand. Aangezien de grond in het verleden al meerdere keren is verstoord, vormt het aspect archeologie geen belemmering voor een aanpassing in het bestemmingsplan. Een en ander zoals verwoord onder punt q van zaaknummer 75945 van de gemeente Rheden”32.
Afbeelding 15: graafwerkzaamheden september 2014 (foto's P.A. van den Brandeler)
32
Brandeler, Jhr. Pieter A. van den, 2014 Archeologische bevindingen 'de Overtuin' Velp, 29 september 2014
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
27 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Afbeelding 16: Baggerbasin december 2014 met (deel) plangebied ten noorden van de vijver (bron: P.A. van den Brandeler)
Deze opname zal door archeologisch bodemonderzoek ter plaatse moeten worden aangetoond c.q. aangevuld voor de rest van het plangebied. Tabel 3: Archeologische verwachting plangebied Verwachting Periode
Verwachte vindplaatstypen
Verwachte grondlaag (diepte)
Hoog
Restanten van 20e eeuwse erf, in of direct onder akkercomplexen, oude verkavelingen, de oude ontginningssporen, esgreppels, akkerlaag veldovens
Hoog
Nederzettingsterreinen, grafvelden, direct onder de resten van ijzerbewerking, dumps, oude akkerlaag meilers BC-horizont en Nederzettingsterreinen, urnenvelden top van de Cresten van ijzerbewerking, meilers, horizont dumps
Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd
Romeinse Tijd - Vroege Middeleeuwen Hoog Bronstijd - IJzertijd
Hoog Paleolithicum-Neolithicum
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Nederzettingsterreinen, jachtkampen, Top van de Chaardplaatsen/haardkuilen, horizont vuursteenstrooiingen
28 van 52
Project Kenmerk
2.6
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Bouwhistorische waarden Op grond van het uitgevoerde cartografisch onderzoek blijkt dat het plangebied nooit bebouwd is geweest. Navraag bij de opdrachtgever heeft geen nadere informatie opgeleverd. In het plangebied zijn dan ook geen relevante bovengrondse en ondergrondse bouwhistorische waarden te verwachten.
2.7
Synthese 5. Welke natuurlijke formatieprocessen (sedimentatie, erosie, laterale verplaatsing, bodemvorming, degradatie e.d.) hebben een rol gespeeld in het onderzoeksgebied? Het dekzand maakt deel uit van de Formatie van Boxtel (Laagpakket van Wierden). Dit zandpakket ligt op een daluitspoelingswaaier van de stuwwalafzettingen van de Veluwe. Ten zuiden van het plangebied ligt een vijver die wordt gevoed door kwelwater van de Veluwe. 6. Met welke culturele formatieprocessen (grondbewerking, bemesting, ophoging, betreding, percelering, [de-]constructie, materiaaltypen, materiaalgebruik en materiaaldepositie e.d.) hebben een rol gespeeld in het onderzoeksgebied? Er is sprake van een parktuin op een ondergrond van dekzand op grof zand van de daluitspoelingswaaier. Er is kans bodemverstoring door aanleg en bewerkingen van het plangebied vanaf 1885. In 2014 zijn door P.A. van den Brandeler gedocumenteerde bodemverstoringen tot op de pleistocene ondergrond uitgevoerd. E.e.a. zal getoetst moeten worden door middel van booronderzoek. 7. Welke formatieprocessen kunnen een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van eventuele aanwezige vondstspreidingen, de vondstdichtheid, vondst- en spoorniveaus en de fysieke kwaliteit van eventueel aanwezige archeologische resten? Door de ligging op een daluitspoelingwater en nabij een kwelwatervoorziening is het plangebied geschikt voor permanente bewoning vanaf de late prehistorie. Ook kan het gebied als foerageergebied worden aangemerkt voor jagers/verzamelaars. De kans op vindplaatsen uit deze periode is echter klein. Natuurlijke processen als erosie en de (sub)recente grondbewerking kan tot aantasting van vindplaatsen hebben geleid, waarbij spoor- en/of vondstniveaus geheel of gedeeltelijk zijn verdwenen. 8. Wat is de aard (materiaalsoorten, fragmentatie, dichtheden, ruimtelijke en stratigrafische spreiding, etc.) van (mogelijk) aanwezige vondst- en/of spoorcomplexen? Verwacht wordt dat de vondstverspreiding van alle materiaalsoorten laag zal zijn. Voor de gehele periode geldt een lage vondstdichtheid. Vondstmateriaal kan bestaan uit aardewerkfragmenten, verbrande leem, bewerkt en onbewerkt vuursteen, houtskoolfragmenten, bouwmateriaal, slakmateriaal en fosfaten. 9. Hoe manifesteren deze zich tijdens prospectieonderzoek? Vondstmateriaal kan door bewerking aan de oppervlakte zijn gebracht of als dit niet het geval is zal het vondstmateriaal aangetroffen worden in de sporen en cultuurlagen op de top van de Chorizont (dekzand) op een diepte van ca. 100 cm en op de overgang van de B- (indien aanwezig) naar de C-horizont, op een diepte van ca. 50 cm. Er is naar verwachting geen aantoonbaar geografisch onderscheid in dichtheid van sporen en vondsten binnen het plangebied. 10. Met de inzet van welke zoekmethoden (detectie- en waarnemingsvorm, monsterbehandeling en zoekstrategie) kunnen vondst- en/of spoorcomplexen systematisch opgespoord worden (zoeksleuven, booronderzoek, veldkartering, geofysisch etc.). Licht beargumenteerd toe met verwijzing naar de verschillende KNA-leidraden.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
29 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
In relatie tot de oppervlakte van de geplande ontwikkeling (3.000m²) dienen er in totaal minimaal 4 grondboringen33 volgens een driehoeksgrid in het plangebied te worden gezet om de intactheid van de bodem te onderzoeken en de aanwezigheid van vindplaatsen te toetsen. Geadviseerd wordt om de uit 2014 bekende bodemverstoringen te vermijden en zoveel mogelijk intacte delen van het plangebied te onderzoeken. De diameter van de boringen is 15 cm en de boorkernen moeten worden uitgezeefd over een metalen zeef met een maaswijdte van 4 mm om de opgeboorde grond te controleren op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals scherven aardewerk, vuursteen, botfragmenten, fosfaten en houtskoolresten. De boringen worden ingemeten ten opzichte van het maaiveld. Daarnaast zullen vanwege de geringe vondstdichtheid molshopen worden geïnspecteerd op archeologische indicatoren. Deze onderzoeksmethode (booronderzoek) is geschikt voor het opsporen van vlaknederzettingen, maar niet voor steentijdvindplaatsen, grafvelden of kleine fenomenen zoals veldovens, slakkendumps en meilerkuilen. De boormethode E1 van de leidraad een inventariserend booronderzoek (karterende fase, Tol et al. 2012) is het meest geschikt voor deze locatie. Op grond van de intactheid van het bodemprofiel en de aanwezigheid van vindplaatsen kan in overleg met het bevoegd gezag besloten worden om het booronderzoek op te schalen naar de waarderende fase. Het waarderend onderzoek kan bestaan uit een verdere verdichting van het boorgrid of een proefsleuvenonderzoek.
33
Habraken, J., 2014; Handboek archeologisch onderzoek binnen de regio Arnhem, 2014, Eisen en kaders voor onderzoek en beoordeling van rapporten pag. 23
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
30 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
3
Booronderzoek
3.1
Werkwijze Booronderzoek Aan de hand van het bureauonderzoek kwam naar voren dat door middel van methode E1 van de leidraad een inventariserend booronderzoek (karterende fase, Tol et al. 2012) de meest geschikte methode is voor het bepalen van de bodemsamenstelling en de archeologische verwachting. Het karterend booronderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de KNA versie 3.3, specificatie VS03. In totaal zijn op 12 januari 2015 vijf (5) boringen geplaatst met een Edelmanboor met een boordiameter van 15 cm. Bij aankomst op de onderzoekslocatie bleek dat de bovengrond in het grootste deel van het plangebied reeds ontgraven was tot een diepte van gemiddeld 50 cm-mv. Deze grond was gebruikt om een dam op te werpen voor een slibdepot. Dit slibdepot bevond zich ter plaatse van de toekomstige woning en was gevuld met slib vermoedelijk afkomstig uit de grote vijver ten zuiden van de nieuwbouwlocatie. Tevens was een groot deel van het talud van de Arnhemsestraatweg ontgraven tot op een maximale diepte van 1 m-mv. De boringen zijn uitgevoerd door E. van der Kuijl (senior KNA archeoloog) De boringen zijn doorgezet tot minimaal 25 cm in de C-horizont. De boringen zijn zo gelijkmatig mogelijk over het plangebied verdeeld. De exacte locaties zijn ingemeten met een meetwiel en een meetlint (x- en y-waarden). Van alle boringen is de maaiveldhoogte afgeleid van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2). Het opgeboorde sediment is in het veld bodemkundig beschreven conform de NEN 5104 en de bodemclassificatie volgens De Bakker en Schelling (1989). Alle afzonderlijke bodemlagen zijn droog gezeefd over een metalen zeef met een maaswijdte van 4 mm en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem, bot etc.
3.2
Resultaten Geologie en Bodem Voor de ligging van de boorpunten wordt verwezen naar Bijlage 4. Bij geen enkele boring is een intacte bodemopbouw aangetroffen. In alle gevallen is sprake van een ontgraven bouwvoor en is daaronder een subrecent of recent geroerd puinhoudend zandpakket aangetroffen tot op een diepte van gemiddeld 100 cm-mv. Daaronder bevindt zich de natuurlijke ondergrond die bestaat uit matig grof zand met veel grind. De overgangen tussen de afzonderlijke bodemlagen zijn bij alle boringen scherp. De bodemopbouw is globaal als volgt (boring 1): Diepte (cm – mv) Vanaf maaiveld tot 50 cm
Tussen 50 cm en 100 cm Tussen 100 cm en 130 cm
Samenstelling Grijsgeel gemengd matig fijn iets siltig zand met kiezels en veel recent baksteenpuin Geelbruin gemengd matig fijn iets siltig puinhoudend zand Geel matig fijn iets siltig sterk grindhoudend zand
Interpretatie Ap1; menglaag, recent
Ap2; menglaag, recent C; gestuwde afzettingen
11. Wat is a) de aard (ontstaanswijze, textuur, kleur), diepteligging en ouderdom van de relevante natuurlijke afzettingen in de ondiepe ondergrond ter plaatse van het onderzoeksgebied? De natuurlijke ondergrond wordt aangetroffen op een diepte van 100 cm-mv onder meerdere teruggestorte geroerde lagen met machinaal gevormde baksteen. De natuurlijke ondergrond bestaat uit geel matig fijn tot grof iets siltig sterk grindhoudend zand. Het zand is te grof voor
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
31 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
dekzand. Het betreft dan ook gestuwde afzettingen van de Rijn en IJssel die behoren tot de stuwwal van de Oost-Veluwe (Veluwezoom). 12. Wat is a) de aard (kleur, textuur, samenstelling), diepteligging, genese en gaafheid van natuurlijke en eventueel antropogene bodemhorizonten (akkerlagen en overige ‘verstoringslagen’, bemestingslagen e.d.), ter plaatse van het onderzoeksgebied? Voor het beantwoorden van deze vraag wordt verwezen naar de tabel op pagina 31. De aangetroffen bodem bestaat tot op een gemiddelde diepte uit gemengde teruggestorte puinrijke bodemlagen die ontstaan zijn nadat het gebied grotendeels afgegraven is in het recente verleden. De oorspronkelijke bodemhorizonten (bouwvoor, bruine bosbodem en holtpodzolen op een ondergrond van dekzand) zijn niet aangetroffen. 13. Wat is de aard, dikte en omvang van eventueel ter plaatse van het onderzoeksgebied voorkomende afdekkende lagen en de (geschatte) ouderdom daarvan (plaggendek, stuifzandlaag, kleidek, afvallaag, ophogingslaag)? Voor het beantwoorden van deze vraag wordt verwezen naar de tabel op pagina 31. Het in de geroerde lagen aangetroffen bouwpuin dateert uit de 2e helft van de 20e eeuw. 14. Indien er afdekkende lagen voorkomen; wat is de aard (ontstaanswijze, kleur, textuur, samenstelling), gaafheid en dikte van het onderliggende afgedekte bodemprofiel (natuurlijke en antropogene bodemhorizonten zoals oude akkerlagen) en/of afzettingen? Voor het beantwoorden van deze vraag wordt verwezen naar de tabel op pagina 31. Er is geen sprake meer van een intact bodemprofiel. Archeologie 15. Wat is de diepte tot waarop artefacten van recente ouderdom (‘modern’ afvalmateriaal) in het bodemprofiel voorkomen Subrecent puin is aangetroffen in geroerde bovenlaag tot op een diepte van circa 100 cm-mv. 16. Tot welke diepte in het bodemprofiel is sprake van een ‘recente’ bodemverstoring en wat is de ouderdom van deze verstoring? De bodem is recent of subrecent geroerd tot op een diepte variërend van 75 cm-mv (boring 3) tot 110 cm-mv (boring 5). De afgegraven grond is gebruikt voor het maken van een slibdepot. 17. Uitgaande van de onderzoeksstrategie, zijn de verwachte vondst- en/of spoorcomplexen (archeologische indicatoren) binnen het onderzoeksgebied aanwezig? Geef de mate van zekerheid of onzekerheid aan en licht toe met een beargumenteerde interpretatie. Op grond van het uitgevoerde booronderzoek is geconstateerd dat de bodem recent of subrecent vergraven is tot in de natuurlijke ondergrond. Hierbij is de volledige oorspronkelijke bodemopbouw inclusief de top van het dekzand verdwenen. Daarmee zijn eventuele vindplaatsen definitief verloren gegaan. 18. Uitgaande van waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk, in hoeverre komen de uitkomsten overeen met de resultaten van het bureauonderzoek? Geef de mate van zekerheid of onzekerheid aan en licht toe met een beargumenteerde interpretatie. De waarnemingen uit het booronderzoek komen niet overeen met het bureauonderzoek. De volgens de bodemkaart te verwachten bodemtypen (holtpodzolgronden op een ondergrond van dekzand) zijn niet aangetroffen. De hoge archeologische verwachting volgens de beleidskaart van gemeente Rheden wordt niet bevestigd door het archeologisch onderzoek. 19. Evaluatie: Uitgaande van waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk, hoe adequaat is de gekozen zoekstrategie geweest? Licht beargumenteerd toe.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
32 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
De onderzoeksstrategie is adequaat geweest voor het aantonen van de mate van intactheid van de bodemopbouw en het bepalen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen uit de periode van de Late Steentijd tot en met de Nieuwe Tijd. 20. Wat is de (mogelijke) omvang, aard, datering en fysieke kwaliteit van deze archeologische vondst- en/of spoorcomplexen? Licht toe met een beargumenteerde interpretatie. Vanwege het ontbreken van archeologische vindplaatsen is deze onderzoeksvraag en vraag 21 t/m 26 niet langer van toepassing.
Afbeelding 17: Foto van het plangebied richting het zuiden. In het centrale deel van het plangebied is een slibdepot aanwezig. Duidelijk zichtbaar is dat de grond eromheen afgegraven is. Bij de houtstapel rechts resteert nog een klein deel van het oorspronkelijke talud.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
33 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
4
Conclusie en aanbeveling
4.1
Conclusie Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden vanaf de Prehistorie. Waarnemingen van de eigenaar geven aan dat er een kans is op een verstoorde bodem in delen van het plangebied als gevolg van onderhoud en herstelwerkzaamheden. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in de vorm van een karterend booronderzoek. Uit het veldonderzoek blijkt dat de bodem zeer recent vergraven is tot in de top van de gestuwde grindrijke zandafzettingen. Daarbij is de oorspronkelijke bodemopbouw inclusief de eventueel aanwezige archeologische waarden verloren gegaan. Wat betreft landschappelijke ligging en verwacht oorspronkelijk bodemtype geeft het booronderzoek daardoor geen overeenstemmend beeld met dat wat verwacht werd op basis van het bureauonderzoek. Op grond van de onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat in het plangebied geen archeologische vindplaatsen meer te verwachten zijn.
4.2
Selectieadvies Op grond van de onderzoeksresultaten van het karterend booronderzoek is gebleken dat de oorspronkelijke bodemopbouw verloren is gegaan. Doordat de bodem vergraven is tot in de top van de C-horizont zijn eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen reeds verloren gegaan. Wij adviseren daarom om de hoge archeologische verwachting voor het plangebied bij te stellen naar laag met als indicatie ‘verstoord’. Vervolgonderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht.
4.3
Voorbehoud Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Hamaland Advies erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Rheden), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen.
4.4.
Selectiebesluit Het selectieadvies is voorgelegd aan de opdrachtgever, het bevoegd gezag en diens adviseur (drs. J. Habraken), Regionaal Archeoloog van de regio Arnhem. Op 26 januari 2015 heeft de heer J. Habraken het advies beoordeeld en op enkele tekstuele aanpassingen na, die in deze definitieve rapportage (versie 2.0) zijn opgenomen, onderschreven. Het archeologisch booronderzoek heeft aangetoond dat de bodem diep is verstoord. Daardoor is er geen archeologie in situ meer te verwachten. Het plangebied kan dan ook worden vrijgegeven wat betreft archeologie. Een vervolgonderzoek is niet meer noodzakelijk. Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
34 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Rheden (de heer D. van Dun) hiervan per direct in kennis te stellen.
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
35 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Gebruikte literatuur Bakker, H. de & Schelling J., 1989; Systeem van bodemclassificatie voor Nederland: de hogere niveaus. Wageningen. Berendsen, H.J.A., 2005; Landschappelijk Nederland: De fysisch-geografische regio’s. Assen Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, 2001; Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Berendsen, H.J.A., 2008; De vorming van het land: inleiding in de geologie en de geomorfologie. Assen. Brandeler, Jhr. Pieter A. van den, 2014 Archeologische bevindingen 'de Overtuin' Velp, 29 september 2014 Cohen, K.M., E. Stouthamer, W.Z. Hoek, H.J.A. Berendsen & H.F.J. Kempen, 2009: Zand in Banen Zanddieptekaarten van het Rivierengebied en het IJsseldal in de provincies Gelderland en Overijssel. Cohen, K.M., E. Stouthamer, 2012: Vernieuwd digitaal basisbestand paleografievan de Rijn-Maas Delta. Beknopte toelichting bij het Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn-Maas Delta, Universiteit Utrecht. Cohen, K.M., E. Stouthamer, H.J. Pierik, A.H. Geurts, 2012: Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de RijnMaas Delta / Rhine-Meuse Delta Studies’ Digital Basemap for Delta Evolution and Palaeogeography, Universiteit Utrecht Habraken, J., 2014; Handboek archeologisch onderzoek binnen de regio Arnhem, 2014, Eisen en kaders voor onderzoek en beoordeling van rapporten Habraken, J., 2015; Brief aan Gemeente Rheden, Ter attentie van dhr. D. van Dun betreffende Toetsing archeologisch rapport Graaf, R. de en E.E.A. van der Kuijl, 2015: Bureauonderzoek en Karterend Booronderzoek Archeologie Plangebied De Overtuin, Landgoed Rozenhagen Rozenhagelaan 18A te Velp Gemeente Rheden, Hamaland-rapport 140, Kok, R.S. en Vos, W.L., 2013: Archeologie van de Tweede Wereldoorlog. In: Rapportage Archeologische Monumentenzorg 211. Amersfoort. Oude Rengerink, J.A.M. 2003: A12 Veenendaal-Duitse Grens; een inventariserend archeologisch onderzoek (fase 1: kartering),RAAP-rapport 863 Stiboka / Rijks Geologische Dienst, 1977; Toelichting op de legenda van de geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen en Haarlem. Tol, drs. A. et al., 2012; Leidraad inventariserend veldonderzoek Deel: karterend booronderzoek, 4 december 2012, versie 2.0 vastgesteld door het CCvD Archeologie. Gouda. Gemeente Rheden, 2008. Uitgediept uitwerkingsnota archeologiebeleid Rheden 2008 Gemeente Rheden, 2012. Archeologie in de gemeente Rheden, Archeologie in de gemeente Rheden RAAPrapport 2534 Gemeente Rheden, 'Parapluplan Archeologie Rheden 2013 en recreatief medegebruik Buitenplaatsen' in het GMLbestand NL.IMRO.0275.BPArcheologie-ON01 Wolak, M, 2013. Rapportage De Overtuin Velp, Deel van vroeger landgoed Rozenhage Cultuurhistorisch onderzoek en waardering, Marcelis Wolak landschapsarchitectuur en groen erfgoed, 23 december 2013
Geraadpleegde websites: www.archis.nl; voor informatie over waarnemingen, vondsten, onderzoeken, Bonneblad, geomorfologie, bodem en GWT http://www.gpscoordinaten.nl/converteer-gps-coordinaten.php voor convertering GPS naar RD http://natura2000.eea.europa.eu/# voor opnemen maten en luchtfoto www.watwaswaar.nl; en http://www.atlas1868.nl voor informatie historische kaarten www.ahn.nl; voor informatie hoogte www.dans.easy.nl voor rapporten http://www.gpscoordinaten.nl/converteer-gps-coordinaten.php voor converteren gps naar RD-coördinaten www.dinoloket.nl voor informatie over ondergrondse boringen www.bodemloket.nl voor bodeminformatie www.google.maps en http://www.bing.com/maps voor luchtfoto en gpscoordinaten
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
36 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
www.geldersarchief.nl voor affiches, bevolkingsmutaties Renkum, bouwdossiers, films en filmfragmenten, foto’s, kaarten, landdagrecessen, prentbriefkaarten, prenten, procesdossiers, regesten en zegels. www.atlasleefomgeving.nl voor informatie (als vervanger van het beëindigde KICH) http://geoweb.prvgld.nl/SilverlightViewer_1_8/Viewer.html?Viewer=Gelderse_OD_Achterhoek voor provinciale kaarten en bodemgegevens http://ags.prvgld.nl/GLD.Atlas/(S(jafpg0mlvfcpvu55ikjunlau))/Default.aspx?applicatie=gelderschecultuurhistorie provinciale kaart van gelderse cultuuratlas http://ags.prvgld.nl/GLD.Atlas/(S(rcrk2p55pepdijqlb2qr0y55))/Default.aspx?applicatie=HistorischEnArcheologie kaart van Historisch landschap, historische stedenbouw en archeologie http://ags.prvgld.nl/GLD.Atlas/(S(i3oiqj24fkpghi45thvcj53c))/default.aspx?applicatie=Zandbanen voor diepte zandlagen http://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0275.BPArcheologie-ON01/r_NL.IMRO.0275.BPArcheologieON01.html#_4_Waarde-Archeologie2 voor informatie over bestemmingsplan http://persistent-identifier.nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13-nqjn-zl voor zanddiepten http://genwiki.nl/gelderland/index.php?title=Velp voor de geschiedenis van velp www.Back2Basics.nl voor de boorstaten
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
37 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
BIJLAGEN
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
38 van 52
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Bijlage 1: - Schetsplan met plangebied in het oranje kader
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Bijlage 2:
Onderzoeken, Waarnemingen, Vondsten en Monumenten en Bodemkaart (bron:Archis2)
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Bijlage 3: Overzicht van geologische perioden en lijst met gebruikte afkortingen
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Bijlage 4: Kaart met boorpunten
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
Bijlage 5: boorprofielen
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem
Project Kenmerk
: BO en IVO (k) Archeologie Rozenhagelaan 18A te Velp, gemeente Rheden : EKU/DIR/HAMA/ 140849
© Hamaland Advies, Ambachtsweg 9b, 7021 BT Zelhem