BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIE 150 KV KABELVERBINDING TRACÉ GEERVLIET-MIDDELHARNIS ALTERNATIEF 3 GEMEENTE BERNISSE JOULZ
30 januari 2014 077522948:A - Definitief B02047.000066.1000
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Inhoud Samenvatting .............................................................................................................................................................. 4 1
2
3
Inleiding ................................................................................................................................................................ 6 1.1
Aanleiding voor het onderzoek ............................................................................................................... 6
1.2
Plangebied en onderzoeksgebied ............................................................................................................ 6
1.3
Huidige situatie plangebied ..................................................................................................................... 9
1.4
Toekomstige situatie plangebied ........................................................................................................... 11
1.5
Doel van het bureauonderzoek .............................................................................................................. 11
1.6
Werkwijze ................................................................................................................................................. 11
1.7
Juridisch- en beleidskader ...................................................................................................................... 11
5
Verdrag van Malta ............................................................................................................... 11
1.7.2
Wet op de archeologische monumentenzorg ................................................................... 12
Landschap............................................................................................................................................................ 14 2.1
Inleiding .................................................................................................................................................... 14
2.2
Geologie en geomorfologie..................................................................................................................... 14
2.3
Bodem ....................................................................................................................................................... 16 2.3.1
Zeekleigronden .................................................................................................................... 17
2.3.2
Veengronden ........................................................................................................................ 17
2.4
Hoogtebestand AHN .............................................................................................................................. 19
2.5
Grondwater .............................................................................................................................................. 20
Historie ................................................................................................................................................................ 23 3.1
Inleiding .................................................................................................................................................... 23
3.2
Historie ...................................................................................................................................................... 24
3.3 4
1.7.1
3.2.1
Prehistorie ............................................................................................................................. 24
3.2.2
Romeinse Tijd ....................................................................................................................... 25
3.2.3
Middeleeuwen...................................................................................................................... 26
Historisch kaartmateriaal ....................................................................................................................... 27
Archeologie ......................................................................................................................................................... 30 4.1
Inleiding .................................................................................................................................................... 30
4.2
Gemeentelijke archeologische verwachtingskaart .............................................................................. 30
4.3
IKAW......................................................................................................................................................... 32
4.4
AMK .......................................................................................................................................................... 34
4.5
Cultuurhistorische waardenkaart.......................................................................................................... 35
4.6
Archis 2: Vondstmeldingen en waarnemingen ................................................................................... 38
4.7
Eerder uitgevoerd onderzoek ................................................................................................................ 40
Conclusies en aanbevelingen .......................................................................................................................... 42 5.1
Conclusies en verwachtingsmodel ........................................................................................................ 42
5.2
Advies ....................................................................................................................................................... 42
5.3
Voorstel opzet verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek in het tracé van Alternatief 3 .............................................................................................................................................. 43
077522948:A - Definitief
ARCADIS
1
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Bronnen...................................................................................................................................................................... 46 Bijlage 1
Verklarende woordenlijst .......................................................................................................... 48
Colofon....................................................................................................................................................................... 50
2
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
077522948:A - Definitief
ARCADIS
3
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Samenvatting In het gebied van Bernisse en Goeree-Overflakkee wordt de grens van de bestaande infrastructuur bereikt voor wat betreft het duurzaam opgesteld teruglever-vermogen. Voorzien wordt dat op korte termijn de bestaande 50 kV-netten niet meer toereikend zijn om nieuwe projecten uit te kunnen voeren, zoals de aanleg van windparken. Tussen station Geervliet en station Middelharnis is om deze reden een nieuwe 150 kV kabeltracé voorzien. Bij de aanleg van de kabelverbinding kunnen mogelijk archeologische waarden verstoord worden. In 2013 is door ARCADIS reeds bureauonderzoek, booronderzoek en proefsleuvenonderzoek uitgevoerd voor het beoogde tracé. Door een mogelijke wijziging van het tracé, wordt aanvullend bureauonderzoek uitgevoerd voor ‘Alternatief 3’ in de Gemeente Bernisse. Het bureauonderzoek heeft als doel inzicht te verschaffen in de archeologische waarden die zich in het plangebied kunnen bevinden. In het noordoostelijke deel van het onderzoeksgebied van Alternatief 3 ligt een aantal waarnemingen uit de Middeleeuwen / Nieuwe Tijd. Het uiterste noorden van Alternatief 3 valt samen met de ‘Zeugweg’,een weg uit de Nieuwe Tijd die later is ingekort (huidige Sportlaan).In het zuidoostelijke deel van het plangebied zijn een aantal waarnemingen uit de IJzertijd en Romeinse Tijd bekend. Deze vindplaatsen zijn voornamelijk gerelateerd aan de top van het Hollandveen en een Duinkerke I geulsysteem. Voor Alternatief 3 geldt een zeer hoge verwachting op het aantreffen van archeologisch resten uit de IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd. Vindplaatsen kunnen bestaan uit nederzettingen, grafvelden, infrastructuur, zoals wegen, verkaveling, duikers, en sporen van gebruik zoals akkercomplexen. Voor resten uit de Steentijd en Bronstijd geldt een lage verwachting. De archeologisch relevante niveaus zijn te verwachten direct onder de bouwvoor tot op ongeveer 2 m beneden maaiveld. De top van het Hollandveen bevindt zich veelal op circa 80 cm beneden maaiveld. Opvallend is de goede conservering van organische resten in het onderzoeksgebied. Houten structuren zijn doorgaans goed bewaard gebleven. Advies Geadviseerd wordt om de historische Ringdijk en Hofsteede Dammestee zoveel mogelijk te ontzien. Vooralsnog zal de dijk niet vergraven worden, maar zal de leiding hieronder doorgaan, door middel van een gestuurde boring. Geadviseerd wordt om voor het deel van het tracé van Alternatief 3 dat ten oosten van de Ringdijk ligt, aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Om de omvang van gravend onderzoek in een later stadium zoveel mogelijk te beperken, wordt geadviseerd om eerst vervolgonderzoek in de vorm van verkennend en karterend booronderzoek plaats te laten vinden. Dit onderzoek moet er op gericht zijn om de intactheid van de bodemopbouw te bepalen en te karteren of er zich daadwerkelijk archeologische vindplaatsen bevinden. De delen van het Alternatief 3 die door middel van een gestuurde boring worden aangelegd, hoeven niet te worden onderzocht. Binnen de zones met een lage archeologische verwachting liggen eventueel aanwezige archeologische resten dieper dan de huidige waterbodem of dieper dan 4 meter beneden maaiveld. Aangezien de leiding niet zo diep wordt gelegd, is voor deze zones geen archeologisch vervolgonderzoek nodig.
4
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Wij maken u erop attent dat bovenstaand advies niet uitsluit dat er bij graafwerkzaamheden (niet voorspelbare) toevalsvondsten kunnen worden aangetroffen, zoals bedoeld in paragraaf 7, artikel 53 van de Monumentenwet. In dat geval moet hiervan melding worden gedaan bij het Bevoegd Gezag. Dit advies dient door de initiatiefnemer te worden voorgelegd aan het Bevoegd Gezag, in dit geval de Gemeente Bernisse. Het Bevoegd Gezag zal het advies beoordelen en een ‚Besluit tot vervolgonderzoek‛ nemen. Het Bevoegd Gezag kan van het advies afwijken.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
5
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
1 1.1
Inleiding AANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK
In het gebied van Bernisse en Goeree-Overflakkee wordt de grens van de bestaande infrastructuur bereikt voor wat betreft het duurzaam opgesteld teruglever-vermogen. Voorzien wordt dat op korte termijn de bestaande 50 kV-netten niet meer toereikend zijn om nieuwe projecten uit te kunnen voeren, zoals de aanleg van windparken. Tussen station Geervliet en station Middelharnis is om deze reden een nieuwe 150 kV kabeltracé voorzien. Bij de aanleg van de kabelverbinding kunnen mogelijk archeologische waarden verstoord worden. In 2013 is door ARCADIS reeds bureauonderzoek, booronderzoek en proefsleuvenonderzoek uitgevoerd voor het beoogde tracé. Door een mogelijke wijziging van het tracé, wordt aanvullend bureauonderzoek uitgevoerd voor ‘Alternatief 3’ in de Gemeente Bernisse. Het bureauonderzoek heeft als doel inzicht te verschaffen in de archeologische waarden die zich in het plangebied kunnen bevinden.
1.2
PLANGEBIED EN ONDERZOEKSGEBIED
Voor deze bureaustudie is uitgegaan van een onderzoeksgebied dat bestaat uit het plangebied en een zone van 500 meter daaromheen. Hierdoor wordt een completer beeld verkregen van de aanwezige waarden in en rondom het onderzoeksgebied en kunnen resultaten uit de omgeving worden geëxtrapoleerd.
6
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Objectgegevens onderzoek – tracé Geervliet-Middelharnis – Alternatief 3 ARCADIS Projectnummer
B02047.000066.1000
Projectnaam
Tracé Geervliet-Middelharnis – Alternatief 3
Plaats
Geervliet
Gemeente
Bernisse
Provincie
Zuid-Holland
Kaartblad
37D
Coördinaten: NW
77031, 430236
NO
77079, 430226
ZO
77236, 429061
ZW
77215, 429096
Lengte tracé
Circa 1400 m
Onderzoeksmelding Archis2
59.992
Archeoregio
Zeeuws Kleigebied
Uitvoerder
ARCADIS Nederland BV
Contactpersoon
T. Vanderhoeven
[email protected]
Opdrachtgever
Joulz
Bevoegd Gezag
Gemeente Bernisse
Uitvoeringsperiode onderzoek
Januari 2013
Beheerder en plaats documentatie
ARCADIS Nederland BV, locatie Hoofddorp
Tabel 1: Objectgegevens onderzoek.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
7
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 1: Ligging onderzoeksgebied in de regio.
8
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 2: Onderzoeksgebied en plangebied.
1.3
HUIDIGE SITUATIE PLANGEBIED
Het deeltracé Alternatief 3 loopt vanaf iets ten zuiden van de Sportlaan in Geervliet parallel net ten westen van de Ringdijk richting het zuiden. Net voorbij de Ringdijk 14 maakt het deeltracé een knik en
077522948:A - Definitief
ARCADIS
9
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
buigt af richting het westen waarbij het de Ringdijk kruist. Het deeltracé loopt door een agrarisch gebied dat bijna uitsluitend bestaat uit grasland en akkerland. Het onderzoeksgebied is extensief bewoond.
Afbeelding 3: Huidige situatie plangebied, luchtfoto.
10
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
1.4
TOEKOMSTIGE SITUATIE PLANGEBIED
Bij de aanleg van de nieuwe kabelverbinding tussen Geervliet en Middelharnis zal over circa 27,5 km een kabel moeten worden gelegd. Delen van het tracé zullen worden geboord, delen zullen open worden ontgraven. Bij de aanleg van deze kabel zal voor het deelgebied van Alternatief 3 een strook met een breedte van 5 meter en een diepte van circa 2 meter worden ontgraven.
1.5
DOEL VAN HET BUREAUONDERZOEK
1. Het bureauonderzoek heeft als doel inzicht te verschaffen in de archeologische waarden die zich mogelijk in het plangebied bevinden of verwacht worden. 2. Aan de hand van dit bureauonderzoek wordt een uitspraak gedaan over de noodzaak van archeologisch vervolgonderzoek.
1.6
WERKWIJZE
De werkzaamheden bestaan uit een bureaustudie. Deze richt zich op archeologische bronnen als de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), de Archeologische Monumentenkaart (AMK), de archeologische database Archis2 van de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed (RCE), het provinciaal beleid en het gemeentelijk beleid. Ook wordt gebruik gemaakt van de topografische kaart, de geomorfologische kaart, de hoogtekaart (AHN) en de bodemkaart. Ten slotte is historisch kaartmateriaal gebruikt om de bestemming van het plangebied in het verleden vast te stellen.
1.7
JURIDISCH- EN BELEIDSKADER
Monumentenwet 1988, Verdrag van Malta 1992, Wet op de Archeologische Monumentenzorg 2007 (WAMz), Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2), nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (nWRO), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), provinciaal beleid, gemeentelijk beleid.
1.7.1
VERDRAG VAN MALTA
Op 16 januari 1992 is door de Raad van Europa het Europese verdrag van Malta - ook wel bekend als de Conventie van Malta of het verdrag van Valletta - gesloten. Aanleiding was de toenemende druk op het archeologisch erfgoed in Europa, onder meer door ruimtelijke ontwikkelingen, waardoor bodemarchief ongezien verloren dreigde te gaan. Het verdrag beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Grondslag van het verdrag is dat dit archeologische erfgoed integrale bescherming nodig heeft en krijgt. In het Verdrag zijn drie uitgangspunten ten aanzien van de omgang met archeologie geïntroduceerd:
Het streven naar het behouden van archeologie in de bodem, het zogenaamde "behoud in situ" (artikel 4, tweede lid). Opgraven is het (gedocumenteerd) vernietigen van het bodemarchief en is in principe niet het eerste streven. De gedachte daarachter is dat er bodemarchief voor toekomstige generaties bewaard moet blijven. Zij hebben immers betere onderzoekstechnieken en stellen andere onderzoeksvragen.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
11
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Tijdig rekening houden in de ruimtelijke ordening met de mogelijkheid of aanwezigheid van archeologische waarden, zodat er nog ruimte is voor archeologievriendelijke alternatieven (artikel 5). Zo wordt voorgesteld om steeds vooraf onderzoek te laten doen naar de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden om het bodemarchief beter te beschermen en om onzekerheden tijdens de bouw van bijvoorbeeld nieuwe wijken te beperken. Op deze manier kan daar bij de ontwikkeling van de plannen zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden. Door er vooraf rekening mee te houden, wordt vertraging in bouwprocessen voorkomen.
Het ‘de verstoorder betaalt’-principe. De ontwikkelaar is verantwoordelijk voor de kosten van het archeologisch onderzoek en de uitwerking van de resultaten (artikel 6). Dit principe is geïntroduceerd als een stimulans om locaties voor ruimtelijke ontwikkeling te zoeken waarbij de archeologische verwachtingswaarden minder hoog zijn.
1.7.2
WET OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG
De op 1 september 2007 van kracht geworden Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) is een aanpassing op de Monumentenwet 1988 en regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Deze wet heeft echter geen zelfstandige betekenis maar heeft wijzigingen doorgevoerd in een aantal andere wetten, te weten de Monumentenwet 1988, de Ontgrondingenwet, de Wet milieubeheer en de Woningwet. Sinds de inwerkingtreding van de Wabo is een deel van de implementatie van de Wamz in die wet te vinden en is de Woningwet niet meer relevant voor de archeologische monumentenzorg. De regeling van de bouwvergunning is namelijk over gegaan naar de Wabo. Thans stelt de Wabo een omgevingsvergunning verplicht voor het bouwen van een bouwwerk. De Monumentenwet bepaalt in samenhang met de Wabo dat aan deze omgevingsvergunning voorschriften kunnen worden verbonden die nodig zijn in het belang van de archeologische monumentenzorg. Voorts regelt de Wamz dat van de aanvrager van een omgevingsvergunning kan worden verlangd dat hij een rapport overlegt waarin de archeologische waarde van het terrein dat volgens de aanvraag wordt verstoord, wordt vastgesteld (zie art. 14, derde lid, 37, derde lid, 39, tweede lid, 40, eerste lid en 41, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 en art. 3a van de Ontgrondingenwet).
12
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 4: Schematische weergave van de AMZ-cyclus.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
13
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
2 2.1
Landschap INLEIDING
Het menselijke doen en laten werd en wordt in grote mate bepaald door de landschappelijke omgeving, en de mogelijkheden die daardoor geboden worden. De geologische, geomorfologische en bodemkundige situaties zijn daarom van belang voor een archeologisch onderzoek.
2.2
GEOLOGIE EN GEOMORFOLOGIE
Het onderzoeksgebied ligt in het zuidwestelijk zeekleigebied. Dit is een jong gebied met weinig reliëf dat zijn huidige vorm heeft gekregen tijdens het Holoceen. De holocene afzettingen in dit gebied worden hoofdzakelijk gerekend tot de Formatie van Naaldwijk. Langs de kust en achter de strand- en duinafzettingen lag de kustvlakte, waarin zich lagunaire afzettingen en wadafzettingen hebben gevormd. In dit gebied is in een zout en brak milieu hoofdzakelijk fijn zand en klei afgezet. Binnen de Formatie van Naaldwijk worden twee laagpakketten onderscheiden. Het onderste pakket omvat oude zeeklei-afzettingen en wordt aangeduid als het Laagpakket van Wormer. Het bovenste pakket wordt aangeduid als het Laagpakket van Walcheren en bestaat uit jonge zeeklei-afzettingen. Tussen de beide lagen van mariene afzettingen kunnen veenlagen zijn ingeschakeld. Deze worden gerekend tot het Hollandveen Laagpakket en zijn vooral gevormd in het Midden- en Laat-Subboreaal, toen er langs de kust een betrekkelijk brede strandwal bestond. Het Hollandveen Laagpakket is een onderdeel van de Formatie van Nieuwkoop. Aan de basis van het holocene pakket, op de overgang met de pleistocene (dekzand)afzettingen, ligt de Basisveen Laag die eveneens onderdeel uitmaakt van de Formatie van Nieuwkoop. Aangenomen wordt dat deze veenlaag ontstond onder directe invloed van de zeespiegelstijging en de daaraan gekoppelde stijging van het grondwaterniveau. In getijdengeulen bereiken de holocene afzettingen een dikte van 40 meter. Over het algemeen is het holocene pakket echter zelden dikker dan 20 meter. De geologische ontwikkeling in het zuidwestelijk zeekleigebied is in hoge mate bepaald door de relatieve zeespiegelstijging. Vanaf het begin van het Holoceen trad er een duidelijke verbetering van het klimaat op. Door het smelten van de ijskappen in het noorden steeg de zeespiegel en ontstonden kwelder- en waddengebieden waarbij zand en klei werden aangevoerd door de zee. Tot in het Vroeg-Subboreaal werd het Laagpakket van Wormer gevormd in getijdenbekkens achter een min of meer open kust. Deze afzettingen zijn onderin overwegend zandig en bovenin kleiiger. Na de vorming van het Laagpakket van Wormer, welke in het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied wordt gemarkeerd door de afzettingen van het Hellevoeterzand, ontstond in het Midden-Subboreaal (circa 2.000 v. Chr.) een nagenoeg aaneengesloten kustbarrière van strandwallen en duinen met daarin enkele trechtervormige mondingen van de rivieren (zogenaamde estuaria).
14
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Achter de strandwallen ontstond een groot veengebied, waarin het Hollandveen Laagpakket werd gevormd. De dikte van deze Subboreale veenlaag wisselt sterk. Na circa 1.000 v. Chr. werd de strandwal plaatselijk doorbroken waardoor het veengebied tot ver landinwaarts werd aangetast door inbraken van de zee. De veengroei kwam daardoor tot stand en tot diep in het veengebied sneden zich geulen in de ondergrond in. Het veen werd hierdoor plaatselijk ontwaterd en werd daardoor bewoonbaar. Een deel van het veen werd pas in de Vroege Middeleeuwen aangetast tijdens stormvloeden of bij hoog water en vanuit de kreken bedekt met klei. De afzettingen van het Laagpakket van Walcheren, welke zijn gevormd door inbraken in een gesloten kust, liggen thans overal aan de oppervlakte. De op- en aanwassen die na circa 1200 n. Chr. ontstonden in de getijdengeulen en langs de kust, werden daarna opeenvolgend ingedijkt. Dit nieuwe ingedijkte land bestaat uit zandige, kalkrijke sedimenten. Het wordt gerekend tot het zogenaamde Nieuwland, waartoe grote delen van Voorne en Putten behoren. Hier is al het veen door erosie verdwenen. Het Laagpakket van Walcheren komt vooral voor in Zuidwest-Nederland, waar het veen voor een deel door inbraken van de zee is weggeslagen. In dat geval liggen de jongere mariene afzettingen direct op de oudere, en worden geen laagpakketten meer onderscheiden. Dit in tegenstelling tot de vroegere situatie, waarbij een onderscheid moest worden gemaakt tussen de oudere Afzettingen van Calais en de jongere Afzettingen van Duinkerke. Ook de mens heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van het gebied. Door het in- en aandijken van natuurlijke opwassen werd de sedimentatie gestopt en is uiteindelijk het huidige landschap ontstaan.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
15
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 5: Geomorfologische kaart (bron: Archis2).
2.3
BODEM
In het plangebied treffen we de volgende gronden aan.
16
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
2.3.1
ZEEKLEIGRONDEN
Zeeklei ontstaat als in zeewater zwevende slibdeeltjes naar de bodem zinken. Vandaag de dag gebeurt dat nog in de Waddenzee en de Zeeuwse delta. Duizenden jaren geleden bedekte de zee ook meer landinwaarts gelegen delen van Nederland. Grote delen van laaggelegen Nederland hebben daarom een zeekleibodem. Schelpen in deze klei herinneren aan het zeeverleden. Ze maken de bodem kalkrijk. Zeeklei is compacter dan rivierklei. De kleur is meestal blauwgrijs. Soms heeft de toplaag echter een zwarte kleur. Zeekleibodems missen meestal een opvallende gelaagdheid omdat bodemprocessen vanwege de dichte structuur en de slechte waterdoorlatendheid niet goed op gang komen. Alleen bij klei die langere tijd niet overspoeld is geweest zijn in de toplaag plantenwortels te zien. Verreweg de meeste zeekleigronden in het plangebied zijn vaaggronden. Daarvan nemen de poldervaaggronden de grootste oppervlakte in. Ze zijn onderverdeeld in kalkrijke (Code: Mn
2.3.2
VEENGRONDEN
Veengronden zijn een orde in de Nederlandse bodemclassificatie. Hieronder verstaat men alle gronden die in de bovenste 80 cm voor meer dan de helft uit moerig materiaal bestaan. Alle gronden die voor het grootste deel uit mineraal materiaal bestaan, de minerale gronden, worden tot een van de andere orden gerekend. In het plangebied hebben we vooral met eerdveengronden te maken (hVC). Dit zijn gerijpte veengronden, met een goed veraarde, moerige eerdlaag.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
17
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 6: Bodemkaart (bron: Archis2).
18
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
2.4
HOOGTEBESTAND AHN
Het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN) geeft de precieze en gedetailleerde maaiveldhoogtes in heel Nederland. De maaiveldhoogtes worden in een kleurenschaal weergegeven, waarbij in bruin de hoge delen, en in blauw de lage delen worden weergegeven. De hoogtes binnen het plangebied variëren van 0,75 m NAP tot -1,50 m. NAP. Het plangebied is het hoogste aan de westzijde en loopt geleidelijk omlaag richting het oosten. Het tracé van Alternatief 3 loopt direct ten oosten van de oude Ringdijk, die als hoog element in het landschap in het oog valt.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
19
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 7: Onderzoeksgebied op de AHN (bron: www.ahn.nl/viewer)
2.5
GRONDWATER
Het grondwaterpeil bepaalt voor een groot deel de mate van conservering van archeologische waarden in de bodem. Archeologische resten die zich onder de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) bevinden
20
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
worden door het water tegen degradatie beschermd. Vooral organische resten blijven in een natte omgeving veelal goed geconserveerd. Resten die boven de GLG liggen raken in de loop van de tijd steeds ernstiger aangetast door verdroging en oxidatie. Wanneer de grondwaterstand door verstoringen veranderd kan dat ernstige gevolgen hebben voor het in de bodem aanwezige bodemarchief. Diepte en dynamiek van de grondwaterstand ten opzichte van het maaiveld wordt aangeduid met de term grondwatertrappen (Gt). Grondwatertrappen worden op de bodemkaart van nat naar droog aangeduid met de Romeinse cijfers I-VII en zijn gebaseerd op de gemiddeld hoogste en de gemiddeld laagste grondwaterstand (afgekort met GHG en GLG). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de indeling van de grondwatertrappen met bijbehorende grondwaterstanden. Grondwatertrap
I
II
III
IV
V
VI
VII
GHG in cm beneden maaiveld
(<20)
(<40)
<40
>40
<40
40-80
>80
GLG in cm beneden maaiveld
<50
50-80
80-120
80-120
>120
>120
(>160)
Tabel 2: Grondwatertrappen
Het deel van Alternatief 3 dat binnen de Ringdijk ligt kent grondwatertrap III, hetgeen betekent dat het gebied slecht ontwaterd is. Het zuidwestelijke deel van Alternatief IV wordt gekenmerkt door grondwatertrap IV, hetgeen betekent dat dit aanzienlijk beter ontwaterd is. Boven de GLG komt de conservering van organische archeologische resten in gevaar. In de praktijk betekend dit dat in het plangebied in het noorden tot circa 0,80 meter onder maaiveld en in het zuidwesten tot circa 1,20 meter onder maaiveld weinig (archeologisch) organische resten bewaard zullen zijn. In dieper gelegen sporen bestaat nog steeds een kans op het aantreffen van organische resten.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
21
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 8: Grondwatertrappenkaart (bron: Archis2).
22
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
3 3.1
Historie INLEIDING
De historie van een onderzoeksgebied speelt een grote rol bij het bepalen van de archeologische verwachting. Historische bronnen kunnen informatie over de ontwikkelingen in het onderzoeksgebied geven. Voor de negentiende en twintigste eeuw zijn de ontwikkelingen te achterhalen door historisch kaartmateriaal te onderzoeken. Kaarten worden met een relatief grote regelmaat geproduceerd, en laten de ontwikkeling van een landschap nauwkeurig zien. Voor eerdere perioden zijn archeologisch onderzoek en historische bronnen van belang. In onderstaande tabel zijn de verschillende archeologische perioden weergegeven waar verder in dit bureauonderzoek over zal worden gesproken. Periode
Begin
Einde
Nieuwe tijd
1500
Heden
Late middeleeuwen
1050
1500
Vroege middeleeuwen
450
1050
Romeinse tijd
12 v. Chr.
450
Late ijzertijd
250 v. Chr.
12
v. Chr.
Midden ijzertijd
500 v. Chr.
250
v. Chr.
Vroege ijzertijd
800 v. Chr.
500
v. Chr.
Late bronstijd
1.100 v. Chr.
800
v. Chr.
Midden bronstijd
1.800 v. Chr.
1.100
v. Chr.
Vroege bronstijd
2.000 v. Chr.
1.800
v. Chr.
Laat neolithicum
2.850 v. Chr.
2.000
v. Chr.
Midden neolithicum
4.200 v. Chr.
2.850
v. Chr.
Vroeg neolithicum
5.300 v. Chr.
4.200
v. Chr.
Laat mesolithicum
6.450 v. Chr.
4.900
v. Chr.
Midden mesolithicum
7.100 v. Chr.
6.450
v. Chr.
Vroeg mesolithicum
8.800 v. Chr.
7.100
v. Chr.
Laat paleolithicum
35.000 v. Chr.
8.800
v. Chr.
Midden paleolithicum
300.000 v. Chr.
35.000 v. Chr.
Tabel 3: Archeologische perioden (Bron: ABR)
077522948:A - Definitief
ARCADIS
23
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
3.2
HISTORIE
3.2.1
PREHISTORIE
De bewoningsgeschiedenis in de omgeving van het onderzoeksgebied begint ergens in het Mesolithicum (Midden steentijd) (8.800-5.300 v. Chr.).1 In deze periode leefde de mens van jagen, verzamelen en visvangst. Deze jagers-verzamelaars hadden een rondtrekkend bestaan zonder permanente nederzettingen. Verblijfplaatsen van deze samenlevingen worden met name aangetroffen in zogenaamde gradiëntsituaties (onder andere nat/droog, hoog/laag, voedselrijk/voedselarm). Dit hangt waarschijnlijk samen met het op korte afstand voor handen zijn van een grote verscheidenheid aan voedselbronnen en de nabijheid en bereikbaarheid van (drink-)water. In het Mesolithicum verbeterde het klimaat aanzienlijk ten opzichte van de voorgaande periode. Het onderzoeksgebied bestond in deze periode uit veengebieden achter de strandwallen van de Noordzeekust. Vondsten uit deze periode zijn nauwelijks bekend uit het gebied. Dat er wel bewoning /activiteiten in deze regio plaats vonden blijkt o.a. wel uit Mesolithische werktuigen die aan het oppervlak zijn gekomen bij het opspuiten van zand afkomstig uit het Rotterdamse havengebied in de Maasvlakte. JAGERS-VERZAMELAARS EN BOEREN Tot 7000 jaar geleden kende Nederland gemeenschappen van jagers-verzamelaars. Deze jagers-verzamelaars hadden een rondtrekkend bestaan zonder permanente nederzettingen. Vanaf 7000 voor Chr. verspreidde zich echter vanuit het Nabije Oosten een nieuwe voedseleconomie welke gebaseerd was op akkerbouw en veeteelt. Jagen en verzamelen werd geleidelijk aan ingeruild voor akkerbouw en veeteelt. In Nederland arriveerden de eerste boeren omstreeks 5300 v. Chr. op de lössplateaus van Zuid-Limburg: de zogenaamde bandkeramiekers. Deze landbouwers migreerden waarschijnlijk vanuit Centraal-Europa naar de zuidelijke Lage Landen. De overgang van jagers-verzamelaars naar boerengemeenschappen was een zeer geleidelijk proces, waarbij in de overgangsgebieden de verschillende bevolkingsgroepen waarschijnlijk voortdurend contact met elkaar hielden en elkaar beïnvloedden. De van oorsprong zuidelijke landbouwers zullen, hoewel misschien soms moeizaam en zeker niet gelijktijdig, gedurende het hele Neolithicum de noordelijke jagers en verzamelaars hebben beïnvloed. Pas aan het eind van het Neolithicum en het begin van de Bronstijd zijn ook de noordelijke gemeenschappen overgeschakeld op een voornamelijk agrarisch bestaan. Deze nieuwe bestaanswijze beïnvloedde overigens niet alleen de voedseleconomie, maar alle facetten van hun bestaan. Zo kwamen door deze overgang ook een groot aantal technologische vernieuwingen tot stand waarbij te denken valt aan uitvindingen als de ploeg, het wiel en de wolproductie.
In het Neolithicum (5300‐2000 voor Chr.) vond de introductie van de landbouw plaats op de lössgronden in Zuid‐Limburg. In de regio rond het huidige onderzoeksgebied vond deze overgang vermoedelijk pas later plaats, tussen 5000 en 4500 voor Chr. Door de introductie van landbouw veranderde de gemeenschappen van rondtrekkende jagers en verzamelaars naar samenlevingen met meer permanente nederzettingen. Nederzettingen werden verspreid gesticht op de bewoonbare gronden op hoger gelegen delen van het landschap, zoals de oeverwallen. Bij Hekelingen, een aantal kilometer ten oosten van het onderzoeksgebied, zijn op de relatief hoog gelegen oeverwallen sporen uit het Late Neolithicum en de Vroege Bronstijd aangetroffen. Het betreffen nederzettingen van de Vlaardingen-, Klokbeker- en
1
24
Van Trierum 1992, 17.
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Wikkeldraadbekercultuur. 2 Ook even ten oosten van Hekelingen bevindt zich (gerelateerd aan dezelfde kreekafzettingen) een vindplaats met archeologische resten uit het laat Neolithicum en de vroege Bronstijd (Monumentnummer 6.466). In de Bronstijd (2.000‐800 voor Chr.) vond geleidelijk een overgang plaats van het gebruik van (vuur)steen naar brons. Het onderzoeksgebied en de ruimer omgeving bestonden destijds uit een nat veengebied waarin nauwelijks bewoning plaats vond. De groei van veen ging in deze periode onverminderd door. Vindplaatsen uit de ze periode zijn binnen het onderzoeksgebied niet bekend en worden niet verwacht. In de IJzertijd (800-12 v. Chr.) werd ijzer meer en meer als basismateriaal voor werktuigen en wapens gebruikt. Het bezit van ijzeren gebruiksvoorwerpen onderstreept vanaf dat moment de verdergaande sociale differentiatie in de lokale en regionale gemeenschappen. In de lokale gemeenschappen ontwikkelde men smelt- en smeedtechnieken zodat ijzeren voorwerpen lokaal vervaardigd konden worden. Brons werd nog wel gebruikt, maar met name voor sieraden en kleding. In de IJzertijd werd de invloed van zee steeds groter in het gebied, als gevolg hiervan vond niet langer veenvorming plaats. De zee sneed diepe geulen in het veengebied in waardoor de ontwatering plaatselijk verbeterde en delen beter bewoonbaar werden. Uit de Vroege IJzertijd zijn vijf nederzettingen uit de omgeving van de Bernisse bekend. Daarnaast zijn er twee vindplaatsen die uit de Vroege of Midden IJzertijd dateren.3 Kolonisatie in de Vroege IJzertijd vond plaats nadat het gebied voldoende was ontwaterd (8ste – 6de eeuw voor Chr.). Door de verlaging van de grondwaterstand rijpte en verweerde het veen op meerdere plaatsen in het gebied. Het toenmalige loopoppervlak is hierdoor als een donker gekleurde veenlaag waar te nemen. In de loop van de 6 de eeuw stagneerde de ontwatering van het veengebied rond de Bernisse, de bewoning eindigde en nederzettingen raakte opnieuw overgroeid met veen. 4 In de Midden IJzertijd raakte het veengebied ronde de Bernisse opnieuw bewoond, hierbij werden de hoger gelegen droge zones die aan de geulen grensden verkozen tot woonplaats. De bewoning was mogelijk door een hernieuwde ontwatering van het veengebied. Vanuit de geulen werden klei- en zandlagen afgezet in het aangrenzende gebied, waarop in de Late IJzertijd bewoning en activiteit plaatsvond.5 Langs het geulsysteem van de Bernisse ligt een grote concentratie vindplaatsen uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd.6
3.2.2
ROMEINSE TIJD
De Romeinse Tijd (12 voor Chr. – 450 na Chr.) begint in Nederland officieel vlak voor onze jaartelling. Maar in 57 voor Chr. drongen Caesars troepen al voor het eerst tot in zuid Nederland door. De Romeinen waren destijds nog niet permanent aanwezig in het gebied. In de eerste helft van de 1ste eeuw na Chr. werden herhaaldelijk pogingen gedaan om vanuit midden Nederland door te dringen tot in Germanië en de grens van het Romeinse Rijk uit te breiden tot aan de rivier de Elbe. Na enkele teleurstellende nederlagen werd onder het bewind van keizer Claudius(41-54) echter in 47 na Chr. besloten om de grens of limes van het Romeinse Rijk vast te leggen langs de rivier de Rijn. 2
Jansen et al. 2009, 14.
3
Van Trierum 1992, 19.
4
Van Trierum 1992, 19.
5
Jansen et al. 2009, 14.
6
Van Trierum 1992, 18.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
25
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Hoewel veel oude gewoonten in gebruik zullen zijn gebleven, moet de Romeinse overheersing in het gebied in deze periode merkbaar zijn geweest. De bewoning vond grotendeels plaats op dezelfde locaties als in de Late IJzertijd. Een nieuwe ontwikkeling was de verschuiving in de landbouw van het streven van zelfvoorziening naar surplusproductie, akkerarealen werden vergroot. Uit diverse opgravingen blijkt dat vanaf de 2 de eeuw na Chr. de landbouw in het gebied verder intensiveerde. Zo werden er afwateringsgreppels en sloten gegraven. Tevens werden er duikers en sluisjes aangelegd om meer grond geschikt te maken voor de landbouw.7 Vanaf het einde van de 2de eeuw na Chr. vertoonde de Romeinse macht in het grensgebied tekenen van instabiliteit en vonden herhaaldelijk invallen plaats van Germaanse stammen. De twee daaropvolgende eeuwen werden gekenmerkt door een afwisseling van perioden met invallen en herstel van de Romeinse grensverdediging. De Romeinse overheersing in Nederland eindigde definitief met een grootschalige inval van Germanen in 406 na Chr. In de 3de eeuw na Chr. eindigde de bewoning in grote delen van dit gebied. De oorzaak hiervan is mogelijk de verminderde invloed van zee op het gebied waardoor de ontwatering stagneerde en het gebied vernatte. Als gevolg hiervan vond opnieuw veengroei plaats binnen de onbewoonbaar geworden gebieden.
3.2.3
MIDDELEEUWEN
Met de invallen van de Germanen in de 4de en 5de eeuw na Chr. viel het Romeinse Rijk uiteen en braken de ‘dark ages’ aan. West‐Nederland raakte aan het einde van de Romeinse Tijd vrijwel volledig ontvolkt. Uit deze periode is zeer weinig bekend, aanwijzingen voor bewoning in deze periode zijn zeer schaars en bestaan enkel uit losse vondsten. Pas vanaf de 10de eeuw werd de regio opnieuw ontgonnen. Men vestigde zich op de klei‐ en veengebieden in de nabijheid van bestaande waterlopen. Langzamerhand breidde de ontginning steeds verder uit van de directe omgeving naar het achterland. De eerste vermeldingen van de nederzetting Geervliet verwijzen naar de daar gevestigde tol op de Bernisse in 1179. Na deze eerste periode van ontginning brak de zee in de 11 de en 12de eeuw verscheidene malen opnieuw door en werden woonplaatsen weggespoeld en bedekt met Afzettingen van Duinkerke III. Als reactie hierop werden vanaf de 13de eeuw kades en dijken aangelegd en kanalen gegraven. Bekend is dat de heren van Putten in ieder geval vanaf 1246 een versterkte hoeve in Geervliet bezaten. Het land van Putten strekte zich destijds uit tot in delen van het huidige Goere-Overflakkee en de Hoeksche Waard. Nadat het kasteel van de heren van Putten in 1304 door de Vlamingen werd verwoest, vestigden de heren van Putten zich te Geervliet. In 1381 kreeg Geervliet stadsrecht, met het doel de handel te beschermen en te bevorderen. De stad werd ommuurt en kreeg vier poorten: de Landpoort, de Tolpoort, de Kalkpoort en de Guldenpoort. In de 14de en 15de eeuw werden strekdammen aangelegd, waardoor snelle aanslibbing van de kwelders mogelijk werd, en kon een groot aantal gebieden worden bedijkt. De bedijkte gebieden werden bemaald en vervolgens verkaveld in rechthoekige percelen die haaks op de dijken stonden. Dwars door de polders werden wegen aangelegd om de percelen te ontsluiten. 7
26
Jansen et al. 2009, 15.
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
De dijklichamen werden opgeworpen op de al aanwezige kreekruggen en langs de aanwezige kwelders en vertonen daardoor vaak een slingerend verloop. De Bernisse was ooit een druk bevaren vaarweg tussen Holland en Vlaanderen, maar verzandde aan het eind van de 16 de eeuw, waardoor deze nauwelijks nog bevaarbaar was voor diepe bodems. De Geervlietse tol werd verplaats naar het Spui bij Hekelingen. Geervliet veranderde geleidelijk aan weer in een agrarische nederzetting. Enkele dijken die hun waterkerende functie verloren, doordat ze bijvoorbeeld in het midden van de polder kwamen te liggen door nieuwe bedijkingen, zijn later afgegraven en nu niet meer duidelijk herkenbaar in het landschap.8
3.3
HISTORISCH KAARTMATERIAAL
Kadasterkaart 1811-1832 Nadat het koninkrijk Holland in 1810 werd ingelijfd bij het Franse keizerrijk, werd begonnen aan het systematisch in kaart brengen van landeigendom, volgens het Franse systeem. Dit was de start van het kadaster. In de periode 1811-1832 werd vrijwel geheel Nederland in kaart gebracht met een in die tijd ongekende detaillering. De kadasterkaarten zijn te verdelen in twee soorten. Als overzichtskaarten zijn de verzamelplannen gemaakt. Voor details tot op perceelniveau zijn er de minutenplannen. Ten behoeve van dit bureauonderzoek zijn meerder minuutplannen aan elkaar gezet om een overzicht te krijgen van het plangebied.
8
Jansen et al. 2009.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
27
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 9: Kadasterkaart 1811-1832.
Het noorden van Alternatief 3 loopt door het tussenblok van de ‘Geervlietsche Polder’. Het meest noordelijke deel van Alternatief 3 valt samen met wat destijds de ‘Zeugweg’ was. Deze weg staat nuj bekend als de Sportlaan en is ingekort waardoor deze nu ten noorden van Alternatief 3 eindigt. Halverweg het Alternatief 3, kruist het tracé de ‘Duurloze Weetering’.
28
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Vervolgens loopt het tracé langs de bewoning die overeenkomt met de huidige Ringdijk 12, Hofstede ‘Dammestee’. Deze hoeve is boven de deeldeuren gedateerd 1777. Het woongedeelte, opgetrokken uit Ysselsteen heeft vensters met luiken, zesruitsschuiframen met gegroefde middenstijlen en achttienruitsschuiframen. Bedrijfsgedeelte met gepotdekselde houten delen. In het woonhuis tegeltableau , schouw en deuren uit de bouwtijd. Bij de boerderij een houten schuur en een schaapskooi.
Afbeelding 10: Hofsteede 'Dammestee'(foto RCE).
Vervolgens kruist het tracé de Ringdijk om in westelijke richting af te buigen. Vanaf de Ringdijk loopt het tracé door de polder Oud Hoenderhoek en Nieuw Hoenderhoek doorkruist.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
29
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
4 4.1
Archeologie INLEIDING
Om een archeologische verwachting voor een gebied op te kunnen stellen, is eerst kennis nodig van de reeds bekende archeologische waarden, en van de verwachting die voor het gebied geldt. In dit hoofdstuk zullen de bekende archeologische waarden en verwachtingen uit verschillende bronnen beschreven worden.
4.2
GEMEENTELIJKE ARCHEOLOGISCHE VERWACHTINGSKAART
Het te onderzoeken deel van het tracé tussen Geervliet en Middelharnis, Alternatief 3, ligt binnen de grenzen van de gemeente Bernisse. De gemeente beschikt over een eigen archeologiebeleid. Gemeente Bernisse In 2008 heeft Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam (BOOR) in opdracht van de gemeente Bernisse een archeologische kenmerkenkaart opgesteld en daaraan gekoppeld een archeologische waardenkaart. In deze waardenkaart zijn zones met een bepaalde verwachting gekoppeld aan een beleid. ARCHEOLOGIE BELEID GEMEENTE BERNISSE Binnen de gemeente Bernisse is onderscheid gemaakt in vier voorschriftcategoriën:
1. Voor de terreinen van de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de terreinen waar op basis van historischkartografisch onderzoek archeologische waarden verwacht worden, geldt dat de aanwezige archeologische waarden in principe in situ in de bodem behouden dienen te blijven. Alle grondwerkzaamheden dienen te worden getoetst op de noodzaak van archeologisch onderzoek. Te zijner tijd kunnen terreinen met archeologische waarden in de ondergrond aangewezen worden, die op grond van een gemeentelijke verordening beschermd worden.
2. Voor gebieden met een zeer hoge archeologische verwachting geldt dat grondwerkzaamheden (inclusief heien) die een oppervlakte beslaan van meer dan 100 m² en tevens dieper reiken dan 50 cm beneden het maaiveld dienen te worden getoetst op de noodzaak van archeologisch onderzoek.
3. Voor gebieden met een redelijk hoge tot hoge archeologische verwachting geldt dat grondwerkzaamheden (inclusief heien) die een oppervlakte beslaan van meer dan 200 m² en tevens dieper reiken dan respectievelijk 40 cm of 80 cm beneden het maaiveld dienen te worden getoetst op de noodzaak van archeologisch onderzoek.
30
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
4. Voor gebieden met een lage archeologische verwachting geldt dat grondwerkzaamheden (inclusief heien) die een oppervlakte beslaan van meer dan 200 m² en tevens dieper reiken dan respectievelijk 4 m beneden maaiveld of dieper dan de huidige onderwaterbodem dienen te worden getoetst op de noodzaak van archeologisch onderzoek.
Bovengenoemde voorschriften gelden niet voor werkzaamheden die worden uitgevoerd in verband met een reguliere agrarische bedrijfsvoering, werkzaamheden in bestaande weg- en leidingcunetten en werkzaamheden die zijn gericht op het normale onderhoud en beheer van betreffende gebieden. Voor de verlening van een vrijstelling en/of aanlegvergunning moet een plan van de voorgenomen werkzaamheden worden voorgelegd aan de gemeente Bernisse. Op basis van dit plan wordt beoordeeld of een archeologisch vooronderzoek (bureauonderzoek en/of inventariserend veldonderzoek) voorafgaande aan de werkzaamheden noodzakelijk is. De locaties en toegestane verstoringsdiepten vindt men op de Plankaart en in de Voorschriften bij de Bestemmingsplannen. Indien een archeologieparagraaf voor een specifiek Bestemmingsplan (nog) niet voorhanden is, dient men hierover informatie in te winnen bij de gemeente Bernisse.
Afbeelding 11: Archeologische kenmerkenkaart Bernisse.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
31
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 12: Onderzoeksgebied op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart Bernisse.
Voor het tracédeel van Alernatief 3 geldt dat de onderwaarden worden overschreden. Het deel van het plangebied dat binnen de Ringdijk ligt kent een hoge archeologische verwachting. Voor de Ringdijk zelf geldt een zeer hoge archeologische verwachting. Enkel voor het meest westelijke deel van Alternatief 3 geldt een lage archeologische verwachting en kan gesteld worden dat deze niet getoetst hoeft te worden. Voor het overige gebied moet uit dit bureauonderzoek blijken of er een noodzaak bestaat tot vervolgonderzoek in de vorm van inventariserend veldonderzoek.
4.3
IKAW
De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) is een landelijk bestand dat is gebaseerd op de gedachte dat in Nederland de mogelijkheden tot bewoning sterk samenhangen met het oorspronkelijke landschap en bodemtype, zodat men voorspellingen kan doen over de kans op het aantreffen van archeologische waarden. Deze trefkans staat op de IKAW weergegeven als een zeer laag, laag, middelhoog of hoog. Vooral gebieden met een middelhoge en hoge trefkans zijn van archeologisch belang. De IKAW is minder gedetailleerd dan de gemeentelijke kaarten, maar laat een vergelijkbaar beeld zien. Het tracédeel van Alternatief 3 ligt grotendeels aan de binnenzijde van de oude dijk en doorkruist een zone met een middelhoge trefkans, het westelijke deel van Alternatief 3 ligt in een zone met een lage trefkans.
32
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 13: Onderzoeksgebied op de IKAW (bron: Archis2).
077522948:A - Definitief
ARCADIS
33
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
4.4
AMK
De Archeologische Monumenten Kaart (AMK) geeft terreinen weer van archeologische waarde, hoge archeologische waarde, zeer hoge archeologische waarde en beschermde terreinen met zeer hoge archeologische waarde. Binnen het plangebied van Alternatief 3 en het ruimere onderzoeksgebied (straal 500 m), liggen geen AMK-terreinen.
34
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 14: Het onderzoeksgebied op de AMK (bron: Archis2).
4.5
CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART
Op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Zuid-Holland zijn landschappelijke en historische elementen te zien waarmee rekening moet worden gehouden. Binnen het plangebied ligt een
077522948:A - Definitief
ARCADIS
35
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
oude dijk, waar het deeltracé grotendeels ten oosten langs loopt, aan de zuidzijde van Alternatief 3, doorkruist het deeltracé deze dijk. Deze dijk vormt de weerslag van de historische inpoldering van het gebied.
Afbeelding 15: CHW Landschap kenmerken.
36
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 16: CHW Historisch landschap .
077522948:A - Definitief
ARCADIS
37
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
4.6
ARCHIS 2: VONDSTMELDINGEN EN WAARNEMINGEN
Archeologische vondsten kunnen wanneer ze worden aangetroffen worden aangemeld bij de rijksdienst voor het cultureel erfgoed. Deze meldingen worden geregistreerd in Archis II als zogenaamde vondstmeldingen. Wanneer een vondstmelding gecontroleerd is, wordt deze opgewaardeerd tot een waarneming. Binnen het onderzoeksgebied bevinden zich geen recente vondstmeldingen maar wel zeven waarnemingen. Opvallend is dat alle zeven waarnemingen ten oosten liggen van het tracé en daarmee binnen de Ringdijk. Hoewel geen van de waarnemingen op het deeltracé van de leiding liggen, geven ze een indruk van mogelijk aanwezige resten op de locatie van de leiding. Hieronder worden de waarnemingen besproken van noord naar zuid:
Waarneming 26.184; Op circa 450 meter ten noordoosten van Alternatief 3 zijn in 1960 door een particulier resten aangetroffen van het huis van de heer van Putten. Dit kasteel wordt voor het eerst vermeld in 1246. De funderingen van dit kasteel liggen intact onder de oude boomgaard.
Waarneming 23.884; Op circa 300 meter ten noorden van Alternatief 3 zijn in 1978 door BOOR fragmenten aardewerk uit de late Middeleeuwen (14 de-15de eeuw) aangetroffen bij het uitbaggeren van een sloot.
Waarneming 23.537; Op circa 200 meter ten noordoosten van Alternatief 3 zijn in 1985 door BOOR bij een opgraving de resten aangetroffen van twee op elkaar liggende funderingen van stenen huizen (BOOR documentatienr. 10-118). De huizen kunnen gedateerd worden in de 15 de respectievelijk 16de 17de eeuw.
Waarneming 23.742; Op circa 250 meter ten oosten van Alternatief 3 zijn in 1987 door BOOR fragmenten aardewerk aangetroffen uit de midden tot late IJzertijd. De aard van de vindplaats is onbekend (BOOR documentatienr. 17-112).
Waarneming 23.277; Op circa 250 meter ten oosten van Alternatief 3 zijn in 1983 door BOOR verschillende soorten vondsten (waaronder aardewerk en houtskool) uit de midden IJzertijd aangetroffen. De aard van de vindplaats is onbekend (BOOR documentatienr. 17-40).
Waarneming 23.835; Op circa 150 meter ten oosten van Alternatief 3 zijn in 1987 door BOOR fragmenten aardewerk uit de midden Romeinse Tijd (rond 200 na Chr.) aangetroffen. De aard van de vindplaats is onbekend (BOOR documentatienr. 17-109).
Waarneming 23.741; Op circa 175 meter ten oosten van Alternatief 3 zijn in 1987 door BOOR fragmenten aardewerk uit de midden tot late IJzertijd aangetroffen. De aard van de vindplaats is onbekend (BOOR documentatienr. 17-111).
38
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 17: Archis 2: Vondstmeldingen en waarnemingen (bron: Archis 2).
077522948:A - Definitief
ARCADIS
39
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
4.7
EERDER UITGEVOERD ONDERZOEK
Binnen het plangebied is een al een groot aantal onderzoeken uitgevoerd. Hoewel niet alle onderzoeken even bruikbaar zijn, geven de resultaten van deze onderzoeken een indicatie van de verwachting binnen het huidige onderzoeksgebied.
Onderzoeksmelding 31.053; Direct ten zuiden van het monument 16.516 (historische kern Geervliet) heeft BOOR in 1996 en 1996 de aanleg van een vrije busbaan tussen de gemeente Spijkenisse en Geervliet (gemeente Bernisse) archeologisch begeleid. Hierbij zijn onder andere middeleeuwse verdedigingswerken van Geervliet aangetroffen.
Onderzoeksmelding 38.207; Op de locatie Ringdijk 14 te Geervliet, heeft SOB Research in 2009 een booronderzoek uitgevoerd. Geadviseerd is om geen vervolgonderzoek uit te voeren, het advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Bernisse.
40
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Afbeelding 18: Onderzoeksmeldingen in Archis 2 (bron: Archis 2).
077522948:A - Definitief
ARCADIS
41
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
5 5.1
Conclusies en aanbevelingen CONCLUSIES EN VERWACHTINGSMODEL
In het noordoostelijke deel van het onderzoeksgebied van Alternatief 3 ligt een aantal waarnemingen uit de Middeleeuwen / Nieuwe Tijd. Het uiterste noorden van Alternatief 3 valt samen met de ‘Zeugweg’,een weg uit de Nieuwe Tijd die later is ingekort (huidige Sportlaan).In het zuidoostelijke deel van het plangebied zijn een aantal waarnemingen uit de IJzertijd en Romeinse Tijd bekend. Deze vindplaatsen zijn voornamelijk gerelateerd aan de top van het Hollandveen en een Duinkerke I geulsysteem. De aard van de vindplaatsen uit de IJzertijd en Romeinse Tijd binnen het huidige onderzoeksgebied is niet bekend. Mogelijk gaat het om nederzettingen en/of grafvelden. Maar ook sporen van infrastructuur zoals wegen en verkaveling en resten van duikers zijn te verwachten. De vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd bestaan onder andere uit een kasteel (het huis van de heer van Putten), stenen funderingen van huizen en oude (water)wegen. In het onderzoeksgebied ligt tevens een historisch boerenerf, de Hofsteede Dammestee, en de historische Ringdijk. Alle tot nu toe bekende archeologische waarden bevinden zich ten oosten van de oude Ringdijk, de zone tussen de oude Ringdijk en de Bernisse kent een overwegend lage archeologische verwachting. Voor Alternatief 3 geldt een zeer hoge verwachting op het aantreffen van archeologisch resten uit de IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd. Vindplaatsen kunnen bestaan uit nederzettingen, grafvelden, infrastructuur, zoals wegen, verkaveling, duikers, en sporen van gebruik zoals akkercomplexen. Voor resten uit de Steentijd en Bronstijd geldt een lage verwachting. De archeologisch relevante niveaus zijn te verwachten direct onder de bouwvoor tot op ongeveer 2 m beneden maaiveld. De top van het Hollandveen bevindt zich veelal op circa 80 cm beneden maaiveld. Opvallend is de goede conservering van organische resten in het onderzoeksgebied. Houten structuren zijn doorgaans goed bewaard gebleven.
5.2
ADVIES
Geadviseerd wordt om de historische Ringdijk en Hofsteede Dammestee zoveel mogelijk te ontzien. Vooralsnog zal de dijk niet vergraven worden, maar zal de leiding hieronder doorgaan, door middel van een gestuurde boring. Geadviseerd wordt om voor het deel van het tracé van Alternatief 3 dat ten oosten van de Ringdijk ligt, aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Om de omvang van gravend onderzoek in een later stadium zoveel mogelijk te beperken, wordt geadviseerd om eerst vervolgonderzoek in de vorm van verkennend en karterend booronderzoek plaats te laten vinden. Dit onderzoek moet er op gericht zijn om de intactheid van de bodemopbouw te bepalen en
42
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
te karteren of er zich daadwerkelijk archeologische vindplaatsen bevinden. De delen van het Alternatief 3 die door middel van een gestuurde boring worden aangelegd, hoeven niet te worden onderzocht. Binnen de zones met een lage archeologische verwachting liggen eventueel aanwezige archeologische resten dieper dan de huidige waterbodem of dieper dan 4 meter beneden maaiveld. Aangezien de leiding niet zo diep wordt gelegd, is voor deze zones geen archeologisch vervolgonderzoek nodig. Wij maken u erop attent dat bovenstaand advies niet uitsluit dat er bij graafwerkzaamheden (niet voorspelbare) toevalsvondsten kunnen worden aangetroffen, zoals bedoeld in paragraaf 7, artikel 53 van de Monumentenwet. In dat geval moet hiervan melding worden gedaan bij het Bevoegd Gezag. Dit advies dient door de initiatiefnemer te worden voorgelegd aan het Bevoegd Gezag, in dit geval de Gemeente Bernisse. Het Bevoegd Gezag zal het advies beoordelen en een ‚Besluit tot vervolgonderzoek‛ nemen. Het Bevoegd Gezag kan van het advies afwijken.
5.3
VOORSTEL OPZET VERKENNEND EN KARTEREND INVENTARISEREND VELDONDERZOEK IN HET TRACÉ VAN ALTERNATIEF 3
Voor het verkennend en karterend booronderzoek gaan wij uit van dezelfde werkwijze als bij het voorgaand booronderzoek voor de rest van het kabeltracé is gehanteerd (BOOR PvE 2013005). Het onderzoek wordt verricht door het zetten van grondboringen; het dient te worden uitgevoerd conform de KNA versie 3.2. Om de doorlooptijd van het project zo kort mogelijk te houden, worden de verkennende en karterende fasen van het inventariserend veldonderzoek samengevoegd en in een keer uitgevoerd. Het verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek wordt uitgevoerd door het handmatig zetten van boringen in raaien op de hartlijn van het tracé van Alternatief 3. De boringen worden om de 20 meter geplaatst. Voor de locaties met een lage archeologische verwachting en de locaties waar gebruik zal worden gemaakt van een gestuurde boring, wordt geen inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. De ligging van de raaien met de boorlocaties ligt min of meer vast en is weergegeven op onderstaand boorpuntenplan (zie Afbeelding 19). De volgende aspecten zijn van belang bij het boren.
De locatie van de raaien met de boorlocaties op de boorpuntenkaart is indicatief. Er kan eventueel met de locaties worden geschoven als de situatie in het veld hiertoe aanleiding geeft (bebouwing, verharding en dergelijke).
De boringen worden gezet door de Afzettingen van Duinkerke III (Laagpakket van Walcheren), door de Afzettingen van Duinkerke I (Laagpakket van Walcheren) en door het Hollandveen (Hollandveen Laagpakket) tot in de top van de Afzettingen van Calais (Laagpakket van Wormer), met een maximale diepte van 3 meter - maaiveld.
Mocht na visuele inspectie met behulp van oog en gutsmes in het veld nog twijfel bestaan over de wel of niet aanwezigheid van archeologische indicatoren in een bepaald bodemtraject dan wordt het betreffende stuk boorkern bemonsterd en gezeefd op een zeef met een maaswijdte van 4 mm.
De x-/y-coördinaat van de boorpunten dienen te worden bepaald. Dit kan handmatig (met bijvoorbeeld een meetlint) geschieden, waarbij de meetfout maximaal 1 meter bedraagt.
De z-coördinaat van het boorpunt dient te worden bepaald. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meettoestel (waterpas, total station, GPS en dergelijke), waarbij de meetfout maximaal 3 cm bedraagt. Bij het vaststellen van de z-coördinaat mag geen gebruik worden gemaakt van het AHN.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
43
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Voor het boren dient gebruik gemaakt te worden van een gutsboor met een binnendiameter van minimaal 2,5 cm. Voor de bovenste - geroerde - bodemtrajecten kan eventueel worden gebruik gemaakt van een edelmanboor.
Afbeelding 19: Boorpuntenplan inventariserend veldonderzoek (verkennend en karterend).
44
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
De boorkernen dienen volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode (ASB) of een direct daarvan afgeleide methode te worden beschreven. Hierbij wordt extra benadrukt dat: − De begrenzing van de lagen tot op de cm nauwkeurig dient te worden vastgesteld. De boorkern mag dus niet per/in trajecten van bijvoorbeeld 10 cm worden beschreven. − De aard van de grenzen dient te worden vastgesteld (bijvoorbeeld diffuus, geleidelijk, scherp/abrupt, erosief).
077522948:A - Definitief
ARCADIS
45
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Bronnen Literatuur Asmussen, P.S.G., 1990: De gevolgen van polderpeilverlaging voor de conserveringstoestand van archeologische vindplaatsen op Voorne-Putten (BOOR rapporten 5). Berendsen, H.J.A., 2005. Landschappelijk Nederland. Assen. Berendsen, H.J.A., 2004. De vorming van het land; Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Assen. Döbken, A.B., 1992: Een grafveld uit de Romeinse Tijd te Spijkenisse-Hartel West (Voorne-Putten) in: M.C. van Trierum 1992: Bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van het Maasmondgebied (BOOR balans 2). Jansen, H., N. Boemaars, J. Bex, 2009: Archeologisch onderzoek persleiding Zuidland-Hellevoetsluis. Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek. Grontmij Archeologische Rapporten 590. Trierum, M.C. van, 1992: Bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van het Maasmondgebied (BOOR balans 2). Veen, M.M.A. van, 1992: in: M.C. van Trierum 1992: Bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van het Maasmondgebied (BOOR balans 2). Visscher, H.C.J., 1993: Project plan van aanpak archeologisch waardevolle gebieden. In het kader van de bijdragenregeling bodembeschermingsgebieden Zuid-Holland (RAAP-rapport 77). Kaartmateriaal Actueel Hoogtebestand van Nederland. Archeologisch Informatiesysteem Archis2; Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed (RCE). Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Archeologische Kenmerkenkaart Bernisse (2008). Archeologische Waardenkaart Bernisse (2008). Bodemkaart Nederland (1:50:000); Alterra. Geomorfologische Kaart (1:50:000); Alterra. Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) 3e generatie; Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed (RCE). Kadasterkaart 1811-1832.
46
ARCADIS
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Internetpagina’s www.ahn.nl/viewer www.oudgeervliet.nl www.watwaswaar.nl
077522948:A - Definitief
ARCADIS
47
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Bijlage 1
48
ARCADIS
Verklarende woordenlijst
077522948:A - Definitief
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
afzetting
neerslag of bezinking van materiaal. Onderverdeling van een formatie, ook wel laagpakket genoemd.
dekzand
fijnzandige afzettingen die onder periglaciale omstandigheden, voornamelijk door windwerking ontstaan zijn; de dekzanden van het Weichselien vormen in grote delen van Nederland een ‘dek’ (Saalien: Formatie van Eindhoven; Weichselien: Formatie van Twente).
estuarium
een vaak min of meer trechtervormige monding van een rivier, die binnen het bereik van de getijdestromingen ligt.
formatie
fundamentele eenheid in de lithostratigrafische classificatie gebaseerd op gesteentekenmerken.
grondwatertrap traject tussen de gemiddeld hoogste en de gemiddeld laagste grondwaterstand. Holoceen
jongste geologische tijdvak (vanaf de laatste IJstijd); circa 8.800 jaar v. Chr. tot heden).
lithologisch
het sedimentaire gesteente (ook klei en zand e.d.) betreffend (bijv. korrelgrootte).
Pleistoceen
geologisch tijdperk dat circa 2,3 miljoen jaar geleden begon. Gedurende deze periode waren er sterke klimaatwisselingen van gematigd warm tot zeer koud. Na de laatste IJstijd begint het Holoceen (circa 8.800 v. Chr.).
Saalien
voorlaatste glaciaal, waarin het landijs tot in Nederland doordrong (vorming stuwwallen), circa 200.000-130.000 jaar geleden.
strandwal
in het Holoceen gevormde zandbank, evenwijdig aan de huidige kust, die bij normale getijden boven water uitstak. Strandwallen zijn nu vaak nog te herkennen als lage en langgerekte zandruggen.
vaaggronden
minerale gronden zonder duidelijke-podzol B-horizont, zonder briklaag en zonder minerale eerdlaag.
Weichselien
geologische periode (laatste ijstijd, waarin het landijs Nederland niet bereikte), circa 120.000-10.000 geleden.
077522948:A - Definitief
ARCADIS
49
Bureauonderzoek archeologie 150 kV kabelverbinding tracé Geervliet-Middelharnis Alternatief 3 Gemeente Bernisse
Colofon BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIE 150 KV KABELVERBINDING TRACÉ GEERVLIETMIDDELHARNIS ALTERNATIEF 3 GEMEENTE BERNISSE OPDRACHTGEVER: Joulz
STATUS: Definitief
AUTEUR: T.Vanderhoeven
GECONTROLEERD DOOR: J.Eilering
VRIJGEGEVEN DOOR: J.Eilering 30 januari 2014 077522948:A
ARCADIS NEDERLAND BV Polarisavenue 15 Postbus 410 2130 AK Hoofddorp Tel 023 5668 411 Fax 023 5611 575 www.arcadis.nl Handelsregister 09036504
50
ARCADIS
077522948:A - Definitief
GEERVLIET-MIDDELHARNIS, 150 kV KABELTRACÉ.
JOULZ
Inventariserend veldonderzoek (IVO: verkennende en karterende fase)
6 maart 2014 077585356:A - Definitief B02047.000066.0600
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Inhoud Samenvatting .............................................................................................................................................................. 5 1
Aanleiding............................................................................................................................................................. 6
2
Aard en doel van het archeologisch vooronderzoek...................................................................................... 7
3
Afbakening van het plangebied ........................................................................................................................ 8
4
Consequenties toekomstig gebruik ................................................................................................................ 10
5
Beleidskader ....................................................................................................................................................... 11
6
Achtergrondinformatie ..................................................................................................................................... 12
7
Werkwijze ........................................................................................................................................................... 15
8
Resultaten veldonderzoek ................................................................................................................................ 16
9
8.1
Veldwaarnemingen ................................................................................................................................. 16
8.2
Lithologische opbouw ............................................................................................................................. 17
8.3
Archeologische aanwijzingen en indicatoren. ..................................................................................... 19
Interpretatie van de resultaten......................................................................................................................... 24 9.1
Paleogeografische interpretatie .............................................................................................................. 24
9.2
Archeologische betekenis van de resten ten aanzien van het oude landschap ............................... 26
10 Definiëring van het archeologisch risico in het plangebied ...................................................................... 30 11 Conclusies en advies ......................................................................................................................................... 31 12 Beantwoording onderzoeksvragen ................................................................................................................. 32 13 Geraadpleegde bronnen ................................................................................................................................... 34 14 Addendum: aanvullend onderzoek op de ontbrekende tracédelen ......................................................... 35 14.1
Inleiding .................................................................................................................................................... 35
14.2
Veldwaarnemingen ................................................................................................................................. 35
14.3
Lithologische opbouw ............................................................................................................................. 36
14.4
Archeologische indicatoren .................................................................................................................... 37
14.5
Definiëring van het archeologisch risico in het plangebied ............................................................... 37
14.6
Conclusie en advies ................................................................................................................................. 37
15 Addendum 2: aanvullend onderzoek voor alternatief 3 ............................................................................. 39 15.1
Inleiding .................................................................................................................................................... 39
15.2
Veldwaarnemingen ................................................................................................................................. 39
077585356:A - Definitief
ARCADIS
3
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
15.3
Lithologische opbouw ............................................................................................................................. 40
15.4
Archeologische indicatoren .................................................................................................................... 41
15.5
Definiëring van het archeologisch risico in het plangebied ............................................................... 41
15.6
Conclusie en advies ................................................................................................................................. 42
Bijlage 1
Boorpuntenkaarten ..................................................................................................................... 43
Bijlage 2
Boorstaten ..................................................................................................................................... 44
Bijlage 3
Profielen (A-A’, B-B’, C-C’) ........................................................................................................ 45
Bijlage 4
Advieskaarten (I t/m VIII) ......................................................................................................... 48
Bijlage 5
Aanvullende boorpuntenkaart ................................................................................................. 49
Bijlage 6
Aanvullende boorstaten ............................................................................................................. 50
Bijlage 7
Boorpuntenkaart Alternatief 3 .................................................................................................. 51
Bijlage 8
Boorstaten Alternatief 3 ............................................................................................................. 52
Bijlage 9
Afkortingen uit de boorstaten................................................................................................... 53
Colofon....................................................................................................................................................................... 55
4
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Samenvatting In opdracht van ARCADIS Nederland BV heeft Transect in juli 2013 een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd op het tracé van een geplande 150 kV elektriciteitskabel in de gemeente Bernisse. De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de aanleg van deze leiding. Omdat bij eventueel voorgenomen werkzaamheden grondverzet zal gaan plaatsvinden en daarmee archeologische resten verstoord kunnen worden, is dit aspect van invloed op welke wijze een eventuele toekomstige ontwikkeling in het plangebied zal gaan plaatsvinden. Tijdens het veldonderzoek is vastgesteld dat op het geplande tracé van de 150-kV kabel een veenlandschap begraven ligt dat doorsneden is door verschillende (voormalige) getijdegeulen. De aanwezigheid van deze geulen waren mede bepalend voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied, hetzij door hun ontwaterend effect, hetzij hun hogere ligging in het landschap. Op basis van het veldonderzoek zijn eveneens op diverse plekken verdachte zones gedefinieerd, waar op grond van de aanwezigheid van archeologische indicatoren of opvallende bodemkenmerken mogelijk vindplaatsen aanwezig kunnen zijn. Deze risicozones zijn weergegeven in Bijlage 1, waarbij een onderscheid is gemaakt in zones met een laag, middelhoog en een hoog risico. Aan deze risico’s is tevens een voorstel tot vervolgonderzoek geformuleerd. Voor de zones met een laag risico wordt bij graafwerkzaamheden op deze plekken waarderend onderzoek aangeraden. Een dergelijk onderzoek kan door middel van proefsleuven plaatsvinden, maar een archeologische begeleiding behoort ook tot de mogelijkheden (gezien de “onzekerheid” over de aanwezigheid van resten). Op de plekken met een hoog risico verdient het de aanbeveling een eventuele vindplaats aldaar te waarderen door de aard van het aangetroffene vast te stellen met behulp van een proefsleuven onderzoek, eventueel met een doorstart naar een opgraving op het moment er sprake is van een hoge tijdsdruk. Voor de overige gebieden, die niet als risicozone zijn aangewezen, is op grond van het archeologisch onderzoek geen aanleiding te veronderstellen dat daar archeologische resten in de bodem bevinden. Op grond van de lage verwachting voor die delen van het plangebied zijn in het kader van de nieuw aan te leggen leiding geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
5
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
1
Aanleiding
In opdracht van ARCADIS Nederland BV heeft Transect1 in juli en oktober 2013 een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd op het tracé van een geplande 150 kV elektriciteitskabel in de gemeente Bernisse. De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de aanleg van deze kabel. Omdat bij eventueel voorgenomen werkzaamheden grondverzet zal gaan plaatsvinden is het van belang om eventueel in het tracé aanwezige archeologische waarden op te sporen, te waarderen en, voor zover ze behoudens waardig zijn, te ontzien dan wel veilig te stellen. In het plangebied heeft reeds een bureauonderzoek plaatsgevonden (Moree, 2013). Op grond van dit onderzoek bestond een middelhoge tot hoge archeologische verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Daarom is een aanvullend onderzoek voorgesteld om meer inzicht te krijgen in de bodemopbouw, de mate van bodemintactheid en de daadwerkelijke aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Op basis hiervan is een inschatting te maken van de archeologische potentie van het gebied. Onderhavig rapport beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Daarbij verhandelen de hoofdstukken 7 tot en met 13 het onderzoek dat in juli 2013 heeft plaatsgevonden. In hoofdstuk 14 worden de resultaten, conclusies en adviezen besproken van het onderzoek in oktober 2013. Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met het voor dit onderzoek opgestelde Programma van Eisen voor onderhavig onderzoek (PvE; Moree, 2013) en de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2.
1
Transect Archeologie beschikt over een opgravingsvergunning voor booronderzoek ex artikel 45 van de
Monumentenwet, verleend door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE).
6
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
2
Aard en doel van het archeologisch vooronderzoek
Het doel van het Inventariserend Veldonderzoek (IVO) is het aanvullen en toetsen van de archeologische verwachting, zoals die door Moree (2013) is opgesteld. Binnen het Inventariserend Veldonderzoek wordt onderscheid gemaakt in twee fasen, namelijk een verkennende fase en een karterende fase. Tijdens de verkennende fase worden de bodemopbouw, bodemintactheid en bodemreliëf in kaart gebracht. Hiermee ontstaat inzicht in de landschapsvormende processen en de landschappelijke eenheden uit het verleden. Op basis hiervan kan een oordeel worden gegeven over waar, wanneer en in hoeverre het gebied in het verleden geschikt was voor de mens. Tijdens de karterende fase wordt voor zover mogelijk, de feitelijke aan- of afwezigheid van archeologische waarden vastgesteld. Het huidige onderzoek betreft een combinatie van de verkennende en karterende fase. Het onderzoek moet waar mogelijk antwoord geven op de volgende vragen:
Hoe heeft het plangebied oorspronkelijk in het natuurlijk landschap gelegen?
Wat is de oorspronkelijke bodemopbouw en in hoeverre is deze nog intact gebleven?
Zijn er aanwijzingen dat er ook daadwerkelijk archeologische waarden liggen (archeologische indicatoren) en uit welke periode(-n) dateren deze?
Wat is de aard en diepteligging van de betreffende archeologische waarden?
Wat is de – verwachte – fysieke kwaliteit van archeologische waarden in het plangebied?
In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?
De randvoorwaarden voor de uitvoering van het onderzoek zijn voorgeschreven in het PvE, dat specifiek voor dit onderzoek is opgesteld (Moree, 2013). Het resultaat van het Inventariserend Veldonderzoek is een rapport met een conclusie omtrent de mogelijke aan- of afwezigheid van archeologische waarden in het plangebied en het risico dat deze worden verstoord als gevolg van de voorgenomen bodemingrepen. Op basis van het rapport kan de bevoegde overheid een beslissing nemen in het kader van de planprocedure. Het rapport bevat waar mogelijk gegevens over de aan- of afwezigheid, aard, omvang, ouderdom, gaafheid, conservering en (relatieve) kwaliteit van archeologische waarden.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
7
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
3
Afbakening van het plangebied
Gemeente:
Bernisse
Plaats:
Geervliet, Abbenbroek en Zuidland
Kaartblad:
37D en 43B
Centrumcoördinaat Tracé Geervliet
78.583 / 430.596
Tracé Abbenbroek-Zuidland
76.607 / 428.225
77.748 / 430.368 74.006 / 424.759 Het plangebied omvat een tracé tussen Geervliet en Middelharnis, dat het agrarisch buitengebied van de gemeente Bernisse doorkruist. De ligging ervan is weergegeven in Figuur 1. Het plangebied is hoofdzakelijk in gebruik als akkergebied en weilanden. Op de onderzochte akkers stonden aardappelen, bieten, uien en tarwe. Op enkele percelen bestond in de eerste instantie (in juli 2013) geen toestemming voor de uitvoering van het veldonderzoek, waardoor deze gebieden buiten beschouwing zijn gelaten. Het onderzoek is op die specifieke percelen uiteindelijk in oktober 2013 verricht. De resultaten ervan zijn separaat binnen onderhavige rapportage opgenomen in hoofdstuk 14. Het onderhavig onderzoek richt zich uitsluitend op de te ontgraven delen van het plangebied. De delen, waar door middel van een gestuurde boring de kabel zal worden aangelegd, zijn niet onderzocht. Een verstoring van archeologisch relevante laagpakketten is daar namelijk niet te verwachten.
8
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 1: Globale ligging van het plantracé, aangegeven met een rode lijn.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
9
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
4
Consequenties toekomstig gebruik
Kader Planvorming Bodemverstorende werkzaamheden
Omgevingsvergunning Aanleg van een 150 kV elektriciteitskabel Graafwerkzaamheden
De 150-kV elektriciteitskabel moet de verbinding gaan vormen tussen het verdeelstation aan de Noorddijk bij Geervliet en de grens met Goeree-Overflakkee (Middelharnis). Het kabeltracé is circa 11,5 km lang. Het tracé zal voor een groot deel worden gerealiseerd door het graven van sleuven van ruim 5 meter breed en ruim 2 meter diep. Daarnaast is gekozen voor gestuurde boringen. Omdat de geplande bodemingrepen het gestelde vrijstellingscriterium voor het plangebied overschrijden, geldt een archeologische onderzoeksplicht.
10
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
5
Beleidskader
Onderzoekskader
Omgevingsvergunning
Beleidskader
Archeologisch Beleid van de gemeente Bernisse
Onderzoeksgrens
50 m2 en 30 cm -Mv
In 1992 heeft Nederland het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed ondertekend; ook wel het Verdrag van Malta of Valletta genoemd, naar het eiland en de plaats waar het is ondertekend. Het Verdrag is in 1998 geratificeerd en op 1 september 2007 via de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) geïmplementeerd. De Wamz is een wijzigingswet en omvat een wijziging van de Monumentenwet 1988, de Wet Milieubeheer en de Ontgrondingenwet. Vanuit de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) bestond al een impliciete verplichting om bij de voorbereiding van bestemmingsplannen alle ter zake doende belangen mee te wegen. Vanuit deze wet zijn gemeenten namelijk verplicht bij het opstellen of wijzigen van bestemmingsplannen rekening te houden met archeologie. Hiertoe heeft de gemeente Bernisse een archeologiebeleid opgesteld, om zodoende tijdig en afdoende archeologische belangen bij ruimtelijke ontwikkelingen te waarborgen. Dit beleid bestaat onder meer uit een archeologische kenmerkenkaart en een hierop gebaseerde archeologische waarden- en beleidskaart. Op deze kaart is per zone vastgelegd welke archeologische verwachting een gebied heeft en wanneer sprake is van een archeologische onderzoeksplicht. Het traject van de leiding doorkruist zones met lage, middelhoge en hoge archeologische verwachtingen. De gebieden aan weerszijden van de Bernisse en tussen de Zeedijk en het Haringvliet hebben een lage archeologische verwachting. Hiervoor geldt een archeologische onderzoeksplicht voor bodemingrepen groter dan 200 m2 en dieper dan 4,0 m onder maaiveld. Voor de polders Geervliet en Abbenbroek, die een middelhoge tot hoge archeologische verwachting hebben, is sprak van een archeologische onderzoeksplicht voor bodemingrepen met een oppervlakte groter dan 200 m2 en 80 cm onder maaiveld. Tenslotte geldt voor de Ringdijk, als onderdeel van het dijkenstelsel van Polder Geervliet, een zeer hoge archeologische verwachting. Voor dit deel geldt voor grondwerkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en een diepte groter dan 50 cm onder maaiveld een onderzoeksplicht.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
11
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
6
Achtergrondinformatie
In het plangebied heeft reeds een archeologisch bureauonderzoek plaatsgevonden (Vanderhoeven, 2012). Op grond van dit onderzoek is vastgesteld dat in het plangebied sprake is van een hoge archeologische verwachting. Het hoge verwachtingspatroon is met name gebaseerd op de ligging van het plangebied in een omvangrijk en dynamisch veen- en kweldergebied, dat zich vanaf het Laat-Neolithicum in de omgeving van de Maasmonding bij Rotterdam heeft kunnen ontwikkelen. Het was van oorsprong een zeer dynamisch milieu, waarbij processen van veenvorming en inbraken vanuit zee elkaar afwisselden. Tot aan circa 5.000 jaar geleden stond het plangebied via de Maasmonding in open verbinding met de zee. Het gevolg hiervan was dat getijdewerking en overstromingen vanuit zee tijdens stormen van grote invloed waren op het toenmalige landschap, met name in perioden met een toename in stormfrequentie (Calais-transgressies; Zagwijn en Van Staalduinen, 1975). Dit leidde tot de vorming van een sterk vertakt stelsel van kreek- en getijdegeulen. In de geulen werd daarbij zand afgezet (geulafzettingen), terwijl aan weerszijden van de geulen zandige klei sedimenteerde (dekafzettingen). Door een afname in de relatieve zeespiegelstijging sloot rond 5.000 jaar geleden de kustlijn zich, waardoor op grote schaal veenvorming kon optreden. Hierdoor ontstond vanaf het Laat-Neolithicum-Vroege Bronstijd een omvangrijk veenmoeras dat het oude kwelderlandschap afdekte. Langs deze geulen bestonden op de oevers met name in die beginperiode mogelijkheden tot bewoning; deze zijn onder meer bij Hekelingen en Simonshaven aangetroffen (Moree, 2013). Op basis van geologisch onderzoek liggen afzettingen uit deze tijd ten noorden van Simonshaven en even ten zuiden van Geervliet relatief ondiep en bestaat de mogelijkheid dat deze binnen het te onderzoeken tracé aangetroffen zullen worden (rond circa 3,0 m –NAP). Het veenmoeras is daarna – gedurende de Bronstijd en Vroege IJzertijd - lange tijd onbewoonbaar geweest. Alleen plaatselijk bestonden mogelijkheden langs lokaal goed ontwaterde plekken (langs veenprielen) in combinatie met hoogveenkussens. Ook zijn plaatselijk getijdeafzettingen aanwezig, die in de loop van de Bronstijd zijn afgezet als gevolg van een kortdurende transgressie. Langs en op die geulen bestonden toen ook bewoningsmogelijkheden, maar de omvang daarvan was slechts beperkt (Moree, 2013; Van Trierum, 1992). Op basis van de geologische kaart zijn deze getijdeafzettingen, behorende tot de Afzettingen van Duinkerke-0, onder meer aanwezig ten zuidwesten van Zuidland. Pas tegen het midden van de IJzertijd traden er als gevolg van een toegenomen stormfrequentie overstromingen op, waarbij met name in het veengebied ten oosten van de huidige Bernisse een sterk vertakt geulenstelsel uitgesleten werd (Duinkerke-I transgressie, Zagwijn en Van Staalduinen, 1975). Het geulenstelsel ontwaterde het veen, waardoor grote delen van het gebied droger. De ontwatering leidde een mate van vertering van de top, waardoor hogere delen in het veengebied bewoonbaar werden (Van Trierum, 1992). Moree (2013a) beschrijft dat in de omgeving van het plangebied op diverse plekken bewoning uit die periode voorkwam. Een toename in stormfrequentie leidde er tegen het einde van de IJzertijd toe dat langs de geulen platen en oeverwallen op langs de geulen, die hierdoor relatief hoger in
12
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
het landschap kwamen te liggen. In combinatie met een inklinking van het veen werden nu juist deze plekken bewoonbaar, terwijl het veengebied ontvolkt raakte. Deze ontwikkeling zette zich door in de Romeinse tijd. Aan het geulensysteem zijn op Putten archeologische waarden uit de Midden-IJzertijd (op het ontwaterde veen), Late IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege en Late Middeleeuwen (op een klastische ondergrond) te relateren en tevens reeds aangetoond (Vanderhoeven, 2012; Moree, 2013). Ten westen van de Bernisse, in het zuidoosten van Voorne, is tijdens de Duinkerke-I transgressie een minder uitgesproken geulensysteem ontstaan. Langs dat systeem zijn archeologische waarden uit de Late IJzertijd op (of zelfs in) veen aan te treffen, terwijl de resten uit de Romeinse tijd op klastisch materiaal liggen. Of geulafzettingen en dekafzettingen uit de Duinkerke-I transgressie ter hoogte van het plangebied hebben gelegen, is niet exact bekend. De geologische kaart van het plangebied geeft ze namelijk niet weer, maar sluit ze ook niet uit. De verwachting is echter wel dat direct aan weerszijden van de huidige Bernisse afzettingen (en eventuele archeologische resten) uit die tijd als gevolg van erosie verdwenen. Tegen het einde van de Romeinse tijd – rond de 3e eeuw na Chr. – trad vernatting op, waardoor opnieuw veenvorming plaatsvond. Daarbij raakten zelfs de hoger gelegen geulafzettingen bedekt met een zeer dichte begroeiing. De vernatting maakte bewoning in het gebied in de periode na de Romeinse tijd tot het begin van de Vroege Middeleeuwen niet mogelijk. Er zijn echter enkele aanwijzingen voor bewoning in de loop van 7e eeuw in het gebied, maar dit is echter zeer beperkt (nabij Welplaat, de Kleine Polder en Nieuw Markenburg). Pas tegen het einde van de Vroege Middeleeuwen en het begin van de Late Middeleeuwen is men het veengebied gaan ontginnen door het te ontwateren, gevolgd door de aanleg van (ring)polders. Gedurende de aanleg van de ringpolders werd het Maasmondgebied vanaf de 12e eeuw in toenemende mate geteisterd door overstromingen (Duinkerke-III transgressie, Zagwijn en Van Staalduinen, 1975). De oudste ringpolder Geervliet (het noordelijk deel van het tracé) moet daarbij al in het derde kwart van de 12e eeuw zijn aangelegd. De ringpolders kwamen in die tijd als een soort eilanden te midden van waterlopen te liggen. De Bernisse was een van deze waterlopen. Langs de Bernisse ontstond ten oosten in de loop van de 13e en 14e eeuw meerdere ringpolders, die tezamen de zogenaamde Ring van Putten zouden vormen. Er was voortdurend sprake van een strijd met het water. Delen vergingen als gevolg van overstromingen, waaronder rond 1300 het oostelijk deel van polder Putten en in 1532 de rest van de Ringpolder. Het westelijk deel van Putten werd met de aanleg van de Oude Uitslag van Putten, de Nieuwe Uitslag van Putten en de Wolvenpolder respectievelijk in 1558, 1565 en 1619 terug gewonnen. Ten westen van de Bernisse vormden de polders het eiland Voorne (met als oudste polders Heenvliet, het Oude land van Abbenbroek en de Drenkwaard). Voor het eiland Voorne was met name het Haringvliet, dat rond 1214 ontstond, van grote invloed. Ook daar zorgden overstromingen in combinatie met dijkdoorbraken voor de afdekking van klei. In de loop van de 14e en 15e eeuw werden uiteindelijk de kernpolders met elkaar verbonden door de aanleg van de polders Oude Nieuweland van Abbenbroek, het Nieuweland van Abbenbroek en de polder Zuidland. Het plantrace ligt daarbij in alle laatstgenoemde polders. De laatmiddeleeuwse overstromingen kunnen ertoe geleid hebben dat het oude landschap uit de IJzertijd, de Romeinse tijd en het polderlandschap uit het begin van de Late Middeleeuwen met de daarin aanwezige archeologische resten goed bewaard zijn gebleven. Vanderhoeven (2012) geeft een uitgebreid overzicht van de diverse, reeds bekende vindplaatsen, die aan weerszijden van het plangebied bekend zijn en in goede conditie zijn aangetroffen. De vindplaatsen dateren daarbij met name uit de periode IJzertijd en Romeinse tijd. De aanwezigheid van deze resten vlakbij sluit echter erosie van delen van dit oude landschap als gevolg van overstromingen niet uit. Samengevat is uit het onderzoek gebleken dat in het plangebied sprake is van een archeologische verwachting voor resten uit de periode Laat-Neolithicum-Vroege Bronstijd, Midden-IJzertijd, Late
077585356:A - Definitief
ARCADIS
13
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
IJzertijd-Romeinse tijd, Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Er kunnen primair resten van nederzettingen aanwezig zijn, maar ook sporen van landgebruik (sporen van beakkering, ontwateringsgreppels e.d.) zijn niet uit te sluiten. Dit geldt eveneens voor de aanwezigheid van grafvelden. In de meeste gevallen zal de aanwezigheid van nederzettingsresten zich kenmerken door de aanwezigheid van een donkergekleurde of zwarte “vuile” laag, waarin vondstmateriaal zoals aardewerk, bot, houtskool en fosfaat voor kunnen komen (Moree, 2013). Wat betreft diepteligging van het voorkomen van deze waarden is het lastig deze exact aan te geven. In het gebied grenzend aan het Haringvliet en nabij de Bernisse kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden dieper dan 4,0 m –Mv aanwezig zijn. In de overige gebieden liggen archeologische resten op een diepte van circa 2,0 m –Mv (op sporen uit het Laat-Neolithicum na; deze bevinden zich iets dieper in de top van eventueel aanwezige afzettingen van Calais). Het voorkomen van (intact) veen is onder meer bepalend voor de aanwezigheid van archeologische resten, waarin op Putten resten uit het midden van de IJzertijd en op Voorne resten uit de Late IJzertijd in het veen te verwachten zijn. Resten uit de latere archeologische perioden bevinden zich in de klastische afzettingen bovenop het veen (i.e. op Putten vanaf de Midden-IJzertijd, op Voorne vanaf de Late IJzertijd, Moree, 2013). Het is echter niet precies bekend in hoeverre latere bodemingrepen het verwachtingspatroon in het plangebied hebben beïnvloed. Als gevolg van moderne landbouw- of graafwerkzaamheden kunnen archeologische waarden in het plangebied namelijk reeds zijn aangetast of verdwenen, bijvoorbeeld bij de aanleg van de aanwezige infrastructuur, sloten en hoogspanningsmasten in het plangebied. Exacte informatie omtrent bodemverstoringen met betrekking tot omvang en diepte zijn echter voor het plangebied niet bekend.
14
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
7
Werkwijze
Methode
Verkennend en karterend booronderzoek
Boorafstand
20 m
Aantal boringen
268
Techniek
Edelmanboor 7 cm en gutsboor 3 cm
Boordiepte
300 cm -Mv
Dataverwerking
Conform NEN5104 en PvE
Het onderhavig veldonderzoek bestond uit een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek. De boringen zijn daarbij gebruikt om zowel de bodemopbouw en mate van intactheid van de bodem als de aanwezigheid van archeologische resten te bepalen. Het uitvoeren van een veldinspectie was in grote delen van het plangebied niet mogelijk aangezien het dicht begroeid was, hetzij door onkruid, hetzij door gras, hetzij door gewassen (tarwe, bieten, uien en aardappels). Hierdoor was het niet mogelijk waarnemingen aan het maaiveld te verrichten. In totaal zijn in het plangebied 224 boringen gezet (boring 1 tot en met 42, 72 tot en met 192 en 198 tot en met 268; bijlagen 1 tot en met 4) tot een diepte van maximaal 300 cm –Mv. De boringen zijn verricht met behulp van een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De opgeboorde monsters zijn volgens NEN5104 en de Archeologische Standaard Beschrijvingsmethode (ASB) beschreven. De begrenzing van de lagen is daarbij op de centimeter nauwkeurig vastgelegd. Ook is speciale aandacht geschonken aan de aard van de overgangen tussen de verschillende lagen. “Vuile trajecten” en archeologisch potentiële lagen zijn door middel van verbrokkeling en versnijding doorzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals bot, aardewerk, baksteen en houtskool). De boringen zijn met behulp van een dGPS in het veld uitgezet, waarbij gelijktijdig de maaiveldhoogte is ingemeten. Ze zijn daarbij in het hart van het leidingtracé geplaatst en hebben conform het PvE (Moree 2013) een onderlinge afstand van 20 m. De locaties van de boorpunten zijn opgenomen in Bijlage 1. Op enkele plekken was het inmeten van de boorpunten echter niet mogelijk, als gevolg van de aanwezigheid van bomen en struiken (boringen 193-198). De locaties van deze punten is bepaald met behulp van een meetlint. De hoogtemeting is achterwege gelaten. Tenslotte ontbrak op delen van het traject betredingstoestemming. Daarom is in die delen, in eerste instantie, geen onderzoek uitgevoerd. Het betreft onder andere het deel langs de Koeneweg in het zuidelijk deel van het tracé. Dit onderzoek is later alsnog uitgevoerd.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
15
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
8 8.1
Resultaten veldonderzoek VELDWAARNEMINGEN
Het grootste deel van het plangebied is agrarisch in gebruik, hetzij als weiland, hetzij als akkerland. Op alle akkers stonden tijdens het veldonderzoek nog gewassen, die van invloed waren op de uitvoering van het veldwerk. De gewassen beperkten het zicht aan het maaiveld waardoor lokale reliëfverschillen en archeologische resten aan het maaiveld niet of onvoldoende konden worden waargenomen. Ter plaatse van de grasvelden was het wel mogelijk waarnemingen te doen (ten aanzien van het reliëf), maar van lokaal reliëf was daar geen sprake (i.e. Polder Geervliet). Ten tweede zorgde de aanwezigheid van tarwe (in combinatie met het zeer warme weer) ervoor dat de bodem sterk was verdroogd. Het deel van het plangebied, dat direct aan de Haasdijk ligt, kenmerkte zich zowel door een grote hoeveelheid onkruid als door de aanwezigheid van een hoge dijk. Door de dijk was sprake van een sterk hoogteverschil tussen de top (waarop de weg gelegen is) en de berm, op sommige plekken zelfs circa 2,0 m. Hier is gekozen de boringen in het laagste deel aan de dijkvoet te plaatsen. De helling van de dijk was op punten namelijk te steil om boringen te kunnen plaatsen. Ook bestond daarvoor geen toestemming van het Waterschap Hollandse Delta (WSHD). Een aantal impressies van het plangebied zijn weergegeven in Figuur 2.
16
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 2: Impressie van het plangebied ten tijde van het onderzoek.
8.2
LITHOLOGISCHE OPBOUW
De lithologische opbouw in het plangebied bestaat uit een afwisseling van geulafzettingen, dekafzettingen en veen. Ten behoeve van de beschrijving van de resultaten is de opbouw van de ondergrond van het plangebied teruggebracht tot een zestal profieltypen. Deze zullen hieronder op basis van hun uiterlijk, kenmerken en diepteligging worden beschreven. De ruimtelijke spreiding van de verschillende profieltypen is opgenomen in Bijlage 3. Profieltype I (geulafzettingen) Profieltype I bestaat in zijn volledigheid (i.e. vanaf circa 50 cm tot een diepte van 3,0 m –Mv) uit een afwisseling van sterk zandige klei en zand. Het zand is matig tot goed gesorteerd, zwak tot matig siltig en kenmerkt zich door het voorkomen van schelpresten. In de top van het pakket (tot een diepte van circa 85 tot 120 cm –Mv) is het sediment vaak lichtgrijs tot grijs van kleur. Hieronder heeft het een meer blauwgrijze tint, hetgeen karakteristiek is voor mariene afzettingen (Stein, 1992). De afzettingen zijn geïnterpreteerd als geulafzettingen, die onder invloed van getijdestroming in het plangebied zijn afgezet. Soms is met name aan de basis van het pakket sprake van een sterke gelaagdheid, bestaande uit een afwisseling van zand, verslagen plantenresten, gebroken schelpfragmenten en klei. De aanwezigheid van met name veenbrokken en zones met gebroken schelpmateriaal wijzen daarbij op soms relatief hoge stroomsnelheden (onder meer boringen 16, 29, 32 en 40). Profieltype II (oever-/geulafzettingen) Profieltype II bestaat uit een pakket afwisselend zwak tot sterk zandige klei, dat direct onder een circa 50 tot 70 cm dikke bouwvoor ligt. De klei is over het algemeen lichtbruin(grijs) tot grijs van kleur.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
17
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Soms bevindt zich in de zandige klei een laag sterk siltige klei. Over het algemeen is het pakket in zijn geheel kalkhoudend. Het pakket reikt tot een diepte van circa 110 tot 150 cm –Mv. Vanaf dit niveau is donker(blauw)grijs gekleurde sterk zandige klei en zand aanwezig. De eerstgenoemde afzettingen lijken sterk op oeverafzettingen, die zijn afgezet langs een getijdegeul en zijn dan ook als zodanig geïnterpreteerd. De daaronder gelegen afzettingen betreffen geulafzettingen. Profieltype III ((oever)/geulafzettingen op veen, eventueel daaronder weer dek- of geulafzettingen) Profieltype III lijkt in kenmerken en opbouw sterk op de beschrijving van profieltype I en II. Er is bij dit profieltype ook sprake van een pakket zandige en siltige klei op zand, dat geïnterpreteerd is als oeveren/of geulafzettingen. Onder het zand is echter binnen 3,0 m –Mv veen aanwezig met eventueel daaronder weer zandige klei. In de meeste gevallen is het veen matig tot sterk amorf en is de oorspronkelijke top van het veen als gevolg van erosie verdwenen. Wanneer nog plantenresten in het veen te herkennen zijn, betreft dit met name riet, maar er zijn in sommige boringen ook houtresten waargenomen, vermoedelijk van els (boring 11). Het veen bevindt zich op een diepte tussen 206 en 285 cm –Mv (2,13 en 3,15 cm -NAP, boring 11 en 188). Profieltype IV (dekafzettingen op veen, eventueel met daaronder weer dekafzettingen) Direct onder de bouwvoor is bij dit profieltype sterk tot uiterst siltige klei aanwezig, soms bestaande uit zwak zandige klei. Aan de hand van het hoge kleigehalte valt af te leiden dat afzetting van dit sediment onder veel lagere stroomsnelheden heeft plaatsgevonden, dan het sediment in voorgaande profieltypen. Om deze reden zijn deze afzettingen geïnterpreteerd als dekafzettingen. Binnen de dekafzettingen lijkt vaak sprake van een fasering. De top bestaat bijvoorbeeld uit zandige klei, terwijl aan de basis van het pakket humeuze, kalkhoudende tot kalkarme, sterk tot uiterst siltige klei aanwezig is. Soms zijn beide pakketten van elkaar gescheiden door een dunne (zelfs veraarde) veenlaag met een dikte van circa 30-50 cm (bijvoorbeeld boringen 107, 108, 110, 238, 241 en 242). Het pakket klei ligt vaak direct op het veen, maar de afzetting ervan lijkt niet tot (sterke) erosie van het eronder gelegen veen te hebben geleid, hoewel soms aan de basis van de klei kleine brokjes veen zijn waargenomen. De geringe erosie van het veen viel af te leiden uit de aanwezigheid van een veraarde, licht verteerde of kleiige top van het veen (boringen 90, 92, 102, 106, 108, 110, 111, 131, 234, 243, 247 en 260). Een kleiige top van het veen is een indicatie voor een geleidelijke toename in kleiafzetting (boringen 115, 157, 235, 238). In enkele boringen bevindt zich in de overgang tussen de klei en het veen een witte substantie. Dit betreft vermoedelijk moeraskalk, een kalkgyttja dat vaak in open (zoet)water ontstaat. Moeraskalk slaat daarbij neer als gevolg van een oververzadiging van kalk. Het moeraskalk concentreert zich in boringen 120, 138, 140 en 142 met name rondom de rietwortels. Mogelijk heeft de kalkaccumulatie (moeraskalk) te maken met een lokale aanrijking van kalkhoudend water, bijvoorbeeld via een nabijgelegen kreek- of getijdegeul. Het veen onder de dekafzettingen heeft een donkerbruine of roodbruine kleur. Het bestaat hoofdzakelijk uit rietresten, maar er is ook regelmatig hout aanwezig. De diepteligging van de top van het veen varieert weinig, maar wel iets per onderzochte polder. In Polder Geervliet bevindt het veen zich op een diepte van 72 tot 157 cm –Mv (boring 253 en 237; 2,22 en 2,47 m –NAP)2. Nabij Zuidland ligt het veen op 127 tot 244 cm –Mv (boring 87 en 137; 2,07 en 3,44 m -NAP). Over het algemeen is het veen weinig amorf en nagenoeg niet verteerd (op de reeds besproken top na). In een aantal boringen zijn onder het veen weer (oudere) getijdeafzettingen aanwezig. Deze bestaan veelal uit sterk tot uiterst siltige of zwak zandige klei. Voor wat betreft consistentie, is de aangetroffen klei veelal slap. De top is daarbij vaak sterk humeus en zwart van kleur. De zwarte kleur doet sterk denken aan een bodem, die ontstaat als gevolg van het neerslaan van detritus onder water in een wadachtig milieu. Indien aanwezig, bevinden deze afzettingen zich in polder Geervliet op een diepte van circa 2,5 tot 2,95 m –Mv (3,35 en 4,45 m –NAP). 2
18
In het Nieuwe Land van Abbenbroek is profieltype IV niet aanwezig
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
In Zuidland zijn deze afzettingen slechts weinig binnen 3,0 m –Mv aanwezig. Op enkele plekken is klei aangetroffen, op een diepte van circa 2,8 m –Mv (3,8 tot 4,2 m – NAP, boring 149 en 131). Profieltype V (gefaseerde (oever-)geulafzettingen) In een aantal boringen is sprake van een opeenvolging van zandige klei, waarbinnen sprake lijkt van een fasering. De bovenzijde van het pakket bestaat uit een matig tot sterk zandige klei, terwijl aan de basis er sprake is van een verhoogde humositeit. Dit profieltype is met name aanwezig in het tracé langs het noordelijk deel van de Haasdijk. Er lijkt daarbij zelfs sprake van enige bodemvorming, onder meer in de vorm van de aanrijking van ijzer langs voormalige wortelgangen (boring 187, 192), humusaanrijking (boring 192, 157, 159, 186 en 189) en zelfs de aanwezigheid van een zwartgrijze, uiterst siltige of zandige kleilaag. In een enkele boring lijkt zelfs een bodemniveau aanwezig (boring 8, 208). Op dit niveau zijn potentiële aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van een vindplaats. Deze zullen echter verderop behandeld worden. In het pakket onder de bodem is sprake van donkere humeuze zandige afzettingen, waarbinnen een sterke afwisseling van detritus en zand is waargenomen. Profieltype VI (dekafzettingen op oever/geul op veen op geulafzettingen) Het laatste profieltype is grotendeels vergelijkbaar aan profieltype IV. Er is sprake van zandige en siltige klei, die een pakket veen afdekken. Er heeft daarbij geen erosie van de top van het veen plaatsgevonden. Onder het veen zijn echter ook afzettingen aanwezig. Wanneer onder het veen sterk zandige klei of zand is aangetroffen, kan dit een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van een ouder geulensysteem. Omdat een dergelijk geulensysteem aantrekkelijk voor bewoning was, is deze apart onderscheiden in Bijlage 2 (onder meer boringen 6, 7, 153 en 155). Over de exacte omvang en ligging van deze systemen is echter op basis van de boringen weinig te melden. Niet iedere boring bevatte binnen 3,0 m –Mv getijdeafzettingen, die aan dit systeem toegeschreven konden worden.
8.3
ARCHEOLOGISCHE AANWIJZINGEN EN INDICATOREN.
Tijdens het veldonderzoek zijn op verschillende plekken aanwijzingen gevonden, die op de mogelijke aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het tracé kunnen wijzen. Enerzijds betroffen deze aanwijzingen archeologische indicatoren, waaronder aardewerk, huttenleem (gebakken klei) en houtskool, maar anderzijds ook “afwijkende of typerende” bodemlagen, zoals zwartgekleurde bodems, sterk gevlekte en rommelige lagen of veraarde trajecten in de top van het veen. Een overzicht hiervan is weergegeven in onderstaande Tabel 1 en Tabel 2. Een klein aantal van de tijdens het onderzoek gedane vondsten zullen hieronder nader worden besproken.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
19
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Boring
Soort
Diepte
NAP
NAP
(cm)
(-Mv)
(-
Type
Afwerking
Datering
Opmerkingen
diepte) 4
Houtskool
145
-0,8
-225
-
-
-
-
94
Houtskool
126
-0,1
-136
-
-
-
-
128
Houtskool
85
-0,7
-155
-
-
-
-
128
Houtskool
230
-0,7
-300
-
-
-
In de top van veen
137
Aardewerk
138
-1
-238
-
Zachtbakkend
IJZ-ROM
-
138
Hk, hl
120
-0,9
-210
-
-
-
-
140
Houtskool
136
-0,9
-226
-
-
-
-
142
Houtskool
100
-1,1
-210
-
-
-
-
146
Hk,
108
-1,1
-218
-
-
-
-
verbrand ns 154
Houtskool
112
-1
-212
-
-
-
Pijpesteel
155
Houtskool
123
-1
-223
-
-
-
Indet
158
Houtskool
164
-0,8
-244
-
-
-
-
183
Houtskool
100
-0,3
-130
-
-
-
-
183
Houtskool,
162
-0,3
-192
-
-
-
-
bot 184
Houtskool
180
-0,3
-210
-
-
-
-
189
Vuursteen
84
-0,4
-124
-
-
-
Mogelijk bewerkt
191
Houtskool
72
-0,5
-122
-
-
-
-
205
Grind
242
-0,2
-222
-
-
-
-
208
Aardewerk
210
0
-210
-
-
ROM
Low Lands Ware
210
Houtskool
184
-0,1
-194
-
-
-
Uit zwarte bodem
211
Huttenleem
165
-0,2
-185
-
-
-
-
227
Houtskool
114
-1,1
-224
-
-
-
In top veen
231
Houtskool
45
-0,7
-115
-
-
-
-
235
Houtskool
157
-1
-257
-
-
-
-
239
Huttenleem
113
-1,1
-223
-
-
-
-
240
Houtskool
100
-1
-200
-
-
-
-
245
Houtskool
138
-1,2
-258
-
-
-
Brok
250
Houtskool
159
-1,4
-299
-
-
-
Brok
263
Hk, fosfaat
179
-1
-279
-
-
-
-
264
Houtskool
227
-0,8
-307
-
-
-
-
266
Houtskool
197
-0,8
-277
-
-
-
-
268
Houtskool
170
-0,9
-260
-
-
-
-
154
Houtskool
95
-1
-195
-
-
-
-
130
Aardewerk
-
-
-
-
-
ROM-ME
Oppervlaktevondst
133
Aardewerk
-
-
-
-
-
ROM-ME
Oppervlaktevondst
Tabel 1: Overzicht van de verschillende archeologische indicatoren in het plangebied
20
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Boring
Soort
Diepte
NAP
NAP
(cm)
(-Mv)
(diepte)
Omschrijving
8
Laag
245
-0,4
-285
Zwartgrijze laag
38
Laag
128
-0,1
-138
Zwarte laag
75
Laag
110
-1
0210
Bakst vl
81
Laag
140
-0,7
-210
Zwartgrijze laag
86
Laag
139
-0,8
-219
Zwarte vlekken
90
Laag
129
-0,8
-209
Veraard veen
95
Laag
135
-0,8
-215
Aanzet bodem
106
Laag
97
-1
-197
Veraard veen
108
Laag
95
-1,2
-215
Veraard veen
111
Laag
92
-1
-192
Veraard veen
122
Laag
80
-0,8
-160
Bodem
124
Laag
90
-0,9
-180
Rommelig
135
Laag
90
-0,8
-170
Rommelig
146
Laag
101
-1,1
-211
Zwarte en rommelige
148
Laag
85
-1
-185
Zwartgrijze laag
149
Laag
107
-0,9
-197
Zwartgrijze laag
154
Laag
90
-1
-190
Donkergrijze laag
157
Laag
111
-0,8
-191
Bodem
159
Laag
128
-0,9
-218
Bodem
186
Laag
183
-0,3
0213
Zwarte vlekken
190
Laag
170
-0,4
-210
Zwarte laag
204
Laag
187
0
-187
Sterk venige laag
205
Laag
163
0,2
-143
Zwarte bodem
209
Laag
172
-0,1
-182
Venig, zwartgrijs
210
Laag
174
-0,1
-184
Zwarte laag
211
Laag
140
-0,2
-160
Donkergrijze laag
212
Laag
142
-0,3
-172
Zwarte laag
213
Laag
172
-0,3
-202
Donkergrijze bodem
218
Laag
162
-0,2
-182
Zwartgrijze laag
235
Laag
129
-1
-229
Zwartgrijze bodemlaag
laag
Tabel 2: Overzicht van opvallende bodemkenmerken in het plangebied
Het merendeel van de aangetroffen archeologische indicatoren betreffen brokjes houtskool en – in mindere mate - aardewerk. Het houtskool kan een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats, zeker wanneer ook sprake is van “harde” archeologische indicatoren, zoals aardewerk en gebakken klei (huttenleem). Anderzijds kan houtskool ook van nature voorkomen, als gevolg van bosbranden en veenbranden. Hierdoor is de exacte oorsprong van het houtskool niet altijd duidelijk. Een foto van houtskool in een gutsboring is in Figuur 3 te zien (boring 263). Naast houtskool zijn tijdens het onderzoek 4 fragmenten aardewerk aangetroffen, waarvan 2 in boringen en 2 aan het maaiveld.
In boring 208 is op een diepte van -210 cm –Mv een zwartgekleurd fragment aardewerk aangetroffen. Het aardewerk zelf is grijsbakkend, maar op de buitenrand is zwartkleuring aanwezig. Er is sprake van enige magering; op grond van het uiterlijk van de scherf betreft het vermoedelijk Romeins aardewerk, mogelijk zogenaamde Low Lands Ware (Figuur 4).
077585356:A - Definitief
ARCADIS
21
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
In boring 137 zijn op een diepte van 138 cm –Mv enkele kleine fragmentjes zachtbakkend aardewerk, deels oranje, deels grijs van kleur aangetroffen. Vermoedelijk betreft het handgevormd aardwerk. In de magering zijn onder meer stukjes kwarts en kleine plantenrestjes waar te nemen.
Nabij boring 130 is aan het maaiveld een klein scherffragment aangetroffen van grijsbakkend aardewerk. Het aardewerk is gemagerd en op een relatief hoge temperatuur gebakken. De scherf is immers ontstaan door een breuk parallel aan de scherfwand, iets wat eerder bij hardgebakken aardewerk optreedt dan bij zachtbakkend materiaal. Op grond van de hardheid is het waarschijnlijk dat de scherf een Romeinse of middeleeuwse datering heeft (figuur 4).
Tenslotte is nabij boring 133 een fragment zachtgebakken, groengrijs aardewerk aangetroffen. De scherf is enigszins verweerd geraakt, maar er is nog wel magering in het baksel te herkennen (zowel kwarts als organisch). Daarbij lijkt het handgevormd te zijn. Het vermoeden bestaat dat het scherffragment een datering heeft in de Romeinse tijd of de Middeleeuwen (Figuur 4).
Figuur 3: houtskool in boring 263
22
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 4: Aangetroffen scherfmateriaal tijdens het veldonderzoek. Boven: Romeins aardewerk uit boring 208, midden: handgevormd aardewerk nabij boring 133 en onder: een fragment hardgebakken gemagerd aardewerk nabij boring 130.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
23
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
9 9.1
Interpretatie van de resultaten PALEOGEOGRAFISCHE INTERPRETATIE
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek zijn enkele dwarsprofielen opgesteld om inzicht te krijgen in de landschapsgenese in het plangebied. Omdat grote delen van het plangebied op de geologische kaart in het verlengde lijken te liggen van een getijdegeul (met name het deel langs de Haasdijk, een zijtak van de Bernisse) bieden dwarsprofielen langs deze tracédelen geen inzicht in de archeologische en landschappelijke ontwikkeling van het plangebied. Daarvoor waren slechts het tracédeel polder Geervliet (boringen 1, 227-262, 226) en een deel in polder Zuidland geschikt (boringen 7684, 11, 4, 85-111 en 112-136, 5, 137-146, 6, 148-152). Deze profielen zijn terug te vinden in Bijlage 3 A t/m C. Interpretaties naar aanleiding van deze profielen zijn geschematiseerd weergegeven in figuur 5, 6 en 7. Met name in polder Nieuweland van Abbenbroek (langs de Haasdijk) en in het uiterste zuiden van polder Zuidland kon niet altijd met zekerheid worden vastgesteld of er daadwerkelijk sprake was van een getijdegeul in de ondergrond of alleen van oever- of dekafzettingen. Dit kwam mede door de vastgestelde maximale boordiepte van 3,0 m –Mv. Deze beperkingen maakte een eenduidige, ruimtelijk-geologische interpretatie van de ondergrond in het plangebied moeilijk. Afzettingen van Duinkerke-III In het hele plangebied bevinden afzettingen van Duinkerke-III zich direct onder de bouwvoor. Het betreffen hoofdzakelijk dekafzettingen, hoewel op twee plekken (respectievelijk in figuur 6 en 7) vermoedelijk geulafzettingen liggen. Deze afzettingen zijn over het algemeen zeer zandig. Ook langs de Haasdijk en in polder Zuidland (met name in zuidelijke richting) zijn de afzettingen zeer zandig. Dit is het directe gevolg van de aanwezigheid van een zijtak van de Bernisse (langs de Haasdijk) en het Haringvliet (ten zuiden van Zuidland). Het pakket is langs het Haringvliet vermoedelijk het meest omvangrijk. Een verdikking is al in het meest zuidelijke profiel in Zuidland (profiel B-B’; figuur 6) te zien. In polder Geervliet is daarentegen geen sprake van een zandig pakket; daar lijken de afzettingen siltiger en stugger. Ook zijn de afzettingen minder dik (figuur 5). Indirect valt hieraan af te leiden dat overstromingen in de Late Middeleeuwen daar minder intensief zijn geweest. Afzettingen van Duinkerke-I Polder Geervliet Onder de afzettingen van Duinkerke-III ligt in polder Geervliet een pakket humeuze, matig zandige tot sterk siltige klei, die vermoedelijk tot de Afzettingen van Duinkerke-I moet worden gerekend. De afzettingen lijken voor een groot deel als dekafzettingen op het veen te zijn afgezet, aangezien het eronder gelegen veen intact is gebleven. Op een vijftal plekken zijn echter geulafzettingen aanwezig, waarvan de globale ligging in figuur 5 is te zien (aan de verdieping). Er is zelfs een restgeulopvulling waargenomen met daarin een sterke afwisseling van humeuze klei, detritus en zelfs gyttja (boring 229). De geulen maken vermoedelijk deel uit van een klein geulensysteem, dat tijdens de Duinkerke-I transgressies is ontstaan (in de Late IJzertijd). In de top van de Duinkerke-I afzettingen zijn hier sporen
24
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
van bodemvorming of zelfs inschakelingen van veen aanwezig (Bijlage 3). De bodemvorming is vermoedelijk ontstaan in de loop van de Romeinse tijd, na afloop van de Duinkerke-I transgressie. Het veen volgde op de bodemvorming toen in de loop van de derde eeuw een algehele vernatting op Voorne-Putten optrad, die tot veenvorming leidde (zogenaamd post-Romeins veen; Moree, 2013). Dit veen is op een paar plekken herkend, waardoor daar een goed onderscheid kon worden gemaakt tussen Duinkerke-I en de erboven gelegen jongere afzettingen (Bijlage 3). Polder Abbenbroek (Monnikenhoek) Langs de Haasdijk zijn nagenoeg geen dekafzettingen aanwezig; er is hoofdzakelijk sprake van relatief zandig sediment in de vorm van oever- en geulafzettingen. Dit is in overeenstemming met de geologische kaart, die parallel aan de Haasdijk een zijtak van de Bernisse toont. Van deze tak is bekend dat tijdens laatmiddeleeuwse overstromingen de waterloop uitgeruimd is, waardoor veen en eventuele afzettingen aan weerszijden ervan door erosie kunnen zijn verdwenen. Op slechts enkele plekken is veen aan de basis van de boring aangetroffen. Daarnaast is in enkele boringen duidelijk sprake van een scheiding binnen het zandige kleipakket. Er lijkt zelfs sprake van een bodemniveau, bestaande uit een donkere of zwarte kleilaag, soms in combinatie met archeologische indicatoren. Ook is op de overgang tussen beide pakketten sprake van een sterke aanrijking van ijzer (soms in de vorm van concreties langs de wortelgangen). In één van de boringen is in dit humeuze niveau een fragment aardewerk aangetroffen die lijkt te dateren in de Romeinse tijd (boring 208). Op grond hiervan is het de verwachting dat de fasering die in het pakket zandige klei is waar te nemen, te koppelen is aan de transgressiefasen Duinkerke-I en – III. Dit onderscheid was echter niet overal duidelijk te maken op het moment een duidelijke scheidingslaag ontbrak, te meer omdat daar naar verwachting eventueel oude oever- en geulafzettingen uit de Duinkerke-I transgressie (deels) door erosie zijn verdwenen. Polder Zuidland Van polder Zuidland is vastgesteld dat in de ondergrond een geulenstelsel aanwezig is, dat zich tijdens de Duinkerke-I transgressies heeft kunnen vormen. Het archeologisch onderzoek, dat bij Groot Nibbeland ten noordwesten van het dorp Zuidland heeft plaatsgevonden, heeft dit aangetoond (circa 500 m ten oosten van het tracé, Kreken van Nibbeland; Moree, 2013). Op basis van het booronderzoek zijn langs het tracé meerdere van deze geulen aangetroffen. Een interpretatie van het voorkomen van deze geulen is terug te vinden in figuren 6 en 7, gebaseerd op de profielen in Bijlage 3 (B en C). Het was echter tijdens het veldonderzoek lastig eenduidig geologische interpretaties toe te kennen. Er was binnen dit deel van het tracé nogal sprake van enige variatie op korte afstand. Aan de basis van de zandige afzettingen van Duinkerke-III kwam vaak een meer humeuze zandige soms sterk siltige klei voor, die tijdens het veldonderzoek geïnterpreteerd is als een afzetting uit de Duinkerke-I transgressie. In boring 137 zijn bijvoorbeeld brokjes handgevormd aardewerk aanwezig die indicatief zijn voor de ouderdom van deze afzetting. Het is echter niet uit te sluiten dat delen van deze afzetting tot de Afzettingen van Duinkerke-III moeten worden gerekend. Op grond van de geologische kaart ligt er in ieder geval één geul in het traject, die aan zijtakken van de Bernisse te koppelen zijn. De geul kan op grond hiervan gevormd zijn ten tijde van de Duinkerke-III transgressie. Hollandveen Geologisch gezien wordt het veen, dat in de boringen is aangetroffen toegeschreven aan het Hollandveen. Dit geldt eveneens voor het hierboven reeds beschreven “Romeinse” veen. In grote delen van polder Abbenbroek en grote delen van Zuidland is echter geen sprake van de aanwezigheid van veen. De reden ervoor is op basis van de resultaten van het veldonderzoek niet helemaal eenduidig vast te stellen. Het onderzoek richtte zich namelijk specifiek op de bovenste 3,0 m –Mv.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
25
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Daarom is onder meer niet bekend of, waar en in hoeverre langs de Haasdijk (Polder Abbenbroek) en langs het Haringvliet (in het zuiden van Polder Zuidland) oorspronkelijk aanwezig veen (deels of volledig) verdwenen is of nog beneden 3,0 m –Mv aanwezig is. Afzettingen van Duinkerke-0 en Calais Onder in de boringen zijn tijdens het veldonderzoek op diverse plekken onder het veen relatief slappe afzettingen aanwezig, die eveneens zijn afgezet onder invloed van transgressies. De exacte ouderdom van deze afzettingen en daarmee het maken van een geologische interpretatie op basis van de classificering van Zagwijn en Van Staalduinen (1975) was niet overal mogelijk. Op voorhand was bekend dat in ieder geval in polder Geervliet afzettingen van Calais relatief ondiep voorkwamen, mogelijk zelfs op 3,0 m – NAP. Dit lijkt in overeenstemming met de resultaten van het veldonderzoek (Figuur 5). Ook lijkt er een klein Duinkerke-0 systeem aanwezig te zijn. In polder Zuidland is vanuit de geologische kaart bekend dat in het tracé mogelijk afzettingen van een geulensysteem uit Duinkerke-0 aanwezig kunnen zijn. Afzettingen die aan een dergelijk systeem te koppelen zijn, zijn vermoedelijk in het noordelijk deel van profiel C-C’ aangetroffen (Figuur 7). Of afzettingen van Calais in Zuidland aanwezig zijn, is onduidelijk. Er zijn op enkele plekken afzettingen aangetroffen, die bestonden uit slappe tot zeer slappe blauwgrijze klei zonder enige sporen van bodemvorming of rijping, die mogelijk tot deze afzettingen behoren. In het grootste deel van het traject zijn deze echter niet aangetroffen. In profiel C-C’ is wel een kleine geul als Calais Afzetting weergegeven, maar in hoeverre deze interpretatie correct is, is vooralsnog niet duidelijk. In een groot aantal gevallen zijn Calais afzettingen niet aangetoond, mogelijk vanwege de beperkte diepte van onderzoek (i.e. 3,0 m –Mv).
9.2
ARCHEOLOGISCHE BETEKENIS VAN DE RESTEN TEN AANZIEN VAN HET OUDE LANDSCHAP
Tijdens het veldonderzoek zijn op diverse plekken archeologische indicatoren en aanwijzingen gevonden, die mogelijkerwijs op de aanwezigheid van archeologische waarden in die gebiedsdelen kunnen wijzen. De meeste lijken daarbij voor te komen op de flanken van geulafzettingen, die geïnterpreteerd zijn als Afzettingen van Duinkerke-I. Op grond van Moree (2013) dateren eventueel aanwezige vindplaatsen op deze plekken uit de periode Late IJzertijd of Romeinse tijd. Het aantreffen van scherfmateriaal ter plaatse van boring 137 en 208 en aan het maaiveld bij 130 en 133 lijkt dit te bevestigen. Er zijn geen concrete aanwijzingen voor vondsten of resten in de top van het veen (Midden-IJzertijd), op enkele fragmenten houtskool na in boring 235 (in polder Geervliet). Daar is de kans aanwezig, dat aan de basis van de Duinkerke-I afzettingen resten uit de Midden-IJzertijd aanwezig zijn.
26
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 5: Geschematiseerd profiel met daarop de interpretaties van de aangetroffen afzettingen in polder Geervliet (profiel A-A').
077585356:A - Definitief
ARCADIS
27
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 6: Geschematiseerd profiel met daarop de interpretaties van de aangetroffen afzettingen in polder Zuidland (profiel B-B').
28
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 7: Geschematiseerd profiel met daarop de interpretaties van de aangetroffen afzettingen in polder Zuidland (profiel C-C').
077585356:A - Definitief
ARCADIS
29
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
10
Definiëring van het archeologisch risico in het plangebied
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek zijn een drietal risicozones gedefinieerd, waar sprake kan zijn van archeologische waarden. De hoogte van het risico is gebaseerd op aangetroffen archeologische indicatoren, ligging in het oude landschap en afwijkende bodemkenmerken. Ook reeds bekende waarnemingen wegen mee in het archeologisch risico. Risicozone – laag: Op deze plekken is geen vindplaats aangetoond, maar er zijn tijdens het booronderzoek op die plaatsen wel afwijkende waarnemingen gedaan. Deze waarnemingen bestaan uit een geringe of lokale aanwezigheid van houtskool of bodemverschijnselen, die de aanwezigheid van archeologische resten mogelijk maken (een laklaag of veraard veen, dat ontstaan is door lokale ontwatering). Op basis van de resultaten op die plekken is de aanwezigheid van een vindplaats niet volledig uit te sluiten. Risicozone - middelhoog en hoog: In zones met een middelhoog of hoog risico op een vindplaats is sprake van een aaneengesloten zone met daarbinnen archeologische indicatoren of afwijkingen in de bodem (tussen circa 85 en 245 cm –Mv, -1,15 en -3,07 m NAP), die op een vindplaats zouden kunnen wijzen (rommelige laagopbouw, bodemvorming, e.d.). Deze elementen zijn samengevoegd in middelhoge en hoge risicozones, waarbij de middelhoge waarde voorbehouden is aan zones met secundaire indicatoren (houtskool, gebakken klei of oppervlaktevondsten) in combinatie met dekafzettingen. Hoge risicozones zijn alleen gerelateerd aan “hard” vondstmateriaal (zoals aardewerk) of maken reeds deel uit van een bekende vindplaats (lees: terrein van hoge archeologische waarde).
30
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
11
Conclusies en advies
Tijdens het veldonderzoek is vastgesteld dat in het geplande tracé van de 150-kV leiding een veenlandschap begraven ligt, dat door verschillende (voormalige) getijdegeulen is doorsneden. Deze geulen zijn bepalend voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied, vooral vanwege de hogere ligging in het landschap (oeverwallen en inversieruggen). Op basis van het veldonderzoek zijn eveneens op diverse plekken verdachte zones gedefinieerd, waar op grond van de aanwezigheid van archeologische indicatoren of opvallende bodemkenmerken mogelijk vindplaatsen aanwezig kunnen zijn. Deze risicozones zijn weergegeven in Bijlage 4, waarbij een onderscheid is gemaakt in zones met een laag, middelhoog en een hoog risico. Aan deze risico’s is tevens een voorstel tot vervolgonderzoek geformuleerd. Voor de zones met een laag risico wordt bij graafwerkzaamheden op deze plekken waarderend onderzoek aanbevolen. Een dergelijk onderzoek kan door middel van proefsleuven plaatsvinden, maar een archeologische begeleiding behoort ook tot de mogelijkheden (gezien de “onzekerheid” over de aanwezigheid van resten). Op de plekken met een hoog risico adviseren wij een proefsleuvenonderzoek, eventueel met een doorstart naar een opgraving, op het moment dat er sprake is van een behoudenswaardige vindplaats. Voor de overige gebieden, die niet als risicozone zijn aangewezen, is op grond van het archeologisch onderzoek geen aanleiding te veronderstellen dat zich daar archeologische waarden in de bodem bevinden. Op grond van de lage verwachting voor die delen van het plangebied zijn in het kader van de nieuw aan te leggen leiding geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
31
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
12
Beantwoording onderzoeksvragen
Hoe heeft het plangebied oorspronkelijk in het natuurlijk landschap gelegen? Het plangebied ligt in een voormalig kwelderlandschap, waarbinnen sprake is van een afwisseling van kleiafzetting en veenvorming. De kleiafzetting heeft vooral in de Late IJzertijd en Late Middeleeuwen plaatsgevonden. Met name in die periode zijn enkele geulsystemen uitgesleten in het veen. Wat is de oorspronkelijke bodemopbouw en in hoeverre is deze nog intact gebleven? In de ondergrond zijn diverse geul- en dekafzettingen aanwezig, die worden afgewisseld door veen. Dit levert een sterk gelaagde bodemopbouw op, waar op basis van de lithologische profielen in Bijlage 3 A tot en met C een beeld van de landschapsgenese is verkregen. Zijn er aanwijzingen dat er ook daadwerkelijk archeologische waarden liggen (archeologische indicatoren) en uit welke periode(-n) dateren deze? Tijdens het veldonderzoek zijn op grond van het voorkomen van archeologische indicatoren verschillende zones onderscheiden, waarbinnen – mogelijk - sprake is van de aanwezigheid van archeologische waarden. De ligging van deze zones is weergegeven in Bijlage 4. Van twee plekken is gezien het aantreffen van aardewerk de kans groot dat daar nederzettingssporen uit de Late IJzertijd en/of Romeinse tijd aanwezig zullen zijn. De kans hierop is ook groot in het deel van het tracé, dat in het AMK-terrein ligt. Dit vanwege de grote hoeveelheid aangetroffen houtskool. Voor die zones is daarom sprake van een hoog archeologisch risico. De vondsten in de overige gebieden blijven beperkt tot fragmenten houtskool en opvallende bodemeigenschappen, waardoor over de aanwezigheid, aard en ouderdom geen exacte uitspraken zijn te doen. Doordat de archeologische indicatoren hier in de top van de Duinkerke-I afzettingen zijn aangetroffen, is de verwachting dat eventueel aanwezige vindplaatsen uit de Late IJzertijd, Romeinse tijd of Middeleeuwen dateren. Aan die zones is daarom een laag of middelhoog archeologisch risico toegekend. Wat is de aard en diepteligging van de betreffende archeologische waarden? Naar verwachting bevinden zich ter plaatse van de hoge risicozones nederzettingsresten in de vorm van vondstconcentraties en mogelijk ook structuren. Het aantreffen van onder andere aardewerk en steen vormen hiervoor een aanwijzing. Op deze plekken zijn archeologische resten in vermeende dekafzettingen aangetroffen op een diepte van circa 2,0 m –NAP. Op de overige plekken bestaat minder zekerheid over de aard en omvang van vindplaatsen, omdat deze uitsluitend gedefinieerd zijn op basis van fragmenten houtskool en afwijkende bodemkenmerken. Deze bevinden zich op diepten variërend van 1,15 en 3,07 m – NAP.
32
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Wat is de – verwachte – fysieke kwaliteit van archeologische waarden in het plangebied? Naar verwachting zullen eventueel aanwezige archeologische resten van hoge fysieke kwaliteit zijn. Er zijn namelijk geen aanwijzingen voor omvangrijke verstoringen in het deelgebied. Daarbij dient rekening te worden gehouden met een goede conservering van archeologisch organisch materiaal. In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden? De aan te leggen sleuf voor de nieuwe kabel reikt tot een diepte van 2,0 m –Mv. Eventueel aanwezige archeologische waarden binnen deze diepte zullen als gevolg hiervan worden verstoord.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
33
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
13
Geraadpleegde bronnen
Archeologische kaarten en databestanden:
archis.archis2.nl
www.dinoloket.nl
Literatuur:
Vanderhoeven, T. 2012. Bureauonderzoek Archeologie Trace Geervliet-Middelharnis, TenneT, ARCADIS rapport 076727428:0.11 – Definitief. B02047.000008.0200, ’s-Hertogenbosch.
Moree, J.M., 2013: Programma van Eisen voor een verkennend en karterend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen in het plangebied 150kV kabeltracé in de gemeente Bernisse. Programma van Eisen 2013005, BOOR, Rotterdam.
Van Trierum, M.C., 1992: Nederzettingen uit de IJzertijd en de Romeinse tijd op Voorne-Putten, IJsselmonde en in een deel van de Hoekse Waard, in: A.B. Doebken (red.): BOOR-balans 2; bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van het Maasmondgebied, Rotterdam 271-313.
Zagwijn, W.H. en C.J. van Staalduinen (red.), 1975: Toelichting bij de geologische overzichtskaarten van Nederland, Haarlem.
34
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
14
Addendum: aanvullend onderzoek op de ontbrekende tracédelen
14.1
INLEIDING
Op een aantal plaatsen bestond tijdens de uitvoering van het veldonderzoek in juli 2013 geen betredingstoestemming voor het onderzoek. Dit was onder meer het gevolg van de aanwezigheid van gewassen in die gebieden, waardoor geen medewerking werd gegeven. Betreding is echter later wel verkregen, waardoor de resterende boringen ten behoeve van het onderzoek konden worden uitgevoerd. Dit vond plaats in oktober 2013. Op de uitvoering van het veldonderzoek is dezelfde onderzoeksmethodiek en werkwijze van toepassing, zoals deze reeds beschreven is in hoofdstuk 7. Het betreft daarbij boringen 9, 10 en 222-225 nabij de Ringdijk in polder Geervliet en boringen 43-71 in polder Zuidland. In dit hoofdstuk worden de resultaten van deze boringen besproken.
14.2
VELDWAARNEMINGEN
Polder Geervliet (de Ringdijk) Het te onderzoeken deel van het tracé ligt aan weerszijden van de Ringdijk. De oostzijde van het plangebied bestaat uit een braakliggende akker, waar voorheen mais heeft gestaan. Aan de westzijde van de Ringdijk staan spruiten tot circa een meter hoog. In beide gebieden is het niet mogelijk archeologische waarnemingen aan het maaiveld te verrichten, daarvoor bestaat er te weinig zicht. Daarbij meldt de eigenaar over het spruitenveld dat er om de 5 tot 10 m drainage ingelegd is, hetgeen ook de reden was dat hij de werkzaamheden weigerde. De drainage zou tot een diepte van 1,5 m zijn ingelegd en kan voor enige verstoring van de oorspronkelijke bodemopbouw van het plangebied hebben gezorgd. Een impressie van het plangebied is weergegeven in Figuur 8.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
35
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 8: Spruiten in polder Geervliet
Polder Zuidland Het te onderzoeken deel van het tracé in polder Zuidland betreft een nu braakliggende akker, waar de tarwe van verdwenen is. Het land is echter nog niet omgeploegd en is bezaaid met de resten van de oogst. Daardoor is het niet mogelijk archeologische waarnemingen aan het maaiveld te verrichten.
14.3
LITHOLOGISCHE OPBOUW
In hoofdstuk 8, dat de lithologische resultaten behandeld van de reeds eerder onderzochte gebieden is een onderscheid gemaakt in een zestal profieltypen. Deze onderverdeling is hier eveneens toegepast en is opgenomen in bijlage 5. De boorbeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 6. Polder Geervliet Omdat het onderzochte gebied in polder Geervliet aan weerszijden van de Ringdijk ligt, is sprake van een verschil in lithogenetische opbouw van het plangebied. Het gebied ten westen van de Ringdijk (het spruitenveld) heeft namelijk onder sterke invloed gestaan van de Bernisse. In de boringen is namelijk een sterk zandig kleipakket aanwezig, dat geologisch tot de Afzettingen van Duinkerke-III wordt gerekend. Binnen het kleipakket zijn veel schelpresten aanwezig en is sprake van een sterke gelaagdheid. Aan de basis zijn in boring 223 brokken veen aanwezig, die het gevolg zijn van de erosieve ontstaanswijze van het pakket. Het veen, dat eronder gelegen is, is namelijk ten dele door erosie verdwenen. Wel is in het veen nog een kleilaag bewaard gebleven, die is afgezet tijdens een oudere transgressiefase. Deze bevindt zich op een diepte van circa 204 cm –Mv (3,04 m -NAP) en betreft een zwak tot matig humeuze klei. Op grond van de informatie uit het eerder uitgevoerde booronderzoek betreffen het vermoedelijk afzettingen die toe te schrijven zijn aan de Duinkerke-0 transgressie. Aan de basis van de boringen is wederom klei aanwezig, hetgeen vermoedelijk getijdeafzettingen zijn die onder invloed van de Calais-transgressies zijn afgezet. Er zijn in de top van deze slappe, sterk siltige klei geen sporen van bodemvorming of rijping aangetroffen.
36
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Aan de oostzijde van de dijk is voor wat betreft boring 225 eveneens sprake van eenzelfde opbouw als ten westen van de Ringdijk. In boringen 10 en 224 valt echter op dat het kleidek dat op het veen ligt siltiger is en dat er weinig sprake is van erosie van het veen. In beide boringen is namelijk aan de basis van het kleidek een veraarde veenlaag aanwezig. Onder deze veraarde veenlaag zijn evenals ten westen van de Ringdijk oudere getijdeafzettingen aanwezig, die respectievelijk toe te schrijven zijn aan de Afzettingen van Duinkerke-0 en die van Calais. Polder Zuidland De boringen in Polder Zuidland laten op het grootste deel van het traject binnen 3,0 m –Mv een eenduidige opeenvolging zien van siltig zand en matig tot sterk zandige klei zien. Dit is in overeenstemming met de eerder verkregen resultaten op de kavels aan weerszijden van het onderzochte tracédeel (boringen 43 tot en met 65). In het sediment zijn verslagen plantenresten aanwezig, soms in de vorm van een relatief dik pakket detritus (boring 47). Ook zijn schelpresten aanwezig. De hoge mate van zandigheid doet sterke stroomsnelheden vermoeden, waaronder het pakket tot afzetting is gekomen. De afzettingen behoren naar alle waarschijnlijkheid tot de Afzettingen van Duinkerke-III. Op een paar plekken is aan de basis van het zandige pakket, op een diepte van circa 290 cm –Mv, sterk verteerd veen aangetroffen behorende tot het Hollandveen. De erosieve contactgrens tussen beide pakketten doet vermoeden dat een deel van het veen tijdens het ontstaan van de erboven gelegen zandige pakket verdwenen is. Alleen in het noordelijk deel, ter plekke van boringen 66 tot en met 71, wijkt het bovenstaande beeld enigszins af. Daar is het zandig dek significant dunner en zijn eronder humeuze zandige klei en veen aanwezig. De humeuze klei betreft vermoedelijk oudere getijdeafzettingen, die toe te schrijven zijn aan de Duinkerke-I transgressie. Deze interpretatie is gebaseerd op de interpretaties van de boringen die reeds eerder in het kader van dit onderzoek zijn verricht. Het kleipakket bevindt zich op een diepte tussen circa 150 en 200 cm –Mv (2,3 – 2,8 m –NAP). De top van het pakket is als gevolg van erosie verdwenen. De basis ervan ligt erosief op het veen, wat door de vorming van dit pakket ook is aangetast.
14.4
ARCHEOLOGISCHE INDICATOREN
Er zijn tijdens onderhavige veldcampagne geen archeologische indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats in deze tracédelen. Wel is in polder Geervliet op twee plekken veraard veen aangetroffen, wat wijst op een vroegere ontwatering van het gebied. Er zijn op die plekken geen aanvullende aanwijzingen, indicatoren of cultuurlagen aangetroffen, die op bewoningssporen wijzen.
14.5
DEFINIËRING VAN HET ARCHEOLOGISCH RISICO IN HET PLANGEBIED
In beide polders is hoofdzakelijk sprake van een erosieve contactgrens tussen het veen en de erboven gelegen afzettingen. Laatmiddeleeuwse overstromingen zijn van grote invloed geweest op de mate van intactheid van het oude oorspronkelijke landschap. Ook ontbreken archeologische indicatoren of afwijkende bodemkenmerken, op basis waarvan een zone als archeologisch “verdacht” bestempeld zou kunnen worden. Om die reden zijn geen risicozones aangewezen. Wel is op twee plaatsen in polder Geervliet de top van het veen veraard en relatief intact gebleven. Daar zijn echter geen verdere aanwijzingen voor archeologische resten aanwezig.
14.6
CONCLUSIE EN ADVIES
Tijdens het veldonderzoek is vastgesteld dat het klei-veenlandschap, waarin de onderzochte tracédelen liggen, is aangetast door erosie. Ook ontbreken aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
37
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Op grond daarvan is er geen aanleiding te veronderstellen dat zich in die onderzochte delen archeologische waarden in de bodem bevinden. Op grond daarvan zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
38
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
15
Addendum 2: aanvullend onderzoek voor alternatief 3
15.1
INLEIDING
In juli 2013 heeft een archeologisch verkennend en karterend booronderzoek plaatsgevonden in het kader van de geplande aanleg van een 150 kV elektriciteitskabel van Tennet. Het tracé loopt door de polders Geervliet en Middelharnis. Een aantal percelen waarvoor in juli 2013 geen betredingstoestemming bestond, zijn in oktober 2013 alsnog onderzocht (zie het eerste addendum op de rapportage van het onderzoek). Delen waar gestuurde boringen zijn voorzien vallen buiten de scope van het booronderzoek. Zo is er een gestuurde boring onder de Bernisse voorzien. De intrede-/uittredepunten liggen aan de Ringdijk bij Hoenderhoek en bij de Bieshoek in Abbenbroek. Vanwege een wijziging in betredingstoestemming kan het intrede-/uittredepunt aan de Ringdijk bij Hoenderhoek naar het zuidoosten worden verplaatst, namelijk iets westelijk van de kruising van de Ringdijk met de Konijnendijk. De 150 kV elektriciteitskabel zal hiertoe aan de oostzijde, parallel aan de Ringdijk worden ingegraven en vervolgens vanaf het kruispunt met de Konijnendijk richting de Oud Hoenderhoekse Dijk afbuigen. Op tweederde van de hier gelegen akker komt het nieuwe intrede-/uittredepunt te liggen. Het archeologisch verkennend en karterend booronderzoek in deze zone is alsnog in februari 2013 uitgevoerd (zie bijlage 7). Op de uitvoering van het veldonderzoek is dezelfde onderzoeksmethodiek en werkwijze van toepassing, zoals beschreven in hoofdstuk 7. In dit addendum worden de resultaten van deze boringen besproken.
15.2
VELDWAARNEMINGEN
Polder Geervliet (de Ringdijk) Het te onderzoeken deel van het tracé ligt aan de oostzijde van de Ringdijk. Deze bestaat voornamelijk uit weilanden en akkers (zie Figuur 9 en Figuur 10). In het plangebied waren geen lokale reliëfverschillen aan het maaiveld te zien.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
39
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Figuur 9: Polder Geervliet (zone parallel aan de Ringdijk) ter hoogte van boringen 1 t/m 20
Figuur 10: Polder Geervliet. Zone langs de Ringdijk ter hoogte van boringen 30 t/m 37
Polder Oud-Hoenderhoek Het te onderzoeken deel van het tracé in polder Oud-Hoenderhoek betreft een braakliggende akker. De toestand van deze akker ten tijde van de uitvoering van het booronderzoek is vergelijkbaar met de situatie in Figuur 10. In het plangebied waren geen lokale reliëfverschillen aan het maaiveld te zien.
15.3
LITHOLOGISCHE OPBOUW
In hoofdstuk 8, dat de lithologische resultaten behandelt van de reeds eerder onderzochte gebieden is een onderscheid gemaakt in een zestal profieltypen. Deze onderverdeling is hier eveneens toegepast. De boorbeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 8.
40
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Het onderzochte gebied ligt aan weerszijden van de Ringdijk, binnen de invloedssfeer van de Bernisse. Deze invloedssfeer vertaalt zich in een sterk zandig kleipakket, dat geologisch tot de Afzettingen van Duinkerke-III wordt gerekend. Binnen het kleipakket is sprake van een sterke gelaagdheid, waarbij zandige kleilagen en siltige zandlagen elkaar afwisselen. Richting de Bernisse neemt deze gelaagdheid, alsook de dikte van het pakket toe, wat goed in boringen 46 tot en met 50 is te zien. Hier neemt ook het aantal boringen met schelpgruis in dit pakket toe. De top van het ondergelegen Hollandveen is deels door erosie verdwenen. In en onder het veen komen kleilagen voor, die oudere transgressiefasen vertegenwoordigen. Welke deze precies zijn, is niet altijd even duidelijk. Het betreft grijze tot blauwgrijze, soms zwak tot matig humeuze klei. Op grond van de informatie uit het eerder uitgevoerde booronderzoek betreffen het afzettingen die vermoedelijk zijn toe te schrijven aan de Duinkerke-I, Duinkerke-0 en oudere Calais-transgressiefasen. Deze oudere Calaisklei, die overwegend diep blauwgrijs van kleur is, ligt veelal aan de basis van de boringen. In de Polder Oud-Hoenderhoek, tussen de Ringdijk en de Bernisse, ligt erosief op het Hollandveen een sterk siltig c.q. zandig kleipakket, dat waarschijnlijk is toe te schrijven aan de Duinkerke-1 transgressiefase. In boringen 44 t/m 47 is de top van deze klei gerijpt en bestaat deze uit een grijsbruine venige bodem. Hier is dus sprake van een oeverwal. Er zijn in dit traject geen cultuur-/nederzettingslagen, houtskool of andersoortige archeologische indicatoren in herkend. De klei van de oeverwal is stevig. Naar de flanken toe wordt de klei slapper en is sprake van inschakelingen van venige kleilaagjes (oostzijde; komzone). Aan de oostzijde van de Ringdijk is de situatie vergelijkbaar met die in de Polder Oud-Hoenderhoek. Hier ligt aan de basis van het veenpakket, op een diepte van circa 3,0 m –Mv (ca. 4,0 m –NAP), Calaisklei. Op het Hollandveen liggen vervolgens weer Duinkerke 1 en Duinkerke 3 afzettingen. Ter hoogte van boring 3 lijkt sprake te zijn van een Duinkerke-1 restgeul. De top hiervan ligt op 149 cm –Mv. De Duinkerke-1 afzettingen bestaan hier uit een gelaagd pakket van sterk humeuze klei met venige bandjes. De Duinkerke-3 afzettingen aan de oostzijde van de Ringdijk zijn sterk gelaagd en sterk zandig. In deze afzettingen zijn schelpfragmenten en ook verslagen hout waargenomen (bijv. boring 8). Het heeft er alle schijn van dat hier in beddingafzettingen van een getijdengeul is geboord. Gerijpte oeverwallen en veraarde veentrajecten zijn hier niet waargenomen.
15.4
ARCHEOLOGISCHE INDICATOREN
Er zijn tijdens onderhavige veldcampagne geen archeologische indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats. Wel is ter hoogte van boringen 44 t/m 47 sprake van een oeverwal van waarschijnlijk Duinkerke-1 afzettingen. De top van deze oeverwal is gerijpt.
15.5
DEFINIËRING VAN HET ARCHEOLOGISCH RISICO IN HET PLANGEBIED
In het onderzoeksgebied is hoofdzakelijk sprake van een erosieve contactgrens tussen het veen en de erboven gelegen afzettingen. Laatmiddeleeuwse overstromingen zijn van grote invloed geweest op de mate van intactheid van het oude oorspronkelijke landschap. Archeologische indicatoren ontbreken. In boringen 44 t/m 47 is echter een mogelijke Duinkerke-1 oeverwal waargenomen, waarvan de top gerijpt is en bodemvorming laat zien. De top van deze oeverwal ligt op een diepte vanaf circa 1,0 m –Mv. Hoewel in de oeverwal geen cultuur- c.q. nederzettingslagen, houtskool of andersoortige archeologische indicatoren zijn waargenomen, wordt geadviseerd om deze zone te lagen begeleiden. De reden voor dit advies is, dat deze zone in de Late-IJzertijd en in de Romeinse Tijd geschikt was voor bewoning en dat dergelijke nederzettingen met booronderzoek lastig zijn op te sporen.
077585356:A - Definitief
ARCADIS
41
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
15.6
CONCLUSIE EN ADVIES
Het verkennend en karterend booronderzoek heeft uitgewezen dat in de zone van boringen 44 t/m 47 sprake is van een Duinkerke-1 oeverwal. De top hiervan ligt op een diepte vanaf circa 1,0 m –Mv. In de top van de oeverwal is sprake van bodemvorming. Hoewel er geen archeologische indicatoren in zijn aangetroffen, blijft hier een kans bestaan op archeologische waarden die uit de IJzertijd-Romeinse tijd dateren.
42
ARCADIS
077585356:A - Definitief
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Bijlage 1
077585356:A - Definitief
Boorpuntenkaarten
ARCADIS
43
Geervliet-Middelharnis, 150 kV kabeltracé.
Bijlage 2
44
ARCADIS
Boorstaten
077585356:A - Definitief
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet-Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
78.533 430.596 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
0,9 -
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
1
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 30 Kz1 h3 - wo drgr scherp ST 50 Kz1 - blgr scherp ST 70 Ks3 h1 - - drblgr scherp MST 122 Vk3 - drbr scherp MST 132 Ks4 - blgr erosief MST 195 Vkm 2 - ri zwbr diffuus MST 245 Vkm 1 - ri zwbr geleidelijk MST 300 Ks3 - ri blgr EB MSL
M50 -
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.006 424.759 0,1 m NAP
o/r or or or or r r r r
Ca 3 3 1 1 3 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 1 2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 HV DK1 HV HV CA
Bijzonderheden omg veenbrok op overgang Romeins veen? slakjes zw vl. hum vl. zegge, riet -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
0,9 -
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
2
tarwe -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 45 Kz3 h2 - wo 300 Zs3 - ri
Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M Lith. dbrgr scherp ZST o 3 1 X X brgr EB MST 105-150 or 3 2 - BHC - DK3
Bijzonderheden omg detrituslagen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.688 427.315 -0,4 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
1,2 -
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
3
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 30 Kz3 h3 - wo dbrgr scherp MST 50 Kz3 h2 - wo brgr gel MST 70 Kz1 h2 - libr scherp MST 136 Kz2 - gr scherp MST 165 Kz3 h1 - blgr scherp MST 177 V/Z - - dbr/gr gel MST 220 Zs2 - - zw/gr sch/eros MST 231 Vk1 2 - dbr MST 105-150 300 Kz1 h2 - plr br -
o/r o or or or r r r r r
Ca 3 3 3 3 3 3 3 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.203 425.828 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 2 X 2 X 2 X 2 GW C 1 1 1 1 1 -
Lith. X X X DK3 DK3 DK3 DK3 HV CA
Bijzonderheden omg omg, opg omg detr.gel. niet gel. Detr. gelaagd
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
4
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - - drbrgr ST 70 Ks3 - brgr scherp MST 134 Kz1 - gr erosief MST 145 Kz2 h1 - brgr geleidelijk MST 163 Ks4 h2 - zwgr geleidelijk MST 175 Vk3 - ri drbrgr geleidelijk MSL 200 Vkm - ri dbr scherp MSL 224 Vk1 - ri drbrgr scherp MSL 300 Vkm - ri dbr EB MSL
M50 -
o/r o or or or r r r r r
Ca 3 1 3 1 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2 GW 2 2 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 HV HV DK0 HV
Bijzonderheden bakst, sch hk vl hk vl vermoedelijk DK-0 -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.679 426.729 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
5
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 60 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ST 100 Ks3 - gr scherp MST 136 Kz1 h2 - - drgrbr geleidelijk MSL 200 Kz2 - plr drgrbr geleidelijk MSL 300 Vkm 2 - drbr EB SL
M50 -
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.783 425.641 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 GW 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omg, ingedroogd knipklei sch fr klappklei
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
6
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 15 Kz2 h3 1 wo grbr diffuus MST 64 Kz2 h1 - brgr geleidelijk MST 97 Ks3 - gr geleidelijk MST 102 Ks3 h1 - brgr scherp MST 153 Kz2 h1 - drgr scherp MST 193 Kz3/Zs2 h1 - - brdrgr scherp SL 300 Vm 2 - robr EB MST
M50 -
o/r o o/r o/r r o/r r r
Ca 2 2 1-2 1 3 3 1
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 3 1 1-2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden roestvlekken roestvlekken roestvlekken gelaagd, humeus els
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.908 427.082 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
7
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r Ca 55 Kz3 h2 - - drbrgr scherp ST o 3 90 Ks3 h2 - drgr geleidelijk MST or 3 103 Kz2 h2 - zwbr scherp MST r 2 143 Kz3 h1 - ri drgr geleidelijk MST r 3 220 Zs2 - drgr scherp MST 105-150 r 3 231 Ks3 h1 - drgr scherp MST r 3 310 Vkm 3 - zwbr EB EB r 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
76.601 428.241 -0,4 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 GW 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omg veenbrokken -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
8
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 25 Kz2 h3 - wo drbrgr scherp MST 45 Kz2 h3 - wo brgr scherp MST 80 Zs2 - libr scherp MST 105-150 or 149 Kz3 - librgr geleidelijk MST or 180 Kz3 z1 gr geleidelijk MST r 245 Kz2 z1 drgr geleidelijk MST r 251 Kz1 h2 - zwgr geleidelijk MST r 300 Kz2 - gr EB MST r
Ca 3 3 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 1 X 1 GW 2 1 1 1 1 -
Lith. X X DK3 DK3 DK3 DK1 DK1 DK1
Bijzonderheden omg zandbrokken, omg zandlagen zandlagen op 198 kiezel laklaag, bodem zandlagen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.970 425.764 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
11
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r Ca 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ST o 3 151 Zs3 - - grdrbr erosief ST 105-150 or 3 177 Ks4 h1 - ri drgr scherp MST r 3 206 Kz3 h1 - drbr erosief MST r 3 221 Vk3 3 - hr drbr geleidelijk MSL r 1 230 Vk3 1 - ri grbr geleidelijk MSL r 1 300 Vkm 1 - hr drbr EB MSL r 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.017 424.776 0,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV HV HV
Bijzonderheden omg veenbrokken zandlaagjes rood hout, els -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
1,0 -
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
12
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ZST 75 Kz1 - brgr geleidelijk MST 192 Zs2 - - blgr/gr scherp MSL 105-150 205 Kz3 h1 - brgr scherp MSL 300 Zs2 h1/- - - blgr/br EB MSL -
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 GW 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg verslagen plr detrituslaagjes
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.028 424.792 - m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
1,0 -
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
13
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz2 h3 - 188 Kz3 - 231 Zs3 - 300 Zs3 - -
Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r Ca Fe GW Hor M grbr diffuus MST o 2 1 X ligr scherp MST or 3 2-3 GW BHC grbr geleidelijk MST 105-150 r 3 1 ligr EB MST 105-150 r 3 1 -
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs.A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.039 242.809 0,0 m NAP
Lith. X DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg roestvl zwarte laagjes detritus beddingafzetting
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
0,9 -
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
14
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 30 Kz2 h3 - wo 169 Kz2-3 - 300 Zs3 - -
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MST ligr geleidelijk MST blgr EB MST
M50 -
o/r o or r
Ca 2 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2-3 - BHC - DK3 1 - DK3
Bijzonderheden roestvl aan basis humeus
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.050 424.826 -0,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
15
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 35 Kz2 h3 - 152 Kz3 - 159 Kz2 h1 - 169 Kz3 h1 - 300 Zs3 - -
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MST ligr scherp MST brgr scherp MSL ligr geleidelijk MST blgr EB MST
M50 -
o/r o or or or r
Ca 2 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.062 424.843 -0,3 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2 2 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden roestvl roestvl roestvl, sterk ge gelamineerd
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
16
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ZST 85 Kz3 h2 - brgr scherp ST 168 Zs2 - gegr scherp MST 182 Kz1 h1 - zwgr scherp MSL 189 Kz2 h2 - - drbrgr scherp MSL 295 Kz3 h1 - brgr EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r
Ca 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 1 X 2 C 1 1 C 1 -
Lith. X X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden vlekkerig, sch venig, detritus zandlaagjes, blgr, sch
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.073 424.859 -0,3 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
17
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ZST o 85 Zs2 - ligegr scherp MST 105-150 or 129 Ks3 h1 - drgr scherp MST or 170 K|Z h1 - - br-blgr geleidelijk MST or 296 Zs3 - blgr geleidelijk MST 105-150 r 300 Vk3 - - br-blgr EB MSL r
Ca 3 3 3 3 3 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.084 424.876 -0,3 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - BHC - DK3 2 - DK3 2 - DK1-3 1 - DK1-3 1 - HV
Bijzonderheden omg, slootbagger, bakst zandvl. sch fr, veenbandje mariene sch -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
18
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 60 Kz3 h3 - - drbrgr ZST 95 Kz3 h2 - - grbr/gr MST 182 Zs2 - ligr MST 206 Zs3 - drgr MST 300 Kz3 h1 - brgr MST
M50 -
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 1 GW X 2 1 1 -
Lith. X X DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg, slootbagger, bakst veel bakst. sch veenbrokken, zandlaagjes
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.095 424.893 -0,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
19
tarwe -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 80 Kz3 h2 - - drbrgr scherp MST 102 Kz3 h2 - grbr scherp MST 178 Zs2 - ligr geleidelijk MST 201 Zs3 - drgr geleidelijk MST 300 Kz3 h1 - plr brgr EB MSL
M50 -
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.106 424.909 -0,3 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 1 X 2 1 1 -
Lith. X X DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden vlek bakst fr sch fr drgr zandlaagjes
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
20
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 60 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ZST o 70 Kz2 - brgr scherp MST o 132 Zs2 - gr erosief MST 105-150 or 147 Ks3 h1 - - drbrgr geleidelijk MSL or 161 Kz1 h2 - - drgrbr geleidelijk MSL or 231 Kz3 h1 - - drgrbr geleidelijk MSL or 300 Zs2 - blgr EB MSL 105-150 r
Ca 3 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 1 X X 2 - BHC - DK3 2 - DK1-3 2 - DK1-3 2 - DK1-3 1 - DK1-3
Bijzonderheden omg omg sch fr zandband kleiband
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.117 424.926 -0,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
21
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] 60 121 143 157 183 300
Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. Kz1 h3 - grbr diffuus MST Kz2-3 - ligr geleidelijk MST Ks3/Kz2 - ligr scherp MSL Kz3-4 h1 - - blgr/br scherp MSL Ks3 h3 - brgr scherp MSL Vkm 2 - ri br EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r
Ca 2 3 3 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.128 424.942 -0,2 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 3 GW BHC 2 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omg roestvl roestvl -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
22
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 147 Kz2/Ks3 - 162 Zs2 - 250 Kz2 - 300 Zs3 - -
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MSL ligr geleidelijk MSL grbr scherp MSL ligr geleidelijk MSL blgr EB SL/MSL
M50 -
o/r o or or r r
Ca 2 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg kleiinschakelingen detrituslaagjes geleidelijk sch fr
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.139 424.959 -0,3 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
23
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h2 - grbr dif MST 78 Kz3 - ligr scherp MST 116 Kz1 h1 - gr scherp MST 141 Kz2 - ligr gel MSL 157 Zs3|K h2 - ligrbr scherp MSL 261 Zs3 h2 - - blgr-br gel MSL 300 Zs3 - blgr EB MSL
M50 -
o/r o or or or r r r
Ca 2 3 3 3 2 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.150 424.975 -0,2 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 3 2 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden roestvl roestvl weinig roestvl roestvl, laminatie roestvl, laminatie niet gelamineerd
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
24
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ZST 70 Kz2 h1 - br/gr scherp MST 90 Zs2 - gegr scherp MST 124 Ks4 h1 - drgr scherp MST 147 Kz3 - zwgr scherp MST 170 Kz3 h3 - - zw-drbrgr scherp MST 243 Zs3 - blgr scherp MST 300 Kz2 h2 - br EB MSL
M50 -
o/r o o or or or or r r
Ca 3 3 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 X X 2 - DK3 1 - DK1-3 2 - DK1-3 2 - DK1-3 1 - DK1-3 1 - DK1-3
Bijzonderheden slakjes, omg zandlensjes venig met zl versl plr, zandlaagjes veel plr, zandlaagjes
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.161 424.992 -0,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
25
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 40 Kz1 h2 - grbr diffuus MSL 79 Zs3 - ligr scherp MSL 112 Ks3 - gr scherp MSL 139 Kz1-2 - gr scherp MSL 300 Zs3 h3 - - blgr/br EB MSL 105-150
o/r o or or or r
Ca 2 3 1 1 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.173 425.009 -0,2 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X - BV 3 - BHC - DK3 2-3 - DK1-3 2 - DK1-3 1 - DK1-3
Bijzonderheden roestvlekken, fe-c -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
26
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp MST 120 Zs2 - gegr scherp MST 105-150 or 145 Kz2 - gr scherp MST or 170 Kz2 h1 - drgr scherp MST r 185 Kz3 h2 - plr bl scherp MST r 300 Kz3 - drgr EB MST r
Ca 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 3 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden versl plr zand sch
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs.A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.183 425.025 -0,1 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
27
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] 40 88 95 174 300
Textuur Org VAM Gr plr Kz1 h2 - Kz2-3 - Zs2/Ks2 h1 - Zs2-3 - Zs3/Ks2 - -
Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r Ca brgr diffuus MSL o 2 ligr scherp MSL o/r 3 gr scherp MSL 105-150 o/r 2 ligr scherp MSL 105-150 o/r 2 blgr EB MSL 105-150 r 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.194 425.042 -0,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 GW BHC 2-3 2 3 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg gelaagd laminatie
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
28
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 70 Kz2 h3 - wo dbrgr scherp ZST 85 Zs2 - gr scherp ST 105-150 or 97 Kz2 h1 - brgr scherp MST or 143 Zs2 - gr scherp MST 105-150 or 204 V|Z - - bl/drgr scherp MST r 300 Kz3 h1 - - drbrgr EB MSL r
Ca 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden veel sch gelaagd, detritus veel zl, sch fr
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.205 425.059 0,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
29
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 70 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ZST 90 Kz3 h1 - grbr scherp ST 158 Zs2 - gr scherp MST 105-150 200 V|Z - - bl/drbr scherp MST 300 Zs3 - - bl/drbr EB MST 105-150
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.217 425.075 -0,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 2 2 1 1 -
Lith. X X DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg sch fr, omg sch fr, gelamineerd veenbrokken
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
30
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 30 Kz1 h2 - brgr diffuus MST 124 Kz3 - ligr scherp MST 144 Kz2 h1 - ligr geleidelijk MSL 165 Zs2-3 - - ligr/brgr geleidelijk MSL 105-150 300 Zs3/K - - ligr/br EB MSL 105-150
o/r o or or or r
Ca 2 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 3 C 3 C 2 C 1 C -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg roestvl, hum lagen roestvl, hum lagen gelaagd, 0,5 cm dikte -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.228 425.092 0,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
31
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - wo dbrgr scherp ZST 85 Zs2 - gegr scherp ST 95 Kz3 - - gegr/br scherp MST 163 Zs2 - gegr scherp MST 300 Zs3 - drgr scherp MST
M50 -
o/r o or or or r
Ca 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.239 425.108 0,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 2 2 2 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden kleib. wo langs ijzer
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
32
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ST 70 Kz3 - drgr scherp MST 148 Zs2 - gegr geleidelijk MSL 105-150 200 Zs3 - bl geleidelijk MSL 105-150 300 Zs3 - blgr EB MSL 105-150
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg geul veenbr, sch veenlagen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.250 425.125 0,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
33
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 45 Kz1-2 h2 - brgr diffuus MST o 86 Zs3 - ligr scherp SL 105-150 or 146 Ks3 h1 - gr scherp MSL or 165 Zs2/Ks2 - - ligr-grbr scherp MSL or 300 Zs3 - blgr EB MSL r
Ca 3 3 1 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.261 425.142 -0,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2-3 2 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg roestvl 0,5 cm gelaagdheid gelaagd
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
34
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 60 Kz3 h3 - wo 80 Zs2 - 194 Kz2 - 300 Kz3 - -
Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r drgr scherp ST o gegr scherp MST 105-150 or brgr scherp MSL or blgr EB MSL r
Ca 3 3 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 GW DK3 - BHC 2 - DK3 3 - DK3 -
Bijzonderheden omg sch fr veenlagen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.272 425.158 -0,1 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
35
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ZST o 70 Kz3 - gegr gel ST or 80 Zs2 - gegr scherp ST 105-150 or 95 Kz2 h1 - br/gr scherp MST or 139 Zs2 - gr scherp MST 105-150 or 160 V/Z - ge/br scherp MST o 300 V/Z - - blgr/br EB MST r
Ca 3 3 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.284 425.175 0,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 2 2 3 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg 1 dikke detr.l.
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
36
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 60 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ZST o 90 Zs2 - gegr scherp MST 105-150 or 95 Kz2 - gr scherp SL or 152 Zs3 - gr scherp SL 105-150 or 214 Kz3 h1 - - drgr/gr scherp MSL r 300 Zs3 - drgr EB SL r
Ca 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2 90 BHC 2 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden zandlens enkele veenbanden
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.296 425.190 0,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
37
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1-2 h2 - 87 Zs3 - 111 Ks3 h1 - 147 Kz3 h2 - 300 Zs3/Kz1 h3 - -
Kleur Laaggrens Consist. brgr diffuus MST ligr scherp MST gr scherp MSL ligr scherp MSL gr-br EB MSL
M50 -
o/r o or or or r
Ca 3 3 1 1 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.309 425.205 -0,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 2-3 2 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg roestvl gelaagd, humeus
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
38
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r Ca 60 Kz2 h3 - - drgr/gr scherp MST r 3 90 Zs2 h3 - gegr scherp MST r 3 112 Kz1 h3 - drgr scherp MST r 3 128 Zs2 h3 - gr scherp MST 105-150 r 3 202 Zs2 h1/- g1 - zwgr/gr scherp MST r 3 231 Kz3 h2 - - drbrgr scherp MST r 3 300 Kz2 h1/- - drgr EB MST r 3
Fe GW Hor M 1 2 2 2 2 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK1 DK1 DK1
Bijzonderheden omg zw vl, grindje, gevlekt wad schelpfragm.
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.322 425.221 -0,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
39
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 70 Ks3 h3 - wo drbrgr scherp ZST o 118 Zs2 - wo brgr scherp MST 105-150 or 126 Kz1 - drgr scherp MST or 149 Zs3 - gr scherp MST or 233 Kz3 h1 - plr drgr scherp MST r 241 Kz1 h2 - grbr scherp MSL r 300 Kz2 - - brgr/blgr EB MSL r
Ca 3 3 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.335 425.236 -0,2 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 GW - DK3 2 - DK3 1 - DK3 1 - DK1-3 1 - DK1-3 1 - DK1-3
Bijzonderheden omg z.laagjes sch z.laagjes
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
40
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 70 Ks2 h3 - - drbrgr scherp ZST 85 Zs2 - ligr scherp ST 102 Kz1 - gr scherp MST 153 Zs3 - gr scherp MST 204 K|Z h2 - - drbrgr scherp MST 300 Zs2 - gr EB MST
M50 -
o/r o or or or r r
Ca 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 2 2 2 2 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg wad sch fr veenbrokken, kokkels
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.348 425.251 -0,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
41
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] 40 88 120 131 150 164 300
Textuur Org VAM Gr plr Kleur Kz2 h3 - brgr Zs3 - ligr Ks3 - ligr Kz2 - ligr Kz2/Zs4 h1 - gr Zs3/Kz3 h3 - - li/drgr Zs3/Kz2 h3 - - li/drgr
Laaggrens Consist. diffuus ST geleidelijk MST geleidelijk MSL scherp MSL geleidelijk MSL geleidelijk MSL EB SL
M50 -
o/r o or or or r r r
Ca 2 3 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.361 425.266 -0,2 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 2 GW 3 1 1 1 -
Lith. BV DK3 DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg sterk geband, bruine klei gelaagd
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
42
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 65 Kz3 h2 - wo dbrgr scherp ZST o 95 Zs2 - gegr scherp ST 105-150 or 114 Kz1 - gr scherp MST or 154 Zs2 - gr scherp MST 150-210 or 241 Z/V - - bl/drbr geleidelijk MST r 300 Zs3 - drgr EB MSL 105-150 r
Ca 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK3 DK3
Bijzonderheden omg, bakst spi. sch fr sch fr, sterk gelam detritus veenbandjes
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.783 425.641 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
72
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp MST o 80 Kz2 - brgr scherp MST or 117 Zs3/Kz3 - ligr erosief MST 105-150 or 181 Ks3 h1-2 - ri drgr scherp MST or 192 Kz3 h2 - brgr erosief MST r 202 Vkm 3 - br diffuus MST r 237 Vk3 1 - ri drbrgr diffuus MSL r 244 Vk3 - br diffuus MSL r 300 Vkm 1 - hr br EB MSL r
Ca 3 3 3 3 3 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.801 425.641 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 3 2 1 1 1 1 1 -
Lith. DK3 DK3 DK3 DK1 DK1 HV CA CA HV
Bijzonderheden riet mogelijk DK0 mogelijk DK0 -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
73
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 45 Kz3 h3 - - drbrgr scherp MST 133 Kz1 - librgr gel MST 151 Kz3 - brgr scherp MST 188 Kz3 h1 - - drblgr scherp MST 200 Kz2 h2 - br scherp MST 300 Kz3 h2 - br EB MSL
M50 -
o/r o or or or r r
Ca 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - BHC - DK3 1 - DK3 2 - DK1-3 1 - DK1-3 1 - DK1-3
Bijzonderheden omg, slootbagger, bakst sch fr sch gr kl sch fr
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.820 425.636 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
74
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 108 Kz2-3 - 121 Kz3 h3 - 153 Ks3 h3 - 300 Zs3/K h1 - -
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MST lgr scherp MST brgr scherp MSL drgr scherp MST blgr EB MSL
M50 -
o/r o or or or r
Ca 2 3 2 1 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.841 425.633 -0,7 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 2 2 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1
Bijzonderheden aan basis.klei.gel. gelaagd roestvl gelaagd zand, detritus
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
75
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 60 Ks4 h3 - dbrgr scherp MST 70 Kz1 - librgr geleidelijk MST 137 Ks3 - gr geleidelijk MST 154 Kz2 h1 - - gr/brgr scherp MST 300 Zs3 h1 - drgr EB MST 105-150
o/r o or or or r
Ca 3 3 1 3 3
Fe GW Hor M X 2 - BHC 3 GW 2 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1
Bijzonderheden omg sch fr op w. z.klei.l. geul, kokkels, versl ho
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.856 425.631 -0,6 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
76
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 40 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ST 90 Kz2 - brgr scherp MST 133 Kz3/Z - librgr erosief MST 200 Zs2 - dblgr scherp MSL 300 Zs2 - dblgr EB MSL 105-150
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.866 425.642 -0,6 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - BHC - DK3 2 - DK3 1 - DK1|3 1 - DK1|3
Bijzonderheden omg sch veenbrok, sch geband, veenbr, sch
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
77
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp MST 80 Kz2 - brgr scherp MST 200 Zs3/K - blgr scherp SL 300 Zs3/K - - drblgr EB SL
M50 -
o/r -
Ca 3 3 3 3
Fe GW Hor M Lith. 2 X X 2 - BHC - DK3 1 - DK3 1 - DK1|3
Bijzonderheden omg, slootslib, bakst kleiband, sch detrituslagen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.841 425.657 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
78
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ST 70 Kz1 - brgr scherp MST 159 Kz4 - librgr scherp MST 300 Kz3/Zs1 h1 - - drblgr EB MST 105-150
o/r o or or r
Ca 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs.A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.892 425.672 -0,7 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - DK3 2 GW - DK3 1 - DK1|3
Bijzonderheden omg sch fr sch fr
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
79
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 107 Kz2 - 169 Kz4 - 300 Zs3 h1 - -
Kleur Laaggrens Consist. M50 grbr diffuus MST ligr geleidelijk MST ligr scherp MST blgr EB MST 105-150
o/r o or or r
Ca 2 3 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 3 C - DK3 3 GW C - DK3 1 C - DK1|3
Bijzonderheden roestvl roestvl gelaagd, sch fr
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.905 425.688 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
80
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp MST o 70 Zs3 - wo brgr scherp MST 105-150 or 212 Zs3 - plr gr geleidelijk MST 105-150 or 300 Kz2 h1 - drgr EB MST r
Ca 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.918 425.703 -0,7 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - BHC - DK3 2 GW - DK3 1 - DK1|3
Bijzonderheden omg zandlaagjes
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
81
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz2 h3 - 121 Kz2-3 - 140 Kz2 h2 - 300 Kz2 h2 - -
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MST ligr geleidelijk MST zwgr geleidelijk MSL brdgr EB SL
M50 -
o/r o or or r
Ca 2 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2-3 1 -
Lith. BV DK3 DK1 DK1
Bijzonderheden sterk gelaagd, zandig bodem, riet gelaagd, geul/oever
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.931 425.718 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
82
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 40 Ks4 h3 - wo drbrgr scherp MST 60 Kz1 - plr brgr scherp MST 123 Kz2 - gr scherp MST 150 Kz3 - drgr scherp MST 300 Zs3 - drgr EB MST 105-150
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.944 425.733 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 X X 2 GW BHC - DK3 1 - DK1|3 1 - DK1|3
Bijzonderheden omg sch, omg kleilaag veenbr, detr band bedding
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
83
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur 40 Kz2 h3 - grbr 129 Kz2-3 - ligr 143 Kz1 h1 - brgr 152 Ks3 h2 - grbr 300 Kz2 h1 - - brdrgr
Laaggrens Consist. diffuus MST geleidelijk MST geleidelijk MST geleidelijk MSL EB SL
M50 -
o/r o or or r r
Ca 2 3 2 2 3
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2-3 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1
Bijzonderheden roestvl roestvl humeus, bodem? gelaagd, versleurd pakket
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
74.957 425.749 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
84
uienveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 60 Kz3 h3 - - drbrgr ST 142 Zs3 - gr MST 163 Kz3 h2 - ri drgr MSL 269 Ks4 h2 - ri drgr MSL 300 Vkm - drbr MSL
M50 -
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.036 425.843 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 HV
Bijzonderheden omg zandlagen -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
85
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Ks3 h3 - wo drbrgr scherp MST 70 Ks3 h1 - brgr scherp ST 129 Kz2 - gr erosief MST 155 Ks4 h2 - ri drgr scherp MSL 167 Vk3 2 - ri drbrgr scherp MSL 200 Vkm 1 - ri drbrgr MSL 220 Vk3 1 - ri brgr scherp MSL 300 Vkm 2 - ho robr EB MSL
M50 -
o/r -
Ca 3 3 3 3 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 HV HV CA HV
Bijzonderheden omg sch mogelijk Duinkerke-0 -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.049 425.858 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
86
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h3 - wo grbr diffuus MST 84 Kz3 - ligr geleidelijk MST 139 Ks3 - ligr geleidelijk MST 159 Ks3 h2 - - brdrgr geleidelijk MSL 171 Vkm - ri drbr scherp SL 181 Vk3 - ri brgr geleidelijk SL 300 Vkm - ho br EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 2 3 1 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.062 425.874 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2-3 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV CA HV
Bijzonderheden roestvl roestvl zw vl, ongedefinieerd els
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
87
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h3 - wo grbr diffuus MST 77 Kz2-3 - ligr geleidelijk MST 91 Kz1 - ligr scherp MSL 127 Ks3 h1 - - brdrgr geleidelijk MSL 134 Vk3 3 - grbr scherp MSL 162 Vkm 1 - ri br gel SL 175 Vk3 - ri grbr gel SL 300 Vkm 1 - ri br SL
M50 -
o/r o or or r r r r r
Ca 2 3 3 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2-3 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 HV CA HV
Bijzonderheden omg roestvl roestvl rietveen mogelijk duinkerke-0 -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.075 425.889 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
88
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 60 Kz3 h3 - wo 126 Kz3 - 134 Kz1 h2 - 200 Kz1 h2 - ri 219 Vkm 1 - ri 244 Kz2 h2 1 - ri 300 Vkm 1 - ri
Kleur Laaggrens Consist. dbrgr scherp ST blgr erosief MST drgr geleidelijk MSL drgr scherp MSL dbrgr scherp MSL drgr scherp MSL drbr EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 3 3 3 1 3 1 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.088 425.903 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV CA HV
Bijzonderheden omg, bakst fr gelaagd, veenbrokjes mogelijk Duinkerke 0 -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
89
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ST 80 Ks3 - librgr geleidelijk ST 145 Kz2/3 - blgr erosief MSL 200 Ks4 h1 - ri drgr geleidelijk MSL 218 Ks4 h2 - - drbrgr geleidelijk MSL 245 Vkm 1 - ri drbr geleidelijk SL 262 Vk3 - ri grbr geleidelijk SL 300 Vkm 2 - drbr EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r r
Ca 3 3 3 3 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 GW 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 HV CA HV
Bijzonderheden omg sch (slak?) top doorworteld plr -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.101 425.919 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
90
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h3 - wo grbr diffuus MST 97 Kz2 - ligr scherp MST 129 Ks3 h2 - - brgr/drgr geleidelijk MSL 138 Vkm 3 - ri zw geleidelijk ST 168 Vkm 1 - ri drbr geleidelijk MSL 300 Vkm 1 - ho drbr EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r
Ca 2 3 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.144 425.935 -0,9 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2-3 - BHC - DK3 1 - DK1 1 - HV 1 - HV 1 - HV
Bijzonderheden omg roestvl roestvl verteerd, veraard? rietresten -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
91
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 o/r Ca 20 Kz3 h2 - wo drbrgr diffuus ST - 3 50 Kz3 h3 - - drbrgr diffuus ST - 3 70 Kz2 h1 - brgr geleidelijk MST - 3 116 Zs3 - ligr erosief MST 150-210 - 3 122 Ks3 h1/- - - gr/drgr geleidelijk MST - 3 126 Vkm - dbrgr geleidelijk MST - 1 136 Ks4 h2 - dgr geleidelijk MST - 3 173 Kz1 h2 - - zw(br)gr geleidelijk MSL - 3 214 Kz2 h2 - plr drbrgr geleidelijk MSL - 3 230 Vkm 1 - ri dbr geleidelijk MSL - 1 251 Vk3 1 - ri brgr geleidelijk MSL - 1 300 Vkm 1 - ri dbr EB MSL - 1
Fe GW Hor M 1 X 1 X 1 X 2 - BHC 2 GW 1 1 1 1 1 1 1 -
Lith. X X X DK3 DK3 HV DK1 DK1 DK1 HV CA HV
Bijzonderheden omg omg omg gebrokt, humeus romeins veen? schelpjes, oever/geul oever/geul -
-
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.127 425.950 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
92
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 70 Kz3 h3 - 115 Kz2 - 140 Ks4 h1 - 151 Vk3 z1 222 Kz3 h1 - 245 Vkm 1 - 254 Vk3 1 - 300 Vkm 1 - -
Kleur dbrgr librgr drgr zwgr drgr drbr grdr drbr
Laaggrens Consist. scherp ST scherp MST erosief MST geleidelijk MST erosief MST geleidelijk MST geleidelijk MST EB MST
M50 -
o/r o or or r 1 v v v
Ca 3 3 3 3 3 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.140 425.965 -0,9 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 GW C 2 2 2 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 HV DK1 HV CA HV
Bijzonderheden zandbrok, veenbrok verteerd sch kleibandje -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
93
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz1 h3 - wo grbr dif MST 112 Kz2 - ligr scherp MST 122 Ks3 - ligr scherp MST 187 Kz1 - - ligr/drbr scherp SML 244 Kz1 h1 - drgr scherp SL 258 Vkm - 1-2 - ri br gel SL 275 Ks2 h3 - ri ligr scherp SL 300 Vkm - 1-2 - ri drbr EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r r
Ca 3 3 1 1 3 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2 2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 HV CA HV
Bijzonderheden roestvl roestvl geband veen Duinkerke-0? veen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.153 425.981 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
94
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 60 Kz3 h3 - 80 Kz2 h2 - 126 Ks3 - 165 Vkm - ri 177 Ks3 h2 - ri 223 Vk1 - ri 226 Vk3 - 300 Vkm - -
Kleur Laaggrens Consist. dbr scherp MST drgr geleidelijk MST gr scherp MST dbr scherp MSL gnbr scherp MSL dbr scherp MSL drbr scherp MSL dbr EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r r r
Ca 3 3 3 1 3 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.166 425.996 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M X 2 - BHC 2 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 HV DK1 HV HV HV
Bijzonderheden bakst spi, omg hk vl hk spi -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
95
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 55 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ST 129 Zs3/Kz4 - ligr erosief MST 135 Kz1 h1 - gr scherp MST 159 Ks4 h3 ho plr zwgr geleidelijk MST 224 Kz2 h2 - brgr geleidelijk MST 229 Vk3 1 brgr geleidelijk MSL 269 Vkm 1 ri robr geleidelijk MSL 280 Vk3 1 ri grbr geleidelijk MSL 300 Vkm 1 ri drbr EB MSL
M50 -
o/r or or r r r r r r
Ca 3 3 3 3 3 1 1 3 1
Fe GW Hor M X 2-3 - BHC 1 1 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 HV HV CA HV
Bijzonderheden omg aanzet bodem (rom?) zegge of Duinkerke-0 -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat Opmerking:
75.179 426.011 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
bietenveld -
gestaakt in plastic
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 90 Kz3 h3 - wo drbrgr EB MST
M50 -
o/r Ca Fe GW Hor M Lith. - - X X
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
96
75.192 426.026 -0,7 m NAP
Bijzonderheden plastic
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
97
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 115 Kz2 - 164 Kz1 h1 - 300 Kz4/Zs4 h1 - -
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MST ligr scherp MST drgr diffuus MSL drgr EB SL
M50 -
o/r o or r r
Ca 2 3 2 3
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1
Bijzonderheden omg aan basis gelaagd sch fragmenten, gelaagd
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.199 426.040 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
98
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 60 Kz3 h3/- - - drbrgr scherp MST 232 Kz4/Z - drgr scherp MST 300 Kz3/2 h1 - brgr EB MST
M50 -
o/r o or r
Ca 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs.A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.200 426.059 -0,7 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2-1 - BHC - DK3 1 - DK1|3
Bijzonderheden omg roest tot 182 cm -Mv zandlensjes
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
99
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 129 Kz2 - 188 Zs4/Kz4 - 279 Kz4/Zs3 h1 - 283 Ks2 h3 - 300 Vkm - 1-2 - hr
Kleur grbr ligr br/gr blgr drbr br
Laaggrens Consist. diffuus MST geleidelijk MST geleidelijk MST scherp SL geleidelijk MST EB SL
M50 -
o/r o or r r r r
Ca 2 3 3 3 1 1
Fe GW Hor M 1 X 1 - BHC 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK1 HV
Bijzonderheden omg roestvl gelaagd, slap veen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.205 426.079 -0,6 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
100
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 55 Kz3 h3 - - drbrgr scherp MST 95 Kz3 - gr scherp MST 149 Kz2 h1 - plr brgr scherp MST 300 Zs3 - gr EB MST 105-150
o/r o or or r
Ca 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.208 426.098 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - BHC - DK3 2 - DK1|3 1 - DK1|3
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden sch sch geb in top
101
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 45 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ST 129 Kz3 - gr scherp ST 150 Kz3 h1/- - drgr scherp MST 288 Zs3/K - gr scherp MST 105-130 300 Kz2 h2 - ri br EB MST -
o/r o or or r r
Ca 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 GW BHC - DK3 2 - DK3 1 - DK1|3 1 - DK1|3
Bijzonderheden omg veel zandbr. top fe gekleurd. -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.213 426.118 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
102
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h3 - grbr diffuus MST 184 Kz2 - ligr scherp ST 191 Kz3 h2 - - brdrgr scherp MSL 202 Vkm 3 - ri dbrgr geleidelijk SL 223 Ks2 h3 - ri brgr scherp SL 236 Vkm 1 - ri drbrgr geleidelijk SL 300 Vkm 1 - ho robr EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 2 3 1 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.215 426.138 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2-3 GW BHC - DK3 1 - DK1 1 - HV 1 - CA 1 - HV 1 - HV
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden roestvl roestvl roestvl, verteerd riet els
103
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 35 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp MST 103 Kz3 - gr scherp MST 143 Kz1 h1/- - drgr geleidelijk MST 188 Kz2 h1 - drgr erosief MST 217 Vkm 2 - br geleidelijk MST 300 Vkm 1 - drbr EB MST
M50 -
o/r o or or r r r
Ca 3 3 3 3 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 GW 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV HV
Bijzonderheden omg veenbr op overg. sch fr -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.219 426.157 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
104
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 35 Kz3 h3 - - drbrgr scherp MST 80 Kz3 h1 - librgr scherp MST 128 Kz3 - gr erosief MST 155 Kz1 h2 - ho/ri drgr erosief MST 208 Kz2/3 h2 - ri br erosief MST 226 Vkm 1 - ho robr geleidelijk MST 245 Ks3 h2 - ri br geleidelijk MST 300 Vkm 1 - ri robr EB MST
M50 -
o/r o o or or r r r r
Ca 3 3 3 3 3 1 3 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.221 426.177 -1,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 HV CA HV
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden omg Duinkerke-0 -
105
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 58 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ST 123 Kz3/2 - gr scherp MST 136 Kz1 h2 - ri zwgr geleidelijk SL 200 Kz2 h2 - ho brgr scherp SL 222 Vkm - ho robr geleidelijk MSL 232 Vk3 - ri grbr geleidelijk SL 254 Ks3 h1 - ri drgr scherp SL 266 Vkm 3 - ri brgr geleidelijk SL 276 Vkm 2 - ri drbrgr geleidelijk SL 300 V 1 - ri zw EB SL
M50 -
o/r or -
Ca 1 3 3 3 1 1 3 1 1 1
Fe GW Hor M 2 3 1 1 1 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden
CA CA
Duinkerke-0
HV HV HV
-
omg, bakst zandlaagje, bodem verspoelde top? Duinkerke-0 -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.226 426.197 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
106
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 72 Kz1 - 97 Ks2 h1 - 125 Vkm 3 - 138 Vkm - 1-2 - 149 Ks2 h1 - ri 163 Vk3 1 - ri 221 Vkm 1 - ri 300 Vkm 1 - ho
Kleur grbr ligr drgr zw br librgr grbr br robr
Laaggrens Consist. diffuus MST diffuus MST scherp MSL geleidelijk SL geleidelijk SL geleidelijk SL geleidelijk SL geleidelijk SL EB SL
M50 -
o/r o or r r r r r r r
Ca 2 2 1 1 1 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.239 426.212 -1,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 1-2 1 1 1 1 1 1 -
Lith. BV DK3 DK1 HV HV DK0 HV HV HV
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden roestvl verteerd brok.
107
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 35 Kz3 h3 - wo 75 Kz2 - 85 Ks3 - 90 Ks3 h1 - 118 Ks3 h2 - ho 141 Vkm 3 - ho 169 Ks3 h1 - ri 300 Vkm 1 - -
Kleur Laaggrens Consist. dbr scherp MST ligr scherp MST gr gel MST drgr gel MST zw/gr scherp MST drbr scherp MST brgr gel MST scherp MST
M50 -
o/r o or or or r r r r
Ca 3 3 1 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 2 2 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden omg versl veenbrokjes gelaagd plv -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.252 426.227 -1,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
108
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz2 h2 - wo drbrgr scherp ST 75 Kz2 - gr scherp T 95 Ks3 h2 - ri drgr gel MST 118 Vkm 3 - ri zw/br scherp MSL 136 Ks4 h1 - ri drgr scherp MSL 147 V/Ks3 - ri br/gr gel MSL 300 Vkm 2 - ri robr gel MSL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 3 3 1 1 3 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.265 426.138 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 HV DK1 DK1 HV
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden omg veenbrokken, omg, sch romeins?, top veraard hout rond 223 cm -Mv
109
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h3 - grbr diffuus MST 58 Kz1 - ligr geleidelijk MST 83 Ks3 h1 - - ligr/brgr scherp MST 109 Vk1 - 1-2 - ri grbr geleidelijk MSL 123 Ks2 h2 - ri lbgr scherp MSL 135 Ks2 h3 - - ligr/brgr scherp SL 300 Vk1 1 - ri br EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 2 2 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 1-2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 HV DK1 DK1 HV
Bijzonderheden roestvl aan basis humeus veen, top verticaal hum kleilagen -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.278 426.257 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
110
-
Opmerking:
[-Mv] 45 60 75 95 100 126 155 300
Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. Kz3 h3 - - drbrgr Kz2/3 - - drbrgr Kz2/3 - brgr Ks3/4 h1 - drgr Vk1 - ho zwbr Vk1 - - drbrgr Ks3/4 h1 - ri br Vkm - drbr -
M50 -
o/r or or or r r r r
Ca 1 1 2 2 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.291 426.273 -1,0 m NAP
Fe GW Hor M Lith. 1 X 2 - DK3 2 - DK3 3 DK1|3 1 - HV 1 - HV 1 - DK0|1 1 - HV
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden omg veenbrokken, bk vl veraard sch resten -
111
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 71 Kz1 - 92 Ks3 - 106 Vkm 3 - ri 113 Vk1 1 - ri 141 Ks2 h2 - ri 230 Vkm 1 - hr 232 Ks2 h2 - ri 300 Vkm 1 - hr
Kleur grbr br ligr zw br librgr br drgr br
Laaggrens Consist. diffuus MST geleidelijk MST scherp MSL geleidelijk ST geleidelijk MST geleidelijk MSL scherp MSL scherp SL EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r r r
Ca 3 3 1 1 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 HV HV DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden omg roestvl humeus roestvlekken veraard veen veen veen
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.304 426.288 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
112
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz3 - dbrgr scherp ST 60 Kz2 - gr scherp ST 80 Ks3 - drgr scherp MST 108 Vk1 - zw scherp MSL 123 Ks4 h1 - br erosief MSL 153 Vkm 2 - - drbrgr scherp MSL 161 Vk3 2 - zwgr scherp MSL 230 Vkm 1 - - drbrgr scherp MSL 241 Ks3 h2 - zw scherp SL 300 Kz1 - bl EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r r r r
Ca 3 3 1 1 3 1 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.317 426.303 -1,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 1 1 1 1 1 1 -
Lith. DK3 DK3 DK1 HV DK1 HV HV HV CA CA
Bijzonderheden omg geband in de top -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
113
-
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 35 Kz3 h2 - wo 90 Ks3 - 96 Ks3 h1 - 100 Vkm 3 - ri 131 Ks3 h1 - plr 254 Vkm 2 - ri 267 Ks3 h2 - 300 Kz2 - -
Kleur brgr gr drgr zw brgr dbr zw blgr
Laaggrens Consist. scherp ST scherp ST scherp MST scherp MST geleidelijk MST geleidelijk MSL geleidelijk SL EB SL
M50 -
o/r -
Ca 3 3 2 1 1 1 3 3
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - DK3 2 - DK3 1 - HV 2 - DK1/3 1 - HV 1 - CA 1 - CA
Bijzonderheden omg brokkelig -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.329 426.318 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
114
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 59 Kz1 h3 - grbr diffuus MST 73 Kz1 - ligr scherp MST 89 Ks2 h2 - brgr scherp MSL 91 Ks2 - ligr scherp MSL 132 Ks2 h3 - plr brgr scherp MSL 246 Vkm 2 - ri robr scherp SL 269 Zs1 h3 - - drbrzw geleidelijk SL 105-150 300 Zs1 - EB EB SL 150-150
o/r o or or or r r r r
Ca 2 2 1 1 1 1 1 2
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.342 426.334 -1,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2 1-2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 HV CAL CAL
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden roestvl roestvl roestvl -
115
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 30 Kz3 h3 - 55 Kz3 - 70 Ks3 h2 - 80 Kz2 h2 - 135 Ks3 h2 - ri 143 Vk1 2 - ri 236 Vkm 2 - ri 244 Ks3 h3 - 300 Kz1/2 - -
Kleur Laaggrens Consist. dbrgr scherp ST gr scherp ST drgr scherp MST drgr scherp MST drgr scherp MST drbr geleidelijk MSL drbr geleidelijk MSL zw scherp MSL blgr EB MSL
M50 -
o/r or or or r r r r r
Ca 3 3 3 1 1 1 1 3 3
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 2 2 2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 HV HV CA CA
Bijzonderheden omg sch
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
116
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h2 - - drbrgr scherp ST 95 Kz2 - gr scherp ST 112 Ks3 h1 - drgr geleidelijk MST 204 Ks4 h1 - drgr scherp MST 233 Vk1 1 - ri drbr scherp MSL 254 Ks4 h2 - ri brgr scherp MSL 300 V 1 - ri drbr EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 1 3 3 1 1 3 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.368 426.364 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 1 - BHC 2 GW 1 1 - HV 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden omg -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
117
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 70 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ST 100 Kz3/Z - gr scherp MST 110 Kz2 - gr scherp MST 122 Ks3 h1 - ri d(br)gr geleidelijk MST 184 Kz1 h1 - ri drgr geleidelijk MSL 278 Kz2 h1 - ri drgr erosief MSL 300 Vkm 3 - drgr EB MSL
M50 -
o/r o o or or r r r
Ca 3 3 3 3 3 3 1
Fe GW Hor M 1 X 1 - BHC 1 2 GW 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omg veel riet veel riet ho, sch -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.381 426.379 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
118
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h2 - - drbrgr scherp MST 95 Kz2 - gr scherp MST 123 Ks3 h1 - drgr geleidelijk MST 206 Ks4 h1 - drgr geleidelijk MST 243 Vk1 - ri drbr scherp MST 257 Ks4 h2 - ri br scherp MST 300 Vkm 1 - ri drbr EB MST
M50 -
o/r o o or or r r r
Ca 1 3 1 1 1 3 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.394 426.395 -0,9 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 GW 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden omg sch fr -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
119
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 76 Kz1 - 177 Ks3 h3 - ri 207 Vkm - 1-2 - hr 248 Kz1 h1 - ri 300 Vkm - 1-2 - hr
Kleur grbr ligr ligr br/gr gr br
Laaggrens Consist. diffuus MST geleidelijk MST scherp MSL geleidelijk SL geleidelijk SL EB SL
M50 -
o/r o or or o o o
Ca 2 3 2 1 2 1
Fe GW Hor M 1 X 1 C 1 C 1 C 1 C 1 C -
Lith. X DK3 DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden omg roestvl -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.407 426.410 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
120
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ST 70 Kz3/2 - gegr scherp MST 102 Ks3 (h1) - gr geleidelijk MST 120 Ks4 h2 - drgr scherp MST 138 Ks4 - ri gr scherp MST 158 Vkm - ri drbr scherp MSL 203 Ks4 h1 - gngr scherp MSL 300 Vkm 3 - ri drbr EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r r r
Ca 3 3 3 1 1 1 3 1
Projectnaam Geervliet - Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.420 426.425 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 3 1 GW 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden veenbrokken moeraskalk gyttja 254 klein kleilaagje, takje
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
121
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ZST 70 Kz3 - grgr scherp ST 95 Ks3 h1 - drgr scherp MST 300 Vkm 1 - hr dbr EB MSL
M50 -
o/r o or or r
Ca 3 3 3 1
Fe GW Hor M Lith. 1 X X 2 - BHC - DK3 2 - DK1 1 - HV
Bijzonderheden omg moerasgas
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.443 426.440 -0,8 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
122
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 70 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ZST 80 Ks3 h1 - ri drgr scherp ST 90 Kz3 h2 - plr zwgr scherp MST 126 Ks3 h2 - drgr scherp MST 151 Vkm 2 - - drbrgr scherp MSL 167 Kz2 - gr scherp SL 300 Vkm 2 - drbr EB SL
M50 -
o/r o or or or r r r
Ca 3 3 3 1 1 3 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A.Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.446 426.456 -0,7 m NAP
Fe GW Hor M 1 2 2 1 GW 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden omg, fragment ijsselsteen bodem? losse plr brok klei -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
123
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1 h3 - 96 Kz2 - 128 Ks3 h2 - 138 Vkm 2 - 204 Ks2 h2 - ri 250 Vk1 - 1-2 - ri 282 Ks2 h2 - 300 Vk1 2 - -
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus ZST ligr scherp MST brgr scherp ST br scherp SL gngr scherp Sl br scherp SL zw scherp ST drbr EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r r
Ca 3 3 1 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 1 GW 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 HV DK0 HV DK0 HV
Bijzonderheden uitgedroogd uitgedroogd, fe vl compact, humeus -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.459 426.471 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
124
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr 50 Ks3 h3 70 Kz2 90 Ks3 h1 110 K/Z h2 132 Kz2 h1 253 Kz3 h1 290 Vkm 3
plr Kleur Laaggrens Consist. wo dbrgr scherp ZST wo gegr scherp MST plr grdr scherp MST plr zw/drbgr gel MST drgr gel MST drgr erosief MST dbr EB MST
M50 -
o/r o or or or or r r
Ca 3 3 3 3 3 3 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A.Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.472 426.486 -0,8 m NAP
Fe GW Hor 1 X 2 X 2 - BHC 3 2 1 1 -
M Lith. X X - DK3 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden verdroogd wi vl zw vl veen.band rommelig veenbrokken, omg, sch sch, ri vert enkele plr en h
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
125
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 45 Kz1 h3 - 94 Kz1-2 - 127 Ks3 h2 - 151 Vkm - ri 172 Kz1-2 h2 - ri 300 Vk1 1 - ho
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus ST ligr diffuus SL brgr scherp SL br scherp SL drgr scherp SL zwbr EB SL
M50 -
o/r o or r r r r
Ca 2 2 1 1 2 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 HV DK0 HV
Bijzonderheden uitgedroogd uitgedroogd veenbrokken, omg, sch veenbrokken
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.446 426.450 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
126
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - - drbrgr scherp ST 70 Kz3 - gegr scherp MST 110 Kz2 - gr scherp MST 152 Kz2 h1 - brgr scherp MST 180 Zs3 - plr drgr scherp MST 286 Kz2 h1 - gr erosief MST 300 Vkm 2 hr drbr EB MSL
M50 -
o/r o or or or r r r
Ca 3 3 3 3 3 3 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.498 426.516 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 2 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omgewerkt sch, kleibrokken zandband in top -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
127
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz2 h2 - wo drbrgr scherp ZST 70 Kz2 - gr scherp ZST 150 Ks3 h1 - drgr geleidelijk ZST 161 Kz3 h1 - blgr erosief MST 169 Vkm 2 - drbr scherp ST 261 Kz2 h3 - ri br scherp SL 300 Vkm 2 - ri drbr EB ST
M50 -
o/r o or or or r r r
Ca 3 3 3 3 1 1 1
Fe GW Hor M 1 2 2 GW 2 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden
DK0
zoetwatergetijde
HV
-
omg zandlaagjes zwart
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.511 426.531 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
128
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 30 Kz2 h2 - wo 50 Kz2 - 85 Ks3 - 122 Kz2 h1 - plr 153 Kz3 h1 - plr 186 Ks4 h2 - ri 230 Kz2 h2 - ri 242 Vk2 3 - ri 300 Vkm 2 - ri
Kleur Laaggrens Consist. dbrgr scherp ST librgr scherp ST brgr scherp MST drgr scherp MST drgr scherp MST brgr scherp MST br erosief MSL drgr geleidelijk MSL drbr MSL
M50 -
o/r o or or or or r r r r
Ca 3 3 3 3 3 3 3 1 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.524 426.547 -1,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 GW 2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 DK1 DK1 HV HV
Bijzonderheden omg houtskool riet, getijdeafzettingen houtskool, zwartgrijze klei -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
129
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 15 Kz1 h3 - grbr diffuus MST 41 Kz1 h3 - drgr diffuus MST 91 Kz2 - ligr scherp MST 142 Kz1 h3 - - drgr/blgr scherp MST 145 Vk1 - 1-2 - ri br geleidelijk MSL 210 Kz1 h2 - ri bldrgr geleidelijk MSL 237 Ks2 h2 - brgr scherp MSL 300 Vkm 1 - br EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r r r
Ca 2 2 3 3 1 2 1 1
Fe GW Hor M 1 X 1 X 2-3 - BHC 1 1 1 1 1 -
Lith. BV BV DK3 DK1 HV DK0 DK0 HV
Bijzonderheden omg omg roestvl veen zwarte top
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.537 426.562 -1,1 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
130
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 30 Ks4 h2 - 60 Kz2 h1 - 95 Kz2 - 102 Ks3 - 121 Vkm - 163 Kz1 - 167 Vk1 3 - 190 Vk1 3 - 300 Vkm - -
Kleur zw/br br gr drgr drbr gngr zw/br br dbr
Laaggrens Consist. scherp MST scherp MST scherp MST geleidelijk MST scherp MSL scherp MSL geleidelijk MSL geleidelijk MSL EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r r r r
Ca 2 3 3 1 1 2 1 1 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
Drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.550 426.577 -1,2 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 1 X 1 - BHC 1 1 GW 1 1 1 1 -
Lith. X X DK3 DK1 HV DK0 HV HV HV
Bijzonderheden slakjes slootbagger omg -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
131
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. M50 40 Kz1 h3 - - drgrbr diffuus MST 78 Kz1 h1 - brgr diffuus MST-MSL 87 Kz2 - ligr scherp MST 114 Ks2 h3 - ri drbr scherp SL 139 Vkm 3 - ri drbrzw geleidelijk SL 176 Vk1 2 - ri brgr geleidelijk SL 235 Kz1 h3 - ri drgr geleidelijk SL 256 Ks2-3 h4 - brgr scherp SL 260 Vkm h3 - zw geleidelijk SL 287 Vkm 2 - ri br scherp SL 300 Ks3/Z1 h3 - drgr EB SL -
o/r o or or o o o o o o o o
Ca 1 1-2 2 1 1 1 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 X 2-3 - BHC 1 1 1 1 1 1 1 1 -
Lith. X X DK3 DK1 HV HV DK0 DK0 HV HV CA
Bijzonderheden omg omg roestvl veen veen verteerd -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.563 426.592 -1,1 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
132
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 45 Kz1 h3 - - drbrgr scherp MST 131 Kz3/4 - ligr scherp MST 144 Ks3 h2 - ri drbrgr geleidelijk MST 210 Ks4 h2 - ri drgr geleidelijk MSL 223 Vkm - ri robr geleidelijk MSL 241 Vk1 - ri gnbr geleidelijk MSL 300 Kz1 h2 - ri drgr EB MSL
M50 -
o/r o or r r r r r
Ca 3 3 1 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.576 426.608 -1,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 2 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV HV DK0
Bijzonderheden omg -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
133
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 40 Kz1-2 h3 - 133 Kz2 - 147 Ks3 - 162 Ks2 h3 - plr 245 Ks2 h3 - ri 271 Vkm 1 - ri 300 Kz1 - plr
Kleur brdgr ligr ligr grbr brliro br brlgr
Laaggrens Consist. diffuus MSL geleidelijk MSL diffuus MSL geleidelijk SL scherp SL geleidelijk SL EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 2 2 1 1 1 1 2
Fe GW Hor M 1 X 2-3 GW BHC 2-3 1 1 1 1 -
Lith. BV DK3 DK3 DK1 DK1 HV CA
Bijzonderheden roestvl roestvl -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.589 426.623 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
134
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 30 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ST 60 Ks3 - brgr geleidelijk MST 112 Kz2/3 - gr geleidelijk MST 138 Ks3 h2 - ri dr(br)gr geleidelijk MST 147 Ks3 h2 - ri drgr geleidelijk MST 268 Ks4 h2 - ri drgr geleidelijk MSL 276 Vkm - ri drbr scherp MSL 300 Vk3/Kz1 h4 - ri br/drbr EB MSL
M50 -
o/r o or or or r r r r
Ca 3 3 3 3 3 3 1 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.602 426.638 -0,8 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 3 - BHC 3 2 2 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 DK1 HV HV
Bijzonderheden sch veenbrok, moeraskalk Duinkerke-0?
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
135
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 20 Ks4 h3 - drbr scherp ST 40 Kz1 h1 - libr scherp MSL 90 Kz2 - librgr geleidelijk MSL 134 Kz3 - - zw/br/gr geleidelijk MSL 200 Zs3 - blgr geleidelijk MSL 290 K/Zs3 - drgr geleidelijk 300 Kz2 h2 - br EB -
M50 -
o/r o or or or r r r
Ca 3 3 3 3 3 3 3
Fe GW Hor M 1 2 2 2 GW 1 1 1 -
Lith. X X DK3 DK1 DK1 DK1 ?
Bijzonderheden gevlekt sch, rommelig sch fr -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.615 426.653 -0,7 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
136
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 45 Kz1 h3 - - brdrgr scherp MST 119 Kz2 - ligr scherp SL 146 Kz3/Zs4 - ligr diffuus SL 269 Kz3-4 h2 - drgr scherp MSL 300 Kz3 h3 - ri grbr EB SL
M50 -
o/r o or or r r
Ca 2 2 2 3 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. . A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.692 426.744 -1,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2-3 1 1 -
Lith. BV DK3 DK3 DK1 DK1
Bijzonderheden roestvl roestvl hum.z.l. klei egaal zandlaagjes
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
137
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 30 Kz1 h2 - br diffuus MST 104 Kz2 - ligr scherp MST 110 Ks3 - ligr geleidelijk MST 138 Ks3 h2 - - brdrgr scherp MST 142 Ks3 h3 - brgr geleidelijk MST 244 Ks2 h2 - ri blgr geleidelijk MSL 269 Vkm 1 - ri br geleidelijk MSL 300 Ks3 h3 - ri brgr EB MSL
M50 -
o/r o or r r r r r r
Ca 2 2-3 2 2 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 C 1-2 C 1 C 1 C 1 C 1 C 1 C -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 DK1 HV DK0
Bijzonderheden omg roestvl aardewerk, hl veen -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.705 426.759 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
138
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 60 Kz3 h3 - wo 120 Ks2 - 131 Ks3 - 268 Kz1/2 h3 - ri 280 Vk1 - ri 300 Kz2 h2 - ri
Kleur Laaggrens Consist. dbrgr scherp ST drgr geleidelijk ST brgr scherp MST br scherp MST br scherp MST br EB MST
M50 -
o/r o or or r r r
Ca 3 3 3 3 3 3
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.718 426.774 -1,0 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 3 1 1 1 -
Lith. X DK1 DK1 DK1 HV DK0
Bijzonderheden hk spi, kleilaagjes venig, ho, moeraskalk zoetw.getijde
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
139
tarweveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h2 - brgr diffuus MST 114 Kz2 - ligr scherp MST 119 Ks3 - ligr geleidelijk MST 227 Ks3 h2 - ri brdrgr scherp MST 249 Vkm 1 - ri br scherp SL 300 Ks2 h3 - ri ligr EB SL
M50 -
o/r o o/r r r r r
Ca 2 2-3 2 2 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 1-2 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 HV CAL
Bijzonderheden omg roestvl veen -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.731 426.789 -0,9 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
140
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 60 Ks3 h3 - wo drbrgr scherp ST 75 Ks3 - brgr geleidelijk MST 80 Kz1 - gr geleidelijk MST 120 Kz3/Z - gr scherp MST 136 Ks3 h2 - ri brgr geleidelijk MSL 222 Ks4 h1 - ri drgr scherp SL 246 Vk1 - ri drbr scherp MSL 300 Ks4 h2 - ri br EB MST
M50 -
o/r o o or or r r r r
Ca 1 3 3 3 3 3 1 3
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.744 426.804 -0,9 m NAP
Fe GW Hor M 1 1 2 2 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 DK1 DK1 HV D0
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden omg, bakst houtskool, moeraskalk sch fr
141
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h3 - wo grbr diffuus MST 80 Kz1 - librgr geleidelijk MST 137 Ks3 h1 - ligr scherp MSL 142 Kz1 h2 - - drbrgr scherp MSL 243 Ks2-3 h2-3 - plr drgr scherp MSL/SL 264 Ks2-3 h2 - ri drgr scherp SL 300 Vk3 - ri grbr EB SL
M50 -
o/r o or or or or r r
Ca 2 2 2 2 2 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 2-3 2-3 2 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omg roestvl roestvl roestvl roestvl -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.757 426.820 -1,1 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
142
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 55 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ZST 70 Kz1 - gr scherp ST 100 Ks3 h1 - plr drgr geleidelijk MST 164 Ks4 h2 - plr drbrgr geleidelijk MST 184 Vk1 - ri drbr geleidelijk MSL 200 Ks4 h2 - ri drbr geleidelijk SL 300 Kz1 h2 - ri drbr EB SL
M50 -
o/r o or or r r r r
Ca 3 3 3 3 1 3 3
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.770 426.835 -1,1 m NAP
Fe GW Hor M 1 3 1 GW 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV DK0 DK0
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden houtskool moeraskalk, venig rood ho -
143
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 60 Ks3 h3 - dbrgr scherp ZST 103 Kz1 - gr scherp ST 118 Ks3 h1 - ri drgr geleidelijk MST 168 Ks4 h2 - ri dr(br)gr scherp MST 180 Vkm - ri drbr scherp MSL 300 Kz1 h2 - ri drgr EB MSL
M50 -
o/r o or or r r r
Ca 1 3 1 3 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 GW 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 HV DK0
Bijzonderheden omg -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. A.A.Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.783 426.866 -1,2 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
144
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz1 h3 - grbr diffuus MST 80 Kz1 h1 - librgr geleidelijk MST 127 Ks3 - ligr scherp MSL 155 Vkm/Vk1 - ri ligr scherp SL 164 Ks2 h4 - plr brdrgr geleidelijk SL 205 Vk3 1 - ri grbr scherp Sl 235 Vk1 - robr scherp SL 300 Kz1/Zs2 h4 - plr brgr EB SL
M50 -
o/r o o/r o/r r r r r r
Ca 2 2 1 1 1 1 1 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales / drs. A.A. Kerkhoven
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.796 426.866 -1,2 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2-3 C 2 C 1 C 1 C 1 C 1 C 1 C -
Lith. BV DK3 DK3 HV DK1 HV HV DK1
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
Bijzonderheden sch fr/gruis (romeins veen?) weinig gelaagd, sch fr, detr
145
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 30 Kz3 h3/- - wo 78 Kz2 h1 - 95 Ks3 - 260 Kz2/3 h1 - ho 274 Kz3 h1 - ho 300 Kz2 h1 - plr
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MST ligr geleidelijk MST ligr scherp MST librgr scherp SL gr scherp SL gr EB SL
M50 -
o/r o or or r r r
Ca 2 2 1 3 3 3
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 1 GW 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK1 DK1 DK1
Bijzonderheden omg mangaan detritus/zandlaagjes detritus/zandlaagjes -
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.808 426.881 -1,1 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
146
bietenveld -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h2 - wo dbrgr scherp ST 70 Kz3 - ligr scherp ST 90 Ks3 h1 - drgr scherp ST 101 Ks3 h2 - brgr scherp ST 108 Vk1 3 - ri zw scherp ST 180 Kz2/Z - ri gr scherp MST 273 Kz3 - ri br erosief MST 300 Vkm 2 - - drbrgr EB MST
M50 -
o/r o or or or r r r r
Ca 3 3 1 1 1 3 3 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.941 427.049 -0,6 m NAP
Fe GW Hor M 1 X 2 - BHC 2 2 1 - Baa? 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK3 DK3 HV DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omg roestvlekken kleilaagjes aan basis hk spi hk spi kleilagen, uitgedroogd ho zandlaagjes -
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
147
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr 35 Kz2 h3 - 98 Kz3 - 100 Kz1 h3 - ho 168 Kz3 h2 - 233 Kz3 h2 - 236 Ks3 h1 - 300 Vkm 2 - ho
Kleur Laaggrens Consist. grbr diffuus MST br scherp MST grbr geleidelijk MST grbr scherp SL grbr scherp SL librgr scherp MST libr EB SL
M50 -
o/r o o/r r r r r r
Ca 2 3 1 1 1 1 1
Fe GW Hor M 1 X 2-3 - BHC 1 1 1 1 1 -
Lith. BV DK3 DK1 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden omg gelaagd, veenbrokjes brokkelig
Onderzoeksmelding: 58.628 Datum: 08-07-2013 / 26-07-2013
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.887 426.973 -1,0 m NAP
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
148
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 40 Kz3 h3 - wo drbrgr MST 85 Ks3 - - gr/orgr ST 108 Ks3 h4 - plr zwgr MST 165 Kz2 - - brgr/gr MST 179 Kz1 h2 - grbr MST 300 Vkm - drbr MSL
M50 -
o/r o or or or r r
Ca 1 2 2 3 3 1
Projectnaam Geervliet, Middelharnis Projectcode 13010029 Beschrijver:
drs. T. Nales
Boormethode:
Edelmanboor en gutsboor
Boordiameter:
7 cm en 3 cm
X-coordinaat Y-coordinaat Z-coordinaat
75.900 426.988 -0,9 m NAP
Fe GW Hor M 1 2 2 1-2 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 HV
Bijzonderheden bakst, omg zw brokken plr tot 138 K/Z kleilaagjes in top
Boorpuntnr.
GWS Gt GWS na boring
-
Landgebruik Bodemkaart Geom. kaart
149
grasland -
Opmerking:
[-Mv] Textuur Org VAM Gr plr Kleur Laaggrens Consist. 50 Kz3 h3 - wo drbrgr scherp ST 75 Ks3 - gr scherp ST 107 Ks4 h2 - zwgr scherp MST 125 Kz2 h1 - ri drgr geleidelijk MST 164 Kz3 - ri gr scherp MST 169 Ks4 h1 - hr drgr scherp MST 277 Vkm - robr scherp MSL 283 Ks3 h2 - zwgr geleidelijk SL Ks3 - blgr EB SL 300
M50 -
o/r o or or or r r r r r
Ca 3 3 3 3 3 3 1 3 3
Fe GW Hor M 1 1 2 2 GW 1 1 1 1 1 -
Lith. X DK3 DK1 DK1 DK1 DK1 HV CA CA
Bijzonderheden omg veenbrokken, plr brok elzenhout -